Grip4. Vraagtekens na rellen in Haren. op hulpdiensten. Wolfsen: over vijf jaar functioneren regio s perfect

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Grip4. Vraagtekens na rellen in Haren. op hulpdiensten. Wolfsen: over vijf jaar functioneren regio s perfect"

Transcriptie

1 NUMMER 5 JAARGANG 7 OKTOBER 2012 Grip4 op hulpdiensten MULTIDISCIPLINAIR vakblad voor managers in hulpverlening, rampenbestrijding en crisisbeheersing Wolfsen: over vijf jaar functioneren regio s perfect Incidentbestrijding op het water verbeterd Complexe taak voor regio bij kernongevallen Vraagtekens na rellen in Haren

2 Colofon Inhoud GRIP4 MULTIDISCIPLINAIR vakblad voor managers in hulpverlening, rampenbestrijding en crisisbeheersing. GRIP4 is een uitgave van Sdu Uitgevers bv. Redactie-adres GRIP4, t.a.v. redactiesecretariaat GRIP4/Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) , REDACTIERAAD Ing. Stephan J.M. Wevers, regionaal commandant Hulpverleningsdienst Regio Twente (voorzitter redactie), drs. Albert-Jan van Maren, brandweer Rijn-IJssel, Herman Meuleman, secretaris Veiligheidsregio Twente, drs. Sylvia I. Meulensteen, manager Academie voor Crisisbeheersing en GHOR Academie, Mr. J. Bernard M.Tilman, directeur NVBR, Rob Hermans, politie regio Limburg-Noord Eindredactie PS Produkties: Ingrid Spijkers, Christel Pieper, Aan dit nummer werkten mee: ANP, Ben Ale, Menno van Duin, PS Produkties, Rob Hermans, Jos Schuurman, Natalie Risseeuw, Jeffrey Koper, Martin Nuver, Veiligheidsberaad en CRW. Ontwerp en opmaak SD Communicatie, Rotterdam Bladmanagement drs. Karel Frijters, Uitgever Sdu Uitgevers: Roel Roos Postbus 20025, 2500 EA Den Haag Advertentie-acquisitie Tarieven, reserverings- en sluitingsdata op aanvraag beschikbaar bij: Bureau Van Vliet, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, tel. (023) , fax (023) , Abonnementen Opgave van abonnementen en adreswijzigingen: Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) , fax (070) , Abonnement op GRIP4 (6 nummers kost d 63,50 excl. btw, d 67,31 incl. btw per jaar. Indien reeds geabonneerd op Brand&Brandweer kost het abonnement op GRIP4 d 38,50 excl. btw, d 40,81 incl btw. per jaar. Een abonnement op GRIP4 geeft tevens toegang tot GRIP4-digitaal, nieuwsdossiers, forum en het archief van GRIP4 via Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Prijs los nummer d 10,60 ex. btw, d 11,24 incl. btw. Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in GRIP4, neem dan contact op met de redactie via grip4@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. ISSN: Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden. 8 INTERVIEW Grote onderwerpen voor Aleid Wolfsen Het terugbrengen van het aantal meldkamers tot tien en de oprichting van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) zijn twee van de grote onderwerpen voor Aleid Wolfsen, die nu een jaar voorzitter is van het Veiligheidsberaad. Over vijf jaar functioneren de veiligheidsregio s volgens hem perfect. En verder 3 Van de redactie 5 Actueel 15 Column Menno van Duin 24 Invulling geven aan reglement heeft voorrang nodig 12 achtergrond Incidentbestrijding op water verbeterd Ongeveer 300 keer per jaar vindt er een incident plaats op het wad, ongeveer 500 keer per jaar op het IJsselmeer. De laatste jaren is de incidentbestrijding op het water erg verbeterd. Aandachtspunten voor de komende tijd zijn het meldkamerproces en opleidingen. 20 GRIP UITGELICHT Vraagtekens na Facebookrellen in Haren Een nieuw soort crisis is ontstaan met de Facebookrellen in Haren op 21 september. De traditionele aanpak van crisiscommunicatie werkte niet goed. Crisiscommunicatie is geen toverstokje, zegt specialist crisis- en nazorgcommunicatie Ina Strating. Op de voorpagina: Ongeveer vijfhonderd politiemensen werden in Haren ingezet. Foto: ANP

3 De politie, een betrouwbare samenwerkingspartner!? 16 THEMA De rol van de regio bij kernongevallen Het Rijk is systeemverantwoordelijk bij een kernongeval of gerucht daarover, maar de regio s moeten zich ook voorbereiden. Het Centrum Kernongevallenbestrijding CKV helpt de regio s hierbij. Nederland telt zeven veiligheidsregio s met een nucleair object van betekenis. 27 Essay Ben Ale: handhaver hoeft niet populair te zijn Populair zal de handhaver niet worden, beweert hoogleraar Ben Ale. Zit hij er te veel bovenop dan krijgt hij last met de geïnspecteerde, neemt hij afstand dan krijgt hij last met de burger. Het laatste vooral na een incident. Terwijl de kabinetsformatie in volle gang is en de gemeenten en hulpverleningsdiensten binnen de veiligheidsregio s hun hoofd breken over de vraag hoe het best omgegaan kan worden met Project-X party s, gaat de politie gestaag door met de reorganisatie naar Nationale Politie. Vanaf mei 2011 is de Kwartiermaker Nationale Politie Gerard Bouman in opdracht van de minister van Veiligheid en Justitie gestart met de ontwerp- en voorbereidingsfase voor de opbouw van één nationaal korps. In de volle breedte van de politieorganisatie wordt al nagedacht over de vorming en inrichting van de Nationale Politie en zijn medewerkers van alle niveaus betrokken. Het programma Nationale Politie laat zien hoe het organisatieontwerp zich geleidelijk ontwikkelt van grof naar fijn om uiteindelijk uit te groeien tot een toekomstbestendige organisatie. Daarbij vormen het Ontwerpplan, het Inrichtingsplan en het Realisatieplan een drieluik. In het ontwerpplan (2011) staan de contouren van de nieuwe organisatie. In het inrichtingsplan, dat in april 2012 aan de minister werd aangeboden, is vervolgens door de Nationaal Korpschef met de decentrale kwartiermakers beschreven hoe de inrichting en werking van het nieuwe Korps zou moeten zijn. Een nationaal korps met een landelijke eenheid en tien regionale eenheden. Er wordt gewerkt vanuit robuuste basisteams waarin de wijkagenten een sleutelrol vervullen. Het hoofddoel is het leveren van een grotere bijdrage aan de veiligheid van onze samenleving. Op dit moment zijn de regionale Eenheden bezig om het derde luik vorm te geven, namelijk het Realisatieplan Nationale Politie. Hierin wordt voor de komende vijf jaren, na de inwerkingtreding van de Nationale Politiewet, de veranderstrategie beschreven om tot de nieuwe organisatie te komen, de mijlpalen en planning, communicatie, governance, monitoring en rapportage. Bij de deelrealisatieplannen van de diverse eenheden gaat het er om wat, met een doorkijk naar 2017, het veranderproces, de veranderstrategie en de veranderaanpak zal zijn. Hoe komen we van Ist naar Sol? Deze vraag is niet zo gemakkelijk te beantwoorden omdat het Ist van de huidige politieregio s die deel uit maken van de nieuwe territoriale eenheden nogal van elkaar kan verschillen. In feite gaat het dus om een soort dubbelslag. Het verander- en ontwikkelproces bestaat uit centrale programma s, landelijke projecten en veranderactiviteiten, die in de lijn binnen de decentrale eenheden kunnen worden gerealiseerd. Tot deze laatste behoort de veranderopgave en het streven van de politie om een betrouwbare samenwerkingspartner te zijn. Dit is van groot belang, temeer omdat de 25 veiligheidsregio s dadelijk te maken krijgen met nog maar één Nationale Politie, met regionale eenheden die ieder voor zich weer twee of meer veiligheidsregio s omvatten. Hoe gaat dit vorm en inhoud krijgen? Hoe behouden de veiligheidsregio s hun eigen identiteit? Partnerschap gaat verder en is meer dan samenwerken alleen. Betrouwbaarheid heeft tijd en persoonlijke contacten nodig en betreft de kernwoorden: verbinding, veiligheid, integriteit, loyaliteit, openheid, transparantie, toegankelijkheid, eerlijkheid. Het gaat om een structuur- / systeemaanpassing maar vooral ook om een cultuuraanpassing die zich richt op een mindset en bijbehorend gedrag dat vertrouwen heeft en geeft richting de ander. Vertrouwen hebben in samenwerkingspartners en het besef dat samenwerking de weg is naar betere resultaten, draagvlak en meer legitimiteit. Het gegeven dat de Nationale Politie er in haar realisatieplan openlijk en herkenbaar naar streeft een betrouwbare samenwerkingspartner te zijn is een mooi gebaar dat, naar ik hoop, goed ontvangen zal worden door de collega s uit de veiligheidsregio s en op een positieve respons mag rekenen. Rob Hermans

4

5 GRIP4 OKTOBER 2012 actueel 5 (Foto: Stock.xchng) (Foto: PS Produkties) GRIP3 voor mogelijke kaping Onderzoek vuurwerktraditie Bouman korpschef nationale politie Een vermeende kaping in het luchtruim zorgde woensdag 29 augustus voor een GRIP3. Toen er geen radiocontact mogelijk was met een toestel van de Spaanse luchtvaartmaatschappij Vueling werd het toestel uit voorzorg bij de landing op Schiphol begeleid door twee F16 s. Ambulances, politieauto s, brandweerwagens en een helikopter waren paraat in de omgeving toen het vliegtuig was geland op de Polderbaan. De marechaussee van de luchthaven kwam in actie. Onderhandelaars van de marechaussee legden contact met de gezagvoerder van het toestel, die liet weten dat er geen sprake was van een gijzeling of kaping. Intussen was eerder naar GRIP2 opgeschaald op de luchthaven, omdat een vliegtuigbom uit de Tweede Wereldoorlog was gevonden tijdens graafwerkzaamheden. De inzet op 29 augustus wordt breed geëvalueerd. Kapingen worden geoefend als onderdeel van het crisisbestrijdingsplan Schiphol, waarin zestien rampscenario s en de operationele inzet staan beschreven. Dit plan vormde ook een uitgangspunt voor de landelijke Handreiking Crisisbeheersing op Luchthavens uit december De handreiking is bedoeld om hulp te bieden aan de vijftien luchthavens die beschikken over een luchthaven in hun verzorgingsgebied, door hun eigen beleid op het gebied van crisisbeheersing op luchthavens vorm te geven. In de handreiking is ook aandacht voor een kaping. De oudere versie, de Leidraad Vliegtuigongevallen op luchtvaartterreinen uit 1997 was gemaakt in de sfeer van de traditionele rampenbestrijding. Het verschil met kaping en veel andere incidenten is dat bij kapingen andere hulpverleningdiensten actief zijn en andere bevel- en communicatiestructuren gelden. De Stichting Maatschappelijke Veiligheid en Politie (SMVP) doet samen met Crisislab een verkennend onderzoek naar het afsteken van vuurwerk tijdens de jaarwisseling. De vier grote gemeenten hebben hiertoe opdracht gegeven. Hoewel de jaarwisseling een feestelijke aangelegenheid is, gaat de viering de afgelopen jaren steeds vaker gepaard met meer hinder, overlast en schade. Met name vuurwerk zorgt jaarlijks voor veel problemen. Gemeenten, maar ook bestuurders en hulpdiensten dringen aan op landelijke maatregelen die kunnen zorgen voor minder overlast en meer openbare orde en veiligheid. De vraag is of vuurwerk tot meer hinder, veiligheidsproblemen en maatschappelijke overlast leidt. Het onderzoek richt zich mede op het zoeken naar alternatieven voor de wijze waarop de jaarwisseling in Nederland traditioneel wordt gevierd. Voor het onderzoek wordt onder andere gekeken naar ervaringen in het buitenland. Vijf nieuwe multi opleidingen De Politieacademie en het NIFV hebben vijf nieuwe multidisciplinaire opleidingen ontwikkeld op het gebied van crisisbeheersing. Naast de leergang Master of Crisis and Public Order Management (MCPM) zijn er nu ook opleidingen voor Calamiteiten Coördinator meldkamer, Informatiemanager COPI, Informatiemanager ROT, Leider COPI en ROT. Meer informatie op Gerard Bouman is benoemd tot korpschef van de nationale politie. De benoeming gaat in op 1 januari De ministerraad heeft hier op voorstel van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie mee ingestemd. Bouman (1952) is op kwartiermaker nationale politie. Daarvoor was hij hoofd van de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD). Bouman begon zijn loopbaan in 1970 bij de toenmalige gemeentepolitie Rotterdam. In 1998 werd hij hoofdofficier van justitie in Middelburg en in 2000 werd hij benoemd als hoofdofficier van justitie in Den Haag. Tussen 2003 en 2007 was hij korpschef van de regiopolitie Haagland. Cyber security oefening met Duitsland Een gemeenschappelijke oefening op het terrein van cyber security Nederland en Duitsland wordt georganiseerd. Minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie en de Duitse minister van Binnenlandse Zaken Hans-Peter Friedrich spraken dat begin september in Den Haag af. Beide ministers gaven in het gesprek aan de publiek-private samenwerking op dit terrein verder te willen versterken. Ook werd gesproken over de samenwerking op het gebied van terrorismebestrijding. Opstelten informeerde Friedrich daarnaast over de vorming van de nationale politie in Nederland. Door de invoering van de nationale politie kunnen ook de internationale taken van de politie worden versterkt.

6 6 actueel SDU UITGEVERS (Foto: PS Produkties) (Foto: Blomberg Instituut) Organisatorische overstromingsoefening De nationale overstromingsoefening op 13,14 en 15 november staat in het teken van organisatorische en procedurele regels. De oefening gaat uit van een dreiging door zware stormvloed aan de hele Nederlandse westkust. Deelnemers zijn het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat, het KNMI, het ministerie van Justitie en Veiligheid, waterschappen, provincies en veiligheidsregio s. De organisaties toetsen de werkwijze en plannen rond coördinatie en informatie-uitwisseling bij overstromingsdreiging. Daarnaast wordt gekeken of afspraken praktisch uitvoerbaar zijn. In de oefening komen signalering, alarmering en opschaling bij de dreiging van een overstromingsramp van landelijke omvang aan de orde. De oefening wordt georganiseerd door de Stuurgroep Management Overstromingen (SMO) en de Stuurgroep Dijkringen 14, 15 en 44. SMO is een samenwerking tussen Rijkswaterstaat en de Waterschappen. De Stuurgroep Dijkringen 14, 15 en 44 is een samenwerking van waterschappen, veiligheidsregio s, provincies en regionale diensten van Rijkswaterstaat. De eerste grootschalige overstromingsoefening was Waterproef in november Directe aanleiding hiervoor was de overstromingsramp in New Orleans. In 2010 heeft het SMO een landelijk draaiboek uitgebracht voor hoogwater en overstromingen, waarin staat hoe Rijkswaterstaat, de waterschappen en ministerie samenwerken bij een grote storm op zee of hoogwater op de rivieren. Het draaiboek gaat uit van twee soorten dreiging: een sterke depressie (orkaan) op de Noordzee en de komst van extreem hoogwater op rivieren vanuit het buitenland. Bij zo n sterke stormdepressie op de Noordzee dreigt gevaar voor de hele kust en is nationale coördinatie vereist. De Landelijke Coördinatiecommissie Overstromingsdreiging (LCO) houdt op nationaal niveau de waterstaatkundige situatie in de gaten. De commissie informeert landelijke en regionale hulpverleningsorganisaties zodat deze partijen voorbereidingen kunnen treffen. Interviewbundel over GRIP0-situaties Eind dit jaar verschijnt een interviewbundel van het Nederlands Genootschap voor Burgemeesters (NGB) met als thema GRIP0-incidenten. GRIP0-incidenten zijn in omvang vaak beperkte incidenten, maar wel met een grote lokale en emotionele impact. De rol van de burgemeester is vaak groot. In de bundel staan diverse crisiservaringen en tal van relevante lessen voor de boegbeeldrol en de rol van crisismanager van een burgemeester. Ook wordt in de bundel aandacht besteed aan de bevoegdheden van burgemeesters, omdat de juridische context waarin een burgemeester opereert vaak de communicatieve en beleidsmatige speelruimte voor een burgemeester als crisismanager bepaalt. In de interviewbundel wordt aangehaakt bij eerder verschenen publicaties waaronder Als het op communiceren aankomt. De ervaring leert dat communicatie en de rol van getroffenen van grote invloed zijn op de rol die een burgemeester lokaal zal spelen. Genomineerden Don Berghuijs award De vier genomineerden die in aanmerking komen voor de veiligheidaward Don Berghuijs zijn bekendgemaakt. Het project GROOTER van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, De Witte Kaart van Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden, eyes van Regiopolitie Rotterdam-Rijnmond, en Gezamenlijke aanpak autokraak, binnen het project Veelvoorkomende criminaliteit van het Bureau Regionale Veiligheidsstrategie maken kans op de award. De vier genomineerden zijn door de publieksstemmen en de vakjury van de award gekozen. Doel van de prijs is innovatieve projecten in de schijnwerpers zetten die bijdragen aan een meer effectieve en efficiëntere veiligheidsorganisatie. Het project De witte kaart wil het stelsel van basisregistraties informatie over niet-zelfredzamen mensen en zorginstellingen ontsluiten. Door gebruik te maken van open standaarden kan het gebruikt worden in willekeurige applicaties in de OOV-sector. Het project GROOTER ondersteunt gemeenten en veiligheidsregio s bij de realisatie van een kwalitatief goed functionerende gemeentelijke crisisbeheersingsorganisatie (bevolkingszorg), onder andere door een eenduidige beschrijving van de sleutelfuncties eyes is een project dat de veiligheid en sociale cohesie van het winkelgebied Het Potlood in Rotterdam Delfshaven wil verbeteren. Het vierde genomineerde project gaat om de gezamenlijke aanpak van autokraken, in het kader van het project VVC dat begin 2008 in de regio Utrecht is gestart. Bij het project zijn verschillende innovatieve methoden toegepast, zoals de inzet van lokauto s. Meer informatie is te vinden op Via de site is een stem uit te brengen. Op 13 december wordt de winnaar bekendgemaakt.

7 GRIP4 OKTOBER 2012 actueel 7 (Foto: Shutterstock) (Foto: PS Produkties) Onderzoek social media tijdens Project X Haren Tweetonderzoek.nl organiseerde begin oktober een #HarenHackathon om de half miljoen tweets over het Project X feest in Haren te onderzoeken. Dat gebeurde in samenwerking met universiteiten van Amsterdam en Utrecht. Door het analyseren van de tweets, maar ook Facebookposts proberen de onderzoekers te ontdekken welke berichten leidend waren in de nacht van 21 september en hoe de mensenmassa zich heeft verplaatst. Ook proberen ze sleutelfiguren van het allereerste begin op Facebook te identificeren en maken de onderzoekers een top tien van meest verspreide foto s in de aanloop naar het feest. Ook wordt een uur-tot-uur analyse gemaakt van de tag clouds. Bijna een derde van de tweets zijn zelfgeschreven. De rest zijn retweets en mentions. Iets meer dan 1% van alle tweets werd met locatie verzonden. En de meeste foto s, zo n 7300, blijken getwitterd te zijn tussen en uur. De hackathon is ontstaan als grap naar aanleiding van de kritiek op de evaluatiecommissie en het vermeende gebrek aan kennis van sociale media. Format voor zelfevaluatie veiligheidsregio s De Inspectie Veiligheid en Justitie heeft een format ontwikkeld dat veiligheidsregio s ondersteuning biedt bij het evalueren van systeemoefeningen en GRIP3/4-incidenten. De gegevens uit deze evaluatie worden gebruikt voor een volgende Staat van de Rampenbestrijding. De Inspectie valideert de evaluatierapporten om de wijze waarop een evaluator tot zijn bevindingen is gekomen vast te stellen. Validiteit is van belang, omdat de Inspectie alleen zelfevaluatierapporten voor een volgende staat kan gebruiken wanneer zij op een aantoonbare robuuste en betrouwbare wijze tot stand zijn gekomen. Het format is inmiddels door meerdere veiligheidsregio s toegepast. Uit de feedback die hierover is ontvangen blijkt het instrument aan de verwachtingen te voldoen. Toch blijft de Inspectie werken aan de verdere doorontwikkeling. Het gebruik van de formats is niet verplicht. Zolang het evaluatierapport voldoet aan de eisen die de Inspectie eraan stelt, is de veiligheidsregio vrij om (delen van) haar eigen formats te gebruiken. Leerpunten voor Groningen na hoog water Het hoge water begin januari in de regio Groningen, waarbij wordt opgeschaald naar GRIP4, levert de regio op multidisciplinair gebied diverse leerpunten op. Zo is er een spagaat is tussen het Regionaal Operationeel Team (ROT), het Regionaal Beleidsteam (RBT) en de gemeenten. Begin oktober publiceerde de Veiligheidsregio Groningen in een leesbaar en handzaam document De dijk staat op springen haar bevindingen van het functioneren van de multidisciplinaire crisisorganisatie tijdens het hoge water van 4 t/m 9 januari. De evaluatie omvat dus niet het monodisciplinair optreden en de oorzaak van het incident. Om te komen tot wat goed ging, maar vooral wat verbeterpunten waren organiseerde de regio onder andere leerarena s waar met betrokken functionarissen van onder andere het Commando Plaats Incident (CoPI), RBT en ROT werd gesproken. Ook alarmering, opschalen en crisiscommunicatie zijn meegenomen. In (landelijke) planvorming wordt gesteld dat in het geval van evacuatie van een gebied vooral het ROT een coördinerende rol heeft. De praktijk wijst echter uit dat in geval van een evacuatie coördinatie ter plekke noodzakelijk is. Het CoPI kan invulling geven aan die rol. Er is nog een spagaat tussen het ROT, BT en gemeenten. Het ROT had continu een totaalbeeld van de situatie. De informatievoorziening van dit beeld richting gemeenten had beter gekund. Daarnaast is geconcludeerd dat het ROT niet in staat was het BT op passende wijze te informeren. Maar er waren ook verschillende verwachtingen over de rol en betekenis van het RBT. Er was daardoor sprake van een gat tussen het bestuurlijke en tactische niveau binnen de crisisorganisatie. Ook werd duidelijk dat de Operationeel Leiders (OL) veel tijd kwijt waren aan de advisering van het BT. Daardoor konden zij onvoldoende aandacht geven aan het leiden van het ROT en het voorbereiden van de vergaderingen van dit team. De regio is daarom van mening dat de OL voldoende tijd en ruimte moet krijgen om zijn rol als voorzitter en leider van het ROT in te vullen. De vooraf gedefinieerde evacuatiezones zijn volgens plan ontruimd. De aanpak is echter onvoldoende gedeeld met de inwoners. Het is daarom noodzakelijk mensen heldere (schriftelijke) instructies aan te bieden. In dit geval is die informatievoorziening onvoldoende gestructureerd en consistent verlopen. Daarnaast is crisiscommunicatie over het algemeen niet transparant genoeg binnen de crisisorganisatie.

8 INTERVIEW 8 SDU UITGEVERS Aleid Wolfsen is een jaar voorzitter van het Veiligheidsberaad. Samen met de andere 24 voorzitters van de veiligheidsregio s werkt hij hard aan verbetering van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. De komende jaren ligt een aantal grote onderwerpen op hun bordje, zoals het terugbrengen van het aantal meldkamers tot tien en de oprichting van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). Aleid Wolfsen Veel grote klussen in de komende jaren Door Jildou Visser Fotografie: Veiligheidsberaad Hoe kijkt u terug op uw eerste jaar als voorzitter van het Veiligheidsberaad? is een jaar waarin veel is veranderd en waarin veranderingen elkaar snel opvolgden. We zitten middenin de oprichting van het IFV, de meldkamers worden samengevoegd tot één organisatie met tien locaties, de regionali- Het sering van de brandweer, de Nationale Politie is in wording, de Werkgroep Bovenregionale Samenwerking heeft hard gewerkt aan adviezen over verbetering van de bovenregionale samenwerking bij rampen en crises en binnen de brandweerzorg is met de dekkingsplannen en de opkomsttijden veel gaande. Er liggen dus veel grote en belangrijke onderwerpen op stapel voor nu en de komende jaren. Het IFV is nog in oprichting. Wat kunnen de veiligheidsregio s daar straks van verwachten? Het wetsvoorstel voor de oprichting van het IFV en de regionalisering van de brandweer is onlangs goedgekeurd door de Eerste Kamer. De start van het instituut staat nu op 1 januari 2013 gepland. In deze organisatie gaan de academies van de GHOR, brandweer, de Academie voor Crisisbeheersing en de Academie voor Talent en Leiderschap op, alsmede het Nederlands bureau voor examens (Nbbe), de NVBR, het Bureau Veiligheidsberaad - de ondersteuning van het Veiligheidsberaad en de Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding. Alles komt dan bij elkaar in één instituut en dit instituut wordt van en voor de veiligheidsregio s. Het is een complex proces en binnen het Veiligheidsberaad, als opdrachtgever, moeten wij zorgen dat alles goed verloopt. De organisatie moet straks goed functioneren en beschikken over een goede leiding. Ook de verbinding tussen de veiligheidsregio s en het instituut moet goed zijn. Alleen dan kan alles goed functioneren. Een andere grote klus is het samenvoegen van de meldkamers. Wat zijn de gevolgen hiervan? Vanuit het Veiligheidsberaad hebben we hierover een heel goed en constructief overleg gehad met de minister. In die gesprekken is naar voren gekomen dat er één landelijke beheerorganisatie komt, maar dat er verspreid over het land, tien meldkamers komen. Minder meldkamers betekent meer kwaliteit tegen lagere kosten, maar dit brengt niet alleen maar bezuinigingen met zich mee. Meldkamers zijn cruciaal in het afhandelen van incidenten. Kleine meldkamers zijn een stuk kwetsbaarder en die kwetsbaarheid verandert met de landelijke meldkamerorganisatie. Natuurlijk moeten de centralisten wel goed weten hoe het gebied waar ze

9 GRIP4 OKTOBER 2012 interview 9 Aleid Wolfsen Aleid Wolfsen studeerde tot 1993 Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na zijn studie werkte hij drie jaar als griffier bij de rechtbank in Zwolle. Zijn politieke carrière begon in 1994 toen hij naast zijn functie bij de rechtbank in Zwolle voor vier jaar zitting kreeg in de gemeenteraad van Oldebroek. In 1995 werd hij benoemd tot hoofd afdeling juridische zaken en beleid bij het ministerie van Justitie. Drie jaar later werd hij rechter bij de rechtbank in Amsterdam. Deze functie bekleedde hij tot 2001, waarna hij voor één jaar vicepresident werd van de rechtbank in Haarlem. In 2002 gaf Wolfsen zijn politieke carrière verder vervolg als lid van de PvdA in de Tweede Kamer. Zes jaar later werd hij benoemd tot burgemeester van Utrecht.

10 10 INTERVIEW SDU UITGEVERS Over vijf jaar functioneren de veiligheidsregio s perfect

11 GRIP4 OKTOBER 2012 interview 11 in werken, in elkaar steekt. Met een groter gebied wordt dat lastiger, maar met het meldkamersysteem en de functionaliteiten binnen het systeem kan dat tegenwoordig prima. Iedereen moet er alleen wel z n best voor blijven doen. De vraag blijft wat de optimale schaal is voor de meldkamer om toch het contact met de hulpverleningsdiensten vorm te blijven geven. Net als de meldkamer, krijgt ook de Nationale Politie tien regio s. In hoeverre heeft dit invloed op de samenwerking met de veiligheidsregio s? De buitengrenzen van de politieregio en de veiligheidsregio s blijven gelijk, maar binnen een politieregio vallen straks meerdere veiligheidsregio s. Dit zal in de beginperiode ongetwijfeld invloed hebben op de samenwerking tussen beide. Als korpschef moet je straks met twee, drie, vier en in sommige gevallen zelfs vijf veiligheidsregio s samenwerken. Je moet elkaar weer even goed leren kennen. Het zal wennen zijn, maar als je goed met elkaar blijft oefenen, komt dat snel genoeg en zal het niet veel effect hebben. Vanuit het Veiligheidsberaad zien wij graag dat de districten binnen de politieregio samen gaan vallen met de grenzen van de veiligheidsregio s, zodat er congruentie ontstaat. Er komen dus tien meldkamers en tien politieregio s. Worden hierna de veiligheidsregio s ook opgeschaald naar tien? Ik kan niet in de toekomst kijken maar ben blij met het standpunt van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie (V&J) dat voorlopig de regio s niet verder opgeschaald zullen worden. De veiligheidsregio s zijn er nog maar net en die moet je een paar jaar de tijd geven om zich te ontwikkelen. Je moet geen reorganisaties over reorganisaties heen gooien. Dat maakt het onnodig kwetsbaar en dat moeten we niet doen. Er komt straks een nieuwe regering, maar ik vind dat we de lijn die nu is ingezet, eerst maar moeten vasthouden. We kunnen ons beter richten op het verbeteren van de knelpunten die er nu binnen de rampenbestrijding en crisisbeheersing zijn, dan ons met stelseldiscussies bezig te houden. Tijdens de brand bij Chemie-Pack in januari vorig jaar bleek de bovenregionale samenwerking een knelpunt te zijn. Wat wordt hieraan gedaan? Na deze brand hebben we als Veiligheidsberaad samen met minister Opstelten, een Bestuurlijke Werkgroep Bovenregionale Samenwerking opdracht gegeven om een advies uit te brengen over de noodzakelijke en gewenste samenwerking tussen overheden bij bovenregionale rampen en crises. Dat advies is vastgesteld door het Veiligheidsberaad en zelfs door de ministerraad. Eén van de dingen die de werkgroep aanbeveelt gaat over de vraag welke regio bij een bovenregionaal incident leidend is. Er is nu vastgelegd dat dit het brongebied is. Als die regio opschaalt naar GRIP4 en er zijn effecten in aangrenzende veiligheidsregio s, dan moeten de effectregio s ook in een GRIP4 situatie gaan werken. Dan kun je veel makkelijker over de regio s heen zaken doen. Daarnaast zal het Nationaal Crisiscentrum nog meer dan voorheen de één-loket functie voor de regio s gaan vervullen. Het NCC fungeert daarmee als coördinator van informatie bij grootschalige incidenten, zodat de veiligheidsregio s niet bij verschillende instanties en departementen informatie hoeven in te winnen. Alle aanbevelingen die de werkgroep heeft gedaan, worden nu concreet gemaakt in de uitwerkingsfase en gaan we de komende jaren doorvoeren. Zijn er meer punten binnen de veiligheidsregio s die nu en de komende jaren aandacht vragen? Ik denk dat de meeste aandacht de komende jaren ligt bij de brandweerzorg. Daar willen we ons nog meer richten op brandpreventie. Als je fors investeert in risicobeheersing, rendeert dit aan de repressieve kant in het kwadraat. We moeten dus meer gaan doen aan de zelfredzaamheid van zowel burgers als bedrijven. Als ik kijk naar de korte termijn oplossingen binnen de brandweer dan zijn met name de dekkingsplannen en de opkomsttijden een punt van aandacht. De dekkingsplannen zijn een landelijke verplichting, maar zijn in bijna alle regio s nog een punt van discussie. Wat is de juiste plek van je brandweerkazerne? Werk je met beroepskrachten of vrijwilligers en als je met vrijwilligers werkt, ga je die dan kazerneren of niet? Dit zijn grote vraagstukken die nu spelen. De opkomsttijden moeten we veel breder trekken. Nu gaat het vaak alleen om de uitruktijd, maar als er ergens brand ontstaat moet dat natuurlijk in eerste instantie zo snel mogelijk gemeld worden. In 2007 was er een grote brand in het Armandomuseum in Amersfoort. De helft van de stad stond erbij te kijken, maar niemand belde de brandweer. Je kunt dus nog zo snel uitrukken, maar het is belangrijk dat een brand snel wordt ontdekt en gemeld. Er wordt hard gewerkt aan grote thema s. Komt de evaluatie van de Wet veiligheidsregio s die nu bezig is, niet te vroeg? De veiligheidsregio s bestaan nu bijna twee jaar en zijn zich nog aan het settelen. Dat de evaluatie van de wet dit jaar wordt gedaan is vooraf afgesproken met de Tweede Kamer en in die zin ben ik er wel tevreden over. We moeten ons alleen wel realiseren dat het aan de snelle kant is. Zo lang die context goed helder is, kan zo n evaluatie alleen maar informatie opleveren over de punten waar de wet en regio s nog beter kunnen functioneren. De normtijden voor de opkomst van de brandweer zijn gedateerd, dat is één van de thema s in de wet waar wij aandacht voor vragen. Ik verwacht dat de evaluatie zich vooral richt op twee punten. Ten eerste de vraag of de wet wel goed in elkaar zit en of deze op bepaalde punten niet onnodig knellend is. Zo staat er bijvoorbeeld in dat je bij de brandweer met zes mensen op een tankautospuit moet uitrukken. De proeven die nu in het land zijn gedaan, met variabele voertuigbezetting voor het uitrukken bij verschillende incidenten, bewijzen dat je sneller kunt uitrukken wanneer er minder mensen op een voertuig zitten. Die proeven pakken heel gunstig uit, maar formeel mag het niet. Daar zou de wet dus best wel eens wat te knellend kunnen zijn. Ik vind dat je best meer aan de professionals kan overlaten. Het zijn allemaal zeer kundige mensen, die zelf in kunnen schatten hoe zij op de beste manier hun werk kunnen uitvoeren. Het tweede punt is in hoeverre de veiligheidsregio s al redelijk of goed functioneren in de nieuwe context. Hoe ziet volgens u de veiligheidsregio van de toekomst eruit? Dat is volgens mij dan echt een multi-organisatie, waarin de verschillende kolommen zeer soepel en probleemloos samen optrekken als het gaat om de rampenbestrijding en crisisbeheersing. De veiligheidsregio is dan een netwerkpartner en de spin in het web van alle instanties en organisaties die in het veld van de rampenbestrijding actief zijn. Verder denk ik niet dat de regio s nog echt fundamenteel gaan veranderen. Het wordt alleen nog professioneler. Ook zullen sommige regio s zich verder gaan specialiseren, zoals de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland op het gebied van natuurbranden. Andere regio s kunnen zich bijvoorbeeld specialiseren op het terrein van chemische branden, tunnelveiligheid of waterproblematiek. Niet iedere regio heeft met dit soort thema s te maken en dus kun je elkaar daar in geval van nood goed ondersteunen. Over vijf jaar functioneren de veiligheidsregio s perfect. Dat betekent niet dat de rampenbestrijding en crisisbeheersing perfect gaat verlopen, want er gebeuren altijd zaken die je niet hebt kunnen voorzien. Je leert van iedere ramp of crisis heel veel, maar de volgende blijkt net weer even anders te zijn. Als we met z n allen goed blijven oefenen en elkaar goed kennen, dan kun je reageren op incidenten die je tot dan toe nog niet had bedacht.

12 12 ACHTERGROND SDU UITGEVERS Hulpdiensten oefenen monodisciplinair en multidiscipinair en dan op COPI en ROT niveau met inbreng van waterpartijen als de KNRM, het KWC en RWS. ( fotografie: CRW) Incidentbestrijding op het water fors verbeterd Januari dit jaar. Het vissersschip OL33 op de Waddenzee maakt water door een scheur in de romp. Een schip van Rijkswaterstaat is in de buurt, biedt hulp en pompt het ruim leeg. Het is een van de vele voorbeelden van incidentbestrijding op het water. Ongeveer 300 keer per jaar vindt er een incident plaats op het wad, ongeveer 500 keer per jaar op het IJsselmeer. Door Ellen Schat Incidentbestrijding op grotere wateren is in meerdere opzichten niet eenvoudig. Ten eerste zijn de mogelijkheden om te helpen vanwege het water natuurlijk beperkt. Daarom bestaat van oudsher de zogenaamde zeemansplicht, die houdt in dat varenden elkaar helpen in geval van nood, vertelt secretaris van de Coördinatie Rampenbestrijding Waddenzee (CRW) Ron Veenstra, eveneens beleidsmedewerker water van de Veiligheidsregio Fryslân. Het CRW brengt partijen op het gebied van rampenbestrijding op het Wad bij elkaar. De bereikbaarheid van de plaats incident is anders dan op het vaste land. Je hebt te maken met eb en vloed, en sluizen, aldus Veenstra. Daarnaast worden op het water andere termen gebruikt dan op het land, denk aan stuurboord, bakboord en mijlen. Dat kan voor hulpverleners die normaal niet op het water zijn, zoals de brandweer, verwarring geven. Dat veel partijen betrokken zijn bij incidentbestrijding op het water maakt het ook niet eenvoudig. Vaak zijn partijen bij een waterincident betrokken die niet dagelijks met elkaar samenwerken. Organisaties op het water die allemaal hun eigen taak hebben, en operationele partijen op het land die soms een rol krijgen op het water. Maar liefst zeventien gemeenten en meerdere veiligheidsregio s aan het wad en 41 gemeenten en tien veiligheidsregio s aan het IJsselmeer zijn verantwoordelijk voor de incidentbestrijding op deze wateren. Voor incidentbestrijding op deze twee grote wateren is afgelopen jaren veel geregeld. Waterrand Coördinatie en afstemming bleek jaren geleden al van belang. Het project Waterrand dat in 2006 startte, had tot doel om de bestrijding te verbeteren en landelijk geldende werkwijze, gewoontes en eenduidigheid te creëren. In het Handboek Waterrand dat erop volgde, werd dit vastgelegd. Voor gebieden als het Wad en IJssel-

13 GRIP4 OKTOBER 2012 ACHTERGROND materiaal 13 meer zijn inmiddels incidentbestrijdingsplannen gemaakt. Zo is het plan voor het Wad in 2011 vastgesteld door de drie betrokken veiligheidsregio s en zijn ten behoeve van de implementatie meerjarenplannen opgesteld. De uitvoering per jaar is in Jaarprogramma s en OTO Jaarplannen weergegeven. In het incidentbestrijdingsplan (IBP) worden alle taken van de bij de incident betrokken diensten en hun taken worden beschreven. Ook wordt een aantal scenario s uitgewerkt, zoals een aanvaring, mens/dier in nood, brand op een schip en een ecologisch incident. De incidentbestrijding op water is met de plannen en wijze waarop de partners deze uitvoeren de laatste jaren zeker fors verbeterd. Je moet goed weten wat je van elkaar kunt verwachten. Dat hebben we nu goed in plannen vastgelegd. In de praktijk blijkt nu dat veel dingen al lopen en andere iets moeten worden bijgesteld. Papier en praktijk worden nu dus op elkaar afgestemd. Inmiddels zijn incidentbestrijdingsplannen voor de Noordzee, de Zeeuwse delta en de Hoofdvaarwegen van Friesland gemaakt, die de ervaringen van het Wad en IJsselmeer meenemen. Bestuurlijke overleggen en operationele overleggen zijn onderdeel van de implementatie, om elkaar te kennen en kennis te delen. Ook het opleiden, trainen oefenen (OTO) is volgens Veenstra van belang. Bij een groot incident op het water kan het zijn dat bijvoorbeeld een havenmeester of medewerkers van rederijen worden betrokken. Het geven van cursussen om te weten welke taken ze kunnen vervullen is van belang. Ook is volgens Veenstra behoefte aan opleidingen voor OvD-water, de SAR-liaison en de coördinator incidentschip. En de opleiding tot On Scene Coördinator (OSC) van de Kustwacht wordt herzien. De opleiding is nu teveel gericht op alleen SAR taken, terwijl deze functie ook bij andere incidenten wordt ingezet en van belang is, zoals bij de milieu-, ecologische-, brand, openbare orde scenario s. Bij een complex incident lopen scenario s in elkaar over, daar kun je je op prepareren. Oefenen Pas ná het opleiden komt trainen en oefenen. Het is volgens Veenstra cruciaal om dit in de juiste volgorde te doen. Oefenen heeft anders niet zoveel meerwaarde. Hulpdiensten oefenen monodisciplinair en multidiscipinair en dan op COPI en ROT niveau met inbreng van de waterpartijen als de KNRM, het KWC en RWS. Zo wordt het IBP van het wad op meerdere manieren geoefend. In de rampoefening De Kokkel uit 2010, waarbij twee schepen op het wad een aanvaring kregen en er op een van de schepen brand uitbrak en het andere lek sloeg, was het evacueren van opvarenden een van de belangrijkste doelen. Een andere grote operationele multidisciplinaire oefening op het wad was de Tobbedanser. In het scenario van de oefening vloog een veerboot in brand en slaagde de BHV er niet in de brand onder controle te krijgen. Onder meer de KNRM, de rederij, Rijkswaterstaat, het KLPD te water, SAR, brandweer en ambulancedienst deden mee aan de oefening. Aandachtspunten waren de melding en alarmering, de leiding en coördinatie, opschaling, de samenwerking tussen de land- en waterpartijen en hoe de rol van de OSC werd ingevuld. Ook bestuurlijk worden dilemma s geoefend. Begin oktober oefende het Gemeentelijk Beleidsteam (GBT) van Eemsmon. Rode draad hierin was de ontwikkeling van de Eemshaven en de komst van tankopslagbedrijf Vopak. Een week later volgde een operationele oefening onder leiding van RWS. Meldkamer Een van de punten die nog verbetering kan gebruiken, is het meldkamerproces. Evaluaties van incidenten en oefeningen toonden dit aan. Dit geldt voor zowel het wad als het IJsselmeer. De nieuwe meldkamer Noord Nederland in Drachten, de meldkamer in Alkmaar en de Meldkamer Flevoland en kustwachtcentrum deden begin dit jaar mee aan een implementatieronde. Zo is er een verandering in aanpak bij een incident in de haven vastgelegd. Stel, er valt iemand overboord in de haven. In de haven is de brandweer leidend, buiten de haven is dat de KNRM. Soms blijkt al snel dat de brandweer toch wel een helpende hand kan gebruiken en wordt alsnog de reddingsmaatschappij opgeroepen. Nu is in het protocol vastgelegd, dat er meteen ook een melding gaat naar de KNRM. Dat scheelt tijd, en een mensenleven kan een kwestie van seconden zijn, aldus Veenstra. Ook plaatsbepaling van een incident op het wad of IJsselmeer is een actiepunt voor de meldkamer. Aan de plaatsbepaling zit de inzetbepaling vast. Het maakt dan immers uit welke partijen in actie komen en het snelste ter plaatse zijn. Inmiddels zijn de juiste geo-bestanden beschikbaar voor de meldkamers en zijn correcte plaatsbepaling op de betonde vaarwegen een kwestie van tijd. Landelijke uniformiteit was een van de punten waarom Waterrand is opgezet. De landelijke regie is volgens Veenstra nog steeds nodig. Meldkamers kunnen kennis uitwisselen en hoeven dus niet allemaal het wiel zelf uit te vinden. De Samenwerkingsregeling ongevallenbestrijding IJsselmeergebied (SAMIJ) en CRW zijn expertgebieden waar Zeeland nu bijvoorbeeld dankbaar gebruik van maakt. Ook bij grote nautische evenementen kunnen regio s van elkaars expertise gebruik maken. Denk aan Sail Den Helder volgend jaar en vervolgens Sail Harlingen en Delfzijl in 2014 en SAMIJ en het CRW hebben het Veiligheidsberaad gemeld dat blijvend landelijke regie nodig is om aandacht te houden voor incidentbestrijding op het water. Heldere aansturing De incidentbestrijding op het water is ook volgens voorzitter van de SAMIJ Margreet Horselenberg, eveneens burgemeester van Lelystad, flink verbeterd de afgelopen jaren. Eerst vloog iedereen er bij wijze van spreken op af en nu is er heldere aansturing gekomen. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar de risico s en de locaties voor de KNRM stations worden daarop afgestemd. Volgend jaar komt er in Lelystad nog een KNRMboot. Onder haar gemeente valt 90% van het Markermeer en de kustlijn van Lelystad telt meer dan zeventien kilometer en meer dan drieduizend ligplaatsen voor zeil- en motorjachten. Het IJsselmeer wordt erg druk bevaren. Er zijn veel zeilers en ook een druk bevaren scheepvaartroute. De oprichting van SAMIJ heeft volgens haar een belangrijke rol gespeeld in de verbetering van de incidentbestrijding en voorbereiding daarop. Het brengt alle partijen bij elkaar. De SAMIJ heeft net als CRW een waterfunctionaris aangesteld die de coördinatie op zich neemt. Alles gaat veel gemakkelijker dan enkele jaren geleden. Het is nu heel duidelijk wanneer, wie uitrukt. De incidenten die zich voordoen worden goed opgelost. Het incidentbestrijdingsplan IJsselmeer is vastgesteld in 2008 en Ook Horselenberg noemt de meldkamers als aandachtspunt. Ze is tevreden over de bestuurders in de gemeenten, die de noodzaak voor verbetering zien. Ze zijn heel actief om het onderwerp op de kaart te houden. Stuurmanskunst Heden, verleden en toekomst van de incidentbestrijding op het water wordt beschreven in het boekje Stuurmanskunst, dat uitgegeven is door SAMIJ, CRW en project Deltawateren Zeeland. Veel bestuurders die een rol hebben komen aan het woord. Het boekje is te downloaden via

14

15 GRIP4 OKTOBER 2012 column 15 Tien observaties bij Haren Menno van Duin is Lector Crisisbeheersing bij het NIFV en de Politieacademie. Reageren? 1. Achteraf weten wij het altijd beter! Na afloop is het altijd gemakkelijk aan te geven wat anders had gemoeten. In het Engels heet dat the benefit of hindsight. Evaluaties hebben per definitie dit enorme nadeel. Hoevelen zeiden voorafgaand aan Haren dat het zo mis zou gaan? Hoevelen trokken echt vooraf aan de bel? De beste stuurlui staan meestal aan wal en weten na afloop in de media haarscherp aan te geven wat er allemaal fout ging. Overigens is het een feit dat zo n week na een ramp of crisis meestal al 90% van datgene wat gebeurd is - vaak door naarstig speurwerk van journalisten al bekend is. 2. Sociale media; we lopen achter! Velen in ons land weten wel wat sociale media zijn, maar slechts een enkeling begrijpt hoe die media werken en wat er allemaal mogelijk is. Aangezien in vele organisaties en instellingen in ons land de gemiddelde leeftijd boven de 45 jaar is en deze generaties (en de ouderen) niet zijn opgegroeid met sociale media bestaat er bij vrijwel al die organisaties een forse achterstand. Slechts door het binnenhalen van jongeren kan deze achterstand worden ingelopen. 3. Sociale media en de klassieke media in symbiose! Denk niet dat de sociale en klassieke media gescheiden werelden zijn. Het loopt allemaal door elkaar heen. Uiteraard begon alles met Merthe en Facebook, maar de belangstelling werd vooral groot omdat radio en tv uitgebreid over Haren gingen communiceren. De aandacht vooraf werd juist door de klassieke media vergroot; toen het mis ging waren tv-beelden een belangrijke trigger voor relplegers om naar Haren te gaan. Overigens is het kenmerk van sociale media de wederzijdse interactie. Juist hier ligt een uitdaging voor gemeenten, politie en anderen. 4. Ouders aanspreekbaar! In hoeverre zijn ouders nog aanspreekbaar? Mijn zoon van zestien jaar zou ik nog wel tegenhouden, maar mijn dochter van bijna twintig zou ik hooguit het kunnen ontraden naar zo n feestje te gaan. Natuurlijk is de rol van ouders jegens hun adolescente kinderen tanende. Dat betekent nog niet dat daarmee thuis de discussie uit de weg gegaan moet worden. 5. Rellen hebben een goede gelegenheidsstructuur nodig! Tot op zekere hoogte bood Haren een prima gelegenheid om te rellen. Opvallend schaarse verlichting, volop aanwezig gooimateriaal en goed breekbare (lantaarn)palen en honderden plekjes om weg te duiken (tuinen, bosschages e.d.) boden degenen die wilden rellen prima faciliteiten. 6. Voor veel politiemensen was het een unieke ervaring! Wat je zelden doet, gaat zelden goed. Nu werden veel politieagenten geconfronteerd met agressieve jongeren zonder dat ze daar in het verleden veel ervaring mee hadden opgedaan. Wij leven in een behoorlijk rel-vrij land. 7. Bijstand organiseren kost kostbare tijd! Velen kennen het uit oefeningen. Als je in de problemen dreigt te komen vraag je bijstand; soms zelfs meerdere pelotons tegelijk. Het komt tegenwoordig niet zo vaak (meer) voor dat er op stel-en-sprong bijstand georganiseerd moet worden. De uitvoering is altijd veel lastiger dan de beleidsvorming. Op papier (in de oefening) levert wachten op bijstand nooit veel problemen op; in de werkelijkheid echter wel. 8. De burgemeester is de baas! Een kind weet het al: de burgemeester is de baas van de gemeente. Burgemeesters weten maar al te goed dat ze dat zelden zijn, maar als het een keer misgaat, kijkt iedereen naar hen. In dat geval is een heldere en eerlijke boodschap - ook als het mis is gegaan - op zijn plaats. Dan kaatsen zinnen als we waren op alles voorbereid; overal hadden we scenario s voor dubbelhard terug en gaan de media des te meer op onderzoek uit. 9. Iedere crisis is uniek! Wij denken vaak dat de volgende crisis die zich zal aandienen lijkt op de vorige. Helaas is de werkelijkheid veel gevarieerder en is een volgende crisis altijd weer (net) anders. 10. Cohen is aan zet! Het zou mooi zijn als de commissie in staat is op onorthodoxe wijze (dus niet volgens de afrekenmethodiek) te werk te gaan. Te vrezen is dat Cohen mede vanwege zijn imago ( kopje thee drinken ) steviger gaat uitpakken dan nodig is, zodat we weer bij punt 1 van dit lijstje belanden. Menno van Duin

16 16 thema: kernongevallen SDU UITGEVERS Kernongevallenbestrijding complexe taak voor Rijk en regio s Ongevallen met nucleaire installaties of geruchten daarover vergen een specifieke voorbereiding. Het zijn complexe incidenten waarbij de structuren anders liggen dan bij alle andere incidenttypen. Hoewel de Rijksoverheid systeemverantwoordelijk is, moeten ook de regio s zich op dit type incidenten voorbereiden. Om alle regio s te ondersteunen die worstelen met dit complexe incidenttype, richtte Veiligheidsregio Zeeland samen met onder andere Middenen West-Brabant en met steun van het ministerie van Veiligheid en Justitie het Centrum Kernongevallenbestrijding (CKV) op.

17 GRIP4 OKTOBER 2012 thema: thema: kernongevallen evalueren 17 Door Jildou Visser Jarenlang bestond het beeld dat kernongevallenbestrijding en de voorbereiding daarop een taak van de exploitant van de nucleaire installatie en het Rijk was. Het aantal experts bij onder andere het voormalig ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), nu Veiligheid & Justitie, werd door de jaren heen steeds verder afgebouwd. Tot twee jaar geleden de laatste expert bij BZK vertrok. Het werd een taak van de veiligheidsregio s. Die hadden immers hun eigen adviseurs gevaarlijke stoffen. Nucleaire veiligheid is echter meer dan voorbereiding op een ongeval met gevaarlijke stoffen, vertelt projectleider Peter van Beek van het CKV. In 2005 wordt besloten dat de kernenergiecentrale in Borssele nog twintig jaar langer open blijft. Daardoor komt in de regio Zeeland meer aandacht voor het onderwerp. Met de nationale stafoefening nucleair in 2005 stelden wij vast dat de manier waarop kernongevallenbestrijding via de rijksstructuur was geregeld, niet voldoende overeen kwam met de reguliere rampenbestrijding in Nederland. Bij kernongevallen liggen verantwoordelijkheden en structuren anders en dit was niet bij iedereen bekend, aldus Van Beek. Daarom zoekt Veiligheidsregio Zeeland contact met het voormalige ministerie van BZK en de andere betrokken ministeries. Het project Verbetering Voorbereiding Kernongevallen Veiligheidsregio s wordt in 2010 gestart. In dit project zijn alle zogenaamde A-regio s betrokken, de regio s met een nucleair object van betekenis. Gezamenlijk is het rampbestrijdingsplan Nucleaire Installaties ontwikkeld. Dit plan vormt de brug tussen de Rijks- en regionale rollen en is de papieren voorbereiding op dit type incidenten door de veiligheidsregio s. Door dit project gezamenlijk op te pakken is de bewustwording rondom taken, rollen en verantwoordelijkheden bij nucleaire ongevallen vergroot, aldus Van Beek. Met het rampbestrijdingsplan zijn die taken en rollen ingevuld. De implementatie en het beheer van het plan vereisen alleen nog wel belangrijke vervolgstappen. Open communicatie vergroot het vertrouwen Tijdens het project komen veel vragen vanuit de veiligheidsregio s. De kernramp in Fukushima zorgde daarbij voor veel extra druk op het project. Zijn er communicatieplannen voor kernongevallen? Hoe zit het met het trainen van officieren, het ROT en het RBT? En hoe liggen de verbindingen met de rijksstructuur? Wat zijn de risico s voor de hupverlener? Mede vanwege de grote hoeveelheid aan vragen en de noodzaak tot implementatie en het beheer van de bereikte resultaten, wordt het CKV opgericht. Van Beek: Wij zijn het aanspreekpunt voor de regio s die vragen hebben over dit onderwerp. Hierdoor hoeft niet iedere regio zelf het wiel uit te vinden. Door ook met de regio s kennis uit te wisselen kunnen wij de kennis die bij de regio s aanwezig is, verder verspreiden. Daarnaast kunnen wij ondersteunen bij het implementeren van het rampbestrijdingsplan en adviseren we bij de inkoop van specialistische materialen voor de hulpdiensten op dit gebied. Volgens Van Beek is het CKV een lerende organisatie. Samen met internationale partners op dit gebied moeten we lering trekken uit alle relevante nucleaire ontwikkelingen op wereldschaal en die kennis delen. Wat kunnen wij bijvoorbeeld leren van de ramp in Fukushima? Japan is een heel ander land, maar er zijn ook overeenkomsten waar we van kunnen leren. Daar zijn we nu mee bezig. Vorig jaar was voor ons een erg druk jaar. Wij hebben toen het project Verbetering Voorbereiding Kernongevallen Veiligheidsregio s afgerond, de kerncentrale in Fukushima ontplofte, het nieuwe rampbestrijdingsplan nucleaire installaties is in Zeeland en Midden- en West-Brabant geïmplementeerd en de geplande nationale nucleaire oefening Indian Summer vond plaats. Samen met internationale partners op nucleair gebied bekijkt Van Beek van het CKV wat geleerd kan worden van de ramp in Fukushima in ( fotografie: ANP) Geruchten over kernongevallen De kans op een daadwerkelijk kernongeval is heel klein. Een gerucht over een incident doet zich makkelijker voor. Een gerucht kan de maatschappij ontwrichten, zeker tegenwoordig met de invloed van social media, aldus Van Beek. Met name de communicatieafdelingen van de veiligheidsregio s moeten hier goed op voorbereid zijn. Communicatie over nucleaire objecten is een rijksverantwoordelijkheid, maar de burger klopt aan bij de gemeente of de veiligheidsregio. Goede samenwerking tussen Rijk en regio in de voorbereiding en de respons is dan van essentieel belang. Er zijn volgens Van Beek voldoende voorbeelden van geruchten die in de media enorm zijn uitvergroot. Zo is een paar jaar geleden in gecontroleerd gebied in een kerncentrale een TL-buis gaan roken. Dit veroorzaakte een brandmelding. Even later stond op Teletekst dat er brand was in de nucleaire installa-

18 18 thema: kernongevallen SDU UITGEVERS Tijdens de nucleaire oefening Indian Summer in 2011 wordt ook de crisiscommunicatie beoefend. ( fotografie: Natalie Risseeuw) tie. Doordat niet onmiddellijk duidelijk was wat er precies aan de hand was en er niet over werd gecommuniceerd, ontstonden speculaties over de dreiging van een kernongeval. Als organisatie moet je je hier goed op voorbereiden en zorgen dat je zo snel mogelijk alle feiten op een rij hebt en vertellen wat je weet, wat je verwacht en eraan doet. Met name als het gaat om de beeldvorming, beperken nucleaire incidenten of geruchten daarover zich niet tot de regiogrenzen. Van Beek: Ook de regio s die geen A-regio zijn, maar wel een nucleaire installatie in de buurt hebben, moeten zich voorbereiden. Eén van deze regio s is de Veiligheidsregio Zuid-Limburg. De kerncentrale Tihange in België staat op ongeveer veertig kilometer van de Nederlandse grens. Tot het voorjaar zijn wij in de regio nauwelijks bezig geweest met de communicatie over dit onderwerp, vertelt communicatieadviseur Charlotte Smeets van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg. We zitten niet in één Zeven A-regio s In Nederland zijn zeven veiligheidsregio s met een nucleair object van betekenis in het verzorgingsgebied of in de directe nabijheid, de zogenoemde A-regio s. - Noord-Holland Noord - Haaglanden - Rotterdam-Rijnmond - Zeeland - Midden- en West-Brabant - Brabant-Noord - Twente van de maatregelenzones die in een kring om Tihange zijn vastgesteld. En dus hebben wij geen rampenbestrijdingsplan en communiceren we er niet over, Wanneer in het voorjaar in België wordt besloten dat de kerncentrale Tihange tien jaar langer open blijft en de media spreken over lekkend koelwater in de centrale, wordt het onderwerp in de regio actueel. In gemeenteraden en de Provinciale Staten werden moties ingediend. De meeste waren gericht op sluiting van de centrale en het oprekken van maatregelzones naar Nederlands grondgebied. Daarop hebben wij als veiligheidsregio dit onderwerp opgepakt en contact gezocht met de Rijksoverheid of oprekking van de maatregelzones mogelijk is. Zij gaat daar nu naar kijken en dit afstemmen met de Belgische collega s. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat wij in Nederland een maatregelzone hebben en dit over de grens in België niet zo is, aldus Smeets. Als de maatregelzones naar onze regio worden opgerekt, moeten we ons voorbereiden op kernongevallen en geruchten daarover. Iedereen in die zone moet weten dat bij een incident het advies om te schuilen gegeven kan worden en we mogelijk ook jodiumtabletten beschikbaar stellen. Tot er een beslissing is genomen over de veiligheidszones, is de Veiligheidsregio Zuid-Limburg volgens Smeets nog terughoudend in de risicocommunicatie. Eerst moeten alle maatregelen duidelijk zijn, voordat we richting burgers gaan communiceren. Eind september worden in de regio informatiebijeenkomsten georganiseerd voor alle raadsleden van de achttien gemeenten en de Provinciale Staten. Wat mij erg opviel was dat als je spreekt over kernongevallen, mensen direct denken aan rampen als Fukushima, Tsjernobyl, maar ook Hiroshima. Bij die laatste ging het niet eens om de ontploffing van een kerncentrale, maar om een kernbom. Iets heel anders, vertelt Smeets. We zijn tijdens die bijeenkomst feitelijke informatie gaan verstrekken over de kans op kernincidenten, maar ook over de veiligheidssystemen van centrales,

19 GRIP4 OKTOBER 2012 thema: kernongevallen 19 de meetnetten en hoe de contacten landelijk en internationaal lopen. Gedurende de bijeenkomst ziet Smeets dat het beeld dat bij veel aanwezigen heerst, verandert. Over het algemeen dachten de aanwezigen dat als een kernincident zich voordoet, we in de regio heel hard alarm moeten slaan en massaal in de auto moeten springen om te vluchten. Niemand had nagedacht over de verkeersopstoppingen, en dat je in de auto veel onveiliger zit dan thuis met gesloten ramen en deuren. Na de bijeenkomst waren meningen echt veranderd. Ik denk dat dit voor ons als veiligheidsregio een goed voorproefje is geweest van hoe we kunnen communiceren richting de burgers. Maar voordat we daarmee beginnen moeten eerst de uitgebreide zones zijn vastgesteld en dan laten we ons ook eerst nog op landelijk niveau adviseren. Openheid in risicocommunicatie Volgens Van Beek maakt goede risicocommunicatie vooraf, de crisiscommunicatie op het moment dat het nodig is effectiever. Wat vooral belangrijk is, is dat je de aanwezigheid van een nucleaire installatie niet kunt negeren. Laat dit dus ook niet aan je aandacht ontsnappen. Het publiek weet dat de installatie er staat en zal als daadwerkelijk iets gebeurt al snel de relatie met Fukushima leggen, tenzij zij goed geïnformeerd is. Neem bijvoorbeeld de onderzoeksreactor in Mol, net over de Belgische grens. Dit is een hele kleine installatie, maar daar maakt het publiek geen onderscheid in. Alle wetenschappelijke onderbouwingen ten spijt, voor de beeldvorming is een kernreactor een kernreactor. Onze wereld bestaat voor het merendeel uit beeldvorming. Om een juist beeld te creëren, pleit Van Beek voor zoveel mogelijk openheid. Door open en eerlijk te zijn win je vertrouwen van de burger, maar ook van de hulpverlener. Voor de burger is het een zwaar beladen thema en de exploitanten blijven vanwege de negatieve lading van het onderwerp liever uit de pers. Dat helpt misschien op de korte termijn, maar op de lange termijn is de impact als er iets gebeurt, alleen maar groter. De luchtvaart is hierbij een goed voorbeeld. Vliegen is ontzettend veilig, maar iedere keer krijg je wel datzelfde veiligheidsfilmpje te zien. Door dit consequent op iedere vlucht te doen, creëer je routine, voor zowel passagiers als personeel. Dit maakt het handelen in een echte noodsituatie een stuk makkelijker. Stilte vergroot de geheimzinnigheid. De openheid waar ik voor pleit, geldt ook voor nucleaire transporten. Niet alleen richting burgers moet volgens Van Beek goed gecommuniceerd worden, ook richting hulpverleners. Het hebben van een nucleaire installatie in de regio is alleen mogelijk als de hulpverlener bereid is bij incidenten op te treden. Hulpdiensten zijn vaak de laatste strohalm. Als je hen onvoldoende voorbereidt op hun inzet in een nucleaire installatie, kan het best zijn dat ze zeggen misschien is het maar beter als een ander daarheen gaat. In geval van nood, kun je dat niet riskeren. Voorlichting naar de hulpverleners moet breder worden opgepakt. Ook hun familie en directe omgeving moet daarin betrokken worden. Onbekendheid, onwetendheid en angst van hen, kan je in een noodsituatie ook parten spelen. Het klinkt heel logisch, maar daar moet echt aandacht voor zijn. Lange aanlooptijd De kans op een groot kernongeval is klein en als dit zich voordoet is er volgens Van Beek enige aanlooptijd. Ook in Fukushima verstreek tijd voordat een grote uitstoot van radioactiviteit plaatsvond. Om escalatie te voorkomen, werden hulpdiensten vroegtijdig ingezet. Dat maakt nucleaire incidenten bijzonder en in die zin kun je wel een vergelijking maken met de dreiging van overstromingen. Die kennen ook een langere aanlooptijd. Je ziet al dagen van te voren een verslechtering van de situatie en op dat moment moet je er al op anticiperen en tijdig maatregelen nemen. De tijdige signalering van de verslechtering van de situatie en openheid in de risicocommunicatie zijn echter niet voldoende om de rampenbestrijding goed te laten verlopen. De sleutelfunctionarissen moeten goed op de hoogte zijn van het feit dat de responsstructuren bij een kernongeval anders zijn georganiseerd dan bij conventionele incidenttypen. En dan nog, je kunt je er nog zo van bewust zijn, in een noodsituatie zijn routines ook erg belangrijk, aldus Van Beek. Probeer zoveel mogelijk onderdelen van nucleaire rampenbestrijding zo te organiseren als bij conventionele ramptypen. Iedere afwijking van normale structuren en handelingswijzen maakt de kans op fouten groter. Om bestuurders voor te bereiden op nucleaire scenario s ontwikkelde TNO in samenwerking met het CKV een serious gaming programma. Daarin worden veel specifieke vraagstukken en dilemma s voorgelegd. Hoe ga je om met jodiumprofylaxe en gaan we schuilen of evacueren? Bestuurders waren hier erg enthousiast over. Voor dit type incidenten dat bijna nooit voorkomt, is het de ideale manier om te oefenen. Samen met internationale partners leren we wat er op nucleair gebied gebeurt Verspreiding jodiumtabletten Wanneer een kernramp zich voordoet, kan in de directe omgeving van de kerncentrale de maatregel jodiumprofylaxe noodzakelijk zijn. Dit zijn tabletten die moeten voorkomen dat de schildklier radioactief jodium opneemt. In vastgestelde zones rond de kerncentrales zijn na goed overleg met de betrokken ministeries en op een zelfde manier als in België, jodiumtabletten verspreidt onder de bevolking. Het verspreiden van de tabletten vergroot ook het bewustzijn van de burger. Mochten de maatregelzones rondom Tihange worden uitgebreid naar delen van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg, dan gaat die regio de jodiumtabletten niet preventief verspreiden. De Nederlandse en Belgische overheden nemen deel aan een bilateraal grensoverleg nucleaire veiligheid. Het CKV zit daar ook bij. Doel is om de voorbereiding, zoals oefeningen af te stemmen en eventuele maatregelen zoveel mogelijk gelijk te trekken. Van Beek: In het geval van een grote ramp, zoals een overstroming of kernongeval, moeten we ons realiseren dat we dat als land niet in ons eentje kunnen afhandelen. In dat geval is het belangrijk dat je voorbereid bent op hulp van buitenaf. Dat is lastiger dan je denkt. Het Civil Protection programma van de Europese Unie kan daar prima bij helpen. Twee kerncentrales België stilgelegd Twee Belgische kerncentrales, net over de grens, zijn stilgelegd vanwege problemen die bij onderhoudswerkzaamheden zijn geconstateerd. In het reactorvat van kernreactor Doel 3 zijn in juni haarscheurtjes geconstateerd. Volgens het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) zijn er geen risico s voor de omgeving. Eén van de reactoren bij de kernreactor in Tihange is stilgelegd vanwege een lek in een bassin voor de opslag van splijtstofstaven. Het lek zit aan de binnenkant van een dubbele wand, waardoor het radioactief besmette water dat weglekt wordt opgevangen in de installatie zelf.

20 20 grip uitgelicht SDU UITGEVERS Een nieuw soort crisis. Zo kan de GRIP3 in Haren op 21 september wel genoemd worden. Door verspreiding van de uitnodiging via social media is nauwelijks in te schatten hoeveel mensen naar het dorp komen. Daarbij werkte de traditionele aanpak van crisiscommunicatie niet goed. Er rijzen vraagtekens over de juiste inzet, de rol van de media en over crisiscommunicatie. Vraagtekens na Face

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,

Nadere informatie

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND HOE TE KOMEN TOT EEN ADEQUATE ORGANISATIE VAN INCIDENTBESTRIJDING OP HET WATER? IN AANSLUITING OP HET HANDBOEK INCIDENTBESTRIJDING OP HET WATER Uitgave van het Projectbureau

Nadere informatie

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Waarom een addendum? Het beleidsplan 2012-2015 is op 7 juli 2011 in een periode waarop de organisatie volop in ontwikkeling

Nadere informatie

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s 1 Infopunt Veiligheid In 2006 heeft de toenmalige Veiligheidskoepel een landelijk Referentiekader GRIP opgesteld. De op 1 oktober 2010

Nadere informatie

Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving

Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving 1 Betrekkingen (EWB) 070 370 7051 Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving Projectnaam Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135) 1. Evaluatie Wet veiligheidsregio's (Wvr) Bij de behandeling

Nadere informatie

1 De coördinatie van de inzet

1 De coördinatie van de inzet 1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd

Nadere informatie

O P L E G N O T I T I E

O P L E G N O T I T I E O P L E G N O T I T I E Voorstel ter behandeling in de vergadering van Bestuurscommissie Veiligheid Datum 28 mei 2014 Onderwerp Planning planvorming 2014-2018 Bijlage ten behoeve van Schriftelijke consultatie

Nadere informatie

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk Al jaren is het de dagelijkse praktijk om bij grote, complexe incidenten op te schalen binnen de GRIP-structuur. Deze structuur beschrijft in vier fasen de organisatie

Nadere informatie

Nationale crisisbeheersing en CIMIC. Prof. dr. Rob de Wijk Directeur HCSS en HSD Hoogleraar IB Leiden

Nationale crisisbeheersing en CIMIC. Prof. dr. Rob de Wijk Directeur HCSS en HSD Hoogleraar IB Leiden Nationale crisisbeheersing en CIMIC Prof. dr. Rob de Wijk Directeur HCSS en HSD Hoogleraar IB Leiden Van klassieke rampenbestrijding naar moderne crisisbeheersing Interne en externe veiligheid raken verweven

Nadere informatie

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland

Nadere informatie

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. De Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland

Nadere informatie

Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland

Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland Resultaten en lessen voor de toekomst drs. A.A.M. Brok Voorzitter veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, portefeuillehouder jaar van transport en veiligheid

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC

VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC Datum vergadering: 26 maart 2012 Agendapunt: Gez. 1. Datum: 7 maart 2012 Contactpersoon: Angela van der Putten Telefoon: 06-10037299 E-mail: a.van.der.putten@utrecht.nl

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Bijlage: Organogram crisisorganisatie 04-06-2010 1 Inleiding De toets Basisscholing

Nadere informatie

Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s

Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s De 8 meest gestelde vragen Infopunt Veiligheid Al langer wordt algemeen erkend dat de bestrijding van rampen en crisis niet binnen de eigen

Nadere informatie

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen Toetsingskader en positiebepalingssystematiek (definitieve versie) Inhoudsopgave Inleiding. Verdeling in oordeel, hoofdonderwerpen, onderwerpen, hoofd- en subaspecten. Banden voor positiebepaling. Prestatieniveaus.

Nadere informatie

Verbindende schakel in rampenbestrijding

Verbindende schakel in rampenbestrijding Verbindende schakel in rampenbestrijding en crisisbeheersing 2 Veiligheidsberaad De voorzitters van de 25 veiligheidsregio s vormen samen het Veiligheidsberaad. Dit landelijke overleg is opgericht in februari

Nadere informatie

Veiligheidregio s en zorginstellingen Samen werken aan zorgcontinuïteit

Veiligheidregio s en zorginstellingen Samen werken aan zorgcontinuïteit Veiligheidregio s en zorginstellingen Samen werken aan zorgcontinuïteit Ivonne Vliek Veiligheidsregio Utrecht i.vliek@vru.nl / 088-878 4137 GHOR BGC Geneeskundige Hulpverlening Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing

Nadere informatie

Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Hollands Midden d.d. 12 november 2009 Agendapunt BG.2A Onderdeel AB Regionale Brandweer en GHOR Titel

Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Hollands Midden d.d. 12 november 2009 Agendapunt BG.2A Onderdeel AB Regionale Brandweer en GHOR Titel BG.2A Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Hollands Midden Bijlagen 5 d.d. 12 november 2009 Agendapunt BG.2A Onderdeel AB Regionale Brandweer en GHOR Titel Gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio

Nadere informatie

Crisisorganisatie uitgelegd

Crisisorganisatie uitgelegd GRIP Snelle opschaling, vaste teams, eenhoofdige leiding Wat kan er gebeuren? KNOPPENMODEL Meer tijd voor opschaling, maatwerk in teams en functionarissen GRIP 4 / 5 STRATEGISCH OPERATIONEEL / TACTISCH

Nadere informatie

De brandweer wordt nog veiliger en beter

De brandweer wordt nog veiliger en beter Project Kwaliteit brandweerpersoneel De brandweer wordt nog veiliger en beter -Brochure Brandweer juni2009.indd 1 05-06-2009 10:16:37 VAKBEKWAAM WORDEN, Wat verandert er concreet? Alle medewerkers van

Nadere informatie

Voorgestelde maatregelen Systeemoefening Prisma 14 juni 2012

Voorgestelde maatregelen Systeemoefening Prisma 14 juni 2012 Systeemoefening Prisma 14 juni 2012 1 Inleiding Op 14 juni 2012 heeft in de avonduren de oefening Prisma plaatsgevonden. Hiermee is uitvoering gegeven aan het gestelde in artikel 2.5.1. van het Besluit

Nadere informatie

Veiligheidsregio in vogelvlucht. Jos Stierhout

Veiligheidsregio in vogelvlucht. Jos Stierhout Veiligheidsregio in vogelvlucht Jos Stierhout Programma Welkom door Steven van de Looij Veiligheidsregio in grote lijnen Film 24 uur veiligheidsregio Bezoek meldkamer Dieper in de organisatie Onze programma

Nadere informatie

Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016

Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016 Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016 Bron: waterschap Rivierenland 1 Toelichting van de eindrapportage Eindrapportage over de crisisbeheersing in de eerste 48 uur na de aanvaring van de stuw

Nadere informatie

Wat gaat er goed en wat kan er beter?

Wat gaat er goed en wat kan er beter? Wat gaat er goed en wat kan er beter? KVNRO Symposium 10 november 2016 Prof. dr. Rob de Wijk HCSS/Universiteit Leiden Naar een Zero Risk maatschappij Postmodern Europa Succesvol overheidsbeleid: echte

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR COMMANDANT VAN DIENST

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR COMMANDANT VAN DIENST KWALIFICATIEPROFIEL VOOR COMMANDANT VAN DIENST werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 3 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het

Nadere informatie

Project Kwaliteit brandweerpersoneel. De brandweer wordt nog veiliger en beter

Project Kwaliteit brandweerpersoneel. De brandweer wordt nog veiliger en beter Project Kwaliteit brandweerpersoneel De brandweer wordt nog veiliger en beter VAKBEKWAAM WORDEN, VAKBEKWAAM BLIJVEN Wat verandert er concreet? Alle medewerkers van de brandweer worden voortaan opgeleid,

Nadere informatie

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Risico- en crisisbeheersing Brandweer Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland (GMK) Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Wie

Nadere informatie

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten. BELEIDSPLAN 2011-2015 VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Bijlage 3. Sturing en organisatie De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband

Nadere informatie

Crisismanagement Groningen. Basismodule

Crisismanagement Groningen. Basismodule Crisismanagement Groningen Basismodule Doel van de module Kennismaken met crisismanagement Groningen Inzicht krijgen in rollen en taken Beeld krijgen bij samenwerken in de crisis-organisatie Programma

Nadere informatie

WAAROM DOEN WE ONDERZOEK?

WAAROM DOEN WE ONDERZOEK? 02 WIE ZIJN WE? De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (Inspectie OOV) is onafhankelijk toezichthouder op het terrein van politie, brandweer, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 26 956 Beleidsnota Rampenbestrijding 2000 2004 31 117 Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige

Nadere informatie

Evaluatiebeleid Leren van incidenten

Evaluatiebeleid Leren van incidenten Bijlage A bij agendapunt 13: Herziening evaluatiebeleid [AB20170213-13] Evaluatiebeleid Leren van incidenten Documentnummer: 16.0022824 Versie vastgesteld door DB, d.d. 23-01-2017 Versie 1.0, 10 januari

Nadere informatie

Bovenregionale Samenwerking. Eindrapport uitwerkingsfase Eenheid in verscheidenheid

Bovenregionale Samenwerking. Eindrapport uitwerkingsfase Eenheid in verscheidenheid Bovenregionale Samenwerking Eindrapport uitwerkingsfase Eenheid in verscheidenheid Verduidelijking sturende rol Rijk Introductie Marcel van Eck Vanmiddag in deze caroussel: - stellingen - uitleg Project

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG a 1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 16 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070

Nadere informatie

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Inhoudsopgave Grip op hulpverlening 4 Routinefase 6 GRIP 1 8 GRIP 2 12 GRIP 3 18 GRIP 4 24 Gebruikte afkortingen 30 4 Grip op hulpverlening Dit boekje bevat de samenvatting

Nadere informatie

Communicatie: functies & uitdagingen. Expertmeeting Veiligheidsberaad 13 februari 2014

Communicatie: functies & uitdagingen. Expertmeeting Veiligheidsberaad 13 februari 2014 Communicatie: functies & uitdagingen Expertmeeting Veiligheidsberaad 13 februari 2014 Vraag: wie is verantwoordelijk voor de crisiscommunicatie? Scenario: oproep demonstratie op internet Er circuleert

Nadere informatie

LMD brandweer. Kansen voor ontwikkeling en doorgroei

LMD brandweer. Kansen voor ontwikkeling en doorgroei LMD brandweer Kansen voor ontwikkeling en doorgroei LMD brandweer kansen voor ontwikkeling en doorgroei Als leidinggevende bij de brandweer heb je een bijzondere en veelzijdige baan. Je werkt in een snel

Nadere informatie

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland-Zuid

Nadere informatie

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas In the hot seat NIBHV Ede 24 november 2015 de crisis samen de baas Programma: Inleiding workshop Film: Samenwerking tijdens een GRIP incident Sitting in the hot seat: CoPI Even voorstellen Ymko Attema

Nadere informatie

Woensdag. februari. Wat doet BOT-MI? Brandweerscheurkalender 2012

Woensdag. februari. Wat doet BOT-MI? Brandweerscheurkalender 2012 Woensdag 15 Wat doet BOT-MI? februari Het BOT-mi is een samenwerkingsverband van zes ministeries en de daaraan verbonden kennisinstellingen. Het heeft expertise in huis op diverse gebieden zoals het uitvoeren

Nadere informatie

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid CTV NCTV De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) beschermt Nederland tegen bedreigingen die de maatschappij kunnen

Nadere informatie

ECCvA/U Lbr: 07/40

ECCvA/U Lbr: 07/40 Brief aan de leden T.a.v. het college en gemeenteraad informatiecentrum tel. (070) 3738020 uw kenmerk bijlage(n) onderwerp Brandweerontwikkelingen Samenvatting ons kenmerk ECCvA/U200700611 Lbr: 07/40 datum

Nadere informatie

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES CONVENANT SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES 2012 Ondergetekenden: 1. Het Slotervaart, gevestigd te Amsterdam, in deze rechtsgeldig

Nadere informatie

Curriculum Vitae. Persoonsgegevens. Functie. Profiel / omschrijving. Opleidingen. Geboortedatum: 2 juni 1979. Senior communicatieadviseur

Curriculum Vitae. Persoonsgegevens. Functie. Profiel / omschrijving. Opleidingen. Geboortedatum: 2 juni 1979. Senior communicatieadviseur Curriculum Vitae Persoonsgegevens Naam: E. Heijna Roepnaam: Eveline Geboortedatum: 2 juni 1979 Functie Senior communicatieadviseur Profiel / omschrijving Ik ben een hard werkende professional die ervoor

Nadere informatie

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013 SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013 In het Slotdocument van het VGS-congres 2013 Gemeentesecretaris in Veiligheid staat een leidraad voor

Nadere informatie

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,. Artikel PM1 A.4 Bijlage 4 De Wet veiligheidsregio s wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel door een puntkomma, toegevoegd korpschef:

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor

Nadere informatie

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen Draaiboek Brand 2016 Het Draaiboek Brand is onderdeel van het Protocol Grootschalige calamiteiten van het Verbond van Verzekeraars. In het draaiboek is beschreven hoe de coördinatie vanuit de branche Brand

Nadere informatie

Productbeschrijvingen (proces)specifiek

Productbeschrijvingen (proces)specifiek en (proces)specifiek 118 Omgevingsanalyse Inzicht verkrijgen in wat zich in de buitenwereld (bij media, bij het publiek en op het internet) afspeelt, welk gevoel in de samenleving bestaat over de ramp

Nadere informatie

Brandweer Nederland Samen sterk, samen veilig

Brandweer Nederland Samen sterk, samen veilig Brandweer Nederland Samen sterk, samen veilig Met hart en ziel Brandweer Nederland staat voor 31.000 brandweermensen die zich met hart en ziel inzetten voor hun medemens. Die 24 uur per dag en 7 dagen

Nadere informatie

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg Aanleiding en projectdoelstellingen Aanleiding In 2011 werd door de (toenmalige) portefeuillehouder Bevolkingszorg in het DB Veiligheidsberaad geconstateerd dat de nog te vrijblijvend door de gemeenten

Nadere informatie

Rapport Fatale Woningbranden 2011 en Rapport Fatale woningbranden 2003 en 2008 t/m 2011: een vergelijking 1

Rapport Fatale Woningbranden 2011 en Rapport Fatale woningbranden 2003 en 2008 t/m 2011: een vergelijking 1 29517 Veiligheidsregio s 30821 Nationale Veiligheid Nr. 62 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 5 juli 2012 Met deze brief

Nadere informatie

GRIP-teams en kernbezetting

GRIP-teams en kernbezetting GR P Wat is GRIP? GRIP is de afkorting van Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure en staat voor: het snel en multidisciplinair organiseren van de juiste mensen en middelen die nodig

Nadere informatie

Uitvraagprotocol. Uitvraagprotocol ten behoeve van meldkamers die een incidentmelding kunnen ontvangen.

Uitvraagprotocol. Uitvraagprotocol ten behoeve van meldkamers die een incidentmelding kunnen ontvangen. Uitvraagprotocol Toelichting Uitvraagprotocol ten behoeve van meldkamers die een incidentmelding kunnen ontvangen. Wie o Naam melder en bereikbaarheidsgegevens o Roepletters/nummer schip o Naam schip o

Nadere informatie

Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan. All hazard voorbereid zijn (1 van 3)

Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan. All hazard voorbereid zijn (1 van 3) Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan All hazard voorbereid zijn (1 van 3) Versie 1.0 11 november 2014 Voorwoord Zorginstellingen zijn vanuit

Nadere informatie

Pas aan naar organisatie/doelgroep

Pas aan naar organisatie/doelgroep Netcentrisch werken Pas aan naar organisatie/doelgroep Gebruik de onderdelen van de presentatie die voor de doelgroep van belang zijn. Zie de notities voor een toelichting op de sheets. Uiteraard verwijder,

Nadere informatie

Samenwerken aan Brandveiligheid

Samenwerken aan Brandveiligheid Gemeente Leiderdorp Gemeente Leiderdorp Wie zijn wij als Brandweer Hollands Midden? Wat mag u van ons verwachten en hoe zijn we aan elkaar verbonden? Samenwerken aan Brandveiligheid Missie Brandweer Hollands

Nadere informatie

Veiligheidsdirectie en Strategisch Overleg netwerkpartners

Veiligheidsdirectie en Strategisch Overleg netwerkpartners Veiligheidsdirectie en Strategisch Overleg netwerkpartners Inleiding. Met de doorontwikkeling van VRZ en de nieuwe gemeenschappelijke regeling kwam de vraag naar voren welke positie de Veiligheidsdirectie

Nadere informatie

GROOTER. in één oogopslag. Uniformiteit & kwaliteit in gemeentelijke Crisisbeheersing Bevolkingszorg

GROOTER. in één oogopslag. Uniformiteit & kwaliteit in gemeentelijke Crisisbeheersing Bevolkingszorg GROOTER in één oogopslag Uniformiteit & kwaliteit in gemeentelijke Crisisbeheersing Bevolkingszorg GROOTER Voorwoord GROOTER is een informeel kwaliteitslabel voor opleidingen en trainingen. Voor u ligt

Nadere informatie

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie C O N C E P T R A A D S V O O R S T E L Veiligheidregio Haaglanden Brandweer Haaglanden Bijlage 5.3 C O N C E P T R A A D S V O O R S T E L Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Nadere informatie

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente)

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente) Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente) Format Plan van Aanpak (PvA) Nafase Omschrijving incident Locatie/gemeente(n) Datum 1. Opdrachtbeschrijving Het

Nadere informatie

Veiligheidszorg op Maat. Samen naar een nieuw dekkingsplan

Veiligheidszorg op Maat. Samen naar een nieuw dekkingsplan Veiligheidszorg op Maat Samen naar een nieuw dekkingsplan Veiligheidszorg op Maat In deze brochure staan de bestuurlijke uitgangspunten voor het nog op te stellen dekkingsplan veiligheidszorg, waarover

Nadere informatie

Het Regionaal Risicoprofiel 2015-2018 Nieuwsbrief over de actualisatie van het Regionaal Risicoprofiel Zaanstreek-Waterland

Het Regionaal Risicoprofiel 2015-2018 Nieuwsbrief over de actualisatie van het Regionaal Risicoprofiel Zaanstreek-Waterland Het Regionaal Risicoprofiel 2015-2018 Nieuwsbrief over de actualisatie van het Regionaal Risicoprofiel Zaanstreek-Waterland Nieuwsbrief voor professionals met een functie in risico- en/of crisisbeheersing

Nadere informatie

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden ü Aanleiding MOED ü Algemene informatie brandweer in de veiligheidsregio ü Inhoud MOED ü Samenvatting uitspraken algemeen bestuur 1. Aanleiding MOED De wereld

Nadere informatie

Rampenprotocol Euregio Scheldemond

Rampenprotocol Euregio Scheldemond 1 Rampenprotocol Euregio Scheldemond H I E R N A G E N O E M D E P A R T I J E N, De Gouverneur van Oost-Vlaanderen, de heer H. Balthazer, De Gouverneur van West-Vlaanderen, de heer P. Breyne, Gedeputeerde

Nadere informatie

GRIP en de flexibele toepassing ervan

GRIP en de flexibele toepassing ervan GRIP en de flexibele toepassing ervan Al jaren is het de dagelijkse praktijk om bij grote of complexe incidenten op te schalen binnen de GRIP-structuur. De afkorting GRIP staat voor gecoördineerde regionale

Nadere informatie

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen s, Politie en Art. 1 Doelen Partijen maken afspraken over: 1. organiseert bijeenkomsten voor de Doorlopend naar - Het vergroten

Nadere informatie

Han Rozemeijer: sectormanager Ambulancezorg, GGD, veiligheidsregio Kennemerland

Han Rozemeijer: sectormanager Ambulancezorg, GGD, veiligheidsregio Kennemerland RAV S NOORD-HOLLAND EN FLEVOLAND KOMEN MET ÉÉN BOVENREGIONAAL GEWONDENSPREIDINGSPLAN In de provincies Noord-Holland en Flevoland zijn vijf Regionale Ambulance Voorzieningen (RAV s) werkzaam, die ieder

Nadere informatie

Reactie op rapport loov en ADD over ICMS

Reactie op rapport loov en ADD over ICMS Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-eneraal 6;^ Datum DV/CB Inlichtingen mr. M.S. van Eek T 070.4268844 F Uw kenmerk Onderwerp op rapport

Nadere informatie

DOEN WAAR JE GOED IN BENT. De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen

DOEN WAAR JE GOED IN BENT. De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen DOEN WAAR JE GOED IN BENT De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen DIT MOET ANDERS In 2009 besloot het bestuur van de Veiligheidsregio Drenthe om crisisbeheersing op een andere manier vorm te geven

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 11. Portefeuillehouder: de heer Swillens

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 11. Portefeuillehouder: de heer Swillens VOORSTEL VOOR HET AB Datum vergadering: 7 november 2011 Agendapunt: 11 Datum: 17-10-11 Contactpersoon: P. van der Vlist en A.M. Buitink Telefoon: 030 240 4462/ 2404551 E-mail: p.van.der.vlist@vru.nl; a.buitink@vru.nl

Nadere informatie

Factsheet Brand ANF Lingen (Duitsland) 6 december 2018

Factsheet Brand ANF Lingen (Duitsland) 6 december 2018 Factsheet Brand ANF Lingen (Duitsland) 6 december 2018 BASISINFORMATIE INCIDENT Incident omschrijving Brand in laboratorium nabij kerncentrale Lingen Plaats Lingen, Duitsland Datum 6-12-2018 Incidentnr.

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente Autorisatie OPSTELLERS: Barrett,Annelies Voorde ten, Jaqueline BIJDRAGE IN DE

Nadere informatie

Activiteiten Bureau Calamiteitenzorg. Breed Management Overleg 11 juni 2008

Activiteiten Bureau Calamiteitenzorg. Breed Management Overleg 11 juni 2008 Activiteiten Bureau Calamiteitenzorg Breed Management Overleg 11 juni 2008 Bureau Calamiteitenzorg Formatie: 2,9 fte (4 medewerkers) 1 leerarbeidsplek Haagse Hogeschool Beleidsprodukten: 3310: Voorbereiding

Nadere informatie

Oefenjaarplan 2009. Waddenzeebreed Waddex

Oefenjaarplan 2009. Waddenzeebreed Waddex Oefenjaarplan 2009 Waddenzeebreed Waddex Vastgesteld door de Beheercommissie 28 november 2008 0. Overzicht Samenvatting Dit plan beschrijft het multidisciplinaire oefenprogramma van het Waddenzeebreed

Nadere informatie

Bijlage 2: Overzicht activiteiten ter versterking communicatie en informatievoorziening in de grensregio s

Bijlage 2: Overzicht activiteiten ter versterking communicatie en informatievoorziening in de grensregio s Bijlage 2: Overzicht activiteiten ter versterking communicatie en informatievoorziening in de grensregio s Introductie Hieronder zijn de verschillende activiteiten beschreven die door de ANVS worden ondernomen

Nadere informatie

Kennisprogramma Bevolkingszorg

Kennisprogramma Bevolkingszorg Kennisprogramma Bevolkingszorg Stand van zaken Versie 13 februari 2018 Instituut Fysieke Veiligheid Expertisecentrum Postbus 7010 6801 HA Arnhem Kemperbergerweg 783, Arnhem www.ifv.nl info@ifv.nl 026 355

Nadere informatie

Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna

Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna Als het misgaat bij de communicatie in een crisis, dan is dit vaak een gebrek aan duidelijkheid op de vragen: wie doet wat, wie

Nadere informatie

C2000 in De prestaties. Ministerie van Veiligheid en Justitie

C2000 in De prestaties. Ministerie van Veiligheid en Justitie Ministerie van Veiligheid en Justitie C2000 in 2012 De prestaties C2000 is het communicatienetwerk voor de Nederlandse hulpdiensten. Het digitale netwerk voor radiocommunicatie en alarmering is sinds 2005

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR CENTRALIST MELDKAMER

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR CENTRALIST MELDKAMER KWALIFICATIEPROFIEL VOOR CENTRALIST MELDKAMER werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 5 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

Veiligheidsregio Fryslân. Netwerkbijeenkomst crisispartners i.h.k.v. de risico s 2012

Veiligheidsregio Fryslân. Netwerkbijeenkomst crisispartners i.h.k.v. de risico s 2012 Veiligheidsregio Fryslân Netwerkbijeenkomst crisispartners i.h.k.v. de risico s 2012 Programma bijeenkomst 1. Risicoprofiel en uitval elektriciteitsvoorziening (VRF) 2. Impact stroomstoring (Liander) 3.

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Nr. 420 14 december 2015 Organisatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Nadere informatie

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2-0 Overzicht Samenvatting In dit deel is de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings- Procedure (GRIP) Noord-Holland Noord

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 26 956 Beleidsnota Rampenbestrijding 2000 2004 29 754 Terrorismebestrijding Nr. 63 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Nadere informatie

Grip op crises. Prof. Dr. Rob de Wijk Den Haag Centrum voor Strategische Studies Campus Den Haag, Universiteit Leiden

Grip op crises. Prof. Dr. Rob de Wijk Den Haag Centrum voor Strategische Studies Campus Den Haag, Universiteit Leiden Grip op crises Prof. Dr. Rob de Wijk Den Haag Centrum voor Strategische Studies Campus Den Haag, Universiteit Leiden Van klassieke rampenbestrijding naar moderne crisisbeheersing Interne en externe veiligheid

Nadere informatie

Netwerkdag NVBR 20-9-2012 Workshop stroomuitval. Peter Uithol, Sr. Beleidsmedewerker Risico- en Crisisbeheersing

Netwerkdag NVBR 20-9-2012 Workshop stroomuitval. Peter Uithol, Sr. Beleidsmedewerker Risico- en Crisisbeheersing Netwerkdag NVBR 20-9-2012 Workshop stroomuitval Peter Uithol, Sr. Beleidsmedewerker Risico- en Crisisbeheersing 1 Waarom een plan? Operationele behoefte uit de praktijk Gelegenheid om de in het convenant

Nadere informatie

Notitie inzet NL-Alert

Notitie inzet NL-Alert Notitie inzet NL-Alert In de afgelopen jaren richt de (rijks)overheid zich steeds meer op een betere vorm van informatie aan de burger. In het geval van (dreigende) crises of incidenten is het immers van

Nadere informatie

VRBZO. Wat doet VRBZO? Zie film

VRBZO. Wat doet VRBZO? Zie film VRBZO Wat doet VRBZO? Zie film Inhoud van de begroting wordt bepaald door Algemeen Bestuur (burgemeesters) Gemeenteraden geven hun zienswijze hierover Gemeentelijke bijdrage 2020: 42,6 mln Verdeling van

Nadere informatie

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant 2011 Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Helmond Laarbeek Nuenen

Nadere informatie

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo)

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Calamiteitencoördinator (CaCo) Dit erratum geeft invulling aan de huidige taakopvatting en werkwijze van de CaCo en dient

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Voor infectieziekten, zie Bestuurlijke Netwerkkaart infectieziekte

Nadere informatie

Implementatieplan IBP Hoofdvaarwegen en grote meren Fryslân 2011-2014

Implementatieplan IBP Hoofdvaarwegen en grote meren Fryslân 2011-2014 Implementatieplan IBP Hoofdvaarwegen en grote meren Fryslân 2011-2014 Definitief Inleiding Voor u ligt het Implementatieplan IBP Hoofdvaarwegen en grote meren Fryslân. Het is tot stand gekomen in samenwerking

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 23 Onderwijs

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 23 Onderwijs Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 23 Onderwijs 23 Onderwijs versie 2015 Crisistypen ongeval of ramp aantasting openbare orde geweldsincident zedenincident suïcide bedreiging continuïteit

Nadere informatie

Aan Regiegroep 17.02.2014. Aan Veiligheidsdirectie 27.02.2014. Goedkeuring Dagelijks bestuur 26.03.2014. Vaststelling Algemeen Bestuur 09.04.

Aan Regiegroep 17.02.2014. Aan Veiligheidsdirectie 27.02.2014. Goedkeuring Dagelijks bestuur 26.03.2014. Vaststelling Algemeen Bestuur 09.04. Voorstel CONCEPT AGP 12 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 9 april 2014 Bijlage : 1 Steller : Ruud Huveneers Onderwerp : Continuïteitsplan sleutelfunctionarissen hoofdstructuur Algemene toelichting De Veiligheidsregio

Nadere informatie

Eagle One: Gebruik van geoinformatie bij crisismanagement. gineke.snoeren@eagle4s.com

Eagle One: Gebruik van geoinformatie bij crisismanagement. gineke.snoeren@eagle4s.com Eagle One: Gebruik van geoinformatie bij crisismanagement gineke.snoeren@eagle4s.com Kenmerken van een crisis De rol van informatievoorziening & GIS Eagle One theorie Eagle One - Praktijk Lessons Learned

Nadere informatie

Kustwacht Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij Nationale Politie Rijkswaterstaat Midden Nederland Reddingsbrigade Nederland

Kustwacht Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij Nationale Politie Rijkswaterstaat Midden Nederland Reddingsbrigade Nederland JAARPROGRAMMA 2014 DEELNEMERS INHOUD SAMIJ Veiligheidsregio s Waterpartijen Waterschappen Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland Veiligheidsregio Fryslân Veiligheidsregio Flevoland (coördinerende veiligheidsregio)

Nadere informatie

Workshop Publieksevenementen moeten wel leuk blijven.. Inspectie Veiligheid en Justitie Sjaak Krombeen

Workshop Publieksevenementen moeten wel leuk blijven.. Inspectie Veiligheid en Justitie Sjaak Krombeen Workshop Publieksevenementen moeten wel leuk blijven.. Sjaak Krombeen Doel van deze presentatie Inspectie Onze missie en visie Toezicht: wat, waarom en hoe Vervolgonderzoek Publieksevenementen Reden vervolgonderzoek

Nadere informatie