pror.)in cieþrenthe 2. het Drents Plateau, ter attentie van mevrouw A. Mars, provinciaal archeoloog, Postbus 1 17, 9400 AC Assen

Transcriptie

1 Provincieh øis Ves erbrink r, Assen Postalres Postbus rzz,94oo ec Assen ww*drenthe.nl t (o5gz) r (o592) $ pror.)in cieþrenthe Assen,9 augustus 2010 Ons kenmerk RO/ Behandeld door mevrouw A,T.G. Jonker (0592) Onderwerp: Beslu it o ntgro ndin gsvergu n n n g Em m en BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTGRONDING EMMEN 2O1O-1 De aanvraag Op 23 april 2010 is bij ons de aanvraag binnengekomen van Gerard Scholte grondverzet en cultuurtechnische werken te Emmer-Compascuum, voor het ontgronden van het terrein kadastraal bekend gemeente Emmen, sectie AD, nummers 339 en 340, plaatselijk bekend als Límietweg te Barger-Compascuum, Met de voorgenomen ontgronding wordt het bewerkstelligen van een vervening beoogd. De ontgraving is 3,99 ha groot. Totaal zal er ter plaatse circa mt bodemmateriaal worden ven verkt en/of afgevoerd, De wettelijke procedure Gelet op het bepaalde in artikel 10, víerde lid, van de Ontgrondingenwet en artikel 8.5, hoofdstuk 8, Ontgrondingen van de Provinciale omgevingsverordening Drenthe is de eenvoudige procedure van toepassing. Wij hebben de aanvraag en de bijbehorende stukhen bij brief van 7 mei 2010, kenmerk 17 IRO gestuurd aan: 1. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen, Postbus , 7800 RA Emmen 2. het Drents Plateau, ter attentie van mevrouw A. Mars, provinciaal archeoloog, Postbus 1 17, 9400 AC Assen 3. het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's, Postbus 195, 9640 AD Veendam. ln bedoelde brief hebben wij de geadresseerden zes weken na verzending de gelegenheid gegeven hun advies te geven over de aanvraag om ontgrondingsvergunning Emmen Binnengekomen adviezen Ad 1, Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen deelt ons bij brief van 15 juni 2010, kenmerk , mee dat de betreffende gronden volgens het op 10 mei 1990 onherroepelijk geworden bestemmingsplan "Buitengebied Gemeente Emmen" bestemd zijn voor "agrarisch gebied (zonder bouwperceel)". ln de voorschriften voor deze bestemming is geen aanlegvergunning voor een ontgronding voorgeschreven. Geconcludeerd wordt dat de ontgronding ten dienste staat van het agrarisch gebruik. De gevraagde ontgronding is daarmee in overeenstemming met het bestemmingsplan. Ad 2. Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's deelt ons bij brief van 12 juli 2010, kenmerk ln mee dat de betreffende ontgrondingsaanvraag op 20 mei 2010 mondeling is besproken met de heer H. Hidding, technisch medewerker ontgrondingen. Het waterschap heeft geen bezwaren tegen de aanvraag. Wel verzoekt het waterschap in de vergunning expliciet op te nemen dat bij de ontgronding geen werkzaamheden aan een eventueel onderhoudspad van het waterschap plaatsvinden zonder overleg met het waterschap.

2 2 Ad 3. Het Drents Plateau deelt ons bij brief van 7 juni 2010, kenmerk DPArch/10-U-371, mee dat zij het niet zinvol acht om archeologisch onderzoek te laten uitvoeren. De locatie bevindt zich in een zone met een lage archeologische verwachting op de IKAW en er zijn geen bekende archeologische vindplaatsen in de directe nabijheid. Wel verzoekt het Drents Plateau ons in de ontgrondingsvergunning als voorwaarde op te nemen dat eventuele archeologische sporen en/of vondsten die tijdens de uitvoering van de werkzaamheden worden gedaan, terstond gemeld dienen te worden bij de provinciaal archeoloog van Drenthe (de heer W.A.B. van der Sanden, telefoonnummer (0592) ). Ons commentaar daarop Ad 1. De reactie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen spreekt voor zich en behoeft geen nader commentaar. Ad.2. ln voorschrift 4.9 ís opgenomen, dat voor werkzaamheden binnen een strook van 5 m vanaf de ínsteek van een waterschapssloot ontheffing van de keur dient te worden gevraagd bij waterschap Hunze en Aa's te Veendam. Ad 3. ln voorschrift A.10. is opgenomen, dat bij archeologische vondsten in of onder het veen onmiddellijk de heer W,A.B. van der Sanden, provinciaal archeoloog van Drenthe, gewaarschuwd dient te worden (telefoonnummer (0592) ). Afweging en conclusie Met de voorgenomen ontgronding wordt het bewerkstelligen van een vervening beoogd. De ontgraving is 3,99 ha groot. Totaal zal er conform de aanvraag ter plaatse circa mt bodemmateriaal worden ven erkt en/of afgevoerd. Wij kunnen instemmen met de voorgenomen ontgrondingswerkzaamheden, indien daarbij de algemene en bijzondere voorschriften die aan het besluit zijn verbonden, in acht worden genomen. Beslissins Gedeputeerde staten van Drenthe; Gelet op de bepalingen van de Ontgrondingenwet en op hoofdstuk I (Ontgrondingen)van de Provinciale omgevingsverordening Drenthe (POV); BESLUITEN Artikel I Aan Gerard Scholte grondverzet en cultuurtechnische werken te Emmer-Compascuum, vergunning te verlenen tot 1 april 2016 voor het ontgronden van het terrein kadastraal bekend gemeente Emmen, sectie AD, nummers 339 en 340, plaatselijk bekend als Limietweg te Barger-Compascuum, zoals op de bij dit besluit behorende gewaarmerkte kaart is aangegeven.

3 3 Artikel 2 Aan deze vergunning de volgende voorschriften te verbinden. A. Bijzondere voorschriften 4.1. Alle bij deze vergunning voorgeschreven en krachtens deze vergunning uit te voeren werken en werkzaamheden dienen te zijn voltooid vóór de in artikel 1 genoemde termijn. De afwerking van het verveende terrein dient plaats te vinden binnen zes maanden na de ontgronding, overeenkomstig de daaromtrent gestelde voorschriften. A.2. Ter verzekering van de betaling van de kosten van uitvoering en onderhoud van de bij deze vergunning voorgeschreven of krachtens deze vergunning uit te voeren werken en werkzaamheden, dient de vergunninghouder ten minste zeven dagen vóór de aanvang daarvan een waarborg te verschaffen in de vorm van een bankgarantie of anderszins tot genoegen van gedeputeerde staten tot een bedrag van 5.000,-. Het bedrag van de zekerheid moet telkens wanneer daarop verhaal heeft plaatsgehad, op eerste aanzegging tot het oorspronkelijke bedrag worden aangevuld De vergunninghouder dient tijdens de duur van de ontgronding het ontgrondingsterrein [n ordelijke toestand te houden en draagt er zorg voor dat op het ontgrondingsterrein geen afval wordt gestort. 4.4 Na vervening dient op het terrein overal tenminste 0,50 m bolsterveen of 0,60 m ander veen, op de zandondergrond aanwezig te zijn. 4.5 Na beëindiging van de werkzaamheden mag op het terrein overal ten hoogste 'l,0 m veen op de zandondergrond zijn achtergebleven, tenzij de voorgeschreven maaiveldhoogte overschrijding van deze dikte noodzakelijk maakt. A.6. Het toekomstige maaiveld dient na beëindiging van de verveningswerkzaamheden te worden afgewerkt als een nagenoeg plat en horizontaal vlak dat niet lager mag liggen dan NAP + 16,80 m, na bezakking 4.7 De aansluiting van het in voorschrift A.6. genoemde toekomstige maaiveld op het aangrenzende maaiveld van de niet ontgronde gedeelten van de in artikel 1 genoemde percelen dient te worden afgewerkt onder een helling van 1 : 25 of flauwer Na ontgronding moet het oppervlak weer in cultuur worden gebracht door het uitvoeren van een mengende grondbewerking. De resulterende teelaarde dient te bestaan uit humeus zand Voor zover de werkzaamheden plaats vinden binnen een afstand van 5 m tot de insteek van een waterschapssloot, dient hiervoor een ontheffing van de keur te worden aangevraagd bij het waterschap Hunze en Aa's te Veendam. A.10. Bíj archeologische vondsten in of onder het veen dient onmiddellijk de heer W.A.B. van der Sanden, provinciaal archeoloog van Drenthe, gewaarschuwd te worden (telefoonnummer (0592) ).

4 4 B. Algemene voorschriften 8.1. Een exemplaar van de vergunning behoort op het werk aanwezig te zijn. Eén week voorafgaand aan de ontgrondingswerkzaamheden dient de start schrifteliik aan de afdeling Sociaal-Economische Ontwikkeling te worden gemeld De vergunninghouder is verplicht alle werken en werþaamheden uit te voeren en tijdens de uitvoering te onderhouden overeenkomstig de voorschriften van deze vergunning met inachtneming van aanwijzingen te geven door of namens de manager van de afdeling Sociaal- Economische Ontwikkeling van de provincie Drenthe lndien de vergunninghouder geen eigenaar is van het ontgrondingsterrein, dient hij uiterlijk binnen een maand na het onherroepelijk worden van de vergunning, doch in ieder geval voor de aanvang van de werken en werkzaamheden een verklaring van de eigenaar te overleggen, waarin deze zich verbindt de vergunninghouder toe te staan al de werken en werkzaamheden uit te voeren tot de aanleg en uitvoering waarvan deze ingevolge de voorschriften van de vergunning is verplicht. Uit deze verklaring dient voorts te blijken dat de eigenaar zich verbindt om bij vervreemding van het ontgrondingsterrein in de overeenkomst tot vervreemding een overeenkomstig beding op te nemen. lndien tijdens de duur van de vergunning de eigenaar zijn verklaring intrekt dan wel de eigendom van het ontgrondingsterrein wordt overgedragen, dient de vergunninghouder gedeputeerde staten daarvan zo spoedig mogelijk in kennis te stellen. Ingeval reeds met de werken en werkzaamheden een aanvang is gemaakt, is h'rj verplicht het ontgrondingsterrein binnen een door gedeputeerde staten te stellen termijn in een door hen te bepalen toestand te brengen. Deze verplichting vervalt zodra gedeputeerde staten een nieuwe eigenaarsverklaring hebben ontvangen. 8.4 Voor het van provinciewege verrichten van controlemetingen moet de vergunninghouder de nodige hulp verlenen voor het naar het ontgrondingsterrein overbrengen van peilen, het doen van waterpassingen en oogmetingen, het verrichten van peilingen, het aanbrengen van hoogtemerken en dergelijke werkzaamheden. De vergunninghouder stelt het nodige materiaal voor het aanbrengen van hoogtemerken en het nodige materieel voor het verrichten van peilingen besch ikbaar. 8.5 De vergunninghouder is verplicht de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen, teneinde te voorkomen dat de provincie Drenthe dan wel derden ten gevolge van het gebruik van de vergunning schade lijden. 8.6 lndien de werken en werkzaamheden op de in de bijzondere voorschriften genoemde datum nog niet zijn voltooid, dient de vergunninghouder het ontgrondingsterrein binnen een door gedeputeerde staten te stellen termijn in een door hen te bepalen toestand te brengen. 81, lndien de vergunninghouder het voornemen heeft van de vergunning geen gebruik te maken, dan wel de reeds aangevangen werken en werkzaamheden niet of niet geheel te voltooien, dient hij gedeputeerde staten daarvan zo spoedig mogelijk kennis te geven. ln een dergelijk geval is hij verplicht het ontgrondingsterrein, voorzover daarop reeds werken en werkzaamheden zijn uitgevoerd, binnen een door gedeputeerde staten te stellen termiin in een door hen te bepalen toestand te brengen.

5 ln gevat van overlijden van de vergunnínghouder zijn zijn rechtsopvolgers verplícht blnnen een maand gedeputeerde staten hiervan in kennis te stellen' Zij kunnen, indien gedeputeerde staten daarmee instemmen, voorlopig gebruik blijven maken van de vergunning en dienen binnen een door gedeputeerde staten te bepalen termijn mee te delen op wiens naam de vergunning naar hun mening dient te worden gesteld. Artikel 3 Een afschríft van dit besluit te zenden aan: - Gerard Scholte grondverzet en cultuurtechnische werken, Oosterdiep O228, 7881 CT Emmer-Compascuum - de heer J.H. Hoesen, Oosterdiep Westzijde 161, 7881 GT Emmer-Compascuum - het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen, Postbus , 7800 RA Emmen - het Drents Plateau, ter attentie van mevrouw A. Mars, provinciaal archeoloog, Postbus 117, 9400 AC Assen - het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's, Postbus 195, 9640 AD Veendam - de heer H. Hidding, de heer C. Schaafsma, de heer J. Venema en mevrouw A.T.G. Jonker, team Stedelijke Ontwikkeling en Juridische Kwaliteit, afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling van de provincie Drenthe - de heer B. Darwinkel en de heer E. Gosselink, team handhaving omgevíng van de afdeling Sociaal-Economische Ontwikkeling van de provincie Drenthe Gedeputeerde staten voornoemd, namens deze, ' /,'' B.F. Potjer, manager Ruimtelijke Ontwikkeling a.i. Bijlage(n): ab/coll.

6 N I I o o_ ã ñ tr 3 õ' (o o 339 ONTGRONDINGSTERREIN, hoogte na ontgronding en afwerking NAP +16,80 m