Invloed van synesthetische congruentie op multisensorische. audiovisuele integratie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Invloed van synesthetische congruentie op multisensorische. audiovisuele integratie"

Transcriptie

1 Invloed van synesthetische congruentie op multisensorische audiovisuele integratie Eindscriptie Bacheloropleiding Klinische Gezondheidspsychologie Departement Psychologie en Gezondheid, Klinische Gezondheidspsychologie, Universiteit van Tilburg Auteur: ANR: Begeleider: Dr. J. J. Stekelenburg Datum: 29 juli 2013

2 Abstract Dit onderzoek richtte zich op de invloed van synesthetische congruentie op het integreren van multisensorische audiovisuele stimuli door middel van het buiksprekereffect en het Colavita effect, waarbij ook een EEG werd gemeten. Voor de auditieve stimuli is gebruik gemaakt van een hoge en lage toon, voor de visuele stimuli van een grote en kleine cirkel. De synesthetisch congruente paren bestonden uit grote cirkel, lage toon en kleine cirkel, hoge toon. In de studies werd bewijs gevonden voor zowel het buiksprekereffect als het Colavita effect, echter werd er geen bewijs gevonden voor de invloed van synesthetische congruentie op deze effecten. In het EEG onderzoek werd een laat effect gevonden in de ERP, bij het contrast tussen congruente en incongruente stimuli. Dit frontale effect op de N450 kan het bewijs zijn voor het feit dat synesthetische congruentie pas op een later tijdstip wordt verwerkt en zo geen invloed heeft op het integreren van audiovisuele stimuli. 2

3 Inleiding De meeste gebeurtenissen in het dagelijks leven bestaan uit een combinatie van stimulaties binnen verschillende zintuigmodaliteiten, ze zijn multisensorisch en vaak een combinatie van visuele en auditieve stimuli (Bien, ten Oever, Goebel & Sack, 2011). Doordat geluid en licht op verschillende snelheden door onze atmosfeer reizen, en auditieve en visuele stimuli door verschillende neuronale paden worden verwerkt in onze hersenen, is het een complex systeem dat deze stimulaties samenvoegt (Parise & Spence, 2008) en op deze manier de wereld om ons heen logische betekenis te geven. Deze multisensorische perceptie wordt pas sinds kort op deze manier onderzocht, daar men traditioneel onderzoek deed naar de zintuigmodaliteiten individueel (Spence, Senkowski & Röder, 2009). Hedendaags onderzoek richt zich vooral op hoe deze multisensorische informatie wordt geïntegreerd in het brein. Crossmodale integratie verwijst naar het fenomeen dat stimulatie van de ene zintuigmodaliteit, invloed heeft op onze perceptie van een stimulatie binnen een andere zintuigmodaliteit (Spence et al., 2009). Met multisensorische integratie wordt gedoeld op situaties waarin twee bijna tegelijkertijd komende stimulaties binnen verschillende zintuigmodaliteiten aan elkaar worden gekoppeld. Vaak wordt men onbewust beïnvloedt door de stimulatie van het tweede zintuig bij het ervaren van een stimulatie in de eerste zintuigmodaliteit. Een voorbeeld hiervan is het buikspreker effect. Denk hierbij aan een echte buikspreker; de buikspreker spreekt, maar de mond van de pop beweegt. Op deze manier denkt de toeschouwer dat de pop spreekt. Wanneer de stimuli spatieel verschillen, maar temporeel en semantisch congruent zijn, besluit het brein dat de auditieve en visuele stimuli bij elkaar horen (Driver, 1996). Deze vorm van het buiksprekereffect is het spatiele effect. Naast dit effect is er ook nog het temporele buiksprekereffect, waarbij de waargenomen tijd van een visuele stimulus beïnvloedt kan worden door een auditieve stimulus op een iets ander moment in tijd (Parise & Spence, 2008). In dit artikel wordt echter uitsluitend gekeken naar het spatiële buiksprekereffect. 3

4 Een ander effect wat ook te maken heeft met audiovisuele integratie is het Mc Gurk effect. Hierbij wordt er bij een verschil tussen de auditieve en visuele informatie, beide zintuigmodaliteiten samengevoegd door het brein, waardoor een geheel nieuwe ervaring ontstaat. In onderzoek wordt vaak gebruik gemaakt van de visuele stimulus ga, auditieve stimulus ba, welke dan als da wordt waargenomen. De proefpersoon kijkt naar een opname van een persoon dat ga zegt, maar is zich niet bewust van het feit dat de auditieve ervaring hier niet gelijk aan is. Als de proefpersoon vervolgens gevraagd wordt aan te geven wat ze gehoord hebben, worden ze beïnvloedt door de dominantie van de visuele stimulus en zullen dus de visuele ga en auditieve ba samenvoegen tot da (Munhall, Gribble, Sacco & Ward, 1996). Wolfgang Köhler heeft in 1929 een van de meest beroemde experimenten uitgevoerd binnen de crossmodale integratie (Parise & Spence, 2012). Proefpersonen kregen twee niet bestaande woorden, takete en baluma/maluma, en twee figuren, waarvan de een puntig en de ander met rondere vormen. De taak van de proefpersonen was om deze woorden aan de figuren te koppelen. De meesten matchen het woord takete aan het puntige figuur en baluma/maluma aan het rondere figuur. Een variatie op dit onderzoek is met de woorden bouba en kiki, en soortgelijke figuren. Gevraagd wordt wederom te raden welk woord bij welk figuur hoort. bouba wordt in 95% van de gevallen bij het figuur geplaatst met de zachte ronde vormen, terwijl kiki geplaatst wordt bij het figuur met de scherpe lijnen (Ramachandran & Hubbard, 2001). Als reden wordt gegeven dat de scherpe lijnen overeenkomen met de scherpe klanken van het woord kiki. Dit wordt gezien als het eerste bewijs dat er een natuurlijke manier is van koppelen van geluiden aan beeld, of auditieve aan visuele stimuli (Ramachandran & Hubbard, 2001). Parise en Spence (2012) stellen dat hoge tonen en kleine objecten semantisch congruent zijn, dus volgens het brein bij elkaar horen, ongeacht spatieel verschil. Hierdoor is het moeilijker te schatten waar de toon vandaan komt in vergelijking met het visuele object. Huidig onderzoek is gebaseerd op dit verschijnsel en zal later verder worden uitgelegd. 4

5 Ter ondersteuning van de gedragsonderzoeken, worden ook wel elektrofysiologische onderzoeken uitgevoerd om de reactie van de hersenen op bovenstaande verschijnselen te bekijken. Hier zijn verschillende technieken voor. Een methode om dit te meten is TMS, hierbij wordt een deel van de hersenen magnetisch beïnvloedt en zo kan een specifiek deel van de hersenen tijdelijk uitgeschakeld worden. Van de pariëtale cortex is bekend dat deze betrokken is bij het integreren van multisensorische informatie (Bien et. al., 2011). Bij TMS van de rechter pariëtale cortex is gebleken dat het de automatische integratie van multisensorische stimuli verstoort. Zonder TMS reageren proefpersonen minder accuraat op congruente multisensorische stimuli. Na interferentie van TMS was dit echter niet meer het geval, wat erop duidt dat het brein deze stimuli niet meer automatisch integreert (Bien et. al., 2011). Dit toont weer aan dat de rechter pariëtale cortex inderdaad betrokken is bij het automatisch integreren van multisensorische stimuli. Een andere methode om de uitwerking op de hersenen te bekijken is met het gebruik van functional magnetic resonance imaging (fmri). Tijdens de taak wordt de hersenactiviteit gemeten om zo te kijken naar de activatie van de delen van het brein waarvan verwacht wordt een rol te spelen bij het integreren van multisensorische stimuli (Bischoff et. al., 2007). In het onderzoek van Bischoff et. al. (2007) wordt fmri gebruikt om te onderzoeken waar er hersenactiviteit optreedt bij het manipuleren van proefpersonen met audiovisuele stimuli en het buiksprekereffect. Zij zijn tot de conclusie gekomen dat het gebruik van fmri in combinatie met het manipuleren van proefpersonen door middel van het buiksprekereffect een goede methode is om te onderzoeken of er een patroon van hersengebieden betrokken is bij multisensorische integratie. Daarnaast wordt vaak gebruik gemaakt van een elektro-encefalogram (EEG). Met behulp van het EEG kan gekeken worden naar de Event Related Potentials (ERP s), wat de directe reactie is van het brein op de prikkel (Keetels & Vroomen, 2011). In het kader van deze studie, kan door middel van een ERP gekeken worden of en wanneer het brein sneller reageert en bij welke prikkels dit het geval is. Dit kan men zien aan de tijdspanne van het ERP of de amplitude. Tevens kan gekeken worden op welke 5

6 locatie van het brein deze gemeten activiteit het meest significante resultaat oplevert. De ERP wordt bij alle trials opgenomen en later tot een gemiddelde gemaakt, zo ontstaat voor elke aparte stimulus één ERP, zodat deze gemakkelijk met elkaar vergeleken kunnen worden (Bonath et. al., 2007). Bien et. al. (2011) hebben ook onderzoek gedaan naar multisensorische processen door middel van ERP s. Zij hebben met behulp van TMS kunnen vaststellen dat het buiksprekereffect, en dus multisensorische processen, invloed heeft op de rechter intra pariëtale cortex. Aan de hand van de opgemeten ERP s konden ze zien dat deze invloed vooral plaatsvindt op 250ms na de stimulus, er is een significant effect gevonden voor de piek P2. Daarnaast was er een algemene trend te zien waarbij de congruente stimuli resulteerden in een ERP met grotere amplituden. Voor het onderzoek maakten zij gebruik van congruente en incongruente paren van audiovisuele stimuli, bestaande uit grote en kleine cirkels en hoge en lage tonen. Een onderzoek van Keetels en Vroomen (2011) naar het temporele buiksprekereffect heeft echter geen significant resultaat opgeleverd voor het verschil tussen congruente en incongruente paren. Zelfs wanneer zij dit effect expliciet duidelijk maakten aan de proefpersonen. In een ander artikel stellen zij dat er nog veel onderzoek nodig is naar intersensorische temporele integratie, daar het nog lang niet is opgelost (Vroomen & Keetels, 2011). Wel is duidelijk gevonden dat de hersengebieden superior colliculi en multisensorische superior temporale sulcus een prominente rol spelen in het integreren van multisensorische stimuli op basis van de temporele overeenkomsten. Sommige stimuli van verschillende zintuigmodaliteiten, binnen een multisensorische ervaring, horen duidelijk bij elkaar. Zoals het geluid van een blaffende hond en het zien van een hond die blaft (Bien et. al., 2011). Deze audiovisuele paren worden semantisch congruent genoemd, zo ligt het in ons semantisch geheugen opgeslagen. Onderzoek heeft uitgewezen dat niet alleen deze duidelijk bij elkaar horende multisensorische stimuli congruent zijn. Andere visuele en auditieve stimuli worden ook automatisch aan elkaar gelinkt, zoals cirkels en tonen, deze paren worden synesthetisch congruent genoemd. Synesthetisch congruente paren zijn bijvoorbeeld een kleine cirkel en een hoge 6

7 toon, of een grote cirkel en een lage toon (Bien et al., 2011). Deze subtiele vorm van synesthesie en de crossmodale integratie zijn sterk aan elkaar gelinkt en beïnvloeden dan ook het integreren van multisensorische perceptie. Multisensorische stimuli worden in het algemeen geïntegreerd wanneer de stimuli in plaats en/of tijd gelijk komen. Naast deze spatiele en temporele criteria kan ook de semantische congruentie een rol spelen in het integreren. Wanneer de stimuli inhoudelijk overeen komen zal ook multisensorische integratie plaatsvinden. Het is echter niet noodzakelijk dat deze 3 criteria tegelijk voorkomen om de integratie plaats te laten vinden. Synesthesie daarnaast is een andere vorm van crossmodale verwerking en is afhankelijk van dezelfde neuronale structuren als de normale crossmodale integratieprocessen (Bien et al., 2011). Het kan zich in meer of mindere mate manifesteren en invloed uitoefenen op multisensorische perceptie en integratieprocessen. Over deze synesthetische samenhang tussen auditieve en visuele stimuli is nog veel onduidelijk. Het automatisch samenvoegen van deze semantisch congruente paren zou ons helpen om de wereld om ons heen te begrijpen en er zo voor te zorgen dat we simpeler of sneller kunnen reageren op de ervaringen van alledag (Bien et. al., 2011). Wanneer toonhoogte en cirkelgrootte inderdaad synesthetisch congruent zijn, zullen deze congruente paren dus verschillen met incongruente paren. In een onderzoek van Bien et. al. (2011) is gebleken dat proefpersonen minder accuraat het spatiele verschil tussen de congruente auditieve en visuele bron kunnen beoordelen dan bij de incongruente paren. Dit wijst erop dat deze audiovisuele synesthetische samenhang inderdaad aanwezig is in de normale populatie en dat normale multisensorische integratieprocessen een rol spelen bij het integreren van audiovisuele stimuli. Parise en Spence (2008) hebben ook onderzoek gedaan om uit te vinden of er een sterkere link is tussen synesthetisch congruente paren. Zij deden dit aan de hand van het temporele buiksprekereffect en hebben gevonden dat proefpersonen een snellere reactietijd hadden op de congruente trials dan op de incongruente. Ook zij maakten gebruik van de congruente paren kleine cirkel, hoge toon en grote cirkel, lage toon. Deze snellere reactietijd wijst op een synesthetisch verband tussen auditieve en visuele stimuli en is zo het bewijs voor een groter 7

8 buiksprekereffect bij de congruente paren. Parise en Spence (2008) stellen dat de resultaten van het onderzoek benadrukken dat er een sterkere crossmodale binding plaatsvindt tussen de congruente audiovisuele stimuli in vergelijking met de incongruente audiovisuele stimuli. Tegenover deze bevestigende resultaten staat echter ook onderzoek waarin dit niet is gebleken. In het eerder genoemde onderzoek van Keetels en Vroomen (2011) is namelijk geen significant effect gevonden voor het temporele buiksprekereffect. Verwacht werd dat, net als bij bovenstaand onderzoek van Parise en Spence (2008), de prestatie van de proefpersonen verbeterd bij het beoordelen van de congruente paren. Dit was echter niet het geval, er werd geen effect van synesthetische congruentie gevonden. Hieruit blijkt dat het temporele buiksprekereffect niet wordt beïnvloedt door synesthetische congruentie (Keetels & Vroomen, 2011). Onderzoek heeft dus nog niet kunnen uitwijzen hoe de synesthetische samenhang tussen auditieve en visuele stimuli in elkaar steekt, er zijn nog veel onzekerheden. In het huidige onderzoek zal hetzelfde onderliggende proces worden onderzocht als in de onderzoeken van Bien et. al. (2011), Keetels en Vroomen (2011) en Parise en Spence (2008), namelijk het buiksprekereffect. Echter zal dit aan de hand van een ander experimenteel design gebeuren. Er zal gekeken worden naar synesthesie binnen een crossmodaal onderzoek, aan de hand van multisensorische perceptie. Dit gebeurt, net als bij Bien et. al. (2011) middels een gedragsstudie en een EEG onderzoek naar ERP s van congruente en incongruente audiovisuele stimuli, in combinatie met het spatiele buiksprekereffect, als tegenhanger van het temporele buikspreker effect onderzocht door Parise en Spence (2008). Huidig onderzoek maakt gebruik van audiovisuele stimuli in de vorm van cirkels en tonen. Congruente paren bestaan uit de combinaties lage toon en grote cirkel, en hoge toon en kleine cirkel. Incongruente paren daartegenover zijn lage toon en kleine cirkel, en hoge toon en grote cirkel. De visuele stimuli kunnen verschillen van plaats op het beeldscherm, de cirkels worden ofwel links, ofwel rechts op het beeldscherm getoond. De auditieve stimuli worden op 7 verschillende posities aangeboden. Verwacht wordt dat bij het gebruik van congruente audiovisuele 8

9 stimuli, het voor de proefpersonen moeilijker is om accuraat te bepalen op welke positie het geluid wordt aangeboden, dan bij incongruente audiovisuele stimuli. Dit omdat congruente stimuli sneller worden waargenomen als één geheel en het zo lastiger wordt om de precieze locatie van de auditieve stimulus te bepalen. Een ander facet van het onderzoek zal zich richten op het Colavita effect. Dit effect stelt dat wanneer een proefpersoon geconfronteerd wordt met een bimodale audiovisuele stimulus, de visuele component hiervan een dominante rol speelt (Koppen, Levitan & Spence, 2009). In een onderzoek van Koppen et. al. (2009) is gebleken dat proefpersonen minder goed reageren op auditieve stimuli, wanneer deze gelijktijdig met een visuele stimulus wordt aangeboden. Dit kan men wijten aan het feit dat de aandacht van de proefpersoon naar de dominante visuele stimulus getrokken wordt en zo onvoldoende aandachtspanne overblijft om adequaat op de auditieve stimulus te reageren. Hieruit kan men concluderen dat het Colavita effect een daadwerkelijke perceptueel fenomeen is (Koppen et. al., 2009). In eerder onderzoek van Koppen, Alsius en Spence (2007) is onderzocht of er een congruentie effect binnen het Colavita effect gevonden kon worden. Er werd gebruik gemaakt van manipulatie van semantisch congruente stimulus paren om te kijken of dit effect heeft op het Colavita effect. De sterkte van het Colavita effect werd echter niet beïnvloedt door semantische congruentie tussen auditieve en visuele stimuli in bimodale trials (Koppen et. al., 2007). Huidig onderzoek zal hierop verder gaan en ook onderzoeken of er een effect van congruentie gevonden kan worden binnen het Colavita effect. Dit zal gebeuren aan de hand van dezelfde cirkels en tonen als omschreven voor het buiksprekereffect. Tevens zal hier een EEG afgenomen worden om ook het Colavita effect te onderzoeken aan de hand van ERP s. Verwacht wordt dat bij het aanbieden van een congruent paar het Colavita effect sterker zal worden, omdat congruente paren sneller als één geheel worden gezien en de proefpersoon nog meer aandacht aan de visuele stimulus zal schenken ten kosten van de auditieve stimulus. 9

10 Methode experiment 1 Deelnemers: Aan het onderzoek deden 17 proefpersonen mee, waarvan 11 man en 6 vrouw, met een leeftijd tussen de 17 en 28 jaar (M = 20.18, SD = 2.60). Ook werd gecontroleerd voor handvoorkeur, 16 van de proefpersonen waren rechtshandig en slechts 1 linkshandig. In ruil voor deelname aan het onderzoek kregen de deelnemers proefpersoonuren. Proefpersonen dienen een goed gehoor en zicht te hebben. Materiaal: Deelnemers dienen plaats te nemen in een geluidsisolerende kamer en gebruik te maken van een computer. Aan deze computer is een kastje gekoppeld, door middel van dit kastje reageert de proefpersoon op de aangeboden stimuli. Tevens bevonden zich in de kamer een camera en intercom. Dit om met de proefpersoon te kunnen communiceren en van buiten de geluidsisolerende kamer in de gaten te kunnen houden. De stimuli werden aangeboden met behulp van het programme E- prime. Deze kon via de PC buiten de geluidsisolerende kamer gestart worden door de proefleider. De visuele stimuli verschenen op het beeldscherm en de auditieve stimuli bereikten de proefpersonen door middel van 2 geluidsboxen die zich aan weerszijden van het beeldscherm bevinden. Onderzoeksopzet: Er is gebruik gemaakt van een within-subjects design. Tijdens het experiment werd gebruik gemaakt van zowel auditieve als visuele stimuli. De auditieve stimuli bestonden uit een hoge (4500Hz) of lage (300Hz) toon die beide 200ms werden getoond. De visuele stimuli bestonden uit een grote witte 10

11 (6,3cm) of kleine witte cirkel (2,6cm) op zwarte achtergrond, deze konden links of rechts op het beeldscherm verschijnen 8,7cm vanuit het midden en werden ook 200ms getoond. De tonen verschilden eveneens van positie, van uiterst links naar uiterst rechts in 7 stappen, door middel van verschillen in intensiteit van het geluid vanuit de 2 geluidsboxen. De proefpersoon zit op een kijkafstand van 60cm van het beeldscherm. Zie figuur 1 voor een voorbeeld van de visuele en auditieve stimuli. Fig. 1.Voorbeeld grote visuele stimulus links, kleine visuele stimulus rechts en 7 geluidsposities. Procedure: Deel 1. Het eerste deel van het onderzoek bestond slechts uit het lokaliseren van het geluid, welke op 7 verschillende posities kon worden waargenomen. De hoge dan wel lage tonen werden random verdeeld over deze posities en elke unieke conditie werd 15 keer herhaald, er waren 14 unieke condities (7 geluidsposities 2 toonhoogtes). De taak van de proefpersoon is om aan te geven of het geluid van links of rechts kwam, met behulp van de toetsen op het kastje. De wijsvinger werd gebruikt om aan te geven dat het geluid van links kwam en de ringvinger om aan te geven dat het 11

12 geluid van rechts kwam. Met de middelvinger dient de proefpersoon te reageren op de catch-trial, deze komt random 15 maal in beeld en bestaat uit een rood streepje in het midden van het scherm. Bij het reageren op de catch-trial vervalt het reageren op de locatie van het geluid en is bedoelt om te controleren of de proefpersoon niet van het scherm wegkijkt. De 15 catch-trials en unieke condities zorgden samen voor een totaal van 225 trials. De stimuli werden 200ms getoond en de volgende trial begon wanneer de proefpersoon had gereageerd, gemiddeld duurde een trial 500ms. Na uitleg over het onderzoek werd eerst een oefensessie gestart. Dit duurde ongeveer 1 minuut. De volgende sessie hield hetzelfde in als de oefensessie, echter dan met meer trials en duurde 5 minuten. Na deze sessie volgde nog eenzelfde blokje van 5 minuten. Deel 2. Naast de auditieve stimuli werd er in dit tweede deel ook gebruik gemaakt van een visuele stimuli. De grote en kleine cirkels verschenen random zowel links als rechts op het beeldscherm, gelijktijdig met een auditieve stimulus. Echter is het nog steeds de bedoeling slechts op de auditieve stimulus te reageren en daarbij dus de visuele stimulus te negeren. Ook in dit deel van het onderzoek wordt weer gebruik gemaakt van 15 catch-trials. Bij aanvang van deel 2 van het onderzoek werd eveneens een oefensessie van ongeveer 1 minuut gedaan. Na goed verloop van deze oefensessie werd het eerste blokje gestart van 5 minuten. Hiervan werden er in totaal 5 uitgevoerd, van 56 unieke condities. In totaal 10 herhalingen 56 unieke condities 5 blokken + 15 catch-trials = 2815 trials. Data-analyse: Gemeten is het aantal keer dat de proefpersoon aangaf dat het geluid van rechts kwam, in het vervolg zal dit rechts drukken worden genoemd. Als afhankelijke variabele zal gebruik gemaakt worden van de proporties van dit aantal keer rechts drukken. Deze proporties worden berekend door 12

13 het aantal keer dat er rechts is gedrukt te delen door 10, van de 10 unieke condities. Er zal gebruik gemaakt worden van een Repeated Measure MANOVA, Pan con side. Pan is de positie van het geluid, wat zich op 7 verschillende locaties kan bevinden. Con is of de stimuli congruent of incongruent zijn, beide congruente condities zijn samengevoegd tot een conditie congruent. Hetzelfde is gedaan voor beide incongruente condities. Side is de positie van de visuele stimulus, wat links of rechts kan zijn. Resultaten experiment 1 Deel 1: auditief Deel 2: audiovisueel Er is een repeated measure uitgevoerd op drie onafhankelijke variabelen, namelijk: pan, con en side. pan is gemeten op 7 niveaus en con en side beide op 2 niveaus. Er is een significant hoofdeffect gevonden voor de variabele pan op rechts drukken, F(6,11) = 38.17, p <.001. Dit wil zeggen dat de positie van het geluid effect heeft op het aantal keer dat de proefpersoon op rechts drukt. Ook is er een hoofdeffect gevonden van side op rechts drukken, F(1,16) =.20, p <.001. Dit is een effect van de visuele stimulus op het aantal keer rechts drukken en betekend dat bij eenzelfde auditieve stimulus, bijvoorbeeld toon komt uit het midden, de proefpersonen vaker dachten dat de auditieve stimulus van rechts kwam, wanneer de visuele stimulus van rechts kwam. Naast deze hoofdeffecten is er ook een significant interactie effect gevonden voor pan side, F(6.11) = , p <.001, wat erop wijst dat een combinatie van de positie van de auditieve en visuele stimuli invloed heeft op het aantal keer rechts drukken van de proefpersonen. 13

14 proporties Invloed van synesthetische congruentie op multisensorische audiovisuele integratie congruentie Links congruent Links incongruent Rechts congruent Rechts incongruent geluidspositie Fig. 2.invloed van congruentie op aantal keer rechts drukken. Links en rechts staan voor de posities van de visuele stimulus. Op de x-as zijn de 7 verschillende posities van de auditieve stimulus te zien. Op de y-as zijn de proporties uitgezet. Voor con is echter geen bewijs gevonden, F(1,16) =.03, p =.87. Er is dus geen congruentie effect gevonden, het buiksprekereffect wordt niet sterker wanneer de stimuli congruent zijn aan elkaar. In de grafiek van figuur 2 is te zien dat er geen congruentie effect is gevonden. De lijnen van congruent en incongruent lopen immers nagenoeg gelijk. De grafiek is gebaseerd op het aantal keer rechts drukken van de proefpersonen. Wel is duidelijk te zien dat naarmate het geluid dichterbij uiterst rechts ( pan = 7) komt, er vaker op rechts wordt gedrukt. Daarnaast is ook goed te zien dat wanneer de visuele stimulus zich rechts bevindt, de proefpersonen ook vaker op rechts drukken, ongeacht de positie van het geluid. 14

15 Methode experiment 2 Deelnemers: Aan het EEG onderzoek deden 14 proefpersonen mee. Hiervan is er 1 afgevallen, uiteindelijk werden er dus 13 proefpersonen meegenomen in de data-analyse, met een gemiddelde leeftijd van 21,15 en een standaarddeviatie van 1,95. Alleen rechtshandigen konden zich inschrijven voor het onderzoek. Proefpersonen dienen een goed gehoor en zicht te hebben. Voor deelname kregen de proefpersonen 3,5 proefpersoonuren bijgeschreven. Materiaal: Naast dezelfde materialen als gebruik gemaakt bij het gedragsonderzoek, wordt er bij het EEG onderzoek tevens gebruik gemaakt van materiaal om het EEG te maken. Dit bestaat uit een kap, voor op het hoofd van de proefpersoon, waaraan de sensoren bevestigd worden. Naast deze sensoren zullen er ook 6 sensoren op het gezicht van de proefpersoon geplaatst worden, dit om te kunnen controleren voor de oogbewegingen. Om te zorgen dat de signalen goed gemeten kunnen worden, wordt gebruik gemaakt van een gel, voor een goede geleiding tussen hoofdhuid en sensoren. Als stimuli werd gebruik gemaakt van dezelfde auditieve en visuele stimuli als in experiment 1, echter verschilden ze nu niet van positie en werden in het midden getoond. Onderzoeksopzet: Er is gebruik gemaakt van een within-subjects design. Tijdens het EEG experiment werd ook gebruik gemaakt van zowel auditieve als visuele variabelen. De auditieve stimuli bestonden uit een hoge (4500Hz) of lage (300Hz) toon. De visuele stimuli bestonden uit een grote (6,3cm) of kleine cirkel 15

16 (2,6cm). De diameter van de kleine cirkel is na het gedragsonderzoek aangepast. Zowel de auditieve als visuele stimuli komen allen vanuit het midden, en worden random 200ms aangeboden. Er wordt ofwel een unisensorische stimulus aangeboden, in de vorm van een hoge of lage toon (auditief) of een grote of kleine cirkel (visueel), ofwel een multisensorische stimulus. Deze bestaat uit een audiovisuele stimulus en kan congruent of incongruent zijn. In totaal zijn er 8 unieke stimuli en zal een totale tijd van ongeveer 3,5 uur in beslag nemen. Procedure: De procedure zal grotendeels hetzelfde zijn als in experiment 1. Er wordt een korte oefensessie gehouden van 2 minuten. Als alles duidelijk is word het eerste blok gestart. Er zijn in totaal 5 blokken onderverdeeld in 10 kleine blokjes, tussen deze 10 kleine blokjes zit een pauze die de proefpersoon zelf kan bepalen. Tussen de 5 grote blokken zal de proefleider de kamer binnengaan en controleren of alles in orde is met de proefpersoon en wordt er een langere pauze gehouden. Elk groot blok neemt gemiddeld 15 minuten in beslag, afhankelijk van de proefpersoon. Taak van de proefpersoon is om zo snel mogelijk aan te geven of hij of zij een auditieve, visuele of audiovisuele stimulus hebben geobserveerd. Dit middels het kastje wat voor hen op tafel ligt. Elke unieke unisensorische conditie wordt 10 keer herhaald, elke unieke multisensorische conditie 15 keer. Er zijn vier unisensorische condities, namelijk: auditief hoog, auditief laag en visueel klein, visueel groot. En ook vier multisensorische condities, namelijk: twee audiovisueel synesthetisch congruente condities (hoog, klein en laag, groot) en twee audiovisuele synesthetisch incongruente condities (hoog, groot en laag, klein). Dit komt neer op 100 trials per blokje, 1000 per blok en 5000 trials in totaal. De stimuli worden voor 200ms aangeboden en tussen de trials zit ook 200ms. Het afmeten van het EEG neemt 2,5 uur in beslag. Een extra uur wordt gerekend voor het aansluiten van het EEG materiaal en het verwijderen na afloop. 16

17 Data-Analyse Er zal gebruik gemaakt worden van een Repeated Measures MANOVA met een within-subjects design, en zal bestaan uit 8 condities. Dit zijn 2 multisensorische congruente paren (hoge toon, kleine cirkel en lage toon, grote cirkel), 2 multisensorisch incongruente paren (hoge toon, grote cirkel en lage toon, kleine cirkel) en 4 unisensorische stimuli bestaande uit ofwel een auditieve stimulus (hoge of lage toon) ofwel een visuele stimulus (kleine of grote cirkel). EEG-meting Het EEG werd gemeten met behulp van 32 sensoren op het hoofd en 6 sensoren op het gezicht en verwerkt in het programma Brain Vision Analyzer. Als eerst werd de referentie aangepast naar de linker en rechter mastoïd. Vervolgens worden alle niet neuronale voltages uit het EEG gefilterd, denk aan een knipper of saccade van de ogen, de altijd aanwezige 50Hz of een beweging van het hoofd. Hierna worden in de segmentatie alle condities benoemd. Als volgt wordt gecorrigeerd voor de knipperbewegingen die niet door de filtering eruit zijn gefilterd. Wanneer het EEG een te grote amplitude meet, wordt deze trial met de functie artifact rejection eruit gehaald. Als laatst wordt er een base-line aangelegd, het gemiddelde van de negatieve en positieve amplitudes wordt aangemerkt als nulpunt. Met behulp van dit programma is gekozen om voor de data analyse gebruik te maken van de pieken N1 en P2 en het gebied van N , ook wel N450 genoemd. 17

18 Resultaten experiment 2 Deel 1: gedragsstudie Colavita effect Voor het onderzoek naar het Colavita effect wordt alleen gekeken naar de audiovisuele stimuli, waarop de proefpersonen fout geantwoord hebben, omdat dit de situatie is waarin het Colavita effect kan optreden. Dus wanneer ze hebben aangegeven dat het om een unisensorische stimulus ging, terwijl het om een multisensorische audiovisuele stimulus ging. Als eerst wordt gefilterd zodat alleen multisensorische audiovisuele trials overblijven, vervolgens wordt gefilterd op het verkeerd beantwoorden van deze audiovisuele trials, zodat alleen de audiovisuele trials overblijven waarop de proefpersonen auditief of visueel hebben geantwoord. Wanneer er vaker voor visueel wordt gekozen toont dit het Colavita effect aan. Er is een repeated measures ANOVA uitgevoerd met twee onafhankelijke variabelen. Deze variabelen waren modaliteit en congruentie. Modaliteit staat voor het gekozen antwoord, auditief of visueel, en congruentie staat voor of de audiovisuele stimulus congruent of incongruent was. Uit de resultaten is gebleken dat er een significant hoofdeffect voor modaliteit is gevonden, F(1,12) = 8.888, p=.011, wat erop wijst dat er vaker voor visueel wordt gekozen dan voor auditief. Dit is bewijs voor het Colavita effect, er is een visueel dominantie effect gevonden. Er is echter geen hoofdeffect voor congruentie gevonden, F(1,12) =.131, p =.724, en ook geen interactie effect tussen modaliteit en congruentie, F(1,12) = 1.233, p =.289. In figuur 3 is goed te zien dat er gemiddeld meer voor visueel wordt gekozen ten opzichte van auditief, wat duidt op de aanwezigheid van het Colavita effect. Echter is ook te zien dat dit voor de congruentie niet verschilt. Voor congruent en incongruent zijn de waardes bijna hetzelfde, er werd gemiddeld 30,08 (SD = 15,93) keer gekozen voor visueel in geval van congruente audiovisuele stimuli en 17,77 (SD = 9,58) keer voor auditief. In geval van incongruente audiovisuele stimuli werd er gemiddeld 28,62 (SD = 14,98) keer gekozen voor visueel en 18,31 (SD = 10,56) keer voor auditief. 18

19 congruentie Invloed van synesthetische congruentie op multisensorische audiovisuele integratie Colavita effect incongruent auditief congruent visueel gemiddeld aantal x gekozen Fig. 3. Gemiddeld aantal auditieve en visuele antwoorden op audiovisuele stimuli. Opgesplitst in congruente en incongruente trials. Deel 2: EEG studie Colavita effect Naast de gedragsstudie is er ook een EEG gemeten om onderzoek naar de invloed van congruentie op het Colavita effect te doen. Voor het analyseren van de data is gekozen om in de ERP s te kijken naar de piek N1 en het gebied N450 frontaal en de piek P2 pariëtaal. Dit omdat er op deze locaties op die momenten veel activiteit gevonden werd. In figuur 4 is een ERP zichtbaar van een frontale electrode op het moment van zowel een congruente als incongruente trial. Fig. 4. ERP van frontale electrode Fz. Zwarte lijn is een congruente trial, rode lijn is een incongruente trial. 19

20 Op de pieken N1 en P2 is een repeated measures ANOVA uitgevoerd met als variabelen sensoren en congruentie. Voor de N1 zijn de sensoren F 1, F z, F 2, F c1, F cz, F c2, C 1, C z en C 2 gekozen om mee te nemen in de analyse en voor de P2 zijn de sensoren P 3, P 1, P z, P 2, P o3, P oz, O 1 en O z gekozen. Congruentie is wederom onder te verdelen in congruent of incongruent. De N1 en P2 zijn verdeeld in een latentie en amplitude dataset. De latentie meet de afstand van aanvang stimulus tot de piek. Door middel van data analyse wordt gekeken hoe deze pieken verschuiven als functie van congruentie. Hier is voor zowel de N1 als de P2 geen significant verschil gevonden ten opzichte van de prestimulus baseline. De amplitude meet de daadwerkelijke hersenactiviteit op een bepaald tijdstip. Voor de N1 is hier een significant hoofdeffect gevonden voor de sensoren, F(8,5) = 5.360, p =.021. Echter zowel het hoofdeffect van congruentie, F(1,12) =.01, p =.940, als het interactie effect, F(8,5) =.37, p =.680, zijn niet significant bevonden. Voor de P2 is er geen effect gevonden voor zowel de sensoren, F(7,6) = 1.50, p =.244, congruentie, F(1,12) =.00, p =.999, als het interactie effect van sensoren en congruentie, F(7,6) = 1.16, p =.339. Ten slotte is er gekeken naar de gemiddelde activiteit tussen 430 en 550ms, de N450. Hiervoor is alleen de amplitude gemeten en wederom naar het verschil tussen congruent en incongruent. Er is een repeated measures ANOVA uitgevoerd met als variabelen sensoren en congruentie. Voor de variabele sensoren is gekozen om F 2, F z en F 1 mee te nemen in de analyse. Er is geen significant effect gevonden voor de interactie tussen congruentie en de sensoren, F(2,11) =.37, p =.653. Wel is er voor zowel congruentie, F(1,12) = 5.23, p =.041, als sensoren, F(2,11) = 5.08, p =.032, een significant hoofdeffect gevonden binnen het gebied N450. Dit wijst erop dat er een significant verschil is in frontale hersenactiviteit tussen congruente en incongruente audiovisuele stimuli op de N450. Er is een grotere gemiddelde negatieve activiteit gevonden bij het integreren van synesthetisch congruente audiovisuele stimuli binnen het gebied van ms, ten opzichte van synesthetisch incongruente audiovisuele stimuli. 20

21 Discussie De studie onderzocht het effect van synesthetische congruentie op de manier waarop multisensorische stimuli worden geïntegreerd in het brein. Dit werd gedaan aan de hand van onderzoek naar het buiksprekereffect en het Colavita effect, waarbij gekeken werd naar de invloed van synesthetische congruentie op deze effecten. Verwacht werd dat zowel bij het buiksprekereffect als bij het Colavita effect de synesthetische congruentie van multisensorische stimuli een rol speelt in de verwerking ervan. Bij het buiksprekereffect werd verwacht dat de proefpersonen, in het geval van een multisensorisch synesthetisch congruent paar, minder accuraat zouden reageren op de positie van de auditieve stimulus, dan in het geval van een incongruent paar. De verwachting bij het onderzoek naar het Colavita effect was dat dit effect sterker zou worden in geval van een synesthetisch congruent paar tegenover een incongruent paar. In het eerste en tweede deel van het onderzoek is zowel het buiksprekereffect als het Colavita effect aangetoond. Dit is in overeenstemming met eerder onderzoek naar het buiksprekereffect (Bien et al., 2011; Parise en Spence, 2008) en het Colavita effect (Koppen, Alsius en Spence, 2007; Koppen, Levitan en Spence, 2009). In geval van het buiksprekerexperiment hadden de proefpersonen de neiging om de auditieve stimulus eerder toe te schrijven aan de kant waar ook de visuele stimulus zich bevond, wat bewijs is voor het aanwezig zijn van het buiksprekereffect. Het Colavita effect werd aangetoond, omdat proefpersonen een visuele dominantie blijken te hebben. In het geval van een audiovisuele stimulus werd vaker aangegeven dat het om een unimodale visuele stimulus ging dan om een unimodale auditieve stimulus. Betreffende het congruentie effect was geen enkel effect van synesthetische congruentie op het integreren van audiovisuele stimuli op gedragsniveau gevonden. Dit is in tegenspraak met de uitkomst van de onderzoeken van Parise en Spence (2008, 2009), waarin zij wel een effect vonden 21

22 van synesthetische congruentie op het buiksprekereffect. Zij vonden een sterkere link tussen synesthetisch congruente audiovisuele paren, ofwel een groter buiksprekereffect bij congruente trials tegenover incongruente trials (Parise & Spence, 2008). In het latere onderzoek werd gevonden dat de auditieve stimulus slechter werd beoordeeld wanneer de stimuli synesthetisch congruent waren (Parise & Spence, 2009). Ook dit wijst op het aanwezig zijn van een synesthetisch congruentie effect binnen het buiksprekereffect. Echter zijn beide studies gebaseerd op het temporele buiksprekereffect en huidig onderzoek op het spatiële buiksprekereffect. Daarbij was in beide onderzoeken (Parise & Spence, 2008; 2009) de visuele stimulus het referentiepunt, in het midden van het beeldscherm. De proefpersoon was zich dus bewust van zowel de auditieve en visuele stimuli, terwijl daarentegen in huidig onderzoek alleen de auditieve stimuli bewust werden meegenomen. Wellicht werd in huidig onderzoek de visuele stimulus onvoldoende opgemerkt, waardoor de proefpersonen de congruentie niet konden opmerken, en kan dit als mogelijke oorzaak gezien worden dat er geen effect werd gevonden. Echter, wanneer de visuele stimulus niet wordt opgemerkt kan er ook geen sprake zijn van het buiksprekereffect en hier is wel bewijs voor gevonden. Mogelijk dat synesthetische congruentie in het huidige experiment na het integreren van multisensorische stimuli wordt verwerkt en op deze manier geen invloed heeft op het buiksprekereffect. Radeau en Bertelson (1977, 1978) hebben onderzoek gedaan naar de invloed van semantische congruentie op het buiksprekereffect in tegenstelling tot synesthetische congruentie. Daaruit is gebleken dat het gebruik van realistische stimuli, dus stimuli die semantisch overeenkomstig zijn, ten opzichte van niet realistische stimuli geen invloed hebben op de verwerking van audiovisuele stimuli. Zij stellen dat semantische congruentie niet belangrijk is voor het optreden van het buiksprekereffect in tegenstelling tot het overeenkomen van stimuli in tijd en plaats. Hoe meer informatie de proefpersoon krijgt van de stimuli, hoe makkelijker een verschil in plaats of tijd opvalt, dus hoe minder sterk het buiksprekereffect is (Radeau & Bertelson, 1877). Wat zij zeggen is dus in overeenkomst met de resultaten van huidig onderzoek, er is geen effect van zowel semantische als synesthetische congruentie gevonden. 22

23 Keetels en Vroomen (2011) deden, evenals huidig experiment, ook onderzoek naar het temporele buiksprekereffect en vonden echter geen bewijs voor het congruentie effect. Zelfs wanneer zij de proefpersonen bewust maakten van de congruente en incongruente paren, had dit geen effect op de uitslag van het onderzoek. In een ander onderzoek naar congruentie tussen auditieve en visuele stimuli, van Klapetek, Ngo en Spence (2012), werd in eerste instantie ook geen bewijs gevonden voor het congruentie effect. Echter na bewustmaking van de proefpersonen van de congruente en incongruente paren presteerden zij significant beter. Dit wijst erop dat men de informatie over synesthetische congruentie op een bewuste manier kan gebruiken, en wanneer dit het geval is men beter reageert op de synesthetisch congruente paren ten opzichte van de incongruente paren. Tevens kan dit wijzen op een late bewustwording van synesthetische congruentie, waardoor het geen effect heeft op de audiovisuele integratie. Dit is terug te zien in de uitslag van het EEG onderzoek. In het EEG onderzoek naar het Colavita effect is wel een effect gevonden van synesthetische congruentie. Er is een laat effect gevonden in de ERP van het frontale deel van de hersenen in het gebied tussen ms, de N450. Dit wil zeggen dat er binnen dit tijdsinterval een verhoogde negatieve activatie is bij synesthetische congruente audiovisuele paren in vergelijking met audiovisuele incongruente paren. Uit eerder onderzoek is gebleken dat dit late negatieve effect samenhangt met het proces van semantisch coderen in het brein (John, 2005) en met de processen die onderliggend zijn aan een taak waarbij de proefpersoon onderscheid moet maken tussen semantisch congruente of incongruente stimuli, zoals de Stroop test (Larson, Kaufman & Perlstein, 2008). In de studie van Larson et al. (2008) is onderzoek gedaan naar het late negatieve effect op de N450 in het frontale deel van de hersenen. Zij vonden dat de N450 betrokken is bij conflict controlerende processen, met een hogere betrokkenheid bij incongruente stimuli. Ook Szücs en Soltész (2012) concluderen dat de N450 vooral te maken heeft met het verwerken van tegenstrijdige stimuli. In een onderzoek van Koppen, Alsius en Spence (2007) naar het effect van semantische 23

24 congruentie op het Colavita effect is echter geen bewijs gevonden voor het congruentie effect. Zij zeggen dat door de grote hoeveelheid complexe informatie van de auditieve en visuele stimuli, de proefpersonen meer te verwerken hebben en zo meer fouten maken. Bij de semantisch congruente audiovisuele trials werden significant meer fouten gemaakt en was de reactietijd langer dan bij de incongruente trials (Koppen, Alsius & Spence, 2007). Dit kan komen doordat bij de incongruente audiovisuele trials het duidelijker was dat de stimuli niet bij elkaar hoorden en daardoor makkelijker voor de proefpersonen te bepalen dat het een audiovisuele stimulus was, terwijl bij de congruente audiovisuele trials het meer als een geheel werd gezien. De semantische congruentie beïnvloedde dus wel de prestatie van de proefpersonen op de taak, maar niet de sterkte van het Colavita effect zelf. Als verklaring voor het feit dat er geen semantisch congruentie effect werd gevonden gaven zij aan dat semantische congruentie een aangeleerde associatie is tussen auditieve en visuele stimuli, en dat dit later voorkomt in de verwerking van audiovisuele stimuli dan temporele en spatiële factoren. Hierdoor zal het Colavita effect wel beïnvloedt worden door de temporele en spatiële kenmerken van de stimuli, maar treedt het congruentie effect te laat op in de verwerking van audiovisuele stimuli om nog invloed te hebben op het Colavita effect. Dit is in overeenstemming met de bevindingen van huidig onderzoek, waarbij een laat effect werd gevonden op de N450 bij het contrast tussen congruentie en incongruente stimuli. Dit is tevens in overeenstemming met de uitkomsten van een onderzoek van Radeau en Bertelson (1977), die ook stellen dat het overeenkomen van stimuli in tijd en plaats belangrijker is bij het integreren van audiovisuele stimuli dan de congruentie tussen audiovisuele stimuli. Semantische congruentie is volgens Laurienti et al. (2004) een belangrijke factor van het integreren van multisensorische stimuli. Zij stellen echter wel dat het hier complexe stimuli betreft, waarbij de auditieve en visuele component op natuurlijke wijze bij elkaar horen. Zoals het zien van een ambulance en het tegelijk horen van de sirene. In dit geval spreken we van semantische congruentie, een aangeleerde associatie tussen de auditieve en visuele stimuli die in de hersenen tot een geheel 24

25 geïntegreerd worden. Wanneer echter gebruik gemaakt wordt van stimuli die niet op natuurlijke wijze bij elkaar te plaatsen zijn, kan men alsnog spreken van congruentie. Zoals de stimuli gebruikt in huidig onderzoek, een grote cirkel is congruent aan een lage toon. Als men dit natuurkundig bekijkt kan dit toegeschreven worden aan het feit dat grote objecten op een lagere frequentie resoneren (Klapetek, Ngo & Spence, 2012). In dit geval spreekt men van een synesthetische congruentie. Voor zowel het semantische congruentie effect (Laurienti et al., 2004) als het synesthetische congruentie effect (Bien et al., 2011; Parise & Spence, 2008) is in eerder onderzoek bewijs gevonden. Naast eerdere studies (Koppen, Alsius & Spence, 2007; Keetels & Vroomen, 2011) heeft ook huidig onderzoek dit echter niet kunnen bevestigen. Dit duidt aan dat er nog veel vervolgonderzoek nodig is naar het congruentie effect. Het is nog onduidelijk waaraan deze verschillen in uitkomst aan te wijten zijn, echter kunnen stimulus en taak effecten mogelijkerwijs een rol spelen. Bien et al. (2011) deden ook onderzoek naar synesthetische congruentie van auditieve en visuele stimuli. Dit onderzoek had dezelfde onderzoeksopzet als huidig onderzoek, echter vonden zij een rechter pariëtaal effect op de P2 in het ERP onderzoek, wat in huidig onderzoek niet het geval was. De oorzaak van deze discrepantie is onduidelijk, wel zijn er enkele kleine verschillen in de aangeboden stimuli. Zo werden in het onderzoek van Bien et al. (2011) grijze cirkels op een witte achtergrond gebruikt en in huidig onderzoek witte cirkels op een zwarte achtergrond. Tevens werd in huidig onderzoek gebruik gemaakt van 7 verschillende posities van het geluid en de lage toon was 300Hz, terwijl in het onderzoek van Bien et al. (2011) onderscheid werd gemaakt tussen 5 verschillende posities en de frequentie van de lage toon was 250Hz. Als aanbeveling voor een vervolgstudie kan men deze kleine verschillen uitsluiten om zo de condities voor alle proefpersonen gelijk te houden en op deze manier verschillende onderzoeken te kunnen vergelijken. Daarnaast zou men verder onderzoek kunnen doen naar de relevantie van het ERP op 250ms, ofwel de rechter pariëtale P2. 25

26 In de huidige studie is bewijs gevonden voor zowel het buiksprekereffect als het Colavita effect. Beide effecten kwamen in de data duidelijk naar voren. Voor de gedragsstudies naar het buiksprekereffect en het Colavita effect in combinatie met het synesthetische congruentie effect is geen bewijs gevonden, tegen de verwachting in werd er geen congruentie effect gevonden. Wel werd er een laat negatief effect gevonden in de ERP op de N450 in het frontale deel van de hersenen, wat mogelijk te wijten is aan de late verwerking van het synesthetische congruentie effect op de integratie van audiovisuele stimuli. Voor toekomstig onderzoek is aan te raden dieper op het congruentie effect in te gaan. Dit kan zowel voor het semantische congruentie effect als het synesthetische. Tevens kan gekeken worden naar andere combinaties van de veelgebruikte visuele en auditieve stimuli, de cirkels en tonen, zoals een visuele stimulus hoog in het beeldscherm aanbieden in combinatie met een hoge toon, laag in het beeldscherm in combinatie met een lage toon. Daarnaast zouden ook de relevante hersengebieden beter in kaart kunnen worden gebracht door middel van verder EEG onderzoek. 26

27 Referenties Bien, N., ten Oever, S., Goebel, R., & Sack, A. T. (2011). The sound of size Crossmodal binding in pitch size synesthesia: A combined TMS, EEG and psychophysics study. NeuroImage, 59, Bischoff, M., Walter, B., Blecker, C. R., Morgen, K., Vaitl, D., & Sammer, G. (2007). Utilizing the ventriloquism-effect to investigate audio-visual binding. Neuropsychologica, 45, Bonath, B., Noesselt, T., Martinez, A., Mishra, J., Schwiecker, K., Heinze, J-H., & Hillyard, S. A. (2007). Neural basics of the ventriloquist illusion. Current Biology, 17, Keetels, M., Vroomen, J. (2011). Perception of synchrony between the senses. Klapetek, A., Ngo, M. K., & Spence, C. (2012). Does crossmodal correspondence modulate the facilitatory effect of auditory cues on visual search? Atten Percept Psychophys, 74, Koppen, C., Alsius, A., & Spence, C. (2007). Semantic congruency and the Colavita visual dominance effect. Experimental Brain Research, 184, Koppen, C., Levitan, C. A., & Spence, C. (2009). A signal detection study of the Colavita visual dominance effect. Experimental Brain Research, 196, Laurienti, P. J., Kraft, R. A., Maldjian, J. A., Burdette, J. H., & Wallace, M. T. (2004). Semantic congruence is a critical factor in multisensory behavioral performance. Experimental Brain Research, 158, 405. Munhall, K. G., Gribble, P., Sacco, L., & Ward, M. (1996). Temporal constraints on the McGurk effect. 27

28 Perception & Psychophysics, 58, Parise, C., & Spence, C. (2008). Synesthetic congruency modulates the temporal ventriloquism effect. Neuroscience Letters, 442, Parise, C, & Spence, C. (2009). When birds of a feather flock together: synesthetic correspondences modulate audiovisual integration in non-synesthetes. PLoS ONE, 4. Parise, C., & Spence, C. (2012). Audiovisual crossmodal correspondences and sound symbolism: a study using the implicit association test. Experimental Brain Research, 220, Radeau, M., & Bertelson, P. (1977). Adaptation to auditory-visual discordance and ventriloquism in semirealistic situations. Perception & Psychophysics, 22 (2), Radeau, M., & Bertelson, P. (1978). Cognitive factors and adaptation to auditory-visual discordance. Perception & Psychophysics, 23 (4), Ramachandran, V. S., & Hubbard, E. M. (2001). Synesthesia A window into perception, thought and language. Journal of Consciousness Studies, 12, Spence, C., Senkowski, D., & Röder, B. (2009). Crossmodal processing. Experimental Brain Research, 198,

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht

Nadere informatie

De Invloed van Motorische Handelingen. op de Visuele Perceptie van Beweging

De Invloed van Motorische Handelingen. op de Visuele Perceptie van Beweging De Invloed van Motorische Handelingen op de Visuele Perceptie van Beweging Bachelorthesis Klinische Gezondheidspsychologie Departement Psychologie en Gezondheid, Neuropsychologie, Universiteit van Tilburg

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

IS EEN KLANK OP MEERDER MANIEREN TE HOREN MET BEHULP VAN RECALIBRATIE EN SELECTIEVE ADAPTATIE?

IS EEN KLANK OP MEERDER MANIEREN TE HOREN MET BEHULP VAN RECALIBRATIE EN SELECTIEVE ADAPTATIE? Is een klank op meerder manieren te horen met behulp van recalibratie en selectieve adaptatie? F.V. van Hassel (ANR: 302949) Afdeling van Cognitieve Neuropsychologie Tilburg University 20 april 2015 Begeleider:

Nadere informatie

Taal in het Kleuterbrein EEG in de praktijk

Taal in het Kleuterbrein EEG in de praktijk Taal in het Kleuterbrein EEG in de praktijk Nina Davids & Judith Pijnacker - senior onderzoekers Petra van Alphen - projectleider Expertise & Innovatie, PonTeM Taal in het Kleuterbrein Waarom EEG? Wat

Nadere informatie

Speaking of Reading. The Role of Basic Auditory and Speech Processing in the Manifestation of Dyslexia in Children at Familial Risk B.E.

Speaking of Reading. The Role of Basic Auditory and Speech Processing in the Manifestation of Dyslexia in Children at Familial Risk B.E. Speaking of Reading. The Role of Basic Auditory and Speech Processing in the Manifestation of Dyslexia in Children at Familial Risk B.E. Hakvoort Samenvatting Dyslexie komt voor bij ongeveer 3 tot 10%

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Het Effect Van Ritme Op De Verdeling Van Visuele Aandacht In De Tijd

Het Effect Van Ritme Op De Verdeling Van Visuele Aandacht In De Tijd 1 Het Effect Van Ritme Op De Verdeling Van Visuele Aandacht In De Tijd Luke Snijders 524119 Begeleider: Prof. dr. J. Vroomen Verslag geschreven in kader van de bachelorthesis van klinische gezondheidspsychologie.

Nadere informatie

Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer

Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Achtergrond De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer (Alzheimer s disease - AD) is een neurodegeneratieve ziekte

Nadere informatie

Verwerking van echte en geïmpliceerde beweging

Verwerking van echte en geïmpliceerde beweging Verwerking van echte en geïmpliceerde beweging (Nederlandse samenvatting) Wanneer we een foto van een persoon zien, herkennen de meeste van ons of de persoon op de foto rende terwijl de foto gemaakt werd

Nadere informatie

A Rewarding View on the Mouse Visual Cortex. Effects of Associative Learning and Cortical State on Early Visual Processing in the Brain P.M.

A Rewarding View on the Mouse Visual Cortex. Effects of Associative Learning and Cortical State on Early Visual Processing in the Brain P.M. A Rewarding View on the Mouse Visual Cortex. Effects of Associative Learning and Cortical State on Early Visual Processing in the Brain P.M. Goltstein Proefschrift samenvatting in het Nederlands. Geschreven

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. Samenvatting

Nederlandse Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Toenaderen of vermijden. Neurobiologische mechanismen in sociale angst Het doel van dit proefschrift was om meer inzicht te krijgen in de psychobiologische mechanismen die een rol spelen bij

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 188 Type 1 Diabetes and the Brain Het is bekend dat diabetes mellitus type 1 als gevolg van hyperglykemie (hoge bloedsuikers) kan leiden tot microangiopathie (schade aan de kleine

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Samenvatting. Waarom bewegen we op de manier waarop we bewegen?

Samenvatting. Waarom bewegen we op de manier waarop we bewegen? amenvatting 112 Dit proefschrift gaat over bewegingen en de manier waarop deze gecodeerd zijn in het brein. De bewegingen die we bekeken hebben zijn natuurlijke armbewegingen naar specifieke doelen. Ondanks

Nadere informatie

Opgeroepen hersenpotentialen als venster op de fysieke eigenschappen van externe representaties

Opgeroepen hersenpotentialen als venster op de fysieke eigenschappen van externe representaties Opgeroepen hersenpotentialen als venster op de fysieke eigenschappen van externe representaties Bachelorthese - Lot Verburgh (s0111252) Vakgroep Instructietechnologie (IST) Begeleiders: Theo van Leeuwen

Nadere informatie

DE INTEGRATIE VAN VISUELE EN TACTIELE STIMULI

DE INTEGRATIE VAN VISUELE EN TACTIELE STIMULI DE INTEGRATIE VAN VISUELE EN TACTIELE STIMULI Vision and touch are automatically integrated for the perception of sequences of events Bresciani, J. P., Dammeier, F. & Ernst, M. O. (2006) Opbouw Inleiding

Nadere informatie

a p p e n d i x Nederlandstalige samenvatting

a p p e n d i x Nederlandstalige samenvatting a p p e n d i x B Nederlandstalige samenvatting 110 De hippocampus en de aangrenzende parahippocampale hersenschors zijn hersengebieden die intensief worden onderzocht, met name voor hun rol bij het geheugen.

Nadere informatie

Begeleiding: Dr J.Meulstee neuroloog, klinisch neurofysioloog R Köppen, laborant KNF Drs A Kurver AIOS Neurologie

Begeleiding: Dr J.Meulstee neuroloog, klinisch neurofysioloog R Köppen, laborant KNF Drs A Kurver AIOS Neurologie Elco Buijs Afstudeeronderzoek Normaalwaarden van de Pattern Visual Evoked Potentials bij toepassen van LCD scherm. Canisius Wilhelmina Ziekenhuis te Nijmegen Begeleiding: Dr J.Meulstee neuroloog, klinisch

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting In dit proefschrift werd de relatie tussen subjectieve intensiteit en aangenaamheid in smaak onderzocht. Gewoonlijk wordt aangenomen dat de sensorische aangenaamheid van een stimulus afhankelijk is van

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25829 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Nunspeet, Félice van Title: Neural correlates of the motivation to be moral Issue

Nadere informatie

BIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE C. klok. www. bio. .nl

BIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE C. klok. www. bio. .nl BIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE C www. bio klok.nl EN DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE PRAKTIJK Ready Set Go! galmt het door de stadions tijdens sportwedstrijden, zoals de Olympische Spelen. Olympische

Nadere informatie

Controle van de romp bij lagerugpijnpatiënten

Controle van de romp bij lagerugpijnpatiënten Controle van de romp bij lagerugpijnpatiënten In hoofdstuk 1 worden de achtergrond en de doelen van mijn onderzoek beschreven. Lage rugpijn is een belangrijk maatschappelijk probleem, zowel op het gebied

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

Elektrofysiologische correlaten voor een auditief verwerkingsprobleem bij mensen met dyslexie

Elektrofysiologische correlaten voor een auditief verwerkingsprobleem bij mensen met dyslexie Elektrofysiologische correlaten voor een auditief verwerkingsprobleem bij mensen met dyslexie Hanne Poelmans, Heleen Luts, Maaike Vandermosten, Bart Boets, Pol Ghesquière & Jan Wouters ExpORL & Onderzoekseenheid

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

Doelstelling: nagaan in hoeverre er verschillen optreden in de hersenactiviteit door het gebruik van de ChromaGen filters van de Xlens.

Doelstelling: nagaan in hoeverre er verschillen optreden in de hersenactiviteit door het gebruik van de ChromaGen filters van de Xlens. Antwerpen, juni 2011 Kwantitatieve EEG analyses lezen met/zonder Xlens. Doelstelling: nagaan in hoeverre er verschillen optreden in de hersenactiviteit door het gebruik van de ChromaGen filters van de

Nadere informatie

Neurowetenschappen, taal en het onderwijs: Een verstandshuwelijk?

Neurowetenschappen, taal en het onderwijs: Een verstandshuwelijk? Neurowetenschappen, taal en het onderwijs: Een verstandshuwelijk? Esli Struys, CLIN, VUB Seminarie VLOR, 25 oktober 2012 30-10-2012 1 Overzicht -Mind, Brain, Language & Education (MBLE): mogelijkheden,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting Aandacht

Nederlandse samenvatting Aandacht Nederlandse samenvatting Aandacht Stel je bent op een feestje en je hebt een interessant gesprek met iemand die je al tijden niet meer hebt gesproken. De verhalen van deze oude bekende zijn dusdanig interessant

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse samenvatting Lateralisatie en schizofrenie

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse samenvatting Lateralisatie en schizofrenie Nederlandse samenvatting Lateralisatie en schizofrenie 255 256 De twee hersenhelften, de hemisferen, van het menselijke brein verschillen zowel in vorm als in functie. In sommige hersenfuncties, zoals

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/30209 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/30209 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/30209 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Witteman, Jurriaan Title: Towards a cognitive neuroscience of prosody perception

Nadere informatie

Wie kiest er eigenlijk: wij of onze hersenen?

Wie kiest er eigenlijk: wij of onze hersenen? Wie kiest er eigenlijk: wij of onze hersenen? Stan Gielen Afd. Biofysica Radboud Universiteit Nijmegen Contents Supervised en unsupervised leren? Wat is een neuron en hoe werkt het Hoe maken wij keuzes?

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Nederlandse samenvatting proefschrift Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Cerebral changes in Amyotrophic Lateral Sclerosis, 5 september 2017, UMC Utrecht Inleiding Amyotrofische

Nadere informatie

Een objectieve maat voor auditieve verwerking?

Een objectieve maat voor auditieve verwerking? Martijn Toll (Viataal, ErasmusMC) André Goedegebure (ErasmusMC) Karin Neijenhuis (Kon Auris groep) Hans Verschuure (ErasmusMC) Een objectieve maat voor auditieve verwerking? De latentie van de P3 piek

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) (Dutch Summary) 9 (Dutch Summary) Slechtziendheid en blindheid (visuele beperking) vormt in onze vergrijzende samenleving een steeds groter probleem in het leven van veel ouderen. Dit uit zich niet alleen

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

de verzwakkingscorrectie uit te voeren op basis van de berekende verzwakkingscorrectie.

de verzwakkingscorrectie uit te voeren op basis van de berekende verzwakkingscorrectie. De ultieme uitdaging in het veld van neurowetenschappelijk onderzoek is om te begrijpen wat de biologische basis is van emoties, cognitie en, uiteindelijk, van bewustzijn. Het verkennen van de menselijke

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Gebruiken mensen informatie uit hun omgeving? Onthullingen met behulp van de eyetracker

Gebruiken mensen informatie uit hun omgeving? Onthullingen met behulp van de eyetracker Gebruiken mensen informatie uit hun omgeving? Onthullingen met behulp van de eyetracker Bachelorproject Nienke van Tellingen, 1162926 Begeleiders: Prof. dr. Niels Taatgen & MSc Jelmer Borst Samenvatting:

Nadere informatie

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date:

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47848 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning

Nadere informatie

INLEIDING. Samenvatting

INLEIDING. Samenvatting INLEIDING Iedereen die ooit heeft gezien hoe een baby van enkele weken oud zijn omgeving verkent en bekijkt, heeft ongetwijfeld opgemerkt dat het kijkgedrag van een pasgeborene zich sterk onderscheidt

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Onze voorouders hebben moeten leren overleven in omgevingen waarin ze continu geconfronteerd konden worden met onverwachte situaties. Van cruciaal belang voor hun overleving werd

Nadere informatie

Volgen mensen het meest optimale zoekpad?

Volgen mensen het meest optimale zoekpad? Volgen mensen het meest optimale zoekpad? Analyse van oogbewegingen bij complexe zoektaken Tom Bakker, 3186822 Juni 2011 Begeleider: Jelmer de Vries De vraag die in dit onderzoek centraal staat, is of

Nadere informatie

Figuur 1: Verwijzing naar de verschillende locaties met betrekking tot het systeem voor de plaatsing van de elektrodes.

Figuur 1: Verwijzing naar de verschillende locaties met betrekking tot het systeem voor de plaatsing van de elektrodes. Neurofeedback en de resonantie van het brein met Ir. G. Roozemond van het Neurotherapie Centrum in Hilversum. Na enige tijd realiseer ik me dat ik meer wil weten over het effect van de hoge frequenties

Nadere informatie

Samenvatting. Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s

Samenvatting. Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s Samenvatting Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s 166 Het doel van dit proefschrift was inzicht te krijgen in de vroege ontwikkeling van het gebruik van visuele informatie voor

Nadere informatie

Experience Design Opdracht 1

Experience Design Opdracht 1 Experience Design Opdracht 1 Kleuren en woorden - De Strooptest Joyce Karreman 0793350 WERKING VAN DE ZINTUIGEN Ik heb gekozen voor de zogeheten Stroop-test. Hierbij werken de ogen nauw samen met het brein,

Nadere informatie

Brain Oscillations and Synchrony in Neurocognitive Systems J. van Driel

Brain Oscillations and Synchrony in Neurocognitive Systems J. van Driel Brain Oscillations and Synchrony in Neurocognitive Systems J. van Driel Nederlandse samenvatting Hersenactiviteit is sterk ritmisch, net als bijvoorbeeld geluidsgolven, lichtspectra en signalen voor moderne

Nadere informatie

Het (on)meetbare brein

Het (on)meetbare brein Het (on)meetbare brein Proost op de wetenschap, SPUI25 Lukas Snoek Universiteit van Amsterdam Even voorstellen... Wie ben ik? Lukas Snoek, promovendus psychologie ("Brein & Cognitie") aan de UvA Interesse

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20126 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Dumas, Eve Marie Title: Huntington s disease : functional and structural biomarkers

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting List of publications Curriculum Vitae Dankwoord. Chapter 7

Nederlandse samenvatting List of publications Curriculum Vitae Dankwoord. Chapter 7 Nederlandse samenvatting List of publications Curriculum Vitae Dankwoord Cognitieve dysfunctie bij glioompatiënten Onderliggende mechanismen en consequenties Jaarlijks wordt bij 800 mensen in Nederland

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Samenvatting Nederlandse samenvatting Oorsuizen zit tussen de oren Tussen de oren Behalve fysiek tastbaar weefsel zoals bot, vloeistof en hersenen zit er veel meer tussen de oren, althans zo leert een

Nadere informatie

Repetition pitch bij CI-gebruikers

Repetition pitch bij CI-gebruikers Repetition pitch bij CI-gebruikers Jan-Willem Wasmann, Klinisch-fysicus i.o. dr. H. Versnel, dr. S.F.L. Klis en dr. G.A. van Zanten UMC Utrecht NVA, 26 september 2014 Repetition pitch repetition pitch

Nadere informatie

Auditory processing in the brainstem and audiovisual integration in humans studied with fmri Slabu, Lavinia Mihaela

Auditory processing in the brainstem and audiovisual integration in humans studied with fmri Slabu, Lavinia Mihaela University of Groningen Auditory processing in the brainstem and audiovisual integration in humans studied with fmri Slabu, Lavinia Mihaela IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version

Nadere informatie

Scene Statistics: Neural Representation of Real-world Structure in Rapid Visual Perception I.I.A. Groen

Scene Statistics: Neural Representation of Real-world Structure in Rapid Visual Perception I.I.A. Groen Scene Statistics: Neural Representation of Real-world Structure in Rapid Visual Perception I.I.A. Groen Nederlandse samenvatting behorende bij het proefschrift Scene statistics: neural representation of

Nadere informatie

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16 modulus strepen: uitkomst > 0 Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n 10 ttest ( x ) 105 101 3,16 n-1 4 t test > t kritisch want 3,16 >,6, dus 105 valt buiten het BI. De cola bevat niet significant

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19153 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Claessens, Sanne Title: Programming the brain : towards intervention strategies

Nadere informatie

Kijk eens in het brein!

Kijk eens in het brein! Kijk eens in het brein! Hersenen en taal Hersenen als onderzoeksdomein Cognitief proces als onderzoeksdomein bouwstenen, chemie anatomie localisatie functies fasen en verloop cognitief proces neurale representatie

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

The Neurochemical Correlate of Consciousness: Exploring Neurotransmitter Systems Underlying Conscious Vision A.M. van Loon

The Neurochemical Correlate of Consciousness: Exploring Neurotransmitter Systems Underlying Conscious Vision A.M. van Loon The Neurochemical Correlate of Consciousness: Exploring Neurotransmitter Systems Underlying Conscious Vision A.M. van Loon NEDERLANDSE SAMENVATTING Het neurale correlaat van bewustzijn Hoe creëren onze

Nadere informatie

Uitkomsten studie Genderonderzoek energiebesparing

Uitkomsten studie Genderonderzoek energiebesparing Uitkomsten studie Genderonderzoek energiebesparing Inhoudsopgave Doel Aanpak Uitkomsten Rolverdeling bij besluitvorming De krachtigste motieven De beste afzender Suggesties voor vervolg IN DE BIJLAGEN

Nadere informatie

PSYCHOLOGIE: BREIN EN COGNITIE

PSYCHOLOGIE: BREIN EN COGNITIE Mastervoorlichting masterweek februari 2016 PSYCHOLOGIE: BREIN EN COGNITIE The search to understand the most complex, sophisticated and powerful information processing device known; The Human Brain - Brain

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1 Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie (Memantine Add-On Therapy to Clozapine in Refractory Schizophrenia) David M.H. Buyle David M.H. Buyle

Nadere informatie

Bijzondere hoorvermogens van blinde mensen: Beschikken blinde mensen over een beter ruimtelijke gehoor dan mensen die over hun zicht beschikken?

Bijzondere hoorvermogens van blinde mensen: Beschikken blinde mensen over een beter ruimtelijke gehoor dan mensen die over hun zicht beschikken? Bijzondere hoorvermogens van blinde mensen: Beschikken blinde mensen over een beter ruimtelijke gehoor dan mensen die over hun zicht beschikken? Door: Begeleider: Loek Wertwijn Mark Spiering Inhoudsopgave

Nadere informatie

Masterproject Sociale Psychologie: Thesis & Stageverslag

Masterproject Sociale Psychologie: Thesis & Stageverslag Masterproject Sociale Psychologie: Thesis & Stageverslag Koen Verschoor (0425435) Begeleider: Harm Veling Universiteit Utrecht, 3 juli 2009 Motivatie door agressie: De onbewuste koppeling van agressieve

Nadere informatie

te krijgen in dynamica van de CZS processen. Figuur 1 laat de algemene onderzoeksopzet van de experimenten uit Hoofdstuken 2 tot en met 7 zien.

te krijgen in dynamica van de CZS processen. Figuur 1 laat de algemene onderzoeksopzet van de experimenten uit Hoofdstuken 2 tot en met 7 zien. amenvatting 141 amenvatting Onze zintuigen zijn fascinerende systemen die ons in staat stellen om de wereld om ons heen waar te nemen en onze bewegingen te controleren. Meestal komt de informatie van de

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haar, Sita Minke ter Title: Birds and babies : a comparison of the early development

Nadere informatie

Sociolinguïstiek en sociale psychologie:

Sociolinguïstiek en sociale psychologie: Sociolinguïstiek en sociale psychologie: Nieuwe methodes voor attitudemeting Laura Rosseel, Dirk Geeraerts, Dirk Speelman OG Kwantitatieve Lexicologie en Variatielinguïstiek Inleiding sinds de jaren 1960

Nadere informatie

(1) bottom-up, (2) top-down, (3) bottom-up, (4) top-down. (1) bottom-up, (2) top-down, (3) top-down, (4) bottom-up

(1) bottom-up, (2) top-down, (3) bottom-up, (4) top-down. (1) bottom-up, (2) top-down, (3) top-down, (4) bottom-up Practicum 2: Perceptie Description Stof: Hoorcollege, Goldstein H3 Let op! Om dit practicum te halen dient u minstens 2/3 correct te scoren (10 van Instructions de 15 goed). U krijgt dan 3/4 punt. Er zijn

Nadere informatie

HOORTRAINING HOREN TUSSEN DE OREN. Train het centrale hoorvermogen voor betere luistervaardigheid in alledaagse omstandigheden.

HOORTRAINING HOREN TUSSEN DE OREN. Train het centrale hoorvermogen voor betere luistervaardigheid in alledaagse omstandigheden. HOORTRAINING HOREN TUSSEN DE OREN Train het centrale hoorvermogen voor betere luistervaardigheid in alledaagse omstandigheden Rob Drullman 18 & 20 mei 2019 AuDidakt Audicienscongres 1 Inhoud Waarom hoortraining?

Nadere informatie

Duurzaam inzetbaar, Even je geheugen opfrissen

Duurzaam inzetbaar, Even je geheugen opfrissen Samenvatting Mensen zijn in staat zich aan te passen aan de veranderingen die voortdurend plaatsvinden in hun omgeving en in henzelf. Ons gedrag en de manier waarop ons brein informatie verwerkt verandert

Nadere informatie

Duurzaam inzetbaar, Even je geheugen opfrissen

Duurzaam inzetbaar, Even je geheugen opfrissen Samenvatting Mensen zijn in staat zich aan te passen aan de veranderingen die voortdurend plaatsvinden in hun omgeving en in henzelf. Ons gedrag en de manier waarop ons brein informatie verwerkt verandert

Nadere informatie

L e t s g e t P h y s i c a l

L e t s g e t P h y s i c a l L e t s g e t P h y s i c a l I n h o u d s o p g a v e 2 6-7 4-5 4-5 8-9 10-11 12-13 12-13 3 4 Horen werkw.uitspraak: [hore(n)] Verbuigingen: hoorde (verl.tijd ) Verbuigingen: heeft gehoord (volt.deelw.)

Nadere informatie

Bij factor ANOVA is er een tweede onafhankelijke variabele in de analyse bij gekomen. Er zijn drie soorten designs mogelijk:

Bij factor ANOVA is er een tweede onafhankelijke variabele in de analyse bij gekomen. Er zijn drie soorten designs mogelijk: 13. Factor ANOVA De theorie achter factor ANOVA (tussengroep) Bij factor ANOVA is er een tweede onafhankelijke variabele in de analyse bij gekomen. Er zijn drie soorten designs mogelijk: 1. Onafhankelijke

Nadere informatie

Geleid herontdekken van de golffunctie

Geleid herontdekken van de golffunctie Geleid herontdekken van de golffunctie Nascholingscursus Quantumwereld Lodewijk Koopman lkoopman@dds.nl januari-maart 2013 1 Dubbel-spleet experiment Er wordt wel eens gezegd dat elektronen interfereren.

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Psychologische problemen bij volwassenen met Klinefeltersyndroom. Nathalie Vanderbruggen

Psychologische problemen bij volwassenen met Klinefeltersyndroom. Nathalie Vanderbruggen Psychologische problemen bij volwassenen met Klinefeltersyndroom Nathalie Vanderbruggen Psychoneurologisch functioneren in KS ( Verri et al. 2010) Cognitief functioneren: Psychopathologische kwetsbaarheid:

Nadere informatie

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Introductie Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap in de huidige snel veranderende maatschappij. In

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

SAMENVATTING 183 SAMENVATTING

SAMENVATTING 183 SAMENVATTING SAMENVATTING 183 SAMENVATTING Vermoeidheid is een alledaagse ervaring. Wanneer vermoeidheid een lange tijd aanhoudt kan dit voor problemen zorgen. Geneeskundestudenten zien we als relatief kwetsbaar als

Nadere informatie

het lerende puberbrein

het lerende puberbrein het lerende puberbrein MRI / fmri onbalans hersenstam of reptielenbrein automatische processen, reflexen, autonoom het limbisch systeem of zoogdierenbrein cortex emotie, gevoel, instinct, primaire behoeften

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/31633 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Kant, Anne Marie van der Title: Neural correlates of vocal learning in songbirds

Nadere informatie

Mentale representaties in het dorsale en ventrale pad

Mentale representaties in het dorsale en ventrale pad Mentale representaties in het dorsale en ventrale pad Bachelorthese & Onderzoeksvoorstel Cas Rodrigo Universiteit van Amsterdam Studentnummer: 0467375 Begeleider: drs. S. van Gaal Abstract Het dorsale

Nadere informatie

Appendix A. Summary in Dutch (Samenvatting)

Appendix A. Summary in Dutch (Samenvatting) Summary in Dutch (Samenvatting) 161 In onze hersenen vinden verschillende processen plaats, zoals bijvoorbeeld het reguleren van autonome activiteiten als ademen, coördinatie van bewegingen, maar ook perceptie

Nadere informatie

Geluidsherkenning door de Aibo

Geluidsherkenning door de Aibo Geluidsherkenning door de Aibo Laura Helgering 10198539 Fien Pluymaekers 10458956 28 Juni 2013 Loïs Mooiman 10318364 1 Abstract De Aibo is een robot hond die geprogrammeerd kan worden om verschillende

Nadere informatie

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies?

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies? Oorspronkelijk artikel: Elgersma, H. J., Glashouwer, K.A., Bockting, C.L.H., Penninx, B.W.J.H.Penninx, de Jong, P.J. (2013). Hidden scars in depression? Implicit and explicit self-associations following

Nadere informatie

SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY)

SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY) SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY) Pacingstrategieën tijdens inspanning in de hitte Bij het leveren van een langdurige inspanning in de hitte zal de prestatie vaak minder goed zijn ten opzichte van thermoneutrale

Nadere informatie

AUDIO-VISUELE MULTISENSORISCHE INTEGRATIE IN VERSCHILLENDE RUISCONDITIES: EEN GEDRAGS- EN ELEKTROPHYSIOLOGISCHE STUDIE

AUDIO-VISUELE MULTISENSORISCHE INTEGRATIE IN VERSCHILLENDE RUISCONDITIES: EEN GEDRAGS- EN ELEKTROPHYSIOLOGISCHE STUDIE AUDIO-VISUELE MULTISENSORISCHE INTEGRATIE IN VERSCHILLENDE RUISCONDITIES: EEN GEDRAGS- EN ELEKTROPHYSIOLOGISCHE STUDIE Jasper Robben Begeleider: Dr. Jeroen Stekelenburg Bachelor Thesis Cognitieve Neuropsychologie

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie