Eindconcept

Transcriptie

1 Eindconcept ONTWIKKEL- EN HUUROVEREENKOMST INZAKE DE VESTIGING VAN EEN OPVANGLOCATIE VOOR ASIELZOEKERS IN GEMEENTE DE FRYSKE MARREN OPVANGCENTRUM: Landlust, Balk ADRES: Wikelerdyk PLAATS: Balk CONTRACTNUMMER: PM COA ZAAKNUMMER GEMEENTE: Paraaf Gemeente: 1 Paraaf COA:

2 DE ONDERGETEKENDEN: 1. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Wet Centraal Orgaan opvang Asielzoekers van 19 mei 1994 (Stb. 1994, nr. 422), gevestigd en kantoorhoudende te Rijswijk aan de Sir Winston Churchilllaan 366a (Postbus 2280 ME Rijswijk), ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter van het bestuur, dr.mr. G.J.C.M. Bakker, hierna te noemen: het COA; en 2. de gemeente De Fryske Marren ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester A. Aalberts, handelend ter uitvoering van het collegebesluit d.d. PM, hierna te noemen: de gemeente; samen hierna te noemen: partijen in aanmerking nemende dat: a) de Gemeente en het COA op [PM DATUM]een bestuursovereenkomst sloten over de vestiging van een Opvangcentrum voor asielzoekers in Balk; b) partijen voor de fysieke ontwikkeling van de opvanglocatie, het beheer en de ontmanteling van de locatie een aantal afspraken wensen te maken in een separate Ontwikkelovereenkomst; c) partijen voor de huur van de ondergrond voor de opvanglocatie een aantal afspraken wensen te maken; d) deze overeenkomst voorziet in deze afspraken. verklaren te zijn overeengekomen: Artikel 1 Definities Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder: Bouwrijp maken: Het gefaseerd aanleggen of doen aanleggen van de voorzieningen en nutsvoorzieningen binnen het Plangebied, inclusief aansluiting op bestaande wegen, alsmede het aanleggen of doen aanleggen van de benodigde bovenwijkse voorzieningen. Woonrijp maken: Het gefaseerd in definitieve vorm afwerken van de openbare en algemene ruimte op het Opvangcentrum, voor zover nodig opnieuw nadat alle bebouwing is voltooid. Paraaf Gemeente: 2 Paraaf COA:

3 Opvangcentrum: een accommodatie waarin door of onder verantwoordelijkheid van het COA opvang wordt geboden aan vreemdelingen. Omgevingsvergunning: Vergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Bouwperiode: De periode vanaf het moment dat de eerste activiteiten die betrekking hebben op de bouw zijn aangevangen tot het moment dat het Opvangcentrum is opgeleverd en klaar is voor gebruik. Gebruiksperiode: De periode gerekend vanaf het moment van de komst van de eerste bewoner(s) tot het vertrek van de laatste bewoner(s). Ontmantelperiode: De periode gerekend vanaf het moment vanaf het vertrek van de laatste bewoner(s) tot de oplevering van het terrein aan de gemeente. Tijdens deze periode is er geen bewoning meer in het Opvangcentrum. Stedenbouwkundige schets: Schets als bedoeld in Bijlage A van de overeenkomst Inrichtingsplan: Maatvast plan voor de inrichting van het Opvangcentrum (technische tekening) Erfdienstbaarheidweg: Weg die ziet op het bereikbaar blijven van de agrarische percelen achter het plangebied. Plangebied: De percelen aan de Wikelerdijk te Balk, kadastraal bekend Gemeente Balk Sectie M nummers 4122 en 4123, ter grootte van m2 waarop het Opvangcentrum wordt gerealiseerd, alsmede het perceel kadastraal bekend Gemeente Balk nummer 4086 (ged.) ter grootte van ca. 110 m2 indien hierop een voetpad kan worden gerealiseerd, e.e.a. zoals weergegeven in Bijlage C en beschreven in de overeenkomst. Hoofdstuk I: Ontwikkeling van het Opvangcentrum Artikel 1 Verantwoordelijkheden partijen 1. Het COA draagt in overleg met de gemeente zorg voor een adequate inrichting, instandhouding en ontmanteling van het Opvangcentrum in overeenstemming met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, gemeentelijke verordeningen en vergunningen. 2. De gemeente bevordert het verlenen van de Omgevingsvergunning die nodig is voor het realiseren van de Opvanglocatie. Artikel 2 Perioden 1. De Bouwperiode kent een termijn van maximaal 4 maanden. Paraaf Gemeente: 3 Paraaf COA:

4 2. De Gebruiksperiode kent een termijn van maximaal 5 jaar en is niet verlengbaar. 3. De Ontmantelperiode kent een termijn van maximaal 4 maanden. 4. Onder opgaaf van reden door het COA kan de termijn als bedoeld in lid 3 van dit artikel met toestemming van het college van burgemeester er wethouders eenmalig met maximaal 3 maanden worden verlengd. Artikel 3 Inrichting 1. De Stedenbouwkundige schets (Bijlage A) is richtinggevend bij het opstellen van het Inrichtingsplan voor het opvangcentrum. 2. Het COA draagt er bij de aanbesteding van gebouwen zorg voor dat de toeleveranciers in staat zijn de gebouwen te leveren in gedekte c.q. natuurlijke kleuren, die passen in het landschap. 3. Het Inrichtingsplan wordt opgesteld door het COA en dient voordat het COA een aanvraag Omgevingsvergunning kan en zal indienen te worden geaccordeerd door de gemeente. 4. Het Inrichtingsplan vormt onderdeel van de door het COA in te dienen aanvraag Omgevingsvergunning. 5. Gemeente onderzoekt de mogelijkheid om voor eigen rekening een perceel grond te huren, direct aansluitend op de locatie, waarop, indien gemeente erin slaagt deze grond te huren, het COA vervolgens voor haar rekening de voetgangers ontsluiting zal situeren als onderdeel van het Opvangcentrum. Artikel 4 Techniek 1. Het plangebied wordt geheel voor rekening en risico van het COA ingericht, beheerd en ontmanteld. 2. Het COA houdt bij het Inrichtingsplan en opvolgende tekeningen rekening met de aanwezigheid van een persleiding van het Wetterskip en past deze in overeenstemming met de wensen van het Wetterskip Fryslân in binnen de plannen voor het Opvangcentrum. 3. Werkzaamheden die ingrijpen in of aan het openbaar gebied (inritten, aansluiting riolering e.d.) alsmede de uitvoering van de Erfdienstbaarheidsweg dienen te voldoen aan de gemeentelijke leidraad openbare ruimte, die door de gemeente aan het COA ter beschikking is gesteld. 4. De gemeente controleert en dient akkoord te geven op alle RAW-bestekstekeningen die als gevolg van het derde lid van dit artikel door het COA gemaakt dienen te worden. 5. Het COA draagt zorg voor een duidelijke planning van de werkzaamheden en overlegt deze telkens vooraf aan de gemeente, in het bijzonder de werkzaamheden die betrekking hebben op aanpassingen aan het openbaar gebied en de Erfdienstbaarheidsweg over het perceel, zodat de gemeente kwaliteitscontroles kan uitvoeren op de werken. 6. Het COA levert na gebruik en voor eigen rekening en risico het Plangebied op, in de staat waarin deze door de gemeente bij aanvang ter beschikking is gesteld conform Bijlage B. 7. In afwijking van lid 6 is COA bereid om op verzoek van de gemeente de nieuwe Erfdienstbaarheidsweg in stand te houden na afloop van de Ontmantelfase. Paraaf Gemeente: 4 Paraaf COA:

5 8. Het COA garandeert ongehinderde bedrijfsvoering van het naastgelegen rundveebedrijf met inachtneming van de rechten van de eigenaar van het bedrijf vanaf de datum van verlening van de omgevingsvergunning. 9. COA pleegt een maximale inspanning om de eigenaren van het naastgelegen rundveebedrijf te vrijwaren van feitelijke overlast als gevolg van de Opvanglocatie. 10. Gedurende de bouwperiode draagt het COA zorg voor een adequate bescherming van de bomen in en rond het Plangebied. 11. Het COA pleegt zelfstandig vooroverleg met de brandweer Fryslân over het plan. 12. Het COA past enkel schone materialen toe bij de uitvoering van de werken. Artikel 5 Verkeer 1. Afwikkeling van gemotoriseerd en langzaam verkeer vindt plaats via de Wikelerdyk en conform de Stedenbouwkundige schets (bijlage A). 2. Parkeren van fietsen en auto s vindt plaats binnen het Plangebied en dient qua maatvoering te voldoen aan de leidraad openbare ruimte van de gemeente. 3. Het aantal parkeerplaatsen in het Plangebied dient te voldoen aan de parkeerbehoefte van de Opvanglocatie. Artikel 6 Procedure 1. Het COA dient na goedkeuring van het Inrichtingsplan door de gemeente een aanvraag Omgevingsvergunning in die door het college van burgemeester en wethouders wordt beoordeeld. 2. Het COA zorgt voor een goede ruimtelijke onderbouwing bij de aanvraag Omgevingsvergunning, die wordt ondersteund door resultaten uit de door het COA uit te voeren of reeds uitgevoerde omgevingsonderzoeken. 3. De einddatum van de Omgevingsvergunning wordt door de gemeente afgestemd op de Gebruiksperiode, waarbij rekening wordt gehouden met de tijd die nodig is voor Bouwperiode en de Ontmantelperiode. 4. Het COA draagt de kosten voor alle (omgevings)onderzoeken die noodzakelijk zijn voor het kunnen verlenen van een Omgevingsvergunning door de gemeente.. 5. Het COA betaalt alle leges die verbonden zijn aan de activiteiten binnen de te verlenen Omgevingsvergunning en overige toestemmingen. Artikel 7 Extra fysieke maatregelen 1. Indien vanuit bijvoorbeeld gesprekken met de Overlegcommissie wensen volgen voor fysieke aanpassing aan van het Opvangcentrum nadat deze is gerealiseerd, gaan Partijen hierover met elkaar in overleg om te zien of deze aanpassingen nodig zijn voor het optimaal functioneren van het Opvangcentrum in de plaatselijke gemeenschap. Paraaf Gemeente: 5 Paraaf COA:

6 2. Kostenaspecten van eventuele aanpassingen als gevolg van lid 1 worden in onderling overleg door Partijen besproken. Artikel 8 Planschade 1. Het COA vergoedt het totale bedrag aan planschade aan de gemeente dat onherroepelijk voor tegemoetkoming door de gemeente in aanmerking komt en dat voortvloeit uit een verleende Omgevingsvergunning; 2. De gemeente stelt het COA schriftelijk in kennis van een aanvraag om tegemoetkoming in planschade die voortvloeit uit de planologische maatregel zoals deze door de gemeente wordt vastgesteld, respectievelijk verleend en in werking treedt. De gemeente betrekt de het COA bij de behandeling van de aanvraag op de wijze zoals voorgeschreven in de alsdan geldende Procedureverordening. Ongeacht de inhoud van toekomstige procedureverordeningen betrekt de gemeente het COA als volledig belanghebbende bij de procedure. 3. Het COA vergoedt de kosten die zijn gemoeid met de inschakeling van externe deskundigen t.b.v. de planschadeverzoeken aan de gemeente. 4. De gemeente deelt zo spoedig mogelijk na iedere onherroepelijke toekenning van een tegemoetkoming in planschade die voortvloeit uit de omgevingsvergunning zoals deze naar aanleiding van het door het COA ingediende verzoek door de gemeente wordt vastgesteld, het bedrag van de toegekende tegemoetkoming schriftelijk mee aan het COA meedelen. 5. Het COA vergoedt alle kosten die de gemeente redelijkerwijs dient te maken in geval er rechtsmiddelen worden aangewend tegen het besluit over het verzoek om planschade. Onder deze kosten worden in ieder geval verstaan de kosten voor het inschakelen van een adviseur/raadsman, griffierechten, vergoeding van proceskosten en de interne kosten voor bezwaar en beroep. 6. Ingeval het COA met de indiener van het planschadeverzoek in overleg wenst te treden teneinde een minnelijke regeling te treffen, overlegt het COA hierover met de gemeente. Wanneer een minnelijke regeling tot stand is gekomen, betaalt Het COA het overeengekomen bedrag rechtstreeks aan de indiener van het planschadeverzoek. Artikel 9: Inkoop- en aanbesteding 1. Voor zover aanbestedings- en inkoopregelgeving dit toestaat en voor zover COA nog geen andere bindende verplichtingen heeft, zal het COA zich inspannen dat de werken die nodig zijn voor de bouw en ontmanteling van de Opvanglocatie, zoveel mogelijk plaatsvinden door het aantrekken van partijen en personen uit de gemeente en de regio 2. Wanneer een hoofdaannemer wordt geselecteerd die niet uit de gemeente of de regio komt, spant het COA zich in om werkzaamheden zoveel mogelijk uit te laten voeren door onderaannemers uit de gemeente of de regio. Hoofdstuk II: Huur van de locatie Paraaf Gemeente: 6 Paraaf COA:

7 Artikel 10 Huur van het plangebied 1. De Gemeente verhuurt aan het COA en het COA huurt van De Gemeente het gebied, zoals met lijnarcering is aangegeven op de in de bijlage C opgenomen tekening. 2. Het plangebied mag niet worden onderverhuurd noch aan derden in gebruik worden gegeven. 3. De erfdienstbaarheid ten behoeve van de agrariër die de achterliggende percelen bezit en die rust op het perceel wordt door het COA onverkort gerespecteerd. Artikel 11 Huurprijs 1. De jaarlijkse huurprijs van het plangebied is ,-, zegge: honderdachttien duizend euro, exclusief eventuele omzetbelasting. 2. De betaling van de huurprijs voor het plangebied zal per jaar bij vooruitbetaling plaatsvinden. De Gemeente zal hiervoor telkens een nota versturen aan het COA. 3. Er vindt in het laatste jaar dat het COA de grond huurt een verrekening van de huurprijs plaats naar rato van het aantal kalendermaanden dat de grond is gehuurd in dat jaar. De gemeente zal in dat geval de huur voor de maanden dat de grond niet is gebruikt, restitueren aan het COA. Artikel 12 Huurperiode 1. De huur wordt aangegaan voor een periode vanaf de start van de Bouwperiode, gedurende de Gebruiksperiode en tot en met het einde van de Ontmantelperiode 2. Na de in lid 1 genoemde periode is geen verlenging van de huur mogelijk, met uitzondering van wanneer er sprake is van een situatie als beschreven in artikel 2 lid 4. Artikel 13 Kabels en leidingen 1. Het COA zal te allen tijde gedogen dat in het plangebied kabels/leidingen/buizen met toebehoren moeten worden gelegd of zijn gelegen van nutsbedrijven, de gemeente en/of andere hiertoe bevoegd zijnde openbare instellingen. 2. Het COA zal te allen tijde gedogen dat daartoe bevoegde personen het plangebied kunnen betreden voor het verrichten van kabel-/leidingwerkzaamheden ten behoeve van het leggen, verwijderen, het onderhouden en inspecteren van kabels/leidingen/buizen. Het COA kan bij de gemeente en/of nutsbedrijven geen aanspraak maken op vergoeding van schade die veroorzaakt is of zal worden door of vanwege de gemeente of nutsbedrijven uitgevoerde werkzaamheden in of op het plangebied tenzij het aannemelijk is dat de schade aan haar kan worden toegerekend Artikel 14 Bereikbaarheid nutsvoorzieningen Paraaf Gemeente: 7 Paraaf COA:

8 1. De Het COA is verplicht zich te onthouden van enig handelen waardoor het deugdelijk functioneren dan wel de bereikbaarheid van de in artikel 13 genoemde voorzieningen kan worden belet of belemmerd, dan wel de voorzieningen kunnen worden beschadigd. In dit verband is het COA in het bijzonder verboden in het plangebied over een strook ter breedte van één meter ter weerszijden van een kabel of leiding: a) dieper te spitten dan dertig centimeter; b) op enigerlei wijze te ontgraven of te ontgronden; c) het plangebied te gebruiken voor opslag van afvalstoffen, meststoffen dan wel composthopen; d) bomen of diep wortelende struiken te planten; e) palen en staven in de grond te drijven. 2. Indien het COA wegens handelen in strijd met het vorenstaande, of anderszins, schade aan kabels en/of leidingen veroorzaakt, verplicht Het COA zich tot vergoeding van daardoor aangerichte schade, geleden door het desbetreffende nutsbedrijf, de gemeente dan wel andere terzake bevoegd zijnde openbare instellingen, tenzij hij aannemelijk maakt dat de schade niet aan hem kan worden toegerekend. Artikel 15 Bodemgeschiktheid 1. De gemeente zijn geen feiten bekend die er op wijzen dat het plangebied enige verontreiniging bevat die ten nadele strekt of stoornis kan veroorzaken voor het beoogde gebruik of zou kunnen leiden tot een verplichting van schoning, dan wel tot het nemen van andere maatregelen. 2. Indien er bij de beëindiging van deze overeenkomst bij De Gemeente het vermoeden bestaat voor een (negatief) veranderde bodemgeschiktheid van het plangebied, kan Het COA verzocht worden om voor zijn/haar rekening en verantwoording een nieuw bodemonderzoekrapportage op te laten stellen en te overleggen aan De Gemeente. Opmerking [DS1]: Dit lid wordt vervangen door een verklaring schone grond zodra de onderzoeksgegevens bekend die dit bevestigen. Onderzoek wordt momenteel uitgevoerd. Artikel 16 Ontbinding van de huur 1. Indien Het COA ernstig tekortschiet in de nakoming van zijn uit hoofde van de wet en/of de verplichting voortvloeiend uit dit hoofdstuk van de Ontwikkel- en huurovereenkomst, zal deze eerst in verzuim zijn wanneer de Gemeente hem bij schriftelijke aanmaning in gebreke heeft gesteld, waarbij een redelijke termijn van tenminste 4 weken wordt gegund en nakoming binnen die termijn is uitgebleven. 2. In geval dat het COA toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van zijn uit hoofde van de wet en/of de verplichting voortvloeiend uit dit hoofdstuk van de Ontwikkel- en huurovereenkomst, zal een uit dien hoofde door de Gemeente verlangde ontbinding van de huur uitsluitend door rechterlijke tussenkomst kunnen worden bewerkstelligd, zulks onverminderd het recht van deze andere partij tot nakoming en/of aanvullende schadevergoeding. Artikel 17 Huurafhankelijk recht van opstal 1. Het COA verklaart bekend te zijn met de mogelijkheid van natrekking van door hem in, op of aan het plangebied te realiseren opstallen, werken en beplantingen. Ter zekerstelling van de zakenrechtelijke positie van partijen in relatie tot de eigendom van enerzijds de grond en anderzijds de daarop Paraaf Gemeente: 8 Paraaf COA:

9 gevestigde dan wel te vestigen opstallen, werken en beplantingen, verplichten partijen zich om dienaangaande ten laste van De Gemeente en ten gunste van Het COA, een huurafhankelijk zakelijk recht van opstal te vestigen. 2. De vestiging van het huurafhankelijk zakelijke recht van opstal zal voor rekening en verantwoording van het COA plaatsvinden ten overstaan van een door Het COA aan te wijzen notaris direct na sluiten van deze overeenkomst. 3. De jaarlijks verschuldigde retributie is nihil en is verdisconteerd in de jaarlijkse huur. Hoofdstuk III: Slotbepalingen Artikel 18 Duur en ontbinding 1. Deze overeenkomst wordt aangegaan voor de tijdperiode tot en met de Ontmantelperiode en gaat in direct na ondertekening van deze overeenkomst. 2. Indien de Omgevingsvergunningprocedure geen succesvol verloop kent waarmee de realisatie van de Opvanglocatie ernstig wordt beperkt danwel onmogelijk blijkt, kan deze overeenkomst door de gemeente worden buitengerechtelijk ontbonden zonder dat zij op enigerlei wijze schadeplichtig is aan het COA. 3. Het COA heeft het recht deze overeenkomst per direct te beëindigen op het moment dat de Omgevingsvergunningprocedure ertoe leidt dat het Opvangcentrum niet gerealiseerd kan worden ofwel in gebruik kan worden genomen. Artikel 19 Slotbepalingen 1. In situaties waarin deze overeenkomst niet voorziet, vindt er overleg plaats tussen de gemeente en het COA. 2. In geval van geschillen voortvloeiend uit deze overeenkomst zullen partijen trachten deze in eerste instantie op te lossen met behulp van mediation conform het daartoe strekkende reglement van de Stichting Nederlands Mediation Instituut (NMI) te Rotterdam, zoals dat luidt op de aanvangsdatum van de mediation. 3. Indien het onmogelijk is gebleken om een geschil als hiervoor bedoeld op te lossen met behulp van mediation, zal dat geschil worden beslecht door een rechterlijke procedure. 4. Aanpassingen op deze overeenkomst vinden enkel plaats door middel van door beide partijen te ondertekenen addenda. 5. Op deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing. 6. Alle bijlagen maken onderdeel uit van deze overeenkomst. Bij verschillen tussen de overeenkomst en bijlagen prevaleert de overeenkomst. Aldus overeengekomen, in tweevoud opgemaakt en ondertekend. Paraaf Gemeente: 9 Paraaf COA:

10 Joure, Rijswijk,... (datum)... (datum) gemeente De Fryske Marren Centraal Orgaan opvang asielzoekers A. Aalberts dr.mr. G.J.C.M. Bakker (burgemeester) (voorzitter van het bestuur) Paraaf Gemeente: 10 Paraaf COA:

11 Bijlage A: Stedenbouwkundige schets Stedenbouwkundige schets (kaart) Opmerking [DS2]: De stedenbouwkundige schets is in de afrondende fase en dient nog doorgesproken te worden met o.a. de brandweer en het Wetterskip. Toelichting op de Stedenbouwkundige Schets - De Stedenbouwkundige schets is gebaseerd op de gedachte van een rechthoekig boerenerf in het landschap, waarbij de bebouwing zal bestaan uit 1 bouwlaag - Als gevolg van de erfgedachte worden de hoeken van erf mogelijk aangezet met steviger groen, waardoor een groen eiland in het open landschap ontstaat. Kosten voor de aanleg van dit groen zijn voor rekening van de gemeente. - Overige groene beplanting ondersteunt de erfgedachte, kent voldoende massa en wordt zoveel mogelijk uitgevoerd met streekeigen beplanting. Een flauw talud rondom versterkt de landschappelijke inpassing en wordt door het COA ingezaaid met gras. - De voorzijde van het erf (richting Wikelerdyk) krijgt een duidelijke uitstraling die markeert dat het hoofdgebouw is (blikvanger van het erf). - De uitstraling van gebouwen is passend voor het landschap, dat wil zeggen weinig kleurcontrasten, donkere en rustige tinten en gebruik van zo min mogelijk verschillende materialen. Verkeer: - aansluiting vormgeven als uitritconstructie).* - Oversteken voor langzaam verkeer vinden plaats via de kortst mogelijke route* - Zicht open vanaf de aansluiting op overige wegen moet gegarandeerd zijn* * afhechten in inrichtingstekening Paraaf Gemeente: 11 Paraaf COA:

12 Bijlage B: Oplevering en huidige staat van het terrein Paraaf Gemeente: 12 Paraaf COA:

13 Bijlage C: Kaart gehuurde en plangebied Paraaf Gemeente: 13 Paraaf COA: