Verwerkingsopdrachten Sociaal-Cultureel Werk; saw 4 ISBN Thema 4 Methodisch en projectmatig werken

Transcriptie

1 Verwerkingsopdrachten Sociaal-Cultureel Werk; saw 4 ISBN Thema 4 Methodisch en projectmatig werken Verwerkingsopdrachten thema 4 Sociaal-Cultureel Werk; saw 3 & 4 pagina 1

2 Opwarmen en oriënteren Opdracht 1 Het doel van deze opdracht is dat je je voorkennis over methodisch en projectmatig werken opfrist. Beantwoord de volgende vragen naar eigen inzicht. 1. Ga jij in je werk methodisch te werk? 2. Wat versta je onder methodisch werken? 3. Analyseer je situaties vooraf altijd en maak je vooraf een plan? 4. Wanneer wel en wanneer niet? 5. Waarom doe je het de ene keer wel en de andere keer niet? 6. Voer je wel eens afgeronde projecten uit? 7. Wat vind je voordelen van het werken met afgeronde projecten? 8. Wat vind je nadelen van projectmatig werken? 9. Heb je een voorkeur? 10. Wanneer zou je niet projectmatig werken en waarom niet? Verwerkingsopdrachten thema 4 Sociaal-Cultureel Werk; saw 3 & 4 pagina 2

3 Herkennen en onderscheiden Opdracht 2 Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen uit dit thema kent. Geef de juiste betekenis van de volgende begrippen door: het begrip in eigen woorden te formuleren; een voorbeeld te geven waarbij je het begrip toepast. 1. Methodisch werken 2. Evalueren 3. Productevaluatie 4. Procesevaluatie 5. Projectmatig werken 6. Go/no-go moment 7. Implementatiefase 8. Projectplan 9. Initiatiefgroep 10. Stuurgroep 11. Klankbordgroep 12. Plan van aanpak 13. Tijdsplanning 14. Communicatieplan 15. Go/no-go momenten 16. Voortgangsverslag 17. Eindverslag of projectverslag Verwerkingsopdrachten thema 4 Sociaal-Cultureel Werk; saw 3 & 4 pagina 3

4 Begrijpen en toepassen Opdracht 3 Lees de tekst over de methodische cyclus in 4.2 en maak de volgende opdrachten. (deze opdracht heb je nodig bij onderzoeken en oefenen) 18. Beschrijf aan de hand van de vragen in het boek de algemene beginsituatie van jouw praktijk. 19. Beschrijf aan de hand van de vragen in het boek de beginsituatie van een nieuwe activiteit in jouw praktijk. 20. Beschrijf aan de hand van de vragen in het boek de beginsituatie van een nieuwe groep in jouw praktijk. Opdracht 4 Lees de tekst over het formuleren van een probleem of specifieke vraag in 4.2.2, beantwoord de volgende vragen en maak de opdracht. 21. Waarom is het belangrijk om eerst een probleem of vraag goed te analyseren? 22. Waaruit bestaat die analyse? 23. Neem de beginsituatie van een nieuwe activiteit of van een nieuwe groep uit de opdrachten 16 en 17 erbij. Formuleer SMART een doel voor de activiteit of de nieuwe groep. (deze opdracht heb je nodig bij onderzoeken en oefenen) Opdracht 5 Lees de tekst over het maken van en uitvoeren van een plan in en het evalueren en bijstellen van acties en activiteiten in 4.2.5, beantwoord de vragen en maak de opdracht. 24. Waarom is het belangrijk vooraf evaluatiecriteria en evaluatiemomenten vast te stellen? 25. Wat zijn goede evaluatiemomenten? 26. Wat doe je om een evaluatie voor te bereiden? 27. Wat doe je bij de evaluatie? Verwerkingsopdrachten thema 4 Sociaal-Cultureel Werk; saw 3 & 4 pagina 4

5 28. Evalueer aan de hand van de vragen met betrekking tot de procesevaluatie een activiteit uit jouw praktijk. Je kunt eventueel de activiteit uit opdracht 17 nemen. Opdracht 6 Lees de tekst over projectmatig werken in 4.3 en beantwoord de volgende vragen. 29. Waarom is het belangrijk dat een project voldoende draagvlak heeft? 30. Waarom is het belangrijk om in de oriëntatiefase van een project één organisatie te hebben die het project trekt? 31. Welke voorwaarden moeten eerst geregeld zijn vóór een project kan starten? 32. Waarom is de vorming van een initiatiefgroep belangrijk? 33. Wat is de taak van de voorzitter van de stuurgroep, van de secretaris en van de penningmeester? 34. Waarom volgt het projectverslag doorgaans in grote lijnen de opzet van het plan van aanpak? 35. Welke aandachtspunten voor het projectverslag zijn van belang? 36. Welke aandachtspunten zijn belangrijk voor de afronding van een project? Verwerkingsopdrachten thema 4 Sociaal-Cultureel Werk; saw 3 & 4 pagina 5

6 Onderzoeken en oefenen Het doel van deze opdrachten is dat je niveaus en aspecten herkent in een praktijksituatie. Opdracht 7 Jullie discussiëren met elkaar over het maken van een goede beschrijving van een beginsituatie. Werkwijze Vorm groepjes van 3 of 4 personen en wijs een woordvoerder aan. Neem voor deze opdracht de opdrachten 3 (18, 19 en 20) en 4 (23) erbij. Ieder presenteert de beschrijving van de algemene beginsituatie aan elkaar en praat daarover na: o Waren er verschillen in de manier waarop de opdracht is uitgevoerd? o Hoe hebben jullie de opdracht ervaren? o Wat hebben jullie van deze opdracht geleerd? o Noem 3 belangrijke aandachtspunten voor het maken van een dergelijke beschrijving en schrijf deze op. Presenteer de beschrijving van de beginsituatie bij een nieuwe activiteit aan elkaar en praat daarover na: o Waren er verschillen in de manier waarop de opdracht is uitgevoerd? o Hoe hebben jullie de opdracht ervaren? o Wat hebben jullie van deze opdracht geleerd? o Noem 3 belangrijke aandachtspunten voor het maken van een dergelijke beschrijving en schrijf deze op. Presenteer de beschrijving van de beginsituatie bij een nieuwe groep aan elkaar en praat daarover na: o Waren er verschillen in de manier waarop de opdracht is uitgevoerd? o Hoe hebben jullie de opdracht ervaren? o Wat hebben jullie van deze opdracht geleerd? o Noem 3 belangrijke aandachtspunten voor het maken van een dergelijke beschrijving en schrijf deze op. In de groep De woordvoerders doen verslag van de bevindingen bij het uitvoeren van de opdracht en van de aandachtspunten bij de 3 opdrachten. De 5 meest genoemde aandachtspunten worden geselecteerd. Verwerkingsopdrachten thema 4 Sociaal-Cultureel Werk; saw 3 & 4 pagina 6

7 Zijn dit ook de belangrijkste? Zo niet, wijzig dan de aandachtspunten zodat de 5 belangrijkste overblijven. Opdracht 8 Jullie oefenen het SMART formuleren. Werkwijze Vorm groepjes van 3 of 4 personen en wijs een woordvoerder aan. Neem de SMART geformuleerde doelen voor de activiteiten of de nieuwe groepen erbij. Ieder presenteert zijn doel. Vergelijk de doelen met elkaar en beoordeel of zij ook werkelijk SMART geformuleerd zijn: o Specifiek:. o Meetbaar:. o Acceptabel:. o Realistisch:. o Tijdgebonden:. Hoe kan het eventueel beter? Maak met elkaar één formulering van een doel waar jullie allemaal achter staan. Bedenk met elkaar 3 belangrijke valkuilen of problemen bij het SMART formuleren. Bedenk met elkaar tips om hier uit te komen. In de groep De woordvoerders presenteren de definitieve formulering van het gekozen doel in de groep. De woordvoerders presenteren de ervaren valkuilen of problemen en de tips om hier uit te komen. De groep discussieert over de mogelijke valkuilen en problemen: o Zijn er overeenkomsten? o Zijn er grote verschillen? o Wat zijn de 3 belangrijkste valkuilen en problemen? De groep discussieert met elkaar over de tips. o Welke oplossingen en tips zijn gevonden? o Welke 3 zijn het meest genoemd? o Zijn dit ook de belangrijkste? o Stel een top 3 van belangrijke tips voor het SMART formuleren van doelen samen. Opdracht 9 Julie maken met elkaar een plan van aanpak naar aanleiding van een probleem. Verwerkingsopdrachten thema 4 Sociaal-Cultureel Werk; saw 3 & 4 pagina 7

8 Werkwijze Vorm groepjes van 3 of 4 personen en wijs een woordvoerder aan. Betrek bij deze opdracht de tekst over de uitvoering in Lees de situatie hieronder. Situatie In de Brede School in de Vlinderbuurt werken de basisschool, het buurthuis, de peuterspeelzaal en de naschoolse opvang met elkaar samen. De Brede School heeft van de gemeente de opdracht gekregen om een plan van aanpak te maken voor een project om de speelgelegenheid op het buitenterrein veiliger te maken. Er is al een projectplan. Daarin staat het volgende dat van belang is voor de projectleider: o Aanleiding: onveilige situatie voor met name jonge kinderen. o Doel en eindresultaat: een veilige en aantrekkelijke speelplaats voor alle kinderen tot 12 jaar. o Uitgangspunten: bij de vormgeving zijn wensen en behoeften van de jeugd in de Brede School het uitgangspunt. o Kwaliteitseisen: de normen in de wet en regels van de GGD ten aanzien van veiligheid en hygiëne worden gevolgd. o Evaluatiecriteria: de punten onder doel, uitgangspunten en kwaliteitseisen. o Opdracht projectleider: kom uiterlijk binnen 6 maanden tot een plan van aanpak met alle betrokken partijen om de speelplaats veiliger en aantrekkelijker te maken. o Deelnemende partijen: ouders en kinderen, deelnemers Brede School, omwonenden, inspectie. o Projectstructuur: buurtcentrum is eindverantwoordelijk voor het project. Er komt een stuurgroep. Projectleider wordt aangestuurd door de stuurgroep. Verdere vormgeving projectstructuur in plan van aanpak uitwerken. o Globale werkwijze:, belanghebbende partijen worden bij het project betrokken, projectleider is verantwoordelijk voor de uitvoering, projectleider zorgt voor communicatieplan, vergaderfrequentie en verdere plan van aanpak wordt in overleg met belanghebbenden vastgesteld. o Globale tijdsplanning: project duurt maximaal 6 maanden vanaf aanstelling projectleider. o Financiering: Voor het project is een budget van ,- beschikbaar. Indien men daarboven komt, moet voor aanvullende financiering uit andere bronnen gezorgd worden. o Begroting: Totaal: voor projectleider en voor overige uitvoeringskosten. Vervolg werkwijze Maak met elkaar in het kort een plan van aanpak en ga daarbij uit van de punten in het tintvlak over de inhoud van het plan van aanpak in (Uitvoering): o aanleiding en verwachtingen ten aanzien van het resultaat; Verwerkingsopdrachten thema 4 Sociaal-Cultureel Werk; saw 3 & 4 pagina 8

9 o opdracht projectleider; o deelnemende partijen; o doel van het project; o uitgangspunten, kwaliteitseisen en evaluatiecriteria; o projectstructuur; o eventuele deelprojecten; o verdeling taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden; o werkwijze; o tijdsplanning met beslismomenten; o communicatieplan; o begroting en financiering; o verslaglegging; o evaluatie. In de groep De woordvoerders doen verslag van het plan van aanpak in de groep. De plannen worden met elkaar vergeleken: o Zijn er grote verschillen? o Wat waren de problemen bij het formuleren van het plan? o Welke aandachtspunten of tips kunnen jullie formuleren voor het formuleren van een plan van aanpak? Formuleer met elkaar de 3 belangrijkste aandachtspunten en de 3 belangrijkste tips voor het maken van een plan van aanpak. Verwerkingsopdrachten thema 4 Sociaal-Cultureel Werk; saw 3 & 4 pagina 9