N O T U L E N VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE DORDRECHT VAN 15 MEI 2007

Transcriptie

1 N O T U L E N VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE DORDRECHT VAN 15 MEI 2007 Dhr. R.J.G. Bandell, voorzitter Dhr. J.G. A. Paans, griffier Mw. E. Verveer, verslag Aanwezig: Mw. J.L.M. Van Benthem Mw. J. van den Bergh-Wapperom Dhr. J.C.C. Bruggeman Dhr. D.G.E. Cobelens Dhr. J.J.W. van Dongen Mw. J. Heijmans Dhr. A.G. Hoogerduijn Dhr. A. Karapinar Mw. D. Koppens-van Leeuwen Dhr. W. van der Kruijff Mw. L.J. Kuhlemeier-Booij Mw. C.M.L. Lambrechts Dhr. M.P.P.M. Merx Dhr. H. Mostert Dhr. W.J.M. Nederpelt Dhr. J.C. Rakhorst Mw. M.C. Ruisch Mw. K.M. Rusinovic Mw. C. Safranti Dhr. D.F.M. Schalken-den Hartog Mw. K.J. Schellekens-van der Meijde Dhr. P.H. Sleeking Mw. N. de Smoker-van Andel Dhr. W. van der Spoel Dhr. B. Staat Dhr. S. Tasgin Dhr. H. J. Tazelaar Dhr. C.A. van Verk Dhr. D.E. Vermeulen Mw. V.I. Versluis Dhr. H.P.A. Wagemakers Dhr. H.S. Weidema Mw. S. Wemmers-Wanrooij Mw. G. Yanik Dhr. A.G. van Zanten Afwezig zijn mevrouw Y.A.J. van den Berg-Pupovic, de heer D. Pols en mevrouw E.C. Van Wenum-Kroon. Naast het afdoen van ingekomen stukken en stukken ter kennisneming en het vaststellen van notulen, is het enige onderwerp van bespreking de als nagekomen stuk ontvangen verklaring van wethouder Albayrak en het raadsvoorstel m.b.t. de ontslagverlening ex artikel 47, lid 2 juncto artikel 46 lid 2 Gemeentewet (bijgaand). Deze stukken zijn inmiddels via het raadsinformatiesysteem raadpleegbaar gemaakt. De op de oorspronkelijke agenda geagendeerde bekrachtiging geheimhouding komt te vervallen. 1. OPENING EN VASTSTELLEN AGENDA De VOORZITTER: Dames en heren, de vergadering is geopend. Ik heet u allen hartelijk welkom. Ik ben blij dat iedereen de weg naar de raadzaal heeft weten te vinden nadat op verzoek van de fractie BETER VOOR DORDT deze vergadering niet plaatsvindt in het Stadskantoor, maar in deze zaal. Er is bericht van verhindering ontvangen van de heer Pols. Eveneens afwezig zijn mevrouw Van Wenum en mevrouw Van den Berg. Kunnen wij de agenda zo vaststellen? Ja? Dan is de agenda vastgesteld. Het is mij niet bekend of wethouder Albayrak aanwezig zal zijn. Ze weet van deze vergadering, maar het is mij niet geworden of ze wel of niet zal komen. 2. MEDEDELINGEN EN INGEKOMEN STUKKEN (bijgaand: nagekomen stuk) 1. Mededelingen: De VOORZITTER: Aan de orde zijn de mededelingen en de ingekomen stukken. Leden van de raad, de vraag is of we het daarheen kunnen leiden dat we rond 10 voor half 9, willen we andere zaken niet ernstig frustreren, de vergadering zouden kunnen beëindigen, maar dat hangt natuurlijk van het verloop van het debat af. Ik stel eerst aan de orde de mededelingen en de ingekomen stukken. Er zijn verder geen mededelingen 1

2 II. Ingekomen stukken: A. BETREKKING HEBBEND OP DE BEVOEGDHEDEN VAN DE RAAD PD/07/5891 a. Vragen ex artikel 40 van het Reglement van Orde van mevrouw N. de Smoker- van Andel namens de fractie van ECO-Dordt over de omstandigheden bij de Bijkerhoeve ST/07/1264 b. Vragen ex artikel 41 van het Reglement van Orde van de heer P.H. Sleeking namens de fractie van B.V. DORDT over het onderhandelaarresultaat CAO brandweer BW/07/77 c. Vragen ex artikel 40 van het Reglement van Orde van mevrouw M.C. Ruisch namens de fractie van GroenLinks over het fotograferen van hangjongeren door de politie van het korps Zuid- Holland Zuid PD/07/6420 d. Vragen ex artikel 40 van het Reglement van Orde van de heer H. MOSTERT namens de fractie van de Christenunie/SGP over de organisatie van The hardcore porn edition in Amigo s MO/07/1644 e. Vragen ex artikel 40 van het Reglement van Orde van mevrouw K. Rusinovic namens de fractie van PvdA over examenlicenties voor zes opleidingen bij het Da Vinci College Dordrecht De onder a t/m e genoemde brieven worden doorgeleid naar het college van burgemeester en wethouders om op de gebruikelijke wijze voor de beantwoording zorg te dragen. Afschrift van de brief onder e en van het antwoord daarop worden op verzoek van de fractie van de PvdA doorgeleid naar de Adviescommissie. GRIF/07/ 357 f. Beantwoording Vragen ex artikel 41 van het Reglement van Orde van de heer P.H. Sleeking namens de fractie van B.V. DORDT over bouwprojecten Maaskanterf en Iris Besloten is de onder f genoemde brief voor kennisgeving aan te nemen, met de aantekening dat deze brief is betrokken bij het debat op 24 april over dit onderwerp. MO/07/1454 g. Brief van het Commissariaat voor de Media met verzoek om advies over de aanvraag om toewijzing van zendtijd van de Stichting Media 78 Besloten is op verzoek van de fractie van B.V.DORDT het advies van het college naar de Adviescommissie te geleiden. SBH/07/1900 h. Begrotingswijziging 2007 en Begroting 2008 van de Gevudo GR Op verzoek van de fracties van ECO-Dordt en B.V.DORDT is besloten deze brief voordat de termijn van het Algemeen bestuur van GEVUDO is verlopen, in de Adviescommissie te brengen samen met de begroting 2007 en de jaarrekening van SBC/07/151 i. Begroting 2008 van de Regio Zuid-Holland Zuid SBC/07/152 j. Jaarverslag 2006 van de regio Zuid-Holland Zuid en de uitnodiging voor een informatiemiddag op 4 juni

3 Besloten is de onder g t/m j genoemde brieven door te geleiden naar het college van burgemeester en wethouders met het verzoek om advies. PM/07/881 k. Brief van mevrouw G.A. de Saint Aulaire over handhaven aansprakelijkstelling kosten en overige schaden i.v.m. funderingsherstel PM/07/918 l. Brief van mevr. E. Lentze- de Vries over handhaven aansprakelijkstelling kosten en overige schaden i.v.m. funderingsherstel en 18 gelijkluidende brieven van andere belanghebbenden Besloten is de onder k en l genoemde brieven ter behandeling in handen te stellen van het college van burgemeester en wethouders. Op verzoek van de fractie van B.V.DORDT wordt besloten het antwoord op één deze gelijkluidende brieven door te geleiden naar de Adviescommissie. B. BETREKKING HEBBEND OP DE BEVOEGDHEDEN VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS PM/07/883 m. Afschrift van een brief van de BVFP over de Subsidieverordening funderingsherstel U wordt voorgesteld de onder m genoemde brief voor kennisgeving aan te nemen. PD/07/5553 n. Brief van de heer of mevrouw D.W. Kool over de inrichting van de vernieuwde Stadswinkel SO/07/3034 o. Brief van de heer of mevrouw D.W. Kool over de afstelling van parkeerautomaten PD/07/5508 p. Webreactie van de heer T. Delemarre over het systeem van de parkeerontheffingen voor bezoekers PM/07/877 q. Brief van de Commissie Sportgebruik Zwemaccommodaties over beantwoording van eerdere brieven over betaald parkeren Op verzoek van de fracties van ECO-Dordt, GroenLinks en de VSP wordt besloten de brief en het antwoord door te geleiden naar de Adviescommissie om te worden betrokken bij de discussie rond de Sportboulevard. SO/07/3183 r. Brief van mevrouw M. Markus namens de Werkgroep Bosboomplein over de ervaren overlast van de werkzaamheden in de Zonnebloem Besloten is de onder n t/m r genoemde brieven ter beantwoording door te geleiden naar het college van burgemeester en wethouders. C. BRIEVEN AAN DE ADVIESCOMMISSIE SO/07/2874 s. Kopie van een brief met uitslagen van een enquête over afsluiting van de Groenedijk Besloten is de onder s genoemde brief met bijlagen voor kennisgeving aan te nemen. De brief wordt op verzoek van de fractie van B.V.DORDT te zijner tijd betrokken bij de vaststelling van het verkeersplan Schil-oost. D. OVERIGE Grif/07/355 t. Uitnodiging van Multifestijn voor de openingsreceptie van 1 juni

4 Grif/07/404 u. Lijst van ter inzage liggende documenten voor de raad van 15 mei 2007 Grif/07/469 v. NAGEKOMEN STUK: Verklaring van wethouder N. Albayrak d.d. 10 mei 2007 Besloten is de onder t t/m v genoemde stukken voor kennisgeving aan te nemen. 3. VASTSTELLEN VAN DE NOTULEN VAN 6 MAART EN 24 APRIL 2007 Notulen 16 maart: op blz. 16, derde en vijfde alinea, moet mevrouw Koppens- van Leeuwen worden gewijzigd in: mevrouw Schellekens- van der Meijde. Op blz. 64 en 65 wordt Rondee vervangen door: ROM-D Met deze wijzigingen vastgesteld. Notulen 24 april: de heer Soy was wel aanwezig, maar iets later. Naar aanleiding van de notulen merkt de heer SLEEKING het volgende op: Voorzitter, uw conclusie naar aanleiding van de discussie over de brief van wethouder Albayrak was dat de overgrote meerderheid van de raad niet kan instemmen met het verzoek van mevrouw Albayrak. Mijn voorkeur gaat er naar uit om dit soort conclusies voor dit soort zwaarwegende onderwerpen heel feitelijk te vermelden. Gebleken is dat 27 leden van de raad niet hebben kunnen instemmen met het verzoek van mevrouw Albayrak. Of dat een overgrote meerderheid is, is een kwestie van interpretatie. De VOORZITTER antwoordt: Ik hecht eraan om duidelijk te maken dat niemand om hoofdelijke stemming heeft gevraagd. Uw fractie heeft zich aan de stemming onttrokken. Ik heb geconcludeerd dat vanuit één fractie twee met name genoemde leden zich niet konden vinden in het besluit, evenals de fracties van D66 en ECO-Dordt. Mijn conclusie, dat de overgrote meerderheid van de raad niet kan instemmen met het verzoek is dan ook correct. Mijns inziens is er geen enkel misverstand over ieders opvattingen ter zake van dit onderwerp en ik begrijp uw opmerking in dit opzicht dan ook niet. Met bovenstaande wijziging en opmerkingen vastgesteld. 4. ONTSLAGBESLUIT EX. ARTIKEL 46, LID 2 GEMEENTEWET De VOORZITTER: U heeft op 24 april het verzoek van wethouder Albayrak om haar wederom voor een termijn van 1 jaar ontheffing te verlenen van het woonplaatsvereiste afgewezen. Dat besluit heeft tot gevolg dat ze niet langer voldoet aan de vereisten voor het wethouderschap die de wet stelt. In een dergelijk geval, zo zegt artikel 47 eerste lid van de gemeentewet, neemt een wethouder onmiddellijk ontslag. Indien hij of zij dat nalaat verleent de raad hem of haar ontslag, aldus de artikelen 47, tweede lid juncto 46, tweede lid, van de Gemeentewet. U weet dat wethouder Albayrak heeft laten weten dat ze niet voornemens is zelf ontslag te nemen. U hebt kunnen lezen dat wij haar de gelegenheid hebben gegeven tot uiterlijk 11 mei om haar ontslag in te dienen. Dat betekent dat de raad haar dus moet ontslaan, want de wet laat geen andere mogelijkheid openen. De brief van de wethouder heeft u afgelopen vrijdagavond, in nacht van vrijdag op zaterdag, bereikt. Het komt mij voor dat de brief aanleiding geeft daarover nog het een en ander over op te merken. Ik zou daar eerst gelegenheid voor willen geven. Daarna zullen we het formele ontslagbesluit dienen te nemen. Dan is eerst aan de orde de brief van wethouder Albayrak. De heer WEIDEMA: Voorzitter, heel kort. In onze vergadering van 24 april jongstleden heb ik een verklaring afgelegd waarin heel duidelijk is aangegeven hoe de meerderheid van de PvdA fractie denkt over de situatie. De brief die wij hebben ontvangen geeft geen aanleiding om daar op terug te komen, en wij zullen dus, vooruitlopend op wat er wellicht straks gezegd zal worden, in meerderheid het voorstel zoals dat aan ons is voorgelegd, steunen. De heer MERX: Voorzitter, dank u wel. Straks gaan we besluiten over het ontslag van wethouder Albayrak op grond van de Gemeentewet omdat ze niet langer voldoet aan de wettelijke eis om te 4

5 wonen in Dordrecht. Op 24 april heeft ook de VVD besloten om het verzoek van de wethouder om een jaar uitstel van de verhuisplicht te verlenen niet in te willigen. Het geeft aanleiding tot enige overwegingen. Ik zal kort zijn. Het zijn van een wethouder in een stad als Dordrecht is een zware functie. Het politiek aansturen van een ambtenarenapparaat, het geven van richting en het hebben en uitdragen van een visie, het creëren van politiek draagvlak, politieke antennes en talenten hebben, en je laten zien in de Dordtse samenleving en betrokken zijn. Een wethouder is niet zomaar een functie van 9 tot 5; het is een roeping om verreweg het grootste gedeelte van je tijd en ook je privé-leven op te offeren voor het belang van de Dordtse samenleving. Je moet een schapenkop zijn met vijf poten, een tomeloze energie en uithoudingsvermogen hebben. En daarom, voorzitter, is de VVD ook principieel van mening dat een wethouder met zijn of haar gezin moet wonen en leven in de gemeente waar hij of zij wethouder is. Dit is noodzakelijk voor de voeling met en de voeding uit de Dordtse gemeenschap, de zichtbaarheid en als uiting van daadwerkelijke betrokkenheid, dit nog afgezien van praktische voordelen. De VVD hecht er ook in dit verband, voorzitter, waarde aan te benadrukken dat dit een belangrijk punt is en dat het niet verlenen van uitstel ook gezien moet worden als een signaal voor eventuele toekomstige Dordtse bestuurders die van buiten komen. Hiervan kan wat ons betreft slechts in uitzonderlijke situaties afgeweken worden. Voorzitter, we constateren dat de wethouder niet binnen de gestelde termijn van één jaar in Dordrecht woont, dat we te veel signalen hebben gekregen dat de wethouder onvoldoende zichtbaar is, en dat we pas enkele dagen voor het verstrijken van het jaar een briefje krijgen waarin de wethouder verzoekt om uitstel van de verhuisplicht. Het voorgaande kan als een formeel punt, overigens niet onbelangrijk, uitgelegd worden, en zelfs als een excuus om een wethouder naar huis te sturen. Een belangrijk en feitelijk niet onontkoombaar politiek feit is dat de PvdA fractie in meerderheid publiekelijk op 24 april in deze raad het vertrouwen in haar eigen wethouder heeft opgezegd. Een ongeschreven regel is dat de bestuurder dan zijn of haar conclusies trekt en ontslag indient. Volgens diezelfde ongeschreven regel is daar geen motie van wantrouwen voor nodig. De wethouder heeft er echter voor gekozen niet haar ontslag in te dienen, ook niet om die reden. De VVD, zoals eerder gezegd in de vorige raadsvergadering, respecteert het besluit van de PvdA fractie dat zij in meerderheid heeft genomen. Een politieke partij draagt een kandidaat wethouder en moet ook, indien zij onvoldoende vertrouwen heeft in haar wethouder, dat vertrouwen opzeggen. Ik heb niet gehoord dat dit sinds 24 april is veranderd. Er is nog steeds geen vertrouwen, zoals zojuist door de heer Weidema is uiteengezet. De VVD laat geen wethouder in het college zitten waarvan de VVD deel uitmaakt terwijl die wethouder niet meer het vertrouwen heeft van de eigen fractie. Dit leidt per direct tot een onwerkbare situatie binnen het college en politiek gedoe waar uiteindelijk de stad en de Dordtse gemeenschap alleen maar nadelen van heeft. Dat is voor de VVD doorslaggevend. Het is dan niet meer relevant of de VVD nog vertrouwen zou hebben in die wethouder. En natuurlijk, voorzitter, lijkt het netjes om de wethouder en de PvdA fractie via een soort hoor en wederhoor aan de tand te voelen en deze raad het oordeel te laten vellen. Echter, voorzitter, dat is niet aan de orde. De VVD vindt dat binnen een partij voor dat tot zo n oordeel gekomen wordt, hoor en wederhoor moet plaatsvinden. Voor zover ik het heb kunnen volgen heeft dat plaatsgevonden; wellicht niet tot genoegen van de wethouder of enkele leden van de PvdA fractie, maar dat is aan de PvdA. Voorzitter, de VVD zal straks akkoord gaan met het voorstel tot ontslagverlening aan de wethouder. En wij benadrukken nogmaals dat wij mevrouw Neza Albayrak veel sterkte toewensen de komende periode, zowel in maatschappelijk opzicht als in de privé-sfeer. De heer SLEEKING: Voorzitter, bij interruptie; misschien mag ik de heer Merx wat vragen. De heer Merx stelt dat het per saldo niet noodzakelijk is dat er een motie voorligt. Ik wil dan wel even verwijzen naar de woordvoering van de VVD in de vergadering van 24 april waarin de VVD heeft uitgesproken dat zij verwacht dat er alsnog een discussie in de raad zal plaatsvinden als de wethouder haar ontslag niet zou indienen, en dat de VVD er van uitgaat dat er een motie komt, dat die van de PvdA komt en dat in de motie staat beschreven waarom de PvdA het vertrouwen in de wethouder opzegt. Ik begrijp uit de woordvoering van de heer Weidema dat hij inhoudelijk verder niet op de zaak wil ingaan. Ik kan me voorstellen dat de fractie van de VVD toch ook andere verwachtingen heeft gehad toen zij tijdens de vergadering van 24 april op die wijze haar standpunt heeft geformuleerd. 5

6 De heer MERX: Voorzitter, het is uiteindelijk aan de fractie zelf om te kiezen, in dit geval de PvdA fractie, hoe zij dat doet. Dat wij daar misschien een andere weg voor hadden gekozen, dat is aan ons. Ze hebben het vertrouwen opgezegd in de wethouder in de raadsvergadering in onmiskenbare en onomwonden woorden, en dat nemen wij aan als politiek feit. Het is een gangbare zaak dat dan een bestuurder opstapt wanneer de eigen fractie het vertrouwen opzegt. En dat is iets wat speelt tussen een partij die de wethouder levert en de wethouder zelf. En daar treden wij niet in. De heer SLEEKING: Voorzitter, dank u wel. Voorzitter, aangezien het onderwerp nu in tweeën is gesplitst denk ik dat wij onze inhoudelijke bijdrage op dit punt zullen inbrengen, aangezien het tweede deel een formele afhandeling is. Overigens dank voor het wijzigen van de vergaderlocatie; wij vonden het gezien het belang van het onderwerp beter om dat ook in de raadzaal te doen. Overigens toch ook dank aan mevrouw Albayrak, hoewel zij niet aanwezig is, dat zij de raad in kennis heeft gesteld van haar argumenten en reactie op wat er gebeurd is. Voorzitter, op deze manier afscheid moeten nemen van een bestuurder van onze stad is een pijnlijk traject. Het is heel pijnlijk, denk ik, voor de betrokkene; dat blijkt ook uit haar reacties en uit haar brief, maar zeker ook voor degenen die verantwoordelijk zijn voor de ontstane situatie. De headhunters en de partij die haar heeft voorgedragen, maar uiteindelijk ook de raad die verantwoordelijk is voor haar aanstelling. Iemand aanstellen op zo n zware functie zonder relevante bestuurlijke ervaring is volgens ons vragen om problemen, en ik neem aan dat dit ook binnen de PvdA grondig zal worden geëvalueerd. Voorzitter, het feit dat onze fractie zich bij de aanstelling en de benoeming van de wethouder heeft onthouden van instemming doet weinig af aan die verantwoordelijkheid die de raad daarvoor heeft. Wij hebben in 2006 al aangedrongen op een procedure waarbij de raad ook daadwerkelijk tot een inhoudelijke afweging kan komen op basis van een functieprofiel. En nu blijkt dat mensen persoonlijk beschadigd raken en voor de grote belangen die op het spel staan voor onze stad is dat ook een heel slechte ontwikkeling. Wij nemen daar allemaal kennis van. We pleiten dus opnieuw voor de ontwikkeling van een procedure rondom de voordracht en benoeming waarin plaats is voor een toetsing aan een profiel waaraan een wethouderskandidaat zou moeten voldoen. We leggen de raad daartoe graag een motie voor. Voorzitter, ten aanzien van de procedure rond het aankomende ontslag van wethouder Albayrak hebben we op 24 april al aangegeven dat we deze procedure niet zuiver en niet eerlijk vinden. Niet de dispensatie rond de verhuisplicht zou daarbij doorslaggevend moeten zijn, maar het feit dat de fractie van de PvdA geen vertrouwen meer blijkt te hebben in deze wethouder. In de brief die Mw. Albayrak ons heeft gestuurd geeft ze aan het op dit punt met ons eens te zijn. Wij zouden het dan ook van de PvdA waarderen als de PvdA de raad de argumenten zou noemen die de oorzaak zijn geweest van het opzeggen van het vertrouwen. Tot nu toe wordt zo hier en daar in de media een tipje van de sluier opgelicht, maar verder hult de fractie van de PvdA zich in stilzwijgen. Het is ook heel jammer dat daarover zo lang een vrij schimmig spel is gespeeld, waarover in de wandelgangen al even lang werd gesproken en gegniffeld. Een beetje hypocriet vinden wij het ook dat onze opmerkingen tijdens de algemene beschouwingen in het openbaar in het bijzijn van mevrouw Albayrak zoveel kritiek kregen van de rest van de raad waarbij iedereen zo ongeveer over ons heen rolde uitgezonderd, geloof ik, de PvdA, wat natuurlijk al een teken aan de wand was. Het had de PvdA wel gesierd, voorzitter, als het functioneren van de wethouder eerder en transparant aan de orde was gesteld op een moment dat daarover nog een weerwoord van de wethouder mogelijk was geweest. Wat dat betreft hebben wij in ieder geval met open vizier gehandeld, en dat kunnen we niet zeggen van de PvdA. De brief over de uitgestelde verhuizing is als aanleiding gebruikt om de wethouder de wacht aan te zeggen, maar wij blijven van mening dat je zo niet met elkaar moet omgaan. Niet verschuilen achter procedures, maar klip en klaar zeggen waar het op staat, en dat ook met elkaar in alle openheid bespreken. Dit debat zou moeten gaan over het disfunctioneren van de wethouder. De eerste man van de PvdA noemde haar in april 2006 de beste keuze voor deze functie. Dat wil zeggen dat haar opvolger op zijn best de tweede beste keuze zal zijn. En waarom hij precies bij mevrouw Albayrak was uitgekomen, dat zal wel altijd gissen blijven. De vraag voor ons blijft wel welke belangen daar nou precies bij in het geding waren. Voorzitter, een concrete vraag met betrekking tot de financiële afwikkeling, want die zal er ongetwijfeld ook moeten komen nadat straks het ontslag is geformaliseerd. Volgens onze informatie heeft mevrouw Albayrak een terugkeergarantie naar haar oude baan. Om te voorkomen dat deze affaire de gemeenschap weer 6

7 enkele tonnen gaat kosten, willen wij er in ieder geval op aandringen om wachtgelduitkeringen zoveel mogelijk te beperken waar dat mogelijk is. En gezien de uitspraken die de PvdA hierover landelijk doet, zou het gewenst zijn dat de wettelijke regelingen voor het wachtgeld van oudbestuurders, die in sommige gevallen wel 15 jaar kunnen duren, nu ook eens echt bij te stellen. Iedere werkloze in ons land krijgt een reïntegratieverplichting al na enkele weken opgelegd en daarbij zouden bestuurders op zijn minst het goede voorbeeld moeten geven. Voorzitter, zonder inhoudelijk debat dat wij bij voorkeur met de wethouder zelf hadden gevoerd - haar bordje stond er net nog wel even, maar de titel wethouder was al geschrapt over haar functioneren, is het ook erg moeilijk om dat vertrouwen op te zeggen. Wettelijk voldoet ze vanaf 25 april niet meer aan de criteria om nog langer wethouder te kunnen zijn, gezien de uitspraak die ook de raad daarover heeft gedaan. En daardoor zou ze onmiddellijk ontslag moeten nemen. Dat heeft zij niet gedaan. Opmerkelijk vinden wij dat ze daarvoor tot 11 mei de tijd heeft gekregen, namens de raad, zonder overleg met de raad. De raad zal haar nu op formele gronden ontslag verlenen en dat blijft wat ons betreft een zeer onbevredigende afloop. Liever hadden wij, kijkend naar het verleden, andere PvdA wethouders afgerekend op inhoudelijke projecten zoals het driebussensysteem of het project Biezenlanden. Wat ons betreft moet ik de heer Karapinar op dat punt wel gelijk geven. De heer KARAPINAR: Mag ik even reageren? Bedankt dat u mij ook op uw internetsite heeft genoemd. U heeft het over sieren van de PvdA. Maar het zou u en uw partij ook sieren, u had het in het begin van uw betoog over een pijnlijke zaak, vooral voor de betrokkene, maar dat vind ik allemaal krokodillentranen van uw kant. Als u het pijnlijk vindt, moet u het niet nog pijnlijker maken door van die opmerkingen te maken over wachtgeld en ook vragen te stellen aan de raad over de onderhandelingen met de Brandweer en dat soort zaken. Dat vind ik niet sierlijk, moet ik zeggen. De heer SLEEKING: Voorzitter, wij scheiden graag het persoonlijke van het zakelijke, en deze twee zaken zijn beide aan de orde. De heer KARAPINAR: Dat heb ik tijdens de algemene beschouwingen waar u het net over had, niet zo gezien. U was alleen maar persoonlijk bezig. Met de vragen over de Brandweer bent u weer persoonlijk bezig over een wethouder die al de laan is uitgestuurd, en nu ook nog over wachtgeld. U probeert een beeld van haar te schetsen waar ik het totaal niet mee eens ben. Het zou u sieren als u de zaak niet nòg pijnlijker zou maken. De heer SLEEKING: Voorzitter, de hele wachtgeldregeling hebben wij al eerder aan de orde gesteld, en wij zullen dat opnieuw doen voor zover het relevant is. En ik vind dat nu ook weer een relevant moment. De heer KARAPINAR: Ik vind het moment niet netjes. De VOORZITTER leest de motie voor. MOTIE bij ontslagverlening van wethouder Albayrak De gemeenteraad van Dordrecht, in vergadering bijeen op dinsdag 15 mei 2007 ter bespreking van het voorstel om wethouder Albayrak ontslag te verlenen; - kennis nemend van de uitspraken van diverse betrokkenen met betrekking tot onvoldoende functioneren van de wethouder; - -tevens kennis nemend van de wijze waarop zonder inhoudelijk debat op 11 april 2006 is besloten tot aanstelling van mevrouw Albayrak als wethouder; - van mening dat het gezien de zwaarte van de functie van een wethouder gewenst is dat er in de toekomst een procedure beschikbaar is en wordt toegepast om vast te kunnen stellen of een potentiële kandidaat beschikt over de vereiste competenties voor deze functie; 7

8 Stelt voor om het presidium opdracht te geven een procedure op te stellen die kan worden toegepast bij de voordracht en benoeming van wethouderskandidaten, waarbij aandacht wordt geschonken aan een functieprofiel en de vereiste competenties voor deze functie en hierover aan de raad op korte termijn een voorstel voor te leggen; En gaat over tot de orde van de dag. Getekend door de fractie BETER VOOR DORDT De motie maakt onderdeel uit van de beschouwing. De heer van der Kruijff heeft het woord. De heer VAN DER KRUIJFF: Voorzitter, het ontslag van wethouder Albayrak is een kwestie met alleen maar verliezers. Wethouder Albayrak als verliezer; het is een persoonlijk drama voor haar. We zijn ons daar zeer van bewust en voelen ook met haar mee. De PvdA fractie als verliezer. Je ziet de onmacht en de verdeeldheid. Een verdeeldheid die, als je de brieven leest en de woordvoeringen hoort, er blijkbaar al langere tijd is. Uiteindelijk de hele politiek; het stadsbestuur als verliezer. Dit is slecht voor het aanzien van de politiek en voor ons allemaal, en daarmee is de stad Dordrecht verliezer. En dat gun je niemand. Dit wil je niet, en toch gebeurt het; dat is triest. De vraag ligt nu voor: verleent, of beter gezegd geeft deze raad ontslag aan wethouder Albayrak? En dat naar aanleiding van het raadsbesluit geen uitstel te verlenen betreffende haar verhuisplicht, en vervolgens haar weigering om zelf haar ontslag in te dienen. Naar onze stellige overtuiging is die verhuisplicht niet de essentie. Het is de druppel die de emmer deed overlopen in een toch al verstoorde verhouding tussen wethouder Albayrak en haar PvdA fractie. Zo blijkt tenminste uit de brief die de wethouder zelf ons gestuurd heeft, maar ook uit uitingen vanuit de fractie. Het ging niet goed. Een inhoudelijk debat over al wel of niet functioneren van wethouder Albayrak is tot vandaag niet gevoerd. Dat steekt haar, zo blijkt uit haar brief, en dat zit ook een aantal raadsleden hier dwars, zo blijkt. Voorzitter, dat begrijpen we wel, maar het blijft toch een lastige vraag. Als CDA fractie hebben we wel gezien dat wethouder Albayrak moeite had om haar draai te vinden en goed uit de verf te komen. Er zijn al meerdere woorden aan gewijd hoe dat allemaal komt en hoe moeilijk dat zou kunnen zijn. Voor ons blijft de vraag of het nou de oorzaak of het gevolg is van het gebrek aan vertrouwen dat de meerderheid van haar fractie in haar heeft. Hoe dan ook, feit is dat de meerderheid van haar eigen PvdA fractie dat vertrouwen op dit moment niet meer heeft. En dan heb je als PvdA wethouder een probleem. Dan kun je niet door, dan moet je weg. Voor ons is dat, gezien de situatie, dan ook een onontkoombare conclusie. Daarom zal de CDA fractie straks instemmen met de ontslagverlening aan wethouder Albayrak. Wij wensen haar sterkte onder de moeilijke omstandigheden waarin zij ook privé verkeert. De heer MOSTERT: Voorzitter, dank u wel. Voorzitter, in de vorige raadsvergadering heeft de raad besloten tot afwijzing van het verzoek van wethouder Albayrak om verlenging van de ontheffing om in Dordrecht te wonen. Ook voor onze fractie lag daaraan ten grondslag de opstelling daarover van de PvdA fractie. Daarbij was de essentie dat het vertrouwen van de PvdA fractie in de wethouder was opgezegd. Ook na een verhuizing zou dat niet anders zijn, zo is gebleken. Dit feit op zich, de manier waarop het is gegaan, de omstandigheden en de gevolgen daarvan hebben ons niet onberoerd gelaten. Eigenlijk vinden we het nog steeds een tragedie voor de wethouder, zoals we op 24 april in de raad al zeiden. Maar ook voor alle direct betrokkenen en zeer zeker ook voor onze stad. In de vorige raadsvergadering hebben we dit al duidelijk laten merken, juist ook omdat het hier om mensen gaat en daar kun je niet zorgvuldig genoeg mee zijn. Dat neemt niet weg dat er onder de omstandigheden nu eenmaal een beslissing moet worden genomen, hoe pijnlijk ook. In de vorige raadsvergadering is duidelijk de juridische kant van de zaak aan de orde gekomen. Voorzitter, u hebt volstrekt helder aangegeven wat het gevolg zou zijn van het eventueel niet tijdig ontvangen van de ontslagaanvraag van de wethouder. Vandaar nu uw formele, op zich logische, voorstel tot ontslag op basis van artikel 46 lid 2 van de Gemeentewet, omdat de wethouder per brief recent nu eenmaal heeft meegedeeld niet zelf ontslag te nemen. Ontslag door de raad is op basis van de Gemeentewet in dit geval onvermijdelijk. Wij kunnen, voorzitter, dus niet anders dan instemmen met uw voorstel. Gelet op de recente brief van de wethouder merken wij echter nog kort het volgende op. Zoals de wethouder zelf in haar brief van 10 mei schrijft heeft de raad een jaar geleden op initiatief van de 8

9 PvdA dit proces gestart. Toen deze fractie later onmiskenbaar duidelijk maakte dat het over en uit was, betekende dit politiek voor iedereen een niet te miskennen feit, ook voor onze fractie. Niet alleen het vertrouwen van de raad, maar vooral het vertrouwen van de eigen fractie is bestuurlijk onontbeerlijk voor een wethouder. Wellicht heeft de uitgestelde verhuizing bij de PvdA fractie naar buiten te veel als argument gediend. Voor de duidelijkheid: er heeft wel degelijk binnen haar fractie een inhoudelijke weging plaatsgevonden; echter zonder voldoende herkenning over en weer. Zoals de wethouder zelf schrijft: het niet verhuizen was in feite niet van belang. In de fractievergaderingen kwam dat aan de orde, zo lezen we in haar brief, in de reguliere en de ingelaste fractievergaderingen. Voorzitter, bij escalaties zoals nu aan de orde gaat het helaas uiteindelijk vaak niet meer om de inhoud, maar om de discussies over de gevolgde procedure. Dat geeft natuurlijk nooit een bevredigende afloop of een oplossing. Wij willen en kunnen aan de discussie daarover niet volledig meedoen. Het vertrouwen is opgezegd, en zal ook niet meer terugkomen na verhuizing. Voor ons zoals gezegd een voldongen feit en praten over ontheffing is dan niet fatsoenlijk, maar mosterd (met een d) na de maaltijd. We herhalen dat we dit menselijk gezien op zich een tragedie vinden waar we moeite mee hebben, ook vanuit ons Christelijk perspectief, hoe we omgaan met onze medemens. Ten slotte, voorzitter, het fenomeen de wethouder van buiten heeft na een jaar bij ons uiteraard ook te denken gegeven. We nemen zonder meer aan dat de PvdA fractie zich, lerend van deze ervaring, op de vacature en de te volgen procedure breed bezint. Dat verdient Dordrecht. We zullen dit intensief en kritisch volgen, ook in verband met ons nader oordeel daarover bij de benoeming - later door de raad - van een andere wethouder. Dank u wel. Mevrouw RUISCH: Dank u wel, voorzitter. De fractie van GroenLinks heeft zich zo u weet in de vergadering van 24 april uitgesproken tegen de verlenging van de periode van ontheffing wat betreft het ingezetenschap van de gemeente Dordrecht van mevrouw Albayrak. Onze fractie was zich terdege bewust dat ze daarmee het aanblijven van mevrouw Albayrak als wethouder van Dordrecht blokkeerde. Achteraf betreuren wij dat we toen al niet intensiever hebben doorgevraagd naar de beweegredenen van de PvdA om het vertrouwen op te zeggen. Waarschijnlijk zou doorvragen overigens niets hebben opgeleverd, maar terugkijkend op het verstreken jaar leek het ons toen toch al gewenst dat de wethouder niet zou aanblijven. Voorzitter, wij waren niet tevreden over het functioneren van de wethouder. Deze onvrede werd mede gevoed door signalen vanuit de stad, signalen van zowel personen als organisaties. In haar brief van 10 mei geeft mevrouw Albayrak aan dat zij, in haar woorden, een stevige fundering heeft neergezet in een aantal dossiers, waarna een aantal dossiers met name wordt genoemd. Voorzitter, het spijt me, maar naar de mening van de fractie van GroenLinks blijkt hieruit dat mevrouw Albayrak geen reëel beeld had van haar functioneren als wethouder. Enige kritische reflectie op het eigen functioneren mag naar onze mening van iemand in een dergelijke functie niet ontbreken. Voorzitter, onze belangrijkste kritiekpunten betreffen echter de PvdA. Wij vragen ons oprecht af of men zich heeft gerealiseerd welk risico werd genomen door in maart 2006 een kandidaat wethouder te presenteren die noch enige bestuurlijke, noch enige politieke ervaring had. Dat lijkt op iemand voor de wolven gooien. Bovendien zie je nu ook het imago van de politieke functie geschaad. Het is een bevestiging voor die groep mensen die vinden dat de politiek maar iets doet, en dat het allemaal zakkenvullerij en vriendjespolitiek is. Als tweede en niet onbelangrijke punt is de wijze waarop de gemeenteraad is geïnformeerd over de vertrouwensbreuk. Nietsvermoedend schoven wij 24 april aan aan de vergadertafel om te spreken over een mogelijk uitstel van de verhuizing. De verklaring van de fractievoorzitter, de heer Weidema kwam echt als een donderslag bij heldere hemel. Zeer merkwaardig was daarbij dat de heer Weidema toen niets wilde zeggen over de reden voor deze vertrouwensbreuk. Je kunt het niet natuurlijk niet waarmaken om te zeggen dat je niet ontevreden bent over de wethouder, maar dat je vervolgens geen uitstel wilt verlenen. Dat is gek en dat geeft aanleiding tot allerlei geruchten en speculaties. Nou, daar hebben we onze portie wel van gehad. Maar, voorzitter, wat ons vooral stoort is dat de fractievoorzitter van de PvdA niet het fatsoen heeft gehad om de andere fractievoorzitters eventueel in een besloten bijeenkomst of via een vertrouwelijke brief vooraf te informeren over dat wat er te wachten stond. Naar de opvatting van mijn fractie was dat de koninklijke weg geweest en had dit veel gedoe voorkomen. Voorzitter, ik ga afronden met een aantal opmerkingen. Ten eerste. Mijn fractie heeft altijd gewild dat mevrouw Albayrak zou worden tot een goede wethouder voor onze stad. Dat zou goed zijn 9

10 voor de stad, voor het imago van de politiek en voor mevrouw Albayrak. Ten tweede. Mijn fractie vindt de hele gang van zaken vooral een interne zaak van de PvdA waarmee ze het imago van de politiek hebben geschaad. Wij hopen dat de fractieleden hier met elkaar uitkomen. De heer SLEEKING: Voorzitter, bij interruptie, dan wil ik mevrouw Ruisch graag de vraag stellen met terugverwijzing naar de installatie en de benoeming van mevrouw Albayrak waarmee ook uw fractie heeft ingestemd, ondanks het feit dat ook bij u bekend was dat mevrouw Albayrak nauwelijks over enige bestuurlijke ervaring beschikte. Dus ziet u het ook niet voor een deel als uw eigen verantwoordelijkheid op dat punt? Mevrouw RUISCH: Absoluut. De heer SLEEKING: Dat we daar met elkaar ook een veel kritischer traject hadden kunnen en moeten voeren? Mevrouw RUISCH: Ik begon ook met te zeggen dat we er toen van uitgingen dat het een goede wethouder zou worden van onze stad. Daar zijn we in teleurgesteld en dat kan ik ook onszelf aanrekenen, als dat uw vraag is, ja. Maar we hadden er op dat moment echt vertrouwen in dat het zou lukken. Wij hopen dat de fractieleden er met elkaar uitkomen, en dat moet natuurlijk wel. Ten derde. De fractie van GroenLinks verwacht op korte termijn te worden geïnformeerd over de invulling van de wethoudersstoel. We nemen aan dat de PvdA in ieder geval heeft geleerd van deze escapade en dat ze zullen komen met een ervaren en gedegen kandidaat. De heer TAZELAAR: Voorzitter, dank u wel. De VSP heeft zich eerder al uitgesproken dat wij de gang van zaken rond wethouder Albayrak betreuren. We hadden een wethouder voor vier jaar in een actieve functie gedacht, maar de portefeuille werd het eerste jaar niet 100% vervuld. Wij vinden dat ook het optreden van de PvdA en de verdeeldheid in deze fractie in duidelijkheid en openheid niet de schoonheidsprijs verdienen. Wij hebben begrepen dat de arbeidssfeer met de wethouder er zeker niet makkelijker op werd de laatste tijd. Wij betreuren de afwezigheid van mevrouw Albayrak; ze is zelfs zonder kennisgeving afwezig. Misschien had ze nog haar weerwoord kunnen geven. Een stad als Dordrecht vraagt om een stevig beleid en uitvoering, maar dat is in deze situatie niet meer te realiseren. Met verdeeldheid in onze fractie over het functioneren van mevrouw Albayrak stemmen wij in met het voorstel, en we wensen mevrouw Albayrak het allerbeste toe. Mevrouw DE SMOKER: Voorzitter, dank u wel. Op 24 april jongstleden lag het verzoek voor van wethouder Albayrak om instemming met verlenging van haar verhuistermijn. U kent het standpunt van ECO-Dordt. Wij waren en wij zijn daartoe nog steeds bereid. Uit die brief was ons niet gebleken dat de wethouder niet van plan was te verhuizen. Dat haar omstandigheden voor vertraging zorgden leek ons duidelijk. De behandeling van het verzoek kreeg een heel andere wending in de raad toen de meerderheid van de PvdA fractie kenbaar maakte dat ze het vertrouwen in wethouder Albayrak hadden opgezegd, omdat uit niets was gebleken dat de wethouder bereid was te verhuizen. Bijna met stomheid geslagen namen wij dit bericht tot ons, maar het standpunt van de PvdA deed niets af aan onze motivatie om de wethouder wel nogmaals de tijd te geven om haar verhuizing rond te maken. Dat er meer aan de hand is kon ieder wel vermoeden, maar is door de PvdA nooit uitgesproken. Eenieder hier kent nu het meerderheidsbesluit van de raad van 24 april. Wethouder Albayrak heeft middels haar laatste brief te kennen gegeven dat wat de raad heeft gestart, de raad inclusief de PvdA dan ook maar af moet maken. Als de PvdA fractie vanwege legitieme, maar ons onbekende redenen de verhuizingsbrief aangrijpt om het vertrouwen in haar wethouder op te zeggen had de PvdA hetzelfde lef voor de raad moeten hebben en op 24 april een motie van wantrouwen in kunnen dienen. Nu moeten wij meewerken aan een poppenkast over haar functioneren, dat steeds door iedereen zijdelings wordt aangestipt. Een achteraf verhaal dat geen zoden aan de dijk zet, maar alleen de persoon, en ook ons, de gehele politiek, nog meer beschadigt. Wij doen daar niet aan mee. Wij vinden dat het ook politieke mores is dat een partij zijn eigen politieke sores opruimt. Voorzitter, u zult begrijpen dat ondanks alle wettelijke regelingen wij ook de ruimte nemen om 10

11 onze eigen afweging te maken in dit raadsbesluit. Volgend uit onze eerdere beslissing stemmen wij dan ook tegen. De heer VAN DONGEN: Dank u wel, voorzitter. Het is een unieke en trieste situatie waarvoor we hier zitten, voor alle betrokkenen, dat de voorzitter van de raad nu moet voorstellen een wethouder te ontslaan omdat zij niet meer aan de eisen voldoet die de wet daaraan stelt. Wat mijn fractie betreft hadden we drie weken geleden de ontheffing kunnen verlenen, al was het maar om inhoudelijk van gedachten te wisselen met mevrouw Albayrak over haar functioneren. Want het gaat hier natuurlijk niet om verhuizen. Ik ben ook van mening dat de wethouder beter in de stad kan wonen, maar als mevrouw Albayrak goed had gefunctioneerd in de ogen van deze raad, dan hadden we hier helemaal niet gezeten en hadden we het besluit niet hoeven nemen om haar te ontslaan. Het gaat dus om functioneren. En ook mijn fractie heeft in het verleden wel kritiek gehad op dat functioneren van de wethouder. We hebben haar ook zien worstelen daarmee. Blijkbaar heeft de PvdA fractie geoordeeld dat het functioneren dus onder de maat was. Dat is voor mij ook een politiek feit. Interessant zou wel zijn om te vernemen van de PvdA fractie waar en op welke dossiers zij tot dat oordeel gekomen is, en betrekt u daar rustig de brief van wethouder Albayrak bij die zij deze raad toegezonden heeft. Het is per slot die fractie die een wethouder van buiten de raad heeft voorgedragen, waarbij zij, en dat mag ik toch minstens aannemen, de continuïteit van het stadsbestuur zwaar gewogen heeft en in haar verantwoordelijkheid voor die continuïteit voor dat stadsbestuur ook de wethouder tot het uiterste heeft ondersteund in haar functioneren. De brief die mevrouw Albayrak ons toegezonden heeft, wekt een ander beeld op, namelijk dat dit niet is gebeurd. Dat beeld wordt nog versterkt door een verdeelde stemming in de PvdA fractie. Dat gezegd hebbend, voorzitter, blijft het feit dat een wethouder het vertrouwen van de eigen politieke fractie nodig heeft om te kunnen functioneren. Een lid van het openbaar bestuur heeft af te treden op het moment dat zij constateert dat het algemeen belang niet meer gediend kan worden. En dat is in dit geval evident. Want dat politieke feit, het opzeggen van het vertrouwen, ligt er; hoe hard ook. Nu mevrouw Albayrak zelf geen ontslag neemt, moet de raad dat verlenen, en dat voorstel zal ik dan ook steunen gezien ook datgene wat daarover in de wet staat. Een oordeel over haar functioneren kan ik mij niet aanmeten omdat die discussie niet gevoerd is. Ik wens mevrouw Albayrak privé en zakelijk sterkte voor de toekomst, en ik wens de verantwoordelijke PvdA fractie veel wijsheid en dat zij geleerd hebben van dit debacle bij het vinden van een nieuwe kandidaat. De VOORZITTER: Dank u wel, meneer van Dongen. Een paar opmerkingen van mijn kant. Het is inderdaad een unieke en ook trieste situatie. Het unieke, daar hebben we in de vorige vergadering van 24 april al over gesproken. Het is ook triest omdat iedereen de afgelopen tijd heeft gezien hoe iemand worstelde met haar functioneren, en dat uiteindelijk toch niet helemaal heeft kunnen volbrengen. Ik zelf ben ervan overtuigd dat het belangrijk is dat iemand zich snel in de stad vestigt, een onderwerp waar sommige burgemeesters ook nog wel eens moeite mee hebben. Ik denk dat het belangrijk is dat we in ogenschouw nemen dat het onderwerp verhuizing ook wel heel vaak aan de orde is geweest. Niet zozeer binnen de raad, als wel dat we daar in de media heel vaak over konden lezen. De dagen werden soms geteld. Dat onderwerp heeft al heel lang gespeeld. En dan moet je ook als raad op enig moment, wet is wet, de wettelijke bepalingen gewoon in acht nemen. Dat horen we ook te doen. Dat geldt evenzeer in de richting van de fractie van ECO-Dordt. De raad dient een besluit te nemen en een wethouder kan niet aanblijven als hij niet voldoet aan het vereiste, en dat is de situatie. Dan moet eigenlijk de betrokkene ontslag nemen, zo staat het in de wet. Doe je het niet, dan word je ontslagen. Eigenlijk ipso facto, door het simpele feit dat daar niet aan wordt voldaan. Van de kant van de fractie BETER VOOR DORDT zijn twee vragen gesteld, althans in de richting waarvan ik denk dat ik die moet beantwoorden. In de eerste plaats de termijn. De griffier en ik waren van mening, en zijn dat nog steeds, dat op de eerstvolgende raadsvergadering na 24 april, dus heden, bekend zou zijn of betrokkene zelf ontslag zou nemen en dat we de betrokkene even een termijn gunden om een ontslagbrief te schrijven. En die termijn hebben we gesteld op 11 mei. Als de heer Sleeking zegt, daar hadden we ook nog overleg over kunnen plegen, dan begrijp ik dat wel, maar het relevante is dat we de eerstvolgende vergadering van de raad een besluit zouden moeten nemen. De fractievoorzitters hebben ook de brief gekregen waarin dat is aangeduid, en de motivering voor 11

12 die termijn. Daar wil ik dan graag naar verwijzen. Want als we spreken over menselijkheid, dan is het ook belangrijk dat we iemand even de tijd geven om zich te realiseren in welke situatie men verzeild is geraakt. Ik heb er ook aanleiding in gevonden om zeer uitvoerig met mevrouw Albayrak over de ontstane situatie te spreken. Dat heb ik natuurlijk al eerder gedaan ik zal daar verder niet over in detail treden - juist met het oog op dat menselijke aspect en je realiseren wat de consequenties kunnen zijn. Ik vind dat het onze plicht is om daar niet alleen over te praten, maar ook te proberen dat in de praktijk waar te maken. In dat kader was die termijn van 11 mei gegund, zonder dat dit zou moeten leiden tot het eerder bijeenroepen van de raad of iets dergelijks. Wat betreft de wachtgelduitkering. De wachtgelduitkering is onderhevig aan landelijke regelgeving, en als wij dus iets willen veranderen, dan zal de landspolitiek dat werk moeten doen. De heer Sleeking zegt dat ook. Het is eigenlijk een oproep aan partijen die vertegenwoordigd zijn in het parlement om het richting minister van Binnenlandse Zaken te leiden met het verzoek de regelingen die er zijn ter zake van wachtgeld voor politieke ambtsdragers te herzien. In dat opzicht kunnen wij ook niets anders doen dan ervoor te zorgen dat die regelingen worden uitgevoerd. Ik weet dat wethouder Albayrak niets liever wil dan zo spoedig mogelijk weer elders aan de gang te gaan. Dat heeft ze tegenover mij verklaard; ik heb geen enkele reden om daar aan te twijfelen. Daarbij speelt ook een rol dat ze zich verder oriënteert op de mogelijkheden van haar vorige werkgever, en tegelijkertijd dat ze zich ook oriënteert op andere mogelijkheden. Ongetwijfeld zijn er mensen die in de toekomst met liefderijke argusogen zullen volgen wat haar verdere carrièregang zal zijn. Wij kunnen aan wachtgeldregelingen als raad niks veranderen. Zo eenvoudig is het. Dat kunnen sommigen vervelend vinden en anderen prettig, maar dat is gewoon een feit. Zo werkt dat. Dat van mijn kant. Ik kijk even of er nog behoefte is aan een tweede termijn op dit punt. De heer SLEEKING: Voorzitter, nog heel even kort over de termijn. Het valt te waarderen dat u haar enige tijd heeft gegund om daar op te reageren; daar heb ik ook alle begrip voor. Elke datum die je daarbij noemt is natuurlijk arbitrair. Maar goed, wat ons betreft was het gewoon iets fraaier geweest als in ieder geval de fractievoorzitters van tevoren even waren geïnformeerd. Mijn fractie was nogal verbaasd dat die termijn was gesteld. Ik wilde daarvan toch melding maken, maar goed, zoiets komt gelukkig ook niet elke week voor. Dus ik kan me voorstellen dat het ook in de hectiek van de hele situatie zo is gebeurd. En verder hoop ik inderdaad dat alle partijen die ook een landelijke vertegenwoordiging hebben en het met mijn oproep rond de wachtgeldregelingen eens zijn, daarin eens wat energie zullen gaan stoppen. De heer VAN DONGEN: Ik wil alleen nog opmerken dat ik het toch wel wat vreemd vind dat er vanuit diverse fracties wat vragen gesteld zijn aan de PvdA fractie die daar blijkbaar geen antwoord op wil geven en dat hier in de raad niet uitspreekt, maar dat wel in de lokale dagbladen doet. De VOORZITTER: Waarvan akte. Ik hoop in ieder geval dat men er in slaagt om voor de raadsvergadering van 12 juni met een kandidatuur te komen. Ik stel u het volgende voor: de brief van mevrouw Albayrak formeel nu voor kennisgeving aan te nemen. Ik zal de motie van BETER VOOR DORDT na het ontslagbesluit aan de orde stellen. Dan is nu aan de orde het ontslagbesluit ex artikel 47 lid 2 juncto artikel 46 lid 2 van de Gemeentewet. Wenst één van de leden stemming? De heer SLEEKING: Ik wil in een stemverklaring afleggen namens de fractie, voorzitter. Voorzitter, anderen hebben het ook gezegd: wettelijke procedures zijn onontkoombaar. We hebben al duidelijk gemaakt dat het wat ons betreft om de vertrouwenskwestie had moeten gaan en niet om deze kwestie. Wat dat betreft spreek ik de heer Van Dongen na. Ook wat ons betreft is het bij de PvdA een beetje armoe troef en getuigt het van onvoldoende respect voor de raad dat men zich er op deze manier van af maakt. Wij hebben ons signaal duidelijk genoeg afgegeven, 24 april en ook weer vandaag, hoe het wat ons betreft had moeten lopen. Wij zijn buitengewoon ongelukkig met deze hele procedure, waarvoor wij niet verantwoordelijk zijn. Tegelijkertijd erkennen wij ook de wettelijke bepalingen en stemmen wij in met het voorstel om nu ontslag te verlenen aan wethouder Albayrak. 12

13 De VOORZITTER: Anderen nog een stemverklaring? De heer Karapinar. De heer KARAPINAR: Het is helder dat ik tegen stem. De VOORZITTER: De fractie ECO-Dordt Dordt stemt ook tegen? Ja. De heer COBELENS: Voorzitter, ik dacht dat het met handopsteking ging, maar het blijkt dat u een conclusie gaat formuleren. Ik wil toch aangegeven dat ik ook niet instem met dit besluit. Mevrouw WEMMERS: Voorzitter, ik stem ook tegen het besluit. De VOORZITTER: Mag ik constateren dat het ontslag is verleend met de aantekening dat de fractie van ECO-Dordt, de heer Karapinar, de heer Cobelens en mevrouw Wemmers geacht wensen te worden tegen dit besluit te hebben gestemd? Dan is aldus besloten. De VOORZITTER: Aan de orde is de motie van BETER VOOR DORDT. Geeft de motie nog aanleiding tot stemverklaringen? Niemand? Wie is vóór deze motie? De fractie BETER VOOR DORDT is voor. Wie zijn tegen deze motie? Tegen de motie zijn alle andere fracties. Dan is de motie verworpen. B. Stukken ter kennisneming 5. Raadsinformatiebrief over stand van zaken beleidsimpuls jeugd: DRDT4U2 (308) 6. Raadsinformatiebrief over tijdelijke verdeling portefeuille wethouder Albayrak (327) 7. Raadsinformatiebrief over begroting OGGz 2007 (330) Voor kennisgeving aangenomen. C. Overige stukken ter kennisneming 8. Raadsinformatiebrief over Verordening voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning (184a) 9. Raadsinformatiebrief over intrekking raadsinformatiebrief SBC/2007/17 & aanbieding versie SBC/2007/28 (Manden maken 1 en 2) (267) De onderwerpen, waarover in deze raadsinformatiebrieven informatie wordt gegeven, zijn behandeld in een regiokamer en aansluitend in de Drechtraad van 21 maart jl. Voor kennisgeving aangenomen. 10. Rondvraag Mevrouw DE SMOKER: Voorzitter, een aantal raadsvergaderingen geleden heb ik gevraagd naar een korte stand van zaken inzake de uitvoering van het raadsbesluit Speeltuinwerk. Hetzelfde geldt voor de digitale trapveldjes. Zo spoedig mogelijk is bij mijn fractie twee, drie weken, en dan wil ik toch wel een berichtje hoe lang het gaat duren. We zijn nu al zes weken verder en ik zou toch graag aandringen op enige spoed. De VOORZITTER: Het gaat over het speeltuinwerk. Wethouder Spigt, kunt u daar iets over zeggen? Wethouder SPIGT: Ik heb de informatie ambtelijk gekregen en die wordt aan u doorgestuurd. Mevrouw DE SMOKER: Voorzitter, dat geldt dan ook voor de digitale trapveldjes? De VOORZITTER: Ja. Mevrouw DE SMOKER: Dank u wel. De VOORZITTER: De heer Staat heeft het woord. 13

14 De heer STAAT: Voorzitter, dank u wel. In AD/De Dordtenaar van donderdag 10 mei 2007 stond een artikel waarvan de kop luidt: opening tunnel Laan der Verenigde Naties vóór de zomer twijfelachtig. Het is één van de grotere projecten in de stad waar terecht veel waarde aan toegekend wordt. Kan het college ons kort nader toelichten over wat de projectleider in dit artikel naar voren brengt? Wethouder VAN DEN OEVER: Voorzitter, wij hebben steeds gecommuniceerd wanneer wij de tunnel weer open hebben. Die planning halen we ook gewoon. Er is ook geen reden om er op dit moment van uit te gaan dat de oplevering van de tunnel ook maar enigszins zou vertragen. We hebben tussendoor gecommuniceerd dat wij ons uiterste best doen om in overleg met de bouwer te kijken of wellicht, ondanks de werkzaamheden, er in één richting al vóór de zomer een rijbaan beschikbaar zou kunnen zijn, en dat staat op dit moment onder druk. De heer WAGEMAKERS: Voorzitter, dank u wel. Ons hebben signalen bereikt van een aantal bewoners uit de binnenstad met betrekking tot het verkrijgen van een parkeervergunning. We zouden willen vragen of er een evaluatie mogelijk is rondom het verkrijgen van die parkeervergunningen, en of daar ook mogelijke knelpunten in gesignaleerd zijn. Wethouder VAN DEN OEVER: Voorzitter, ik heb ook naar de stad gecommuniceerd dat alle mensen, alle bewoners die op tijd een eerste en een tweede vergunning hebben aangevraagd voor alle sectoren binnen de gestelde termijn allemaal een eerste en een tweede parkeervergunning hebben toegewezen gekregen. Daar waar er vertraging zat in de behandeling, zeker rond de tweede vergunning hebben we het daartoe geleid dat iedereen een tijdelijke ontheffing daartoe had. Dat betekent dat uitsluitend die mensen die niet binnen de gestelde termijn een tweede parkeervergunning hebben aangevraagd nu op een mogelijke wachtlijst geplaatst kunnen worden. Wat ons betreft en ook voor zover we het na kunnen gaan, buiten uiteraard mensen die het niet eens zijn met de beleidsregels zoals wij die in deze raad hebben vastgesteld, heb ik geen signalen van knelpunten wat dat betreft. De heer VERMEULEN: Voorzitter, mag ik daar even op reageren? De VOORZITTER: Nee, dat doen wij niet bij de rondvraag. Eén vraag, één antwoord, en dat is het. Maar in de wandelgangen kan alles gevraagd worden, zeker over details. Ik vind het al prettig dat er in ieder geval gelijk antwoord kan worden gegeven. De heer Sleeking heeft het woord. De heer SLEEKING: Ja, voorzitter, tot mijn verbijstering zag ik vandaag in de Stem van Dordt de aankondiging dat het college heeft besloten om met ingang van 8 mei de wet voorkeursrecht te vestigen op het plangebied Belthurepark. Wij zouden dit graag zo spoedig mogelijk willen behandelen in de adviescommissie. Wethouder SPIGT: Dat is onderdeel van de behandeling van het bestemmingsplan. Daar is het onderdeel van. Behandeling daarvan kan uiteindelijk gewoon in de raad plaatsvinden. De heer SLEEKING: Nee, voorzitter, dat is volgens mij een onjuiste constatering. De vestiging van een voorkeursrecht is een afzonderlijk traject en moet afzonderlijk met de commissie en de raad besproken worden. Wethouder SPIGT: En het is een bevoegdheid van het college om een voorkeursrecht te vestigen. De heer SLEEKING: Nee, voorzitter, dat is ook onjuist. Het is een bevoegdheid van de raad. Wethouder SPIGT: Het voornemen. De VOORZITTER: En de stukken zijn onderweg naar de griffie, neem ik aan. 14

15 De heer SLEEKING: Maar het voorkeursrecht is ingegaan met ingang van 8 mei jongstleden, dus het is niet het voornemen, maar het is nu al effectief. Wethouder SPIGT: De wet voorkeursrecht geeft aan dat op het moment dat je dat vestigt, dan moet je dat inderdaad publiceren, ook al is daarna het voornemen en de wijze waarop je dat doet, onderwerp van bespreking in deze raad. Dat is juist. Daarbij hoort wel dat op het moment dat je dat voornemen hebt, je dat voornemen kenbaar maakt, ook aan de belanghebbenden die het betreft. Mevrouw DE SMOKER: Voorzitter, ik teken ernstig bezwaar aan tegen de gang van zaken. Ik stel voor dat we daar in de agendacommissie met elkaar op terugkomen. De VOORZITTER: Wij hebben nu de rondvraag gehad; ik sluit de vergadering. 15