Vragenlijst Module cellen
|
|
- Leen de Coninck
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 De uitwerking van de vragen zet je in de verslagen van je practica! (LEES LAATSTE BLADZIJDE!) Cursief gedrukte blauwe vragen alleen voor bio-mensen!! Vragenlijst Module cellen 1. Noem drie verschillen tussen plantencellen en dierlijke cellen 2. Door welke celstructuur ontleent een plantencel zijn stevigheid? 3. Plantencellen bezitten chloroplasten. Wat is hun functie? 4. Zowel plantencellen als dierlijke cellen bezitten een duidelijk kern met een eigen kernmembraan. Bestaan er celtypen die een dergelijke duidelijk te onderscheiden kern niet hebben? 5. Leg in je eigen woorden uit wat chromosomen zijn. 6. Leg in je eigen woorden uit wat de functies zijn van de kern van de cel. 7. In het practicum heb je het verschijnsel plasmolyse gezien. Leg in enkele zinnen uit wat er in dat proces gebeurd. 8. Bij de celdeling vindt eerst een deling van de kern plaats. Is dat juist of onjuist? Hoe eventueel anders? 9. Bij de mitose ontstaan altijd twee dochtercellen. Deze zijn volledig identiek. Is dat juist of onjuist? Licht je antwoord kort toe. 10. De meiose-ii is vergelijkbaar met de mitose. Verklaar dit. 11. In het DNA van de cellen kunnen tijdens het leven van de cel veranderingen optreden als gevolg van straling of chemische stoffen. Hoe noemen we zo'n verandering? 12. Een zygote ontstaat als een eicel wordt bevrucht wordt door een zaadcel. Leg kort uit waarom dit proces van zygote-vorming niet leidt tot een verdubbeling van erfelijk materiaal. 13. Het menselijk DNA bestaat voor 98% uit coderende regio's. Is dit juist of onjuist? 14. Mendel heeft vier wetten gevormd; De uniformiteitswet: als je twee raszuivere individuen (die maar in één kenmerk verschillen) met elkaar kruist, dan zijn de F1-nakomelingen onderling identiek. De dominantiewet: Alle individuen uit de eerste generatie vertonen hetzelfde kenmerk als het kenmerk van één van beide ouders (P-generatie). De splitsingswet: bij onderlinge kruising van individuen uit de eerste uniforme generatie krijg je nakomelingen met verschillende genotypen. Daarbij komen de kenmerken in een vaste getalsverhouding tot uiting: 3:1 bij dominant-recessieve overerving en 1:2:1 bij partiële (of co-) dominantie. De onafhankelijkheidswet of reciprociteitswet: de verschillende kenmerken worden onafhankelijk van elkaar overgeërfd (indien ze op verschillende chromosomen liggen). (Bron: Wikipedia). Geef van al deze wetten een treffend voorbeeld. 15. Wat denk je? Als Mendel geweten had dat DNA bestond en al zijn 'factoren' in het DNA van de erwt terug te vinden zouden zijn, zouden zijn wetten dan anders zijn geweest?
2 Vragenlijst Module genclassic 1. Mendel kruiste ooit twee erwtenplanten met elkaar: De ene had gele (g) zaden, de andere groene (G) zaden. Hoe ziet de F1-generatie eruit? Beschrijf dit kort. 2. Een plant die homozygoot is voor zowel het kenmerk gele zaden als gerimpelde zaden, wordt genetisch voorgesteld door: A. ggrr B. GgRr C. Ggrr D. ggrr 3. Wat is het verschil tussen de begrippen fenotype en genotype? 4. Wat is er een oorzaak van dat een plant (of dier) genotypisch een kenmerk kan 'dragen' maar dit uiterlijk niet vertoond? 5. Verklaar de termen diploïd en haploïd. 6. Bij tomaten (en trouwens veel andere planten) komt tetraploïdie voor. Wat zou daarvan het effect kunnen zijn? 7. Leg in je eigen woorden uit wat er (globaal) gebeurd bij de 'crossing-over'. 8. Noem drie verschillen tussen een bacterie en een lichaamscel (bijvoorbeeld een levercel). 9. Zie onderstaand kruisingsschema waarin G en r niet gekoppelde autosomale kenmerken zijn. Neem het schema over en vul het in zodat duidelijk wordt wat de genotypen van de F1 en F2 zijn. P GGrr X ggrr gameten G en r F1 Gameten bij onderlinge kruising F1 F2 1
3 Vragenlijst Module Molgen1 1. Waar staan de letters DNA voor? 2. Wat is het verschil in structuur tussen DNA en RNA? 3. Wat is het verschil in functie tussen DNA en RNA? 4. Hoe zou een DNA-sliert van bijna 2 meter toch in elke menselijke lichaamscel kunnen passen? (Deze cellen zijn misschien 0,005 mm groot) 5. In het wereldberoemde artikel van Watson en Crick, staat deze zinsnede: Wat bedoelen de onderzoekers hier eigenlijk? 6. De replicatie van het DNA gaat vooraf aan de celdeling. Leg kort uit hoe de replicatie van het DNA in zijn werk gaat. 7. Wat is het verschil tussen transcriptie en translatie? 8. Beschrijf in je eigen woorden hoe het DNA voorschrijft hoe een eiwit eruit gaat zien? 9. Mutaties zijn veranderingen in het genoom. Wat bedoeld men hiermee? Noem drie soorten mutaties. Gebruik eventueel Google om deze vraag te beantwoorden. 10. Stel een enkele DNA-streng ziet eruit als 5'- AGCACACTGTAGTCAGTCAAATGT- 3' De aanduidingen 5 en 3 geven de oriëntatie weer. De andere complementaire streng loopt precies anders om. Neem de streng over en zet het complement er tegen aan zodat een dubbele DNA streng ontstaat. 11. De letters in het RNA zijn A, C, G en U. T komt niet voor. De code voor het stopcodon is UGA. Welk onderdeel in de cel moet 'reageren' op het 'langskomen' van dit stopcodon? 12. Een ribosoom (elke cel heeft er duizenden) is de plaats van de eiwitsynthese. Leg kort uit hoe dat gaat en noem daarbij de volgende termen: mrna, rrna, triplet, codon, peptide. 13. De vertaling van DNA in eiwitten gaat dus van DNA -> mna -> Eiwit (mbv trna). Een virus dat aan ééncellige binnendringt weet DNA in een bacterie te lozen. Dit DNA nestelt zich in het DNAvan de bacterie. Waarom gebeurd dat? 14. In onderstaande tabel is te zien welke aminozuren (bouwstenen van eiwitten) gemaakt worden aan de hand van de RNA-tripletten (drietallen)> Per drietal RNA-basen wordt één aminozuur geselecteerd en aan de groeiende eiwitketen geregen. Besef: RNA-polymerase oriënteert zich op de 5-oooooooooooooooooo -3 streng voor het begin en benut de tegenoverliggende streng 3-xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx-5 als matrijs! 2
4 a) Als het mrna er zo uitziet: AUG ACU UAC GGG AGC AGC UUA AUA GUG GUG UAA UAA over welke aminozuren gaat dit dan? Een eiwit start ALTIJD met AUG (en codeert ook voor Methionine) Besef: RNA-polymerase oriënteert zich op de 5-oooooooooooooooooo -3 streng voor het begin en benut de tegenoverliggende streng 3-xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx-5 als matrijs! b) Hoe zag het DNA eruit? Kies uit één van de vier en geef aan waarom. A 5- TAC TGA ATG CCC TCG TCG AAT TAT CAC CAC ATT ATT ATG ACT TAC GGG AGC AGC TTA ATA GTG GTG TAA TAA- 5 B 5- ATG ACT TAC GGG AGC AGC TTA ATA GTG GTG TAA TAA TAC TGA ATG CCC TCG TCG AAT TAT CAC CAC ATT ATT- 5 C D 5- TTA TTA CAC CAC TAT TAA GCT GCT CCC GTA AGT CAT-3 3- ATG ACT TAC GGG AGC AGC TTA ATA GTG GTG TAA TAA TTA TTA CAC CAC TAT TAA GCT GCT CCC GTA AGT CAT-3 3- ATT AAT GTG GTG ATA ATT CGA CGA GGG CAT TCA GTA -5 c) Wat is de aminozuursequentie van 5- TTA CAC CAC TAT TAA GCT GCG CCC GTA AGT CAT UUU-3 3- AAT GTG GTG ATA ATT CGA CGC GGG CAT TCA GTA AAA-5 d) Wat is er sowieso mis met de DNA-sequentie bij keuzemogelijkheid C? 15. Soms komen sequenties voor met een bepaald leesraam coderen voor een eiwit, maar als men het leesraam één positie opschuift, toch opnieuw een (ander) eiwit ontstaat. Probeer zo'n sequentie te maken met vier verschillende aminozuren 3
5 Vragenlijst Module Molgen2 1. In de moleculaire biologie maakt men gebruik van een techniek die bekend staat onder de naam PCR. Leg in enkele zinnen uit wat er daarbij gebeurd. 2. Waarom is het belangrijk om een techniek als PCR te hebben? Welk groot voordeel heeft deze techniek? 3. Wij hebben in het 'kiwi-practicum' DNA geïsoleerd uit de cellen van de kiwi. Wat was de rol van het afwasmiddel hierin? 4. Wat is de rol van primers? 5. In onze PCR-techniek maken we gebruik van een zogenaamd polymerase. Wat is dat? 6. Bij de techniek gel-electroforese worden DNA fragmenten gescheiden. Hoe gaat dat? 7. Als men bij mensen een DNA-verwantschaps test gaat doen, worden dikwijls 14 kenmerkende plekken in het DNA van bijvoorbeeld vader en zoon met elkaar vergeleken. Wat hoopt men dan in de gel te zien (ná electroforese)? 8. Veronderstel dat een plant een allel bevat voor de resistentie tegen een parasiet. Bovendien kent men het hele genoom van de plant en weten we ook waar het allel zich bevindt. Wat is er dan feitelijk bekend in dit geval? Zijn er zaken die daarmee nog niet helder zijn?. Schrijf in een paar zinnen op hoe je daarover denkt. (Dit is geen meningsvormende vraag). 9. De technieken die wij in onze lessen gebruikten kunnen onderdeel zijn van een programma waarbij planten vreemdsoortig DNA toegediend krijgen. Wat doet men dan eigenlijk? 10. Geef kort je mening weer omtrent het gebruik van genetisch gemodificeerde gewassen. 11. Wat is het verschil tussen transgeen en cisgeen? 12. Doordat het hele genoom van de mens bekend is, zijn alle loci en alle allelen ook bekend. (Waar of niet waar). Licht je antwoord toe. 13. Wat is een mogelijk gevaar van het bekend zijn van jouw genoom in een denkbare databank? 4
6 Vragenlijst Module Solanum De vragen uit de CoCo-les vervangen deze vragen! 1. Leg kort uit wat de levenscyclus is van de oömyceet phytophthora. 2. Op welke wijze beschermt een aardappelplant zich tegen indringers? 3. Wat houdt de resistentie in die de aardappelplanten kunnen hebben tegen deze waterschimmel? 4. Leg het begrip waterschimmel uit. 5. Wij kunnen zien of een plant wel of geen R1-gen heeft. Wat zegt die uitslag eigenlijk? Is dat afdoende? 6. Waarom is men voor de resistentiegenen weer naar Bolivia en Peru afgereisd? 7. Late Blight is de ziekte die de aardappeloogst van de Ieren in de 19e eeuw deed mislukken. Wat waren de gevolgen? 8. Als aardappelboer heb jij de keus: Of je investeert jaarlijks enkele duizenden euro's in bestrijdingsmiddelen, of je gaat cisgene rassen gebruiken. Schrijf een kort betoog welke keuze je maakt en waarom. 9. Welke ontwikkelingen zouden de mensen moeten doen om áf te komen van die enorme hoeveelheden bestrijdingsmiddelen? 10. Welke gewassen staan naast de aardappel ok hoog op de lijst van wereldvoedsel? De Coco-les Solanumbevat een 11-tal opdrachten die de leerling doen verplaatsen in de rol van teler van aardappels en die zich geconfronteerd ziet met Phytophtora. 5
7 Vragenlijst Module Dna1 1. Wat is de rol van de temperatuurswisselingen bij PCR? 2. Waarom zou het beste het DNA eerst gezuiverd moeten zijn? 3. Noem twee nadelen van verkeerd gekozen temperaturen bij de PCR-techniek 4. Waarom is van het polymerase zo onstellend weinig materiaal nodig? 5. Wat zou er bij het ontwerpen van primers mis kunnen gaan? 6. Bij het gebruik van de agarose gel wordt DNA gescheiden in fragmenten van verschillende lengte. Geef in je eigen woorden weer hoe die fragmenten ontstaan. 6. De PCR-reactie doorloopt de middelste stappen 40x. Aangenomen dat in stap 1 precies 1 DNA molecuul aanwezig was, hoeveel fragmenten hebben we na 40 stappen? 7. Wat is de rol van het (giftige) Ethidiumbromide? Waarom is dit een kankerverwekkende stof? 8. Zie deze gel. Leg uit wat er te zien is. 9. Stel je voor dat je profielwerkstuk (EWS) een biologisch/moleculair onderwerp zou bevatten. Bedenk een genetisch/moleculair onderwerp dat je zou kunnen uitwerken. Mogelijke sleutelwoorden: Resistentiegenen primers restrictie-enzymen PCR DNA polymerase RNA polymerase Gel-electroforese schimmels (bodem) 6
8 Wat lever je uiteindelijk in? 1. Eén totaal verslag met de uitwerking van korte en lange verslagen van de practica. (Zie overzicht in de leerlinghandleiding. 2. De antwoorden van de vragenlijst Waar je geen antwoord op wist, dien je dus uit te zoeken mbv de biologen in klas of mbv bronnen en Google. 3. Tekeningen zijn ingescand, Foto's toegevoegd. Het verslag is een WORD-document dat je tijdig aanlevert en opstuurt naar: TOTAAL bestaat je verslag uit 8 korte en 3 uitgebreide verslagen + de uitgebreide uitwerking van de 11 opdrachten uit de SOLANUM-opdracht. bevat je totaalverslag een kort nawoord waarin je terugblikt op deze periode lever je het geheel DIGITAAL in uiterlijk 3 febr 2014 om 12:00 uur. Elke hele dag te laat levert een punt aftrek op. Niets inleveren levert de score 1.0 op. telt het verslag mee als cijfer in het PTA van biologie/anw 7
HERKANSINGSTENTAMEN Moleculaire Biologie deel 2, 5 Jan 2007
HERKANSINGSTENTAMEN Moleculaire Biologie deel 2, 5 Jan 2007 NAAM: STUDENTNUMMER: CONTROLEER OF DIT TENTAMEN 14 PAGINA S BEVAT. Veel succes! o Je mag de achterkant van het papier ook zo nodig gebruiken,
Nadere informatieTentamen Genetica 22-10-2004 Studentnr:
CONTROLEER OF DIT TENTAMEN 11 PAGINA S BEVAT. Veel succes! Je mag de achterkant van het papier ook zo nodig gebruiken, maar beantwoord vragen 1-6 niet op blaadjes van vraag 7 en de daarop volgende. 1.
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum
Nadere informatieChristian Bijvoets, klas 11a. Periode Biologie DNAlabs Docent: Bart J. van Zweeden. Datum: 6 januari / 24 januari
Christian Bijvoets, klas 11a Periode Biologie DNAlabs Docent: Bart J. van Zweeden Datum: 6 januari / 24 januari Practicum 1 Over rode uien Handelingen: Ik zat in een team met Jente, en we begonnen met
Nadere informatieHetzelfde DNA in elke cel
EIWITSYNTHESE (H18) Hetzelfde DNA in elke cel 2 Structuur en functie van DNA (1) Genen bestaan uit DNA Genen worden gedragen door chromosomen Chromosomen bestaan uit DNAmoleculen samengepakt met eiwitten
Nadere informatieDNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008
DNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008 DNA 1. Hieronder zie je de schematische weergave van een dubbelstrengs DNA-keten. Een
Nadere informatieDoor recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA DNA bevat de erfelijke informatie van een organisme. Een gen(ook wel erffactor) is een stukje DNA dat de informatie bevat voor een erfelijke eigenschap(bvb
Nadere informatieANTWOORDEN HOOFDSTUK 6 VAN GEN TOT EIWIT
ANTWOORDEN HOOFDSTUK 6 VAN GEN TOT EIWIT ANTWOORDEN 6.5 /TM 6.8 Codering 1.een juiste aanvulling van het schema : nucleotiden in mrna juist nucleotiden in DNA juist 3 kant en 5 kant bij mrna en DNA juist
Nadere informatie6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou
Samenvatting door E. 1393 woorden 6 december 2016 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 4: Erfelijkheid 5-HTTPLR gen heeft invloed op de hoeveelheid geluk die je ervaart.
Nadere informatieBIOLOGIE MOLECULAIRE GENETICA EIWITSYNTHESE VWO KLASSE 6
BIOLOGIE MOLECULAIRE GENETICA EIWITSYNTHESE VWO KLASSE 6 Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai DOELSTELLINGEN:
Nadere informatie3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3.
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Veiligheidsvoorschriften 9 1.1 Genen en hun vererving 9 1.2 Genotype en fenotype 14 1.3 Erfelijke gebreken 18 1.4 Genfrequenties 25 1.5 Afsluiting 27 2 Fokmethoden 28 2.1
Nadere informatie8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica
Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari 2018 8,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica 2 Fenotype, genotype en epigenetica Erfelijke
Nadere informatie4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november keer beoordeeld
Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november 2005 4,4 5 keer beoordeeld Vak ANW Voorwoord Het leven, wat heeft er allemaal met het leven te maken. Het leven is erg ingewikkeld, een goede
Nadere informatieBiologie (jaartal onbekend)
Biologie (jaartal onbekend) 1) Bijgevoegde fotografische afbeelding geeft de elektronenmicroscopische opname van een organel (P) van een cel. Wat is de belangrijkste functie van dit organel? A. Het transporteren
Nadere informatieVoortplanting en celdeling
Voortplanting en celdeling Inleiding Kenmerkend voor de levende natuur is het streven om de soort in stand te houden. Voor de groene plant als groep komt daar nog bij het vastleggen en beschikbaar maken
Nadere informatieDNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life
DNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life De vragen die voorkomen in het COO-programma DNA & eiwitsynthese zijn op dit formulier weergegeven. Het is de bedoeling dat je,
Nadere informatiePeriode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA
Periode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA Lesstof PW9 Toets 9.1 Boek: Biologie voor het MLO (zesde druk) Hoofdstuk 5 Biomoleculen blz. 89 t/m 106 Hoofdstuk 11 Klassieke genetica blz. 224 t/m 227 Hoofdstuk
Nadere informatieDe volgende vragen testen je kennis van de meest voorkomende vaktermen in de klassieke genetica. Welk woord ontbreekt in de volgende zinnen?
Populatiegenetica Versie 2006-2007 Vragen bij COO Belangrijke begrippen De volgende vragen testen je kennis van de meest voorkomende vaktermen in de klassieke genetica. Welk woord ontbreekt in de volgende
Nadere informatieSTEMPEL DE WEG VAN GEN NAAR EIWIT
A LIFE TYPEFACE STEMPEL DE WEG VAN GEN NAAR EIWIT De eiwitsynthese is één van de belangrijkste processen die zich in de cel afspelen. Eiwitten staan aan de basis van het functioneren van de cel. Wat een
Nadere informatieJuli blauw Biologie Vraag 1
Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en
Nadere informatieJuli geel Biologie Vraag 1
Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatieDNA & eiwitsynthese (Junior College Utrecht) Vragen bij COO-programma
DNA & eiwitsynthese (Junior College Utrecht) Vragen bij COO-programma De vragen die voorkomen in het COO-programma DNA & eiwitsynthese zijn op dit formulier weergegeven. Het is de bedoeling dat je, als
Nadere informatieBegrippenlijst Biologie DNA
Begrippenlijst Biologie DNA Begrippenlijst door een scholier 1969 woorden 27 juni 2007 7,8 51 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Begrippen Allel: Elk van de genen van een genenpaar
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 3, DNA
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3, DNA Samenvatting door een scholier 1449 woorden 19 juni 2006 7 15 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar H3 DNA: het management van je cellen DNA-informatie wordt
Nadere informatieSamenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA.
Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou 4.1 Fenotype Genotype = waarneembare eigenschappen van een individu = de erfelijke informatie in het DNA Genotype + milieufactoren = fenotype Erfelijke
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni keer beoordeeld. Genetica
Samenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni 2004 6 78 keer beoordeeld Vak Biologie Genetica A. Inleiding Ouders en nakomelingen bezitten gelijke kenmerken, maar toch vertonen ze verschillen. Wat
Nadere informatieERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2
ERFELIJKHEID 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2 Afbeelding 17-1 Mensen uit elkaar houden vind je vast makkelijker. Toch hebben ook mensen veel meer overeenkomsten dan verschillen.
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4 Samenvatting door een scholier 1472 woorden 23 oktober 2007 6,5 24 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 3 - Genetica Homologe chromosomen
Nadere informatieVragen bij paragraaf 5.1 en 5.2
Vragen bij paragraaf 5.1 en 5.2 1. Geef van onderstaande begrippen een omschrijving. celdifferentiatie overgang van stamcellen in specifieke cellen (specialisatie) katalysator een stof die een bepaalde
Nadere informatieErfelijkheidsschema's deel 1.
Erfelijkheidsschema's deel 1. Theorie: o Elke cel bevat 2n chromosomen. n = aantal verschillende chromosomen. Bij mensen is n=23 en dus zitten in elke lichaamscel 23 paar (46) chromosomen. Eén deel kreeg
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatie94 Transcriptie en vorming van mrna bij prokaryoten en eukaryoten
94 Transcriptie en vorming van mrna bij prokaryoten en eukaryoten Transcriptie bij prokaryoten: Prokaryoten hebben geen celkern, waardoor het DNA los in het cytoplasma ligt. Hier vindt de transcriptie
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 4: DNA t/m paragraaf 6
Samenvatting Biologie Thema 4: DNA t/m paragraaf 6 Samenvatting door een scholier 1472 woorden 16 maart 2006 5,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie hoofdstuk 4 ~ DNA Basisstof
Nadere informatieBiologie 1997 Augustus
www. Biologie 1997 Augustus Vraag 1 In de onderstaande tekening is de elektronenmicroscopische afbeelding van een cel van een traanklier van een mens weergegeven. Het afgescheiden traanvocht bevat een
Nadere informatieAAbb of Aabb = normaal zicht aabb of aabb = retinitis pigmentosa AABB of AABb = retinitis pigmentosa
13. (MC) Retinitis pigmentosa is een erfelijke vorm van blindheid, die kan veroorzaakt worden door een recessief allel (a) op een locus alfa, of door een dominant allel (B) op een andere locus, bèta. Onderstaande
Nadere informatieMitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).
Samenvatting door M. 1493 woorden 28 februari 2014 5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Genotype en fenotype Veel eigenschappen zijne erfelijk. Je hebt deze eigenschappen geërfd van
Nadere informatieGENETICA EN EVOLUTIE. Pearson Basisboek biologie VWO Hoofdstuk 3 Linda Grotenbreg (MSc.)
GENETICA EN EVOLUTIE Pearson Basisboek biologie VWO Hoofdstuk 3 Linda Grotenbreg (MSc.) VAN DNA NAAR EIWIT GENETICA EN EVOLUTIE DNA Alle erfelijke informatie ligt opgeslagen in DNA in de vorm van genen.
Nadere informatieOplossingen Biologie van 2000
www. Oplossingen Biologie van 2000 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Vraag 1 Om deze vraag
Nadere informatieParagraaf Homologe chromosomen
Paragraaf Homologe chromosomen Opbouw: Lees de les op biologielessn.nl over homologe chromosomen goed door. Maak de onderstaande vragen van deze bladzijde. Reproductie vragen: 1. Wat zijn homologe chromosomen?
Nadere informatieAVL-nascholing NW02. KU Leuven
Toelichtingen en praktische didactische tips bij de leerplandoelstellingen genetica in het Leerplan D/2017/13.758/009 Aardrijkskunde/Natuurwetenschappen 3 graad kso/tso; sept 2017: Leerplan van het Secundair
Nadere informatieWelke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct?
Biologie Vraag 1 Welke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct? ribosoom en synthese van eiwitten kern en fotosynthese mitochondrion en fotosynthese ribosoom
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatie4 VWO thema 4 Genetica EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN
Examentrainer Vragen Erfelijke kaalheid De aanwezigheid of het geheel of gedeeltelijk ontbreken van hoofdhaar (kaalheid) berust op de allelen H n k (niet kaal) en H (kaal). In aanwezigheid van hoge concentraties
Nadere informatieComputer Ondersteund Onderwijs (COO).
Computer Ondersteund Onderwijs (COO). Over DNA en eiwit is er een computer praktikum. Bij dit COO leer je via een interactieve manier omgaan met de stof. Opstarten COO. Ga naar de site van het departement
Nadere informatieBegrippenlijst DNA adenine Eén van de nucelotidebasen die in DNA en RNA voorkomen. Adenine (A) vormt een basenpaar met thymine (T) in het DNA en met
Begrippenlijst DNA adenine Eén van de nucelotidebasen die in DNA en RNA voorkomen. Adenine (A) vormt een basenpaar met thymine (T) in het DNA en met uracil (U) in RNA. Adenine komt ook voor in AMP, ADP,
Nadere informatieHAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde
HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde plaats. Allelen coderen voor dezelfde eigenschap bijvoorbeeld
Nadere informatieBiotechnologie deel I
Biotechnologie deel I Hand-out bij de eerste oefen- en zelftoetsmodule van Biotechnologie & maatschappij behorende bij hoofdstuk 2,3, 4 en 5 van Introduction to Biotechnology, Thieman & Palladino, 3 e
Nadere informatie28 Testkruising testkruising = een kruising om te achterhalen of een organisme homozygoot of heterozygoot is. Voorbeeld van een testkruising om te bepalen of een organisme homozygoot of heterozygoot is
Nadere informatieT G7091. G1-fase en bevat A chromosomen en B DNA. M-fase en bevat 1 2 A chromosomen en 1 2 B DNA. S-fase en bevat A chromosomen en 1 2 B DNA
. Tijdens welke fase van de celcyclus gebeurt DNA-replicatie van het genoom? Hoeveel chromosomen en hoeveel DNA bevat een cel onmiddellijk na de mitose als je weet dat het aantal chromosomen van die cel
Nadere informatieGrootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland. Biologie. Trainingsmateriaal. De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.
Grootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland Biologie Trainingsmateriaal De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.nl Traininingsmateriaal Biologie Lyceo-trainingsdag 2015 Jij staat op het
Nadere informatieSamenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:
Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid Basisstof 1 Erfelijke eigenschappen: - Genotype: o genen liggen op de chromosomen in kernen van alle cellen o wordt bepaald op moment van de bevruchting - Fenotype: o
Nadere informatieHand-out bij de oefen- en zelftoets-module bij hoofdstuk 7 van 'The Molecular Biology of the Cell', Alberts et al.
Centraal Dogma Hand-out bij de oefen- en zelftoets-module bij hoofdstuk 7 van 'The Molecular Biology of the Cell', Alberts et al., 6e druk Mei 2016 Van DNA naar mrna Hier zie je een deel van de sequentie
Nadere informatieEen modificatie is een verandering in je fenotype, je geeft dit echter niet door aan volgende generaties het is dus geen genotype.
Samenvatting door A. 2698 woorden 16 mei 2013 7,8 1 keer beoordeeld Vak Biologie Samenvatting 3.1 De chromosomen bevatten de informatie voor de erfelijke eigenschappen, dit is vastgelegd in het DNA. De
Nadere informatie<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine.
Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Cytosine
Nadere informatie<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine.
Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine. Thymine
Nadere informatie2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voortplanten van genen 9 1.1 Genetica 9 1.2 Kruisingen 13 1.3 Crossing-over en mutatie 16 1.4 Erfelijkheid en praktijk 17 1.5 Inteelt en inteeltdepressie 21 1.6 Afsluiting
Nadere informatieBiologie 2000 Vraag 1 De plaats waar de chromatiden van een chromosoom tijdens de eerste fasen van een cel/kerndeling aan mekaar vastzitten noemt men: A. Centriool B. Centromeer C. Centrosoom D. Chromomeer
Nadere informatieToelatingsexamen arts geel Biologie Vraag 1
Biologie Vraag 1 De genen A en B liggen 14 centimorgan (cm) van elkaar. Een persoon die heterozygoot is voor deze twee genen, heeft ouders met Aabb en aabb als genotype. De verwachte frequenties van de
Nadere informatieToelatingsexamen arts blauw Biologie Vraag 1
Biologie Vraag 1 De genen A en B liggen 14 centimorgan (cm) van elkaar. Een persoon die heterozygoot is voor deze twee genen, heeft ouders met Aabb en aabb als genotype. De verwachte frequenties van de
Nadere informatieVerslag Biologie Drosophila Melanogaste
Verslag Biologie Drosophila Melanogaste Verslag door A. 1772 woorden 3 januari 2013 5,4 5 keer beoordeeld Vak Biologie Alles om ons heen leeft. We leven en planten ons voort. Bij die voortplanting worden
Nadere informatieGENOMISCH KOOKBOEK LEERLINGENHANDLEIDING
GENOMISCH KOOKBOEK LEERLINGENHANDLEIDING LEERLINGENHANDLEIDING GENOMISCH KOOKBOEK 1 HOOFDSTUK 1 DNA EN DE ROL VAN RNA BIJ TRANSCRIPTIE 1.1 Hieronder zie je een vak met daarin de begrippen DNA en RNA. Maak
Nadere informatieBasisstof 7 Genetische variatie
Afbeelding 33. RNA-interferentie.1 RNA bevat 2 complementaire sequenties die aan elkaar plakken, zodat er een haarspeld structuur ontstaat (1 van afbeelding 33). Het enzym Dicer knipt het dubbele RNA in
Nadere informatie9, Samenvatting door een scholier 1855 woorden 27 november keer beoordeeld. Hoofdstuk 2 Biologie bedrijven
Samenvatting door een scholier 1855 woorden 27 november 2009 9,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk 2 Biologie bedrijven 2.1 Het doel van natuurwetenschappelijk werk is: iets te weten
Nadere informatieExamen Voorbereiding Cellen
Examen Voorbereiding Cellen Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 2 Cellen Begrippenlijst: Begrip Organellen Plastiden Stamcellen Embryonale stamcellen Adulte stamcellen Endoplasmatisch reticulum
Nadere informatie2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington
2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington Erfelijkheid Erfelijk materiaal in de 46 chromosomen De mens heeft in de kern van elke lichaamscel 46 chromosomen: het gaat om 22 paar lichaamsbepalende chromosomen
Nadere informatie6,1. Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou
Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari 2011 6,1 46 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1: chromosomen Chromosomen: komen voor in een celkern bevindt zich de
Nadere informatieLevel 1. Vul het juiste woord in
Level 1 Vul het juiste woord in Keuze uit: Gen, Allel, Locus, Dominant, Recessief, Co-dominantie, Monohybride kruising, Dihybride kruising, Autosoom, Autosomale overerving, X-chromosomale overerving, Intermediair
Nadere informatie(~30 minuten; 20 punten)
TENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 04-11-2011 09:00 12:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen! Additioneel 1 STar vraag (alleen
Nadere informatieBasis erfelijkheid. K.V.K de Koperwiek 1 oktober 2013
Basis erfelijkheid K.V.K de Koperwiek oktober 0 Erfelijkheid Elk levend individu heeft evenveel meegekregen van zijn vader als van zijn moeder. Elk onderdeel vererft onafhankelijk van alle andere Kleur
Nadere informatiePraktische opdracht ANW Biochemie
Praktische opdracht ANW Biochemie Praktische-opdracht door een scholier 1682 woorden 24 juni 2005 3,4 8 keer beoordeeld Vak ANW De biochemie onderzoekt de samenstelling en samenwerking van chemische verbindingen,
Nadere informatieWerkstuk Biologie Erfelijkheid
Werkstuk Biologie Erfelijkheid Werkstuk door een scholier 1743 woorden 3 mei 2000 5,1 126 keer beoordeeld Vak Biologie Inleiding Informatie over het onderwerp: Het onderwerp is erfelijkheid. Er is weinig
Nadere informatieWelke combinaties tussen een celorganel en zijn functie zijn correct?
Biologie Vraag 1 Welke combinaties tussen een celorganel en zijn functie zijn correct? Lysosoom en vertering Mitochondrion en synthese van eiwitten Lysosoom en fotosynthese Mitochondrion en celademhaling
Nadere informatieSamenvatting Biologie B2
Samenvatting Biologie B2 Samenvatting door Jacco 2000 woorden 22 mei 2018 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1. Wat kun je doen met DNA DNA bevat eigenschappen over een organisme.
Nadere informatieOPEN VRAGEN. Genetica en Evolutie (5502GEEV9Y) Biologie en Biomedische Wetenschappen. Deeltoets 2
Genetica en Evolutie (5502GEEV9Y) Biologie en Biomedische Wetenschappen Deeltoets 2 OPEN VRAGEN Datum: donderdag 18 december 2014 Tijdstip: 13:00 uur tot 16:00 uur Naam Studentnummer 1 OPEN VRAGEN 35a
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 3 en 4
Samenvatting Biologie Thema 3 en 4 Samenvatting door een scholier 2927 woorden 4 april 2011 7,2 48 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie: Samenvatting hoofdstuk 3 Samenvatting
Nadere informatieWelke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk?
Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Microtubuli Microfilamenten Intermediaire filamenten Microvilli Biologie: vraag 1 Biologie Vraag 2
Nadere informatieWelke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk?
Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Microvilli Microtubuli Microfilamenten Intermediaire filamenten Biologie: vraag 1 Biologie Vraag 2
Nadere informatiegenen vachtkleur genotype fenotype BB, Bb, of Bb l zwarte vacht gen voor een donkere bb of bb l bruine vacht kleur (autosomaal) b l b l
X-chromosomale inactivatie Elke vrouw is een mozaïek, zegt Anton Grootegoed, hoogleraar aan het Erasmus MC te Rotterdam. Ze heeft groepjes cellen waarin het X-chromosoom dat van haar vader komt is uitgeschakeld,
Nadere informatie4.5. Boekverslag door N woorden 11 april keer beoordeeld. Biologie voor jou BS1
Boekverslag door N. 1802 woorden 11 april 2013 4.5 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou BS1 Pigment wordt veroorzaakt door enzymen, oftewel: eiwitten, bestaande uit een groot aantal
Nadere informatieHet proces waardoor bacteriën worden opgenomen door humane witte bloedcellen is een vorm van
Biologie Vraag 1 Het proces waardoor bacteriën worden opgenomen door humane witte bloedcellen is een vorm van endocytose. exocytose. excretie. secretie. Biologie: vraag 1 Biologie Vraag
Nadere informatie3. Eén gen kan vele allelen hebben. Hoeveel allelen van één gen heeft ieder individu?
Genetica Vragen bij hoofdstuk 13, 14 en 15 van 'Biology', Campbell, 7e druk Versie 2006 2007 Theorie 1. Hoe noemt men een plant die raszuiver is voor een bepaalde eigenschap? 2. Hoe noemt men planten met
Nadere informatieHet genotype van een individu staat in de chromosomen. Daar staat namelijk de erfelijke informatie in van alle eigenschappen die erfelijk zijn.
Opdracht door een scholier 1105 woorden 13 november 2004 5,9 55 keer beoordeeld Vak Biologie Basis erfelijkheidsleer Ik kan de bouw en functie van chromosomen beschrijven. In de kern van een cel komen
Nadere informatieHumane levenscyclus 1
Humane levenscyclus 1 Genexpressie 2 8 september 2011 Doel: Genexpressie (via welke stappen de informatie die in het DNA is opgeslagen gebruikt kan worden om eiwitten te vormen. Differentiële genexpressie
Nadere informatieGenetische Selectie. Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar. Sabine Spiltijns
Genetische Selectie Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar Sabine Spiltijns 2010-2011 0 We kunnen aan de hand van een genetische selectie ongeveer voorspellen hoe de puppy s van onze hondjes er gaan uitzien.
Nadere informatieBioinformatica tentamen D1 voor 2MNW op woensdag 30 maart 2005 van 9.30-12.30 uur in zaal Q105
Bioinformatica tentamen D1 voor 2MNW op woensdag 30 maart 2005 van 9.30-12.30 uur in zaal Q105 Naam: Studentnummer: NB: er zijn extra vellen achteraan bijgevoegd die je kunt gebruiken om antwoorden verder
Nadere informatieBiologie Vraag 1 <A> <B> <C> <D> Vraag 1. Dit zijn een aantal gegevens over een nucleïnezuur.
Biologie Vraag 1 Dit zijn een aantal gegevens over een nucleïnezuur. 1. Het is een enkelvoudige keten. 2. Het bevat als basen: G A C T. 3. Het varieert naargelang de soort cel binnen één organisme. 4.
Nadere informatie6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal
Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april 2006 6.7 33 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Erfelijkheidsmateriaal Het menselijk lichaam bestaat uit een veel organen, deze organen
Nadere informatieBIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE B HAVO. klok. www. bio. .nl
BIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE B HAVO www. bio klok.nl BIOKLOK MODULE B HAVO VERSTOORDE CHRONOTYPES INLEIDING Als het goed is, heb je een vragenlijst ingevuld om te testen of je een ochtendmens
Nadere informatiea. Geef de 1-lettercode van de aminozuren in het peptide in de corresponderende volgorde. (4P)
HERTENTAMEN Eindtoets BIOCHEMIE (8RA00) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 16-08-2013 09:00 12:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen! 1 Peptiden en eiwitten
Nadere informatieSamenvatting Biologie H7 erfelijkheid
Samenvatting Biologie H7 erfelijkheid Samenvatting door een scholier 1875 woorden 23 juni 2016 4,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Inhoud Paragraaf 1: Verschillen tussen mensen 2 Begrippen
Nadere informatieProteomics. Waarom DNA alleen niet genoeg is
Proteomics Waarom DNA alleen niet genoeg is Reinout Raijmakers Netherlands Proteomics Centre Universiteit Utrecht, Biomolecular Mass Spectrometry and Proteomics Group Van DNA naar organisme Eiwitten zijn
Nadere informatieExamen Voorbereiding DNA. Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016. 2016 JasperOut.nl. Thema 2 DNA
Examen Voorbereiding DNA Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 2 DNA Begrippenlijst: Begrip mtdna kerndna Plasmiden Genoom DNA-replicatie DNA-polymerase Eiwitsynthese RNA-molecuul Codon Genregulatie
Nadere informatieBIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.10.1
BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.10.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van
Nadere informatieErfelijkheid van de ziekte van Huntington
Erfelijkheid van de ziekte van Huntington In de kern van iedere cel van het menselijk lichaam is uniek erfelijk materiaal opgeslagen. Dit erfelijk materiaal wordt ook wel DNA (Desoxyribonucleïnezuur) genoemd.
Nadere informatieKeuzeopdracht Biologie Leertaken Hoofdstuk 5 en 7
Keuzeopdracht Biologie Leertaken Hoofdstuk 5 en 7 Keuzeopdracht door een scholier 1132 woorden 13 april 2004 5,1 32 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk 5 Leertaak B Bij veel zoogdieren
Nadere informatievwo eiwitsynthese 2010
vwo eiwitsynthese 2010 Aan- en uitzetten van genen Escherichia coli leeft in de dikke darm van onder andere de mens. Deze bacterie heeft vijf structurele genen die coderen voor enzymen die betrokken zijn
Nadere informatievan de cel Bioinformatica het probleem Inleiding Medisch Technische Wetenschappen Bioinformatica Deel 1 Celbiologie Elementaire celbiologie
Bioinformatica het probleem Inleiding Medisch Technische Wetenschappen Bioinformatica Deel 1 Michael Egmont-Petersen Watisdebetekenis [in brede zin] van het menselijk genome? Welke structuur hebben de
Nadere informatie