Arbo in bedrijf 2007 Een onderzoek naar de naleving van arbo-verplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2007

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Arbo in bedrijf 2007 Een onderzoek naar de naleving van arbo-verplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2007"

Transcriptie

1 Arbo in bedrijf 2007 Een onderzoek naar de naleving van arbo-verplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2007 Oktober 2008 drs. Farouk Saleh drs. Maarten Bos drs. Judith Hoeben John Samadhan

2

3 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING 1 INLEIDING 1 2 HET ONDERZOEK Achtergrond Gegevensverzameling Steekproeftrekking en herweging 4 3 WETTELIJKE VERPLICHTINGEN Inleiding Risico-inventarisatie- en -evaluatie (RI&E) en plan van aanpak Aanwezigheid (getoetste) RI&E Plan van aanpak Oordeel van de inspecteur over RI&E en housekeeping Arbeidsongevallen Arbeidsongevallenregistratie Geregistreerde arbeidsongevallen Maatregelen n.a.v. arbeidsongevallen Bekendheid meldingsplicht arbeidsongevallen Arbodienstverlening Contract met arbodienst of andere arbodienstverlener(s) Opname van verplichte diensten in het contract Inkoop van diensten Ziekteverzuimbeleid Bedrijfshulpverlening (BHV) en ontruimingsplan Preventiemedewerker Betrokkenheid van werknemers bij Arbobeleid Arbocatalogus 59 4 SPECIFIEKE ARBEIDSRISICO S Inleiding Tillen of dragen Belasting van arm, nek en schouders (KANS-risico) Psychosociale arbeidsbelasting Schadelijk geluid Gevaarlijke stoffen Machineveiligheid Besloten ruimten Niet-ioniserende straling 113

4 5 BELEID VOOR ZWANGERE WERKNEMERS EN WERKNEMERS IN DE PERIODE NA DE BEVALLING 118 LITERATUURLIJST 129 BIJLAGEN 131 BIJLAGE I Onderzoeksresultaten uitgesplitst naar sector en grootteklasse 132 Tabel I-1 Risico inventarisatie en evaluatie (RI&E) 132 Tabel I-2 Plan van aanpak 133 Tabel I-3 Ongevallenregistratie 134 Tabel I-4 Contract met arbodienstverlener 135 Tabel I-5 Inkoop sociaal-medische diensten 136 Tabel I-6 Ziekteverzuimbeleid 137 Tabel I-7 Bedrijfshulpverlening 138 Tabel I-8 Ontruimingsplan 139 Tabel I-9 Preventiemedewerker 140 Tabel I-10 Ondernemingsraad / personeelsvertegenwoordiging 141 Tabel I-11 Arbocatalogus 142 Tabel I-12 Tillen of dragen 143 Tabel I-13 Belasting van arm, nek en schouders (KANS) 144 Tabel I-14 Psychosociale arbeidsbelasting 145 Tabel I-15 Schadelijk geluid 146 Tabel I-16 Gevaarlijke stoffen 147 Tabel I-17 Machines 148 Tabel I-18 Besloten ruimten 149 Tabel I-19 Niet-ioniserende straling (NIS) 150 Tabel I-20 Zwangere werknemers en borstvoeding 151 Tabel I-21 Bekendheid met wet t.a.v zwangere werknemers 152 Tabel I-22 Housekeeping 153 BIJLAGE II Ontwikkelingen door de tijd 155 BIJLAGE III Betrouwbaarheidsinterval RI&E 161 BIJLAGE IV Vragenlijst Arbo in bedrijf

5 SAMENVATTING Deze samenvatting behandelt kort de belangrijkste resultaten van het onderzoek Arbo in bedrijf 2007 van de Arbeidsinspectie. Dit onderzoek geeft een representatief beeld van de stand van zaken op het gebied van arbeidsomstandigheden, de blootstelling aan een aantal arbeidsrisico s en genomen maatregelen in de Nederlandse bedrijven, instellingen en overheidsinstanties in Wettelijke verplichtingen Op het peilmoment 1 juli 2007 beschikt 48 van de bedrijven over een risicoinventarisatie en -evaluatie (RI&E) 1. Het percentage is gedaald ten opzichte van 2006 (50) 2, maar vrijwel gelijk aan dat van 2005 (47) 3. Grote bedrijven, dus bedrijven met veel werknemers in dienst, hebben vaker een RI&E dan kleine bedrijven. Het percentage werknemers dat werkt in een bedrijf dat beschikt over een RI&E, is dan ook veel hoger, namelijk 84. Bij de totstandkoming van de RI&E maakt 27 van de bedrijven gebruik van een branche-ri&e. Dit is een toename ten opzichte van 2006 (25) en 2005 (22). Onder de bedrijven met een al dan niet getoetste RI&E is het percentage dat maatregelen neemt ter voorkoming of beperking van arbeidsrisico s over het algemeen hoger dan onder de bedrijven zonder RI&E. Het is echter niet zo dat bedrijven zonder RI&E in het geheel geen maatregelen nemen. Uit de resultaten blijkt dat de meerderheid van de bedrijven, die wat betreft de RI&E in gebreke blijven, toch maatregelen neemt. Van de bedrijven met een al dan niet getoetste RI&E beschikt 77 over een plan van aanpak. Dit is een afname ten opzichte van 2006 (79) en (82). Over alle bedrijven gezien is het percentage bedrijven met een plan van aanpak behorende bij een (al dan niet getoetste) RI&E stabiel. In 2007 heeft 42 van alle bedrijven een plan van aanpak tegen 43 in 2006 en 42 in In 5 van de bedrijven heeft zich volgens de werkgever in de afgelopen vijf jaar één of meerdere registratieplichtige arbeidsongevallen voorgedaan 4. In deze bedrijven kon bijna driekwart (74) een arbeidsongevallenregistratie tonen. In 2007 heeft 85 van de bedrijven een contract met een arbodienst of andere arbodeskundige. Dit percentage is licht gedaald ten opzichte van 2006 (86) en 2005 (87). In 2007 heeft 80 van de bedrijven een ziekteverzuimbeleid. Het percentage bedrijven met een ziekteverzuimbeleid is ten opzichte van 2006 (79) en 2005 (76) gestegen. Ook wordt het ziekteverzuimbeleid vaker (deels) schriftelijk vastgelegd. 1 Op juli 2007 heeft 35 van de bedrijven een getoetste RI&E en 14 een niet getoetste RI&E. 2 Op juli 2006 heeft 36 van de bedrijven een getoetste RI&E en 14 een niet getoetste RI&E. 3 Op 1 juli 2005 had 47 van de bedrijven een RI&E (36 getoetst en 11 niet getoetst). 4 In 2007 is de definitie van registratieplichtige ongevallen in de Arbowet gewijzigd. De werkgever is wettelijk verplicht om de ongevallen schriftelijk bij te houden welke hebben geleid tot (1) de dood, een ziekenhuisopname of blijvend letsel, en (2) tot een verzuim van meer dan 3 werkdagen. Door de definitiewijziging zijn de cijfers niet vergelijkbaar met cijfers van de voorgaande jaren. I

6 In 2007 heeft 63 van de bedrijven gekwalificeerde bedrijfshulpverleners aangesteld. Dit percentage is stabiel ten opzichte van 2006 (65) en 2005 (63). In 2007 is in 32 van de bedrijven een ontruimingsplan aanwezig. Dit is een toename ten opzichte van 2006 (27) en 2005 (26). In 2007 heeft 48 van de bedrijven een preventiemedewerker aangesteld. Dit percentage ligt lager dan in 2006 (53) maar nog steeds ruim hoger dan in 2005 (30). De stijging in 2006 wordt verklaard door het feit dat per 1 juli 2005 het aanstellen van de preventiemedewerker wettelijk verplicht werd 5. In 21 van de bedrijven wordt de rol van preventiemedewerker vervuld door één of meerdere werknemers, in 25 van de bedrijven door de werkgever zelf, en in 3 van de bedrijven zijn de preventietaken niet op de vestiging zelf maar elders neergelegd (b.v. op de hoofdvestiging) 6. Tabel I: Samenvattend overzicht van de wettelijke verplichtingen in 2005, 2006 en Wettelijke verplichting 2005 (n=2046) als van alle bedrijven 2006 (n=1997) 2007 (n=2007) RI&E getoetste RI&E niet getoetste RI&E plan van aanpak arbeidsongevallenregistratie* contract met een arbodienst of andere arbodeskundige schriftelijk of mondeling ziekteverzuimbeleid Bedrijfshulpverlening Ontruimingsplan Preventiemedewerker** * Als percentage van bedrijven waar zich in de voorafgaande 5 jaar een registratieplichtig arbeidsongeval heeft voorgedaan. Vanwege een definitiewijziging van registratieplichtige ongevallen in de Arbowet van 1 januari 2007 zijn de cijfers van de voorgaande jaren niet opgenomen. ** Toename 2006 t.o.v doordat vanaf 1 juli 2005 preventiemedewerker wettelijk verplicht werd. Arbeidsrisico s In 44 van de bedrijven behoort tillen of dragen tot de reguliere werkzaamheden van één of meer werknemers. In 9 van de bedrijven betreft het lasten van 25 kg of meer. In 25 van de bedrijven gaat het om lasten van 10 tot 25 kg. In 19 van de bedrijven betreft het lasten van minder dan 10 kg Bedrijven kregen tot 31 december 2005 de tijd om hier invulling aan te geven. Door afrondingen komt het totaal van deze percentages hoger uit dan het totaalpercentage van 48. Voor cijfers over voorgaande jaren wordt verwezen naar bijlage II (voor cijfers over 2004) en de publicatie Arbo in bedrijf 2006 (voor cijfers over 1998 t/m 2003). Het totaal van deze percentages is meer dan 47. Voor een toelichting, zie par II

7 Ten opzichte van 2006 is het percentage bedrijven waar het tillen of dragen van lasten een arbeidsrisico is 46, maar ten opzichte van 2005 is het percentage gelijk. Het percentage bedrijven waar werknemers regelmatig zware lasten van 25 kg of meer tillen of dragen is ten opzichte van 2006 (10) en 2005 (11) licht gedaald. In 68 van de bedrijven verrichten werknemers regelmatig werkzaamheden die belastend zijn voor armen, nek en schouders en klachten daaraan (KANS 9 ) tot gevolg kunnen hebben. Deze klachten worden ook wel RSI genoemd. In dit onderzoek is uitgegaan van beeldschermwerk, overig repeterend werk (anders dan beeldschermwerk) en overig werk in een statische lichaamshouding (anders dan beeldschermwerk) als mogelijke oorzaken van KANS. In 49 van de bedrijven werken werknemers regelmatig meer dan 2 uur per dag met een beeldscherm. In 13 van de bedrijven verrichten werknemers regelmatig werk in een statische lichaamshouding. In 8 van de bedrijven voeren werknemers regelmatig repeterend werk uit. Het percentage bedrijven waar werknemers blootstaan aan belastende werkzaamheden voor armen, nek en schouders ligt aanmerkelijk hoger dan in 2006 (60) en 2005 (47) 10. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door een stijging in het percentage bedrijven waar werknemers regelmatig beeldschermwerk uitvoeren. Het percentage bedrijven waar psychosociale arbeidsbelasting (PSA) wordt onderkend ligt in 2007 (17) 2 procentpunt hoger dan in 2006 en 2005 (beide jaren 15). Dit wijst op een (lichte) stijging in het voorkomen van psychosociale arbeidsbelasting en/of een stijging in het onderkennen van dit arbeidsrisico door de werkgever. In de Arbowet ligt de nadruk op werkdruk, seksuele intimidatie, agressie en geweld en pesten als oorzaken van PSA. In 7 van de bedrijven ervaren werknemers volgens de werkgever op regelmatige basis PSA door werkdruk, in 9 door agressie en geweld, in 2 door seksuele intimidatie en 1 door pesten. In 19 van de bedrijven zijn er werknemers die regelmatig blootstaan aan schadelijk geluid (>80 db). Het percentage bedrijven waar werknemers blootstaan aan schadelijk geluid is ten opzichte van 2006 (23) en 2005 (22) gedaald. In 28 van alle bedrijven zijn er werknemers die tijdens hun reguliere werkzaamheden kunnen worden blootgesteld aan één of meerdere gevaarlijke stoffen. In 24 van de bedrijven betreft de blootstelling op termijn gevaarlijke stoffen, in 10 van de bedrijven kankerverwekkende stoffen en in 8 van de bedrijven direct gevaarlijke stoffen (met name brandgevaarlijke stoffen). In bedrijven kunnen de genoemde categorieën stoffen naast elkaar voorkomen, waardoor de som van de verschillende percentages hoger uitkomt dan het totale percentage bedrijven waar gevaarlijke stoffen een arbeidsrisico vormen. Het percentage bedrijven waar werknemers blootstaan aan gevaarlijke stoffen is gedaald ten opzichte van 2006 (32) en 2005 (30). In 37 van de bedrijven wordt regelmatig gewerkt met gevaarlijke machines. Dit percentage is stabiel ten opzichte van de laatste meting van dit arbeidsrisico in 2005 (38) Klachten aan armen, nek en schouders. De stijging in 2006 ten opzichte van 2005 is deels veroorzaakt door een wijziging in de vraagstelling. Voor een nadere toelichting, zie par III

8 In 5 van de bedrijven moeten werknemers soms of regelmatig tijdens hun werkzaamheden besloten ruimten betreden. Ten opzichte van 2006 (3) is dit een toename. In 13 van alle bedrijven staan werknemers volgens de werkgever regelmatig bloot aan niet-ioniserende straling (NIS). Ten opzichte van 2006 (8) is het blootstellingrisico aan NIS met 5 procentpunten gestegen. Deze stijging wordt deels veroorzaakt door een wijziging in de vraagstelling 11. Tabel II: Samenvattend overzicht van het voorkomen van arbeidsrisico s in 2005, 2006 en Arbeidsrisico 2005 (n=2046) als van alle bedrijven 2006 (n=1997) 2007 (n=2007) Tillen of dragen kg of meer Belasting van arm, nek en schouders (KANS-risico) 47* > 2 uur per dag beeldschermwerk 35* statische lichaamshouding 9* repeterend werk 6* 7 8 Psychosociale arbeidsbelasting werkdruk ongewenste omgangsvormen** agressie en geweld seksuele intimidatie pesten Schadelijk geluid (meer dan 80 db) Gevaarlijke stoffen op termijn gevaarlijke stoffen kankerverwekkende stoffen direct gevaarlijke stoffen Gevaarlijke machines Besloten ruimten (voor het eerst opgenomen in 2006) Niet-ioniserende straling**** * Door een wijziging in de vraagstelling in 2006 is vergelijking met 2005 niet mogelijk. ** In 2006 is de categorie ongewenste omgangsvormen nader gespecificeerd in de elementen agressie en geweld, seksuele intimidatie en pesten. *** In 2006 wordt voor het eerst onderscheid gemaakt tussen werken op hoogte ongeacht de hoogte en werken hoogte op meer dan 2,5 meter boven het vloeroppervlak. **** Door een wijziging in de vragenstelling in 2007 is de vergelijking met 2006 niet mogelijk Waar in 2006 werd gevraagd naar de aanwezigheid van de NIS-bronnen in het algemeen, werden in 2007 de NIS-bronnen afzonderlijk expliciet uitgevraagd. Voor cijfers over voorgaande jaren wordt verwezen naar bijlage II (voor cijfers over 2004) en de publicatie Arbo in bedrijf 2006 (voor cijfers over 1998 t/m 2003). IV

9 Beleid voor zwangere werknemers en werknemers in de periode na de bevalling Aan de werkgever is gevraagd of er in de 12 maanden voorafgaande aan het bedrijfsbezoek werknemers zwanger waren, of zich bevonden in de periode tot zes maanden na de bevalling. In 15 van de bedrijven was dit het geval. Van deze bedrijven: - is 91 bekend met de wet- en regelgeving ten aanzien van deze bijzondere categorie werknemers; - geeft 72 voorlichting aan zwangere werknemers; - heeft 25 beleid voor zwangeren in de RIE opgenomen; en - zijn in 66 de zwangere werknemers en werknemers in de periode tot 6 maanden na de bevalling in de gelegenheid gesteld om extra rustpauzes te nemen, buiten eventuele pauzes om te kolven, of borstvoeding te geven. In 4 van de bedrijven waren er in de afgelopen 12 maanden werknemers werkzaam die borstvoeding gaven. V

10 VI

11 1 INLEIDING In dit rapport worden de resultaten beschreven van het monitoronderzoek Arbo in bedrijf Het rapport beoogt een representatief beeld te schetsen van de stand van zaken op het gebied van arbeidsomstandigheden, de blootstelling aan een aantal arbeidsrisico s, en genomen maatregelen in de in Nederland gevestigde bedrijven, instellingen en overheidsinstanties 13 in De opbouw van het rapport is als volgt: hoofdstuk 2 gaat in op de achtergronden, de inhoud en de methodiek van het onderzoek. Hoofdstuk 3 gaat in op de mate waarin bedrijven voldoen aan wettelijke verplichtingen die zijn vastgelegd in de Arbowet (waaronder de aanwezigheid van een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) en een plan van aanpak). Hoofdstuk 4 gaat in op de aanwezigheid van een aantal specifieke arbeidsrisico s: fysieke arbeidsbelasting (tillen en dragen, belasting van armen, nek en schouders (KANS)), psychosociale arbeidsbelasting, schadelijk geluid, gevaarlijke stoffen, machines, besloten ruimten en niet-ioniserende straling. Hoofdstuk 5 gaat in op aanwezigheid in bedrijven van werkneemsters in de periode rond de zwangerschap en werkneemsters die borstvoeding geven. De aandacht van de werkgever voor deze kwetsbare groep is in kaart gebracht. In het rapport worden de resultaten waar nodig gespecificeerd naar de grootteklasse of de sector van het bedrijf (zie ook paragraaf 2.3). 13 In het vervolg van dit rapport wordt kortweg gesproken van bedrijven. 1

12 2

13 2 HET ONDERZOEK 2.1 Achtergrond De doelstelling van de monitor Arbo in bedrijf is het in kaart brengen van de ontwikkelingen op het gebied van arbeidsomstandigheden in bedrijven in Nederland. Deze doelstelling valt uiteen in drie deelonderwerpen. Ten eerste beoogt het onderzoek inzicht te geven in de mate waarin bedrijven zich conformeren aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Arbowet. Een tweede doelstelling is het verkrijgen van informatie over de blootstelling van werknemers aan een aantal (oorzaken van) belangrijke arbeidsrisico s. De derde doelstelling is het inventariseren van de door bedrijven genomen maatregelen ter voorkoming en/of beperking van arbeidsrisico s 14. De opdrachtgever voor Arbo in bedrijf is de beleidsdirectie Arbeidsomstandigheden van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). De onderwerpen zijn door de Arbeidsinspectie in overleg met de opdrachtgever vastgesteld. Bij de keuze van de onderwerpen is zo veel mogelijk aangesloten bij Arbo in bedrijf 2005 en Hiermee is gewaarborgd dat ontwikkelingen in kaart kunnen worden gebracht. 2.2 Gegevensverzameling De onderzoekseenheden zijn vestigingen van in Nederland gevestigde bedrijven, instellingen en overheidsinstanties. Voor het onderzoek zijn in totaal bedrijven (vestigingen) bezocht. De geselecteerde bedrijven in het onderzoek zijn bezocht door een inspecteur van de Arbeidsinspectie. De bedrijfsbezoeken hebben plaatsgevonden van juli tot november De bedrijfsbezoeken zijn vooraf schriftelijk aangekondigd. Over het algemeen vinden bedrijfsbezoeken van de Arbeidsinspectie onaangekondigd plaats, maar voor dit monitorprojecten wordt daarop een uitzondering gemaakt. In de aankondiging is de werkgever gevraagd om specifieke documenten gereed te houden, zoals contracten met arbodienstverleners, de RI&E, het plan van aanpak en de ongevallenregistratie. De gesprekspartner bij het bedrijfsbezoek was de werkgever of een ander persoon die als verantwoordelijke fungeert op het gebied van arbeidsomstandigheden. In de aankondigingbrief is de werkgever gewezen op het vergezelrecht van het medezeggenschapsorgaan. Een lid van de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging wordt daarmee de mogelijkheid geboden om bij het gesprek aanwezig te zijn. 14 Bij het beoordelen van de maatregelen zijn de inspecteurs van de Arbeidsinspectie voornamelijk afgegaan op de mondelinge informatie die zij van de werkgever hebben verkregen tijdens het monitoronderzoek en de eigen waarneming voor zover dat mogelijk was tijdens de rondgang door het bedrijf. 3

14 Gedurende het bedrijfsbezoek is de vragenlijst mondeling door de inspecteur afgenomen. Hoewel de inspecteurs voorafgaand aan het afnemen van de monitor een rondgang door het bedrijf maken, is geen echte inspectie uitgevoerd. Als de antwoorden van de werkgever wezen op het niet naleven van de regelgeving, dan leidde dit niet tot het inzetten van een handhavingtraject 15. Alleen als bij de rondgang door het bedrijf een misstand werd aangetroffen met acute ernstige risico s voor de veiligheid of gezondheid van de werknemers, is wel handhavend opgetreden 16. Bij dit onderzoek is het acht keer voorgekomen dat handhavend werd opgetreden. De gegevens die met deze vragenlijst zijn verzameld, zijn onder te verdelen in drie categorieën: antwoorden van de werkgever, gegevens op basis van documenten en het oordeel van de inspecteur. Een groot deel van de vragenlijst bestaat uit vragen waarbij het perspectief van de werkgever als uitgangspunt werd genomen. Doordat de afname van de vragenlijst in principe gecombineerd is met een rondgang door het bedrijf, heeft de inspecteur de antwoorden van de werkgever kunnen verifiëren en zonodig aangevuld met zijn of haar eigen bevindingen 17. Daarnaast zijn er vragen die betrekking hebben op papieren documenten, zoals contracten met arbodienstverleners, de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E), het plan van aanpak en de ongevallenregistratie. Bij deze vragen kon de inspecteur, mede op basis van zijn kennis van de inhoud van deze documenten, zelf vaststellen wat daarin is opgenomen. Op deze manier was het voor de inspecteur mogelijk om de antwoorden van de werkgever te verifiëren. Tot slot zijn er vragen waarin expliciet is gevraagd naar het oordeel van de inspecteur. Bij het beoordelen zijn de inspecteurs voornamelijk afgegaan op de mondelinge informatie die zij van de werkgever hebben verkregen tijdens het monitoronderzoek, de documenten die zij hebben ingezien en de eigen waarneming (voor zover dat mogelijk was) tijdens de rondgang door het bedrijf. 2.3 Steekproeftrekking en herweging Voor het onderzoek is een steekproef getrokken uit de vestigingen van in Nederland gevestigde bedrijven, instellingen en overheidsinstanties 18. De gehele populatie van in Nederland gevestigde bedrijven met ten minste één werknemer bestaat uit 327 duizend bedrijven 19. In Nederland zijn in totaal 7 miljoen werknemers werkzaam 20. Voor het 15 Er wordt b.v. niet gehandhaafd als de werkgever niet beschikt over de wettelijk verplichte RI&E. 16 Het is aan de inspecteur om te beoordelen of afname van de monitor dan nog mogelijk en zinvol is. 17 Er zijn situaties waarbij een (volledige) rondgang niet mogelijk is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een (bouw)aannemer waar de feitelijke werkzaamheden op een andere locatie plaatsvinden. 18 Een vestiging is een gebouw of complex van gebouwen waar duurzaam bedrijfsoefening van de onderneming plaatsvindt. Eén bedrijf kan meerdere vestigingsplaatsen hebben (b.v. supermarktketens). In dat geval worden de afzonderlijke vestigingen als aparte bedrijven beschouwd. Als een bedrijf op één locatie activiteiten uitoefent worden de vestigingen samen als bedrijf beschouwd. 19 CBS, bedrijven in Nederland per Het weergegeven aantal is afgerond op duizendtallen. 4

15 onderzoek zijn vestigingen van Nederlandse bedrijven bezocht op basis van een gestratificeerde, aselect getrokken steekproef. Op basis van deze steekproef is het mogelijk om de resultaten van het onderzoek, na herweging, te generaliseren naar het gehele Nederlandse bedrijfsleven en overheidsinstanties. Voor het trekken van de steekproef is gebruik gemaakt van een door de Arbeidsinspectie bewerkt bestand van de Kamer van Koophandel (KvK-bestand) 21. In de steekproefopzet is rekening gehouden met de kleine trekkingskans van weinig voorkomende bedrijfstypen (b.v. zeer grote bedrijven). Om te waarborgen dat ook deze bedrijven in voldoende mate in de steekproef worden opgenomen, is gebruik gemaakt van de methode van gestratificeerde steekproeftrekking. Bij de steekproeftrekking is de populatie van vestigingen van Nederlandse bedrijven en instellingen onderverdeeld in 231 strata. Deze strata zijn gevormd op basis van 33 onderscheiden economische sectoren en zeven grootteklassen. In elk van de 231 strata is aselect een aantal bedrijven getrokken. Het resultaat is een matrix met in elk van de 231 strata een aantal bedrijven, die gezamenlijk de steekproef vormen. Als gevolg van de hierboven beschreven methode zijn bedrijven in een aantal strata of grootteklassen over- respectievelijk ondervertegenwoordigd. Dit is voornamelijk zichtbaar bij de verdeling naar bedrijfsomvang; hier blijkt dat het aantal kleine bedrijven in de steekproef ondervertegenwoordigd is. Door herweging van de onderzoeksresultaten wordt hiervoor gecorrigeerd. De verdeling van de bedrijven in de steekproef naar sector en grootteklasse vóór en na herweging is weergegeven in tabel 2.1. De herweging van de steekproefresultaten gaat als volgt in zijn werk. Ieder bedrijf krijgt een wegingsfactor die gelijk is aan de reciproque van de trekkingskans. Alle bedrijven binnen één van de 231 onderscheiden strata hebben dezelfde trekkingskans, en krijgen derhalve dezelfde wegingsfactor. De herweging is gebaseerd op de CBS-statistiek 22 over het aantal bedrijven in Nederland. Na herweging naar sector en bedrijfsomvang zijn de resultaten representatief voor de bedrijven in Nederland. Dat wil zeggen dat de uitkomsten gebaseerd op de bedrijven in de steekproef gelden voor alle Nederlandse bedrijven, instellingen en overheidsinstanties. Omdat er een steekproef is getrokken uit de populatie moet er rekening worden gehouden met onnauwkeurigheidsmarges. Voor resultaten die betrekking hebben op de totale steekproef is het effect van deze onnauwkeurigheidsmarges beperkt. Echter, voor resultaten op basis van een kleiner aantal bedrijven kan de invloed aanzienlijk zijn. Met name bij de specificatie van percentuele uitkomsten naar sector dient men met grote(re) onnauwkeurigheidsmarges rekening te houden. Deze kunnen in het meest ongunstige geval bijna 15 procentpunt (boven en onder het geschatte 20 CBS, banen van werknemers per Recentere cijfers waren bij het CBS niet beschikbaar. 21 Het KvK-bestand is opgenomen in het Geïntegreerde Informatiesysteem van de Arbeidsinspectie (GISAI) en is aangevuld met informatie die de Arbeidsinspectie tijdens inspecties en onderzoeken bij bedrijven heeft verzameld. 22 CBS, bedrijven in Nederland per

16 percentage) bedragen. In bijlage III zijn, voor het percentage bedrijven met een RI&E, de onnauwkeurigheidsmarges per sector weergegeven. Tabel 2.1 Aantal bedrijven in de steekproef en de verdeling voor en na herweging, naar sector en grootteklasse Indeling naar: Aantal bedrijven in steekproef na herweging* Verdeling van bedrijven in steekproef na herweging Economische sector (x 1.000) in in Landbouw en visserij ,0 4,6 Industrie, nutsbedrijven en delfstoffenwinning ,2 7,9 Bouwnijverheid ,3 8,1 Reparatie en handel ,9 25,5 Horeca ,6 7,3 Vervoer, opslag en communicatie ,4 4,0 Financiële instellingen ,2 3,7 Zakelijke dienstverlening ,8 21,4 Openbaar bestuur ,4 0,2 Onderwijs ,7 1,5 Gezondheidszorg ,8 7,8 Overige dienstverlening ,6 8,0 Grootteklasse 1 4 werknemers ,3 62,8 5 9 werknemers ,1 16, werknemers ,4 9, werknemers ,9 6, werknemers ,4 2, werknemers ,2 1,2 200 of meer werknemers ,7 1,1 Totaal ,0 100,0 * Door afronding kan het totaal hoger of lager uitkomen dan 327 duizend. In het rapport is bij de tabellen en figuren steeds het aantal bedrijven in de steekproef weergegeven waarop de getoonde percentages betrekking hebben. In een aantal tabellen worden de percentages verder gespecificeerd naar sector of grootteklasse. De specificatie naar sector is identiek aan de indeling zoals deze is weergegeven in tabel 2.1 en 2.2. Voor de meeste sectoren zal de omschrijving volstaan om een duidelijk beeld te geven van de bedrijven die daartoe worden gerekend. Echter voor twee sectoren wordt een nadere toelichting wenselijk geacht. De sector openbaar bestuur omvat bestuursorganen (waaronder ministeries, provincies en gemeenten), overheidsdiensten (waaronder defensie, politie, justitie, en brandweer) en de verplichte sociale verzekeringen. In de sector onderwijs vinden we naast primair, secundair en tertiair onderwijs onder meer bedrijfsopleidingen en trainingen, en auto- en motorrijscholen. In 2007 is een kleine wijziging doorgevoerd in de indeling van de sectoren. De sector delfstoffenwinning werd in eerdere jaargangen van Arbo in bedrijf samengevoegd met de sector landbouw en de sector visserij. In 2007 is besloten om deze sector toe 6

17 te voegen aan de sector industrie en nutsbedrijven vanuit de overtuiging dat de aard werkzaamheden hier beter op aansluit. Gezien het feit dat de delfstoffenwinning een kleine sector is heeft dit geen noemenswaardige gevolgen voor de vergelijkbaarheid van de resultaten in deze sectoren met voorgaande jaren. Voor de specificatie naar grootteklasse worden in de rapportage doorgaans drie categorieën onderscheiden, te weten kleine bedrijven (1 tot en met 9 werknemers), middelgrote bedrijven (10 tot en met 99 werknemers) en grote bedrijven (meer dan 100 werknemers). De resultaten van de kleine bedrijven zijn nader gespecificeerd naar bedrijven met 1 tot en met 4 werknemers en bedrijven met 5 tot en moet 9 werknemers. In enkele gevallen is de grootteklasse naar twee categorieën onderscheiden; bedrijven met minder dan 25 werknemers en bedrijven die 26 en meer werknemers hebben. In andere gevallen is er ook onderscheid gemaakt tussen bedrijven die maximaal 50 werknemers in dienst hebben en bedrijven die meer dan 50 werknemers in dienst hebben. De reden voor de laatste grootteklasse-onderscheidingen is dat deze grenzen in de Arbowet zijn aangegeven. Om misverstanden te voorkomen wordt er op gewezen dat de percentages in de tabellen en figuren zijn gebaseerd op de aantallen na herweging (de gewogen aantallen). Bij de bedrijven in de steekproef zijn ook gegevens verzameld over de werknemers die binnen deze bedrijven werkzaam zijn. In de bedrijven in de steekproef zijn in totaal werknemers werkzaam. Daarvan zijn in vaste loondienst van de vestiging en overige werknemers niet loondienst, waaronder oproep- en vakantiekrachten, stagiaires, meewerkende gezinsleden en WIA/WAO ers zonder loon. Als gevolg van de ondervertegenwoordiging van de kleine bedrijven in de steekproef komt het aandeel werknemers in de steekproef niet overeen met het aandeel werknemers in de populatie. Ook voor deze scheefheid wordt door middel van herweging gecorrigeerd. Deze herweging vindt plaats op basis van de beschikbare gegevens over de werkelijke verdeling van de werknemers 23 naar sector en grootteklasse. De verdeling van de werknemers in de steekproef naar sector en grootteklasse vóór en na herweging is weergegeven in tabel CBS, banen van werknemers per Recentere cijfers waren niet beschikbaar. 7

18 Tabel 2.2 Aantal werknemers in de steekproef en de verdeling voor en na herweging, naar sector en grootteklasse Indeling naar: in steekproef Aantal werknemers na herweging Verdeling van werknemers in steekproef na herweging Economische sector (x 1.000) (x 1.000) in in Landbouw en visserij ,3 1,4 Industrie, nutsbedrijven en delfstoffenwinning ,5 12,5 Bouwnijverheid ,6 5,3 Reparatie en handel ,9 16,5 Horeca ,8 3,7 Vervoer, opslag en communicatie ,4 6,1 Financiële instellingen ,1 3,7 Zakelijke dienstverlening ,2 17,0 Openbaar bestuur ,9 7,2 Onderwijs ,4 6,7 Gezondheidszorg ,8 16,0 Overige dienstverlening ,0 4,0 Grootteklasse 1 4 werknemers ,4 10,3 5 9 werknemers ,3 5, werknemers ,2 7, werknemers ,3 9, werknemers ,4 7, werknemers ,0 7,8 200 of meer werknemers ,4 52,1 Totaal ,0 100,0 8

19 3 WETTELIJKE VERPLICHTINGEN 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd die betrekking hebben op de wettelijke verplichtingen uit de Arbowet In dit hoofdstuk komen onderstaande onderwerpen aan de orde: aanwezigheid van een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) en plan van aanpak; arbeidsongevallenregistratie; arbodienstverlening; ziekteverzuimbeleid; bedrijfshulpverleningen (BHV) en ontruimingsplan; preventiemedewerker; betrokkenheid van werknemers bij Arbobeleid; arbocatalogus. Waar sprake is van relevante verschillen, worden de resultaten uitgesplitst naar de grootteklasse van het bedrijf. Een enkele keer worden de resultaten tevens naar sector weergegeven. Voor meer gedetailleerde informatie per sector en grootteklasse wordt verwezen naar bijlage I. Een vergelijking met de cijfers afkomstig uit vorige metingen is opgenomen in bijlage II. 9

20 3.2 Risico-inventarisatie en evaluatie en plan van aanpak Aanwezigheid (getoetste) RI&E De Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) is één van de belangrijkste verplichtingen uit de Arbowet. De RI&E is het startpunt van het arbeidsomstandighedenbeleid en is daarmee van groot belang voor bedrijven. Het doel van een RI&E is het verkrijgen van een overzichtelijk beeld van de arborisico s in het bedrijf, op basis waarvan systematisch aan verbetering van arbeidsomstandigheden kan worden gewerkt. Een plan van aanpak met verbeteringsmaatregelen maakt deel uit van de RI&E. De wet verplicht dat de RI&E door een gecertificeerde arbodienst of -kerndeskundige getoetst wordt. Een gecertificeerde arbodienst/kerndeskundige toetst de RI&E en adviseert bij het plan van aanpak. Per 1 januari 2007 hoeven bedrijven met maximaal 25 werknemers hun RI&E-document niet langer te laten toetsen, mits ze gebruik maken van een, door een deskundige getoetst, branche-specifiek RI&E-instrument, dat in de voor het bedrijf geldende cao is opgenomen 24. In tabel 3.1 is het percentage bedrijven weergegeven dat in 2005, 2006 en 2007 over een RI&E beschikt. Op peilmoment 1 juli 2007 beschikt bijna de helft van de bedrijven (48) over een RI&E. 35 van de bedrijven heeft een getoetste RI&E en 14 een niet getoetste RI&E 25. Over de periode bezien is het percentage bedrijven met een getoetste RI&E nauwelijks veranderd. Het percentage bedrijven met een niet getoetste RI&E schommelt tussen 11 en 14. Tabel 3.1 Percentage bedrijven met een (getoetste) RI&E op peilmoment 1 juli 2005, 2006 en 2007 als van alle bedrijven RI&E aanwezig (n=2046) (n=1997) (n=2007) Ja, en getoetst Ja, maar (nog) niet getoetst Nee Totaal In 2006 lag de grens voor de vrijstelling van de toetsingsplicht van de RI&E bij 10 werknemers. 25 Door afronding is het totaalpercentage (48) lager dan de optelsom van de afzonderlijke percentages getoetst (35) en niet getoetst (14). Het percentage bedrijven dat over een RI&E beschikt op het moment van bedrijfsbezoek is hoger dan op het peilmoment, mede doordat een deel van de bedrijven na ontvangst van de aankondigingsbrief van de Arbeidsinspectie nog snel iets heeft kunnen regelen. Op het moment van bedrijfsbezoek heeft 57 van de bedrijven een RI&E. In 37 van de bedrijven is er een getoetste RI&E en in 20 een niet getoetste RI&E. 10

21 Grootteklasse In tabel 3.2 is het percentage bedrijven met een RI&E in de periode weergegeven naar de grootteklasse van het bedrijf. De tabel laat zien dat het totaalpercentage van bedrijven RI&E (al dan niet getoetst) in de onderscheiden grootteklassen zich verschillend ontwikkelt. In de kleine bedrijven (39) is het percentage iets lager dan in 2006, maar gelijk aan In de middelgrote bedrijven (79) en grote bedrijven (95) is ten opzichte van 2005 en 2006 een licht dalende trend zichtbaar. Bij de kleine bedrijven is een lichte daling van het percentage bedrijven met een getoetste RI&E te zien ten opzichte van In deze categorie is het percentage bedrijven met een getoetste RI&E met 3 procentpunt gedaald van 28 in 2006 naar 25 in Bij de middelgrote en grote bedrijven is in 2007 het percentage bedrijven met een getoetste RI&E ten opzichte van 2006 niet of nauwelijks gedaald. Tabel 3.2 Percentage bedrijven met een al dan niet getoetste RI&E op peilmoment 1 juli 2005, 2006 en 2007, naar grootteklasse als van alle bedrijven Grootteklasse 2005 (n=2046) 2006 (n=1997) 2007 (n=2007) getoetst niet getoetst totaal* getoetst niet getoetst totaal* getoetst niet getoetst totaal* <10 wns. w.v: t/m 4 wns t/m 9 wns t/m 99 wns of meer wns Totaal* * Door afronding kan het totaalpercentage afwijken van som van de percentages bedrijven met een getoetste en niet getoetste RI&E. De resultaten in tabel 3.2 laten zien dat over de jaren heen het niveau van naleving bij de kleine bedrijven lager ligt dan bij de grotere bedrijven. Voorts lijkt er bij de grote en middelgrote bedrijven sprake te zijn van een iets verminderde naleving van de wettelijke verplichting om over een RI&E te beschikken. Wanneer wordt gekeken naar het percentage bedrijven met een al dan niet getoetste RI&E in 2007 naar de grootteklasse van bedrijven met 25 werknemers of minder, dan heeft 30 van alle bedrijven een getoetste RI&E, 14 van de bedrijven heeft een nog niet getoetste RI&E en 56 van de bedrijven beschikt niet over een RI&E. 82 van alle bedrijven die 26 en meer werknemers hebben heeft een getoetste RI&E, 6 van alle bedrijven beschikt over een RI&E die nog niet getoetst is en 12 heeft geen RI&E. 11

22 In tabel 3.3 is het percentage werknemers weergegeven dat werkzaam is in bedrijven met een RI&E. In 2007 is naar schatting 84 van de werknemers werkzaam in een bedrijf dat beschikt over een al dan niet getoetste RI&E. In het kleinbedrijf werkt 48 in een bedrijf met een RI&E, in middelgrote bedrijven 84 van de werknemers en in grote bedrijven 93. Ondanks dat minder dan de helft van de bedrijven over een RI&E beschikt (48, zie tabel 3.2), valt een ruime meerderheid van de werknemers onder de werkingssfeer van een RI&E. De verklaring voor dit verschil ligt in de verdeling van de werknemers over de bedrijven. De meerderheid van bedrijvenpopulatie bestaat uit kleine bedrijven, waar de dekkingsgraad van RI&E s laag is. Echter de meerderheid van de werknemers is werkzaam in de grote bedrijven waar relatief vaak een RI&E aanwezig is. Bij de grote en middelgrote bedrijven is er een lichte daling van het percentage werknemers dat onder de werkingssfeer van een RI&E valt. Ten opzichte van 2005 is het percentage werknemers dat onder de werkingssfeer van een RI&E valt in de grote bedrijven met 5 procentpunten gedaald, en in de middelgrote bedrijven met 2 procentpunten gedaald. Voor een deel is deze daling het gevolg van een steekproefeffect. Tabel 3.3 Percentage werknemers in bedrijven met een al dan niet getoetste RI&E op peilmoment 1 juli 2005, 2006 en 2007, naar grootteklasse als van alle werknemers Grootteklasse 2005 (n=2046) 2006 (n=1997) 2007 (n=2007) getoetst niet getoetst totaal* getoetst niet getoetst totaal* getoetst niet getoetst totaal* <10 wns. w.v: t/m 4 wns t/m 9 wns t/m 99 wns of meer wns Totaal* * Door afronding kan het totaalpercentage afwijken van som van de percentages bedrijven met een getoetste en niet getoetste RI&E. Sector In tabel 3.4 zijn de resultaten uitgesplitst naar sector. Het blijkt dat een aantal sectoren achterblijft in de naleving ten aanzien van de RI&E. Dit geldt met name voor de sectoren horeca, zakelijke dienstverlening en overige dienstverlening (allen 35). Ook wanneer de sectoren binnen de grootteklassen met elkaar worden vergeleken, scoren deze drie sectoren overwegend onder het gemiddelde. In de sector openbaar bestuur ligt de naleving op 100; in deze sector is de RI&E ook vrijwel altijd (98) getoetst. Het openbaar bestuur is de sector met veruit het grootste aandeel bedrijven met 100 werknemers of meer, maar ook bij de minder grote instellingen in het openbaar bestuur is vaak een RI&E aanwezig. 12

23 Tabel 3.4 Percentage bedrijven met een al dan niet getoetste RI&E op , naar sector Sector bedrijven met een getoetste RI&E bedrijven met een (nog) niet getoetste RI&E bedrijven met een RI&E totaal (kolom 2 + 3)* landbouw, visserij industrie, nutsbedrijven en delfst.winning bouwnijverheid reparatie en handel horeca vervoer, opslag en communicatie financiële instellingen zakelijke dienstverlening openbaar bestuur onderwijs gezondheidszorg overige dienstverlening Totaal * Door afrondingen kan het voorkomen dat de som van de afzonderlijke percentages in kolom 2 en 3 niet gelijk is aan het percentage in kolom 4. In tabel 3.5 is per sector het percentage werknemers weergegeven dat onder de werkingssfeer van een RI&E valt. Hieruit komt naar voren dat in alle sectoren ten minste (circa) tweederde van de werknemers werkt in bedrijven met een RI&E. Het percentage werknemers in een bedrijf met een RI&E is relatief hoog in de sectoren openbaar bestuur (100), onderwijs (96) en industrie, nutsbedrijven en delfstoffenwinning (92). Tabel 3.5 Percentage werknemers in bedrijven met een al dan niet getoetste RI&E op , naar sector Sector werknemers in bedrijven met een getoetste RI&E werknemers in bedrijven met een (nog) niet getoetste RI&E werknemers in bedrijven met een RI&E totaal (kolom 2 + 3)* landbouw en visserij industrie, nutsbedrijven en delfst.winning bouwnijverheid reparatie en handel horeca vervoer, opslag en communicatie financiële instellingen zakelijke dienstverlening openbaar bestuur onderwijs gezondheidszorg overige dienstverlening Totaal * Door afrondingen kan het voorkomen dat de som van de afzonderlijke percentages in kolom 2 en 3 niet gelijk is aan het percentage in kolom 4. 13

24 In figuur 3.1 is het percentage bedrijven met een RI&E weergegeven naar het jaar waarin de RI&E voor het laatst werd geactualiseerd. Bijna één derde van de bedrijven (30) heeft in 2007 hun al dan niet getoetste RI&E geactualiseerd. Ruim een kwart (28) van de bedrijven beschikte over een al dan niet getoetste RI&E die voor 2004 het laatst is geactualiseerd. 34 van de kleine bedrijven (minder dan 10 werknemers) heeft de hun al dan niet getoetste RI&E in 2007 geactualiseerd. 23 van de middelgrote bedrijven en 21 van de grote bedrijven hebben hun al dan niet getoetste RI&E in 2007 geactualiseerd. Figuur Percentage bedrijven met een al dan niet getoetste RI&E op 1 juli 2007 naar jaar van meest recent actualiseren van de RI&E en naar grootteklasse (n=1342) in 2007 in 2006 in 2005 in 2004 voor 2004 minder dan 10 werknemers 10 t/m 99 werknemers 100 of meer werknemers totaal Voor de bedrijven met een (al dan niet getoetste) RI&E is nagegaan door wie de risico s in het bedrijf worden geïnventariseerd. Figuur 3.2 geeft de resultaten hiervan weer voor 2007: in 85 van de bedrijven is dit de werkgever/ leidinggevende. Dit percentage is 4 procentpunten lager dan in 2006 (89), maar is gelijk aan In 58 van de bedrijven werkt de arbodienst (al dan niet met andere partijen) mee aan de totstandkoming van de RI&E; een daling met elf procentpunt ten opzichte van Hiertegenover staat een toename in het gebruik van interne- en externe deskundigen buiten de Arbodienst om. Bij 43 van de bedrijven is de OR of personeelsvertegenwoordiging bij het opstellen van de RI&E betrokken. Dit percentage is nauwelijks gewijzigd ten opzichte van 2006 en Er is een kleine stijging bij bedrijven die gebruik maken van interne deskundigen (interne arbocoördinator/preventiemedewerker): van 20 in 2005 naar 23 in Er is ook stijging in het gebruik maken van externe deskundigen 14

25 (bijvoorbeeld een adviesbureau) in 2007 (15) ten opzichte van 2006 en 2005 (beide jaren 11). Het percentage bedrijven dat anderen betrekt bij de inventarisatie van de risico s (waaronder een deskundige uit de brancheorganisatie, een bedrijfsarts en een facilitaire dienstverlener), is ongewijzigd gebleven tussen 2005 en 2007 (3). Figuur 3.2 Wie is betrokken bij het inventariseren van de risico's in het bedrijf, naar jaar. Als percentage van bedrijven met een al dan niet getoetste RI&E op peilmoment 1 juli van 2005, 2006 en 2007* Leidinggevende Arbodienst Werknemers of PV of OR Interne deskundige Externe deskundige adviesbureau Anders (n = 1427) 2006 (n = 1371) 2007(n = 1342) * Meerdere antwoorden mogelijk. Wanneer de resultaten worden uitgesplitst naar bedrijfsgrootte (zie tabel 3.6) dan blijkt dat de leidinggevenden in grote en kleine bedrijven even vaak betrokken zijn bij de inventarisatie van de risico s. Alleen in de allerkleinste bedrijven (één tot vier werknemers) is de leidinggevende relatief iets vaker bij de risico-inventarisatie betrokken. In de grote bedrijven daarentegen zijn de arbodiensten, werknemers en interne deskundigen naar verhouding vaker betrokken bij het inventariseren van de risico s dan in de overige bedrijven. De grotere betrokkenheid van de arbodienst en interne deskundigen in grote bedrijven is eenvoudig te verklaren. Grote bedrijven hebben vaker een contract met een arbodienst en hebben vaker interne deskundigen. 15

26 Tabel 3.6 Wie is betrokken bij het inventariseren van de risico's in het bedrijf, naar grootteklasse* als van bedrijven met een al dan niet getoetste RI&E op 1 juli 2007 (n=1342) Grootteklasse Leidinggevende Arbodienst Werknemers of PV of OR Interne deskundige Externe deskundige/ advies bureau Anders <10 wns. w.v: t/m 4 wns t/m 9 wns t/m 99 wns of meer wns totaal * Meerdere antwoorden mogelijk. Figuur 3.3 geeft aan hoe de RI&E bij de bedrijven tot stand is gekomen. Bij de totstandkoming van een risico-inventarisatie en -evaluatie maakt 58 van de bedrijven (die op 1 juli 2007 een RI&E hadden) gebruik van een model RI&E van de arbodienst. Dit percentage is met 4 procentpunten afgenomen ten opzichte van Ruim een kwart van de bedrijven (27) heeft een branche-ri&e toegepast. Hierbij is er sprake van een toename sinds Overigens maakt in gebruik van een branche-ri&e die niet in een cao is opgenomen en maakt 6 van de bedrijven gebruik van een branche-ri&e die wel in een cao opgenomen 26. In 2006 maakte 25 van de bedrijven gebruik van een branche-ri&e. 18 van de bedrijven heeft in 2006 gebruik gemaakt van een branche-ri&e die niet in een cao was opgenomen en 7 van een branche-ri&e die wel in een cao was opgenomen. Bij 6 van de bedrijven is de RI&E op een andere wijze tot stand gekomen, bijvoorbeeld met behulp van een model van een extern adviesbureau, een model van het MKB of via de checklist gezondheidsrisico s van het ministerie van SZW. Verder heeft 6 van bedrijven zelf een RI&E ontworpen en heeft 2 van de bedrijven gebruik gemaakt van het model van een moeder of collega-bedrijf. 26 Door afronding komt het totaal niet op

27 Figuur 3.3 Hoe is de RI&E tot stand gekomen. Als percentage van bedrijven met een al dan niet getoetste RI&E op peilmoment 1 juli van 2005, 2006 en 2007 Model Arbodienst Branche RI&E Eigen ontw erp Model van moeder/collegabedrijf IMA methode** Anders (n = 1427) 2006 (n = 1371) 2007 (n = 1342) ** Inspectie Methode Arbeidsomstandigheden, ontwikkeld door TNO. In tabel 3.7 is de totstandkoming van de RI&E uitgesplitst naar de grootteklasse van de bedrijven. Hieruit komt naar voren dat grote (en middelgrote) bedrijven vaker gebruik maken van een model van de arbodienst dan kleine bedrijven. De verklaring hiervoor is dat grote bedrijven vaker dan kleine bedrijven een contract hebben met een arbodienst. Grote bedrijven maken ook relatief vaak gebruik van de IMA-methode (6). Kleine bedrijven maken daarentegen vaker gebruik van een branche-ri&e dan grote bedrijven. In bedrijven met één tot vier werknemers heeft een derde (32) een branche RI&E gebruikt; in de grote bedrijven is dit één op de negen (13). Tabel 3.7 Hoe is de RI&E tot stand gekomen. Als percentage van bedrijven met een al dan niet getoetste RI&E op peilmoment 1 juli 2007, naar grootteklasse Grootteklasse Model arbodienst als van bedrijven met een al dan niet getoetste RI&E op 1 juli 2007 (n=1342) Branche Eigen IMAmethode Anders RI&E ontwerp Model moeder/collega -bedrijf <10 wns. w.v: t/m 4 wns t/m 9 wns t/m 99 wns of meer wns totaal

28 In tabel 3.8 is de totstandkoming van de RI&E uitgesplitst naar de sectoren. Hieruit blijkt dat er tussen de sectoren verschillen zijn in de manier waarop de RI&E tot stand is gekomen. In de sector industrie, nutsbedrijven en delfstoffenwinning wordt een model van de arbodienst (69) relatief vaak gebruikt. In de sector gezondheidszorg wordt een branche-ri&e (45) vaker gebruikt dan in de andere sectoren. In de sectoren openbaar bestuur en overige dienstverlening (ieder 10) wordt vaker een eigen RI&E ontworpen. Horeca is een sector waarin een model van een moeder bedrijf of collega-bedrijf relatief vaak wordt gehanteerd bij het maken van de RI&E. Tabel 3.8 Hoe is de RI&E tot stand gekomen. Als percentage van bedrijven met een al dan niet getoetste RI&E op peilmoment 1 juli 2007, naar sector* Sector Model moeder/ collegabedrijf als van bedrijven met een al dan niet getoetste RI&E op 1 juli 2007 (n=1342) Branche Eigen IMAmethode Anders RI&E ontwerp Model arbodienst landbouw, visserij industrie, nutsbedrijven en delfst.winning bouwnijverheid reparatie en handel <1 7 horeca vervoer, opslag en communicatie <1-1 financiële instellingen zakelijke dienstverlening openbaar bestuur onderwijs gezondheidszorg overige dienstverlening Totaal * Meerdere antwoorden mogelijk Plan van aanpak In 2007 heeft 42 van alle bedrijven een op schrift gesteld plan van aanpak. In 2005 en 2006 waren de percentages bedrijven met een plan van aanpak ongeveer even hoog, namelijk respectievelijk 42 en 43. Een plan van aanpak vormt doorgaans een onderdeel van de RI&E. In het plan van aanpak wordt weergegeven welke maatregelen zullen worden genomen in verband met de onderkende risico s en binnen welke termijn de betreffende maatregelen worden uitgevoerd. Er zijn echter ook bedrijven met een plan van aanpak die niet beschikken over een RI&E. Het gaat om 0,3 van alle bedrijven ofwel 1 van de bedrijven zonder een RI&E. 18

Arbo in bedrijf 2006 Een onderzoek naar de naleving van arbo-verplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2006

Arbo in bedrijf 2006 Een onderzoek naar de naleving van arbo-verplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2006 Arbo in bedrijf 2006 Een onderzoek naar de naleving van arbo-verplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2006 Oktober 2007 Maarten Bos Farouk Saleh Özcan Erdem John Samadhan

Nadere informatie

Arbo in bedrijf 2008 Een onderzoek naar de naleving van arbo-verplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2008

Arbo in bedrijf 2008 Een onderzoek naar de naleving van arbo-verplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2008 Arbo in bedrijf 2008 Een onderzoek naar de naleving van arbo-verplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2008 Oktober 2009 drs. Farouk Saleh drs. Judith Hoeben drs. Özcan

Nadere informatie

Arbo in bedrijf 2010. Een onderzoek naar de naleving van arbo-verplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2010

Arbo in bedrijf 2010. Een onderzoek naar de naleving van arbo-verplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2010 Arbo in bedrijf 2010 Een onderzoek naar de naleving van arbo-verplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2010 September 2011 Farouk M. A. Saleh INHOUDSOPGAVE VOORWOORD

Nadere informatie

Arbo in Bedrijf 2011 Inspectie SZW

Arbo in Bedrijf 2011 Inspectie SZW Arbo in Bedrijf 2011 Een onderzoek naar de naleving van arboverplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2011 Titel brochure sans 7 pt zwart 4 Arbo in Bedrijf 2011 Een onderzoek

Nadere informatie

Arbo in Bedrijf 2014

Arbo in Bedrijf 2014 Arbo in Bedrijf 2014 Een onderzoek naar de naleving van arboverplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2014 De Inspectie SZW werkt aan eerlijk, gezond en veilig werk en

Nadere informatie

Arbo in Bedrijf 2018

Arbo in Bedrijf 2018 Arbo in Bedrijf 2018 Een onderzoek naar de naleving van arboverplichtingen, blootstelling aan risico s en genomen maatregelen in 2018 Arbo in Bedrijf 2018 Een onderzoek naar de naleving van arboverplichtingen,

Nadere informatie

Tabellenboek Arbo in Bedrijf 2018

Tabellenboek Arbo in Bedrijf 2018 Tabellenboek Arbo in Bedrijf 2018 Tabellenboek Arbo in Bedrijf 2018 Juni 2019 1 Inhoudsopgave Vooraf... 8 1 Algemeen arbobeleid... 10 1.1 Inleiding... 10 1.2 Risico-inventarisatie en Evaluatie (RI&E) en

Nadere informatie

Arbo in Bedrijf 2012 Inspectie SZW

Arbo in Bedrijf 2012 Inspectie SZW Arbo in Bedrijf 2012 Een onderzoek naar de naleving van arboverplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2012 Titel brochure sans 7 pt zwart 4 Arbo in Bedrijf 2012 Een onderzoek

Nadere informatie

Kantoor Den Haag Afdeling Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie Arbomonitor 2003

Kantoor Den Haag Afdeling Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie Arbomonitor 2003 Kantoor Den Haag Afdeling Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie Arbomonitor 2003 Juli 2004 drs. Ö. Erdem J. Samadhan INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING 1 INLEIDING 1 2 HET ONDERZOEK 3 2.1 Terreinafbakening

Nadere informatie

Arbo in Bedrijf 2016

Arbo in Bedrijf 2016 Arbo in Bedrijf 2016 Een onderzoek naar de naleving van arboverplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2016 Arbo in Bedrijf 2016 Een onderzoek naar de naleving van arboverplichtingen,

Nadere informatie

Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie. Arbeidsinspectie. Arbomonitor E.C. van Hoorn

Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie. Arbeidsinspectie. Arbomonitor E.C. van Hoorn Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie Arbomonitor 2001 Juni 2002 drs. A. Peters E.C. van Hoorn INHOUDSOPGAVE BLZ. 1 INLEIDING 1 2 HET ONDERZOEK 1 2.1 Terreinafbakening

Nadere informatie

Arbobeleid. Titus Terwisscha van Scheltinga

Arbobeleid. Titus Terwisscha van Scheltinga Arbobeleid Titus Terwisscha van Scheltinga Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en PSA Veiligheid: Machineveiligheid Brandpreventie en bestrijding Vluchtwegen en nooduitgangen Veilige machines en installaties

Nadere informatie

2 Arbeidsomstandigheden in Nederland

2 Arbeidsomstandigheden in Nederland 2 Arbeidsomstandigheden in Nederland 2.1 Inleiding Op basis van recente onderzoeksliteratuur geeft dit hoofdstuk een globale schets van de stand van zaken van de arbeidsomstandigheden in Nederland (paragraaf

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430)

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430) MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430) Periode 1 april 2000 t/m 30 november 2000 INHOUDSOPGAVE 1 Samenvatting

Nadere informatie

Risico-inventarisatie & evaluatie en Preventiemedewerker

Risico-inventarisatie & evaluatie en Preventiemedewerker Interne Instructie Risico-inventarisatie & evaluatie en Preventiemedewerker Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Wettelijke grondslag 3. Aanpak 3.1. Toezicht en handhaving 3.2. Werkwijze 3.3. Basis toetskader

Nadere informatie

Helger Siegert. Agenda

Helger Siegert. Agenda Stand van Zaken Arbeidsomstandigheden www.molens.nl en www.molen.pagina.nl Helger Siegert 1 Agenda Introductie Uitgangspunten Veranderingen in de wet Discussie 2 1 Arbeidsomstandigheden Wat is aandacht

Nadere informatie

Voorwoord: status model RI&E SW

Voorwoord: status model RI&E SW Voorwoord: status model RI&E SW De Model RI&E voor de SW-branche kan gebruikt worden als basis voor een RI&E in uw SW-organisatie. De model RI&E is nadrukkelijk geen goedgekeurde branche RI&E en de inhoud

Nadere informatie

Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden

Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden Frank Rijshouwer Hogere Veiligheidskundige 20 juni 2006 1 Arbowetgeving Arbeidsomstandighedenwet Arbeidsomstandighedenbesluit Arbeidsomstandighedenregeling Arbo-

Nadere informatie

1. Arbowet: plichten van de werkgever

1. Arbowet: plichten van de werkgever Handboek Ondernemingsraad en Personeelsvertegenwoordiging Inhoudsopgave 1. Arbowet: plichten van de werkgever... 1 1.1 Pak risico s aan bij de bron... 2 1.2 Wat is psychosociale arbeidsbelasting (PSA)?...

Nadere informatie

Jaargang 2013 / nieuwsbrief 16 / Juli en augustus 2013 INHOUD:

Jaargang 2013 / nieuwsbrief 16 / Juli en augustus 2013 INHOUD: Jaargang 2013 / nieuwsbrief 16 / Juli en augustus 2013 INHOUD: Zwangere vrouwen ervaren weinig tolerantie op het werk Werkgevers zouden een gezonde levensstijl moeten kunnen eisen Legionellose Werkgevers

Nadere informatie

Workshop: Training preventiemedewerker. Door: Mark Smakman Arbeids- & Organisatieadviseur/Veiligheidskundige

Workshop: Training preventiemedewerker. Door: Mark Smakman Arbeids- & Organisatieadviseur/Veiligheidskundige Workshop: Training preventiemedewerker Door: Mark Smakman Arbeids- & Organisatieadviseur/Veiligheidskundige Programma Introductie; Kennismaking; Arbo-wet; Partijen in de Arbo-wet; Arbobeleidscyclus; De

Nadere informatie

Directie Uitvoeringstaken, Juridische Zaken en Beleidsinformatie Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie. Arbomonitor E.C.

Directie Uitvoeringstaken, Juridische Zaken en Beleidsinformatie Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie. Arbomonitor E.C. Directie Uitvoeringstaken, Juridische Zaken en Beleidsinformatie Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie Arbomonitor 2002 Oktober 2003 S. Pott E.C. Junger -van Hoorn INHOUDSOPGAVE BLZ. 1 INLEIDING 1

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2009

Werkgelegenheidsonderzoek 2009 Werkgelegenheidsonderzoek 2009 Werkgelegenheidsonderzoek 2009 Provincie Groningen Provincie Groningen Drs. Eelco Westerhof 21 januari 2010 1 Inhoud Werkgelegenheidonderzoek 2009 1 Inhoud 2 Inleiding 3

Nadere informatie

Arbowet, beleid & arbeidsomstandigheden

Arbowet, beleid & arbeidsomstandigheden Syllabus Arbowet, beleid & arbeidsomstandigheden Verzuimpreventie, veilig werken en een integrale aanpak U lapt de regels van de Arbowet natuurlijk niet aan uw laars. Maar kent u al uw arboverantwoordelijkheden?

Nadere informatie

Aan de slag met RI&E RI& onderdeel Preventiebeleid. Waar ik kort over kan zijn

Aan de slag met RI&E RI& onderdeel Preventiebeleid. Waar ik kort over kan zijn Aan de slag met RI&E Als onderdeel van het Preventiebeleid Marco Sikkel (CAOP) m.sikkel@caop.nl /06-51293568 RI& onderdeel Preventiebeleid 1.Het inventariseren en evalueren van de veiligheids- en gezondheidsrisico

Nadere informatie

Voorwoord: status model RI&E SW

Voorwoord: status model RI&E SW Voorwoord: status model RI&E SW De Model RI&E voor de SW-branche kan gebruikt worden als basis voor een RI&E in uw SW-organisatie. De model RI&E is nadrukkelijk geen goedgekeurde branche RI&E en de inhoud

Nadere informatie

Arbobeleidskader Lucas

Arbobeleidskader Lucas Arbobeleidskader Lucas t.b.v de scholen voor VO van de Lucas 1. Uitgangspunten Het bestuur van Lucas en de directie(s) van de aangesloten scholen zijn verantwoordelijk voor het schoolbeleid. Het arbobeleid

Nadere informatie

ARBOBELEIDSPLAN. Delta-onderwijs: prettig, veilig en gezond. (maart 2017)

ARBOBELEIDSPLAN. Delta-onderwijs: prettig, veilig en gezond. (maart 2017) ARBOBELEIDSPLAN Delta-onderwijs: prettig, veilig en gezond (maart 2017) 1 1. Inleiding Onze medewerkers zijn de dragers van de kwaliteit van onderwijs. Delta-onderwijs streeft ernaar alle medewerkers een

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

8b. (0,5 VE) Op welke manier wordt de blootstelling aan gevaarlijke stoffen beoordeeld? Geschat Gemeten Weet niet

8b. (0,5 VE) Op welke manier wordt de blootstelling aan gevaarlijke stoffen beoordeeld? Geschat Gemeten Weet niet Beleid en maatregelen vanuit bedrijf 7. (1 VE) Treft uw onderneming maatregelen gericht op het werken met gevaarlijke stoffen? (Toelichting: We bedoelen daarmee concrete maatregelen om de gezondheidsrisico

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Sessie 2 RI&E en Plan van aanpak. Wendy Roescher

Sessie 2 RI&E en Plan van aanpak. Wendy Roescher Sessie 2 RI&E en Plan van aanpak Wendy Roescher 06-525 99 066 RI&E Risico Factoren in arbeidssituatie die kunnen leiden tot gezondheidsschade of letsel Inventariseren Risico s eigen werknemers en derden

Nadere informatie

PRAKTISCHE INSTRUMENTEN VOOR ARBORISICO S IN DE GRAFIMEDIA. RI&E Risico-inventarisatie en -evaluatie is wettelijk verplicht

PRAKTISCHE INSTRUMENTEN VOOR ARBORISICO S IN DE GRAFIMEDIA. RI&E Risico-inventarisatie en -evaluatie is wettelijk verplicht PRAKTISCHE INSTRUMENTEN VOOR ARBORISICO S IN DE GRAFIMEDIA RI&E Risico-inventarisatie en -evaluatie is wettelijk verplicht PRAKTISCHE INSTRUMENTEN VOOR ARBORISICO S IN DE GRAFIMEDIA Ondernemers in de Grafimedia,

Nadere informatie

Arbodienstverlening. Informatie voor werkgevers

Arbodienstverlening. Informatie voor werkgevers Arbodienstverlening Informatie voor werkgevers Bedrijven moeten zich bij het opstellen en uitvoeren van een goed arbeidsomstandighedenbeleid en ziekteverzuimbeleid deskundig laten ondersteunen. Dit is

Nadere informatie

Vakjargon uit Arbowet en arbocatalogus. FNV Woordenlijst

Vakjargon uit Arbowet en arbocatalogus. FNV Woordenlijst Vakjargon uit Arbowet en arbocatalogus FNV Woordenlijst Woordenboekje: jargon rond Arbowet en arbocatalogus arbeidshygiënische strategie arbeidsinspectie arbeidsrisico arbo arbobeleid arbobeleidsregels

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

Werkgelegenheidsonderzoek 2010 2010 pr ov i nc i e g r oni ng e n Wer kgel egenhei dsonder zoek Eenanal ysevandeont wi kkel i ngen i ndewer kgel egenhei di nde pr ovi nci egr oni ngen Werkgelegenheidsonderzoek 2010 Werkgelegenheidsonderzoek

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2017 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2017 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 maart 2018

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Addendum op naslagwerk Werken met kwaliteit Aanpassingen en aanvullingen ISBN 978 90 6053 613 1 Januari 2012

Addendum op naslagwerk Werken met kwaliteit Aanpassingen en aanvullingen ISBN 978 90 6053 613 1 Januari 2012 Addendum op naslagwerk Werken met kwaliteit Aanpassingen en aanvullingen ISBN 978 90 6053 613 1 Januari 2012 Paragraaf 1.2 Veiligheid (pagina 11) Paragraaf 3.5 Milieubewust handelen (pagina 49-50) Alinea

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2015

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2015 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2015 Willemstad, oktober 2015 Inleiding In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten.

Nadere informatie

Een veilige en gezonde werkplek begint met de RI&E WAT IEDEREEN OVER DE MOET WETEN

Een veilige en gezonde werkplek begint met de RI&E WAT IEDEREEN OVER DE MOET WETEN Een veilige en gezonde werkplek begint met de RI&E WAT IEDEREEN OVER DE RI&E MOET WETEN De RI&E hoe zit het ook alweer? Een ondernemer loopt risico s, dat weet u als geen ander. Een Risico-Inventarisatie

Nadere informatie

Toetsing Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) BS De Klimop

Toetsing Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) BS De Klimop Toetsing Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) BS De Klimop Locatie Rembrandtstraat Ad (A.A.M.) van Zundert Consultant veiligheidskunde Paraaf: ad.van.zundert@arboned.nl 06-46015528 Email sales support:

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banenverlies tot staan gekomen. Voor het eerst in twee jaar geen banenverlies

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banenverlies tot staan gekomen. Voor het eerst in twee jaar geen banenverlies Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-113 30 september 2005 9.30 uur Banenverlies tot staan gekomen In het tweede kwartaal van 2005 waren er vrijwel evenveel banen als in het eerste kwartaal.

Nadere informatie

Servicecentrum Particuliere Beveiliging

Servicecentrum Particuliere Beveiliging 2014 Achtergrondinformatie Beveiligingsbranche Circa 300 bedrijven vallen onder de cao Particuliere Beveiliging. In de branche zijn naar schatting 30.000 beveiligers actief, 80% daarvan is werkzaam bij

Nadere informatie

7. Arbodeskundige(n) en arbodienst

7. Arbodeskundige(n) en arbodienst Handboek Ondernemingsraad en Personeelsvertegenwoordiging Inhoudsopgave 7. Arbodeskundige(n) en arbodienst... 1 7.1 Wat is een arbodeskundige?... 3 7.2 Wie toetst en geeft advies over de RI&E?... 3 7.3

Nadere informatie

Arbeidsomstandighedenbeleid

Arbeidsomstandighedenbeleid Arbeidsomstandighedenbeleid informatie voor werkgevers en werknemers 170.indd 1 30-12-2008 10:38:37 170.indd 2 30-12-2008 10:38:38 Veilig en gezond werken is belangrijk. De overheid stelt doelen vast voor

Nadere informatie

Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie LEGIONELLA. dr. P. J. M. Martens

Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie LEGIONELLA. dr. P. J. M. Martens Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie LEGIONELLA Februari 2001 drs. Ö. Erdem dr. P. J. M. Martens INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING 1 INLEIDING 1 2 DOEL VAN HET ONDERZOEK

Nadere informatie

v.o.f. Adviesbureau Schouwen Adviseurs & Consultants Arbeidsomstandigheden, Milieu & Kwaliteit

v.o.f. Adviesbureau Schouwen Adviseurs & Consultants Arbeidsomstandigheden, Milieu & Kwaliteit v.o.f. Adviesbureau Schouwen Adviseurs & Consultants Arbeidsomstandigheden, Milieu & Kwaliteit Bezoekadres Homaat 16 Westerbork, Drenthe 9431MK T 06 4633 5833 E elly.versteeg@me.com KvK 22038609 BTW NL8065.13.627.B.01

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2015 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2015 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Factsheet medezeggenschap. Onderdeel van de Evaluatie Arbowet 2007/ Beleidsdoorlichting artikel 44 SZW-begroting

Factsheet medezeggenschap. Onderdeel van de Evaluatie Arbowet 2007/ Beleidsdoorlichting artikel 44 SZW-begroting Factsheet medezeggenschap Onderdeel van de Evaluatie Arbowet 2007/ Beleidsdoorlichting artikel 44 SZW-begroting Ministerie van SZW, Den Haag, 7 april 2011 Anja van Zoelen 1 1. Inleiding 3 2. Achtergrond

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Provincie Groningen Drs. Eelco Westerhof

Nadere informatie

Toelichting Arbochecklist Algemeen

Toelichting Arbochecklist Algemeen 1 2 Gegevens in te vullen door inlenende partij Let hierbij op, dat voor iedere functie en aparte checklist wordt ingevuld! Als het vak je Ja is aangekruist Voeg de kopie toe aan het dossier en zorg voor

Nadere informatie

INHOUD Uitgangspunten Hoofddoelstellingen Organisatie... 5

INHOUD Uitgangspunten Hoofddoelstellingen Organisatie... 5 INHOUD INHOUD... 2 1 Uitgangspunten... 3 2 Hoofddoelstellingen... 4 3 Organisatie... 5 3.1 Beleidsmedewerker personeel... 5 3.2 Preventiemedewerkers... 6 3.3 Bedrijfshulpverlening... 6 4 Risico-inventarisatie

Nadere informatie

Invloed op arborisico s

Invloed op arborisico s Invloed op arborisico s Wettelijk kader en overleg Simon Troost Korte quiz Mag elke werknemer of alleen een specialist de RI&E uitvoeren? Moet de werkgever in geval van verzuim het advies van een bedrijfsarts

Nadere informatie

1.01 De Arbowet. Blad 1 van 6 Abomafoon 1.01

1.01 De Arbowet. Blad 1 van 6 Abomafoon 1.01 1.01 De Arbowet Op 1 januari 2007 is de Arbowet voor het laatst grondig gewijzigd. De Arbowet is een kaderwet, dat wil zeggen een raamwerk voor nadere regels. Zij beperkt zich tot het geven van algemene

Nadere informatie

Arbozorg, intern organiseren of uitbesteden? Vangnet of maatwerk?

Arbozorg, intern organiseren of uitbesteden? Vangnet of maatwerk? Arbozorg, intern organiseren of uitbesteden? Vangnet of maatwerk? December 2010 Arbozorg, intern organiseren of uitbesteden? Vangnet, of maatwerk? Tot voor kort was elke werkgever verplicht aangesloten

Nadere informatie

Rapport Inspectie Arbeidsomstandigheden

Rapport Inspectie Arbeidsomstandigheden Rapport Inspectie Arbeidsomstandigheden School: PCSS voor basisonderwijs De Arend Vestiging: Nunspeet Beschrijving: Protestants Christelijk Speciale School voor Basisonderwijs Onderzoek: drs. P.A. de Kloe

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Veelgestelde vragen over de preventiemedewerker. 02/05/2017 Versie 2.1

Veelgestelde vragen over de preventiemedewerker. 02/05/2017 Versie 2.1 Veelgestelde vragen over de preventiemedewerker 02/05/2017 Versie 2.1 1 Algemeen 1.1 Wat is een preventiemedewerker (betekenis)? Preventiemedewerker is de officiële wettelijke benaming in Nederland voor

Nadere informatie

Zorg voor goede arbeidsomstandigheden van belang in WWZ

Zorg voor goede arbeidsomstandigheden van belang in WWZ Zorg voor goede arbeidsomstandigheden van belang in WWZ Zorg voor goede arbeidsomstandigheden van belang in WWZ Op 1 juli 2015 is het laatste deel van de Wet Werk en Zekerheid (verder: WWZ) in werking

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2016 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2016 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Invloed op arborisico s

Invloed op arborisico s Invloed op arborisico s Wettelijk kader en overleg Simon Troost S.Troost (2019) 1 1 Ik ben Simon Troost 17 jaar trainer medezeggenschap Technische achtergrond en A&O psycholoog Specialisatie: alles wat

Nadere informatie

1. INLEIDING PLAN VAN AANPAK... 3

1. INLEIDING PLAN VAN AANPAK... 3 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 2 2. PLAN VAN AANPAK... 3 3. ORGANISATIE... 6 3.1 KERNACTIVITEITEN... 6 3.2 FUNCTIEGERELATEERDE RISICO S... 6 3.3 BIJZONDERE GROEPEN... 7 4. RI&E BELEID... 8 4.1 ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN...

Nadere informatie

Themabijeenkomst Gezond Beleid Wijzigingen Arbowet 12 september Ton Joosten Preventie adviseur Stigas

Themabijeenkomst Gezond Beleid Wijzigingen Arbowet 12 september Ton Joosten Preventie adviseur Stigas Themabijeenkomst Gezond Beleid Wijzigingen Arbowet 12 september 2017 Ton Joosten Preventie adviseur Stigas Wat is Stigas? Stichting Gezondheidszorg Agrarische Sectoren Onderdeel van Colland BPL SAZAS AVAZ

Nadere informatie

MeetUp Verzuim. Draag bij aan de aanpak van verzuim! INZICHTEN & AANPAK! HANDREIKING VOOR ONDERNEMINGSRADEN

MeetUp Verzuim. Draag bij aan de aanpak van verzuim! INZICHTEN & AANPAK! HANDREIKING VOOR ONDERNEMINGSRADEN MeetUp Verzuim INZICHTEN & AANPAK! Draag bij aan de aanpak van verzuim! HANDREIKING VOOR ONDERNEMINGSRADEN Inleiding Het (langdurig) verzuim in de VVT stijgt de laatste paar jaar gestaag. De sociale partners

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN

EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN 22 maart 2013 Rapport voor Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN Rapport voor Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld CvB Personeel Juni 2017 31-05-2017 12-06-2017 3.21 Arbobeleid Personeel/Arbobeleid Inhoudsopgave 1. Uitgangspunten 3 2. Organisatie 4 2.1 Preventiemedewerker

Nadere informatie

Inhoud 1 REGELGEVING ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 1

Inhoud 1 REGELGEVING ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 1 Inhoud Woord vooraf Lijst van afkortingen V VII 1 REGELGEVING ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 1 1.1 Inleiding 2 1.1.1 Waarom zorg voor arbeidsomstandigheden? 2 1.1.2 Financieel-economische motieven 2 1.1.3 Bedrijfsvoeringsmotieven

Nadere informatie

thyssenkrupp Materials Nederland B.V. Arbobeleid

thyssenkrupp Materials Nederland B.V. Arbobeleid Arbobeleid Inhoudsopgave 1 Uitgangspunten 2 Doelstellingen 3 Organisatie 3.1 Arbo-commissie 3.2 VGWM-commissie 3.3 Preventiemedewerkers 3.4 Bedrijfshulpverlening 3.5 Vertrouwenspersoon 3.6 Manager Kwaliteit,

Nadere informatie

Aan de slag met de RI&E. Een stap-voorstap handleiding voor ondernemers die geen risico willen lopen

Aan de slag met de RI&E. Een stap-voorstap handleiding voor ondernemers die geen risico willen lopen Aan de slag met de RI&E Een stap-voorstap handleiding voor ondernemers die geen risico willen lopen EEN RI&E Een RI&E? Als ondernemer wil ik graag geld verdienen, maar ik wil later geen werknemers tegen

Nadere informatie

Monitor naleving rookvrije werkplek 2006

Monitor naleving rookvrije werkplek 2006 Monitor naleving rookvrije werkplek 2006 METINGEN 2004 EN 2006 B. Bieleman A. Kruize COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam:

Nadere informatie

Aan de slag met de RI&E. Een stap-voorstap handleiding voor ondernemers die geen risico willen lopen

Aan de slag met de RI&E. Een stap-voorstap handleiding voor ondernemers die geen risico willen lopen Aan de slag met de RI&E Een stap-voorstap handleiding voor ondernemers die geen risico willen lopen EEN RI&E Een RI&E? ALS ONDERNEMER WIL IK GRAAG GELD VERDIENEN, MAAR IK WIL LATER GEEN WERKNEMERS TEGEN

Nadere informatie

Arbeidsomstandigheden

Arbeidsomstandigheden t b r o n s e k Arbeidsomstandigheden T Inleiding Wettelijke regels Veiligheid, gezondheid en welzijn Rechten en plichten Uitvoering arbobeleid Inleiding Johan ter Veer, administratief medewerker bij blikfabriek

Nadere informatie

Whitepaper De zorgplicht van de werkgever

Whitepaper De zorgplicht van de werkgever Whitepaper De zorgplicht van de werkgever Als ondernemer weet u natuurlijk dat een veilige en gezonde werkomgeving motiverend werkt. Uw medewerkers verzuimen minder en presteren beter. Maar hoe creëert

Nadere informatie

Gezond werk, goed geregeld Nieuwe arbowet: overzicht "oud" en "nieuw"

Gezond werk, goed geregeld Nieuwe arbowet: overzicht oud en nieuw Gezond werk, goed geregeld Nieuwe arbowet: overzicht "oud" en "nieuw" Laatste update 13 mei 2007 Het arbo-wetgevingsgebouw in zijn totaliteit Bevat vooral spelregels en systeembepalingen : Situatie 2006

Nadere informatie

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Irene Houtman & Ernest de Vroome (TNO) In het kort: Onderzoek naar de ontwikkeling van burn-outklachten en verzuim door psychosociale

Nadere informatie

Beroepsziekten, wat kan je er mee als veiligheidskundige? Drs.ing. Jolanda Willems MBA Drs. Rik Menting bedrijfsarts PreventPartner

Beroepsziekten, wat kan je er mee als veiligheidskundige? Drs.ing. Jolanda Willems MBA Drs. Rik Menting bedrijfsarts PreventPartner Beroepsziekten, wat kan je er mee als veiligheidskundige? Drs.ing. Jolanda Willems MBA Drs. Rik Menting bedrijfsarts PreventPartner Voorstellen (1) Gecertificeerd arbeidshygiënist/toxicoloog, ook opgeleid

Nadere informatie

Bijlage 4 INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID. Unicoz onderwijsgroep primair onderwijs

Bijlage 4 INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID. Unicoz onderwijsgroep primair onderwijs Bijlage 4 INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID Unicoz onderwijsgroep primair onderwijs Versie 19-11-2012 Inhoudsopgave 1. Uitgangspunten 2. Hoofddoelstellingen 3. Organisatie 3.1. Coördinatie veiligheid 3.2. Preventiemedewerkers

Nadere informatie

Ongewenste omgangsvormen en de rol van de OR. 19 juni 2019 LOMOZ Saskia Verhagen en Liesbeth van Bakel

Ongewenste omgangsvormen en de rol van de OR. 19 juni 2019 LOMOZ Saskia Verhagen en Liesbeth van Bakel Ongewenste omgangsvormen en de rol van de OR 19 juni 2019 LOMOZ Saskia Verhagen en Liesbeth van Bakel 1 Vraag Welk ongewenst gedrag kom je wel eens tegen? Of Welk ongewenst gedrag komt wel eens voor op

Nadere informatie

DE (VERDIEPENDE) RI&E

DE (VERDIEPENDE) RI&E DE (VERDIEPENDE) RI&E Jan Kegelaer 17 juni 2019 rpsgroup.com RPS NEDERLAND GEZOND WERKEN 1. de praktische uitoefening van het beroep arbeidshygiënist stimuleren en de kwaliteit daarvan bevorderen 2. de

Nadere informatie

Werkstress en de rol van de preventiemedewerker. Jan Harmen Kwantes inpreventie.nl

Werkstress en de rol van de preventiemedewerker. Jan Harmen Kwantes inpreventie.nl Werkstress en de rol van de preventiemedewerker Jan Harmen Kwantes inpreventie.nl 2 Risico s in het VO Voor wie? 1. Psycho-sociale arbeidsbelasting 2. Fysische arbeidsbelasting 3. Chemische belasting 4.

Nadere informatie

Werkgelegenheid in Westfriesland Augustus 2014

Werkgelegenheid in Westfriesland Augustus 2014 Werkgelegenheid in Westfriesland Augustus 2014 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 0229-282555 Rapportnummer 2014-2042 Datum Augustus 2014 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Invloed op arborisico s

Invloed op arborisico s Invloed op arborisico s Wettelijk kader en overleg Simon Troost S.Troost (2019) 1 Wettelijk kader: basis voor invloed (1) Wet op de ondernemingsraden: tijd: 60 uur voor onderling beraad en overleg en om

Nadere informatie

Arbodienstverlening ARBODIENSTVERLENING

Arbodienstverlening ARBODIENSTVERLENING Arbodienstverlening Sinds 1 juli 2005 hebben branches en bedrijven meer keuze hoe zij zich laten ondersteunen bij ziekteverzuim en het voorkomen van arbeidsongevallen. Er zijn alternatieven voor het vaste

Nadere informatie

Aan de slag met de RI&E

Aan de slag met de RI&E Aan de slag met de RI&E Een stap-voorstap handleiding voor ondernemers die geen risico willen lopen EEN RI&E ALS ONDERNEMER WIL IK GRAAG GELD VERDIENEN, MAAR IK WIL LATER GEEN WERKNEMERS TEGEN KOMEN DIE

Nadere informatie

Veelgestelde vragen Nieuwe Arbowet. Nieuwe Arbowet

Veelgestelde vragen Nieuwe Arbowet. Nieuwe Arbowet Veelgestelde vragen Nieuwe Arbowet Nieuwe Arbowet Waarom is er een Arbowet? Werknemers moeten veilig en gezond kunnen werken tot het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Om daarvoor te zorgen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-161 3 september 2003 9.30 uur Aantal banen in Nederland daalt Het aantal banen van werknemers in Nederland in het tweede kwartaal van 2003 is 22 duizend

Nadere informatie

Arbozorg in Nederland. datum september 2013

Arbozorg in Nederland. datum september 2013 Arbozorg in Nederland datum september 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Naleving van de arbozorgverplichtingen 3 3 Werking van de RI&E 5 4 Werking van de preventiemedewerker 6 5 De effecten van de RI&E 7 6 Preventie

Nadere informatie

ACHTERGROND ARBOCATALOGUS KINDEROPVANG

ACHTERGROND ARBOCATALOGUS KINDEROPVANG ACHTERGROND ARBOCATALOGUS KINDEROPVANG FCB, april 2009 Inhoud 1. Wat is een Arbocatalogus? 2. De Arbocatalogus en de Arbowet 3. De Arbocatalogus en de RI&E 4. Verantwoordelijkheden van de werkgever, de

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

PROJECTVERSLAG MONITORPROJECT UNIVERSITEITEN A796

PROJECTVERSLAG MONITORPROJECT UNIVERSITEITEN A796 PROJECTVERSLAG MONITORPROJECT UNIVERSITEITEN A796 1 0 colofon Arbeidsinspectie, Den Haag maart 2007 Projectverslag status Projectnummer: concept A796 Looptijd project: september 2006 t/m december 2006

Nadere informatie

groot belang in de Wet werk en zekerheid (WWZ)

groot belang in de Wet werk en zekerheid (WWZ) Zorg voor arbeidsomstandigheden van groot belang in de Wet werk en zekerheid (WWZ) Datum: 1 juli 2015 Auteur: Drs. Roelof Heidema, bedrijfsarts en directeur kwaliteit 1 juli 2015 Nieuw ontslagrecht per

Nadere informatie

Bijlage. Voorbeeld uitwerking minimaal werkdrukbeleid

Bijlage. Voorbeeld uitwerking minimaal werkdrukbeleid Bijlage Voorbeeld uitwerking minimaal werkdrukbeleid Toelichting: door het vastleggen van het beleid ten aanzien van werkdruk kun je altijd actief of op verzoek helderheid geven over dit beleid aan je

Nadere informatie

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen 11 Meeste werknemers tevreden met het werk Acht op de tien werknemers (zeer) tevreden met hun werk Vrouwen vaker tevreden dan mannen Werknemers

Nadere informatie

Het rapport is aangemaakt met gegevens uit de webapplicatie Arbomeester2 (

Het rapport is aangemaakt met gegevens uit de webapplicatie Arbomeester2 ( Aangemaakt door: Corjan van der Veen Rapportage is aangemaakt op: 23 03 15 Werkgever Naam: Stichting Westerwijs Werkgeversnummer: 41846 Onderstaande personen hebben alle bevoegdheden in Arbomeester2: Corjan

Nadere informatie

Uitvoeren en beheren van uw risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E)

Uitvoeren en beheren van uw risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) Arboscan-VO Uitvoeren en beheren van uw risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) Hèt hulpmiddel voor het uitvoeren van een risico-inventarisatie en evaluatie in het voortgezet onderwijs Eenvoudig en gemakkelijk

Nadere informatie

Van risico s naar beheersmaatregelen. Door: Huib Arts, ArboProfit

Van risico s naar beheersmaatregelen. Door: Huib Arts, ArboProfit BI&E ipv RI&E Van risico s naar beheersmaatregelen Door: Huib Arts, ArboProfit Waarom een RI&E? OMDAT HET MOET? +??? Wetgeving gri&e Waar moet een RI&E aan voldoen? 3 Hij moet volledig zijn? Frequentie:

Nadere informatie

RAPPORTAGE INCIDENTENANALYSE PERIODE 2012 TOT EN MET 2015 Q2

RAPPORTAGE INCIDENTENANALYSE PERIODE 2012 TOT EN MET 2015 Q2 RAPPORTAGE INCIDENTENANALYSE PERIODE 212 TOT EN MET 215 Q2 Inhoud Inleiding... 2 1. Ongevallen zonder en met verzuim... 4 1.1.1 Vallen/struikelen/uitglijden, ongevallen zonder verzuim... 5 1.1.2 Vallen/struikelen/uitglijden,

Nadere informatie