Tekla Structures Release Notes. Productversie 21.0 maart Tekla Corporation

Transcriptie

1 Tekla Structures Release Notes Productversie 21.0 maart Tekla Corporation

2 Inhoudsopgave 1 Tekla Structures 21.0 Release Notes Uw project instellen Tekla Model Sharing Tekla Warehouse een nieuwe manier om Tekla Structures-inhoud te delen Verbeteringen in snappen Verbeteringen in markeren van objecten Verbeteringen in constructieobjecten Verbeteringen aan stortnaden en stortobjecten Polyprofielen splitsen Gebruikersonderdelen in modellen toevoegen en verplaatsen Clash check tussen bouten en geboute onderdelen uitvoeren Verbeteringen in de Staafvormmanager Verbeteringen in de Organisator Verbeteringen in de Taakmanager Nieuwe dialoogvensters voor tekeningeigenschappen en automatische verwerking van eigenschappen op aanzichtniveau Verbeteringen in aansluitende wapening in overzichttekeningen Verbeteringen in maatlijnen Verbeteringen in labels Nieuwe gebruikerspresentaties voor tekeningobjecten Verbeteringen in een tekeningenlijst Verbeteringen in tekeningaanzichten Nieuw tekeningvoorbeeld en afdrukken Verbeteringen in referentiemodellen in tekeningen Nieuwe referentiemodellenlijst Verbeteringen in IFC Integratie tussen Tekla Structures en Tekla Structural Designer Wijzigingen in template-attributen Wijzigingen in variabelen Nieuwe componenten en extensies beschikbaar in de componentendatabase Verbeteringen in beton- en wapeningscomponenten Tekla multi-user server ondersteunt Windows Server 2003 tot juli Nieuwe en verbeterde productgidsen Belangrijke probleemoplossingen in Tekla Structures

3 3 Fixes Released in Tekla Structures Vrijwaring

4 4

5 1 Tekla Structures 21.0 Release Notes Tip voor het lezen: U kunt via de inhoudsopgave door de Release Notes bladeren of door in Tekla User Assistance de Release Notes als PDF te downloaden. Tekla Structures versie 21.0 is een hoofdversie en bevat vele nieuwe functies en oplossingen. Compatibiliteit We raden u aan om niet voltooide modellen met uw huidige Tekla Structures-versie te voltooien. Er kunnen verschillende versies van Tekla Structures naast elkaar op uw computer bestaan. U kunt modellen openen die zijn gemaakt in oudere versies van Tekla Structures met behulp van Tekla Structures Als u in Tekla Structures 21.0 een model maakt of opslaat, kunt u het niet meer in oudere versies van Tekla Structures openen. Installeren Tekla Structures maakt een nieuwe submap voor Tekla Structures U hebt in Windows administratorrechten nodig om Tekla Structures 21.0 te installeren. Tekla Structures 21.0 maakt gebruik van.net Framework Dit wordt samen met Tekla Structures op de computer geïnstalleerd als het daar nog niet op aanwezig was..net Framework kan ook via het Downloadcentrum van Microsoft worden geïnstalleerd. Tekla Open API Release Notes Extensies Als u meer informatie wilt over de verbeteringen in de ontwikkeling van Open API, raadpleegt u de Tekla Open API Release Notes die zijn opgenomen in het beginpakket van Tekla Open API. U kunt het beginpakket Tekla Open API op het Tekla Extranet krijgen. U kunt extensies gebruiken om de mogelijkheden van Tekla Structures uit te breiden. Deze tools kunnen snel worden ontwikkeld en verbeterd. De extensiehulp is beschikbaar via de Extensies in Tekla User Assistance. U kunt door extensies bladeren en deze downloaden in Tekla Warehouse (vereist inloggen). Tekla Structures 21.0 Release Notes 5 Uw project instellen

6 1.1 Uw project instellen In Tekla Structures 21.0 kunt u eenvoudig uw eigen project vanuit het niets beginnen door een nieuw leeg project samen met Tekla Warehouse te gebruiken. U hoeft uw project niet meer te starten door overbodige inhoud van een bestaande omgeving met veel vooraf gedefinieerde inhoud te verwijderen. Leeg project Het lege project is een Tekla Structures-omgeving die alleen generieke inhoud zoals parametrische profielen en niet gedefinieerde materialen bevat en die voor het verzamelen van regio-, bedrijfs- of projectspecifieke instellingen, tools en gegevens kan worden gebruikt. Het lege project is in de software-installatie van Tekla Structures opgenomen. Als u wilt gaan bouwen of uw eigen projectinstellingen wilt gebruiken, selecteert u leeg project in de lijst Omgeving wanneer u Tekla Structures start. Inhoud van Tekla Warehouse downloaden U kunt Tekla Warehouse gebruiken om de inhoud voor het lege project te downloaden of te installeren. U kunt bijvoorbeeld profielen, materiaalkwaliteiten, bouten, wapening, componenten, tools en templates vanuit voor alle omgevings- en fabrikapecifieke verzamelingen van Tekla Structures downloaden of installeren en combinaties maken die aan uw wensen voldoen. U kunt inhoud van Tekla Warehouse vóór het starten van het project in uw project- en bedrijfsmappen downloaden of installeren of tijdens het project in de modelmap. Tekla Structures 21.0 Release Notes 6 Uw project instellen

7 1.2 Tekla Model Sharing Tekla Structures 21.0 biedt een nieuwe manier van samenwerken: Tekla Model Sharing. Met Tekla Model Sharing kunt u wereldwijd samenwerken aan het modelleren binnen een Tekla Structures-model: teamleden hebben nu de vrijheid om tegelijkertijd met hetzelfde model op verschillende locaties en in verschillende tijdzones te werken. Met Tekla Model Sharing kunt u lokaal werken en uw modelwijzigingen wereldwijd delen. Met Tekla Model Sharing kunt u: andere gebruikers bij uw gedeelde model uitnodigen aan een gedeeld model van iemand anders deelnemen modelwijzigingen delen In Tekla Model Sharing heeft elke gebruiker een lokale versie van het model op de computer of op een netwerkstation en de modelgegevens worden gedeeld en via internet gesynchroniseerd met een Microsoft Azure-cloudservice die door Tekla wordt geleverd. Als een model wordt gedeeld, wordt deze met de op de cloud gebaseerde deelservice verbonden. U kunt uw wijzigingen dan eenvoudig delen door deze naar de deelservice weg te schrijven. Als u uw model met de wijzigingen die door andere gebruikers zijn aangebracht wilt bijwerken, doet u dat door de wijzigingen van de deelservice in te lezen. Hoewel de wijzigingen via internet worden gedeeld, hoeft u niet al die tijd met de deelservice te zijn verbonden. U hoeft alleen online te zijn wanneer u de wijzigingen wilt wegschrijven of inlezen. Hierdoor wordt het offline werken mogelijk als uw internetverbinding niet altijd beschikbaar is. Vereisten Tekla Model Sharing service Voordat u Tekla Model Sharing kunt gebruiken, moet er aan de volgende vereisten zijn voldaan: Internetverbinding U moet verbinding met de service Tekla Model Sharing maken om modeldeelacties te kunnen uitvoeren. Tekla-account Alle deelacties vereisen verificatie en de verificatie wordt uitgevoerd met de gebruikersnaam, het wachtwoord en de organisatie van het Tekla-account. Licentie Alle deelacties vereisen een geldige Tekla Model Sharing-licentie. Als uw bedrijf een geldig onderhoudscontract heeft, kunt u gratis Tekla Model Sharingevaluatielicenties aanvragen. Raadpleeg voor meer informatie Tekla Model Sharing en Tekla-account. De modelgegevens worden in de Tekla Model Sharing service opgeslagen. Als u modelwijzigingen naar de deelservices wilt verzenden en modelwijzigingen van andere gebruikers van de deelservice wilt ophalen, moet u Tekla Structures 21.0 Release Notes 7 Tekla Model Sharing

8 wegschrijven inlezen Als u wijzigingen van andere gebruikers inleest, worden de updates van het gedeelde model als incrementele pakketten aan u geleverd. Dit betekent dat wanneer u inleest, de gegevens die van de deelservice worden opgehaald met de gegevens op uw computer worden samengevoegd. Let erop dat er geen centraal model in de deelservice bestaat, alleen een modelexemplaar dat uit een modelbaseline en incrementele updates bestaat. U kunt het model niet in de deelservice openen en hebt geen toegang tot bestanden. Tekla Model Sharing acties Aan Een model gaan delen en andere gebruikers bij uw model uitnodigen Actie Klik op Bestand --> Delen --> Beginnen met delen of. Uw modelwijzigingen naar de deelservice verzenden Klik op Bestand --> Delen --> Uit of. Modelwijzigingen van de deelservice ophalen Klik op Bestand --> Delen --> In of. Aan een gedeeld model van iemand anders deelnemen Klik op Bestand --> Delen --> Gedeelde modellen of. De rollen van andere gebruikers en hun acties op Klik op Bestand --> Delen --> Gebruikers of. Tekla Structures 21.0 Release Notes 8 Tekla Model Sharing

9 Aan het gedeelde model controleren Actie 1.3 Tekla Warehouse een nieuwe manier om Tekla Structuresinhoud te delen Met Tekla Structures 21.0 kunt u Tekla Warehouse voor samenwerking en het opslaan en delen van Tekla Structures-inhoud gebruiken. Tekla Warehouse biedt gecentraliseerde toegang tot een groot scala aan inhoud die u in uw Tekla Structures-modellen kunt gebruiken. Tekla Structures 21.0 heeft een nieuw commando Open Tekla Warehouse in het menu Bestand en een nieuwe knop Tekla Warehouse. op de werkbalk Algemeen waarmee u toegang krijgt tot Open Tekla Warehouse voor meer informatie over Tekla Warehouse en klik op Over. 1.4 Verbeteringen in snappen Als u in Tekla Structures 21.0 kijkvlakken in modelvensters gebruikt, kunt u nu naar punten en lijnen in de onderbroken doorsneden van modelobjecten snappen. In referentiemodellen kunt u alleen naar de hoekpunten en niet naar de lijnen snappen. Het snapsymbool is blauwachtig grijs. 1.5 Verbeteringen in markeren van objecten Als u een werkplaatslas maakt om een merk te vormen of wapening aan een onderdeel toevoegt, is het nu eenvoudiger om het resultaat te controleren. Het merk en het werkplaatslas worden nu gemarkeerd nadat een las is gemaakt. Het markeren van de las en de markering van het merk worden altijd gewist wanneer een venster of een object wordt geselecteerd. Het gewapende onderdeel en de wapening worden nu gemarkeerd nadat wapening is gemaakt. Het markeren van de wapening en de markering van het gewapende onderdeel worden altijd gewist wanneer een venster of een object wordt geselecteerd. Tekla Structures 21.0 Release Notes 9 Tekla Warehouse een nieuwe manier om Tekla Structures-inhoud te delen

10 1.6 Verbeteringen in constructieobjecten U kunt nu constructiepunten, -lijnen, -cirkels en -vlakken wijzigen met rechtstreekse wijziging. Door handles voor rechtstreekse wijziging en pijlpunten van maatlijnen te verslepen, kunt u eenvoudig: Constructieobjecten verplaatsen De lengte en richting van constructielijnen wijzigen De radius van constructiecirkels wijzigen De afmetingen en de rotatie van bouwvlakken wijzigen 1.7 Verbeteringen aan stortnaden en stortobjecten Tekla Structures 21.0 introduceert nieuwe methoden om stortnaden te maken en ermee te werken, en verbeteringen aan de bestaande methoden. Polylijnstortnade n maken Tekla Structures 21.0 introduceert een nieuw commando waarmee u polylijnstortnaden kunt maken die loodrecht op het huidige werkvlak staan. Polylijnstortnaden kruisen meer dan twee punten en kunnen open of gesloten zijn. U hebt de volgende opties voor de aangewezen punten die een rechthoekige polylijnstortnaad definiëren: Twee tegenoverliggende hoeken van de rechthoek Het midden en een hoek van de rechthoek Drie hoeken van de rechthoek Eén zijmiddelpunt en twee hoeken van de rechthoek Deze opties zijn beschikbaar op de werkbalk die wordt geopend wanneer u op Modelleren -- > Stortnaad maken --> Door Meerdere Punten klikt of de knop Stortnaad maken met meerdere punten op de werkbalk Storttools klikt. Tekla Structures 21.0 Release Notes 10 Verbeteringen in constructieobjecten

11 Stortnaden met één of twee punten maken Bestaande commando's voor het maken van stortnaden hebben nieuwe knoppen op de werkbalk Storttools en nieuwe namen in de Modelleren --> Stortnaad maken : door één enkel punt in te voegen is nu Door één punt door punten in te voegen is nu Door twee punten Wanneer u deze commando's gebruikt, is het niet meer mogelijk om een ongeldige stortnaad te maken die een insitu-betononderdeel niet volledig in tweëen splitst, bijvoorbeeld: Als u dit probeert, vraagt Tekla Structures u op de statusbalk om een ander stortnaadcommando te gebruiken. Stortnaden aanpasbaar aan insitubetonstructuren Stortnaden zijn nu aanpasbaar aan insitu-betononderdelen en stortobjecten. Dit betekent dat als u de geometrie of de locatie van een insitu-betononderdeel of stortobject wijzigt, wijzigen de stortnaden dienovereenkomstig. Als u in Tekla Structures 21.0 oudere modellen opent met stortnaden die niet aan insitubetononderdelen of stortobjecten zijn gekoppeld, worden de stortnaden niet automatisch aangepast. U moet een insitu-betononderdeel in Tekla Structures 21.0 wijzigen om de stortnaden van het onderdeel aanpasbaar te laten worden. U kunt Storten en stortnaden ook uitschakelen en vervolgens in Extra --> Opties weer inschakelen om de stortnaden aanpasbaar te maken. Stortnaden zijn niet aanpasbaar wanneer stortbeheerfunctionaliteit in het model wordt uitgeschakeld. Wijzigingen in het wijzigen van stortnaden Stortnaden blijven nu altijd binnen stortobjecten. Dit betekent dat u stortnaden die buiten stortobjecten vallen niet meer per ongeluk kunt maken of dat ze insitu-betononderdelen slechts gedeeltelijk splitsten. Tekla Structures 21.0 Release Notes 11 Verbeteringen aan stortnaden en stortobjecten

12 U kunt nu tussenliggende stortnaadpunten toevoegen en verwijderen met rechtstreekse wijziging. Wanneer Rechtstreekse wijziging is ingeschakeld, hebben alle stortnaden nu de middelpunthandles van het segment waarmee u de stortnaden kunt wijzigen. U kunt stortnaaduiteinden en hoeken ook naar nieuwe locaties binnen het stortobject verslepen. De oude lijn- en vlakhandles van stortnaden zijn verwijderd en zijn niet meer beschikbaar in Tekla Structures Stortnaden selecteren De selectieknop Stortnaden selecteren heeft nu een nieuw pictogram Selectie. De functionaliteit van de selectieknop is hetzelfde als voorheen. op de werkbalk Ongeldige stortnaden zoeken Storten en stortnaden uitschakelen Het is nu eenvoudig om te herkennen of een stortnaad ongeldig is, wat betekent dat de stortnaad een stortobject niet volledig in tweëen splitst en opnieuw moet worden gemodelleerd. Tekla Structures geeft nu standaard de ongeldige stortnaden in modelvensters in rood weer. U kunt de kleur van de ongeldige stortnaden aanpassen door de nieuwe variabele XS_INVALID_POUR_BREAK_COLOR in een geschikt initialisatiebestand te gebruiken. U kunt ook het nieuwe template-attribuut IS_POUR_BREAK_VALID in lijsten gebruiken om ongeldige stortnaden te vinden. Het template-attribuut IS_POUR_BREAK_VALID geeft de waarde 1 als de stortnaad geldig is en 0 als de stortnaad ongeldig is. U kunt ongeldige stortnaden bij het openen van oudere modellen of tijdens het modelleren identificeren. De opties die de stortfunctionaliteit voor een bepaald model tijdelijk in- of uitschakelen, zijn als volgt gewijzigd: Optie in Extra --> Opties Het bestand xs_user. [user name] instellen In Tekla Structures 20.1 of eerder Storten en stortnaden uitschakelen was voorheen standaard uitgeschakeld DPOU stel in op 0 om storten in te schakelen In Tekla Structures 21.0 Storten en Stortnaden is nu standaard ingeschakeld PAPB stel in op 1 om storten in te schakelen Tekla Structures 21.0 Release Notes 12 Verbeteringen aan stortnaden en stortobjecten

13 In Tekla Structures 20.1 of eerder stel in op 1 om storten uit te schakelen In Tekla Structures 21.0 stel in op 0 om storten uit te schakelen Stortobjecten weergeven en lijsten Modellen openen die stortobjecten bevatten De robuustheid van solid stortobjecten en onderdelen in ononderbroken materiaalweergave in Tekla Structures 21.0 is verbeterd. Dit verbetert bijvoorbeeld de nauwkeurigheid van vermelde stortvolumes en -gebieden. De onderdeelranden in stortobjecten of het ononderbroken materiaal worden in modellen en tekeningen nauwkeuriger weergegeven. De betrouwbaarheid en de robuustheid van de stortfunctionaliteit is verbeterd, waardoor toepassingsfouten bij het openen van modellen die stortobjecten bevatten, worden voorkomen. 1.8 Polyprofielen splitsen U kunt in Tekla Structures 21.0 polyprofielen in modellen splitsen. U kunt polyprofielen op dezelfde manier als rechte en gebogen onderdelen splitsen door het commando Bewerk --> Splits labels te gebruiken. We raden na het splitsen aan om te controleren of het volgende correct is: De positie- en oriëntatie-instellingen van de gesplitste polyprofielen De componenten ten opzichte van de gesplitste polyprofielen 1.9 Gebruikersonderdelen in modellen toevoegen en verplaatsen U kunt in Tekla Structures 21.0 rechtstreekse wijziging gebruiken om gebruikersonderdelen van de nten database aan het model toe te voegen en de bestaande gebruikersonderdelen in het model te verplaatsen en te roteren. Gebruikersonderdelen die u toevoegt, kunnen één of twee invoerpunten hebben. De gebruikersonderdelen kunnen in Tekla Structures worden gemaakt of bijvoorbeeld van Tekla Warehouse worden geïmporteerd of gedownload. In rechtstreekse wijziging van gebruikersonderdelen kunt u eenvoudig coördinaatassen, rotatiehandles en locatiemaatlijnen naar nieuwe locaties slepen en op die manier de locatie en rotatie van gebruikersonderdelen wijzigen en verfijnen. Tekla Structures 21.0 Release Notes 13 Polyprofielen splitsen

14 1.10 Clash check tussen bouten en geboute onderdelen uitvoeren U kunt Tekla Structures 21.0 in modellen naar clashes laten zoeken die tussen een bout en de geboute onderdelen voorkomen. Hiervoor wijzigt u de instellingen voor de clash check voordat u de Clash Check Manager gebruikt om clashes te zoeken: 1. Klik op Extra --> Opties --> Opties. 2. Ga in het dialoogvenster Opties naar de pagina Clash check. 3. Selecteer Ja in de lijst Clash check tussen bout en gebout onderdeel. 4. Klik op OK. Tekla Structures controleert de bouten met de werkelijke geometrie van de geboute onderdeelprofielen inclusief afrondingen en het gebruik van de werkelijke boutmaatvoering Verbeteringen in de Staafvormmanager Er is nu een nieuwe knop Schemavelden in de Staafvormmanager. Als u op de knop klikt, wordt het dialoogvenster Schemavelden geopend waar u de volgorde van de schemavelden die in het hoofddialoogvenster van de Staafvormmanager beschikbaar zijn en worden Tekla Structures 21.0 Release Notes 14 Clash check tussen bouten en geboute onderdelen uitvoeren

15 weergegeven, kunt toevoegen, wijzigen en rangschikken. U kunt de schemavelden naar de oorspronkelijke standaard terugzetten. Onthoud bij het wijzigen van de set beschikbare schemavelden dat bij het bijwerken van een bestaande vorm oude schemavelden die niet meer bestaan, worden uitgeschakeld. Hierom raden we u aan geen standaard velden te verwijderen tenzij u zeker weet dat deze in geen enkele bestaande vorm zijn gebruikt. U kunt een willekeurige naam aan een nieuw schemaveld geven. Dit veld kan in Tekla Structures met de naam DIM_xxx of ANG_xxx worden vermeld, waarbij xxx de naam van het schemaveld is. Het gebruik van ANG_prefix resulteert in een conversie van radialen naar graden omdat de waarde hoekig moet zijn Verbeteringen in de Organisator De gebruikersinterface van de Organisator is in Tekla Structures 21.0 verbeterd. 1. De knop Instellingen heeft een nieuwe locatie. 2. Er is een nieuwe knop om een menu voor het groeperen, combineren van identieke regels en exporteren van opties te openen. 3. Identieke regels combineren is een nieuwe functie die regels met dezelfde eigenschapswaarden combineert. 4. U kunt nu de objecten weergeven die bij merken en betonelementen horen. 5. Het opnieuw laden van het venster heeft een nieuwe knop. 6. De uitvouw- en inklapfunctie heeft een nieuwe knop. 7. De opties voor het berekenen van eigenschapswaarden staan nu in de rechterbenedenhoek in de Objectbrowser. 8. Het project dat voor rapportage geselecteerd, heeft nu een zwart pictogram in Categorieën. Tekla Structures 21.0 Release Notes 15 Verbeteringen in de Organisator

16 Objecteigenschap pen in de objectbrowser weergeven U kunt nu de regels die dezelfde eigenschapswaarden hebben in één regel combineren. Als u regels combineert, geeft de Objectbrowser een kolom Telling weer die aangeeft hoeveel regels er zijn gecombineerd. Als u regels wilt combineren, klikt u op de nieuwe knop en selecteert u Identieke regels combineren. Voor de gecombineerde rijen kunt u in Instellingen definiëren of een kolom één enkele waarde van een eigenschap of de som van de waarden van de gecombineerde regels weergeeft. Eén enkele gewichtswaarde kan bijvoorbeeld 0,899 zijn en de som van de gewichten 4,493 ton. Als u de som wilt weergeven, zoekt u de eigenschap onder Kolommen en selecteert u de optie Resultaat in gecombineerde regels weergeven. U kunt nu de objecten weergeven die bij merken en betonelementen horen. Klik op om de objecten weer te geven. Tijdens het weergeven van berekende eigenschapswaarden bevat de lijst Resultaat van nu de opties voor de somwaarde. In de lijst Van deze regels kunt u selecteren of de waarden van alle of van geselecteerde regels worden berekend. De Objectbrowser geeft standaard net als voorheen de berekende waarden weer van eigenschappen waarvoor het zinvol is om resultaten te berekenen. Als u de berekende waarde van zo'n eigenschap niet wilt weergeven, gaat u naar Instellingen en schakelt u de optie Resultaat in totaalregel weergeven uit. De optie was voorheen De waarden berekenen. In Instellingen is er een nieuwe knop om de eenheid van een eigenschappenkolom in te stellen. Deze knop vervangt de knop. U kunt nu in Instellingen, selecteren of de nauwkeurigheid van de DATEeigenschap Datum of Datum en tijd is. Tekla Structures 21.0 Release Notes 16 Verbeteringen in de Organisator

17 U kunt in Instellingen, de standaardeigenschappentemplate instellen. Selecteer een template in de templatelijst en klik op Als standaard instellen. De standaardtemplate heeft een vinkje. De knop Als standaard instellen wordt verborgen wanneer u de standaardtemplate hebt geopend. Als u een andere template in de lijst selecteert, wordt de knop opnieuw weergegeven. Categorieën weergeven U kunt nu definiëren dat de objecten in de categorie niet in het model worden gemarkeerd of geselecteerd. Selecteer in Categorieën een categorie en selecteer in de lijst aan de onderkant van de categorieën Geen gemarkeerde of selectie in het model. Categorieën maken Er zijn nieuwe opties in de voorwaarden voor het instellen van de categorie-inhoud van aangepaste categorieën. Klik op de knop Geautomatiseerde objectinhoud om de voorwaardeopties weer te geven. Tekla Structures 21.0 Release Notes 17 Verbeteringen in de Organisator

18 De modellen die in de categorie-inhoud kunnen worden gebruikt, zijn beschikbaar in een lijst. U kunt één of meerdere modellen selecteren om de objecten van de modellen automatisch aan de categorie toe te voegen. U kunt bijvoorbeeld alleen een referentiemodel selecteren om de objecten in de categorie op te nemen. De knop Modellijst opent een dialoogvenster dat de in de categorie gebruikte modellen weergeeft. U kunt nu filters voor de Organisator in de categorievoorwaarden maken. Klik op de knop Objectgroep om het filterdialoogvenster Objectgroep - Organisator in Tekla Structures te openen. Als u het filter opslaat, is het beschikbaar in de lijst met filters in categorievoorwaarden. U kunt ook apart filters voor de Organisator maken voordat u willekeurige categorieën maakt. Klik bijvoorbeeld bij het maken van een selectiefilter in de filtereigenschappen op en selecteer de Organisator als het filtertype. Deze filters zijn ook beschikbaar in de lijst met filters in categorievoorwaarden. Selecteer de optie Het hoogste merkniveau in het model opnemen om in de categorie het hoogste niveau merk van een object dat u handmatig of automatisch aan de categorie wilt toevoegen, op te nemen. U kunt nu met het commando Een boomstructuur op eigenschap maken voor meerdere categorieën tegelijk een subcategorieboomstructuur op eigenschap maken. De categorieën hoeven geen objecten te bevatten. Als u het commando voor lege categorieën gebruikt, worden alleen de categorievoorwaarden opgeslagen. Voorheen kon u de boomstructuur voor slechts één categorie tegelijk maken en de categorie moest objecten bevatten. Categorieën importeren U kunt nu de hiërarchische locatiestructuur van een IFC-model als IFC-categorieën in de locatiecategorieën in de Organisator importeren. Hiervoor klikt u met de rechtermuisknop op een project in Categorieën en selecteert u Nieuw IFC-project. De IFC-categorieën worden onder aan de locatiecategorieën geïmporteerd. Tekla Structures 21.0 Release Notes 18 Verbeteringen in de Organisator

19 Als een categorie die u naar de Organisator importeert dezelfde naam heeft als een bestaande categorie, hebt u nu de volgende opties: U kunt de categorie importeren en de bestaande categorie vervangen. U kunt selecteren dat u de categorie niet importeert. U kunt de categorie importeren maar de bestaande categorie bewaren. Als u een categorie importeert die dezelfde naam heeft als een bestaande categorie, voegt de Organisator een volgnummer aan de categorienaam toe. Objecttypen uitsluiten Sommige objecttypen kunnen van de Organisator worden uitgesloten. Deze objecttypen worden weergegeven in het bestand ExcludedTypesFromOrganizer.xaml dat zich standaard in de map \system\projectorganizerdata in de algemene omgeving bevindt. De locatie kan afhankelijk van uw omgeving variëren. Uitgesloten objecttypen worden niet in de Objectbrowser weergegeven en worden niet in categorieën opgenomen. U kunt het bestand ExcludedTypesFromOrganizer.xaml wijzigen om de objecttypen op te nemen of uit te sluiten. Voordat u het bestand wijzigt, raden we u aan dit naar de map \ProjectOrganizerData te kopiëren die zich onder de modelmap bevindt. Mogelijk moet u de map \ProjectOrganizerData maken omdat deze niet standaard in de modelmap bestaat. U moet geen regels aan het bestand ExcludedTypesFromOrganizer.xaml toevoegen of eruit verwijderen, omdat de Organisator het bestand dan niet kan gebruiken Verbeteringen in de Taakmanager De projectplanning aan het Ganttdiagram aanpassen Taakplanning definiëren U kunt nu de gehele projectplanning aan het Gantt-diagram aanpassen. Hiervoor klikt u op en selecteert u Aan het project aanpassen. Dit selecteert automatisch de gewenste tijdschaaloptie in het Gantt-diagram zodat de hele projectplanning in het Gantt-diagram wordt weergegeven. In de Taakmanager beïnvloeden de instellingen Vast begin en Vast begin en einde de berekening van de taaklengte wanneer u objecten aan een taak toevoegt of objecten uit een taak verwijdert. Wanneer u Vast begin en einde als de planningsmodus gebruikt, verhoogt het toevoegen van objecten aan de taak het productieniveau maar houdt de taaklengte zoals die is. Als u Vast begin als de planningsmodus gebruikt, verlengt het toevoegen van objecten aan de taak de taaklengte. In het Gantt-diagram kunt u nu de taken die de planningsmodus Vast begin en einde hebben, verlengen en inkorten. U kunt ook taken in de taaklijst inkorten en verlengen of de Geplande einddatum en Geplande lengte van een taak wijzigen op het tabblad Plannen in het dialoogvenster Taakgegevens. Tekla Structures 21.0 Release Notes 19 Verbeteringen in de Taakmanager

20 Nieuwe scenario's maken Gemarkeerd scenario openen Wanneer u een nieuw scenario maakt, noemt de Taakmanager deze nu automatisch Scenario. Als u meerdere scenario's maakt, voegt de Taakmanager een volgnummer aan de naam toe. Het nieuwe scenario bevat geen taken. U kunt taken van een ander scenario naar de nieuwe kopiëren. De Taakmanager markeert nu het geopende scenario. Datums van afzonderlijke objecten in taken berekenen U kunt nu de geplande datums van afzonderlijke objecten voor meerdere taken tegelijk berekenen. Hiervoor selecteert u de taken in de taaklijst en klikt u op. U kunt dit zoals voorheen nog steeds voor één taak tegelijk op het tabblad Objecten in het dialoogvenster Taakinformatie doen Nieuwe dialoogvensters voor tekeningeigenschappen en automatische verwerking van eigenschappen op aanzichtniveau De dialoogvensters van tekening- en aanzichteigenschappen en het verwerken van eigenschappen zijn in Tekla Structures 21.0 vernieuwd: Dialoogvensters van tekeningeigenschappen en aanzichteigenschappen voor merk-, onderdeel- en betontekeninginstellingen hebben een volledig nieuw uiterlijk, ondanks dat de opgenomen instellingen hetzelfde zijn als voorheen. Het dialoogvenster met de eigenschappen van een overzichttekening op tekeningniveau is hetzelfde als voorheen. De nieuwe eigenschappendialoogvensters brengen alle opties uit het dialoogvenster in een optiestructuur samen, wat de navigatie eenvoudiger en intuïtiever maakt. Als u op een optie in de optiestructuur klikt, wordt de gerelateerde inhoud binnen hetzelfde dialoogvenster in een venster weergegeven. In vorige versies van Tekla Structures werd, door op een keuzerondje in het dialoogvenster met tekeningeigenschappen te klikken, een apart subdialoogvenster geopend. Het dialoogvenster Aanzicht eigenschappen bevat ook een optiestructuur in plaats van keuzerondjes. Het nieuwe dialoogvenster Aanzicht eigenschappen wordt voor alle tekeningaanzichten gebruikt, inclusief aanzichten van overzichttekeningen. Als u onderdeel-, merk- en betontekeningen maakt en bijwerkt, worden de objecteigenschappen en bematingsmethoden en -stijlen nu voor ieder aanzicht afzonderlijk bepaald en kunt u verschillende instellingen voor verschillende aanzichten gebruiken. U hebt ook meer controle over het maken en plaatsen van maatlijnen, vooral als u de nieuwe bematingsmethoden zoals Vorm of Totaal gebruikt. Deze nieuwe methoden werken nu ook in onderdeeltekeningen. Tekla Structures 21.0 Release Notes 20 Nieuwe dialoogvensters voor tekeningeigenschappen en automatische verwerking van eigenschappen op aanzichtniveau

21 Automatische eigenschappen en bemating op aanzichtniveau zijn al vanaf versie 19.1 in bepaalde modeltemplates beschikbaar maar zijn nu standaard ingeschakeld. Als u de oude functionaliteit en de oude dialoogvensters wilt gebruiken, kunt u de variabele XS_USE_OLD_DRAWING_CREATION_SETTINGS op TRUE instellen in een *.ini-bestand. Tekla onderhoudt de oude functionaliteit en dialoogvensters echter niet meer. In de praktijk betekent dit dat de nieuwe functies zoals gebruikerspresentaties of automatische eigenschappen op aanzichtniveau niet in de oude dialoogvensters beschikbaar zijn. Nieuwe dialoogvensters met eigenschappen De dialoogvensters van onderdeel-, merk- en betontekeningeigenschappen bevatten twee typen eigenschappen: tekeningspecifiek en aanzichtspecifiek. De tekeningspecifieke eigenschappen zijn op de hele tekening van toepassing: tekeningnaam tekeningtitels tekeningopmaak gebruikersattributen beveiligingsinstellingen enkele detail- en doorsnede-eigenschappen Tekla Structures 21.0 Release Notes 21 Nieuwe dialoogvensters voor tekeningeigenschappen en automatische verwerking van eigenschappen op aanzichtniveau

22 Automatische eigenschappen op aanzichtniveau Automatische eigenschappen op aanzichtniveau kunnen voor elk gemaakt aanzicht afzonderlijk worden gedefinieerd, al voordat u een tekening maakt. U wilt bijvoorbeeld labels mogelijk in één aanzicht weergeven en oppervlakte in een andere. U kunt zo veel aanzichten maken als u nodig hebt, bijvoorbeeld meerdere bovenaanzichten of meerdere eindaanzichten vanuit verschillende richtingen. Tekla Structures 21.0 Release Notes 22 Nieuwe dialoogvensters voor tekeningeigenschappen en automatische verwerking van eigenschappen op aanzichtniveau

23 en het maken van aanzichten Als u de te maken tekeningaanzichten en de te gebruiken eigenschappen wilt opgeven, volgt u het pad dat in onderstaande afbeelding wordt weergegeven. 1. Klik op Maken aanzicht, selecteer de aanzichten die moeten worden gemaakt en de aanzichteigenschappen die voor de gemaakte aanzichten moeten worden gebruikt. 2. Als u aanzichteigenschappen moet wijzigen of nieuwe moet maken, klikt u op Aanzicht eigenschappen en wijzigt u de aanzichteigenschappen, inclusief de aanzichtattributen en de eigenschappen voor maatlijnen, filters, labels en objecten. Sla deze eigenschappen voor later gebruik op. 3. Onthoud dat u altijd Opslaan gebruikt om de aanzichteigenschappen op te slaan, anders worden uw wijzigingen niet opgeslagen. Aanzichtspecifiek e bemating Automatische aanzichtspecifieke maatvoering biedt u in elk tekeningaanzicht dat u maakt volledige controle over de maatlijnen met veel maatvoeringsopties. Automatische aanzichtspecifieke maatvoering kan in onderdeel-, merk- en betontekeningen worden gebruikt. Bij aanzichtspecifieke maatvoering worden de maatlijnen op basis van de door u gedefinieerde maatvoeringsvoorwaarden gemaakt. U kunt definiëren wat u wilt bematen, waar de maatlijnen worden geplaatst, in welke volgorde ze worden gemaakt en welke Tekla Structures 21.0 Release Notes 23 Nieuwe dialoogvensters voor tekeningeigenschappen en automatische verwerking van eigenschappen op aanzichtniveau

24 instellingen u voor iedere maatlijn wilt gebruiken. U kunt bijvoorbeeld vormen en gaten bematen. Hieronder vindt u een korte beschrijving over hoe u het bematen moet voortzetten. 1. Als u in tekeningeigenschappen in de optiestructuur op de optie Maken aanzicht klikt, kunt u de te maken aanzichten en de te gebruiken aanzichteigenschappen selecteren. 2. Selecteer het gewenste aanzichtvenster en klik op Venster eigenschappen. 3. Klik in de optiestructuur op Bemating. U kunt in Voorwaarden voor de maatvoering voorwaarden toevoegen door op Regel toevoegen te klikken. Selecteer vervolgens welke maatvoeringsvoorwaarden u in de kolom Maatvoering type wilt gebruiken en het gewenste bestand met de eigenschappen voor maatvoeringsvoorwaarden in de kolom Eigenschappen. 4. U kunt de geselecteerde voorwaarde wijzigen of een nieuwe maken door op Voorwaarde bewerken te klikken. In het dialoogvenster Eigenschappen maatvoeringsvoorwaarde kunt u selecteren wat er moet worden bemaat, hoe het moet worden bemaat, vanaf welke objecten er moet worden bemaat, waar de maatlijnen moeten worden geplaatst en kunt u de maatlijneigenschappen selecteren. Tekla Structures 21.0 Release Notes 24 Nieuwe dialoogvensters voor tekeningeigenschappen en automatische verwerking van eigenschappen op aanzichtniveau

25 De lijst Maatlijneigenschappen bevat eigenschappenbestanden die u in het dialoogvenster Maatlijneigenschappen in een geopende tekening hebt opgeslagen ( Bemating --> Maatlijneigenschappen ). U kunt deze eigenschappen hier laden. U wilt bijvoorbeeld mogelijk een speciaal lettertype of speciale kleur in de maatlijnen gebruiken of een andere notatie voor de maatlijn gebruiken. Zie voor meer informatie over de maatvoeringsvoorwaarde Dimensioning rule properties. Als u Geïntegreerde maatlijnen als het type maatvoering in het venster Bemating selecteert, wordt het dialoogvenster Maatlijneigenschappen weergegeven. U kunt hier ook opgeslagen maatlijneigenschappen laden. Tekla Structures 21.0 Release Notes 25 Nieuwe dialoogvensters voor tekeningeigenschappen en automatische verwerking van eigenschappen op aanzichtniveau

26 5. Als u de voorwaarde-eigenschappen hebt ingesteld, slaat u de gewijzigde regels op door op Opslaan te klikken of geeft een nieuwe naam aan het voorwaardenbestand en klikt u op Opslaan als. 6. Klik op Sluiten om naar het venster Bemating terug te gaan. 7. Zorg ervoor dat u de juiste maatvoeringsbestanden voor de maatvoeringsvoorwaarden hebt geselecteerd. 8. Voer boven in het dialoogvenster Aanzichteigenschappen een unieke naam voor de aanzichteigenschappen in en klik op Opslaan. U kunt nu de gewijzigde en opgeslagen aanzichteigenschappen voor een aanzicht in de kolom Aanzicht eigenschappen in het venster Maken aanzicht selecteren. Deze aanzichteigenschappen bevatten de zojuist opgeslagen maatlijneigenschappen. Zie voor een voorbeeld van de maatvoeringsworkflow Example: Creating automatic overall and hole dimensions on view level. Tekla Structures 21.0 Release Notes 26 Nieuwe dialoogvensters voor tekeningeigenschappen en automatische verwerking van eigenschappen op aanzichtniveau

27 1.15 Verbeteringen in aansluitende wapening in overzichttekeningen De instellingen van Eigenschappen van aansluitende wapening en Labeleigenschappen voor aansluitende wapening zijn in overzichttekeningen gescheiden van de dialoogvensters Wapening eigenschappen en Wapeningsstaaflabel eigenschappen. Er zijn nieuwe keuzerondjes en subdialoogvensters voor eigenschappen van aansluitende wapening en voor labeleigenschappen van aansluitende wapening Verbeteringen in maatlijnen Maatlijntags Opgeslagen eigenschappen voor één maatlijntag zijn nu ook voor andere tags beschikbaar. Voorheen moest u de eigenschappen voor elke tag afzonderlijk maken. Bemating op aanzichtniveau De bematingsmethode op aanzichtniveau zoals vorm, totaal en filter werkt nu ook in onderdeeltekeningen. U moet bij het maken van voorwaarden de nieuwe optie Huidig onderdeel in de lijst Bemaat vanaf selecteren wanneer u één enkel onderdeel bemaat. Voorheen werd bij het bematen op aanzichtniveau niet correct rekening gehouden met het aanzichtfilter en de doorsnedediepte. Nu wordt er bij het bematen rekening gehouden met het aanzichtfilter en de doorsnedediepte. Voorheen verdwenen handmatige maatlijnen wanneer u een aanzicht in een tekening opnieuw met automatische maatlijnen hebt bemaat. Nu zijn handmatige maatlijnen totaal onafhankelijk van de automatische maatlijnen en blijven in de tekening wanneer u een aanzicht opnieuw met automatische maatvoering bemaat. Het gebruik van de knop Wijzigen werkt nu beter op tekeningniveau. Als u bijvoorbeeld wijzigingen in een maatvoeringsvoorwaarde aanbreng, de voorwaarde opslaat en vanaf tekeningniveau op Wijzigen drukt, wordt de tekening correct opnieuw bemaat. Tekla Structures 21.0 Release Notes 27 Verbeteringen in aansluitende wapening in overzichttekeningen

28 1.17 Verbeteringen in labels Maximale zoekafstand voor labels Er is nu een instelling voor Maximumafstand voor labels. Als er binnen de opgegeven afstand geen plaats voor het label wordt gevonden, dwingt Tekla Structures het label naar die afstand. Deze instelling is beschikbaar in het eigenschappendialoogvenster Commentaar plaatsing dat in de dialoogvensters met aanzichteigenschappen en voor overzichttekeningen ook op het tekeningeigenschappenniveau kan worden geopend. Deze verbetering is van invloed op labels van onderdelen, bouten, aansluitende onderdelen, oppervlakte, verbindingen, wapening en aansluitende wapening. De onderstaande afbeelding geeft weer hoe de labels van de liggers buiten een vierkante plaat worden geplaatst. Als de maximale afstand op 15 mm wordt ingesteld, worden labels dichtbij de liggers geplaatst. Tekla Structures 21.0 Release Notes 28 Verbeteringen in labels

29 De standaardwaarde is 0, wat betekent dat de maximumafstand niet is ingesteld. Onderdeellabels bovenop merken plaatsen Onderdeellabels kunnen nu bovenop het merk worden geplaatst in plaats van bovenop het hoofdonderdeel: U moet een tekeningaanzichtfilter maken en de naam van het filter als waarde voor XS_USE_ASSEMBLY_EXTREMA_IN_MARK_PLACING invoeren ( Extra --> Opties --> Geavanceerde opties --> Labels: Algemeen ). Het onderstaande voorbeeld gebruikt onderdeelnamen als filtercriteria. Tekla Structures 21.0 Release Notes 29 Verbeteringen in labels

30 Als u de tekening (opnieuw) maakt, wijzigt de labelplaats van dit: naar dit: Tekla Structures 21.0 Release Notes 30 Verbeteringen in labels

31 Dit kan alleen voor hoofdonderdelen van merken of betonelementen worden gebruikt, niet voor aansluitende onderdelen. De ondersteunde labelplaatstingstypen worden hieronder weergegeven Nieuwe gebruikerspresentaties voor tekeningobjecten U kunt het uiterlijk van veel tekeningobjecten nu wijzigen met nieuwe gebruikerspresentaties die u van Tekla Warehouse kunt downloaden. De gebruikerspresentaties kunnen op het aanzichtniveau en objectniveau worden bepaald. Als u een gebruikerspresentatie hebt gedownload, komt het tabblad Gebruikerspresentatie beschikbaar in het eigenschappendialoogvenster voor het objecttype waarvoor de gebruikerspresentatie is bedoeld. De volgende objecttypen ondersteunen gebruikerspresentaties: lassen en laslabels Tekla Structures 21.0 Release Notes 31 Nieuwe gebruikerspresentaties voor tekeningobjecten

32 onderdelen en onderdeellabels aansluitende onderdelen en onderdeellabels stramienlijnen teksten (op objectniveau bepaald) associatieve opmerkingen (op objectniveau bepaald) In het onderstaande voorbeeld wordt de gebruikerspresentatie Solid las voor het tekenen van solid lassen in een tekening gebruikt Verbeteringen in een tekeningenlijst De Tekeningenlijst bevat een nieuwe kolom Vergrendeld door. De kolom Vergrendeld door geeft weer wie de tekening heeft vergrendeld. Als de gebruiker bij de Tekla-account is ingelogd, wordt de accountnaam weergegeven. Anders wordt de gebruikersnaam weergegeven. Tekla Structures 21.0 Release Notes 32 Verbeteringen in een tekeningenlijst

33 1.20 Verbeteringen in tekeningaanzichten Tekeningnaam in doorsnede- en detaillabeleleme nten Gebogen doorsneden U kunt nu de naam van de huidige tekening in de doorsnede- en detaillabels toevoegen. Het venstervlak en de aanzichtgrens van een gebogen aanzicht worden nu weergegeven in het gebogen aanzicht en in het aanzicht waarin de doorsnedelabels zich bevinden. U kunt het aanzichtvlak en de aanzichtgrens net als in de gewone doorsnede verslepen. Tekla Structures geeft nu alle onderdelen weer die zich binnen de gebogen aanzichtgrenzen bevinden Nieuw tekeningvoorbeeld en afdrukken Tekla Structures 21.0 biedt een realtime voorbeeld van tekeningen. U kunt voorbeeldtekeningen als PDF-bestanden afdrukken, deze als plotbestanden opslaan of op een geselecteerde printer afdrukken. Afdrukken op meerdere sheets wordt ook ondersteund. U kunt in het dialoogvenster Tekeningen afdrukken ook tekeningkleuren aan lijndikten toewijzen. Als u het afdrukken wilt starten, selecteert u in de Tekeningenlijst de tekeningen waarvan u een voorbeeld wilt zien en/of wilt afdrukken, klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u Tekeningen afdrukken. U kunt het afdrukken ook starten door de tekeningen in de Tekeningenlijst te selecteren en vervolgens Bestand --> Printen --> Tekeningen afdrukken te selecteren. De beschikbare afdrukinstellingen zijn afhankelijk van de door u geselecteerde afdrukoptie: PDF-bestand, Printer of Plotbestand. U kunt met de knoppen Vorige en Volgende aan de bovenzijde van het dialoogvenster door de geselecteerde tekeningen bladeren. Tekla Structures 21.0 Release Notes 33 Nieuw tekeningvoorbeeld en afdrukken

34 U kunt de benodigde lijndikten op het tabblad Lijndikte definiëren. Er zijn bij het afdrukken twee configuratiebestanden nodig die de papier- en tekeningformaten beïnvloeden: PaperSizesForDrawings.dat en DrawingSizes.dat, zie Printing configuration files. De standaardwaarden worden geleverd in de bestanden die met de afdrukfunctionaliteit worden geïnstalleerd. De standaardwaarden zijn in de meeste gevallen de juiste. U kunt terug naar de oude afdrukfunctionaliteit en Tekla Structures-printers gebruiken. U kunt dit doen door in Extra --> Opties --> Geavanceerde opties --> Printen XS_USE_OLD_PLOT_DIALOG op TRUE in te stellen. Door het gebruik van deze variabele wordt het dialoogvenster Printerdatabase in gebruik genomen. Het gebruik van oude fuctionality vereist dat Tekla Structures-printers worden ingesteld, zie Printing drawings using Tekla Structures printer instances. Er zijn enkele beperkingen voor het afdrukken, zie Printing drawings voor details Verbeteringen in referentiemodellen in tekeningen De Lijst Referentie Modellen in tekeningen is verbeterd zodat het aantal zichtbare objecten in de lijst nu kleiner is. Voorheen bevatte de lijst veel objecten. Nu kunt u het model dat u in de tekening wilt opnemen, eenvoudig selecteren en de objectzichtbaarheid en het uiterlijk op objectniveau in het aanzicht behouden. Tekla Structures 21.0 Release Notes 34 Verbeteringen in referentiemodellen in tekeningen

35 1.23 Nieuwe referentiemodellenlijst Tekla Structures 21.0 biedt een volledig nieuwe benadering voor het verwerken van de referentiemodelimport: de nieuwe lijst Referentiemodellen bevindt zich in het nieuwe zijvenster en het vernieuwde referentiemodelbeheer is eenvoudiger. Het commando Onderverdelen is verwijderd en de lijstvelden en het filteren komen automatisch beschikbaar als het referentiemodelbestand en de indeling de lijsten en filters ondersteunen. Het is nu ook eenvoudiger om referentiemodellen in overzichttekeningen te gebruiken. Het zijvenster vervangt het oude dialoogvenster Eigenschappen referentie model en het commando Invoegen Referentie Model is uit het menu Bestand verwijderd. Een nieuw referentiemodel in een Tekla Structuresmodel toevoegen U voegt als volgt een nieuw referentiemodel in: 1. Open een Tekla Structures-model. 2. Open de lijst Referentiemodellen door op de knop Modellijst in de rechterbovenhoek van het modelvenster van Tekla Structures te klikken. 3. Voeg een nieuw referentiemodel toe door op de knop Model toevoegen in de lijst Referentiemodellen in te klikken. Definieer in het dialoogvenster Model toevoegen de instellingen die voor het importeren van het referentiemodel worden gebruikt. U kunt vooraf gedefinieerde importeigenschappen laden door de naam of het bestand in het vak aan de bovenzijde in te voeren of te selecteren. Tekla Structures 21.0 Release Notes 35 Nieuwe referentiemodellenlijst

36 U kunt naar het referentiemodel bladeren of modellen vanuit Windows Verkenner verslepen. Het is mogelijk om meerdere modellen tegelijk te verslepen. U kunt een model aan een groep in de lijst Referentiemodellen toevoegen wanneer u het model importeert en ook later de modelgroep wijzigen door het model naar de gewenste groep te verslepen, die u het met de knop Nieuwe groep kunt maken. U kunt meerdere modellen tegelijk verslepen. U kunt selecteren of u Modelcoördinaten of Werkvlak gebruikt om het model te plaatsen. U kunt de coördinaten voor de oorsprong in de vakken X, Y, Z definiëren of de oorsprong in het model aanwijzen. U kunt de gewenste schaal voor het referentiemodel definiëren. U kunt het model rond de Z-as van het model roteren door de gewenste waarde in het vak Rotatie in te voeren. U kunt voor later gebruik de importeigenschappen van het referentiemodel in een eigenschappenbestand opslaan. Voer een naam voor de importeigenschappen in het vak bovenaan in en klik op Opslaan. De bestandsextensie van een opgeslagen importeigenschappenbestand van een referentiemodel is.rmip.json. Het eigenschappenbestand wordt in de map \attributes onder de huidige Tekla Structures-modelmap opgeslagen. U hoeft het model niet meer onder te verdelen wanneer u het importeert, onderverdelen gaat automatisch. De volgende bestandsindelingen ondersteunen geen onderverdeling:.dgn,.prp,.skp,.step en.iges U kunt modellen in de volgende indelingen toevoegen: AutoCAD-bestanden.dxf AutoCAD-bestanden.dwg MicroStation-bestanden.dgn,.prp Cadmatic-bestanden.3dd IFC-bestanden.ifc,.ifczip,.ifcxml Tekla Collaboration-bestanden.tczip IGES-bestanden.igs,.iges STEP-bestanden.stp,.STEP PDF-bestanden.pdf SketchUp-bestanden.skp Tekla Structures 21.0 Release Notes 36 Nieuwe referentiemodellenlijst

37 Het referentiemodel weergeven en wijzigen U kunt de in een groep opgenomen modellen weergeven door op het kleine pijlpictogram voor de groep te klikken. U kunt het model in het 3D-venster markeren door op het referentiemodel in de lijst Referentiemodellen te klikken. U kunt het referentiemodel in het 3D-venster en zijn details in het zijvenster weergeven door in de lijst Referentiemodellen op het model te dubbelklikken. Er is een oogpictogram beschikbaar voor groepen, referentiemodellen, layerlijsten en afzonderlijke layers. Met het oogpictogram kunt u groepen, modellen en layers in het 3D-model verbergen. Het oogpictogram wijzigt wanneer het object is verborgen: kunt de verborgen objecten weer weergeven door in de lijst op het oogpictogram te klikken. Als een groep of de layerlijst zowel verborgen als zichtbare objecten bevat,. U wijzigt het oogpictogram voor de groep of de layerlijst:. U kunt alle referentiemodellen bijwerken door op de knop Verversen aan de bovenzijde van de lijst Referentiemodellen te klikken. Alle modellen die niet up-to-date zijn, worden opnieuw geladen. Als een referentiemodel niet wordt gevonden, wordt er een waarschuwingssymbool weergegeven. Wanneer u op een referentiemodel dubbelklikt om de details in het zijvenster te openen, komt de knop Verversen voor het afzonderlijke model beschikbaar. U kunt een referentiemodel vergrendelen door in de lijst Referentiemodellen op de knop Vergrendelen ernaast te klikken. Als een model is vergrendeld, kunt u alleen de gebruikersattributen en niets anders wijzigen. U kunt het model bijvoorbeeld niet verplaatsen. De knop Vergrendelen wordt zichtbaar wanneer u de muisaanwijzer boven een model in de lijst verplaatst. Tekla Structures 21.0 Release Notes 37 Nieuwe referentiemodellenlijst