CONCEPT NOTULEN. Tevens aanwezig: P. van den Berg, C. van der Kamp, H.G.M. Keijzer, wethouders

Transcriptie

1 NOTULEN van het verhandelde in de extra openbare vergadering van de raad van de gemeente Midden-Delfland, gehouden op donderdag 22 juni 2006, uur. Voorzitter Griffier Aanwezig : A.J. Rodenburg, burgemeester : A. de Vos : G.J.P.J. van Dooremaal, M. van der Eijk, C.J.G. van Gageldonk, mevrouw A.M.J. de Goede-van Tiel, mevrouw E. de Jong-Hoogendoorn, mevrouw L.J. van der Kieft, H.A. van der Kooij, B.G. Linsen, A.J. Plooij, R.H.P. Ringeling, E.N.H. Roeling, mevrouw A. Schouten-van Doorn, mevrouw E.C. Snethlage-Barnard, J.P. van Staalduinen, C.W. Vooijs, mevrouw C.L.M. Zwaartman, raadsleden Tevens aanwezig: P. van den Berg, C. van der Kamp, H.G.M. Keijzer, wethouders Afwezig : J. van Dam 1. OPENING De VOORZITTER: Ik open de vergadering en spreek het ambtsgebed uit. Na het ambtsgebed gedenken wij met een moment van stilte het overlijden van de heer Van Geest. De heer Van Geest is jarenlang raadslid geweest van de gemeente Schipluiden. Hij is tot het laatste moment betrokken geweest bij de politiek. Velen onder ons hebben een nauw contact met hem onderhouden. Zij hebben hem gekend als een zeer sociaal betrokken raadslid. Hij droeg het hart op de goede plaats. Wij wensen zijn familie veel sterkte bij het dragen van dit verlies. 2. SPREEKRECHT VOOR BELANGSTELLENDEN Mevrouw JOSÉ CHUNG (Inspreekster namens de Midden-Delfland Vereniging): Mijnheer de Voorzitter. Allereerst wil ik mijn vreugde uitspreken dat ons democratische bestel mij in de gelegenheid stelt in te spreken over het vanavond voorliggende convenant IODS. Namens de Midden- Delfland Vereniging zit ik in de klankbordgroep IODS. Deze klankbordgroep adviseert de adviescommissie van het IODS gevraagd en ongevraagd over de door de adviescommissie uit te brengen adviezen aan de minister. Het verheugt ons bijzonder te horen dat het is gelukt 100 miljoen extra bijeen te lobbyen, waardoor de inpasbaarheid van de A4 conform overeengekomen kwaliteitsnormen weer een flinke stap dichterbij is gekomen. Onze complimenten ook aan de verantwoordelijke wethouder die voorzover wij hebben begrepen hieraan een flinke steen heeft bijgedragen. Het convenant doorlezend komen we toch nog een drietal adders onder en boven het gras tegen. Wij vragen daarvoor uw aandacht. Het betreft het budget, de geluids- en de luchtkwaliteit. Het nu beschikbare budget wordt nog steeds voorgesteld als een taakstellend budget. Uitgangspunt dient nog steeds te zijn dat de gestelde eisen leidend zijn en dat de hoogte van het budget dus hieruit volgt. Of het budget voldoende is, is daarom nog niet zeker. Er zullen aanvullende budgetten beschikbaar moeten worden gesteld als blijkt dat het huidige bedrag niet voldoende is. Voldoen aan de overeengekomen kwaliteitseisen is immers steeds het uitgangspunt geweest van het IODS. Wat betreft het geluid, constateren wij dat de grenzen van de geluidsbelasting onaanvaardbaar ver zijn opgerekt in het convenant; van 40 db(a) op 250 m vanaf de weg ineens naar 500 m. Dat betekent dat over de bedoelde lengte van de weg een baan van twee keer 500 m, dus van een kilometer breed ligt die niet voldoet aan de norm voor een stiltegebied. Een kilometer is voor het Midden- Delflandgebied wel heel erg veel. Dat kan toch nooit de bedoeling zijn. Wat betreft de eisen van de luchtkwaliteit: deze moeten voldoen aan de wettelijke eisen. Voor de aanleg van de weg zal aantoonbaar moeten zijn dat de wettelijke norm kan worden gerealiseerd. De raad zal het met ons eens zijn dat de afgelopen maandag aan de klankbordgroep beschreven maat- 1

2 regelen om dit voor elkaar te krijgen onrealistisch en niet overtuigend zijn. Gedeputeerde Martin Huls hield ons afgelopen maandag het volgende voor. - In 2020 is de uitstoot van auto's gereduceerd tot 0% omdat we dan allemaal in hybride auto's zullen rijden. - De schepen aan de wal in de Rotterdamse haven zorgen voor veel luchtverontreiniging omdat ze hun machines laten draaien om de benodigde stroom aan boord te blijven opwekken. Binnenkort wordt dit verboden en moeten ze hun stroom van het elektriciteitsnet aan de wal betrekken. - Ook de industrie in Rijnmond vervuilt de lucht en ook hieraan zal een eind worden gemaakt door aanvullende vergunningen. Met betrekking tot dit laatste wijzen wij op de enorme investeringen die hiervoor nodig zijn en de moeizame weg die hiervoor moet worden bewandeld. Wij vinden dan ook dat deze overweging niet kan worden opgevoerd als een overtuigend argument voor de stelling dat de luchtverontreiniging op het wettelijk toegestane niveau zal worden gebracht. Mochten de genoemde argumenten wezenlijk meewegen, dan vraag ik de raad met klem de gemeente Rotterdam eerst te laten tekenen voor de garantie dat de gemeente dit tijdig zal regelen. Ik besef dat het moment van inspreken ongelukkig is. In de raadsvergadering hebben de politieke partijen hun standpunten meestal al bepaald. Dat ik nu inspreek heeft echter alles te maken met de wijze van communiceren door VWS. Pas afgelopen maandagavond vernamen wij als klankbordgroep dat deze week alle gemeenten in de regio een extra raadsvergadering moesten beleggen om dit convenant te ondertekenen. Helaas is het niet de eerste keer dat wij als betrokkenen niet de gelegenheid krijgen ons op een ordentelijke manier uit te spreken over voorgenomen stappen. Ook deze keer zijn we overvallen door de snelheid van handelen. We realiseren ons dat alle partijen momenteel behoorlijk onder druk worden gezet door VWS en het ministerie. Dat betreuren wij omdat dit ons inziens een zorgvuldige besluitvorming in de weg staat. Refererend aan de belangrijke taak van de gemeente Midden-Delfland, vraag ik de raad daarom met klem het convenant kritisch te bekijken en het vanavond nog niet te ondertekenen. Let wel, we vragen de raad niet het convenant niet te ondertekenen. We zijn dichtbij een aanvaardbare inpassing van de weg. Er zullen echter in ieder geval betere garanties moeten worden geëist omtrent de afgesproken kwaliteitseisen in het IODS. Wij wijzen in dit verband ook op het volgende. - De sideletter van de Milieufederatie moet onlosmakelijk worden verbonden met dit convenant. - De klankbordgroep heeft een brief verzonden aan de adviescommissie IODS. Hierin wordt dringend gewezen op het belang van het creëren van draagvlak, iets wat met deze handelwijze behoorlijk onder spanning komt te staan en geen goede afloop van het proces zal garanderen. - Er bestaat samenhang tussen de MER over de A4 en de MER over de mogelijkheden van verdubbeling van capaciteit van de A13, waarop de gemeente Delft wijst. 3. VASTSTELLEN VAN DE AGENDA De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 4. OVEREENKOMST IODS AANLEG RIJKSWEG A4 De VOORZITTER: Bij de start van de nieuwe gemeenteraad van Midden-Delfland in januari 2004 zei mijn ambtsvoorganger dat er belangrijke stappen waren gezet om te komen tot de aanleg van de A4. Ik heb hieraan nog even herinnerd bij de installatie van de huidige gemeenteraad, enkele maanden geleden. Vanavond zijn we bij elkaar om het morgen te ondertekenen A4-convenant kritisch-constructief te taxeren. Dit convenant is het resultaat van onderhandelingen op het scherp van de snede. Tot een minuut voor deze vergadering is nog gesproken over de nadere detaillering. Veel informatie over het convenant is al gegeven in commissieverband. Ik stel de raad voor zich vanavond vooral te richten op de hoofdzaken en op het belang van onze gemeente. De aanleg van de A4 en de hieraan verbonden kwaliteitsprojecten zouden een geweldige stimulans kunnen zijn voor onze gemeente. We dienen ons af te vragen of hetgeen voorligt een goed convenant is. Biedt het voldoende uitgangspunten om te komen tot verantwoorde beslissingen in de zeer nabije toekomst? 2

3 De heer VOOIJS: Mijnheer de Voorzitter. Tot het laatste moment is nog gesproken over de nadere detaillering. Misschien is het goed dat de wethouder ons informeert over het resultaat van deze laatste besprekingen Wethouder VAN DER KAMP: Mijnheer de Voorzitter. Dit finale overleg heeft betrekking op ondergeschikte tekstverbeteringen, met name waar het gaat over de tunnel. De wezenlijke onderdelen van het convenant staan niet meer ter discussie. Van feitelijke veranderingen met betrekking tot de weg of de budgetten is in dit stadium geen sprake meer. De heer LINSEN: Mijnheer de Voorzitter. Het convenant biedt een prima basis om de komende tijd op verder te gaan. Met alle kanttekeningen die bij het stuk kunnen worden geplaatst, mag worden geconstateerd dat aan alle betrokken partijen zoveel mogelijk recht wordt gedaan. Dit mag ook wel na dertig jaar discussie over de verlenging van de A4. Wij hebben het convenant opgevat als een raamwerk. Bij de uitvoering zal 'finetuning' plaatsvinden. Dan zullen ook de kanttekeningen aan de orde komen zoals deze naar voren zijn gebracht door de inspreekster. Op sommige punten is het convenant wel wat vrijblijvend. Wij hebben hiervoor echter begrip, gelet op het grote aantal partijen dat zijn handtekening moet zetten onder het stuk. Het ministerie, de provincie en de lokale overheden hebben de afgelopen tijd op de achtergrond, maar toch duidelijk hoorbaar hard gewerkt om dit convenant van de grond te krijgen. Onze fractie wil hiervoor haar waardering uiten. Dat geldt ook voor de inzet van onze eigen wethouder de heer Van der Kamp. Hij heeft voor onze gemeente een heel belangrijke rol gespeeld in de discussie. De realisatie van de verlenging van de A4 is uiteraard het meest cruciale en ook het duurste onderdeel van het convenant. Dit zal hopelijk ook een gedeeltelijke oplossing vormen voor het sluipverkeer binnen onze gemeente. Daarnaast echter bevat het convenant voor onze gemeente een aantal zeer aantrekkelijke zaken. Ik noem: - De opwaardering van het groenblauwe lint, waarvoor 15 miljoen beschikbaar komt. Hierop zal de heer Van der Kooij op persoonlijke titel nog nader ingaan. - Het bedrag van 35 miljoen voor de uitkoop van verspreid liggende glastuinbouw. - Het bedrag van 5 miljoen voor de recreatieve routestructuur. - Het bedrag van 20 miljoen voor het 'groen ondernemen' met hierin opgenomen het grondinstrument. Wat punt 4 betreft hebben wij wel een kritische kanttekening. Hier wordt een inspanningsverplichting geformuleerd. Wij vinden dit wat mager. We zouden hier wat hardere garanties willen hebben, vanuit de filosofie: samen uit, samen thuis. Ik heb echter zojuist begrepen dat dit niet meer mogelijk is. Bij artikel 4.7 hebben wij de volgende kanttekening. Het gaat hier om de mogelijke tolheffing op het stuk tussen Delft en Schiedam. Wij vragen ons af of dit wel een goede zaak is. Naar ons idee is de kans groot dat dit weer sluipverkeer oproept. Weggebruikers zullen immers op zoek gaan naar een route waarlangs ze de tol kunnen vermijden. Een alternatief zou wellicht kunnen zijn tolheffing alleen op te leggen aan het vrachtverkeer. Het vrachtverkeer wordt dan gedwongen gebruik te blijven maken van de A13. Samenvattend gaan wij akkoord met het convenant. Bij het stuk kunnen tal van kritische kanttekeningen worden gezet, maar ik denk dat het weinig zinvol is hierop in detail in te gaan. Wij vertrouwen erop dat de informatiestroom in stand zal worden gehouden bij de uitvoering van dit convenant. Na ondertekening dient zo spoedig mogelijk een begin te worden gemaakt met de uitvoering. De heer VAN GAGELDONK: Mijnheer de Voorzitter. Wij hebben grote waardering voor de inspanningen van het college om dit reeds langlopende traject tot een goed einde te brengen. Het college heeft er alles aan gedaan ons optimaal te informeren en ons in de gelegenheid te stellen, binnen de grenzen van het bestuurlijk proces, onze invloed te doen gelden. Daarnaast heb ik begrepen dat wethouder Van der Kamp de belangen van Midden-Delfland uitstekend heeft verdedigd. Dat andere overheden wat slordiger zijn omgesprongen met het proces zoals ook naar voren kwam uit de bijdrage van de inspreekster vinden wij jammer. Wij zouden het op prijs stellen als de wethouder onze teleurstelling hierover zou willen overbrengen aan de verantwoordelijken. Ik denk dat de verantwoordelijkheid in dit geval bij de minister van Verkeer en Waterstaat ligt. Zij dient zorg- 3

4 vuldiger om te gaan met mensen aan wie is gevraagd in het proces te participeren en die ook al heel lang hebben blijkgegeven van grote betrokkenheid. De maatregelen die hier nu liggen hebben we vergeleken met het IODS in zijn oorspronkelijke vorm. De vergelijking levert plussen en minnen op. Net als de andere fracties hebben wij een aantal opmerkingen. Wij verzoeken de wethouder het gevoelen van de raad naar voren te brengen wanneer het convenant wordt ondertekend. We maken een onderscheid tussen de weg zelf en de flankerende maatregelen. Wat betreft de weg zelf zijn wij van mening dat een heel eind tegemoet is gekomen aan de normen die in het IODS zijn gesteld. Dit vinden wij heel positief. We hebben wel enkele vragen. Deze hebben met name betrekking op milieuaspecten. Met betrekking tot het geluid zijn wij verrast door de bepaling in het convenant dat de geluidsnormen in feite zijn verdubbeld. De afstand is opgerekt van 250 m naar 500 m, terwijl het talud aan beide kanten van de weg even hoog blijft als in het IODS is afgesproken, namelijk 2,5 m. Wij vragen ons af hoe het mogelijk is dat men tot oprekking van de geluidsnormen is overgegaan. Wat betreft de luchtvervuiling is het de vraag of kan worden voldaan aan de wettelijke normen. De inspreekster heeft aangegeven dat zij hierover grote twijfels heeft. Ons is het volgende opgevallen. In de tekst van het convenant staat dat de extra kosten die als gevolg van maatregelen die in het kader van de luchtkwaliteit en de tunnelveiligheid moeten worden gemaakt voor rekening zijn van Verkeer en Waterstaat. Hier wordt niet gesproken over de kosten van maatregelen ter beperking van de geluidshinder. Waarom worden deze kosten hier niet genoemd? Wat gebeurt er als blijkt dat de normen niet worden gehaald? Wij menen dat ook deze kosten voor rekening moeten komen van Verkeer en Waterstaat. Dit heeft te maken met onze opvatting dat de eisen voorop dienen te staan en dat het budget hierop moet worden afgestemd. Naar ons gevoel is een omgekeerde benadering gevolgd en is het budget leidend geweest. In relatie tot dat budget hebben wij ook de volgende vraag. Wat gebeurt er als er overschrijdingen optreden? Komt dan alles opeens op losse schroeven te staan? Wordt dan wellicht afgezien van 'de leuke dingen voor de mensen'? De tekst van het convenant is hierover niet duidelijk. In het stuk is sprake van een inspanningsverplichting. Net als de CDA-fractie zijn wij van mening dat een tolweg niet de oplossing is die wij moeten nastreven. Als voor een tolweg wordt gekozen, weten wij volkomen zeker dat sluipverkeer de diverse kernen van onze gemeente zal blijven teisteren. Een voor onze gemeente belangrijk voordeel van de verlengde A4 is juist de vermindering van het sluipverkeer. Bij een tolweg komt dit voordeel te vervallen. Op pagina 14 is sprake van een bijdrage van het rijk aan de sanering van het verspreid liggende glas. Dit wordt gekoppeld aan het project 'Groen ondernemen'. Hoe moeten wij deze koppeling begrijpen? Afgaande op de tekst heeft een en ander niet zo veel met elkaar te maken. Op zichzelf is het een goede zaak dat er geld beschikbaar komt voor het opruimen van verspreid liggend glas. Ik wijs erop dat wij als gemeente hiermee zelf al zijn begonnen. Het onderwerp komt aan de orde tijdens de raadsvergadering van volgende week. De vraag die zich opdringt is of de op pagina 14 genoemde rijksbijdrage mag worden opgevat als een potentiële financieringsbron voor de sanering van het glas. Wij zijn nieuwsgierig naar de sideletter van de Milieufederatie. Wat houdt dit document precies in? De heer ROELING: Mijnheer de Voorzitter. Ons is in het convenant opgevallen dat er heel veel aandacht uitgaat naar verstedelijking en relatief weinig naar het Midden-Delflandgebied. Van de wethouder begreep ik zojuist dat over de tunnel zelfs nu nog discussie gaande is. Is het Midden- Delflandgebied nu als winnaar uit de onderhandelingen gekomen? Of verkeren we in een positie die het midden houdt tussen winnaar en verliezer? De informatie die het college aan de raad heeft gegeven is nogal summier. Gelet op het belang van het doortrekken van de A4, is het anderhalve A4'tje dat de raad van het college heeft ontvangen niet veel. Normaal gesproken zijn we content met een beknopte toelichting, maar nu hadden we toch wel iets meer verwacht. Ik had mij kunnen voorstellen dat het college ons een vergelijking had gepresenteerd tussen de uitgangspunten in het IODS en het resultaat dat nu in het convenant is neergelegd. Vooral met betrekking tot de kwaliteitsprojecten zou dit interessant zijn geweest. Gelukkig is de heer Van Gageldonk hierop ingegaan. Wat betreft de 100 ha natuur vragen wij ons af wie verantwoordelijk is voor het onderhoud. Hierop wordt in het stuk niet ingegaan. 4

5 Kijkend naar het convenant moeten we onderscheid maken tussen de weg en de kwaliteitsprojecten. Van het begin af aan hebben wij ons op het standpunt gesteld dat de aanleg van de weg het bestuursniveau van de gemeente te boven gaat. Het is niet de raad van Midden-Delfland die hierover beslist. Ik kan mij nog herinneren dat het PAK en het CDA de A4 in hun verkiezingsprogramma's hadden staan en daarbij precies aangaven hoe de A4 moest worden aangelegd. Nu hoor ik gelukkig dat ook CDA en OGP zich met name richten op de kwaliteitsprojecten. De overeenkomst biedt voor sommige gemeenten wel een ontsnappingsclausule en voor andere gemeenten niet. De gemeenten die een ontsnappingsclausule hebben bedongen, hebben dit slim uitonderhandeld. Ik begrijp dat een definitieve beslissing pas valt in In het gunstigste geval wordt de weg opengesteld in Wat betreft het sluipverkeer merk ik op dat we onlangs zijn begonnen met het project rond de pollers. Afgezien van enige burgerlijke ongehoorzaamheid, schijnen deze pollers redelijk goed te werken. In een recent vertrouwelijk overleg hebben wij erop aangedrongen met name het sluipverkeer in Maasland aan te pakken. Wij hebben er toen voor gepleit maatregelen ter bestrijding van het sluipverkeer te betrekken bij de overeenkomst rond de A4. Hierover zijn we echter in het nu voorliggende document niets tegengekomen. Wij betreuren dit. De vermindering van het sluipverkeer als gevolg van de ingebruikneming van de A4 zal zeker nog tot 2013 op zich laten wachten. De A4 zal ook niet aan al het sluipverkeer een eind maken. Mijn Partij vraagt zich af of het onderhandelingsresultaat dat nu voor ons ligt het hoogst haalbare is. Wij kunnen dit moeilijk beoordelen. Het lijkt ons dat de projecten waarvoor wij medeverantwoordelijk zijn voldoende perspectief bieden. Het uitgangspunt was: 'Niet horen, niet zien en niet ruiken'. Intussen is wel duidelijk geworden dat dit niet mogelijk is. Wat betreft het 'niet zien' kan het volgende worden opgemerkt. Typerend voor het uitzicht over een veenweidegebied is dat het oog niet stuit op obstakels; men ziet een breed, open vlak. De aanleg van de A4 brengt voor het Midden-Delflandgebied met zich mee dat aarden wallen worden opgeworpen. Onze vraag is of dit echt een optimale manier is om de A4 in te passen. In Schiedam en Vlaardingen wordt een tunnel aangelegd. Heeft men aan het Midden- Delflandgebied evenveel aandacht besteed als aan deze tunnel? De heer VAN GAGELDONK: Mijnheer de Voorzitter, bij interruptie. Ook het IODS gaat uit van aarden wallen van 2,5 m. De heer ROELING: Het voorbeeld van deze wallen maakt duidelijk dat een door het college opgestelde vergelijking tussen de IODS-uitgangspunten en het nu bereikte resultaat zeer wenselijk was geweest. Wij kennen de IODS-uitgangspunten niet uit ons hoofd. Op zichzelf hebben wij geen onoverkomelijk bezwaar tegen aarden wallen, maar wij willen weten of het optimale resultaat uit de onderhandelingen is gehaald. Wij kunnen dit moeilijk beoordelen. Uiteraard zijn we wel blij dat de A4 er komt en dat we nu weten op welke manier hij wordt aangelegd. Belangrijke vraag die nu nog openstaat is hoe de kwaliteitsprojecten verder worden ontwikkeld. Bij de vorige bespreking van dit onderwerp heb ik begrepen dat sommige projecten niet helemaal lopen zoals ze zouden moeten lopen. Misschien kan de wethouder hierop een toelichting geven. Als de wethouder met een bevredigend antwoord komt op de gestelde vragen, gaan wij akkoord met het verhaal zoals dat er nu ligt. De heer VAN STAALDUINEN: Mijnheer de Voorzitter. Het voorgestelde convenant roept bij mijn fractie gemengde gevoelens op. Ik stel voorop dat wij erg blij zijn dat de weg er mogelijkerwijs komt. In ieder geval zal het convenant worden getekend. Voor de aanleg is dus draagvlak. Als ik afga op mijn goede vriend het statenlid Ronald Waterman zal de weg er koste wat het kost moeten komen. Zover wil ik zelf niet gaan, maar voor het verkeer en de economie is het wel van zeer groot belang dat de weg wordt aangelegd. Niettemin zijn er enkele punten van zorg. Zo is de weg niet helemaal horizonneutraal. Daarbij moet worden toegegeven dat dit ook moeilijk is te realiseren. Maar het is bijvoorbeeld toch jammer dat alleen op Vlaardings grondgebied een tunnel wordt gerealiseerd en dat er niet ook een stukje van de tunnel bij ons is terechtgekomen. Ook met de geluidsoverlast wordt een loopje genomen. Maar wij werken nu eenmaal met consensus, democratie en poldermodel. Meer dan het nu bereikte resultaat was niet mogelijk, terwijl wij voor onze concessies toch ook wat leuke zaken terugkrijgen. 5

6 Dit brengt mij bij de kwaliteitsprojecten. Project 1, het groenblauwe lint, is aantrekkelijk en hiervoor is een flink bedrag beschikbaar. Een belangrijke vraag die zich hierbij wel voordoet is wat men precies verstaat onder 'natuur'. Wordt hiermee gedoeld op een cultuurlandschap? Of bedoelt men wildgroei, met als gevolg dat het boerenland wordt bezaaid met distels? Bij de projecten 2 en 4, gras voor glas en het grondinstrument, komt een hoop geld kijken. Wij willen het college op het hart drukken dat niet allemaal in een dag uit te geven. Laat het college voorzichtig opereren en ervoor waken te veel geld op tafel te leggen. Wat betreft project 3, de diverse recreatieve routes, hoop ik dat men zich niet beperkt tot de aanschaf van richtingwijzers, maar dat ook daadwerkelijk aan het wegdek wordt gewerkt. In algemene zin zijn wij optimistisch. We gaan akkoord met het voorstel. We hopen dat het college bij de uitvoering de vinger aan de pols houdt, bijvoorbeeld als het gaat om het onderzoek naar een mogelijke tolweg. De heer VAN DER KOOIJ: Mijnheer de Voorzitter. Het is een goede zaak dat er ten aanzien van de aanleg van de A4 nu spijkers met koppen worden geslagen. Eigenlijk had de A4 er al lang moeten liggen. De inpassing van het traject A4 Delft-Schiedam kan dan ook onze instemming hebben. Over de diverse kwaliteitsprojecten valt nog wel het een en ander te zeggen. De op- en aanmerkingen zijn op dit moment echter details ten opzichte van het totale convenant. Persoonlijk wil ik echter een uitzondering maken. Deze betreft de te realiseren natuur. Ten koste van de in Midden-Delfland aanwezige landbouw dient 100 ha nieuwe natuur en 250 ha zwaar agrarisch natuurbeheer te worden gerealiseerd: in totaal 350 ha. Door het natte karakter dat aan deze natuur dient te worden meegegeven kunnen deze gronden mijns inziens niet langer worden geëxploiteerd binnen het veehouderijbedrijf zoals we dat in Midden-Delfland kennen. Midden-Delfland kent nu in totaal nog ha gras. Een toekomstgericht bedrijf met een redelijke kans op continuïteit omvat circa 35 ha. Dit betekent dat de 350 ha natuur de opoffering vergt van ongeveer 10 van de 80 tot 90 agrarische bedrijven die Midden-Delfland nu nog kent. De indirecte, vaak niet meetbare, schade (de uitstraling door fouragerend gevogelte, eventueel bos etc.), kan afhankelijk van de realisatie nog eens een aantal malen deze oppervlakte beslaan. Ter vergelijking: voor de nog aan te leggen rijksweg zelf (inclusief bermen en dergelijke) is circa 50 ha nodig. Hoe kan het college dit project op het gebied van Midden-Delfland verantwoorden ten opzichte van de Gebiedsvisie en de inwoners, in het bijzonder de veehouderij? Wethouder VAN DER KAMP: Mijnheer de Voorzitter. Het college is heel blij met de brede steun van de raad voor dit convenant. Morgen wordt het een historische dag. Na een discussie die dertig tot veertig jaar heeft geduurd, wordt dan een heel belangrijke stap gezet op weg naar de realisering van de A4 door Midden-Delfland. Dit is geen eenvoudige opgave. Als heel de weg op maaiveld zou worden aangelegd, zou aan het gebied grote schade worden berokkend. Dat hebben we altijd willen voorkomen. Daarom is de raad in 2001 volmondig akkoord gegaan met het dossier 'Kansen benutten, impasse doorbreken', de Integrale Ontwikkeling tussen Delft en Schiedam, kortweg IODS genoemd, ofwel het plan Norder. Het plan Norder had een beperking. Het was een aanbieding aan de minister van Verkeer en Waterstaat. Deze heeft het weliswaar aangenomen maar er nooit een handtekening onder gezet. Als zodanig heeft het plan wel heel veel losgemaakt maar had het geen bestuurlijke inbedding. De afgelopen jaren zijn we dit steeds meer als knellend gaan ervaren en konden we een stap die dringend was gewenst niet zetten. Gelukkig heeft de huidige minister van Verkeer en Waterstaat haar nek uitgestoken en gezegd: ik wil komen tot een convenant met de regio waarbij we de impasse doorbreken en daadwerkelijk komen tot realisatie van de weg. Hierover is veelvuldig en soms hard onderhandeld, maar met een voor de gemeente Midden-Delfland heel goed resultaat. Ik denk dat het goed is in kort bestek de hoofdlijnen van de weg en van de kwaliteitsprojecten op een rij te zetten. Wat beoogde IODS? Mijn Partij heeft hiernaar uitdrukkelijk gevraagd. Zijn er veel verschillen met IODS? Ik constateer dat de voorliggende tekst hierop antwoord geeft: 'De in het convenant beschreven inpassing komt nagenoeg overeen met de eerder genoemde IODS-varianten'. IODS ging uit van een half verdiepte ligging vanaf de Zuidkade naar de Slinksloot en de Oostveenseweg. Deze half verdiepte ligging komt er dus ook. Een heel grote verbetering ten opzichte van IODS is de wijze waarop de Oostveenseweg en de Woudweg in Midden-Delfland worden ingepast. In IODS was voorzien dat deze twee wegen volledig zouden worden omgelegd naar de Zweth en gezamenlijk met 6

7 een ecoduct over de A4 zouden gaan om vervolgens weer te worden teruggelegd. Dat zou grote schade hebben toegebracht aan ons landschap. Het zou tevens de noodzaak hebben betekend van forse op- en afritten. In het convenant is afgesproken dat de wegen op hun oorspronkelijke plaats blijven liggen en op maximaal 1,5 m over de A4 heengaan. Dit is grote winst, want het betekent dat de zuidrand van Midden-Delfland volledig blijft gespaard op de locatie waar je de A4 het dichtst bij beleeft, namelijk vanaf de Oostveenseweg en de Woudweg. In het noordelijke deel zijn we ongeveer een kilometer van de A4 verwijderd. Op de route via Abtswoude en de Zouteveenseweg ervaar je de A4 per definitie minder als gevolg van de grote afstand. Tegen deze achtergrond zal het duidelijk zijn waarom we geen tunnel wilden. We hebben ervoor gekozen de A4 diep in de grond te stoppen; daarvan merk je nog veel minder dan van een tunnel. De tunnel in het stedelijk gebied ligt op maaiveld en is 6 tot 7 m hoog. Een dergelijke bult zou in het landschap van Midden-Delfland storend zijn. Zijn er minpunten ten opzichte van IODS? In de afweging tussen geluid en zicht hebben we het volgende overwogen. Een beperking tot 40 db(a) op 250 m van de weg zou nopen tot aarden wallen van 6 tot 7 m hoog. Alle betrokkenen zijn tot de conclusie gekomen dat het niet wijs zou zijn zulke hoge wallen op te werpen. De weg komt nu zo'n 2 m tot 2,2 m onder het maaiveld te liggen met een geluidwering op maximaal 2,5 m ten opzichte van het aanliggend maaiveld. Daarbij kan over de consequenties voor het geluid het volgende worden opgemerkt. Midden-Delfland is voor een groot deel stiltegebied. Daarvoor geldt de norm van 40 db(a). Voor natuurgebied geldt een norm van 47 db(a). Aan deze laatste norm wordt ruimschoots voldaan. Op 250 m van de weg zal het gemiddelde geluid tussen de 42 en de 44 db(a) liggen. Alle partijen menen dat dit is te verkiezen boven heel hoge wallen. Hierbij hebben we het volgende met de minister afgesproken. Als een aannemer met een innovatieve oplossing komt om het geluid nog verder te reduceren, dan zal hij bij de toewijzing van het werk mede hierop worden beoordeeld. Hopelijk zal dit leiden tot nog minder geluid. Dit is ook de kern van de sideletter van de Zuid-Hollandse Milieufederatie. Zij schrijft letterlijk dat zij 'het belangrijk vindt mee te werken aan een compromis dat deze garantie zo dicht mogelijk benadert en ondertekent daarom het IODS-convenant.' Vervolgens eist de milieufederatie dat men zijn uiterste best doet om alsnog zo dicht mogelijk bij de 40 db(a) te komen. Wat betreft de ecopassages denk ik dat een schitterende oplossing wordt gecreëerd en dat Midden- Delfland er goed zal uitzien. Dat de A4 het sluipverkeer zal doen afnemen, blijkt uit alle studies. De A4 volgens de IODSuitgangspunten is de enige variant waarin het sluipverkeer door Midden-Delfland daadwerkelijk vermindert. Dat geldt niet voor een A13 en dat geldt zeker niet voor een Oranjetunnel. Alleen de IODSvariant biedt een oplossing. Wat dit betreft genieten wij de volle winst. Ik vind het uniek dat de minister bereid is gebleken zo veel geld op tafel te leggen dat 'IODS' kan worden gerealiseerd. De vraag is gesteld of het budget dan wel de kwaliteit leidend is. Zoals ik het convenant lees heeft de minister uiteindelijk het geld bij het convenant gelegd. De uiteindelijke vraag is geweest: welk bedrag moeten wij op tafel leggen om de kwaliteit te kunnen betalen? Dat stemt mij tot tevredenheid. De kwaliteitsprojecten staan los van de 641 miljoen. Hierbij is per project gezocht naar dekking. Dit is bij sommige projecten beter geregeld dan bij andere. De CDA-fractie is in dit verband ingegaan op de pilot Groen Ondernemen, waarvoor 15 miljoen beschikbaar is gesteld. De fractie heeft gevraagd of dit nu goed is geregeld. Hier is sprake van een inspanningsverplichting van het rijk. Het LTO vindt dit onvoldoende en overweegt daarom het convenant niet te ondertekenen. Wat het LTO gaat doen, zal morgen blijken. Ook de minister beraadt zich nog op de mogelijkheid meer zekerheid te bieden dat de 15 miljoen daadwerkelijk op tafel komt. Het valt te hopen dat hier nog een slag wordt gemaakt want het zou niet goed zijn dat een partij niet overgaat tot ondertekening omdat zij het gevoel heeft dat het Groen Ondernemen niet goed aan bod is gekomen. Dit is het belangrijkste element waarover thans nog wordt gestoeid. We proberen dit te regelen. De heer VAN GAGELDONK: Mijnheer de Voorzitter, bij interruptie. Kennelijk is er dus nog wel degelijk onderhandelingsruimte. Wethouder VAN DER KAMP: Nee, er is geen onderhandelingsruimte meer, maar we proberen nog een allerlaatste stoot te geven om alle partijen te laten tekenen. Daarbij gaat het in dit geval niet om tekst maar om duidelijkheid over het geld. 7

8 De CDA-fractie heeft gelijk wanneer zij stelt dat het convenant kan worden opgevat als een raamwerk. De uitwerking moet nog volgen. Verschillende sprekers zijn ingegaan op de tolheffing. De Tweede Kamer heeft de minister de verplichting opgelegd om bij de aanleg van nieuwe wegen de mogelijkheid van tolheffing te betrekken. Ik wil hierover met alle plezier nog eens met de minister overleggen, maar zij zal er dan op wijzen dat zij niet onder de verplichting uit kan. Wel hebben we afgesproken dat we nog eens gaan praten over de effecten. Het kan niet zo zijn dat de te verwachten vermindering van het sluipverkeer als gevolg van de aanleg van de A4 door de tolheffing weer teniet wordt gedaan. Vandaar dat het convenant aangeeft dat hierover nog overleg volgt. We moeten ervoor zorgen dat dit op een goede manier zal worden geregeld. Het pleidooi van het CDA om zo snel mogelijk met de aanleg van de weg te beginnen, wil ik van harte ondersteunen want dan komen ook snel de gelden voor de kwaliteitsprojecten in beeld. Ik wijs wel op de inspraakprocedures die nog moeten worden doorlopen en op de wettelijke termijnen die van toepassing zijn rond zowel de MER als het tracébesluit. Met de bouw van de weg kan niet eerder worden begonnen dan in In 2012 of 2013 kan de weg in gebruik worden genomen. De heer Van Gageldonk heeft zijn waardering geuit voor de wijze waarop het college de raad heeft betrokken bij het soms wat chaotische proces rond de A4. Hij heeft ook teleurstelling laten blijken over de manier waarop Verkeer en Waterstaat is omgegaan met burgers en organisaties die bij het proces betrokken zijn. Ik wijs hem erop dat het de provincie is, en dus niet Verkeer en Waterstaat, die verantwoordelijk is voor de klankbordgroep en voor IODS. Daarbij heb ik de indruk dat de provincie de relevante informatie meestal goed heeft overgedragen. OGP heeft geïnformeerd naar het geluid. Ik heb zojuist aangegeven wat de opvatting is van de Zuid- Hollandse Milieufederatie. De afweging was moeilijk, maar de aanleg van heel hoge geluidswallen bood geen oplossing en deed geen recht aan IODS. De norm voor natuurgebieden lijkt mij heel stevig. Met deze norm kunnen wij uit de voeten. Daarbij komt dat de inspanningsverplichting is vastgelegd om zo dicht mogelijk bij de 40 db(a) te blijven. Met betrekking tot de discussie over de luchtkwaliteit merk ik op dat er in Midden-Delfland zelf zo goed als geen objecten in de straal van de weg liggen. Ik geloof dat er hooguit een of twee boerderijen op minder dan 500 m afstand van de weg liggen. Uit berekeningen blijkt dan ook dat zich in Midden-Delfland geen problemen met de luchtkwaliteit voordoen. Dit is wel het geval in het stedelijk gebied. Vandaar dat in Vlaardingen en Schiedam is gekozen voor de aanleg van een bak. Midden- Delfland voldoet ruimschoots aan de wettelijke norm. De heer VAN DOOREMAAL: Mijnheer de Voorzitter, bij interruptie. Met betrekking tot de door de wethouder genoemde 500 m wijs ik op de bebouwing langs de Oostveenseweg. Wethouder VAN DER KAMP: Ik heb met name over het noordelijke deel gesproken. Bij de Oostveenseweg en de Woudweg staat inderdaad bebouwing, maar daar ligt de weg 10 m beneden het maaiveld. De vraag is gesteld wat er gebeurt wanneer het budget dreigt te worden overschreden. Ons standpunt in de onderhandelingen is geweest dat we niet willen versoberen. De kwaliteit zoals neergelegd in het convenant is het uitgangspunt. Wij hebben gesteld dat we budget willen hebben om die kwaliteit te realiseren. Vandaar dat in het convenant staat: 'de essentiële condities mogen niet worden aangepast'. Daarbij wijs ik erop dat het bijvoeglijk naamwoord 'essentieel' morgen nog zal worden geschrapt, zodat er komt te staan dat de in het convenant genoemde condities niet mogen worden aangepast. Dit voorkomt discussies over de vraag welke condities wel en welke niet essentieel zijn. Wat gebeurt er nu als de financiële middelen tekortschieten? De afspraak is heel simpel. In dat geval gaan we met alle partijen om de tafel zitten om te bezien hoe we het probleem oplossen. Als er een financieel probleem ontstaat, zullen de financiers van het project het probleem moeten oplossen. Mijn Partij heeft gevraagd wie de kosten betaalt van het onderhoud van de 100 ha natuur. Natuurmonumenten wordt eigenaar van de grond en betaalt het onderhoud. De heer Van der Kooij is ingegaan op de 100 ha nieuwe natuur en de 250 ha zwaar agrarisch natuurbeheer. Ik wijs erop dat het zwaar agrarisch natuurbeheer gebeurt op basis van vrijwilligheid. Wat dit betreft is dan ook geen geld gereserveerd voor aankoop van gronden. Voor de 100 ha nieuwe natuur is wel geld gereserveerd voor aankoop en dit is voor een deel al geregeld. De heer Van der Kooij heeft gewezen op het natte karakter van het zwaar agrarisch natuurbeheer, waardoor deze gronden volgens 8

9 hem niet meer kunnen worden geëxploiteerd binnen de veehouderij. Zoals bekend ben ik voorzitter van de commissie tot realisatie van de 100 ha nieuwe natuur. Deze commissie streeft naar een zodanige inpassing dat ook LTO hierbij een goed gevoel krijgt. LTO heeft ook zitting in de commissie. Mijn Partij heeft gevraagd of het onderhandelingsresultaat optimaal kan worden genoemd. Mijn antwoord is bevestigend. Eenvoudig gezegd hebben we gewoon IODS gekregen. We hebben de minister tot de bereidheid kunnen brengen heel veel geld extra beschikbaar te stellen en te zorgen voor een goede inpassing. De heer Van Staalduinen heeft gevraagd wat men in het convenant precies bedoelt met 'natuur'. Ik denk dat we die discussie vanavond niet moeten aangaan. Er komt iets waarmee Midden-Delfland wordt verrijkt en dat past in de Gebiedsvisie. Ik hoop dat een discussie waarmee heel veel partijen het erg moeilijk hebben gehad nu tot een eind kan komen en dat we een weg krijgen die goed is ingepast. In de onderhandelingen waren we niet de grootste gemeente, maar ik meen dat we aan het eind van de rit met opgeheven hoofd kunnen constateren dat we wel een optimaal resultaat hebben behaald. De heer VAN GAGELDONK: Mijnheer de Voorzitter. Uit het betoog van de wethouder heb ik opgemaakt dat LTO nog over de streep moet worden getrokken. Ik leid hieruit af dat er ook op dit moment nog onderhandelingsruimte is. Dit doet de vraag rijzen waarom Midden-Delfland niet ook zou proberen hiervan gebruik te maken. Met betrekking tot de geluidswal merk ik op dat de hoogte hiervan overeenkomt met de hoogte zoals vastgelegd in het IODS. De wethouder heeft op de geluidsbelasting een toelichting gegeven. Uit deze toelichting heb ik opgemaakt dat de in het IODS opgenomen veronderstellingen over de geluidsbelasting op drijfzand waren gebaseerd. Misschien kan de wethouder hierop nog even ingaan. Als we ons afvragen wat de plussen en de minnen zijn in het convenant, kunnen we concluderen dat de meeste minnen in het flankerend beleid zijn te vinden. Hiervoor is minder geld beschikbaar dan aanvankelijk de bedoeling was. In de richting van de heer Van der Kooij wil ik zeggen dat wij zijn bezwaar begrijpen. Het punt is wel dat ook het creëren van nieuwe natuur onderdeel was van IODS. Dit is destijds zo afgesproken. Daarbij komt, zoals de wethouder zei, dat het zwaar agrarisch natuurbeheer op basis van vrijwilligheid geschiedt. Als het creëren van 100 ha nieuwe natuur zou betekenen dat daar een bos komt, dan zouden wij hiervan geen voorstander zijn. Bossen horen niet bij het openweidegebied. Als het een nat gebied zou worden, zou dit wel goed in de Gebiedsvisie passen die door de gemeenteraad is vastgesteld. Ik wijs erop dat in de Gebiedsvisie sprake is van een verbinding tussen de Ackerdijkse plassen en de Foppepolder. De heer VAN DER KOOIJ: Mijnheer de Voorzitter, bij interruptie. De heer Van Gageldonk wil toch dat over vijftig jaar nog steeds veehouders hun bedrijf uitoefenen in Midden- Delfland? Dan moeten zij wel de gelegenheid krijgen een boterham te verdienen. Als we de weg vervolgen die we nu inslaan, zullen zij daarin niet slagen. De heer VAN GAGELDONK: Zoals ik al zei: ik begrijp het probleem van de heer Van der Kooij. Hij heeft een punt, maar op dit moment kunnen we hiermee niet veel doen. Ik dring er nogmaals bij de wethouder op aan de opmerkingen die vanavond zijn gemaakt als kanttekening te plaatsen bij de ondertekening van het convenant. Als hij hiertoe bereid is, zal mijn fractie met het convenant instemmen. De heer ROELING: Mijnheer de Voorzitter. In de richting van de heer Van der Kooij zeg ik dat wij er zeker van zijn dat ook over een groot aantal jaren nog steeds veehouders in Midden-Delfland werkzaam zullen zijn. Hun voortbestaan is vooral hun eigen verantwoordelijkheid. De gemeente kan alleen maar faciliteren. De heer LINSEN: Ik wil hierbij het begrip faciliteren dik onderstrepen. De heer VAN DER KOOIJ: Het handhaven van de huidige situatie is voldoende. De heer ROELING: Met betrekking tot het IODS is opgemerkt dat de raad dit in 2001 unaniem heeft onderschreven. Mijn Partij is een nieuwe partij en heeft het IODS nooit onderschreven. Of 9

10 in de onderhandelingen het maximale resultaat is behaald, is in de discussie niet echt duidelijk geworden. Wij gaan ervan uit dat dit het geval is. We gaan er ook vanuit dat we zeer nadrukkelijk betrokken blijven bij de uitwerking. Tegen deze achtergrond gaan wij akkoord met het convenant. Wethouder VAN DER KAMP: Mijnheer de Voorzitter. Ik wijs erop dat het morgen twee keer feest wordt. Morgen wordt namelijk ook de akte gepasseerd van het plan van toedeling van heel de reconstructie. Met betrekking tot het convenant zijn we nog op een punt aan het stoeien. Daarbij gaat het erom de LTO een nog wat hardere garantie te geven. Voor het overige is er van onderhandelingsruimte geen sprake mee. Als we met nieuwe voorstellen zouden komen, zouden de vertegenwoordigers van alle betrokken partijen hiermee weer terug moeten gaan naar hun achterban. De opmerking dat hetgeen IODS op schrift heeft gesteld niet in alle opzichten haalbaar is gebleken, is juist. Het gevoelen van de raad zal ik morgen uiteraard overbrengen tijdens de bijeenkomst waarop het convenant wordt ondertekend. Het college zal in de komende jaren nog herhaaldelijk met dit dossier bij de raad terugkomen. Daarbij zal blijken dat zich positieve en negatieve ontwikkelingen voordoen. Tot slot wil ik benadrukken dat de nieuwe gedeputeerde de heer Huls zich er sinds zijn aantreden voluit voor heeft ingezet IODS mogelijk te maken en onder het convenant de handtekening van de minister te krijgen. Het wordt morgen een unieke en historische dag. Na morgen kunnen we eindelijk vanuit een bestuurlijke houding verder met dit proces. De VOORZITTER: We hebben vanavond een goede bespreking gehad over een onderwerp dat voor onze gemeente buitengewoon belangrijk is. De wethouder zal het gevoelen van de raad morgen overbrengen bij de ondertekening van het convenant. Ik concludeer dat de raad unaniem instemt met ondertekening door de gemeente Midden-Delfland. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel. 5. SLUITING De VOORZITTER: Ik sluit de vergadering. De vergadering is gesloten. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Midden-Delfland op 26 september 2006, de griffier, de voorzitter, A. de Vos A.J. Rodenburg 10