1. Opening en vaststelling agenda Berichten van verhindering.

Transcriptie

1 Samenvattend verslag van de vergadering van de Wmo-raad d.d. 16 juni 2015 Aanwezig: mw. C. C.M. Koning, mw. C. Warmerdam-van der Ende, W.A. Reitsma (secretaris), mevr. J.F. Wieringa, mevr. Th. Waterkamp, mw. A.J.B. Luiten, dhr. S.H.Visser, mw. N.C. Oversier, dhr. J.J. Ramekers (voorzitter), Afwezig m.k.: dhr. E.W.H. de Kievit, de heer A.T.M. Hijdra, de heer C. Dekker, dhr. J.E.Bogaers Als genodigde aanwezig: mevr. E. Koek, teammanager jeugd en gezin gemeente Zoetermeer Voorts aanwezig: belangstellenden Agenda: 1. Opening 2. Lokaal inkoopplan Jeugdhulp 2016 gemeente Zoetermeer 3. Concept verslag van de vergadering van 12 mei Uitgangspunten toekomstig doelgroepenvervoer Haaglanden 5. Terugkoppeling eerste bijeenkomst brainstorm over ontwikkeling naar Raad Sociaal Domein 6. Mededelingen en terugkoppeling uit bijeenkomsten 7. Ingekomen stukken 8. Rondvraag en sluiting 1. Opening en vaststelling agenda Berichten van verhindering. 2. Lokaal inkoopplan Jeugdhulp 2016 gemeente Zoetermeer Mevr. E. Koek, teammanager jeugd en gezin gemeente Zoetermeer, licht toe. Het lokaal inkoopplan jeugdhulp geeft aan wat Zoetermeer wil inkopen. Het door de raad aanvaarde regionaal inkoopkader bevat de richtlijnen die elke gemeente bij haar inkoop in acht neemt. Er wordt ingekocht op basis van behoefteschattingen. Zij verwacht dat er eerst bij de evaluatie in 2016 zicht zal bestaan op realisatiecijfers en behoefteontwikkelingen. Er wordt vooral voortgeborduurd op de historie. Inkoop voor Zoetermeer zal op basis van een drietal uitgangspunten geleid worden: a. ondersteuning dicht bij het gezin. Dit houdt o.a. in teams op scholen formeren bestaande uit schoolmaatschappelijk werk, ambulant werker, jeugdgezinshulp, opvoedondersteuning. De scholen zijn hier enthousiast over. Om dit te realiseren moet er meer formatie ten behoeve van de scholen beschikbaar komen. Maar ook t.b.v. integrale kindcentra, kraamzorg, verloskundigen, e.d. Geldt dat voor het basis- en het voortgezet onderwijs? Ja. Er zullen ook teams op MBO-scholen komen die zich ook met 18+ zullen bezighouden. Hierna wordt het vraagstuk aan de orde gesteld van hulp aan nieuwe 18+ en ook de nazorg aan 18+ die wel eerder hulp hebben gekregen. Nieuwe 18+ vallen niet meer onder de Jeugdwet. Wel is er hulp en begeleid wonen nodig. Vanuit de Wmo? En wat gebeurt er me 18+ die uitstromen? De grens van 18 jaar is een ingewikkelde grens. Voorzieningen worden voor en na de grens anders bekostigd Voorts speelt de privacybescherming t.a.v. kind en ouders een rol. Als een kind geen hulp meer wil, dan kun je hulp aanbieden en contact proberen te houden maar je kunt geen verplichte hulp aanbieden. Doorgaans verlies je de jongere en zijn/haar 1

2 ontwikkeling uit het oog. Je bent dan aangewezen op bv. de algemene monitorgegevens van het CBS over hoe het met jongeren gaat. Overigens is onlangs in een geval besloten toch hulp in te zetten bij een 18+ op basis van de Jeugdwet omdat dat op dat moment de beste oplossing was. Een ontwikkeling die ook van invloed is op de nazorg aan 18+ is dat hulp steeds korter moet duren. Een jongere kan in het uiterste geval nog 6 maanden residentieel verblijven en moet dan door naar de volgende voorziening. In het algemeen kan gesteld worden dat er een gebrek is aan goede 18+ zorg mede door de verkorting van de termijnen gedurende welke hulp kan worden verleend. Dit is onder de aandacht bij de gemeente. Het gaat daarbij niet alleen om 18+ die jeugdhulp hadden maar evenzeer om de ondersteuning van gewone kinderen. Opgemerkt wordt dat bij deze kinderen meestal wel een back up is. Die ontbreekt vaak bij jongeren die onder de jeugdbescherming vallen. De gemeente streeft naar minder ondertoezichtstellingen (OTS). Er worden jeugdbeschermingstafels gevormd bestaande uit ouders, jongere, jeugdhulp, Raad voor de Kinderbescherming, onafhankelijk voorzitter. Doel is afspraken te maken in het kader van de vrijwillige hulp die nodig is. Dit werkt goed. Voorgesteld wordt om deze jeugdbeschermingstafels bij 18+ ook preventief in te zetten om een plan op te stellen voor de periode na de maatregel en om er op toe te kunnen zien hoe de verdere ontwikkeling van de jongere verloopt. Dit gebeurt nog niet. Mevr. Koek zegt dat het rijk 5% kort op de budgetten. Dat heeft ook gevolgen bv. voor de organisatie Jeugdbescherming West die de jeugdbeschermingstafels faciliteert. b. Verschuiven van PGB-budgetten naar zorg in natura Hulporganisaties die vnl. op basis van PGB-contracten bestaan, hebben te maken met wisselende tarieven per gemeente. In de praktijk komen zij daardoor met hun bedrijfsvoering in de knel. De continuïteit van de organisatie en het hulpaanbod komen soms in het geding. Mede in overleg met betrokken ouders is er voor gekozen om deze PGB-hulp om te zetten in zorg in natura. Deze aanbieders worden uitgenodigd een contract met de gemeente aan te gaan om hun hulpaanbod langs die weg aan de bewoners van de gemeenten aan te bieden. Zij zullen met het inkoopbureau, in contact moeten treden om een contract binnen te halen. Het inkoopbureau bepaalt het tarief. De aanbieder moet aangeven of hij het voor dat tarief kan doen. Het budget voor de PGB wordt verlaagd, dat van ZIN verhoogd. Voorbeelden: Zorgboerderij Swaenensteyn of een logeerhuis of zzp ers. Hebben zzp ers niet te maken met extra voorwaarden die voor een PGB-aanbieder gelden zoals een zekere mate van overhead en -kosten als indicatie voor kwaliteit van de organisatie. Er gelden geen aanvullende criteria voor PGB-aanbieders in de jeugdhulp. (betreft Wmoaanbieders -wr). De tarieven voor een PGB-voorziening zijn afgeleid van de tarieven voor ZIN. Het laagste tarief voor ZIN is de grondslag voor een voorziening in PGB-vorm. Doe je het als cliëntsysteem zelf, dan geldt er een uurtarief van 20 euro per uur. c. Innovatie is de derde richtlijn voor de inkoop voor Zoetermeer Het betreft dan de transformatie en daarmee cultuurverandering die in de jeugdzorg moeten gaan plaatsvinden. Met de gemeenteraad is afgesproken dat hij meedenkt in het opstellen van de criteria voor innovatie. 2

3 Concrete plannen: Preventieve jeugdreclassering voor 12-. Aanpak overlastgeven de jeugd en vooral ook de broertjes en zusjes van de jongere. Ondersteuning met ervaringsdeskundige tienermoeders die worden ingezet om a.s. tienermoeders te begeleiden Bevordering keuzevrijheid voor cliënt(systemen) om de geschikte hulp te kiezen uit de huidige 160 aanbieders waarvan er ca 100 in Zoetermeer werkzaam (kunnen) zijn. De gemeente wil dit faciliteren met een website die in Amsterdam met dat doel is opgezet en waarop aanbieders zichzelf met werkers presenteren en vertellen wat ze doen. Financiële paragraaf inkoopplan Vorig jaar was de raming dat er 33 mln. voor Zoetermeer beschikbaar zou zijn. Dat is nu 31,7 mln. Op basis van de beschikbare financiële ramingen heeft Zoetermeer berekend dat er een risico is van 2,7 ml. tekort. Daarbij is de uitname van middelen in verband met de overheveling van een groep cliënten naar de Wet langdurige Zorg nog niet verwerkt. In de gemeenteraad is ook dit aan de orde geweest. De verwachting is dat de raad akkoord zal gaan. Vanuit de Wmo-raad wordt steun betuigd aan het beschikbaar zijn van budgetten voor onvoorzien en innovatie. Wel worden er vraagtekens gezet bij de aanname van de gemeente dat zorgaanbieders elkaar moeten bijspringen als de een halverwege het jaar door zijn budget heen is en de andere nog over voldoende middelen beschikt. Gaan instellingen dan daadwerkelijk budget overhevelen naar de concurerende organisatie? Mevrouw Koek stelt dat dat bij de regionale transitieovereenkomst zo is afgesproken. Het gaat om een gezamenlijke verantwoordelijkheid die alle instellingen met elkaar hebben (afgesproken). Binnenkort hoopt zij de stand van zaken te horen. Is de gemeente bekend met de opvatting die in scholen circuleert dat men moeite heeft met de nieuwe taken omdat men daardoor steeds minder toekomt aan de onderwijstaken die de school heeft te verrichten?. Voorts zitten in een schoolteam steeds de ambulante werkers van maar één organisatie. Wordt dat in de nabije toekomst flexibeler ingevuld? Mevrouw Koek zegt dat aanbieders als opdracht hebben om samen de hulp door te ontwikkelen. Het is niet de bedoeling dat de organisaties aan ontwikkelingen meedoen met als doel om de eigen organisatie onder de aandacht te houden. De gemeente zal daar alert op zijn. Vanuit de Wmo-raad wordt opgemerkt dat er in het inkoopplan niets staat over de Participatiewet. Ook de begeleiding en dagbesteding vanuit de Wmo blijven onvermeld als samenhangende voorzieningen waarop afstemming vanuit de inkoop jeugdhulp (en v.v.) nodig is. Mevrouw Koek geeft aan dat dit een criterium zou kunnen zijn voor de besteding van het innovatiefonds. Nu is de jeugdhulp aan de orde. Wmo en Participatiewet zullen in volgende stappen aan de orde komen. Ouders en leerkrachten van leerlingen in het speciaal onderwijs maken zich ernstig zorgen over de hulp en begeleiding van hun kinderen. Het lijkt er op dat er pas vanaf 18 jaar acties 3

4 ondernomen kunnen worden om hulp en begeleiding te regelen voor de kinderen die uit het onderwijs stromen. Op weg naar uitstroom uit het onderwijs ontstaat er nu een grijs gebied waarin niemand behalve de ouders zich verantwoordelijk weet voor wat er met het kind gebeurt. Voor ouders heeft dat ook materiële gevolgen zoals het afsluiten van een ziektekostenverzekering voor hun kind. Mevrouw Koek zegt dat dit ook kan gaan om kinderen die onder de WLZ vallen. Daarnaast heeft zij de verwachting dat aanbieders plannen zullen ontwikkelen en indienen voor innoverende aanpak daarvoor. Veel kinderen die begeleiden behandeld worden door de GGZ vallen niet onder jeugdbescherming. Sommige gemeenten stellen geld beschikbaar voor de inkoop van jeugd GGZ diensten ten behoeve van kinderen met anorexia, dwang- of angststoornissen, schizofrenie, etc. In het inkoopplan Zoetermeer staat daar niets over. Dat is vreemd want deze ondersteuning is absoluut nodig. Het lijkt dat er minder geld naar de GGZ gaat en nodig is. In 2016 zal duidelijker zijn wat er op dat gebied aan middelen nodig is. Zijn er cliënten zoek sinds de invoering van de Jeugd wet? Vanuit de Wo-raad wordt gesteld dat er zeker kinderen zoek zijn. Een organisatie als Jong Perspectief heeft vanaf 1/enkele/ aanmeldingen ontvangen. Een reden hiervan kan zijn dat de schotten tussen de verplichte hulp vanuit de jeugdbescherming en de vrijwillige hulp hoger zijn geworden in plaats van lager. Dat er kinderen kwijt zoude zijn, voedt de zorgen. Is de veiligheid van het kind niet in gevaar? Wat hierbij meespeelt, is dat de dossiers van het voormalige Bureau Jeugdzorg nog niet zijn overgedragen aan Jeugdbescherming West. Het gaat om gegevens van de jongere maar soms ook om gegevens van de ouders. De privacy is nadrukkelijk in het geding. Overdracht kan alleen met toestemming plaatsvinden. Voor de overdracht gelden strakke regels (proces vervreemding wordt dat genoemd). De positie van de gemeente, tevens belanghebbende, is een lastige hierbij. Het leidend uitgangspunt voor de gemeente is helpt de overdracht de cliënt? Sommige ouders staan er positief tegenover, andere weer niet. Mevrouw Luiten stelt dat deze situatie aanleiding is om de vraag te stellen of cliënten niet beter hun eigen dossier kunnen beheren? Innovatiefonds: doen alleen grote instellingen daarop een beroep of ook kleine organisaties? En wat wordt er gevraagd: een nieuw product of een verbetering van het lopende proces? Mevrouw Koek geeft aan dat hier nog over nagedacht zal worden in samenwerking met de gemeenteraad. Dat proces zal criteria moeten opleveren voor het innovatiebeleid. De gemeente zelf is voorstander van een aanpak door een alliantie van meerdere aanbieders die gezamenlijk een sluitende aanpak ontwikkelen en realiseren. Signalen: Limo heeft aangegeven eerder betrokken te willen worden bij de overgang van 18- naar 18+ teneinde de wijziging van regime soepeler te kunnen laten verlopen. Limor heeft daar ideeën over. Een regionale school voor meervoudige gehandicapte kinderen, de Pyramide, heeft te maken met 17 gemeenten en vult per gemeente een ordner aan beleid etc. Kunnen gemeenten het niet zo regelen dat er uiteindelijk maar één ordner voor al deze gemeenten zal komen? 4

5 Alle gemeenten willen weten hoe het loopt, willen kunnen monitoren. Het gaat ten slotte om kwetsbare kinderen. Telkens zal de vraag gesteld moet worden of een gegeven, een cijfer nice to know of need to know is. Mevrouw Wieringa verzoekt in het inkoopplan een zinsnede op te nemen over de inkoop van jeugd GGz voor kinderen met verschillende problematiek. Als een kind somatisch ziek is dan is er geen enkele discussie over of er zorg beschikbaar moet zijn. Gaat het om geestelijke gesteldheid dan is het minder vanzelfsprekend dat er hulp beschikbaar moet zijn. Dat kan niet. Er moet bij de inkoop ook aandacht zijn voor de hulpbehoefte van deze kinderen. Het gaat om serieuze en chronische problematiek. De oproep wordt ondersteund door andere leden. Het gaat bv. ook om kinderen met een psychiatrische problematiek en een normaal tot hoog IQ. Mevrouw Koek dankt de leden voor het signaal. Zij zal dit met de aanbieders opnemen. De gemeente zet nu in op de versterking van de teams op de scholen. De jeugd GGz moet daarbij aansluiten. Voorts wordt bij deze inkoop niet per doelgroep ingekocht. Het voorstel om dit wel op nemen in het inkoopplan neemt zij niet over. De Jeugd GGz wordt overigens wel in het inkoopplan genoemd maar er worden geen doelgroepen van cliënten bij opgesomd. Vanaf de tribune wordt opgemerkt dat de jeugd GGZ juist niet wordt genoemd. Niet alle kinderen die jeugd GGz-hulp nodig hebben, zitten in het onderwijs. Daardoor is de aanpak via schoolteams niet sluitend. Waar gaan de kinderen heen die niet (meer) op school zitten? Waarom loopt de animo terug voor bv. jeugd GGz? Zou dat iets te maken kunnen hebben met de kwaliteit van de informatievoorziening? Als ouder probeer je zoveel mogelijk zelf uit te zoeken, maar de informatievoorziening via de websites is volstrekt ontoereikend zodra de vraag en het probleem wat complexer wordt. De voorzitter dankt mevrouw Koek voor haar toelichting en beantwoording van de vragen. 3. Concept verslag van de vergadering van 12 mei 2015 Het concept wordt conform vastgesteld. Naar aanleiding van: Blz. 2, OSO: de hogere eigen bijdrage heeft betrekking op alleen de automatische deuropener. Blz. 2: er staat dat er geen reden bekend was. Het betrof een technische probleem. Dat was wel bekend. Evenwel niet bij de cliënt Is al bekend wat de taken zijn van de vinger-aan-de-pols functionaris? De Wmo-raad heeft haar uitgenodigd om haar taken toe te lichten. Aan deze uitnodiging heeft zij nog geen gevolg kunnen gegeven. Actielijst: opschonen. Mevrouw Waterkamp zal het vraagstuk naar de schotten tussen de zorgsectoren meenemen in haar contact met Pricare. 4. Uitgangspunten toekomstig doelgroepenvervoer Haaglanden Dit punt vervalt daar er geen stuk van de gemeente is ontvangen. 5

6 5. Terugkoppeling eerste bijeenkomst brainstorm over ontwikkeling naar Raad Sociaal Domein Mevrouw Waterkamp en mevrouw Luiten hebben aan deze brainstorm deelgenomen.zij hebben de gedachtewisseling als positief ervaren. Het verslag ervan is digitaal toegezonden maar zat niet bij de (papieren) agendastukken. Wel powerpoint presentatie die aan de orde is geweest. Er is begonnen met het verkennen van elkaars werkwijzen. De ambtenaren hebben intern ook gesproken over het adviestraject en de meerwaarde van Wmo-raad en Begeleidingscommissie WZI (BGC WZI). Daarnaast hebben zij gesproken met het platform Jeugd doet mee! onder begeleiding van Fietje Schelling. Zij staan positief tegenover de gedachte om meer samen te werken met het ambtelijk apparaat door in vroegtijdig stadium ideeën uit te wisselen en mee te denken. De volgende brainstorm zal gaan over de modellen van participatie. De heer Visser vindt dat een nauwe samenwerking met het ambtelijk apparaat ook je speelruimte als Wmo-raad kan beperken. Als Wmo-raad moet je vrij en onafhankelijk moeten zijn. De voorzitter zegt dat deze werkwijze de afgelopen periode meerdere malen is toegepast en toch zonder enig probleem. Vanwaar deze zorg? Ongevraagde adviezen zouden meer met de leden van de gemeenteraad moeten worden gedeeld. In de brainstorm wordt verwacht dat je vrij denkt van bestaande kaders en werkwijzen en je zoveel als mogelijk in oplossingen tracht te denken. Ga ervan uit dat er niets is, hoe zou je dan de zaak inrichten uitgaande van integrale advisering. Tijdspad: Deze week reacties van de leden op uitgangspunten en dilemma s in het verslag aan mevrouw Waterkamp en Luiten cc secretaris 29/6/15 in werkgroep brainstormen over modellen In juli ambtelijk memo aan het College. Mevrouw Wieringa merkt op dat het goed is als je meedenkt i het beleidskader van de gemeente maar dat behoeft niet te betekenen dat je de ambtelijke ideeën zomaar moet volgen. De Wmo-raad is onafhankelijk en moet dat blijven in welke opzet dan ook. 6. Mededelingen en terugkoppeling uit bijeenkomsten Voorzittersoverleg Wmo-raden in Haaglanden: Leuke presentatie van het Platform Jong doet mee!. Dit platform dat begeleid wordt door Fietje Schelling en een medewerker van JSO, wil de participatie van jongeren in het beleid van de gemeenten aanzwengelen. In Pijnacker-Nootdorp heef t de Wmo-raad aldaar een geslaagde avond belegd met inwoners (120 aanwezigen) over het vraagstuk hoe het nu loopt met de uitvoering van de nieuwe wetten. Waar lopen burgers tegenaan? Misschien ook iets voor Zoetermeer. O.a. de heer Visser heeft een bijeenkomst bij Limor bezocht. Limor: heeft te maken met de opvang van jongeren die op weg zijn naar een zo zelfstandig mogelijk leven. Zij willen als organisatie eerder betrokken worden bij de plannen die rond een jongere worden ontwikkeld vanuit jeugdhulp of ander sector. Tegen welke zaken loopt men nu aan? Zij willen dit graag toelichten in de Wmo-raad. Renovatie stadhuis: de heer Visser neemt deel aan een gebruikersgroep rond het nieuwe stadhuis m.b.t. de vormgeving van de toegankelijkheid. De gemeente wil dat dit goed op orde is. Gemeente moet dan ook doelgroep en deskundigen erbij betrekken. De gemeente geeft aan dat ze zelf de deskundigheid in huis hebben. Hij verwijst naar voorbeelden waarbij de 6

7 toegankelijkheid achteraf problematisch was en alsnog verbeterd moest worden (bv. Rijsmuseum). Rolstoeltoegankelijk is één invalshoek. Voor zintuiglijk beperkten gelden andere richtlijnen. Als gebruiker kun je daar iets van vinden en op wijzen. Het betekent echter niet dat er geen deskundigheid meer nodig zou zijn om zaken volgens bv. NEN normen in te richten. Voorts speelt er het vraagstuk waar de onafhankelijke cliëntondersteuning moet komen. Daarop aansluitend deelt de secretaris mede dat hij benaderd is door de gemeentelijk projectleider van de renovatie van het stadhuis met de vraag of en zo ja, wat de Wmo-raad kan doen op dit gebied, in het bijzonder ook rond het vraagstuk van de positie van de cliëntondersteuning bij het Wmo-loket. Hij heeft de projectleider geopperd om 30/6 (reservedatum Wmo-raad) te gebruiken voor een bijeenkomst met Wmo-raad en belangengroepen om dit vraagstuk te bespreken. Hoewel enkele leden verhinderd zijn wordt besloten dit voorstel over te nemen en 30/6 een extra bijeenkomst in te lassen over de toegankelijkheid en de positie van de cliëntondersteuning. Mevrouw Warmerdam heeft gesproken met de locatiemanager van Limor. Zij is daarbij geattendeerd op een probleem waar Limor tegenaan loopt, te weten de duur van de bezwaarschriftenbehandeling als een aanvraag om begeleiding in eerste instantie door de Wmo is afgewezen. De bezwaartermijn is 6 weken en dan volgt de periode voor behandeling van het bezwaar. Al die tijd ontvangen de betreffende cliënten zorg van Limor waarvoor de gemeente niet betaalt. Zij pleit er voor dat de gemeente spoed zet achter de behandeling van dergelijke bezwaarschriften daar het gaat om een kwetsbare groep waarmee het slechter kan aflopen als Limor zijn handen ervan af zou trekken. De ervaring bij de aanvraagbehandeling is dat Wmo-consulenten weinig empatisch vermogen aan de dag lijken te leggen. Wmo-consulenten hebben dikwijls beperkte tijd beschikbaar, Dat zet een gesprek onder druk. Het komt voor dat mensen het tempo niet kunnen volgen en dan anders dan verwacht reageren (stop ermee, zoek het maar uit of boos worden). Mevrouw Wieringa bevestigt dat de hulpverlening aan deze groep bijzonder lastig is. Men houdt zich soms niet aan afspraken, is lastig in gedrag en omgang. Als de consulent daarmee niet weet om te gaan, ontspoort een gesprek binnen de kortste keren. Zij ondersteunt mevrouw Warmerdam in haar opvatting dat een bezwaarschriftenprocedure bij deze groep snel moet worden afgehandeld. Eigen bijdragen voor voorzieningen: gehoord wordt dat mensen afhaken bij de aanvraag van een voorziening zodra ze horen dat er een eigen bijdrage is verschuldigd. Dit kan een reden zijn voor het wegblijven van cliënten bij aanbieders van zorg. Doelgroepenvervoer: hierover zijn nogal wat signalen opgevangen. Vervoerders komen soms te vroeg, de cliënt staat nog niet klaar en dan vertrekt de vervoerder zonder enig bericht. De kwaliteit van de vervoerders/chauffeurs is onvoldoende, constateert Limor. Opgemerkt wordt dat vervoerders tegen lagere tarieven moeten vervoeren en dat het dan geen wonder is dat de kwaliteit achteruit gaat. Vanaf de tribune meldt een wijkverpleegkundige slechte ervaringen met vervoer van en naar het project van opvang van demente ouderen in Rokkeveen. Er zijn te weinig bussen. Soms zit de oudere langer dan 1 uur in de bus en/of wordt hij of zij voor de deur uit de bus geladen zonder te weten hoe hij naar de eigen woning moet gaan. Het vervoer van deze groep is een groot knelpunt. 7

8 Voorgesteld wordt hierover een noodsignaal af te geven aan het College. MevrouwWarmerdam vindt het signaal over de duur van de bezwaarschriftenafhandeling ook van groot belang. Is er voldoende informatie beschikbaar om een alarmerend signaal af te geven aan het College? De voorzitter stelt voor geen advies maar een memo aan het College op te stellen. Moeten in de memo alle genoemde signalen opgesomd worden of is een aanpak per probleem aan te bevelen. Het laatste vestigt specifiek de aandacht op dat signaal. Een lijst met punten lijkt contraproductief te werken in zijn effect op het gemeentebestuur. Mevrouw Warmerdam is het er niet mee eens als op die manier aan een signaal prioriteit gegeven zou worden. Afgesproken wordt dat de secretaris een concept memo zal opstellen en rondsturen. 7. Ingekomen De nieuwe huisvestingsverordening is gisteren in de raad vastgesteld. Dit traject hebben wij helaas als Wmo-raad gemist want er is wel een inspraakperiode geweest. Opgemerkt wordt dat de adviesorganen onvoldoende in het systeem van werken van de gemeente zitten. De gemeente moet uitgenodigd worden er gebruik van te maken. De voorzitter vindt dat de Wmo-raad regelmatig adviezen uitbrengt en kan zich niet vinden in deze opmerking. 8. Rondvraag en sluiting Wat doen wij met de afspraak m.b.t. het werkbezoek aan het Publieksplein. De secretaris zal de afspraak opnieuw oppakken. Niets meer aan de orde zijn sluit de voorzitter de vergadering onder dankzegging voor ieders aanwezigheid en inbreng. Actiepuntenlijst na vergadering dinsdag 16 juni 2015 Datum opvoering 5. 21/6/2013 2/12/14 Actiepunt Wie Datum gereed Contactleggen met cliëntraden GGZ-instellingen, Rivierduinen, Ook Middin Zoetermeer Mw. Waterkamp, Warmerdam, dhr. Visser en Dekker doorlopend 6. 2/12/14 Doorgeven aan secr. van datum deelname werkbezoek Publieksplein alle leden 1. 5/3/15 Dienstverlening Harting Bank Voorzitter, secr. opnemen met wethouder 5. 5/3/15 Monitoring gevolgen allen doorlopend 8

9 veranderingen voor kwetsbare groepen opnemen met wethouder 4. 14/4/15 Na opstellen voorstel doelgroepen vervoer bespreken 4. 12/5/15 Uitzoeken schotten c.q. afstemming WLZ-Wmo- ZVW-Jeugdwet in Zoetermeer 2. 16/6/15 Opstellen concept memo met signalen over vervoer etc. Mw. Warmerdam, secr. Secr., leden Secr. en allen Uiterlijk 19/6 Volgende openbare vergadering Wmo-raad: dinsdag 8 september 2015 om uur in het Bedrijfsrestaurant, ingang Frankrijklaan 6, Zoetermeer 9