Reglement VAL jeugdsportfonds 2015

Transcriptie

1 Reglement VAL jeugdsportfonds 2015 Inleiding In samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap en het Bloso richtte de Vlaamse Atletiekliga (hierna VAL genoemd) in 2009 een Jeugdsportfonds op waarvan de middelen grotendeels aangewend worden om Vlaamse atletiekclubs een rechtstreekse toelage te geven indien ze initiatieven ontplooien die hun jeugdwerking kwalitatief verbeteren. Het reglement werd opgedeeld in deelaspecten zodat elke vereniging een deel van de middelen kan bekomen. Deze deelaspecten werden mee bepaald door de uitgevoerde jeugdanalyse in de verenigingen (anno 2009). De Vlaamse gemeenschap vraagt in het kader van dit Jeugdsportfonds specifiek aandacht voor een maatschappelijke en ethische waarden. Deze waarden werden geïntegreerd in één van de deelaspecten. Na een jaarlijkse verfijning van het reglement werd in 2012 een eerste grondige analyse gemaakt van het reglement van het Jeugdsportfonds en werd het aangepast aan de vernieuwde behoeften. Grootte en duur van het fonds Het Jeugdsportfonds zal tijdens de beleidsperiode verder gezet worden en het project zal elk jaar kunnen beschikken over een totale som die jaarlijks wordt samengesteld door de VAL en de Vlaamse Overheid/Bloso. Beheer & toezicht Het beheer en toezicht gebeurt door de sporttechnisch coördinator en de commissie Jeugd van de Vlaamse Atletiekliga. De berekening van de fondsen wordt jaarlijks in november voorgelegd aan de Raad van Bestuur van de Vlaamse Atletiekliga. Een afgevaardigde van het Bloso kan ten allen tijde inzage krijgen op de verwerking van de resultaten.

2 Tot het beheer en toezicht behoren: Het toekennen van de fondsen na beraadslaging en berekening. Het organiseren van toezicht. Communicatie over en bijsturing van de verschillende (club)projecten. Beheren en toekennen van de jeugdlabels van de clubs. Het vastleggen van meer gedetailleerde criteria van de deelaspecten wanneer de oorspronkelijke criteria onduidelijk zijn. Het erkennen van projecten wanneer een onderdeel dat vereist. Het is de bedoeling dat er te allen tijden een transparantie bestaat over hoe de subsidies worden verdeeld. Vragen hieromtrent kunnen steeds gesteld worden bij Paula Vanhoovels, 02/ Voorwaarden - Komt uw club in aanmerking? In principe kan elke Vlaamse atletiekclub (en clubs uit het Brussels Hoofdstedelijk gewest) gebruik maken van subsidies uit het Jeugdsportfonds. Basisvoorwaarde voor een club: Aangesloten zijn bij de VAL op 31 maart van het betreffende kalenderjaar De financiële verplichtingen hebben vervuld ten opzichte van de VAL. Minstens 30 actieve jeugdleden hebben op 1 september van het lopende kalenderjaar. Wat kan worden gesubsidieerd en wat zijn de criteria? Hieronder vindt u de acht deelaspecten die in aanmerking komen om gesubsidieerd te worden met bijhorende uitleg en criteria: - Deelaspect 1: Competitie - Deelaspect 2: Basisopleiding jeugd - Deelaspect 3: Sportkampen - Deelaspect 4: Trainersstructuur - Deelaspect 5: Interne organisatie - Deelaspect 6: Talentdetectie en ontwikkeling - Deelaspect 7: Maatschappelijke en ethische waarden - Deelaspect 8: Clubparticipatie Criteria : Een club kan maximaal 1 maal een financiële ondersteuning ontvangen per onderdeel. Een club kan maximaal voor 8 onderdelen in aanmerking komen per kalenderjaar. Een club kan vrij kiezen voor welk onderdeel het een aanvraag wil indienen of niet. Het niet indienen van een aanvraag voor één deelaspect kan geen aanleiding geven tot verminderde subsidie voor andere deelaspecten. Bepalen van de punten Bij elk deelaspect is een minimale voorwaarde die bepalend is voor de toekenning van het kwaliteitslabel en die 50 punten oplevert. Daarnaast is er telkens een tweede, derde en vierde voorwaarde die extra financiële ondersteuning biedt: voor de behaalde extra voorwaarde krijgt de club 25 extra punten. In totaal kunnen dus per deelaspect maximaal 125 punten behaald worden per club. Een vereniging kan geen punten voor een deelaspect scoren indien niet voldaan is aan de minimale (eerste) voorwaarde. Jeugdsportfonds VAL

3 Puntentoekenning Behalen van de minimale voorwaarde Behalen van de tweede voorwaarde Behalen van de derde voorwaarde Behalen van de vierde voorwaarde 50 punten extra 25 punten extra 25 punten extra 25 punten Verdeling van de financiële middelen Per deelaspect is bepaald hoeveel percent van de totale subsidie er aan besteed wordt: - Deelaspect 1: Competitief kader 12% - Deelaspect 2: Basisopleiding jeugd 12% - Deelaspect 3: Sportkampen 12% - Deelaspect 4: Trainersstructuur 12% - Deelaspect 5: Interne organisatie 12% - Deelaspect 6: Talentdetectie en ontwikkeling 12% Deelaspect 7: Maatschappelijke en ethische waarden 12% - Deelaspect 8: Clubparticipatie 16% Waar en hoe indienen? Elke vereniging dient een aanvraag tot ondersteuning in te dienen met een daartoe speciaal ontwikkeld aanvraagformulier dat via het extranet van de Vlaamse Atletiekliga kan gedownload worden. De aanvragen dienen jaarlijks te gebeuren uiterlijk 15 september. Voor de deelaspecten 2, 3, 4, 5 en 7 gebeurt de afrekening uiterlijk 15 oktober op basis van de verantwoordingsstukken (zie Bestedingsmogelijkheden ) die ingediend worden voor 10 oktober. Voor de deelaspecten 1, 6 en 8 gebeurt de berekening door de VAL tegen 15 november. De verenigingen dienen de verantwoordingsstukken voor het resterend bedrag in voor 1 december, waarna het bedrag op de clubrekening wordt gestort. Door de club uit te voeren Door de VAL uit te voeren TIMING 15 september - Indienen aanvraag ondersteuning Jeugdsportfonds - Indienen van het overzicht van alle jeugdtrainers in de vereniging met opgave van de naam en het trainersdiploma en/of L.O.-diploma. 30 september Berekening eerste deel van de ondersteuning en rapportering naar de clubs 10 oktober Uiterlijke datum indienen verantwoordingsstukken voor eerste deel van de ondersteuning 15 oktober Uiterlijke datum afrekening eerste deel van de ondersteuning 15 november Verwerking bijkomende gegevens door de VAL en rapportering naar de clubs 1 december Uiterlijke datum indienen verantwoordingsstukken voor tweede deel van de ondersteuning 15 december Uiterlijke datum afrekening tweede deel van de ondersteuning Het aanvraagformulier dient per te worden verzonden naar jeugdsportfonds@val.be. 2 Jeugdsportfonds VAL 2015

4 Bestedingsmogelijkheden Na toekenning van de subsidies zal er van de gesubsidieerde club een daartoe speciaal ontwikkeld uitgavenoverzicht worden gevraagd dat via het extranet van de Vlaamse Atletiekliga kan gedownload worden. Dit uitgavenoverzicht geeft een aantal bestedingsmogelijkheden van financiële middelen weer voor de clubs. Op het uitgavenoverzicht dient dus te worden ingevuld wat er aan kosten werd besteed voor het betreffende onderdeel. Deze kosten dienen minimaal gelijk te zijn met de toegekende subsidie. De volgende bestedingsmogelijkheden zijn bepaald: Aankoop van jeugdsportmateriaal (max. 50% van het totaal subsidiebedrag) Copieerkosten Drukkosten Deelnamekosten voor bijscholingen en opleidingen Huur accommodatie Verblijfskosten gekwalificeerde begeleiders (enkel overnachting en ontbijt) Verblijfskosten deelnemers (enkel overnachting en ontbijt) Verplaatsingskosten gekwalificeerde trainers Verplaatsingskosten deelnemers Verloning gekwalificeerde trainers Aankoop van de Spelenfarde "Aspirant-Initiator Atletiek" Alle kosten moeten betrekking hebben op jeugdactiviteiten (-18j). Alleen kosten van het lopende jaar worden aanvaard. Voor alle rubrieken geldt dat geen dubbele uitbetaling kan gebeuren, bv. doordat de kosten reeds gesubsidieerd werden door derden (bv. gemeentelijke sportdienst, impulssubsidie, ). Inbreuk hierop kan leiden tot volledige schrapping uit het Jeugdsportfonds. Verloningen worden enkel terugbetaald indien ze wettelijk werden uitgevoerd. De kosten die werden opgegeven op het uitgavenoverzicht moeten gestaafd worden dmv. bewijsstukken (copie factuur, kostennota s, ) Onenigheid en beroep Bij onenigheid i.v.m. een toekenning en/of een ander onderwerp, zal een beroep worden geslecht door de raad van bestuur van de VAL. Begrippen Jeugd = jongeren tot 18 jaar, maw. de categorieën KAN/BEN/PUP/MIN/CAD/SCH VTS-opgeleide = trainer met VTS-diploma of -attest van aspirant-initiator of bachelor/master L.O. De bachelor/master L.O. wordt in het Jeugdsportfonds gelijkgesteld met Trainer B. Actief jeugdlid = jeugdlid met wedstrijdvergunning Jeugdsportfonds VAL

5 Kwaliteitslabelcriteria De criteria tot het behalen van een kwaliteitslabel jeugdatletiek zijn als volgt : kwaliteitslabel gouden jeugdclub Voldoen aan de norm van tenminste 6 van de 8 minimumcriteria van de verschillende onderdelen Voldoen aan een tweede voorwaarde van tenminste 5 van de 8 volgende onderdelen Voldoen aan een derde voorwaarde van tenminste 3 van de 8 onderdelen Voldoen aan een vierde voorwaarde van tenminste 2 van de 8 onderdelen Concreet: minimaal 2 x 125 pt + 1 x 100pt + 2 x 75pt + 1 x 50pt kwaliteitslabel zilveren jeugdclub Voldoen aan de norm van tenminste 5 van de 8 minimumcriteria van de verschillende onderdelen Voldoen aan een tweede voorwaarde van tenminste 4 van de 8 onderdelen Voldoen aan een derde voorwaarde van tenminste 2 van de 8 onderdelen Voldoen aan een vierde voorwaarde van tenminste 1 van de 8 onderdelen Concreet: minimaal 1 x 125 pt + 1 x 100 pt + 2 x 75pt + 1 x 50pt kwaliteitslabel bronzen jeugdclub Voldoen aan de norm van tenminste 4 van de 8 minimumcriteria van de verschillende onderdelen Voldoen aan een tweede voorwaarde van tenminste 3 van de 8 onderdelen Voldoen aan een derde voorwaarde van tenminste 1 van de 8 onderdelen Concreet: minimaal 1 x 100 pt + 2 x 75pt + 1 x 50pt Verenigingen die een Gouden label behalen komen in aanmerking om te fungeren als stageplaats voor de cursisten van de Initiatoropleiding. Alle verenigingen ontvangen tijdens een officiële huldiging een brevet van het kwaliteitslabel. 4 Jeugdsportfonds VAL 2015

6 Deelaspect 1 = COMPETITIEF KADER Minstens 10 % van de actieve jeugdleden PUP-MIN-CAD neemt deel aan minstens 7 wedstrijden. Minimaal 15 % van de actieve jeugdleden PUP-MIN-CAD neemt deel aan minstens 7 wedstrijden. Minimaal 20 % van de actieve jeugdleden PUP-MIN-CAD neemt deel aan minstens 7 wedstrijden. De vereniging beschikt over min. 4 cadetten en/of scholieren die in 3 disciplinegroepen een prestatie leverden. WEDSTRIJDEN = veldlopen + zomerwedstrijden op de piste Ter ondersteuning van de verenigingen maakt de Vlaamse Atletiekliga jaarlijks een overzicht van het aantal jeugdleden (pup-min-cad) per club dat deelgenomen heeft aan minstens 7 wedstrijden het aantal cadetten en scholieren per club die tijdens het seizoen hebben deelgenomen aan een meerkamp Jeugdsportfonds VAL

7 Deelaspect 2 = BASISOPLEIDING JEUGD De vereniging heeft minimaal één keer per week een bewegingsaanbod (= veelzijdige training) voor Kangoeroes. De vereniging organiseert minstens één promotionele Kids Athletics die voldoet aan de volgende voorwaarden: o de Kids Athletics wordt gecoördineerd door een VTS- opgeleide of -ingeschaalde o de maximale duurtijd bedraagt 3u o de Kids Athletics wordt uiterlijk 1 maand vooraf bekend gemaakt bij de VAL dmv. een gestandaardiseerd inlichtingsformulier. o De Kids Athletics staat ook open voor leden van andere verenigingen en voor nietaangeslotenen De Kids Athletics wordt min. 1x/jaar als competitievorm voor Kangoeroes georganiseerd en opgenomen in de wedstrijdkalender van de Vlaamse Atletiekliga. Bij de organisatie van de competitieve Kids nemen minstens 10 kinderen deel van een andere vereniging dan de organiserende vereniging. Met deze voorwaarde wordt de samenwerking tussen verenigingen beoogd. Ter ondersteuning van de verenigingen stelt de Vlaamse Atletiekliga een handleiding ter beschikking betreffende de organisatie van Kids Athletics. Deze is raadpleegbaar via Het concept van de Kids Athletics wordt ter gelegenheid van de Aspirant-Initiator opleiding en bij de Initiator opleiding zowel theoretisch als praktisch gedoceerd en is als stageonderdeel opgenomen. De Kids Athletics geldt als enige wedstrijdvorm voor Kangoeroes. 6 Jeugdsportfonds VAL 2015

8 Deelaspect 3 = SPORTKAMPEN De vereniging organiseert een sportkamp dat voldoet aan de volgende voorwaarden: o het sportkamp staat onder leiding van een VTS- opgeleide van minimaal Trainer B-niveau o minstens 50% van de lesgevers is een VTS-opgeleide o de club bepaalt het programma en de invulling van de lesgevers o sportkamp jeugd waarvan de deelnemers jonger zijn dan 14jaar: het sportkamp staat open voor niet-aangeslotenen sportkamp jeugd waarvan de deelnemers 14 jaar zijn of ouder: het sportkamp staat open voor leden uit andere verenigingen en/of niet-aangeslotenen o duur: minimaal 3 aansluitende dagen o staat open voor < 14 jaar: minimaal 40 deelnemers > 14 jaar: minimaal 25 deelnemers De vereniging organiseert minstens 2 sportkampen die voldoen aan de bovenvermelde voorwaarden. De vereniging organiseert minstens 3 sportkampen die voldoen aan de bovenvermelde voorwaarden. De vereniging werkt samen met een andere atletiekvereniging door een gezamenlijke organisatie waarbij het programma in overleg wordt bepaald en uit elke vereniging minstens 1 gekwalificeerde trainer aanwezig is. EEN SPORTKAMP IS GEEN CLUBSTAGE De doelstelling van een sportkamp is de promotie van de atletiek in de eigen regio (door toelaten van niet-aangeslotenen) EN/OF de gestructureerde samenwerking met andere verenigingen om zo de kwaliteit van de begeleiding te verhogen. Ter ondersteuning van de verenigingen worden alle aangeboden sportkampen door verenigingen op de website van de Vlaamse Atletiekliga geplaatst. Op die manier kunnen ook niet- clubleden en niet-aangeslotenen het aanbod van verenigingssportkampen bekijken. Een draaiboek voor de organisatie van sportkampen is raadpleegbaar via de website via Jeugdsportfonds VAL

9 Deelaspect 4 = TRAINERSSTRUCTUUR De vereniging heeft voor de begeleiding van atleten vanaf de cadettencategorie minstens 4 opgeleide trainers van minimaal Instructeur atletiek of Trainer B-niveau. De vereniging heeft voor de begeleiding van atleten vanaf de cadettencategorie minstens 5 opgeleide trainers van minimaal Instructeur atletiek of Trainer B-niveau. De vereniging heeft voor de begeleiding van atleten vanaf de cadettencategorie minstens 6 opgeleide trainers van minimaal Instructeur atletiek of Trainer B-niveau. De vereniging heeft voor de begeleiding van atleten vanaf de cadettencategorie minstens 7 opgeleide trainers van minimaal Instructeur atletiek of Trainer B-niveau. De Vlaamse Atletiekliga biedt op basis van de lijst van de actieve trainers en op basis van de VOTAS-gegevens jaarlijks een update aan van de diploma s van deze trainers. 8 Jeugdsportfonds VAL 2015

10 Deelaspect 5 = INTERNE ORGANISATIE De vereniging beschikt over een jeugdsportcoördinator die minimaal beschikt over een diploma Instructeur atletiek of een VTS-diploma Initiator + een attest van VTS-Jeugdsportcoördinator of is bachelor/master L.O. De club beschikt over een trainingsplanning voor de jeugdtrainingen <13j, dat door de jeugdcoördinator wordt opgesteld en waarbinnen de trainingen kaderen die alle jeugdtrainers geven. Minstens 15% van alle clubtrainers volgt minstens 1 trainersbijscholing per jaar. De vereniging heeft - minstens één cursist per jaar die deelneemt aan de opleiding Aspirant-Initiator of Initiator OF - minstens één cursist die deelneemt aan de opleiding tot Jurylid 1 ste niveau. TRAINERSBIJSCHOLING = bijscholing voor trainers, georganiseerd door de Vlaamse Atletiekliga of bijscholing georganiseerd door derden die erkend wordt door de federatie op basis van de sportgerichte inhoud van de sessie. Voor bijscholingen van de federatie dient geen attest afgeleverd te worden, voor bijscholingen van derden wél. De Vlaamse Atletiekliga beschikt vanaf 2013 over de opleiding Instructeur Atletiek, die ideaal is voor de ondersteuning van de Jeugdsportcoördinator in de club. Ter ondersteuning van de verenigingen heeft de Vlaamse Atletiekliga eindtermen opgemaakt voor miniemen, waar jeugdtrainers en jeugdcoördinatoren zich kunnen baseren om het aanbod van trainingen te bepalen. Deze eindtermen zijn raadpleegbaar op de website van de Vlaamse Atletiekliga, Ter ondersteuning van de Jeugdcoördinatoren organiseert de Vlaamse Atletiekliga in 2015 drie bijscholingssessies betreffende de opmaak van een trainingsplanning voor de jeugd. In het kader van de nieuwe opleiding Instructeur Atletiek wordt de trainingsplanning en trainingsinvulling voor deze doelgroep uitvoerig besproken. De Vlaamse Atletiekliga maakt ten behoeve van de verenigingen een lijst van alle deelnemers aan federatiebijscholingen. De Vlaamse Atletiekliga ondersteunt en stimuleert de organisatie van de Aspirant- Initiatoropleiding. De Vlaamse Atletiekliga zorgt jaarlijks voor minimaal 10 opleidingen voor jeugdtrainers (ASP- INI of INI). De Vlaamse Atletiekliga organiseert jaarlijks minimaal 5 opleidingen voor juryleden. Jeugdsportfonds VAL

11 Deelaspect 6 = TALENTDETECTIE en -ONTWIKKELING de vereniging overhandigt jaarlijks aan de Vlaamse Atletiekliga een lijst van minstens 4 talentvolle jongeren. Op basis van deze lijst worden jongeren uitgenodigd voor provinciale trainingen. minstens 7% van de actieve jeugdleden (MIN/CAD) neemt deel aan de provinciale talentendagen minstens 25% van de atleten die uitgenodigd werden voor de provinciale trainingen nemen deel aan 50% van de sessies. minstens 50% van de atleten die uitgenodigd werden voor de provinciale trainingen nemen deel aan 50% van de sessies. Ter ondersteuning van de verenigingen maakt de Vlaamse Atletiekliga statistieken op betreffende de deelname aan provinciale trainingen en provinciale talentendagen. Atleten die in aanmerking komen om deel te nemen aan provinciale trainingen en provinciale talentendagen worden persoonlijk op de hoogte gebracht. Daarnaast worden de verenigingen én de jeugdcoördinatoren van de verenigingen geïnformeerd. 10 Jeugdsportfonds VAL 2015

12 Deelaspect 7 = MAATSCHAPPELIJKE EN ETHISCHE WAARDEN De vereniging neemt minstens één initiatief gericht naar kansengroepen (G-atleten, kansarmen, etnisch culturele minderheden, ) De vereniging neemt minstens één initiatief gericht naar medisch / ethisch verantwoord sporten (overleg vlaggensysteem, vertrouwenspersoon, anti-doping initiatieven, ) De vereniging neemt minstens één initiatief gericht naar ecologisch sporten en/ of verkeersveilig sporten (fluohesjes voor buitentrainingen, sorteren van afval, efficiënt watergebruik bij douchen, ) De vereniging heeft een gestructureerde samenwerking met derden bij één van bovenstaande aspecten. Toe te voegen: samenwerkingsovereenkomst met deze instantie. De initiatieven moeten een toegevoegde waarde geven aan de reguliere invulling van de werking van de club. De specifieke aard van de organisatie naar de doelgroep toe moet duidelijk zijn. Bv. - organiseren van trainingen voor personen met een handicap - organiseren van laagdrempelige activiteiten ism. buurtsport, gericht naar kansarmen - infosessie betreffende sport en verkeer - infosessie betreffende ecologisch sporten Ter ondersteuning van de verenigingen stelt de Vlaamse Atletiekliga een gedragscode en het profiel van de vertrouwenspersoon ter beschikking. Deze kan men terugvinden via de website van de Vlaamse Atletiekliga, Ter ondersteuning van de verenigingen biedt de Vlaamse Atletiekliga mogelijkheden aan waarop de verenigingen kunnen inspelen wat betreft verkeersveilig sporten en ecologisch sporten. Jeugdsportfonds VAL

13 Deelaspect 8: CLUBPARTICIPATIE 50 punten 75 punten minstens beschikken over 30 jeugdleden dd. 30 september van het lopende kalenderjaar minstens 1 VTS jeugdtrainer per 25 jeugdleden minstens beschikken over 100 jeugdleden dd. 30 september van het lopende kalenderjaar minstens 1 VTS jeugdtrainer per 25 jeugdleden 100 punten minstens beschikken over 200 jeugdleden dd. 30 september van het lopende kalenderjaar minstens 1 VTS jeugdtrainer per 25 jeugdleden 125 punten minstens beschikken over 300 jeugdleden dd. 30 september van het lopende kalenderjaar minstens 1 VTS jeugdtrainer per 25 jeugdleden 16% van de clubsubsidie 12 Jeugdsportfonds VAL 2015