ANTROPOSOFIE, KAPITAAL EN GELD

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ANTROPOSOFIE, KAPITAAL EN GELD"

Transcriptie

1 ANTROPOSOFIE, KAPITAAL EN GELD "Denn meine Erkenntnis geht dahin, dass wir ein Paradies auf Erden nicht herstellen können auf ökonomischem Wege. Das würde nicht gehen, sondern es lässt sich nur der bestmögliche Zustand herstellen." Rudolf Steiner, tijdens de vragenbeantwoording bij zijn economische cursus, op 5 augustus Een scriptie voor het afstudeervak Algemene Economie D door Frank Hoek reg.nr Landbouwuniversiteit Wageningen Vakgroep Staathuishoudkunde Frank Hoek, 1993 Frank Hoek antreco.frankhoek.nl, 2002, 2012, 2016

2 Woord vooraf Hier ligt mijn scriptie over antroposofie, kapitaal en geld. Ik had me voorgenomen hem in precies drie maanden te schrijven, maar het zijn er vier en een half geworden. Maar goed, het is af. Mijn dank gaat uit naar Auke Leen, mijn begeleider, die steeds de moeite nam mijn werk grondig door te nemen en van commentaar te voorzien en daar ook ruim de tijd voor nam. Verder dank ik Marilou van Golstein Brouwers, voor haar bereidwilligheid mij een en ander over de Triodosbank te vertellen en voor de documentatie die ze mij verschafte. Frank Hoek Wageningen, 9 juli AD 1993 ii

3 Inhoudsopgave Inleiding Antroposofie en economie Rudolf Steiner: grondlegger van de antroposofie Steiner en het sociale vraagstuk De sociale hoofdwet De sociale driegeleding Antroposofie en economie Wat is economie? Overdracht van waarden: kopen, lenen en schenken Antroposofie en kapitaal Het wezen van het kapitaal Het ontstaan van kapitaal in twee fasen De eerste fase De tweede fase De geldeconomie vloeit voort uit kapitalisme Kenmerken en functies van kapitaal Kapitaal is op drie manieren werkzaam in de samenleving Drie soorten kapitaal Kapitaal is een sociaal verworven bezit Kapitaaloverdracht Winstverdeling Rente Voorkomen van stuwing van kapitaal in grond Antroposofie en geld Het wezen van het geld Het scheppen van geld Kenmerken en functies van geld Geld als waardemeter Geld als wereldboekhouding Drie soorten geld De houding van de mens bij het geld Geld moet getemd worden Gangbare theorieën Kapitaal Het wezen van het kapitaal Twee fasen in het kapitaal Handels-, leen- en industriekapitaal Overdracht van kapitaal iii

4 4.1.5 Winstverdeling De rentevoet Grondrente Geld De functies van geld Geldschepping en -vernietiging Keynes' voorstel voor Bretton Woods Bretton Woods Het plan-keynes Keynes' voorstel Optimaliseren van de handel De link met Steiners theorie De Triodosbank Wat is Triodos? De ontstaansgeschiedenis van Triodos Ontwikkeling van de Triodosbank Triodosbank, antroposofie en sociale driegeleding Activiteiten van de Triodosbank Werkt de Triodosbank conform Steiners ideeën? Samenvatting en conclusies Antroposofie en economie Antroposofie en kapitaal Antroposofie en geld De gangbare theorie Kapitaal Geld Het plan-keynes De Triodosbank Algemene conclusie Literatuur...64 Nawoord...66 iv

5 Inleiding In het begin van de jaren tachtig maakte ik tijdens mijn opleiding voor biologischdynamische landbouwer kennis met de antroposofie. Bijzondere aandacht had ik voor de visie op economie, die daarin werd uitgewerkt. Nu, elf jaar na de eerste kennismaking daarmee en aan het eind van mijn studie economie aan de LUW, kom ik terug op de antroposofische visie op de economie. Mijn persoonlijke doelstellingen van deze scriptie zijn: een beter inzicht krijgen in de antroposofie, met name in de visie op de economie inzicht krijgen in hoe de antroposofische visie zich verhoudt tot de gangbare visie op economie ontdekken of de sociale betrokkenheid die uit de antroposofische visie spreekt me nog steeds realistisch voorkomt, of dat ze is verworden tot utopistisch gedroom inzichten verwerven die me in mijn verdere leven en arbeid van pas kunnen komen De probleemstelling die ik hanteer is: Hoe luidt de antroposofische visie op 'kapitaal' en 'geld' en hoe wordt daar in de praktijk van de Triodosbank vorm aan gegeven? Hoofdstuk 1 beschrijft het ontstaan en de inhoud van de antroposofie. De beschrijving spits ik toe op de sociale driegeleding en in het bijzonder op de basisideeën over economie die daarin naar voren komen. Hoofdstuk 2 beschrijft de antroposofische visie op kapitaal: wat is het wezen van kapitaal, hoe ontstaat het, wat zijn kenmerken en functies ervan en welke plaats bekleedt kapitaal in de samenleving? Hoofdstuk 3 beschrijft de antroposofische visie op geld: wat is het wezen daarvan, hoe wordt het geschapen, wat zijn zijn kenmerken en functies en welke houding neemt de mens aan ten opzichte van geld: een passieve of een actieve? Hoofdstuk 4 vergelijkt de antroposofische visie met wat in de gangbare literatuur over kapitaal en geld wordt gezegd. Hoofdstuk 5 analyseert het plan dat Keynes indiende voor het herstel van de wereldhandel na afloop van de Tweede Wereldoorlog. In dit plan zit een opmerkelijke gelijkenis met wat de antroposofie over geld zegt. Hoofdstuk 6 beschrijft de Triodosbank. Deze bank is voortgekomen uit de antroposofie en vindt daarin nog steeds een leidraad voor haar handelen. De ontwikkeling van de Triodosbank komt ter sprake en de wijze waarop ze de antroposofische visie tot uiting brengt. Hoofdstuk 7 tenslotte bevat een samenvatting en de conclusies. 1 Frank Hoek

6 1 Antroposofie en economie 1.1 Rudolf Steiner: grondlegger van de antroposofie Rudolf Steiner wordt in 1861 geboren in Kraljevec, ten noorden van Zagreb, aan de Oostenrijks-Hongaarse grens. In 1879 gaat hij naar Wenen, om daar natuurwetenschappen, wiskunde en filosofie te studeren. In 1891 promoveert Steiner in Rostock op het filosofische onderwerp 'Der Grundfrage der Erkenntnistheorie'. In 1889 komt Steiner in Duitsland in aanraking met de theosofische beweging. Vanaf 1900 houdt hij regelmatig voordrachten binnen theosofische kring. In 1902 wordt de Duitse Theosofische Vereniging opgericht, waarvan Steiner secretaris-generaal wordt. Het wereldbeeld dat hij uit eigen (helderziende) waarneming opbouwt sluit steeds minder aan bij dat van de Theosofische Vereniging, reden waarom hij de Vereniging in 1913 verlaat en de Antroposofische Vereniging opricht, waarvoor hij tot zijn dood in 1925 werkzaam is. [Steiner, 1980, pp ] Steiner heeft zich in zijn leven met vele onderwerpen bezig gehouden: landbouw, pedagogie, architectuur, religie, etc. In zijn werk baseerde hij zich op zowel algemeen verspreide natuurwetenschappelijke kennis en inzichten, als op de resultaten van de geesteswetenschap, de antroposofie. Volgens de antroposofie ligt de geestelijke wereld ten grondslag aan de materiële wereld. Aan het begin van het huidige 'wereldtijdperk' was er slechts die geestelijke wereld, bevolkt door levensvormen van diverse aard, elk met hun eigen kwaliteiten. Een kwaliteit die ontbrak was de vrijheid. Om deze kwaliteit in het universum te brengen was het nodig de mens te scheppen, een wezen dat afgescheiden van de geestelijke wereld tot ontwikkeling van de vrijheid zou komen. In een aantal stappen werd een gebied in de geestelijke wereld verdicht tot materie (wat is voor te stellen als de verdichting van plasma, via gas en vloeistof tot vaste stof) en evolueerde gelijktijdig de mens als zelfstandig wezen. De wereld waarin wij thans leven is ongeveer op het toppunt van haar verdichting, terwijl gelijktijdig het menselijk bewustzijn vrijwel volledig van de geestelijke wereld is afgesneden. Deze condities maken dat de mens zich alleen voelt, geen 'goden' meer ervaart die hem vertellen wat te doen en dien ten gevolge zijn eigen keuzes moet maken. Kortom: hij heeft de vrijheid en wat hij doet hangt af van zijn eigen wil. De antroposofie probeert de mens te leren zijn vrijheid met inzicht en verstand te hanteren. Daartoe is het nodig weet te hebben, niet alleen van de zintuigelijk waarneembare materiële wereld, maar ook van de geestelijke wereld 1. Steiner publiceerde boeken en artikelen en hield duizenden voordrachten op vele plaatsen in Europa, zowel over alledaagse onderwerpen en menselijke activiteiten als 1 Voor een nadere kennismaking met de antroposofie verwijs ik naar 'Theosofie', 'De wetenschap van de geheimen der ziel' en 'Filosofie der vrijheid', alle van de hand van Steiner. Zie de literatuurlijst. 2 Frank Hoek

7 over de geestelijke wereld. Het aantal titels (boeken en bundels van artikelen en voordrachten) dat hij op zijn naam heeft staan loopt in de honderden. 1.2 Steiner en het sociale vraagstuk Met name in de laatste jaren van zijn leven houdt Steiner zich intensief bezig met wat hij 'het sociale vraagstuk' noemt. Een eerste aanzet daartoe is het formuleren van de 'sociale hoofdwet', in In 1919, na de Wereldoorlog en de Russische Revolutie, en in een Duitsland waar een revolutionaire geest rondwaart, introduceert hij het begrip 'sociale driegeleding'. Als kern van het sociale vraagstuk ziet hij de opgave voor de samenleving om drie levensgebieden in een harmonische samenhang te brengen en zo de 'sociale driegeleding' tot stand te brengen. Die drie levensgebieden zijn de cultuur (het geestesleven), de politiek (het rechtsleven) en de economie. Hierbij dient de sociale hoofdwet in acht te worden genomen De sociale hoofdwet In 1905 publiceert Steiner drie artikelen over het sociale vraagstuk van de menselijke samenleving. In deze artikelen formuleert hij de zogenaamde 'sociale hoofdwet': "Het welzijn van een geheel van samenwerkende mensen is des te groter, naarmate de enkeling minder aanspraak maakt op de opbrengsten van zijn prestaties, dat wil zeggen, naarmate hij meer van deze opbrengsten aan zijn medewerkers afstaat en naarmate meer van zijn eigen behoeften niet door zijn eigen prestaties, maar door de prestaties van de anderen worden bevredigd." [Steiner, 1982, pp.36-37] Deze hoofdwet is volgens Steiner voor het sociale leven even absoluut en onontkoombaar als een natuurwet voor een gebied van de natuur. Hij waarschuwt er echter voor dat de hoofdwet niet als een moreel voorschrift moet worden opgevat en geeft aan dat "deze wet alleen van kracht [is] wanneer het een gemeenschap van mensen gelukt om zodanige inrichtingen in het leven te roepen, dat niemand de vruchten van zijn werkzaamheden voor zichzelf kan opeisen, maar dat deze, zo mogelijk in hun geheel, aan de gemeenschap ten goede komen". [Steiner, 1982, p.37] Met andere woorden: arbeidsdeling verhoogt het collectieve welzijn. Weliswaar is een gemeenschap van mensen er op aangewezen dat men voor elkaar zorgt, altruïstisch handelt, maar tegelijkertijd hebben de mensen de neiging zoveel mogelijk voor zichzelf in de wacht te slepen, egoïstisch te handelen. Deze egoïstische neiging doorkruist de werking van de sociale hoofdwet en moet onschadelijk worden gemaakt, wil de sociale hoofdwet volledig tot gelding komen. Een beroep op de integriteit van de mensen is daartoe niet genoeg: de economie moet zó worden ingericht dat het onmogelijk wordt iets van de eigen inspanningen voor zichzelf op te eisen. Waar het dan op aankomt, is "dat werken voor je medemensen en een bepaald inkomen verkrijgen twee geheel van elkaar gescheiden 3 Frank Hoek

8 zaken zijn". [Steiner, 1982,p.37] Een dergelijke inrichting voorkomt dat mensen de sociale arbeid (waarmee bedoeld is: arbeid die alleen door samenwerking met anderen mogelijk is) voor eigen gewin benutten, ten koste van de gemeenschap. De enige motivatie om voor de gemeenschap te werken is dan de wil om dat te doen. Steiner wijkt hier duidelijk af van Adam Smith, die juist een grote waarde hecht aan het egoïstisch handelen van het individu. De 'invisible hand' zorgt er dan voor dat het egoïstisch gedrag van alle individuen tezamen tot collectieve welvaart leidt. In zekere zin heeft Smith daarin ook gelijk, want het eigen gewin van het individu is er bij gebaat dat het individu zijn gedrag afstemt op de wensen van zijn medemens. Wanneer echter egoïstisch handelen een toename van de collectieve welvaart betekent met 10 eenheden, waarvan het individu zich er 5 kan toeëigenen en altruïstisch handelen een toename van de collectieve welvaart met 20 eenheden betekent, waarvan het individu er slechts 2 krijgt, moge het duidelijk zijn welk alternatief het individu kiest. Het egoïstisch handelen leidt in dat geval tot een toename van de collectieve welvaart, maar die is kleiner dan het geval zou zijn bij altruïstisch handelen. Steiner is van mening dat het daarom onmogelijk zou moeten worden gemaakt om de resultaten van de eigen inspanning ook zichzelf toe te eigenen. Een 'nuchtere economische theorie' is volgens Steiner niet in staat om zulk altruïstisch handelen tot stand te brengen; er is een werkelijk spirituele inrichting van de samenleving voor nodig, die rekening houdt met alle aspecten van de menselijke samenleving, niet alleen de economische. Daarbij is het vóór alles nodig, zo benadrukt hij keer op keer, dat mensen dat ook willen: "Alleen wanneer de mensen willen, kan de wereld zich verder ontwikkelen". [Steiner, 1982, p.48] De sociale driegeleding De kernpunten van het sociale vraagstuk Aan 'willen' ontbreekt het in 1905: Steiner krijgt nauwelijks reacties op zijn artikelen en laat het onderwerp rusten. De Eerste Wereldoorlog verandert zijn houding: hoewel er geen specifieke vragen uit zijn omgeving komen, richt hij zich opnieuw op het sociale vraagstuk. De wereld staat in brand: er is een oorlog gaande van ongekende omvang, er is revolutie in Rusland en na de oorlog heerst er ook in Duitsland een revolutionair klimaat. Steiner ziet dit alles als voortkomend uit het vasthouden aan achterhaalde denkbeelden: uit de neiging alle heil van de staat te verwachten en uit het miskennen van een eigen, zelfstandig oordeelsvermogen van individuele mensen. In maart 1919 publiceert hij zijn "Oproep aan het Duitse volk en aan de overige mensheid" [Steiner, 1988, pp ] om tot nieuwe gedachten over de menselijke samenleving te komen. In april van dat zelfde jaar volgt "De kernpunten van het sociale vraagstuk". In dit boek ontvouwt Steiner zijn gedachten over de drieledigheid 4 Frank Hoek

9 van de samenleving, de zogenaamde "sociale driegeleding". Een kring van mensen rondom hem gaat hiermee aan de slag (waaruit onder meer de eerste Vrije School voortkomt), maar al spoedig zakt het animo in en stranden de pogingen om 'een driegelede samenleving' tot stand te brengen. [Steiner, 1988, pp.7-11] Sociale driegeleding Steiner stelt dat de moderne (dat wil zeggen 20 ste eeuwse) mens veel meer individu is dan de vroegere mens. Was het voor de (Europese) Middeleeuwer juist dat scholing en opvoeding (en daarmee het openbare geestesleven) in handen van de kerk lagen, voor de mensen van ná de Middeleeuwen was het noodzakelijk dat deze taken bij de staat werden ondergebracht. In de twintigste eeuw is het geestesleven inmiddels zover gerijpt, dat een voortgezette staatsbemoeienis schadelijk werkt. Het moderne geestesleven, de geestelijke ontplooiing van het individu, heeft autonomie nodig: opvoeding en onderwijs (waaruit het geestesleven zich ontwikkelt) dienen in bestuur en beheer te worden gegeven aan allen die daadwerkelijk opvoeden en onderwijzen. Noch staat, noch economie mogen daarin een stem hebben. Maar ook de economie en de (rechts)staat dienen autonoom te worden. De economie heeft zijn eigen economische 'wetten'. Wanneer je in het economisch leven gaat ingrijpen vanuit de staat introduceer je wantoestanden, door verstrengeling van economische en politieke belangen. Wetten zijn niet in staat productie, circulatie en consumptie van waren juist te regelen; dat kunnen slechts mensen, met hun directe inzichten en belangen. Steiner lijkt hier te doelen op het informatieprobleem zoals we dat kennen uit de centraal geleide economie van de Sovjet Unie. De centrale planning door de staat heeft daar de werking van een wet. Voor de planner blijkt het echter onmogelijk alle behoeften en mogelijkheden te overzien, met als gevolg een slechte allocatie van inputs en outputs. Daarom is het noodzakelijk dat er voor het economische leven eigen vertegenwoordigende en besturende organen zijn die zich in hun belangen en besluiten uitsluitend laten leiden door de economische wetmatigheden. Het derde te onderscheiden gebied in de moderne menselijke samenleving is de rechtsstaat. De rechtsstaat dient zich uitsluitend bezig te houden met het vormen van recht. Dit recht dient afhankelijk te zijn van het oordeel en de ervaring van ieder mondig mens. En hoewel de staat zich op geen enkele manier met het economisch leven zélf dient te bemoeien, is ze er wel toe geroepen om middels recht aan te geven waar de grenzen van het economische leven liggen. Het economische leven heeft de neiging de mens op te gebruiken als een grondstof, hem zijn menselijkheid af te nemen. De industriële samenleving van de 19 de eeuw is daarvan een schoolvoorbeeld. De staat dient dat te voorkomen door randvoorwaarden voor de economie te bepalen (zoals maximale arbeidstijden), die de mens een menswaardig bestaan garanderen. Binnen die randvoorwaarden dient de economie vrijgelaten te worden. 5 Frank Hoek

10 Hiermee schetst Steiner de 'driegelede' samenleving: het geestesleven, waarin ieder mens werkzaam is naar eigen bijzondere vermogens, waarin zelfbeschikking thuis hoort en wat aansluit bij het ideaal van de vrijheid uit de Franse Revolutie het rechtsleven, waarin ieder mondig mens een gelijke stem heeft (onafhankelijk van zijn talenten en economische positie), waarin ieder onder dezelfde wetten valt en wat aansluit bij het ideaal van de gelijkheid het economische leven, waarin ieder, binnen het wettelijk kader, zijn deelbelangen behartigt en zijn bijdragen levert met betrekking tot het produceren, circuleren en consumeren van waren, waarin het gaat om samenwerken en wat aansluit bij het ideaal van de broederschap Deze drie levensgebieden zijn te onderscheiden, maar niet te scheiden. Ze zijn voortdurend met elkaar in wisselwerking (ieder mens maakt immers deel uit van alledrie de levensgebieden). Die wisselwerking zou moeten gebeuren op de manier waarop souvereine staten met elkaar in wisselwerking zijn. Dat vereist dat elk van deze levensgebieden eigen bestuurlijke en wetgevende lichamen heeft, die zich uitsluitend en als enige met bestuur en regelgeving van het eigen levensgebied bezighouden. In het geestesleven (met name in het onderwijs, dat Steiner als belangrijkste bron van vernieuwing in het geestesleven ziet) zou zo'n bestuur moeten bestaan uit allen, en niemand anders dan zij, die daarin werkzaam zijn. In het rechtsleven is (parlementaire) democratie de juiste bestuursvorm, waarin alle mondige mensen een stem hebben. In het economisch leven zou het bestuur moeten worden samengesteld uit mensen die vakkennis en vakbekwaamheid hebben op het gebied van de economie. In de huidige samenleving (we schrijven 1919, maar dat geldt anno 1993 onverminderd) zijn de drie gebieden grondig verstrengeld. Eén van de opgaven van de moderne mens is om steeds opnieuw de verhoudingen tussen en binnen die drie gebieden te bepalen. "Het [sociale vraagstuk] is een bestanddeel van het gehele moderne culturele leven en zal dat, nu het eenmaal is ontstaan, blijven. Het zal op ieder ogenblik van de wereldhistorische ontwikkeling opnieuw moeten worden opgelost." [Steiner, 1988,pp.13-25] [R. Steiner, 1992, pp.46-49] Werken in associaties Herhaaldelijk wijst Steiner er op dat het economische proces zichzelf moet regelen, dat het eigen besturende en regelgevende organen nodig heeft. Daarvoor is nodig dat er algemene inzichten bestaan over hoe de economische processen zich voltrekken. Voor de practische uitvoering is het absoluut noodzakelijk dat die wordt overgelaten aan de mensen die middenin het economische proces staan: "Theorieën kunnen interessant zijn, maar het gaat er niet om dat u weet hoe in het algemeen handel wordt gedreven, maar het gaat erom, dat u weet hoe in Bazel en omgeving de 6 Frank Hoek

11 produkten over en weer gaan. En wanneer u dat weet, dan weet u daarmee nog niet hoe in Lugano de produkten over en weer gaan. [...] Het oordeel dat in het economische leven gevormd moet worden, moet vanuit de concrete situatie gevormd worden." [Steiner, 1986, p.8.9] Om tot een juiste besturing en regeling van de economie te komen is het noodzakelijk dat mensen 'associaties' vormen. Daaronder verstaat Steiner samenwerkingsverbanden van producenten, handelaren en consumenten uit de meest uiteenlopende branches. Zulke associaties hebben niets te maken met staatsgrenzen, volkeren etc., maar uitsluitend met economische inzichten. De omvang van associaties zal zich vanzelf regelen: te kleine zullen te kostbaar zijn en te grote te onoverzichtelijk. Een associatie is te beschouwen als een economische eenheid binnen de wereldeconomie, die in verbinding staat met andere eenheden, voor zover daar behoefte aan bestaat. [Steiner, 1988, pp.20-21] [Steiner, 1986, p.8.9] Door de samenwerking in associaties en uit de inzichten van alle betrokkenen (of afgevaardigden daarvan), wordt binnen de associatie duidelijk hoeveel kapitaal er ingezet moet worden voor welke productie, of de prijzen juist zijn, of er meer of minder mensen nodig zijn in een bepaalde productie etc. De associatie regelt zijn eigen economische proces en heeft zijn eigen economische bestuur en regelgeving. Deze organisatievorm is essentieel voor de samenlevingsinrichting die Steiner voor ogen staat. 1.3 Antroposofie en economie Om zijn ideeën over de economie verder uit te werken, geeft Steiner in de zomer van 1919 een serie voordrachten voor een groep economiestudenten. Deze serie [Steiner, 1986] is niet bedoeld als een volledige economische theorie, maar als impuls voor verdere studie. Steiner grijpt voornamelijk terug op Smith, Ricardo, Marx en incidenteel op vertegenwoordigers van de Historische School. Zijn plan om later een nog uitgebreidere uiteenzetting over de economie te houden, ditmaal voor practici uit het economische leven, kan hij niet meer uitvoeren. In zijn visie op de economie komt Steiner telkens terug op de verstrengeling van de drie levensgebieden. Hij stelt dat in het westerse kapitalisme, maar óók in het marxisme, het economische leven overheersend is. Het heeft zich veel sterker kunnen ontwikkelen dan het geestes- en rechtsleven. Het economische leven strekt zich uit tot in het geestes- en rechtsleven en allerlei aspecten van die twee gebieden worden de economie binnen getrokken. In het economische leven zouden slechts waren tegen waren geruild moeten worden. In de huidige praktijk zien we echter dat waren worden geruild tegen dingen die geen waren zijn in de economische betekenis van het woord. Het lijkt alsof er economische ruil plaats vindt, maar in werkelijkheid is er sprake van schijnruil, welke leidt tot sociale wantoestanden. 7 Frank Hoek

12 Een voorbeeld van een institutie waarin zo'n schijnruil plaatsvindt is de loonarbeid: de arbeider die zijn arbeid verkoopt aan de kapitalist 2, die productiemiddelen tot zijn beschikking heeft. Arbeid wordt geruild tegen geld. Nu is geld een abstractie van waren, maar arbeid is geen waar (arbeid zal later worden gedefinieerd als productiefactor). Bij loonarbeid vindt er dus een schijnruil plaats van waren tegen arbeid. Wat zou moeten gebeuren is dat de ondernemer-kapitalist kapitaal (productiemiddelen) ter beschikking stelt waarop de arbeider zijn arbeid aanwendt en een waar produceert. De ondernemer koopt vervolgens deze waar van de arbeider en weet door zijn ondernemerstalent de waarde van de waar te verhogen (bijvoorbeeld door een goede afzetmarkt te vinden) en de waar te verkopen. De ondernemer-kapitalist betaalt dus niet de arbeid, maar de waar! Een waar (het product van de arbeider) wordt geruild tegen een waar (het geld dat de ondernemerkapitalist er voor betaalt). Dít is de werkelijke ruil die zou moeten plaatsvinden en in gezonde economische betrekkingen zou men zich bij de prijsbepaling op deze ruil van waren moeten richten en niet op de schijnruil van waren tegen arbeid. Een institutie waarin het rechtsleven verstrengeld is met het economische leven is die van de handel in grond. Geld wordt geruild tegen grond. Ook hier is geld een abstractie van waren, maar grond is geen economische waar. Het is niet het resultaat van menselijke inspanning, maar een productiefactor. Bij grondhandel vindt dus een (schijn)ruil van waren tegen natuur plaats. En in wezen gaat het niet om de grond zelf (grond is niet consumeerbaar, dus wat moet je er mee?), maar om het beschikkingsrecht over de grond. Grondbezit is uiteindelijk altijd terug te voeren op rechtsverhoudingen, niet op ruilverhoudingen. Ooit heeft iemand zich een stuk grond toegeëigend, er recht op verworven (dikwijls te vuur en te zwaard). Dit recht verschaft de rechthebber de comfortabele positie schenkingen te kunnen afdwingen, want wie gebruik wil maken van de grond kan hij daarvoor laten betalen. Deze grondrente heeft niets te maken met het ruilen van waren en dus niets met economische ruil. En wanneer de grond 2 Over de begrippen 'werknemer' en '-gever' zegt Steiner het volgende: "Zodra de sociale structuur zo is als ik heb geschetst in mijn boek De kernpunten van het sociale vraagstuk, zal het helder zijn dat er tussen de zogenaamde werknemer en werkgever sprake is van samenwerking, dat deze begrippen werknemer en werkgever ophouden te bestaan en dat er een verdelingsrelatie bestaat. Dan heeft de loonrelatie absoluut geen betekenis meer." [Steiner, 1992, p.81] Er is geen sprake van dat de ene partij werk te vergeven heeft en dat de andere partij werk moet aannemen. Veeleer is het zo dat beide partijen een bijdrage kunnen leveren aan het productieproces, de ene door kapitaal in te zetten, de andere door arbeid in te zetten. In deze scriptie kies ik er daarom voor de benamingen 'kapitalist' en 'arbeider' te hanteren, omdat deze aangeven welke rol de betrokkenen in het proces spelen. 8 Frank Hoek

13 wordt 'verkocht', wordt in werkelijkheid het beschikkingsrecht over de grond overgedragen en dwingt de oorspronkelijke rechthebber nog één keer een som geld af. [Steiner, 1986, pp.7.1-3] Bij loonarbeid en grondhandel is de werkelijkheid heel anders dan we denken en daarom wordt er niet economisch gehandeld: de loonarbeid, waarbij we denken arbeid te betalen, maar waarbij het in wezen gaat om het verkopen van waren de grondhandel, waarbij we denken grond te kopen, maar waarbij het in wezen gaat om dwangschenkingen en de overdracht van rechten De enige ruil die werkelijk met economie te maken heeft is die van waren tegen waren. Alle andere vormen van ruil zijn niet economisch, maar hebben te maken met verstrengelingen van economisch, rechts- en geestesleven. Bij de loonarbeid is er een verstrengeling van economisch en geestesleven (arbeid is het inzetten van individuele vermogens en valt onder geestesleven). Bij de grondhandel gaat het om een verstrengeling van economisch en rechtsleven. Bij werkelijk economische ruil spelen kapitaal en geld een belangrijke rol. Maar voordat die twee onderwerpen worden besproken moet er eerst iets worden gezegd over hoe Steiner de vorming van economische waarde ziet Wat is economie? Over wat economie is, is Steiner kort: productie, circulatie en consumptie van waren, waardoor de menselijke behoeften worden bevredigd. [Steiner, 1988, pp.20-21] Een dergelijke aanduiding vraagt om verdere uitwerking. Waren ontstaan door arbeidsdeling Met waren bedoelt Steiner de dragers van economische waarde. Dat betekent dat waren in het economisch proces moeten zijn opgenomen. En dat betekent dat er sprake moet zijn van arbeidsdeling. Een vogel die graan verzamelt om zichzelf en haar jongen te voeden is niet bezig met economie, maar met levensuitingen. Evenzo is de mens die zich en de zijnen voedsel verschaft bezig met levensuitingen, niet met economie. Economie treedt pas op wanneer de ene mens het product van zijn arbeid uitwisselt met de andere mens: dán is er sprake van waren met economische waarde. [Steiner, 1986, p.2.5] De juiste prijs voor die waren stelt de maker in staat in zijn behoeften te voorzien gedurende de tijd die hij nodig heeft om opnieuw een zelfde product te maken. [Steiner, 1986, p.6.1] Een dergelijke prijs is op de toekomst gericht, eigenlijk een vervangingswaarde. Het is de prijs die nagestreefd zou moeten worden. Productie: twee soorten waardevorming Exploitatie van de bodem is het begin van alle economische bedrijvigheid. Zolang een mineraal nog in de bodem zit, of een vrucht nog aan de boom hangt, zolang hebben 9 Frank Hoek

14 zij geen economische waarde. Die economische waarde verkrijgen ze pas doordat iemand de moeite neemt het mineraal te delven, de vrucht te plukken. De natuur op zich heeft geen economische waarde. Die ontstaat pas voor het eerst doordat iemand zijn arbeid met de natuur verbindt. Dit is de eerste soort waardevorming, productie: arbeid werkt op natuur in. Landbouw komt dicht in de richting van zuivere waardevorming van de eerste soort. [Steiner, 1986, pp.2.4-5] De tweede soort waardevorming treedt op wanneer 'geest' (Geist) op arbeid inwerkt. Arbeid op zich heeft geen economische waarde: wie traint op een hometrainer verricht een hoop arbeid, maar is niet economisch productief. Door de hometrainer aan te sluiten op een machine die iets maakt, wordt de arbeid productief gemaakt. De menselijke geest, het denken heeft zich dan met de arbeid verbonden en de arbeid daardoor productief gemaakt. Kunst komt dicht in de richting van zuivere waardevorming van de tweede soort: de kunstenaar verbindt zijn geest met zijn arbeid en hanteert een minimum aan materialen en gereedschappen. [Steiner, 1986, pp.2.6-7] Maar ook op andere wijze kan geest op arbeid inwerken: degene die een wagen bouwt om arbeiders naar het veld te vervoeren, neemt een deel van hun arbeid over. Er is nu sprake van arbeidsdeling. Opnieuw heeft de geest zich met de arbeid verbonden, nu door arbeid over te nemen middels een wagen. De wagen is daarmee tot kapitaal geworden en draagt in zich de waarde van het product van de wandeling van de arbeiders naar het veld. Wanneer arbeid wordt gedeeld komt daar altijd kapitaal uit voort. [Steiner, 1986, p.4.3] Steiner noemt als productiefactoren de natuur, de menselijke arbeid en de geest, die altijd samen tot waardevorming leiden, soms meer in de richting van de eerste soort (door arbeid op natuur te laten inwerken), soms meer in de richting van de tweede soort (door geest op arbeid te laten inwerken). De eerste soort waardevorming manifesteert zich uiteindelijk in grondrente, de tweede soort waardevorming manifesteert zich in kapitaal. Kapitaal zelf is volgens Steiner geen productiefactor, althans geen primaire productiefactor. Von Canal 3 [1992, pp.65-67] geeft aan dat het kapitaal de natuur verdringt in het economische proces. Natuur kan door arbeid worden bewerkt tot waren, maar wanneer de menselijke geest zich met dit proces verbindt, kan de natuur worden omgewerkt tot productiemiddel, kapitaal. Kapitaal is zo bekeken door geest 3 Georg Friedherr von Canal, geboren in 1958, studeerde algemene economie in St. Gallen, Zwitserland. Zijn hoofdvakken waren 'economische theorie en ecologie' en 'analyse van economische systemen'. Hij werkte in de industrie en het bankwezen en is thans werkzaam als directeur van een investeringsbank voor Oost-Europa. In 'Geisteswissenschaft und Ökonomie' plaatst hij Steiners economische theorie in de algemene ontwikkeling van de economische wetenschap. 10 Frank Hoek

15 doordrongen natuur. Dit kapitaal verdringt de natuur als grondslag voor de productie. Hiermee is het economische proces op een hoger plan gebracht. Het begon op de grondslag van de natuur, met cultuur als resultaat. Nu wordt dat resultaat zelf de nieuwe grondslag voor het economische proces. Circulatie: prijsvorming treedt op Over het begrip circulatie doet Steiner geen specifieke uitspraken, maar het lijkt evident dat het hierbij gaat om het verzorgen van de uitwisseling van waren tussen diverse actoren in het economische proces. Daarbij doemt direct het begrip prijs op. De prijs is de ruilverhouding tussen waren, de verhouding van hun waarden. De waarde hangt echter van vele factoren af. Waarde wordt gevormd in het productieproces, door verbinding van arbeid en natuur of geest en arbeid, maar ook door optredende tegenstellingen als schaarste en behoefte. Waarden fluctueren voortdurend in de tijd en per locatie. Wanneer dan dergelijke fluctuerende waarden worden geruild, dan is "in zekere zin dat wat bij die ruil ontstaat als prijs, iets fluctuerends in het kwadraat". [Steiner, 1986, p.2.8] Een algemene regel of definitie van hoe prijzen tot stand komen is volgens Steiner eigenlijk niet te geven. Von Canal [1992, p.73] meent wel een formule van de opbouw van de prijs te kunnen geven: waarin p = f ( n.a, a.g, o, i, s ) p = prijs van de waar n.a = prijs voor het product van arbeid aangewend op natuur (eerste waardevorming, met name de productie van voedsel en grondstoffen), inclusief kosten voor het onderhoud en bescherming van natuur en milieu a.g = prijs voor het product van arbeid aangewend op kapitaalgoederen (tweede waardevorming, betreft be- en verwerking van aan de natuur ontleende producten) o = loonaandeel voor de ondernemer i = interest over het ter beschikking gestelde spaargeld, zonder rentaandeel s = schenking aan het geestesleven In deze prijsformule is de prijs opgebouwd uit de kosten en gaat het dus om een kostprijs. Het rent-element, een prijsverhogende factor die niet op economische gronden is gebaseerd, ontbreekt. In plaats daarvan is opgenomen een schenkingselement, dat wordt beschouwd als een economische factor van betekenis. 11 Frank Hoek

16 Dit schenkingselement vormt de winst van de onderneming. In eerste instantie kan het worden vastgehouden als kapitaal, worden benut om productie te verbeteren of uit te breiden. Uiteindelijk echter zal het de weg van alle kapitaal moeten gaan en als schenking bij het geestesleven terecht moeten komen, om daar geconsumeerd, vernietigd te worden. Wanneer nu een producent die vooral op de eerste manier waarde vormt (door arbeid met natuur te verbinden) zijn product wil verkopen, dan heeft hij er belang bij dat producten van de tweede waardesoort goedkoop zijn. Iemand die juist op de tweede manier waarde vormt (door geest met arbeid te verbinden) heeft er belang bij dat de producten van de eerste waardesoort goedkoop zijn. Beiden zullen trachten de prijzen te vervalsen, zodat ze zelf het beste af zijn. Een middenprijs ontstaat dan wanneer er twee tussenhandelaren optreden die zelf niet produceren, maar slechts inkopen en verkopen. Dezen hebben er geen belang bij natuurproducten of juist de andere producten te over- of onderwaarderen, maar zullen de middenprijs opzoeken. [Steiner, 1986, p.3.8] Bevredigend is dit niet. Want waarom zou het de twee producenten onderling niet lukken een middenprijs te bereiken? En als de tussenhandelaren zaken doen met de producenten, waarom zouden die producenten op dat moment niet proberen een te hoge prijs te berekenen? Consumptie, het ontwaarden van waren Consumptie is tegengesteld aan productie. Productie is het opbouwen van waarden, consumptie is het afbreken ervan, het ontwaarden. Bij de productie is er een voortdurende opbouw van waarde doordat de waar in een voortgaande beweging zit. Op elk moment van het productieproces wordt er iets met de waar gedaan, waardoor de waarde toeneemt. De waardevorming is gedurende die tijd een dynamisch proces Wanneer de waar voor de consument staat, komt er een einde aan die beweging en houdt de dynamische waardevorming op te bestaan. Wanneer tijdens het productieproces producenten waren (halffabrikaten) van elkaar kopen, doen ze dat omdat ze de waar nog meer waarde kunnen geven, door hem verder te bewerken. Wanneer een consument een waar koopt doet hij dat om die waar te consumeren, te vernietigen. Hij heeft niet het vooruitzicht de waar een hogere waarde te verlenen, maar slechts om hem te ontwaarden. De prijs die de consument bereid is te betalen voor de waar hangt niet zo zeer af van de waarde die er in het productieproces aan is gegeven, maar meer van zijn eigen behoeften en mogelijkheden. Wanneer nu aanbieder en consument tegenover elkaar staan hechten beiden een waarde aan de waar. De een op basis van het resultaat van het dynamische productieproces, de ander op basis van zijn eigen afwegingen. Tussen de twee ontstaat nu een waardevormende spanning. Uit deze spanning komt dan een prijs tevoorschijn. 12 Frank Hoek

17 Tijdens het productieproces is de waardevorming een dynamisch gebeuren, bij de consument aangeland is de waardevorming een statisch iets geworden. Wanneer de koop is gesloten gaat de consument tot consumptie over: het goed wordt al dan niet letterlijk opgegeten en de waarde wordt vernietigd. Bij consumptie keert de waar letterlijk terug in de natuur (in de vorm van uitwerpselen danwel afval). [Steiner, 1986, pp.5.2-3] Overdracht van waarden: kopen, lenen en schenken In het economische leven staat het overdragen van waarde centraal. Dat overdragen kan op drie verschillende wijzen gebeuren, die elk voor een specifieke situatie geschikt zijn. Allereerst heb je te maken met contante betaling, koop: een synchrone ruil van waar en (geldelijke) tegenwaarde. Dit gaat met name op voor de waren die bewerkte natuur zijn. Naast het kopen bestaat er het lenen: iemand wordt debiteur om met het geleende kapitaal en zijn talenten, geest, producent te worden. Een derde vorm van overdracht is het schenken van waarde. Schenken betekent in zijn zuivere vorm dat waarde wordt overgedragen, zonder dat daar iets tegenover staat. Wanneer aan een schenking voorwaarden worden verbonden is er geen sprake meer van zuivere schenking, maar probeert de schenker eigenlijk gedrag te kopen, de ontvanger te manipuleren. Van dwangschenking is sprake wanneer iemand vanuit een machtspositie (de grondbezitter bijvoorbeeld), een ander er toe dwingt waarde over te dragen, zonder daarvoor een tegenwaarde te ontvangen. Ook het heffen van belasting is een dwangschenking, welke later (gedeeltelijk) wordt gecompenseerd door overheidsvoorzieningen. Schenking is op z'n plaats wanneer de ontvanger een zuivere consument is, die noch kan ruilen, noch kan produceren. Dat is bijvoorbeeld het geval bij kinderen, bejaarden, studenten. Maar ook bij hen die bezig zijn met 'zuiver' geestelijke arbeid (wetenschappers, geestelijken, kunstenaars etc.). Voor al deze mensen geldt dat ze ten opzichte van het verleden nagenoeg zuivere consumenten zijn. Ze bewerken geen natuur, ze organiseren geen arbeid, ze wenden geen arbeid of talenten aan op productiemiddelen. De resultaten van geestelijke arbeid kunnen in de toekomst weliswaar productief zijn, maar in het heden kunnen zuivere consumenten geen tegenwaarde voor hun consumptie bieden. Deze mensen zijn aangewezen op schenkingen. De economie heeft ze ook nodig, omdat ze in staat zijn al het overtollige kapitaal weer te vernietigen en de economie nieuwe impulsen te geven. [Steiner, 1986, pp.6.5-6] Schenkingen aan geestelijke arbeiders beschouwt Steiner als de allerproductiefste vorm van kapitaaloverdracht. Deze mensen zijn naar de toekomst toe zeer productief. Het geestelijk goed dat zij in de wereld brengen biedt anderen de 13 Frank Hoek

18 mogelijkheid nieuwe productiemiddelen en methoden te ontwikkelen, die bij dezelfde inzet van arbeid en/of natuur meer waren produceren. Ze veranderen de randvoorwaarden voor het economische proces. Wanneer een wetenschapper als Leibnitz (een zuivere consument, die dus van schenkgeld leeft, hoe zeer dat feit misschien ook gemaskeerd is) de differentiaalrekening ontwikkelt, produceert hij naar de toekomst toe oneindig veel meer dan welke ondernemer ook vermag: het resultaat van zijn geestelijke arbeid wordt gebruikt bij iedere tunnel die wordt aangelegd. [Steiner, 1986, pp.9.3-4] 14 Frank Hoek

19 2 Antroposofie en kapitaal 2.1 Het wezen van het kapitaal Over kapitaal in z'n algemeenheid zegt Steiner dat het een gebied is dat grenst aan het economische proces. Het economische leven betreft productie, circulatie en consumptie van waren. In die zin staat 'natuur' op zich niet in het economische leven. 'Natuur' kan echter wel productief worden gemaakt door het te verbinden met menselijke arbeid. Kapitaal is in zekere zin natuur, die door de menselijke geest is omgewerkt en weer productief kan worden gemaakt door er arbeid op aan te wenden. Het verdringt als het ware de natuur in het productieproces als aangrijpingspunt voor de arbeid. Maar in tegenstelling tot natuur kan kapitaal ook productief worden gemaakt door er de menselijke geest, talenten, op aan te wenden. Net als 'natuur' staat 'kapitaal' op zich niet in het economische leven, maar kan wel productief worden gemaakt. Kapitaal en natuur verhouden zich ongeveer tot de economie, zoals ultra-violet en infra-rood zich verhouden tot zichtbaar licht. [Steiner, 1986, pp.1.6-7] 2.2 Het ontstaan van kapitaal in twee fasen De eerste fase Kapitaal manifesteert zich voor het eerst wanneer de geest op arbeid inwerkt, dat wil zeggen: wanneer arbeidsdeling wordt toegepast. Wanneer iemand een wagen bouwt om transport te verzorgen, dan wendt hij zijn geest aan om de arbeid te organiseren. Hoe de wagenbouwer aan de middelen komt om zijn wagen te bouwen laat Steiner in het midden, maar omdat de wagen vervolgens op de natuur aangewende arbeid overneemt van anderen, verkrijgt die wagen een waarde die gelijk is aan de waarde van het resultaat van de arbeid die hij overneemt. Daarmee wordt de wagen tot kapitaal. Inzet van de wagen wordt betaald naar de waarde van het resultaat van de overgenomen arbeid. Uit deze inkomsten voorziet de eigenaar-kapitalist in zijn levensonderhoud. Deze wagen representeert kapitaal in zijn eerste fase. Je zou kunnen spreken van primitief kapitaal. Eigenlijk is het kapitaal in deze fase nog niet meer dan opgeslagen arbeid De tweede fase Kapitaal heeft echter de neiging zich te emanciperen van natuur en arbeid. Als een arbeider 10 producten per dag maakt en daarmee in zijn levensonderhoud voorziet, kost het levensonderhoud 10 producten per dag. Dertig van zulke arbeiders samen maken 300 producten. Komt er nu een transporteur, die hun vervoersarbeid overneemt en kunnen zij dan één extra product maken, dan kost het 15 Frank Hoek

20 levensonderhoud 11 producten per dag. De dertig arbeiders samen maken 330 producten per dag. Dat betekent dat ze 30 extra producten, of 2,7 extra levensonderhouden produceren. De waarde die de transporteur genereert is die van 30 producten, of 2,7 levensonderhouden. De arbeiders betalen hem gezamenlijk 2,7 maal het levensonderhoud. Dat zij hem dit bedrag betalen is terecht, want dat is de waarde van de dienst die hij hen levert. Voor de transporteur betekent dit echter dat hij 1,7 'levensonderhouden' overhoudt, na in zijn eigen behoeften te hebben voorzien. Hij heeft dus een winst van 1,7 maal het levensonderhoud geboekt. Door zijn geest aan te wenden op de arbeid en een wagen te bouwen, genereert de wagenbouwer winst. In eerste instantie bouwt hij de wagen, die door de mogelijkheid arbeid over te nemen tot kapitaal wordt. In tweede instantie genereert hij winst en accumuleert daarmee waarde, die hij niet nodig heeft voor zijn levensonderhoud, maar kan sparen. Deze winst, deze geaccumuleerde waarde is kapitaal, maar dan van een andere soort. Met deze geaccumuleerde waarde is het kapitaal in zijn tweede fase aangekomen. Het is tot geld, abstracte waarde geworden De geldeconomie vloeit voort uit kapitalisme Wat hier gebeurt is dat de wagenbouwer eerst eerste-fase-kapitaal vormt, door arbeid op te slaan in zijn wagen. Door deze wagen te gebruiken, wordt hij langzaam vernietigd en omgezet in geld. Dit geld wordt aangewend voor consumptie en voor accumulatie, vorming van tweede-fase-kapitaal. Dit tweede-fase-kapitaal staat los van natuur en arbeid, en kan daarom niet meer worden opgevat als 'opgeslagen arbeid', wat bij de wagen nog wel kan. De productiviteit van eerste-fase-kapitaal hangt volledig af van de hoeveelheid arbeid die er in is opgeslagen: door gebruik slijt de wagen en op zeker moment is hij op, is alle opgeslagen arbeid verbruikt. De productiviteit van tweede-fase-kapitaal staat geheel los van de oorsprong van dat kapitaal en wordt slechts bepaald door de geest die er op inwerkt. Een slimme ondernemer maakt het productief, een domme ondernemer gooit het over de balk. Op deze wijze schetst Steiner hoe uit arbeidsdeling het kapitalisme ontstaat en hoe uit het kapitalisme vrij snel de geldeconomie ontstaat. Het ontstaan van winst en de mogelijkheid om waarde te accumuleren maken het voor de kapitalist onontbeerlijk dat er geld is, een bewaarbare, abstracte representant van waarde. Hij ontkent niet het gemak dat geld biedt als universeel ruilmiddel, maar stelt dat geld pas onontbeerlijk wordt wanneer de mens met zijn geest wil ingrijpen in een economisch organisme waar arbeidsdeling heerst. [Steiner, 1986, pp.4.3-7] 16 Frank Hoek

21 2.3 Kenmerken en functies van kapitaal Kapitaal is op drie manieren werkzaam in de samenleving Kapitaal kan worden ingezet om de arbeid die op de natuur wordt aangewend te organiseren of om de geest een handvat te geven in het economische proces. Steiner onderscheidt daarbij drie verhoudingen waarin kapitaal in de samenleving werkzaam is: de ondernemersactiviteit (gebaseerd op de individuele vermogens van de ondernemer en daarom behorend bij het geestesleven), de rechtsverhoudingen tussen kapitalist en arbeider (behorend bij het rechtsleven) en de werkelijke vervaardiging van producten (behorend bij het economische leven). Kapitaal is dus niet alleen werkzaam in de economie, maar ook in het geestesleven en het rechtsleven. De sociale hoofdwet in herinnering roepend wijst hij er op dat productie zoveel mogelijk dient te geschieden voor anderen en zo min mogelijk voor de eigen behoeften. In dat geval is er sprake van sociale productie, niet van productie voor het eigen gewin. De ondernemersactiviteit De ondernemersactiviteit betreft de aanwending van individuele vermogens en is een activiteit van het geestesleven en moet dus ook vanuit het geestesleven worden bestuurd. Steiner stelt zich dat zo voor, dat door een instantie uit het geestesleven wordt gezocht naar ondernemers, mensen die in staat zijn kapitaal sociaal productief te maken door het met hun geest te verbinden. De rechtsstaat is ongeschikt om dat te regelen, omdat die niet is toegerust om om te gaan met individuen, maar slechts met die zaken die voor ieder mens gelden, afgezien van welke individuele (on)vermogens ook. Besturing vanuit het economische leven impliceert dat wordt gezocht naar ondernemers die de uitlener van het kapitaal maximaal persoonlijk gewin opleveren, wat ten koste van de sociale productie kan gaan. De rechtsverhouding In de rechtsverhoudingen tussen kapitalist en arbeider is aangegeven welke arbeidsinzet rechtvaardig en menswaardig is. De rechtsverhoudingen vormen daarmee een randvoorwaarde voor het economische proces. Ze voorkomen dat mensen door dat proces worden opgebruikt en geen menswaardigheid meer ervaren. Ze maken de economische organisatie afhankelijk van de mens, in plaats van andersom. Bij de bepaling van de rechtsverhoudingen speelt de rechtsstaat de hoofdrol. Vervaardiging van producten De vervaardiging van producten komt tot stand doordat de arbeider zijn arbeid aanwendt op de productiemiddelen. De kapitalist-ondernemer koopt vervolgens het product van de arbeider. [Steiner, 1988, pp ] 17 Frank Hoek

22 2.3.2 Drie soorten kapitaal Niet alleen valt er onderscheid te maken naar de verhoudingen waarin kapitaal in de samenleving werkzaam is, maar ook naar de vorm die het kapitaal in de economie aanneemt. Dan is kapitaal in te delen in handels-, leen- en industriekapitaal. Handelskapitaal Het handelskapitaal vindt zijn schoolvoorbeeld in pre-industrieel Engeland, waar door zeer uitgebreide handel kapitaal is opgebouwd. Door goedkoop in te kopen in de koloniën en duur te verkopen in het thuisland (of andersom) wisten handelaren kapitaal te vergaren. Voor een dergelijke kapitaalvorming is het nodig dat er prijsverschillen zijn tussen verschillende lokaties, waardoor handelaren handelswinsten kunnen opbouwen, door waren te vervoeren van de ene plaats naar de andere. Een handelaar kan een waar uit lokatie A op de markt brengen tegen kostprijs Pah en de consument betaalt er Pac voor. Wanneer nu de handelaar aan eenzelfde waar uit lokatie B kan komen, welke hij tegen kostprijs Pbh (Pbh < Pah) op de markt kan brengen, dan kan hij deze in eerste instantie toch voor Pac verkopen. Zijn winst neemt toe, doordat er prijsverschil is tussen de lokaties A en B. Deze winst, voortkomend uit handelsvoordelen, vergroot zijn kapitaal. Leenkapitaal Leenkapitaal is te vinden in 19 de -eeuws Frankrijk, dat grote hoeveelheden kapitaal uitzette in het buitenland (Turkije, Duitsland, Rusland). Leenkapitaal komt overeen met spaargeld, dat wordt uitgeleend aan ondernemers. Wanneer spaargelden worden uitgeleend aan een ondernemer, wordt daarmee leenkapitaal gecreëerd. Voor leenkapitaal zijn stabiele (internationale) verhoudingen essentieel, omdat spaarders anders niet bereid zijn hun spaargelden uit te lenen. Industriekapitaal Industriekapitaal tenslotte is te vinden in 19 de -eeuws Duitsland, voor een belangrijk deel omgevormd uit het Franse leenkapitaal. Het gaat hierbij om kapitaal dat is omgezet in productiemiddelen. Industriekapitaal moet twee dingen nastreven: het moet grondstoffen verwerven en het moet markten organiseren. Het verwerven van grondstoffen drijft de economie makkelijk de politiek in: het veroveren van koloniën is niet ongunstig. Dit gaat al gauw gepaard met oorlog en machtsontplooing. Ook het organiseren van markten drijft de economie richting politiek, maar dan vreedzame politiek die is gebaseerd op list en sluwheid. [Steiner, 1986, pp.9.4-8] 18 Frank Hoek

ANTROPOSOFIE, KAPITAAL EN GELD

ANTROPOSOFIE, KAPITAAL EN GELD ANTROPOSOFIE, KAPITAAL EN GELD "Denn meine Erkenntnis geht dahin, dass wir ein Paradies auf Erden nicht herstellen können auf ökonomischem Wege. Das würde nicht gehen, sondern es lässt sich nur der bestmögliche

Nadere informatie

Samenvatting Economie H1 t/m H3

Samenvatting Economie H1 t/m H3 Samenvatting Economie H1 t/m H3 Samenvatting door J. 1711 woorden 28 oktober 2012 7,8 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Samenvatting Module 1 Hoofdstuk 1 t/m 3. Hoofdstuk 1 Voor niks gaat de zon op

Nadere informatie

3 Economische basis principes

3 Economische basis principes What is called economic progress is the joint effect of the activities of the three progressive groups, the savers, the scientist-inventors, and the entrepreneurs, operating in a market economy. Ludwig

Nadere informatie

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren

Nadere informatie

7,1. Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september keer beoordeeld. MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie?

7,1. Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september keer beoordeeld. MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie? Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september 2004 7,1 10 keer beoordeeld Vak Economie MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie? Economie gaat over de behoeften (de wensen) van mensen. Behoeften

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie

Nadere informatie

Economie module 1. Hoofdstuk 1: Voor niks gaat de zon op.

Economie module 1. Hoofdstuk 1: Voor niks gaat de zon op. Economie module 1. Hoofdstuk 1: Voor niks gaat de zon op. Economie gaat in essentie over het maken van keuzes. De behoeften van mensen zijn onbegrensd, maar hun middelen zijn beperkt. Door dit spanningsveld

Nadere informatie

INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE. Nick Deschacht

INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE. Nick Deschacht INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE Nick Deschacht Inleiding Prof. dr. Ernest Mandel (1923-1995) Overzicht van de cursus 28/3: Basisbegrippen van de marxistische economie 18/4: De ontwikkeling van de

Nadere informatie

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen. Samenvatting door A. 1576 woorden 4 december 2014 1,3 2 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Paragraaf 2 De ethische optiek 1 inleiding Ethiek gaat over goed en kwaad in het menselijk handelen. Onderscheid

Nadere informatie

H1: Economie gaat over..

H1: Economie gaat over.. H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen

Nadere informatie

P. AARTSZ DE ARBEIDERSRADEN. I. DE TAAK 11. DE STRIJD 111. DE GEDACHTE IV. DE VIJAND V. Naschrift DE OORLOG

P. AARTSZ DE ARBEIDERSRADEN. I. DE TAAK 11. DE STRIJD 111. DE GEDACHTE IV. DE VIJAND V. Naschrift DE OORLOG DE ARBEIDERSRADEN P. AARTSZ DE ARBEIDERSRADEN I. DE TAAK 11. DE STRIJD 111. DE GEDACHTE IV. DE VIJAND V. Naschrift DE OORLOG 1946 VOORWOORD. Dit boek is geschreven in de eerste oorlogsjaren 1941-'42. De

Nadere informatie

Samenvatting Economie H 6

Samenvatting Economie H 6 Samenvatting Economie H 6 Samenvatting door een scholier 977 woorden 10 mei 2002 5,8 40 keer beoordeeld Vak Economie Hfst. 6 6.1 - Ideaaltypische omschrijving: omschrijving van het volmaakte model * Vrije

Nadere informatie

Samenvatting Economie Toetsweek 2

Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN

Nadere informatie

Samenvatting Levensbeschouwing Mens en Maatschappij

Samenvatting Levensbeschouwing Mens en Maatschappij Samenvatting Levensbeschouwing Mens en Ma Samenvatting door Sophie 1047 woorden 6 februari 2017 8,8 3 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Levensbeschouwing Mens & Ma Mensbeeld hoe je jezelf ziet, de

Nadere informatie

filosofie havo 2016-II

filosofie havo 2016-II Opgave 3 2025: een ruimte-utopie 11 maximumscore 3 een uitleg dat een maatschappelijk verdrag een oplossing is voor een onhoudbare/onwenselijke natuurtoestand 1 een uitleg dat de kolonisten zich wel in

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 1042 woorden 14 jaar geleden 5 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 1: Productie en productiefactoren 1.1 Waarom

Nadere informatie

Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving?

Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving? Antwoorden door een scholier 1490 woorden 7 april 2006 4,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving? In 1948

Nadere informatie

DE WETENSCHAP DER THEOSOFIE

DE WETENSCHAP DER THEOSOFIE ~~ ~ DE WETENSCHAP DER THEOSOFIE DOOR Dr. G. S. ARUNDALE * Uitgave van de Theosofische Vereniging. Nederlandse Afdeling Amsteldijk 76. Amsterdam Z DE WETENSCHAP DER THEOSOFIE In de Theosofische Vereniging

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie havo I

Eindexamen Filosofie havo I Opgave 2 Denken en bewustzijn 8 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een omschrijving van het begrip bewustzijn 2 argumentatie aan de hand van deze omschrijving of aan Genghis bewustzijn kan

Nadere informatie

26 oktober 2014 Nationale Bijbelzondag. Echt geluk is voor.. Bij de zaligsprekingen uit de Bijbel in Gewone Taal Mattheüs 5 : 1-12

26 oktober 2014 Nationale Bijbelzondag. Echt geluk is voor.. Bij de zaligsprekingen uit de Bijbel in Gewone Taal Mattheüs 5 : 1-12 26 oktober 2014 Nationale Bijbelzondag. Echt geluk is voor.. Bij de zaligsprekingen uit de Bijbel in Gewone Taal Mattheüs 5 : 1-12 Een initiatief van het Nederlands Bijbelgenootschap om de Bijbel op een

Nadere informatie

Geluk & wijsheid. Zevende avond

Geluk & wijsheid. Zevende avond Geluk & wijsheid Zevende avond Schoonheid Wat heet mooi? Het belang van het overbodige De postmoderne waarheid De filosoof en de waarheid Goochelen Wat heet mooi? Kun je precies beschrijven wat je raakt?

Nadere informatie

De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord

De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord Categorie Vraag & Antwoord De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN Er zijn te weinig middelen om in alle behoeften te kunnen voorzien. Hoe heet dit verschijnsel?

Nadere informatie

Samenvatting Economie H.8 / H.3

Samenvatting Economie H.8 / H.3 Samenvatting Economie H.8 / H.3 Samenvatting door R. 1151 woorden 15 juni 2013 5,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode 8.1 is dit verzekeren? Begrippen H.8 Verzekering: Een manier om je te beschermen

Nadere informatie

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct.

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct. Samenvatting door G. 1151 woorden 21 januari 2015 7,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie voor jou Paragraaf 3: 3.1: Produceren: is het maken van goederen of het leveren van diensten. Een product

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie. Onderzoeksvraag: Waardoor ontstonden het liberalisme en het socialisme, en hoe dachten liberalen en socialisten over de sociale kwestie? Kenmerkende aspect: De opkomst van de politiek maatschappelijke

Nadere informatie

De Sovjet-Unie (9.3) Tijd van wereldoorlogen De Sovjet Unie.

De Sovjet-Unie (9.3) Tijd van wereldoorlogen De Sovjet Unie. De Sovjet-Unie (9.3) Onderzoeksvraag: Kenmerkende aspecten: Waardoor kreeg Rusland een communistische regering en hoe werd het land een totalitaire staat. Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2007 tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt Door: F. De Smyter en P. Holvoet 1. Geef een correcte omschrijving van de volgende economische begrippen: a) Globalisering:.

Nadere informatie

Getallen vertellen het verhaal van het leven, deel 4

Getallen vertellen het verhaal van het leven, deel 4 09 maart 2019 Getallen vertellen het verhaal van het leven, deel 4.media De vijf Text: Ursula Gerhard Image: Bartlomiej Wozniakowski Naar deel 3 De bekende stelling van Pythagoras is in wezen de uitdrukking

Nadere informatie

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain Rene Descartes René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain Cogito ergo sum, ik denk dus ik ben. Een uitspraak van René Descartes. Een belangrijk wiskundige en filosoof in de geschiedenis. Volgens

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Domein politiek ruimte

Samenvatting Aardrijkskunde Domein politiek ruimte Samenvatting Aardrijkskunde Domein politiek r Samenvatting door een scholier 1261 woorden 14 jaar geleden 5,1 33 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra Hoofdstuk 1: Conflicten om rlijke indeling

Nadere informatie

Eindexamen filosofie havo 2007-I

Eindexamen filosofie havo 2007-I Opgave 2 Sociale utopieën tussen fantasie en werkelijkheid 8 maximumscore 3 het noemen en uitleggen van het principe van Bloch: hoop 1 een toepassing van het principe hoop op het ontstaan van utopische

Nadere informatie

Ons economische zelf. Over leven in een verdeelde wereld en hoe we samen ongedwongen naar huis kunnen gaan

Ons economische zelf. Over leven in een verdeelde wereld en hoe we samen ongedwongen naar huis kunnen gaan Ons economische zelf Over leven in een verdeelde wereld en hoe we samen ongedwongen naar huis kunnen gaan Plaatjes invoegen Contrast tussen overvloed en gebrek Contrast tussen genieten van materie en uitbuiten

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting door Larissa 665 woorden 18 januari 2016 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Hoofdstuk 8: Tijd van

Nadere informatie

filosofie havo 2015-I

filosofie havo 2015-I Opgave 3 Wat is de Wat 11 maximumscore 1 Een goed antwoord bevat het volgende element: een uitleg dat Eggers zich met morele vraagstukken bezighoudt: hij vraagt zich af wat hij zelf vanuit zijn eigen normen

Nadere informatie

De juiste prijs in plaats van een onvoorwaardelijk basisinkomen. Marc Desaules

De juiste prijs in plaats van een onvoorwaardelijk basisinkomen. Marc Desaules De juiste prijs in plaats van een onvoorwaardelijk basisinkomen Studiemateriaal wordt gepubliceerd als bijdrage aan publieke debatten. Commentaar aan de uitgever per adres economics[at]goetheanum.ch is

Nadere informatie

Hoofdstuk 7: Productie en Kosten

Hoofdstuk 7: Productie en Kosten Economie, een Inleiding Hoofdstuk 7: Productie en Kosten 1 Productie en Kosten Constructie van kostenfunctie Resultaat van optimale keuze van productiefactoren gegeven prijzen gegeven te produceren output

Nadere informatie

De Toekomst van Europa. Hovo 2017 College 6 (6 november) Dr. Hein Roelfsema

De Toekomst van Europa. Hovo 2017 College 6 (6 november) Dr. Hein Roelfsema De Toekomst van Europa Hovo 2017 College 6 (6 november) Dr. Hein Roelfsema Opzet van het college 1. Balans tussen huidige problemen en de theoretische lens. 2. Politieke economie van Europese integratie.

Nadere informatie

UNIDE GECERTIFICEERDE BIJSCHOLINGEN. Yoga en Adem. Zondag 22 februari 2009 Waarnemen gewaar-worden gewaar-zijn

UNIDE GECERTIFICEERDE BIJSCHOLINGEN. Yoga en Adem. Zondag 22 februari 2009 Waarnemen gewaar-worden gewaar-zijn UNIDE GECERTIFICEERDE BIJSCHOLINGEN Yoga en Adem Zondag 22 februari 2009 Waarnemen gewaar-worden gewaar-zijn Zondag 22 maart 2009 De kunst van leven en sterven Unide Vereniging ter bevordering van Universeel

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /03

ALGEMENE ECONOMIE /03 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,

Nadere informatie

Het Congres van Wenen hertekent Europa (1815) (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich

Het Congres van Wenen hertekent Europa (1815) (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW --- www.degeschiedenisles.com --- VTI Kontich 1. Voor het Congres van Wenen a. Rond 1750: het Ancien Regime komt ten einde => Enkele kenmerken van het Ancien

Nadere informatie

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte.

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Samenvatting door A. 2079 woorden 29 juni 2014 6,4 2 keer beoordeeld Vak Anders H1 Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Moraal

Nadere informatie

PLICHT EN VERPLICHTING. De weg van oude patronen of

PLICHT EN VERPLICHTING. De weg van oude patronen of PLICHT EN VERPLICHTING De weg van oude patronen of HYPOTHESE Het uitgangspunt van esoterische psychologie/filosofie is dat alles, dus zowel de ziel als de vaste vorm (het fysieke lichaam), energie is.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3 Samenvatting Economie Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1330 woorden 15 februari 2011 5,6 39 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Economie samenvatting hoofdstuk 1. 1.1 Directe ruil =

Nadere informatie

In Nederland zijn het klimaat en het landschap zeer geschikt voor veeteelt. Logisch dat we veel koeien houden en melkproducten maken.

In Nederland zijn het klimaat en het landschap zeer geschikt voor veeteelt. Logisch dat we veel koeien houden en melkproducten maken. DE ZUIVELSECTOR > Inleiding In Nederland zijn het klimaat en het landschap zeer geschikt voor veeteelt. Logisch dat we veel koeien houden en melkproducten maken. De zuivelsector is belangrijk voor de Nederlandse

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 1

Extra opgaven hoofdstuk 1 Extra opgaven hoofdstuk 1 Opgave 1 Er zijn economische problemen, omdat: a. de middelen en de behoeften beide onbeperkt zijn; b. de behoeften beperkt zijn in relatie tot de middelen; c. de middelen beperkt

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 De thematiek

1 Inleiding. 1.1 De thematiek 1 Inleiding 1.1 De thematiek Voor ondernemers is de relatie tussen organisatie en markt van cruciaal belang. De organisatie ontleent haar bestaansrecht aan de markt. De omzet wordt tenslotte op de markt

Nadere informatie

filosofie havo 2019-I

filosofie havo 2019-I Opgave 3 Rating 17 maximumscore 2 een uitleg dat bij de interpretatietheorie het probleem met kennis van anderen is dat je conclusies over een docent, zoals in tekst 5, gebaseerd kunnen zijn op vooroordelen

Nadere informatie

De homo economicus bestaat niet

De homo economicus bestaat niet De homo economicus bestaat niet Economie De wereld gaat aan vlijt ten onder, dat is de boodschap van het nieuwe boek van VU filosoof Govert Buijs. We moeten echt anders gaan denken over arbeid en winst.

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-II

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-II Opgave 1 Goud Bij deze opgave horen de teksten 1 en 2. Inleiding (1) Goud wordt al duizenden jaren als waardevol metaal gezien en kent in al die tijd uiteenlopende toepassingen. Al in het oude Egypte was

Nadere informatie

UIT arbeidsdeling

UIT arbeidsdeling Arbeidsdeling Het streven van de mens is om zijn welvaart te laten toenemen. Meer welvaart is te bereiken door een hogere productie. Een hogere productie kun je op verschillende manieren bereiken. Een

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI 2015 14.45 UUR 16.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene Economie 22 juni 2015 B / 11 2015 NGO - ENS B / 11 Opgave 1 (21 punten) Vraag

Nadere informatie

Onthullingen van Kennis

Onthullingen van Kennis Onthullingen van Kennis Caleidoscoop van Kennis Facetten verschuiven door tijd Vorm en structuur doemen op Gestalte gegeven door Kennis Patronen behouden het ritme De potentie van het punt Hoofdstuk 2

Nadere informatie

filosofie havo 2018-II

filosofie havo 2018-II Opgave 2 Gevoelswerk 9 maximumscore 2 een uitleg dat Tessa s twijfel toont dat ze zich kritisch tot zichzelf kan verhouden, waarin volgens Korsgaard de waarde van authenticiteit ligt 1 een weergave van

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 10

Extra opgaven hoofdstuk 10 Extra opgaven hoofdstuk 10 Opgave 1 Stel, dat de prijs van kapitaal gelijk is aan 2 euro per eenheid en dat de vergoeding voor arbeid 1 euro per eenheid bedraagt. De betreffende onderneming heeft de beschikking

Nadere informatie

GAMMA VAKKEN Aardrijkskunde, Economie, Filosofie, Geschiedenis en Maatschappijeer.

GAMMA VAKKEN Aardrijkskunde, Economie, Filosofie, Geschiedenis en Maatschappijeer. GAMMA VAKKEN Aardrijkskunde, Economie, Filosofie, Geschiedenis en Maatschappijeer. Aardrijkskunde Bij NT en NG kiest de leerling in klas 4 tussen Aardrijkskunde of Geschiedenis. SE in klas 5 en 6; CE in

Nadere informatie

De paradox van de burger als uitgangspunt

De paradox van de burger als uitgangspunt GEMEENTE WINTERSWIJK De paradox van de burger als uitgangspunt De dialoog als methodiek Rhea M. Vincent 1-11-2013 In het nieuwe zorgstelsel staat de vraag van de burger centraal. De professional en de

Nadere informatie

De familiebank - vanaf 2013

De familiebank - vanaf 2013 De familiebank - vanaf 2013 Inleiding Sinds 01-01-2013 moet iedere nieuwe lening t.b.v. de eigenwoning worden afgelost, met uitzondering van situaties die vallen onder het overgangsrecht. Omdat banken

Nadere informatie

Samenvatting Economie hoofdstuk 1 & 2

Samenvatting Economie hoofdstuk 1 & 2 Samenvatting Economie hoofdstuk 1 & 2 Samenvatting door Martijn 1605 woorden 29 oktober 2015 6,5 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: kiezen en ruilen Schaarste is de spanning tussen de menselijke

Nadere informatie

WAARDEGOED. betekenisvol leren en werken WIE? WAT? WAARDE! Methode voor waardengericht leren in bestaande lessen. HANDLEIDING voor docenten

WAARDEGOED. betekenisvol leren en werken WIE? WAT? WAARDE! Methode voor waardengericht leren in bestaande lessen. HANDLEIDING voor docenten WAARDEGOED betekenisvol leren en werken WIE? WAT? WAARDE! Methode voor waardengericht leren in bestaande lessen. HANDLEIDING voor docenten 1 HET DOEL VAN ONDERWIJS Jongeren kennis en vaardigheden aanreiken

Nadere informatie

Het geschenk maakt de wereld nieuw

Het geschenk maakt de wereld nieuw Hiberniaschool Middelbare Steinerschool Antwerpen Het geschenk maakt de wereld nieuw Over giften en de Steinerschool Hiberniaschool vzw Middelbare Steinerschool Volkstraat 40 2000 Antwerpen t 03 293 28

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opgave 2 Spiritueel scepticisme 6 maximumscore 4 een uitleg dat McKenna in tekst 6 vanuit epistemologisch perspectief over solipsisme spreekt: hij stelt dat de kennisclaim over het bestaan van andere mensen

Nadere informatie

levensbeschouwelijke identiteit van catent Scholen zijn als bomen Leven niet alleen Zonder grond en wortels Leeft geen school, niet één

levensbeschouwelijke identiteit van catent Scholen zijn als bomen Leven niet alleen Zonder grond en wortels Leeft geen school, niet één levensbeschouwelijke identiteit van catent Scholen zijn als bomen Leven niet alleen Zonder grond en wortels Leeft geen school, niet één De scholen van Catent - afzonderlijk en gezamenlijk - zijn als een

Nadere informatie

Gedeputeerde staten, Besluiten vast te stellen de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017.

Gedeputeerde staten, Besluiten vast te stellen de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017. Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 13 december 2016, PZH-2016-573388038 (DOS-2016-0012132) tot vaststelling van de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017 (Beleidsregel actieve

Nadere informatie

Karma, Voortzetting en het Edele Achtvoudige Pad

Karma, Voortzetting en het Edele Achtvoudige Pad Karma, Voortzetting en het Edele Achtvoudige Pad Augustus 2005, Plum Village Vandaag wil ik graag spreken over reïncarnatie, wedergeboorte en voortzetting. Als we een sinaasappelboom bekijken, dan kunnen

Nadere informatie

netwerk Op weg naar floreren

netwerk Op weg naar floreren Op weg naar floreren door Marja de Vries Als iets in lijn is met de universele wetmatigheden, functioneert het optimaal, komt het meer overeen met wie we in essentie zijn, is het in balans en harmonie

Nadere informatie

les 1 inleiding marketing HMC 1. Wat is marketing?

les 1 inleiding marketing HMC 1. Wat is marketing? 1. Wat is marketing? Marketing is afgeleid van het Engelse woord: to market. Dit betekent op de markt brengen. Om een product of dienst succesvol op de markt te brengen, moet een bedrijf rekening houden

Nadere informatie

samen sterker Samenvatting verkiezingsprogramma Samen sterker - kansen voor iedereen

samen sterker Samenvatting verkiezingsprogramma Samen sterker - kansen voor iedereen samen sterker Samenvatting verkiezingsprogramma Samen sterker - kansen voor iedereen Voorwoord Alexander Pechtold 1 Het gaat goed met Nederland. In ons land wonen de gelukkigste, gezondste en best opgeleide

Nadere informatie

Opgave 1 Hebben kinderen een vrije wil?

Opgave 1 Hebben kinderen een vrije wil? Opgave 1 Hebben kinderen een vrije wil? 1 maximumscore 2 een uitleg waarom Augustinus onder andere naar aanleiding van deze gebeurtenis het begrip wil kan introduceren: inzicht in het goede is niet genoeg

Nadere informatie

1ste bach PSW. Economie. 1ste semester. uickprinter Koningstraat Antwerpen B EUR

1ste bach PSW. Economie. 1ste semester. uickprinter Koningstraat Antwerpen   B EUR 1ste bach PSW Economie 1ste semester Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be B13 6.00 EUR Nieuw!!! Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be Handboek Ppt op BB Video

Nadere informatie

Onze geestelijke werkelijkheid. uit de cursus Geestelijke ontwikkeling 1956

Onze geestelijke werkelijkheid. uit de cursus Geestelijke ontwikkeling 1956 uit de cursus Geestelijke ontwikkeling 1956 Wanneer je leeft en je zoekt naar hogere krachten, dan vind je veel verbluffende verschijnselen. Je vindt de grote goden en de kleine goden als werkzame krachten

Nadere informatie

De kleine Economie voor Dummies. Sean Masaki Flynn, PhD

De kleine Economie voor Dummies. Sean Masaki Flynn, PhD De kleine Economie voor Dummies Sean Masaki Flynn, PhD Amersfoort, 2016 Inhoud Inleiding.............................................................. 9 Hoofdstuk 1: Wat is economie, en wat heb jij ermee

Nadere informatie

Vrijheid van de een is voorwaarde voor die van de ander

Vrijheid van de een is voorwaarde voor die van de ander Vrijheid van de een is voorwaarde voor die van de ander Amsterdam, juni 2017 Beste Axel Honneth, Iedere keer als ik in Duitsland ben zoek ik een Duits boek op. Ik ben opgegroeid met de Duitse cultuur en

Nadere informatie

COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK

COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK INHOUDSTAFEL INLEIDING Een integraal en solidair humanisme a) Bij het aanbreken van het derde millennium 1 b) De betekenis van dit document 3 c) Ten dienste van

Nadere informatie

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! In ons onderwijs staat de mens centraal, of het nu gaat om studenten of medewerkers, om ouders of werknemers uit het bedrijfsleven, jongeren of volwassenen. Wij zijn

Nadere informatie

Gemeenschap en gemeenzaamheid: Hoe houdt de individuele mens zich staande te midden van het wereldgebeuren?

Gemeenschap en gemeenzaamheid: Hoe houdt de individuele mens zich staande te midden van het wereldgebeuren? Beste mensen, Waar zijn we in vredesnaam mee bezig? Beseffen we dagelijks onze verantwoordelijkheid dat we in dit leven tot de antroposofie mochten komen? Sluipt de dubbelganger binnen, spreekt ons ego?

Nadere informatie

200% Economie voor het vmbo Kerndoelen per leerjaar

200% Economie voor het vmbo Kerndoelen per leerjaar 00% Economie voor het vmbo Kerndoelen per leerjaar In onderstaande tabel zie je welke examen eindterm wanneer behandeld wordt in 00% Economie voor het vmbo. De getallen zoals 1.1 of. staan voor de paragrafen

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2005/30013 (3764) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet

Nadere informatie

Wat is realiteit? (interactie: vraagstelling wie er niet gelooft en wie wel)

Wat is realiteit? (interactie: vraagstelling wie er niet gelooft en wie wel) Wat is realiteit? De realiteit is de wereld waarin we verblijven met alles wat er is. Deze realiteit is perfect. Iedere mogelijkheid die we als mens hebben wordt door de realiteit bepaald. Is het er, dan

Nadere informatie

SLO Leerdoelenkaart economie: gedifferentieerde beheersingsniveaus voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs

SLO Leerdoelenkaart economie: gedifferentieerde beheersingsniveaus voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs 1. Schaarste 1. Je kan uitleggen dat beperkte middelen dwingen tot het maken van keuzes. 1.1. Keuzes maken 1.2. Consumeren 1.1.1. Je begrijpt dat economie gaat over het maken van keuzes en dat je niet

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting door M. 1184 woorden 8 juni 2013 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 1 De staat kan wetten maken, regels die voor alle

Nadere informatie

Immanuel Kant Kritiek van de zuivere rede 53

Immanuel Kant Kritiek van de zuivere rede 53 Ten geleide Kant en de grenzen van de rede 15 Geraadpleegde literatuur 39 Verantwoording bij de vertaling 41 Immanuel Kant aan Marcus Herz (21 februari 1772) Het 'geboorteuur' van de Kritiek van de zuivere

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 39364 13 juli 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 5 juli 2017, nr. VO/1188661,

Nadere informatie

Erfgoedonderwijs als cultuuronderwijs. Barend van Heusden Afdeling Kunsten, Cultuur en Media

Erfgoedonderwijs als cultuuronderwijs. Barend van Heusden Afdeling Kunsten, Cultuur en Media Erfgoedonderwijs als cultuuronderwijs Barend van Heusden Afdeling Kunsten, Cultuur en Media 12/14/2012 2 Vragen... Hoe verhoudt erfgoed- zich tot cultuureducatie? Wat zijn kenmerkende eigenschappen van

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 2139 woorden 16 oktober 2005 7,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Paragraaf 1 Micro-economie: als we de productie door 1

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 19

Extra opgaven hoofdstuk 19 Extra opgaven hoofdstuk 19 Opgave 1 In de bij deze opgave behorende figuur is de fietsenmarkt van een gesloten economie weergegeven. Door een reclameactie van de fietsenfabrikant nemen de vraag naar en

Nadere informatie

BELEIDSPLAN STICHTING HET THEOSOFISCH WERKFONDS

BELEIDSPLAN STICHTING HET THEOSOFISCH WERKFONDS BELEIDSPLAN STICHTING HET THEOSOFISCH WERKFONDS 2015 2020 Den Haag, juli 2014 Inhoudsopgave pag. 1. Inleiding..... 1 2. Relatie met Theosofisch Genootschap en theosofie...... 1 3. Doelstellingen..2 4.

Nadere informatie

Samenvatting Levensbeschouwing Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Levensbeschouwing Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Levensbeschouwing Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door A. 1081 woorden 7 februari 2017 0 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Levensbeschouwing Hst. 1 paragraaf 7 Vier factoren bij de mens

Nadere informatie

UNITING THE ORGANIC WORLD

UNITING THE ORGANIC WORLD International Federation of Organic Agriculture Movements Principles of Organic Agriculture 1 Beginselen van de Biologische Landbouw De Beginselen vormen de wortels, waaruit de biologische landbouw groeit

Nadere informatie

Coöperatie en communicatie:

Coöperatie en communicatie: Nederlandse Samenvatting (summary in Dutch) 135 Coöperatie en communicatie: Veranderlijke doelen en sociale rollen Waarom werken mensen samen? Op het eerste gezicht lijkt het antwoord op deze vraag vrij

Nadere informatie

Willen sterven. Wie anders dan ik zelf zou het recht hebben om te beslissen over mijn leven? Moment voor religieuze bezinning en waardevol leven

Willen sterven. Wie anders dan ik zelf zou het recht hebben om te beslissen over mijn leven? Moment voor religieuze bezinning en waardevol leven Wie anders dan ik zelf zou het recht hebben om te beslissen over mijn leven? Paul van Tongeren was tot zijn emeritaat hoogleraar wijsgerige ethiek in Nijmegen en Leuven. Hij is als geassocieerd onderzoeker

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland

Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland Samenvatting door een scholier 583 woorden 8 februari 2005 4,7 21 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Module 3, aantekeningen.

Nadere informatie

UIT de arbeidsmarkt

UIT de arbeidsmarkt Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid

Nadere informatie

EEN HISTORISCH PERSPECTIEF OP WERK

EEN HISTORISCH PERSPECTIEF OP WERK EEN HISTORISCH PERSPECTIEF OP WERK Paul de Beer, hoogleraar arbeidsverhoudingen aan de Universiteit van Amsterdam, sprak vorig jaar over de waarde van werk op de conferentie De waarde van werk in de 21

Nadere informatie

Samenvatting Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: "Wie is de mens?"

Samenvatting Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: Wie is de mens? Samenvatting Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: "Wie is de mens?" Samenvatting door A. 1479 woorden 4 december 2014 6,7 87 keer beoordeeld Vak Methode Levensbeschouwing Zin in zin Paragraaf 2 Mensbeeld = een

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 en 5

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 en 5 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 en 5 Samenvatting door een scholier 1527 woorden 30 maart 2012, 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 4.1 De markt als organisator: De bevoorrading van bijvoorbeeld

Nadere informatie

B.U.N. Boeddhistische Unie Nederland Vereniging van boeddhistische groeperingen in Nederland

B.U.N. Boeddhistische Unie Nederland Vereniging van boeddhistische groeperingen in Nederland Amsterdam, 24-11-2014 Boeddhisten in Nederland een inventarisatie Er zijn twee vragen die boeddhisten in Nederland al jaren bezig houden: 1. Wat is een boeddhist 2. Hoeveel boeddhisten zijn er in Nederland

Nadere informatie

filosofie havo 2015-II

filosofie havo 2015-II Opgave 1 Bloed, zweet en luxeproblemen 1 maximumscore 2 een argumentatie of de uitleg van het inkomensverschil tussen Benjamin en de arbeiders gerechtvaardigd is aan de hand van de Romeinse definitie van

Nadere informatie

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken

Nadere informatie