UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar OVERZICHT VAN ORTHOPEDISCH RELEVANTE METABOLE AANDOENINGEN BIJ DE HOND.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar 2008-2009 OVERZICHT VAN ORTHOPEDISCH RELEVANTE METABOLE AANDOENINGEN BIJ DE HOND."

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar OVERZICHT VAN ORTHOPEDISCH RELEVANTE METABOLE AANDOENINGEN BIJ DE HOND door Maya LANGENAKENS Promotor: Dr. Y. Samoy {Medepromotor: Prof. Dr. B. Van Ryssen} Studieproject in het kader van de Masterproef.

2 De auteur geeft de toelating deze studie voor consultatie beschikbaar te stellen voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van deze studie. Het auteursrecht betreffende de gegevens vermeld in deze literatuurstudie berust bij de promotor(en). Het oorspronkelijke auteursrecht van de individueel geciteerde studies en eventueel bijhorende documentatie, zoals tabellen en figuren, blijft daarbij gevrijwaard. De auteur en de promotor(en) zijn niet verantwoordelijk voor de behandelingen en eventuele doseringen die in deze studie geciteerd en beschreven zijn.

3 Voorwoord Ik wil mijn oprechte dank betuigen aan mijn promotor Dr. Y. Samoy voor zijn opbouwende kritiek en doelmatige inbreng, alsook aan mijn medepromotor Prof. Dr. B. Van Ryssen voor haar interessante cursussen over orthopedie en haar steun aan alle masterproefstudenten tijdens de les, evenals aan alle personen die me met raad en daad hebben bijgestaan tijdens het schrijven van deze literatuurstudie.

4 Inhoudsopgave Samenvatting...p Inleiding...p Literatuurstudie...p Nutritionele muskuloskeletale aandoeningen...p Nutritionele secundaire hyperparathyroïdie...p Voorkomen en etiologie...p Symptomen...p Diagnose...p Behandeling...p Andere musculoskeletale aandoeningen...p Panosteïtis...p Voorkomen en etiologie...p Symptomen...p Diagnose...p Behandeling...p Craniomandibulaire osteopathie...p Voorkomen en etiologie...p Symptomen...p Diagnose...p Behandeling...p Hypertrofische pulmonaire osteopathie...p Voorkomen en etiologie...p Symptomen en diagnose...p Behandeling...p Hypertrofische osteodystrofie...p Voorkomen en etiologie...p Symptomen en diagnose...p Behandeling...p Persisterende kraakbeenzuil...p Voorkomen en etiologie...p Symptomen, diagnose en behandeling...p Literatuurlijst...p. 14

5 Samenvatting Het doel van deze literatuurstudie is een beter inzicht verwerven in de mogelijke etiologische oorzaken van de geselecteerde aandoeningen, alsook het onderkennen van de radiografische en klinische symptomen en een beeld te hebben van de mogelijke therapeutische behandelingen. Van de besproken aandoeningen worden naast nutritionele secundaire hyperparathyroïdie, ook panosteïtis, hypertrofische osteodystrofie en persisterende kraakbeenzuilen mogelijks gelinkt met nutritionele imbalansen, maar dit is bij geen enkele van deze aandoeningen duidelijk bewezen. De oorzaak van nutritionele secundaire hyperparathyroïdie is echter als enige van al de besproken aandoeningen wel bewezen en berust op éénzijdige voeding van calciumarme ingrediënten, éénzijdige voeding van fosfaatrijke componenten of de aanwezigheid van factoren in het voedsel die een invloed hebben op de diëtaire beschikbaarheid van calcium. De dieren zijn mank en vertonen pijn bij palpatie, maar dit is niet specifiek aangezien deze symptomen ook bij alle andere besproken aandoeningen worden beschreven. Radiografisch bemerkt men wel typisch een verdunning van de beencortex met verwijde mergholten en zones van verhoogde radiodensiteit in de metafyse van de beenderen. Bij panosteïtis lijken twee oorzaken het meest stand te houden naast het nutritioneel aspect, namelijk een virale infectie (mogelijks het canien distemper virus) en een genetische predispositie. Wederom is geen enkele oorzaak bewezen. De dieren zijn eveneens mank, maar typisch verspringt het manken van het ene been op het andere. De symptomen worden echter vaak gemaskeerd door andere aandoeningen. Radiografisch kan men drie fasen onderscheiden, waarbij het voorkomen van wolkachtige, sclerotische vlekken in de medula rond het foramen nutritium en een verdikking van de beencortex door nieuwbeenvorming het meest kenmerkend is. Het canien distemper virus wordt ook als mogelijke initiator vermeld bij craniomandibulaire osteopathie en bij hypertrofische osteodystrofie, maar een duidelijk bewijs is nooit geleverd. Hypertrofische osteodystrofie wordt in de literatuur ook als mogelijke oorzaak vermeld van craniomandibulaire osteopathie. Bij beide aandoeningen is eveneens een genetische predispositie geopperd. Bij craniomandibulaire osteopathie bemerkt men typisch intermitterende koorts en hypertrofisch bot in de aanpalende weke weefsels van de beenderen. Bij hypertrofische osteodystrofie echter bemerkt men meestal warme en pijnlijke, bilateraal symmetrische zwellingen van de metafysen van de lange beenderen door nieuwbeenvorming. Radiografisch bemerkt men een radiolucente lijn parallel aan de groeiplaten en tevens zones met verhoogde radiodensiteit tussen beiden. Hypertrofische pulmonaire osteopathie is een aandoening die ook gekenmerkt is door nieuwbeenvorming ter hoogte van de cortex van de lange beenderen, maar dit is vaak geassocieerd met een viscerale aandoening, vaak thoracaal gelegen en tumoraal van aard. De aandoening die voorkomt bij de allerjongste dieren is een persisterende kraakbeenzuil, typisch ter hoogte van de ulna. Radiografisch bemerkt men typisch een vlamvormige radiolucente zone en gesloten of vernauwde groeiplaten. De besproken aandoeningen komen allen voor bij jonge groeiende dieren, en de behandelingen zijn vaak symptomatisch, hoewel de meeste besproken aandoeningen zelflimiterend zijn.

6 1. Inleiding Honden die manken zonder een duidelijk radiografisch of uitwendig zichtbaar trauma, vormen reeds lang een hele uitdaging voor praktiserende clinici om een onderliggende oorzaak aan te tonen. De muskuloskeletale aandoeningen die manken kunnen veroorzaken, zijn de laatste jaren in opmars. Bij deze aandoeningen moet een kleine annotatie gemaakt worden voor de nutritionele oorzaken. In de praktijk is al lang gekend dat dieren met obesitas een verminderde muskuloskeletale bewegingscapaciteit hebben, met eventueel nefaste gevolgen voor het beendergestel. Daarnaast is oversupplementatie van mineralen en vitaminen door fokkers die hun dieren snel groot willen krijgen ook potentieel nadelig voor de beendervorming en gewrichten van de dieren. Het bekende all-meat dieet, hoewel tegenwoordig weinig voorkomend, wordt in deze context als onderliggende oorzaak van nutritionele secundaire hyperparathyroïdie verder uitgediept in het eerste deel van deze literatuurstudie. In het tweede deel worden een aantal relevante metabole, muskuloskeletale aandoeningen beschreven die andere etiologische oorzaken hebben, hoewel het nutritioneel aspect er soms ook nog even bij kan komen piepen. Bij elke aandoening wordt het voorkomen en de mogelijke etiologie besproken, alsook de symptomen en diagnose en eventueel mogelijke behandelingen. De etiologische oorzaken zijn zeer uiteenlopend en kunnen gaan van infectieuze oorzaken, genetische factoren, versnelde lichaamsgroei tot anatomische problemen,.. De motivatie voor de selectie van deze aandoeningen is gebaseerd op de mate van voorkomen en de mogelijke etiologische gelijkenissen en verbanden tussen de verschillende aandoeningen, alsook op de radiografisch duidelijk herkenbare diagnostische kenmerken. 2

7 2. Literatuurstudie 2.1. Nutritionele musculoskeletale aandoeningen Nutritionele secundaire hyperparathyroïdie Voorkomen en etiologie Nutritionele secundaire hyperparathyroïdie is een aandoening die klinische problemen geeft bij jonge groeiende honden van voornamelijk grote hondenrassen, maar wordt ook gezien bij kleinere hondenrassen en occasioneel ook bij de kat, voornamelijk bij Siamese kittens (Bennett, 1976). Lacterende dieren kunnen door hun verhoogde calciumbehoefte eveneens de ziekte doormaken (Goedegebuure en Hazewinkel, 1981). Wegens wereldwijde sensibilisering komt de ziekte tegenwoordig slechts nog zelden voor. De onderliggende oorzaak van nutritionele secundaire hyperparathyroïdie is een voorbijgaande hypocalcemie, resulterend in een verhoogde afgifte van het parathyroïd hormoon door de bijnieren. Dit hormoon zal de osteoclastaire en osteocytaire beenresorptie doen toenemen en de osteoblastenactiviteit afremmen, samen met een daling van de calciumexcretie en een verhoging van de fosfaatexcretie in de nier en een verhoogde resorptie van calcium, fosfor en magnesium in de darm (Bennett, 1976; Goedegebuure en Hazewinkel, 1981). De hypocalcemie kan veroorzaakt worden door drie belangrijke voedingsfouten. Als eerste fout geldt éénzijdige voeding van calciumarme ingrediënten zoals vlees, fruit, noten en granen (Henrikson, 1968; Miller, 1969). Een tweede fout is de toediening van éénzijdig voedsel met een hoog fosforgehalte zoals paardenvlees, lever, hart en hersenen. Ook al bevat het dieet voldoende calcium, toch zal een hypocalcemie optreden als de fosforgift de hoeveelheid calcium in het dieet overtreft. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat via het celmetabolisme het calcium- en fosforgehalte alsook het vitamine D gehalte sterk met elkaar gekoppeld zijn (Miller, 1969; Bennett, 1976). De aanwezigheid van andere voedselgerelateerde factoren kan eveneens een invloed hebben op de diëtaire beschikbaarheid van calcium, namelijk een tekort aan vitamine A en vitamine D en de aanwezigheid van componenten in het voedsel die met calcium onoplosbare complexen kunnen vormen zoals magnesium, oxalaat, fytaat en fluor. Niet-voedselgerelateerde oorzaken van hypocalcemie zijn onder andere nierinsufficiëntie en schildklieraandoeningen (Cardielhac, 1971; Bennett, 1976; Goedegebuure en Hazewinkel, 1981) Symptomen Honden die klinisch zichtbare symptomen vertonen van nutritionele secundaire hyperparathyroïdie worden vaak binnengebracht met de klacht van manken, kreupelheid, trage groei, pijn bij palpatie van de beenderen en pijn bij het lopen. De achterste poten zijn vaker aangetast dan de voorste poten (Bennett, 1976; Goedegebuure en Hazewinkel, 1981). In erge gevallen kunnen deformiteiten van beenderen ontstaan door stoornissen in de epifysaire groei (Newton, 1974). Voornamelijk de pijpbeenderen, de wervels, het bekken en het sternum zijn dan aangetast. Daarnaast kunnen ook spontaan fracturen optreden van één of meer pijpbeenderen (greenstickfracturen) of van wervellichamen (compressiefracturen), wat in het laatste geval tot paraplegie kan leiden bij beschadiging van het spinale ruggenmerg (Goedegebuure en Hazewinkel, 1981). Andere beschreven symptomen zijn periodontale aandoeningen, uiteenwijken van de tenen, een wijziging van de normale verticale houding van de metacarpale en metatarsale beenderen naar een horizontale houding, een 3

8 gezwollen carpale regio al dan niet met laterale deviatie en opzetting van het ellebooggewricht. Deze afwijkingen kunnen gedeeltelijk verklaard worden door een geleidelijk optredende laxiciteit van de gewrichtsligamenten en pezen (Bennett, 1976) Diagnose De diagnose van nutritionele secundaire hyperparathyroïdie berust op de klinische symptomen, de anamnese, het radiografisch beeld en de eventuele reactie op een behandeling (Lourens, 1980). Bepaling van de gehaltes aan calcium en fosfor in het bloed en in de urine is van weinig nut in de diagnose aangezien de metabole controlemechanismen van het lichaam de waardes van beide mineralen binnen de normale grenzen trachten te houden. Af en toe kan toch een verlaagd urinair calciumgehalte gezien worden (Bennett, 1976). Radiologisch bemerkt men hyperplastische bijschildklieren, een verlies aan beenderdensiteit, een verdunning van de beencortex met verwijde mergholten van de pijpbeenderen en zones van verhoogde radiodensiteit in de metafyse aanpalend aan de groeiplaten. Deze laatsten vertonen echter geen abnormaliteiten. De radiodensere zones veruiterlijken waarschijnlijk zones van verhoogde beendermineralisatie (Bennett, 1976). Fig. 1: Verdunning van de beencortex met verwijde mergholten en verhoogde radiodensiteit ter hoogte van de metafyse bij nutritionele secundaire hyperparathyroïdie Behandeling De behandeling berust op het beëindigen van de toediening van éénzijdige excessieve vleesdiëten, gevolgd door de toediening van commerciële, nutritioneel uitgebalanceerde voeders eventueel gecombineerd met rust en analgetica indien er teveel pijn aanwezig is (Bennett, 1976). Bij jonge dieren duurt de herstelfase ongeveer acht weken en gedurende deze periode kunnen goed opneembare calciumpreparaten (geen calciumfosfaat, maar wel calciumlactaat of borogluconaat) toegevoegd worden aan het voeder als extra calciumbron (Goedegebuure en Hazewinkel, 1981). Natuurlijke calciumbronnen zoals melk, melkproducten en beenderen kunnen ook van nut zijn. Een optimale calcium:fosfor ratio dient preferentieel nagestreefd te worden (tussen 2:1 en 1,2:1) (Cardielhac, 1971). De supplementatie van vitamine D in het voer is uitsluitend nodig in geval van een tekort. In alle andere gevallen is toevoeging gecontraindiceerd omdat het de beenresorptie versterkt en dus de situatie kan verergeren (Bennett, 1976; Goedegebuure en Hazewinkel, 1981). Corticosteroïden zijn eveneens nefast wegens hun verlagend effect op het bloedcalciumgehalte (Bennett, 1976) Andere musculoskeletale aandoeningen Panosteïtis 4

9 Voorkomen en etiologie Panosteïtis is een veel voorkomende, maar ondergediagnosticeerde aandoening van de diafyse en metafyse van de lange beenderen bij jonge honden van voornamelijk middelgrote en grote hondenrassen (Barrett et al., 1968; Burt en Wilson, 1972; Lenehan et al., 1985). De frequentst getroffen rassen zijn Duitse herders en Bassets, maar ook Doberman pinschers, St. Bernards, Deense doggen, Ierse setters, Airedales, Beaucerons en Retrievers. Volgens Trostel et al. (2003) zou echter elk ras theoretisch kunnen aangetast worden. De aandoening komt 4 keer meer voor bij mannelijke dieren als bij vrouwelijke dieren, meestal tussen de leeftijd van zes maand tot twee jaar (Barrett et al., 1968; Tandy en Haywood, 1977; Grondalen et al., 1991; Muir et al., 1996). Het is de meest voorkomende oorzaak van manken bij jonge honden van vijf tot twaalf maanden oud (Bohning et al., 1970). Panosteïtis is dus vooreerst een juveniele aandoening, maar wordt occasioneel ook beschreven bij oudere honden (vooral Duitse herders) tot de leeftijd van 5 jaar (Bohning et al., 1970; Trostel et al., 2003). De meest aangetaste lange beenderen zijn: het distaal en centraal deel van de humerus, het proximaal en centraal deel van de femur, het centraal deel van de radius en het proximaal deel van de ulna, alsook het proximaal deel van de tibia en occasioneel de illiumzuil en de metacarpaalbeentjes (Van Bree et al., 1980; Muir et al., 1996; Piermattei et al., 2006). Verschillende beenderen kunnen tegelijkertijd aangetast zijn en preferentieel worden eerst de voorste ledematen aangetast en nadien de achterste ledematen (Scott, 1998; Collard et al., 2005). De etiologie van panosteïtis is tot nu toe onbekend. Verschillende theorieën werden geopperd (viraal, bacterieel, parasitair, overmatige belasting van het dier, endocriene dysfunctie, allergische factoren, autoimmune aandoeningen, hyperoestrogenisme en bloedingsaandoeningen zoals hemofilie A,..), maar geen enkele is bewezen (Baumann en Pommer, 1951; Gratzl, 1951; Gartner, 1956; Zeskov, 1960; Berta en Lancs, 1961; Barrett et al., 1968; Sprinkle en Krook, 1970; Kasström et al., 1972; Grondalen et al., 1991; Johnson et al., 1995; Goedegebuure, 1997). Momenteel lijken 3 oorzaken het meest waarschijnlijk, namelijk: een genetische predispositie (Burt en Wilson, 1972) en/of een virale infectie, hoewel isolatie van het agens nooit is gelukt. Mogelijks zou het caniene distemper virus een rol kunnen spelen in het optreden van panosteïtis aangezien het gelokaliseerd kan zijn in de beencellen van honden en er een link zou bestaan met vaccinatie tegen het virus. Deze hypothese wordt gestaafd door het optreden van systemische symptomen (Muir et al., 1996). Recent wordt ook het nutritioneel aspect als mogelijke oorzaak vermeld: te eiwitrijk en te energierijk voedsel zou predisponerend werken. Door de overmaat aan eiwitten ontstaat er een intraosseus oedeem, die in rigide en niet uitzetbare delen van het been tot een verhoogde intramedulaire druk leidt en compressie van de bloedvaten veroorzaakt. Dit zou een basis zijn voor de vorming van nieuw bindweefsel en beenweefsel. De ontstane ischemie leidt tot onvoldoende aanvoer van zuurstof en nutriënten, alsook een acidose en een vertraagd transport van metabolieten waardoor lokaal inflammatie ontstaat dat leidt tot een vicieuze cirkel (Schawalder et al., 2002; Collard et al., 2005). Ook in overeenstemming hiermee is het optreden van panosteïtis bij sommige honden met hemofilie A op basis van intraossale bloedingen en het ontstaan van stuwingsoedeem rond de diafysaire bloedvaten bij jonge honden van grote rassen ten gevolge van een afwijkende vorm van de bloedvaten door een vertraagde modellering van het skelet. Deze vertraagde modellering hangt samen met de groeisnelheid, het geslacht (vooral reuen), de genetische predispositie en een overmaat aan nutriënten (vooral calcium) (Goedegebuure, 1997). 5

10 Symptomen De klinische symptomen die optreden bij enostosis of panosteïtis zijn diagnostisch waardevol, hoewel het frequent voorkomen met andere orthopedische aandoeningen (zoals schouder en elleboog osteochondrosis, losse processus coronoideus en elleboog- en heupdysplasie) de symptomen kan maskeren (Muir et al., 1996). De dieren zijn acuut mank met een variërende intensiteit (vaak zonder steunname), zonder dat er sprake is van een trauma in de anamnese. Het manken kan verdwijnen na enkele dagen of binnen één of twee weken, maar kan ook progressief, cyclisch of recurrent verlopen en kan verspringen van het ene been naar het andere gedurende heel de groeiperiode van het dier, of zelfs nog erna (Trostel et al., 2003; Collard et al., 2005). Bij palpatie van de diafysen van de lange beenderen, in het bijzonder de humerus, ulna, femur, radius of tibia vertoont het dier pijn, hoewel dit bij sommige dieren moeilijk in te schatten is. Volgens Trostel et al. (2003) zou de pijn gerelateerd zijn met de stimulatie van de pijnreceptoren in het uitgerokken periost of secundair zijn aan de verhoogde intramedulaire druk en congestie. Symptomen van algemeen ziek zijn komen zelden voor, maar kunnen bestaan uit: apathie, vlug moe zijn, spieratrofie, lethargie, anorexie, hyperthermie, tonsillitis en bloedwijzigingen zoals perifere eosinofilie en neutrofilie (Grondalen et al., 1991; Muir et al., 1996; Trostel et al., 2003; Collard et al., 2005; Piermattei et al., 2006). Pathologische fracturen zoals bij nutritionele secundaire hyperparathyroïdie zijn niet beschreven (Collard et al., 2005) Diagnose Het onderkennen van panosteïtis bij jonge honden is mogelijk op basis van de anamnese en de klinische symptomen, palpatie, radiografie en eventueel botbiopsie (Collard et al., 2005). Scintigrafie, osteomedullografie, thermografie en magnetische resonantie kunnen ook toegepast worden, maar brengen niets meer op dan de klassieke radiografie. Fig. 2 : Lateromediale opname van de humerus en beeld na lijkschouwing: fase twee: sclerotische vlekken in de medula rond de arteria nutricia (zwarte en witte pijl) en milde periostale nieuwbeenvorming (witte pijlhoofdjes) (naar Trostel et al., 2003). Met scintigrafie kan wel een vervroegde diagnose gesteld worden ten opzichte van de radiografie, maar de beelden zijn niet specifiek (Salomon, 2003; Schwarz et al., 2004). 6

11 Radiografisch kan men drie verschillende fasen onderscheiden: een eerste fase wordt gekenmerkt door een beenmergdegeneratie, waarbij er verlies is van de normale trabeculaire structuur van het bot en waarbij het contrast tussen medula en cortex van het been ter hoogte van de proximale en distale delen van de diafyse vervaagt. In sommige gevallen ziet men reeds granulaire radiodensere zones in de medula. Deze fase is soms moeilijk te detecteren. In een tweede fase bemerkt men wolkachtige, sclerotische vlekken in de medula rond het foramen nutritium. In een aantal gevallen wordt heel de diafyse van het been in het proces betrokken. De cortex lijkt tevens plaatselijk verdikt door periostale en endostale nieuwbeenvoming. De nieuwbeenvorming is initieel te zien als een ruwheid op het oppervlak van het been, maar wint in densiteit in één tot twee weken, totdat de uiteindelijke densiteit van de cortex bereikt wordt. In de laatste fase is er een herstel naar de normale trabeculaire structuur van het been en verdwijnen de radiodensere zones. Eén op drie honden blijft echter een verdikte cortex vertonen en soms een ruwere trabeculaire structuur. Het volledige herstelproces kan twee tot drie maanden duren (Muir et al., 1996; Trostel et al., 2003; Piermattei et al., 2006). De radiografische waarnemingen zijn niet altijd in overeenstemming met de klinische symptomen en de symptomen van panosteïtis zijn meestel pas waarneembaar in de tweede fase en in de laatste fase (McLaughlin, 2001; Trostel et al., 2003). In geval van twijfel over de radiografische diagnose, kunnen best nieuwe radiografieën genomen worden twee tot drie weken later, wanneer de botveranderingen duidelijker zichtbaar zijn (Muir et al., 1996) Behandeling De enige behandeling van enostosis is symptomatisch aangezien de etiologie onbekend is en de ziekte zelflimiterend is. Benzopyrone als proteolytische stof zou vanuit etiologisch standpunt wel een gunstig effect hebben op de genezing van panosteïtis, wat de hypothese van te eiwitrijk en te energierijk voedsel als oorzaak van enostosis zou staven. Deze stof zorgt voor een betere lymfedrainage en een betere proteolytische activiteit van de macrofagen waardoor een anti-oedemateus effect ontstaat (Schawalder et al., 2002; Collard et al., 2005). De symptomatische behandeling omvat rust, pijnbestrijding door middel van niet-steroïdale ontstekingsremmers (zoals meloxicam gedurende een beperkt aantal dagen) of de toediening van corticosteroïden. Deze laatste wordt echter beter achterwege gelaten wegens de neveneffecten op vooral jonge, groeiende dieren en wegens het gebrek aan bewijs om een infectie als oorzaak van panosteïtis uit te sluiten (Van Bree et al., 1980; Muir et al., 1996; Collard et al., 2005; Piermattei et al., 2006) Craniomandibulaire osteopathie Voorkomen en etiologie Craniomandibulaire osteopathie is een zeldzame, niet-neoplastische proliferatieve ziekte van de beenderen van het hoofd van jonge honden tussen de drie en acht maanden oud. In occasionele gevallen kan de ziekte ook de overige lange beenderen in het lichaam aantasten (Riser et al., 1967; Watson et al., 1995). De aandoening heeft een voorkeur voor één of meerdere beenderen van endochondrale oorsprong, in het 7

12 bijzonder vooral de occipitale, frontale, parietale en lacrimale beenderen, de bulla tympanica in de gehoorstreek, de mandibulaire kaaktakken, het temporomandibulair gewricht of de maxilla (Alexander, 1983; Taylor et al., 1995; Huchkowsky, 2002). Elk hondenras kan de ziekte vertonen, maar er is een predilectie voor de terriërrassen, voornamelijk de Scottish terriër, de West Highland white terriër, de Boston terriër en de Cairn terriër (Riser et al., 1967; LaFond et al., 2002). Zeldzame gevallen zijn ook beschreven bij grote hondenrassen (De Vries en Van de Watering, 1973). De etiologie van craniomandibulaire osteopathie is net zoals bij de twee voorgaande aandoeningen onbekend. Bij de West Highland white terriër is een autosomaal recessieve overerving beschreven (Riser et al., 1967; De Vries en Van de Watering, 1973; Padgett en Mostosky, 1986; Huchkowsky, 2002). Een erfelijke predispositie zou ook mogelijk zijn bij de Scottish terriër, maar is nog niet bewezen. Het voorkomen van de ziekte bij nietterriër rassen toont aan dat ook andere factoren naast een eventuele genetische basis meespelen in de etiologie van craniomandibulaire osteopathie (Watson et al., 1995). Munjar et al. (1998) claimen dat een symptoomloze infectie met het caniene distemper virus een mogelijke initiator zou zijn voor het optreden van de aandoening. Andere studies leggen een link tussen de aandoening en een bacteriële infectie zoals Escherichia coli of met de immuungemedieerde caniene leukocyten adhesie deficiëntie of met hypertrofische osteodystrofie (Riser et al., 1967; Watson et al., 1975; Johnson et al., 1995; Watson et al., 1995; Trowald et al., 2000) Symptomen De aandoening is niet geslachtsgebonden en wordt initieel zelden klinisch onderkend, totdat symptomen optreden van intermitterende of persisterende pijn bij kauwen en drinken: de mandibula zijn meestal bilateraal en symmetrisch gezwollen en pijnlijk bij palpatie en wanneer de processus angularis van de mandibula en/of de bulla tympanica betrokken worden in het proces van nieuwbeenvorming, kan de mond nog amper geopend worden (Riser en Newton, 1985; Piermattei et al., 2006). In erge gevallen kan dit aanleiding geven tot euthanasie wegens de erge malnutritie, resulterend in uitgesproken anorexie, dehydratatie, lethargie en gewichtsverlies (Riser et al., 1967; Riser en Newton, 1985). Intermitterende koorts kan optreden om de twee tot vier weken en aanwezig blijven gedurende drie tot vier dagen tijdens de periodes van botproliferatie (Riser en Newton, 1985). Andere beschreven symptomen zijn: erge speekselvorming, halithose, lymfadenopathie, temporale spieratrofie en masseteratrofie (Riser en Newton, 1985; Taylor et al., 1995; Huchkowsky, 2002; Piermattei et al., 2006). Hypertrofisch bot kan gevormd worden in de aanpalende weke weefsels van de beenderen, wat bij aantasting van de lange beenderen van de ledematen kan resulteren in manken met een variabele graad van ergheid. Wanneer de honden een ouderdom van elf tot dertien maanden bereiken en wanneer dus hun groeiplaten sluiten en de mature verbening vervolledigd is, wordt de aandoening zelflimiterend. De onregelmatig geprolifereerde beenderranden ondergaan hierbij frequent volledige regressie (Riser en Newton, 1985) Diagnose De diagnose van craniomandibulaire osteopathie wordt gesteld op basis van de anamnese, het klinisch onderzoek, palpatie en radiografie en eventueel histologisch onderzoek van een botbiopsie (voornamelijk in atypische gevallen) (Huchkowsky, 2002; Piermattei et al., 2006). Scintigrafie en computer tomografie kunnen 8

13 ook gebruikt worden, maar zijn eerder specifiek voor het temporomandibulair gewricht (Alexander en Kallfelz, 1975; Franch et al., 1998). Op oblique, dorsoventrale of lateromediale radiografieën van de kaaktakken bemerkt men meestal bilateraal en symmetrisch een verdikking van de beide mandibula en temporale beenderen, geassocieerd met dense, beenderige proliferaties uitstralend vanuit het periost van de aangetaste beenderen. Hypertrofisch bot kan eventueel ook waargenomen worden in de aanpalende weke weefsels. In erge gevallen kunnen de processus angularis van de mandibula en de bulla tympanica een fusie ondergaan door de nieuwbeenvorming en kan eventueel ook het temporomandibulair gewricht of het gehoorkanaal betrokken worden in het proces (Alexander, 1983; Riser en Newton, 1985; Taylor et al., 1995; Huchkowsky, 2002). Fig. 3 : Radiografie van de radius en ulna van een vijf maand oude Scottish terriër met craniomandibulaire osteopathie. Links: De ulna is toegenomen in diameter en meer radiopaak dan de radius, met hypertrofisch bot in de weke weefsels aanpalend aan de ulna (zwarte pijl). Rechts: Dezelfde beenderen op de ouderdom van één jaar, met een afname in densiteit en in diameter van de ulna en een resorptie van het hypertrofisch bot (naar Riser et al., 1967) Behandeling Craniomandibulaire osteopathie wordt voornamelijk symptomatisch behandeld door middel van analgetische en anti-inflammatoire medicatie zoals aspirine en corticosteroïden en eventueel antibiotica. Aangezien de aandoening zelflimiterend is, is de respons op de medicatie echter niet altijd te voorspellen, noch op te volgen (Taylor et al., 1995; Watson et al., 1995). Honden die hun muil nog moeilijk open kunnen krijgen, moeten geholpen worden door middel van intraveneus vocht en parenterale nutritionele ondersteuning tot op het ogenblik dat ze op eigen kracht weer voedsel kunnen opnemen (Huchkowsky, 2002; Piermattei, 2006). Chirurgische ingrepen om de beenderige exostosen te verwijderen zijn tot nu toe onsuccesvol, maar bepaalde ingrepen zoals rostrale hemimandibulectomie toonden reeds positieve resultaten voor de voedselopname, hoewel ze nog niet routinematig toegepast worden (Watson et al., 1995, Huchkowsky, 2002) Hypertrofische pulmonaire osteopathie Voorkomen en etiologie Hypertrofische pulmonaire osteopathie is een zeldzame aandoening waarbij periostale nieuwbeenvorming optreedt ter hoogte van de cortex van distaal gelegen lange beenderen in associatie met een viscerale 9

14 aandoening, vaak thoracaal gelegen (Nash, 1981; Martinez-Lavin et al., 2008). De beenderen die het meest aangetast worden zijn de phalangen, de metacarpus, de metatarsus, de radius, de ulna, tibia en fibula (Nash, 1981). In sommige gevallen kan de aandoening ook primair optreden zonder een onderliggende interne oorzaak (Martinez-Lavin et al., 2008). Brodey (1979) ontdekte in een retrospectieve studie dat 98 procent van de dieren met hypertrofische pulmonaire osteopathie intrathoracale ziektes vertoonden en 92 procent van deze hadden als aandoening een primaire long- of slokdarmtumor of een secundaire metastatische longkanker, vaak uitzaaiend vanuit primaire mammatumoren. Niet-neoplastische intrathoracale aandoeningen zijn ook beschreven, voornamelijk: een slokdarminfectie met Spirocerca lupi of een infectie met Dirofilaria immitus, een pulmonair abces, een eosinofiele bronchitis, een ligatie van een persisterende ductus arteriosus of een intrathoracaal vreemd lichaam (Stephens et al., 1983; Allan, 2002; Anderson et al., 2004; Dunn et al., 2007). De etiologie van hypertrofische pulmonaire osteopathie is onbekend. Momenteel lijken vier theorieën stand te houden, maar geen enkele is bewezen. Als eerste theorie oppert men voor arterioveneuze shunts die gevormd worden rond bepaalde pulmonaire letsels, waardoor het veneuze bloed weggeshunt wordt, wat eindelijk leidt tot hypoxemie en tot het vrijstellen van een vasculaire endotheliale groeifactor door de bloedplaatjes ten gevolge van de hypoxie. Deze groeifactor zorgt onder andere voor angiogenese en differentiatie van de osteoblasten en wordt ook vrijgesteld door bepaalde kwaadaardige tumoren (Dunn et al., 2007; Martinez-Lavin et al., 2008). Als tweede theorie opperen Brodey (1971), Vulgamott en Clark (1980) en Barrand en Scudamore (2001) voor een autonome neurovasculaire reflex uitgaande van de afferente takken van de nervus vagus of intercostale zenuwen, resulterend in een toegenomen vasomotoren tonus en aldus een toename in perifere bloedvloei. Deze toegenomen bloedvloei leidt tot een overgroei van gevasculariseerd bindweefsel en fibrochondrale metaplasie, met subperiostale nieuwbeenvorming tot gevolg. Deze theorie legt echter geen link met de intra-abdominale aandoeningen. Als derde hypothese wordt een productie van hormonale substanties door tumorcellen naar voor gebracht, waaronder groeihormonen die de overmatige botaanmaak zouden stimuleren. Deze theorie verklaart echter niet het optreden van de aandoening in afwezigheid van tumoren (Barrand en Scudamore, 2001). De vierde hypothese omvat een megakaryocyt/trombocyt aggregatie. In aanwezigheid van pulmonaire shunts of bepaalde inflammatoire aandoeningen zouden megakaryocyten, die normaal overvloedig aanwezig zijn in veneus bloed, terechtkomen in arterieel bloed en zich daar omvormen tot trombocyten. Deze trombocyten aggregeren ter hoogte van de distale ledematen en stellen groeifactoren vrij die de vasculaire permeabiliteit verhogen en chemotactisch werken voor monocyten, neutrofielen en fibroblasten (Martinez-Lavin, 1992; Dickinson, 1993) Symptomen en diagnose Honden die aangetast zijn door hypertrofische pulmonaire osteopathie zijn intermitterend mank aan één of meerdere poten en vertonen een pijnlijke reactie bij palpatie van de ledematen door de periostale nieuwbeenvorming. De weke weefsels van de poten zijn bovendien sterk gezwollen door oedeem en overmatige collageenafzetting, voornamelijk rond de elleboog en de meer distaal gelegen delen (Holmes, 1967; Dunn et al., 2007; Martinez-Lavin et al., 2008). In één derde van de gevallen worden deze symptomen 10

15 voorafgegaan door algemene symptomen van een thoracale aandoening, waarbij de dieren onder andere ademhalingsmoeilijkheden, lethargie en/of anorexie kunnen vertonen (Nash, 1981; Piermattei et al., 2006; Dunn et al., 2007). In een aantal gevallen bemerkt men ook enkel de symptomen van een thoracale aandoening, maar geen daaruit resulterende muskoloskeletale symptomen (Nash, 1981). Radiografieën van zowel de ledematen als de thorax zijn nodig om tot een betrouwbare diagnose te komen. Meestal ziet men bilateraal en symmetrisch een sterke verdikking van de distale phalangen, metacarpale en/of metatarsale beenderen door de onregelmatige periostale nieuwbeenvorming en in een later stadium worden ook de meer proximaal gelegen delen van de ledematen in het proces betrokken. In het omgevende weefsel kan men uitzaaiende osteofyten bemerken (Holmes, 1967; Nash, 1981; Piermattei et al., 2006; Dunn et al., 2007). Fig. 4 : Periostale nieuwbeenvorming ter hoogte van het caudaal deel van de humerus (naar Dunn et al., 2007) Behandeling Hypertrofische pulmonaire osteopathie wordt verondersteld van reversiebel te zijn voor zover de onderliggende oorzaak behandeld wordt, zoals chirurgische wegname van de oorzakelijke tumor of antiinfectieuze therapie (Kvart en Häggström, 2000). Sommige gevallen zijn echter onbehandelbaar en moeten symptomatisch ondersteund worden door middel van analgetica. Volgens voorstanders van de megakaryocyt/trombocyt aggregatietheorie zou de toediening van anticoagulantia eveneens effectief kunnen zijn (Dunn et al., 2007). Bepaalde bifosfonaten zoals pamidronaat zouden daarnaast de expressie van de vasculaire endotheliale groeifactor inhiberen (Martinez-Lavin et al., 2008) Hypertrofische osteodystrofie Voorkomen en etiologie Hypertrofische osteodystrofie is een zeldzame metafysaire aandoening van de lange beenderen van groteen reuzenhondenrassen (Trostel et al., 2003; Crumlish et al., 2006; Piermattei et al., 2006). De aangetaste leeftijdsgroep omvat snelgroeiende honden tussen de leeftijd van twee en acht maand en volgens Alexander (1978), Özer et al. (2004) en Franklin et al. (2008) zouden mannelijke honden 2,3 keer meer aangetast zijn dan teven. Een duidelijke geslachtspredispositie is echter nog niet bewezen. De meest aangetaste plaatsen zijn de distale metafysen van de radius, ulna en tibia en occasioneel zijn ook de metafysen van de femur betrokken, alsook de metacarpale en metatarsale beenderen, de mandibula en de maxilla, de costochondrale ribben, het illium, de wervels, de scapula en de schedel (Muir et al., 1996; Miller, 2001; Trostel et al., 2003; Franklin et al., 2008). 11

16 Hypertrofische osteodystrofie wordt geklasseerd onder de ideopatische aandoeningen, aangezien verschillende hypothesen over de etiologie van de ziekte werden geopperd, maar geen enkele is bewezen. Als eerste hypothese wordt vitamine C deficiëntie naar voor gebracht, maar dit lijkt weinig waarschijnlijk aangezien de aangetaste honden genezen met of zonder vitamine C supplement en sommige honden na supplementatie zelfs hervallen. Bovendien werden de verlaagde plasmawaardes van vitamine C steeds gemeten bij honden die gestresseerd en anorectisch waren (Grondalen, 1976; Woodard, 1982; Miller, 2001). Als tweede hypothese zou overvoeding en oversupplementatie van vitaminen, eiwitten en mineralen (zoals calcium) een rol spelen, maar dieetaanpassingen leiden niet altijd tot het verdwijnen van de symptomen (Grondalen, 1976; Woodard, 1982; Lenehan en Fetter, 1985; Franklin et al., 2008). Virale en bacteriële infectieuze oorzaken zouden ook een mogelijke rol kunnen spelen in de etiologie van de aandoening. Schulz et al. (1991) slaagden erin om een cultuur van Escherichia coli te isoleren uit de beenderen van een hond die aangetast was met hypertrofische osteodystrofie, maar de bacteremie werd secundair verondersteld aan de verminderde weerstand van het dier ten gevolge van stress en anorexie. Het caniene distemper virus is eveneens geïsoleerd uit osteoclasten en osteoblasten in de metafyse van honden met hypertrofische osteodystrofie en een mogelijk postvaccinaal syndroom ten opzichte van een toegevoegd adjuvans of het levend geattenueerde distemper virus (ook als onderdeel van een polyvalent vaccin) wordt geopperd door Durchfeld et al. (1990), Mee et al. (1993) en Abeles et al. (1999). Bij Weimaraners zou een overdreven cellulaire immuunrespons aan de basis liggen van de aandoening en een partiële genetische predispositie wordt verondersteld (Abeles et al., 1999) Symptomen en diagnose Fig. 5 : Sterk gezwollen distale metafysen bij hypertrofische osteodystrofie (naar Trostel et al., 2003). De diagnose van hypertrofische osteodystrofie is gebaseerd op het signalement en de anamnese, de klinische symptomen, palpatie, radiografie, botbiopsie en uitsluiting van andere aandoeningen (Arnott et al., 2008; Franklin et al., 2008). De aandoening is gekarakteriseerd door warme, pijnlijke meestal bilateraal symmetrische zwellingen van de metafysen van de lange beenderen en mild tot erg manken (Alexander, 1978). In bepaalde gevallen kunnen ook andere symptomen optreden zoals anorexie, braken, depressie, lethargie, intermitterende koorts, anemie, diarree, conjunctivitis, pneumonie, voetzoolhyperkeratose en neurologische verschijnselen zoals ataxie en koptremor (Muir et al., 1996; Scott, 1998; Abeles et al., 1999; Miller, 2001; Franklin et al., 2008). Soms bemerkt men ook een hypoplasie van het van de tanden, wat samen met voorgaande symptomen een link met het canien distemper virus zou staven (Muir et al., 1996; Abeles et; al., 1999). In erge gevallen of bij veelvuldige recidivering kunnen de groeiplaten vroegtijdig sluiten met permanente skeletafwijkingen tot gevolg (Alexander, 1978; Franklin et al., 2008). Radiografisch bemerkt men in de acute fase van de aandoening een onregelmatige radiolucente lijn parallel aan de groeiplaten en zones met verhoogde radiodensiteit tussen de radiolucente lijn en de groeiplaat (Franklin et al., 2008). In de herstelfase verdwijnt de radiolucente lijn en treedt er vaak een verdikking op van de metafysen door de periostale en/of extra-periostale nieuwbeenvorming (Muir et al., 1996; Miller, 2001). 12

17 Fig. 6 : Radiolucente lijn (H) parallel aan de groeiplaat (G) bij hypertrofische osteodystrofie Behandeling De behandeling van hypertrofische osteodystrofie is symptomatisch, afhankelijk van de ergheid van de symptomen, hoewel de aandoening vaak zelflimiterend is na enkele weken. Dieren met milde symptomen worden enkel behandeld met rust en niet-steroïdale analgetica en eventueel antibiotica. In ergere gevallen is er nood aan intraveneuze vocht- en voedseltoediening alsook pijnbestrijding door middel van opioïden (Franklin et al., 2008). Diëtaire onevenwichten moeten tevens verbeterd worden. Bij Weimaraners kunnen corticosteroïden gebruikt worden, maar wegens interferentie met de groei is voorzichtigheid geboden (Miller, 2001) Persisterende kraakbeenzuil Voorkomen en etiologie Persisterende kraakbeenzuilen zijn zones van gehypertrofieerd endochondraal kraakbeen die voorkomen ter hoogte van de distale ulnaire of radiale epifyse en drie tot vier centimeter in de metafyse doordringen. Ze zijn ook beschreven ter hoogte van de laterale femurcondyl (Baines, 2006; Piermattei et al., 2006). Door de vertraagde of discontinue groei ter hoogte van de distale epifyse van de ulna is de ulna korter en buigt de radius naar craniaal. Uiteindelijk leidt dit tot een carpale valgusdeformiteit (Newton, 1985). Het is een aandoening die optreedt bij jonge reuzenhondenrassen, typisch tussen de 3 en 4 maand oud (Slatter, 2002). De etiologie van deze aandoening is wederom onbekend. Verschillende theorieën werden geopperd, maar geen enkele is bewezen. Moskowitz (1972) claimt voor een vorm van osteochondrose, terwijl hypernutritie (voornamelijk met veel calcium en fosfor), erfelijke factoren en versnelde lichaamsgroei ook als mogelijke oorzaken genoemd worden (Altunatmaz et al., 2006; Piermattei et al., 2006). Fig. 7 : Persisterende kraakbeenzuil in beide distale ulnaire epifysen (naar Altunatmaz et al., 2006) Symptomen, diagnose en behandeling Klinisch is de aandoening gekarakteriseerd door mild manken en pijn bij palpatie, focale harde zwellingen proximaal van de carpus en een carpusdeviatie van Radiografisch bemerkt men een vlamvormige radiolucente zone, met soms een sclerotische lijn rond de metafyseale zijde van de ulnaire epifyse. De groeiplaat is vaak ook gesloten of vernauwd (Newton, 1985; Slatter, 2002; Baines, 2006). Bij jonge dieren is het aangewezen om een voedselbeperking in te zetten en commercieel voedsel te geven met minder calcium en fosfor. Volwassen dieren met een milde deviatie worden vaak niet behandeld, in erge gevallen kan best een correctieve osteotomie toegepast worden (Altunatmaz et al., 2006; Piermattei et al., 2006). 13

18 3. Literatuurlijst 1. Abeles V., Harrus S., Angles J.M., Shalev G., Aizenberg I., Peres Y., Aroch I. (1999). Hypertrophic osteodystrophy in six Weimaraner puppies associated with systemic signs. The Veterinary Record 145, Alexander J.W. (1978). Hypertrophic osteodystrophy. Canine Practice 5, Alexander J.W. (1983). Selected Skeletal Dysplasias: Craniomandibular Osteopathy, Multiple Cartilaginous Exostoses, and Hypertrophic Osteodystrophy. Veterinary Clinics of North America: Small Animal Practice 13(1), Alexander J.W., Kallfelz F.A. (1975). A case of cranio-mandibular osteopathy in a Labrador Retriever. Veterinary Medicine, small Animal Clinician 70, 560. Geciteerd door Franch J., Cesari J.R., Font J. (1998). 5. Allan G. (2002). Radiographic signs of joint disease. In: Thrall s Textbook of Veterinary Radiology. 4 de druk. W.B. Saunders, Philadelphia, PA, USA, p.202. Geciteerd door Dunn M.E., Blond L., Letard D., DiFruscia R. (2007). 6. Altunatmaz K., Saroglu M., Guzel O. (2006). Retained endochondral ossification of the distal ulnar growth plate in dogs. Medycyna Weterynaryjna 62(1), Anderson T.P., Walker M.C., Goring R.L. (2004). Cardiogenic osteopathy in a dog with a right-to-left shunting patent ductus arteriosus. Journal of The American Veterinary Medical Association 224, Arnott J.L., Philbey A.W., Bennett D. (2008). Pathological fractures secondary to metaphyseal osteopathy in a dog. Veterinary and Comparative Orthopaedics and Traumatology 21, Baines E. (2006). Clinically significant developmental radiological changes in the skeletally immature dog: 1. Long bones. In Practice 4, Barrand K.R., Scudamore C.L. (2001). Canine hypertrophic osteoarthropathy associated with a malignant Sertoli cell tumor. Journal of Small Animal Practice 42, Barrett R.B., Schall W.D., Lewis R.E. (1968). Clinical and radiographic survey of canine panosteitis. Journal of the American Animal Hospital Association 4, Baumann R., Pommer A. (1951). Die Chronische Osteomyelitis der Jungen Schaferhunde. Wien Tieraerztl Monatschr 38, Geciteerd door Van Bree H., Pollet L., Van Der Stock J., De Rick A., De Schepper J., Mattheeuws D. (1980). 13. Bennett D. (1976). Nutrition and bone disease in the dog and cat. The Veterinary Record 17, Berta S., Lancs E. (1961). Anonieme artikelnaam. Acta Veterinaria Hungarica 11, 367. Geciteerd door Van Bree H., Pollet L., Van Der Stock J., De Rick A., De Schepper J., Mattheeuws D. (1980). 15. Bohning R.H., Suter P.F., Hohn R.B., Marshall J. (1970). Clinical and radiologic survey of canine panosteitis. Journal of The American Veterinary Medical Association 156, Brodey R.S. (1971). Hypertrophic osteoarthropathy in the dog: a clinicopathologic survey of 60 cases. Journal of The American Veterinary Medical Association 159, Brodey R.S. (1979). Hypertrophic osteoarthropathy. In: Spontaneous Animal Models of Human Disease. Academic Press, New York, USA, p Geciteerd door Dunn M.E., Blond L., Letard D., DiFruscia R. (2007). 18. Burt J.K., Wilson G.P. (1972). A study of eosinophilic panosteitis (enostosis) in German shepherd dogs. Acta Radiologica 319, Cardielhac P.J. (1971). In: Breazile J.E. (Editor) Textbook of veterinary physiology. Lea & Febiger, Philadelphia. Geciteerd door Bennett D. (1976). 20. Collard F., Blond L., Verset M., Viguier E. (2005). Un cas de panostéite chez un cairn terrier. Revue de Médicine Vétérinaire 156(8-9), Crumlish P.T., Sweeney T., Jones B., Angles J.M. (2006). Hypertrophic osteodystrophy in the Weimaraner dog: Lack of association between DQA1 alleles of the canine MHC and hypertrophic osteodystrophy. The Veterinary Journal 171, De Vries H.W., Van de Watering C.C. (1973). Prednisone in the treatment of canine craniomandibular osteopathy. Netherlands Journal of Veterinary Science 5, Geciteerd door Franch J., Cesari J.R., Font J. (1998). 23. Dickinson C.J. (1993). The aetiology of clubbing and hypertrophic osteoarthropathy. European Journal of Clinical Investigation 23, Dunn M.E., Blond L., Letard D., DiFruscia R. (2007). Hypertrophic osteopathy associated with infective endocarditis in an adult boxer dog. Journal of Small Animal Practice 48, Durchfeld B., Baumgartner W., Herbst W., Brahm R. (1990). Vaccine-associated canine distemper infection in a litter of African hunting dogs (Lycaon pictus). Journal of Veterinary Medicine 37, Franch J., Cesari J.R., Font J. (1998). Craniomandibular osteopathy in two Pyrenean mountain dogs. The Veterinary Record 142, Franklin M.A., Rochat M.C., Broaddus K.D. (2008). Hypertrophic Osteodystrophy of the Proximal Humerus in Two Dogs. Journal of the American Animal Hospital Association 44, Gartner K. (1956). Anonieme artikelnaam. Kleintier Praxis 1, 71. Geciteerd door Van Bree H., Pollet L., Van Der Stock J., De Rick A., De Schepper J., Mattheeuws D. (1980). 14

19 29. Goedegebuure S.A., Hazewinkel H.A.W. (1981). Voeding en botstofwisseling. Tijdschrift voor Diergeneeskunde 106, Goedegebuure S.A. (1997). Kreupel gaan van jonge honden. Tijdschrift voor Diergeneeskunde 122(4), Gratzl E. (1951). Die Eosinophile Panosteitis der Junghunde (Osteomyelitis der Jungen Schaferhunde). Wien Tieraerztl Monatschr 38, Geciteerd door Van Bree H., Pollet L., Van Der Stock J., De Rick A., De Schepper J., Mattheeuws D. (1980). 32. Grondalen J. (1976). Metaphyseal osteopathy (hypertrophic osteodystrophy) in growing dogs. A clinical study. Journal of Small Animal Practice 17, Grondalen J., Sjaastad O., Teige J. (1991). Enostosis (Panosteitis) in Three Dogs Suffering From Hemophilia A. Canine Practice 16(1), Henrikson P.A. (1968). Periodontal disease and calcium deficiency. An experimental study in the dog. Acta Odontologica Scandinavica 26(50), 1. Geciteerd door Bennett D. (1976). 35. Holmes J.R. (1967). Some skeletal disorders in domestic animals. Can. Vet. Journal 8(5), Huchkowsky S.L. (2002). Craniomandibular osteopathy in a bullmastiff. The Canadian veterinary journal 43, Johnson K.A., Watson A.D.J., Page R.L. (1995). Skeletal diseases. In Ettinger S.J., Feldman E.C. (Editors) Textbook of veterinary internal medicine. 4 de druk. Saunders, Philadelphia, p Geciteerd door Franch J., Cesari J.R., Font J. (1998) en Piermattei D.L., Flo G.L., DeCamp C.E. (2006). 38. Kasström H., Olsson S., Suter P. (1972). Panosteitis in the dog. A radiographic, scintemetric and trifluorochrome investigation. Acta Radiologica 319, Kvart C., Häggström J. (2000). Acquired valvular heart disease. In: Ettinger's Textbook of Veterinary Internal Medicine. 5 de editie. W.B. Saunders, Philadelphia, PA, USA, p Geciteerd door Dunn M.E., Blond L., Letard D., DiFruscia R. (2007). 40. LaFond E., Breur G.J., Austin C.C. (2002). Breed Susceptibility for Developmental Orthopedic Diseases in Dogs. Journal of the American Animal Hospital Association 38, Lenehan T.M., Van Sickle D.C., Biery D.N. (1985). Canine panosteitis. In: Newton C.D., Nunamaker D.M. (Editors) Textbook of Small Animal Orthopaedics. Lippincott Williams & Wilkins, Philadelphia, p Lenehan T.M., Fetter A.W. (1985). Hypertrophic osteodystrophy. In: Newton C.D., Nunamaker D.M. (Editors) Textbook of Small Animal Orthopaedics. Lippincott Williams & Wilkins, Philadelphia, p Lourens D.C. (1980). Voedings- of sekondêre hiperparatiroïedisme in n werpsel Duitse herdershonde. Journal of the South African Veterinary Association 51(2), Martinez-Lavin M. (1992). Pathogenesis of Hypertrophic Osteoarthropathy. Clinical Experimental Rheumatology 10(7), Martinez-Lavin M., Vargas A., Rivera-Viñas M. (2008). Hypertrophic osteoarthropathy: a palindrome with a pathogenic connotation. Current Opinion in Rheumatology 20, McLaughlin R.M. (2001). Hind limb lameness in the young patient. Veterinary Clinics of North America: Small Animal Practice 31, Geciteerd door Collard F., Blond L., Verset M., Viguier E. (2005). 47. Mee A.P., Gordon M.T., May C., Bennett D., Anderson D.C., Sharpe P.T. (1993). Canine distemper virus transcripts detected in the bone cells of dogs with metaphyseal osteopathy. Bone 14, Miller R.M. (1969). Nutritional secondary hyperparathyroidism (A review of etiology, symptomatology and treatment in companion animals). Veterinary Medicine, small Animal Clinician 64(5), Miller C. (2001). Hypertrophic osteodystrophy in a Great Dane puppy. The Canadian Veterinary Journal 42, Moskowitz R.W. (1972). Symptoms and laboratory findings in osteoarthritis. In: Hollander J.L. (Editor) Arthritis and allied conditions. Lea & Febiger, Philadelphia, p Muir P., Dubielzig R.R., Johnson K.A. (1996). Panosteitis. Compendium on Continuing Education for the Practicing Veterinarian 18(1), Muir P., Dubielzig R.R., Johnson K.A. (1996). Hypertrophic Osteodystrophy and Calvarial Hyperostosis. Compendium on Continuing Education for the Practicing Veterinarian 18(2), Munjar T.A., Austin C.A., Breur G.J. (1998). Comparison of risk factors for hypertrophic osteodystrophy, craniomandibular osteopathy and canine distemper virus infection. Veterinary and Comparative Orthopaedics and Traumatology 11, Nash D.M. (1981). Hypertrophic pulmonary osteoarthropathy in a dog. Veterinary Medicine, small Animal Clinician 76, Newton C.D. (1974). Surgical management of distal ulnar physeal growth disturbances in dogs. Journal of The American Veterinary Medical Association 164(5), Geciteerd door Bennett D. (1976). 56. Newton C.D. (1985). Radial and ulnar osteotomy. In: Newton C.D., Nunamaker D.M. (Editors) Textbook of Small Animal Orthopaedics. Lippincott Williams & Wilkins, Philadelphia, p Ozer K., Altunatmaz K., Gülçubuk A. (2004). Hypertrophic Osteodystrophy in the Dog: 18 Cases. Turkish Journal of Veterinary and Animal Sciences 28,

20 58. Padgett G.A., Mostosky U.V. (1986). The mode of inheritance of craniomandibular osteopathy in West Highland White terrier dogs. American Journal of Medical Genetics 25, Piermattei D.L., Flo G.L., DeCamp C.E. (2006). Miscellaneous Conditions of the Muskuloskeletal System: Disease Conditions in Small Animals. Piermattei, and Flo s Handbook of Small Animal Orthopedics and Fracture Repair. 4 de druk. Saunders Elsevier, St. Louis, Missouri, USA, p Riser W.H., Newton C.D. (1985). Craniomandibular osteopathy. In: Newton C.D., Nunamaker D.M. (Editors) Textbook of Small Animal Orthopaedics. Lippincott Williams & Wilkins, Philadelphia, p Riser W.H., Parkes L.J., Shirer J.F. (1967). Canine craniomandibular osteopathy. Journal of the American Veterinary Radiology Society 8, Salomon J.F. (2003). La panostéite éosinophilique du chien. Numéro spécial Affections ostéo-articulaires du chien et du chat en croissance. Point Vet. 34, Schawalder P., Andres H.U., Jutzi K., Stoupis C., Bosch C. (2002). Canine panosteitis: an idiopathic bone disease investigated in the light of a new hypothesis concerning pathogenesis. Part 1: Clinical and diagnostic aspects. Schweiz Arch. Tierheilkd. 144, Schulz K.S., Payne J.T., Aronson E. (1991). Escherichia coli bacteremia associated with hypertrophic osteodystrophy in a dog. Journal of The American Veterinary Medical Association 199, Schwarz T., Johnson V.S., Voute L., Sullivan M. (2004). Bone scintigraphy in the investigation of occult lameness in the dog. Journal of small Animal Practice 45, Scott H. (1998). Non-traumatic causes of lameness in the forelimb of the growing dog. In Practice 20, Slatter D.H. (2002). In: Textbook of small animal Surgery. Miscellaneous orthopaedic diseases. 3 de editie. W.B. Saunders, Philadelphia, PA, USA, p Sprinkle T.A., Krook L. (1970). Hip dysplasia, elbow dysplasia and eosinophilic panosteitis. Three clinical manifestations of hyperestrinism in the dog. Cornell Vet 60, Stephens L.C., Gleiser C.A., Jardine J.H. (1983). Primary pulmonary fibrosarcoma associated with Spirocerca lupi infection in a dog with hypertrophic pulmonary osteoarthropathy. Journal of The American Veterinary Medical Association 182, Tandy J., Haywood S. (1977). A case of panosteitis. The Veterinary Record 100, Taylor S.M., Remedios A., Myers S. (1995). Craniomandibular osteopathy in a Shetland sheepdog. The Canadian veterinary journal 36, Trostel C.T., Pool R.R., McLaughlin R.M. (2003). Canine Lameness Caused by Developmental Orthopedic Diseases: Panosteitis, Legg-Calvé-Perthes Disease, and Hypertrophic Osteodystrophy. Compendium 25(4), Trowald G., Ekman S., Hanson K. (2000). Clinical, radiological and pathological features of 12 Irish setters with canine leukocyte adhesion deficiency. Journal of small Animal Practice 41, Geciteerd door Huchkowsky S.L. (2002). 74. Van Bree H., Pollet L., Van Der Stock J., De Rick A., De Schepper J., Mattheeuws D. (1980). Panosteïtis bij de hond. Klinische, Radiografische en Haematologische bevindingen bij 46 gevallen. Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift 49(5), Vulgamott J.C., Clark R.G. (1980). Arterial hypertension and hypertrophic pulmonary osteopathy associated with aortic valvular endocarditis in a dog. Journal of The American Veterinary Medical Association 177, Watson A.D.J., Adams W.M., Thomas C.B. (1995). Craniomandibular osteopathy in dogs. Compendium on Continuing Education for the Practicing Veterinarian 17, Watson A.D.J., Huxtable C.R.R., Farrow B.R.H. (1975). Craniomandibular osteopathy in Doberman Pinschers. Journal of small Animal Practice 16, Woodard J.C. (1982). Canine hypertrophic osteodystrophy, a study of the spontaneous disease in littermates. Veterinary Pathology 19, Zeskov B. (1960). A Contribution to Eosinophilic Panosteitis in Dogs. Zentralbl Veterinaemed 7, Geciteerd door Van Bree H., Pollet L., Van Der Stock J., De Rick A., De Schepper J., Mattheeuws D. (1980). 16

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar PANOSTEITIS BIJ DE HOND. door. Jolien HOREMANS

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar PANOSTEITIS BIJ DE HOND. door. Jolien HOREMANS UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2013-2014 PANOSTEITIS BIJ DE HOND door Jolien HOREMANS Promotoren: Dr. E. de Bakker Prof. dr. B. Van Ryssen Literatuurstudie in het kader van de

Nadere informatie

Groei van grote honden; te veel van het goede?

Groei van grote honden; te veel van het goede? Groei van grote honden; te veel van het goede? 3 2 1 GROW! Moderne grote honden groeien snel en bereiken binnen een jaar 80% of meer van hun uiteindelijke grootte en gewicht. Er bestaat geen andere diersoort

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar 2010-2011 PANOSTEITIS BIJ EEN JONGE DUITSE HERDER. door. Iris VAN CAPPELLEN

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar 2010-2011 PANOSTEITIS BIJ EEN JONGE DUITSE HERDER. door. Iris VAN CAPPELLEN UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2010-2011 PANOSTEITIS BIJ EEN JONGE DUITSE HERDER door Iris VAN CAPPELLEN Promotor: Dierenarts Y. Samoy Medepromotor: Prof. Dr. B. Van Ryssen Literatuurstudie

Nadere informatie

Geschreven door Diernet Team woensdag, 12 januari 2011 00:00 - Laatst aangepast woensdag, 12 januari 2011 23:21

Geschreven door Diernet Team woensdag, 12 januari 2011 00:00 - Laatst aangepast woensdag, 12 januari 2011 23:21 Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Een infectie met parvovirus is een acute (plotselinge en hevige) generaliseerde (systemische) ziekte bij honden. De aandoening

Nadere informatie

Inflammatoire darmontsteking (IBD), maagdarmontsteking bij honden en katten

Inflammatoire darmontsteking (IBD), maagdarmontsteking bij honden en katten Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Inflammatoire (ontsteking) van darmziekten (IBD) is een groep van gastro-intestinale (maagdarm) ziekten waarbij ontstekingen

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar 2010-2011

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar 2010-2011 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2010-2011 HYPERTROFISCHE OSTEODYSTROFIE BIJ EEN MECHELSE HERDER door Lotte VAN LAETHEM Promotor: dierenarts Evelien de Bakker Copromotor: Prof.

Nadere informatie

Geschreven door Diernet Team dinsdag, 23 augustus 2011 13:31 - Laatst aangepast donderdag, 15 september 2011 22:17

Geschreven door Diernet Team dinsdag, 23 augustus 2011 13:31 - Laatst aangepast donderdag, 15 september 2011 22:17 Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Hyperthyreoïdie is een ziekte die wordt veroorzaakt door een overmatige hoeveelheid schildklierhormonen. Schildklierhormonen

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar 2009-2010

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar 2009-2010 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2009-2010 DE COMBINATIE VAN PANOSTEÏTIS EN ELLEBOOGDYSPLASIE ALS OORZAAK VAN MANKEN BIJ EEN BORDEAUX DOG door Maya LANGENAKENS Promotor: Dr. B.

Nadere informatie

dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur

dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur Inhoud Zoledroninezuur 3 Voorbereiding 3 Rijvaardigheid en gebruik van machines 3 Gebruik bij ouderen 4 Uitzonderingen bij gebruik 4 Combinatie met andere

Nadere informatie

Leen Verhaert, dierenarts, Diplomate of the European Veterinary Dental College, European Veterinary Specialist in Dentistry.

Leen Verhaert, dierenarts, Diplomate of the European Veterinary Dental College, European Veterinary Specialist in Dentistry. Mondontsteking bij de kat: een complex probleem Leen Verhaert, dierenarts, Diplomate of the European Veterinary Dental College, European Veterinary Specialist in Dentistry. Dier en Tand, Lintsesteenweg

Nadere informatie

Informatie over botuitzaaiingen en botcomplicaties bij longkanker. botcomplicaties.nl

Informatie over botuitzaaiingen en botcomplicaties bij longkanker. botcomplicaties.nl Informatie over botuitzaaiingen en botcomplicaties bij longkanker botcomplicaties.nl Inleiding Deze brochure geeft u informatie over botuitzaaiingen en botcomplicaties bij longkanker. Wat zijn botuitzaaiingen

Nadere informatie

Bisfosfonaten bij borstkanker

Bisfosfonaten bij borstkanker Oncologie i Bisfosfonaten bij borstkanker Patiënteninformatie Adjuvante therapie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Uw specialist heeft met u besproken dat u, naast de behandeling met hormonale therapie, in

Nadere informatie

Differentiaaldiagnose van schouderkreupelheid bij de hond

Differentiaaldiagnose van schouderkreupelheid bij de hond 102 Permanente vorming Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2012, 81 Differentiaaldiagnose van schouderkreupelheid bij de hond B. Van Ryssen Vakgroep Medische Beeldvorming van de Huisdieren en Orthopedie

Nadere informatie

Pijnsyndromen van de ledematen

Pijnsyndromen van de ledematen www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Pijnsyndromen van de ledematen Versie 2016 title PIJNSYNDROMEN VAN DE LEDEMATEN 10. Osteochondrose (synoniemen: osteonecrose, avasculaire necrose) 10.1 Wat

Nadere informatie

Deficiëntie van de IL-1-Receptorantagonist (DIRA)

Deficiëntie van de IL-1-Receptorantagonist (DIRA) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Deficiëntie van de IL-1-Receptorantagonist (DIRA) Versie 2016 1. WAT IS DIRA 1.1 Wat is het? Deficiëntie van de IL-1-receptorantagonist (DIRA) is een zeldzame

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Nederlandse samenvatting proefschrift Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Cerebral changes in Amyotrophic Lateral Sclerosis, 5 september 2017, UMC Utrecht Inleiding Amyotrofische

Nadere informatie

Elleboogaandoeningen bij de volwassen hond

Elleboogaandoeningen bij de volwassen hond Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2014, 2013, 83 Permanente Vorming 91 Elleboogaandoeningen bij de volwassen hond B. Van Ryssen Vakgroep Medische Beeldvorming van de Huisdieren en Orthopedie van de

Nadere informatie

EWINGSARCOOM Wat betekent het?

EWINGSARCOOM Wat betekent het? EWINGSARCOOM Wat betekent het? Oncologie/0138 Deze informatiebrochure is bestemd voor personen met een Ewingsarcoom en alle anderen die hier heel dichtbij betrokken zijn: familie, vrienden, We geven u

Nadere informatie

Geschreven door Diernet Team zondag, 31 oktober 2010 00:00 - Laatst aangepast zondag, 31 oktober 2010 14:56

Geschreven door Diernet Team zondag, 31 oktober 2010 00:00 - Laatst aangepast zondag, 31 oktober 2010 14:56 Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Rhinitis is een ontsteking van de slijmvliezen van de neus. Sinusitis is een ontsteking van de sinussen (de bijholten) of de

Nadere informatie

Informatie over botuitzaaiingen en botcomplicaties bij longkanker. botcomplicaties.nl

Informatie over botuitzaaiingen en botcomplicaties bij longkanker. botcomplicaties.nl Informatie over botuitzaaiingen en botcomplicaties bij longkanker botcomplicaties.nl Inleiding Wat zijn de klachten? Deze brochure geeft u informatie over botuitzaaiingen en botcomplicaties bij longkanker.

Nadere informatie

Chronische Atypische Neutrofiele Dermatose met Lipodystrofie en Verhoogde temperatuur (CANDLE)

Chronische Atypische Neutrofiele Dermatose met Lipodystrofie en Verhoogde temperatuur (CANDLE) www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Chronische Atypische Neutrofiele Dermatose met Lipodystrofie en Verhoogde temperatuur (CANDLE) Versie 2016 1. WAT IS CANDLE 1.1 Wat is het? Chronische Atypische

Nadere informatie

C. Wervelkolom. Inhoudsopgave 01 C 02 C 03 C 04 C 05 C 06 C 07 C 08 C 09 C

C. Wervelkolom. Inhoudsopgave 01 C 02 C 03 C 04 C 05 C 06 C 07 C 08 C 09 C C. Wervelkolom nhoudsopgave 1 C 2 C 3 C 4 C 5 C 6 C 7 C 8 C 9 C Congenitale aandoeningen... 1 Myelopathie (excl. trauma s van de wervelkolom)... 1 Mogelijke atlanto-axiale subluxatie... 1 Nekpijn... 1

Nadere informatie

Tandheelkunde. Inspectie en palpatie van de mondholte

Tandheelkunde. Inspectie en palpatie van de mondholte Tandheelkunde Inspectie en palpatie van de mondholte Inspectie en palpatie van de mondholte Inleiding Dieren met gebitsaandoeningen komen vaak voor in de dierenartsenpraktijk. Vaak zijn de eigenaren hier

Nadere informatie

Juveniele spondylartropathie/enthesitis gerelateerde artritis (SpA-ERA)

Juveniele spondylartropathie/enthesitis gerelateerde artritis (SpA-ERA) www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Juveniele spondylartropathie/enthesitis gerelateerde artritis (SpA-ERA) Versie 2016 1. WAT IS JUVENIELE SPONDYLARTROPATHIE/ENTHESITIS GERELATEERDE ARTRITIS

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2014-2015 PANOSTEITIS: VOORKOMEN BIJ VERSCHEIDENE HONDENRASSEN EN RELATIE MET ANDERE ORTHOPEDISCHE AANDOENINGEN door Jolien HOREMANS Promotoren:

Nadere informatie

Geschreven door Diernet Team zaterdag, 11 december 2010 15:44 - Laatst aangepast vrijdag, 17 december 2010 13:16

Geschreven door Diernet Team zaterdag, 11 december 2010 15:44 - Laatst aangepast vrijdag, 17 december 2010 13:16 Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Chronische diarree is een verandering in de frequentie, consistentie, of het volume van de stoelgang (ontlasting) voor meer

Nadere informatie

Geschreven door Diernet Team zondag, 25 september :00 - Laatst aangepast zondag, 25 september :20

Geschreven door Diernet Team zondag, 25 september :00 - Laatst aangepast zondag, 25 september :20 Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Ataxie/ Incoördinatie is een signaal dat er problemen zijn met het zenuwstelsel. Ataxie kan ongecoördineerde bewegingen geven

Nadere informatie

C. Wervelkolom. Inhoudsopgave 01 C 02 C 03 C 04 C 05 C 06 C 07 C 08 C 09 C 10 C

C. Wervelkolom. Inhoudsopgave 01 C 02 C 03 C 04 C 05 C 06 C 07 C 08 C 09 C 10 C C. Wervelkolom nhoudsopgave 1 C 2 C 3 C 4 C 5 C 6 C 7 C 8 C 9 C 1 C Congenitale aandoeningen... 1 Myelopathie (excl. trauma s van de wervelkolom)... 1 Mogelijke atlanto-axiale subluxatie... 1 Nekpijn...

Nadere informatie

EWINGSARCOOM KANKERCENTRUM

EWINGSARCOOM KANKERCENTRUM EWINGSARCOOM KANKERCENTRUM WAT VINDT U IN DEZE BROCHURE 01 Inleiding 3 02 Wat is een Ewingsarcoom? 3 03 Wat zijn de mogelijke klachten bij een Ewingsarcoom? 4 04 Komt een Ewingsarcoom vaak voor? 5 05 Wat

Nadere informatie

HEBBEN NIET TOT EEN BETERE GEZONDHEID VAN ONZE HUISDIEREN GELEID.

HEBBEN NIET TOT EEN BETERE GEZONDHEID VAN ONZE HUISDIEREN GELEID. Wat kan leiden tot een betere gezondheid van ons huisdier! De beter opgeleide dierenartsen, nieuwe antibiotica, meerdere medicijnen, meer geld voor de gezondheidszorg voor dieren en meer dierenartsen en

Nadere informatie

Multiple Sclerose Neurodegeneratieve ziekten. 13 september 2011

Multiple Sclerose Neurodegeneratieve ziekten. 13 september 2011 Multiple Sclerose Neurodegeneratieve ziekten Nederlandse Vereniging voor Farmaceutische Geneeskunde 13 september 2011 Dr. Brigit A. de Jong, neuroloog Medisch Hoofd Radboud MS Centrum Afdeling Neurologie

Nadere informatie

Hairy cell leukemie (HCL)

Hairy cell leukemie (HCL) Interne geneeskunde Patiënteninformatie Hairy cell leukemie (HCL) U ontvangt deze informatie, omdat bij u hairy cell leukemie (HCL) is geconstateerd. Hairy cell leukemie (HCL) is een zeldzame aandoening,

Nadere informatie

Chronische niet-bacteriële osteomyelitis/osteitis (CNO) en chronisch recidiverende multifocale osteomeyelitis/osteitis (CRMO)

Chronische niet-bacteriële osteomyelitis/osteitis (CNO) en chronisch recidiverende multifocale osteomeyelitis/osteitis (CRMO) www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Chronische niet-bacteriële osteomyelitis/osteitis (CNO) en chronisch recidiverende multifocale osteomeyelitis/osteitis (CRMO) Versie 2016 1. WAT IS CNO/CRMO?

Nadere informatie

Juveniele Spondylartropathie/Enthesitis Gerelateerde Artritis (SPA-ERA)

Juveniele Spondylartropathie/Enthesitis Gerelateerde Artritis (SPA-ERA) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Juveniele Spondylartropathie/Enthesitis Gerelateerde Artritis (SPA-ERA) Versie 2016 1. WAT IS JUVENIELE SPONDYLARTROPATHIE/ENTHESITIS GERELATEERDE ARTRITIS

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting 11 Samenvatting Bloedarmoede, vaak aangeduid als anemie, is een veelbesproken onderwerp in de medische literatuur. Clinici en onderzoekers buigen zich al vele jaren over de oorzaken en gevolgen

Nadere informatie

Ik wilde het dit keer over de ouder wordende hond en hun problemen daarbij hebben.

Ik wilde het dit keer over de ouder wordende hond en hun problemen daarbij hebben. Nieuwsbrief september 2013 Beste Klant! Ik wilde het dit keer over de ouder wordende hond en hun problemen daarbij hebben. Ouderdomskwalen bij de hond: De gemiddelde leeftijd van de hond is onder andere

Nadere informatie

BOTTUMOREN. 1. Normaal botweefsel

BOTTUMOREN. 1. Normaal botweefsel BOTTUMOREN Om beter te kunnen begrijpen wat een bottumor juist is, wordt er in deze brochure meer uitleg gegeven over de normale structuur van het bot. Op die manier krijgt u een beter zicht op wat abnormaal

Nadere informatie

Chronische Niet-Bacteriële Osteomyelitis/Osteïtis (of CRMO)

Chronische Niet-Bacteriële Osteomyelitis/Osteïtis (of CRMO) https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Chronische Niet-Bacteriële Osteomyelitis/Osteïtis (of CRMO) Versie 2016 1. WAT IS CRMO 1.1 Wat is het? Chronische terugkerende multifocale osteomyelitis

Nadere informatie

Beentumoren (=bottumoren)

Beentumoren (=bottumoren) Beentumoren (=bottumoren) Inleiding Gezwellen in beenderen worden beentumoren genoemd. Er zijn verschillende typen beentumoren te onderscheiden. Zo zijn er vormen waarbij de tumor of het gezwel direct

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting Chapter 10 Samenvatting 123 Samenvatting Samenvatting De term atopische dermatitis (AD) is voor de kat in 1982 geïntroduceerd door Reedy, die bij een groep katten met recidiverende jeuk en huidproblemen

Nadere informatie

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4 Gezonde voeding 1 INLEIDING Thema 3 hoofdstuk Gezonde voeding blz. 149 Onderwerpen: -Persoonlijke verschillen -Voeding en levensfasen -Voedingsmiddelen en voedingsstoffen -Richtlijnen

Nadere informatie

Metastasen in de wervelkolom

Metastasen in de wervelkolom Metastasen in de wervelkolom (uitzaaiingen in de wervelkolom) Orthopedie alle aandacht Metastasen in de wervelkolom (uitzaaiing) Wat zijn metastasen? Metastasen zijn uitzaaiingen van een bij patiënt en

Nadere informatie

De immunologische achtergrond van orale tolerantie. Femke Broere Assistant professor

De immunologische achtergrond van orale tolerantie. Femke Broere Assistant professor De immunologische achtergrond van orale tolerantie Femke Broere Assistant professor Artritis (Osteo)artritis Slijtage? Immunologisch? Christopher B. Little & David J. Hunter Nature Reviews Rheumatology

Nadere informatie

Reumatische Koorts en Post-Streptokokken Reactieve Artritis

Reumatische Koorts en Post-Streptokokken Reactieve Artritis www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Reumatische Koorts en Post-Streptokokken Reactieve Artritis Versie 2016 1. WAT IS REUMATISCHE KOORTS 1.1 Wat is het? Reumatische koorts wordt veroorzaakt

Nadere informatie

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström 1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström Dr. S.A.M. van de Schans, S. Oerlemans, MSc. en prof. dr. J.W.W. Coebergh Inleiding Epidemiologie is de wetenschap die eenvoudig gezegd

Nadere informatie

Informatie over botuitzaaiingen en botcomplicaties bij prostaatkanker. botcomplicaties.nl

Informatie over botuitzaaiingen en botcomplicaties bij prostaatkanker. botcomplicaties.nl Informatie over botuitzaaiingen en botcomplicaties bij prostaatkanker botcomplicaties.nl Inleiding Wat zijn de klachten? Deze brochure geeft u informatie over botuitzaaiingen en botcomplicaties bij prostaatkanker.

Nadere informatie

B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K. Inhoudsopgave 01 B 02 B 03 B 04 B 05 B 06 B 07 B 08 B 09 B 10 B 11 B 12 B 13 B

B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K. Inhoudsopgave 01 B 02 B 03 B 04 B 05 B 06 B 07 B 08 B 09 B 10 B 11 B 12 B 13 B B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K Inhoudsopgave 1 B 2 B 3 B 4 B 5 B 6 B 7 B 8 B 9 B 1 B 11 B 12 B 13 B Palpabele schildkliernoduli en euthyreotische struma... 1 Lange

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting in het Nederlands

Chapter 10. Samenvatting in het Nederlands Chapter 10 Samenvatting in het Nederlands Chapter 10 Osteogenesis in Dogs L.F.H. Theyse - 2006 158 Samenvatting in het Nederlands Bot is als één van de weinige weefsels in staat om volledig te regenereren.

Nadere informatie

Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose. Omschrijving

Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose. Omschrijving Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Onvruchtbaarheid is het onvermogen om drachtig te worden. Onvruchtbaarheid bij vrouwelijke honden (teven) en katten (poezen)

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro CANDLE Versie 2016 1. WAT IS CANDLE 1.1 Wat is het? Chronische atypische neutrofiele dermatose met lipodystrofie en verhoogde temperatuur (CANDLE) is een

Nadere informatie

Demodex bij de Hond. Bij de pijl een demodex mijt

Demodex bij de Hond. Bij de pijl een demodex mijt Demodex bij de Hond Wat is demodex? Demodex, ook wel puppyschurft genoemd, is een soort schurftmijt, een parasiet. De soort die bij de hond voorkomt heet Demodex canis. Demodex mijten behoren tot de normale

Nadere informatie

MCTD (mixed connective tissue disease)

MCTD (mixed connective tissue disease) MCTD (mixed connective tissue disease) Wat is MCTD? MCTD is een zeldzame systemische auto-immuunziekte. Ons afweersysteem (= immuunsysteem) beschermt ons tegen lichaamsvreemde indringers, zoals o.a. bacteriën

Nadere informatie

Dexamethasone Indicaties en potentiële neveneffecten. Vrijdagochtendkrans 10/04/2015

Dexamethasone Indicaties en potentiële neveneffecten. Vrijdagochtendkrans 10/04/2015 Dexamethasone Indicaties en potentiële neveneffecten Vrijdagochtendkrans 10/04/2015 Inhoud Indicaties: 1) Postoperative nausea & vomiting (PONV) preventie 2) Verlengen perifeer zenuwblock 3) Multimodale

Nadere informatie

DIRA is zeer zeldzaam. Momenteel zijn er wereldwijd nog geen 20 patiënten bekend.

DIRA is zeer zeldzaam. Momenteel zijn er wereldwijd nog geen 20 patiënten bekend. Pædiatric Rheumatology InterNational Trials Organisation Wat is het? Deficiëntie van IL-1Receptor Antagonist (DIRA) Deficiëntie van IL-1Receptor Antagonist (DIRA)is een zeldzame (autosomaal recessieve)

Nadere informatie

RX THORAX: BASIC. Dr. Sarah Claerhoudt, DVM, PhD 21/2/2019

RX THORAX: BASIC. Dr. Sarah Claerhoudt, DVM, PhD 21/2/2019 RX THORAX: BASIC Dr. Sarah Claerhoudt, DVM, PhD 21/2/2019 Techniek Hoge kv (inherent hoog contrast thorax), laag ms (korte belichtingstijd) RX abdomen Positionering: extensie voorpoten naar Craniaal Min.

Nadere informatie

Vitamines en mineralen : nuttig, nodig of platte commercie? Info dag Obesitas

Vitamines en mineralen : nuttig, nodig of platte commercie? Info dag Obesitas Vitamines en mineralen : nuttig, nodig of platte commercie? Info dag Obesitas Donderdag 21 juni 2018 Waarom supplementen? Waarom supplementen? Vitamines en mineralen vormen de bouwstenen van ons lichaam.

Nadere informatie

Rode Vlaggen. Cursus. Directe Toegankelijkheid Oefentherapie

Rode Vlaggen. Cursus. Directe Toegankelijkheid Oefentherapie Rode Vlaggen Cursus Directe Toegankelijkheid Oefentherapie Alle rechten voorbehouden Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, foto-kopie, microfilm

Nadere informatie

De Ierse Wolfshond: Onze grote vriend met zijn grote hart. Hanneke van Meeuwen. www.dierenkliniekeersel.nl 13-04-2008.

De Ierse Wolfshond: Onze grote vriend met zijn grote hart. Hanneke van Meeuwen. www.dierenkliniekeersel.nl 13-04-2008. De Ierse Wolfshond: Onze grote vriend met zijn grote hart Hanneke van Meeuwen KVG Eersel www.dierenkliniekeersel.nl 13-04-2008 Iets over mijzelf Afgestudeerd Universiteit Gent juli 2001 Werkzaam KvG sinds

Nadere informatie

Sleutelvoedingsfactoren

Sleutelvoedingsfactoren Sleutelvoedingsfactoren HOOFDSTUK 6 NIVEAU1 VNA 1 HOOFDSTUK 6 I Inhoudsopgave 1 Sleutelvoedingsfactoren 1.1 Bij gezonde dieren.................................................... 4 1.2 Bij zieke dieren........................................................

Nadere informatie

Kennelhoest - Infectieuze tracheobronchitis (infectieuze ontsteking van luchtpijp en bronchiën) bij honden

Kennelhoest - Infectieuze tracheobronchitis (infectieuze ontsteking van luchtpijp en bronchiën) bij honden Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Een Infectieuze tracheobronchitis is de medische term die een groep van besmettelijke, respiratoire (luchtweg) aandoeningen

Nadere informatie

Prednison, Prednisolon. corticosteroïden

Prednison, Prednisolon. corticosteroïden Prednison, Prednisolon corticosteroïden Inhoudsopgave Werking 3 Gebruik 3 Bijverschijnselen 4 Aanvullende informatie 5 Methylprednison injecties 6 Vaccinaties 6 Sint Maartenskliniek 7 Colofon 8 2 U heeft

Nadere informatie

Informatie over botuitzaaiingen en botcomplicaties bij longkanker. botcomplicaties.nl

Informatie over botuitzaaiingen en botcomplicaties bij longkanker. botcomplicaties.nl Informatie over botuitzaaiingen en botcomplicaties bij longkanker botcomplicaties.nl Inleiding Wat zijn de klachten? Deze brochure geeft u informatie over botuitzaaiingen en botcomplicaties bij longkanker.

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro De Ziekte van Behçet Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? De diagnose is voornamelijk klinisch. Het kan een tot vijf

Nadere informatie

Plaats van biologicals in reumatisch lijden. AZ Damiaan Oostende Dr. M. Maertens Reumatologie

Plaats van biologicals in reumatisch lijden. AZ Damiaan Oostende Dr. M. Maertens Reumatologie Plaats van biologicals in reumatisch lijden AZ Damiaan Oostende Dr. M. Maertens Reumatologie Welke aandoeningen? Plaats van deze biologicals? Welke biologicals? Specifieke aandachtspunten bij patiënt behandeld

Nadere informatie

De verschillende fasen in het leven van een kat 1,2

De verschillende fasen in het leven van een kat 1,2 De verschillende fasen in het leven van een kat 1,2 Minou Tommy Simba Tijgertje Luna Misty Kitten Junior Volwassen Midlife Senior Geriatrisch Leeftijd kat 0 6 m 7 m 2 j 3 6 j 7 10 j 11 14 j 15 25 j Leeftijd

Nadere informatie

Cryopyrine-Geassocieerd Periodiek Syndroom (CAPS)

Cryopyrine-Geassocieerd Periodiek Syndroom (CAPS) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Cryopyrine-Geassocieerd Periodiek Syndroom (CAPS) Versie 2016 1. WAT IS CAPS 1.1 Wat is het? Cryopyrine-geassocieerde periodieke syndromen (CAPS) omvatten

Nadere informatie

Spijsverteringsstoornissen

Spijsverteringsstoornissen Spijsverteringsstoornissen Clinical Nutrition to Improve Quality of Life Het belang van voeding Het voedsel dat uw huisdier eet, speelt een belangrijke rol in zijn of haar algemene gezondheid en welzijn.

Nadere informatie

2.1 Verstoord evenwicht protease-antiprotease

2.1 Verstoord evenwicht protease-antiprotease Roken is verreweg de belangrijkste risicofactor. Andere risicofactoren zijn: beroepen of hobby s met regelmatige blootstelling aan kleine deeltjes (fijnstof ) en (zelden) een familiair voorkomend enzymtekort

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/32551 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/32551 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32551 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Krol, Charlotte Georgette Title: Pitfalls in the diagnosis and management of skeletal

Nadere informatie

PAUL en het mediaal compartiment syndroom

PAUL en het mediaal compartiment syndroom Lorenzo Pillin PAUL en het mediaal compartiment syndroom Het begrip elleboogdysplasie is ongetwijfeld bekend bij alle praktiserende dierenartsen. Hieronder vallen de verschillende vormen: LPC, LPA, incongruentie,

Nadere informatie

SUIKERZIEKTE? Herken de symptomen! Informatie over veelvoorkomende symptomen en risicofactoren. www.dierensuikerziekte.nl

SUIKERZIEKTE? Herken de symptomen! Informatie over veelvoorkomende symptomen en risicofactoren. www.dierensuikerziekte.nl SUIKERZIEKTE? Herken de symptomen! Informatie over veelvoorkomende symptomen en risicofactoren Wat is suikerziekte? Suikerziekte - ofwel diabetes mellitus, de medische naam voor suikerziekte - is een aandoening

Nadere informatie

CHONDROSARCOOM KANKERCENTRUM

CHONDROSARCOOM KANKERCENTRUM CHONDROSARCOOM KANKERCENTRUM WAT VINDT U IN DEZE BROCHURE 01 3 02 3 03 4 04 5 05 5 06 6 07 6 08 7 CHONDROSARCOOM 2 01 INLEIDING Deze informatiebrochure is bestemd voor mensen met een chondrosarcoom en

Nadere informatie

beschouwd als een aandoening bij jonge dieren, gekenmerkt door fibrineuze polyserositis, polyartritis,

beschouwd als een aandoening bij jonge dieren, gekenmerkt door fibrineuze polyserositis, polyartritis, De ziekte van Glässer De ziekte van Glässer wordt veroorzaakt door Haemophilus parasuis (Hps). De ziekte werd vroeger beschouwd als een aandoening bij jonge dieren, gekenmerkt door fibrineuze polyserositis,

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Het PAPA-Syndroom Versie 2016 1. WAT IS PAPA 1.1 Wat is het? Het acroniem PAPA staat voor Pyogenische Artritis, Pyoderma gangrenosum en Acne. Het is een

Nadere informatie

Ziekte van Parkinson. Patiënteninformatie

Ziekte van Parkinson. Patiënteninformatie Patiënteninformatie Ziekte van Parkinson Informatie over (de oorzaken van) de ziekte van Parkinson, waar u dan last van kunt hebben, hoe we de diagnose stellen en wat u er zelf aan kunt doen Ziekte van

Nadere informatie

Osteoporose Voorkom Beenderbreuken

Osteoporose Voorkom Beenderbreuken Osteoporose Voorkom Beenderbreuken Prof. Dr. S. Goemaere Reumatoloog, UZ Gent Belgian Bone Club (BBC) International Osteoporosis Foundation (IOF) EU-Osteoporosis Consultation Panel IOF Working Parties

Nadere informatie

Voedings - overgevoeligheid

Voedings - overgevoeligheid Voedings - overgevoeligheid Clinical Nutrition to Improve Quality of Life Het belang van voeding Wat is voedingsgevoeligheid? Het voedsel dat uw huisdier eet speelt een belangrijke rol in zijn of haar

Nadere informatie

Periodieke Koorts met Afteuze Faryngitis en Adenitis (PFAPA)

Periodieke Koorts met Afteuze Faryngitis en Adenitis (PFAPA) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Periodieke Koorts met Afteuze Faryngitis en Adenitis (PFAPA) Versie 2016 1. WAT IS PFAPA 1.1 Wat is het? PFAPA staat voor Periodic Fever Adenitis Pharyngitis

Nadere informatie

WEKE DELEN SARCOOM Wat betekent het?

WEKE DELEN SARCOOM Wat betekent het? WEKE DELEN SARCOOM Wat betekent het? Oncologie/0145 1 Deze informatiebrochure is voor personen met een weke delen sarcoom en alle anderen die hier heel dichtbij betrokken zijn: familie, vrienden We geven

Nadere informatie

Hieronder vindt u een kort overzicht van de nieuwe producten en/of de promoties die we momenteel aanbieden in de apotheek.

Hieronder vindt u een kort overzicht van de nieuwe producten en/of de promoties die we momenteel aanbieden in de apotheek. Beste klant, Hieronder vindt u een kort overzicht van de nieuwe producten en/of de promoties die we momenteel aanbieden in de apotheek. Voor vragen kan u ons gerust contacteren op het telefoonnummer 052/30.94.14

Nadere informatie

EEN CHONDROSARCOOM WAT BETEKENT HET?

EEN CHONDROSARCOOM WAT BETEKENT HET? EEN CHONDROSARCOOM WAT BETEKENT HET? Oncologie/0137 Deze informatiebrochure is bestemd voor personen met een chondrosarcoom en alle anderen die hier heel dichtbij betrokken zijn zoals familie, vrienden,

Nadere informatie

Samenvatting. Reumatoïde artritis: biologicals en bot

Samenvatting. Reumatoïde artritis: biologicals en bot * Samenvatting Reumatoïde artritis: biologicals en bot Samenvatting In deel I van dit proefschrift worden resultaten gepresenteerd van onderzoek naar gegeneraliseerd botverlies (osteoporose) in patiënten

Nadere informatie

Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer

Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer Introductie onderzoeksproject De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer is een neurologische aandoening en is de meest voorkomende vorm van dementie.

Nadere informatie

Casus 3: Osteoporotische Indeukingsfractuur JEF MICHIELSEN

Casus 3: Osteoporotische Indeukingsfractuur JEF MICHIELSEN Casus 3: Osteoporotische Indeukingsfractuur JEF MICHIELSEN Osteoporotische indeukingsfractuur 60 jarige alleenstaande dame Plotse pijn in de dorso-lumbale wervelzuil Normaal klinisch onderzoek Geen voorgeschiedenis

Nadere informatie

Perifere zenuw blokkade bij een patiënt at risk voor compartiment syndroom? Lucie van Genugten 3 e jaars AIOS Anesthesiologie 7 November 2014

Perifere zenuw blokkade bij een patiënt at risk voor compartiment syndroom? Lucie van Genugten 3 e jaars AIOS Anesthesiologie 7 November 2014 Perifere zenuw blokkade bij een patiënt at risk voor compartiment syndroom? Lucie van Genugten 3 e jaars AIOS Anesthesiologie 7 November 2014 Vraag Maskeert een perifere zenuwblokkade het optreden van

Nadere informatie

Een behandeling met botbeschermers

Een behandeling met botbeschermers Een behandeling met botbeschermers Ter preventie van botcomplicaties bij botmetastasen Bestemd voor de patiënt Inleiding Uw arts heeft u een behandeling voorgeschreven die botafbraak vertraagt op het moment

Nadere informatie

Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis

Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis

Nadere informatie

Lange termijn complicaties bij ARDS

Lange termijn complicaties bij ARDS Lange termijn complicaties bij ARDS 2 maanden later 13 juni 2016 Loes Hoogveld, MC Acute fase Casus Vrouw, 72 jaar VG/ Blanco HET fiets vs auto: Ribfracturen re 1-12 en li 1-8, hematopneumothorax li en

Nadere informatie

Blaasstenen bij de Engelse Bulldog

Blaasstenen bij de Engelse Bulldog Blaasstenen bij de Engelse Bulldog Er zijn een aantal verschillende blaasstenen die bij alle honden kunnen voorkomen, daarnaast zijn er blaasstenen die rasspecifiek zijn. Deze laatste groep blaasstenen

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Het PAPA Syndroom Versie 2016 1. WAT IS PAPA 1.1 Wat is het? Het acroniem PAPA staat voor Purulente Artritis, Pyoderma gangrenosum en Acne. Het is een erfelijk

Nadere informatie

Periodieke Koorts Met Afteuze Faryngitis En Adenitis (PFAPA)

Periodieke Koorts Met Afteuze Faryngitis En Adenitis (PFAPA) www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Periodieke Koorts Met Afteuze Faryngitis En Adenitis (PFAPA) Versie 2016 1. WAT IS PFAPA 1.1 Wat is het? PFAPA staat voor Periodic Fever Adenitis Pharyngitis

Nadere informatie

Trastuzumab (Herceptin )

Trastuzumab (Herceptin ) Trastuzumab (Herceptin ) Borstkanker (mammacarcinoom) De diagnose borstkanker is bij u vastgesteld. Dit wordt ook wel een mammacarcinoom genoemd. De behandeling van een mammacarcinoom bestaat uit een operatieve

Nadere informatie

PRAKTISCH KANKER BIJ HUISDIEREN

PRAKTISCH KANKER BIJ HUISDIEREN PRAKTISCH KANKER BIJ HUISDIEREN l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n over houden van huisdieren De diagnose kanker bij uw geliefde huisdier komt hard aan.

Nadere informatie

Nieraandoeningen. Clinical Nutrition to Improve Quality of Life

Nieraandoeningen. Clinical Nutrition to Improve Quality of Life Nieraandoeningen Clinical Nutrition to Improve Quality of Life Het belang van voeding Wat is een nierziekte? Het voedsel dat uw huisdier eet, speelt een belangrijke rol in zijn of haar algemene gezondheid

Nadere informatie

Chapter 7. Algemene Discussie en Samenvatting

Chapter 7. Algemene Discussie en Samenvatting Algemene Discussie en Samenvatting 75 76 Algemene Discussie en Samenvatting Plaveiselcelcarcinoom van het oog bij runderen (BOSCC) en het vulva papilloma en carcinoma complex bij runderen (BVPCC) zijn

Nadere informatie

ANATOMIE EN FYSIOLOGIE

ANATOMIE EN FYSIOLOGIE FUTURO DE POLS In een notendop De pols is wellicht het belangrijkste gewricht in het alledaagse en beroepsleven. De pols wordt niet alleen belast bij vele vormen van handarbeid maar ook bij het sporten

Nadere informatie

1. Het groeihormoon. Figuur 2: Groeihormoon neemt af met de leeftijd Figuur 4: Effecten van groeihormoon

1. Het groeihormoon. Figuur 2: Groeihormoon neemt af met de leeftijd Figuur 4: Effecten van groeihormoon 1. Het groeihormoon Figuur 2: Groeihormoon neemt af met de leeftijd Figuur 4: Effecten van groeihormoon Figuur 3: Groeihormoon afgifte gedurende de dag Figuur 1: Regulatie van het groeihormoon Maastricht

Nadere informatie

Operatie aan de bijschildklier. Poli Chirurgie Poli Interne Geneeskunde

Operatie aan de bijschildklier. Poli Chirurgie Poli Interne Geneeskunde 00 Operatie aan de bijschildklier Poli Chirurgie Poli Interne Geneeskunde Deze folder geeft u informatie over de bijschildklieroperatie (parathyreoidectomie). Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk

Nadere informatie

Chondrosarcoom graad 1

Chondrosarcoom graad 1 Chondrosarcoom graad 1 Bij u is een chondrosarcoom van de laagste graad (graad 1) geconstateerd. Dit is een kwaadaardig gezwel in het bot, dat echter goed te behandelen is. In deze brochure leest u wat

Nadere informatie

De beschermende invloed van flavonoïden op ons brein

De beschermende invloed van flavonoïden op ons brein Prof. dr. Jerome Hendriks Universiteit Hasselt An apple a day keeps the doctor away De beschermende invloed van flavonoïden op ons brein Jerome Hendriks Vitamine C Flavonoïden Albert Szent-Györgyi 1 Flavonoïden

Nadere informatie