SALK-uitvoeringsplan - Projecten Smart Logistics Limburg en Logistiek met PIT

Transcriptie

1 SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 26 van MARTINE TAELMAN datum: 6 oktober 2014 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT SALK-uitvoeringsplan - Projecten Smart Logistics Limburg en Logistiek met PIT Op 9 mei 2014 hechtte de vorige Vlaamse Regering haar goedkeuring aan het project Smart Logistics Limburg (SLL), dat past binnen het SALK-uitvoeringsplan (Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat). Het project Smart Logistics Limburg beoogt het opzetten van een samenwerkingsverband tussen de onderzoeksgroep Logistiek en het onderzoeksinstituut IMOB van de Universiteit Hasselt, de expertisecel LOG-IC van de hogeschool PXL en het Logistiek Platform Limburg. Volgend op en op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei jl. werd de steunovereenkomst door IWT (Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie) gefinaliseerd en in de loop van augustus en september door de betrokken partners ondertekend. In het SALK-uitvoeringsplan wordt voor de business case Logistiek en Mobiliteit in 2,5 miljoen euro voorzien voor basisonderzoek, bovenop de reguliere financiering. Het SALK-uitvoeringsplan stelt: Om de versnippering tegen te gaan, verwacht de Vlaamse regering dat bij de aanvraag samengewerkt wordt met de competentiepolen VIL (Vlaams Instituut voor de Logistiek) en VIM (Vlaams Instituut voor Mobiliteit) en Flanders Logistics. Om versnippering tegen te gaan en samenwerking tussen de verschillende spelers binnen het domein van de logistiek te waarborgen, werden er in artikel 12 van de steunovereenkomst voor het project SLL twee bijzondere voorwaarden opgenomen. Een eerste voorwaarde bepaalt dat, opdat de initiatieven binnen het project SLL niet overlappen met die van Flanders Logistics (FL), er uiterlijk tegen 1 december 2014 een getekend document met de gemaakte afspraken tussen SLL en FL voorgelegd moet worden aan IWT. Een tweede voorwaarde stelt dat de activiteiten binnen het project SLL complementair moeten zijn aan de onderzoeksactiviteiten in het kader van het Onderzoeksproject Stedelijke Mobiliteit alsook dat de synergie tussen beide zo goed mogelijk geëxploiteerd moet worden. Zo bleek uit het antwoord van de minister op mijn schriftelijke vraag nr. 18 van 2 september Op 3 oktober jl. berichtte LimburgActueel.be over de opstart van het SALK-project Logistiek met PIT (voluit Proces Innovatie Tool) binnen het Ondernemersplatform Limburg. Binnen dit project wil Voka-Limburg samen met het Logistiek Platform Limburg 20 logistieke bedrijven begeleiden om hun productiviteit en competitiviteit te verhogen. De geselecteerde bedrijven zullen diepgaand worden geanalyseerd en daarna begeleid doorheen een individueel optimalisatietraject.

2 1. Kan de minister een concrete en gedetailleerde beschrijving geven van de taken van de partners/begunstigden binnen het project SLL: UHasselt, PXL en Logistiek Platform Limburg, actief onder de koepel POM Limburg? 2. Op welke manier gebeurt de samenwerking en afstemming tussen de betrokken partners binnen het project SLL, de UHasselt, de hogeschool PXL en het Logistiek Platform Limburg? Wat is de specifieke, complementaire inbreng van elke partner binnen het project SLL? 3. Kan de minister, zodra beschikbaar, een kopie van de afspraken tussen Flanders Logistics en de begunstigden van het project SLL overmaken, cfr. de bijzondere eerste voorwaarde opgenomen in artikel 12.1 van de samenwerkingsovereenkomst? 4. Wordt er door de betrokken actoren binnen het SALK-project SLL ook afgestemd en samengewerkt met VIM en VIL? Zo ja, op welke manier en onder welke voorwaarden? Zo neen, waarom niet? 5. Kan de minister een concrete en gedetailleerde beschrijving geven van de taken van de partners/begunstigden binnen het project Logistiek met PIT : Voka-Limburg en Logistiek Platform Limburg? 6. Hoeveel SALK-middelen worden er door het Ondernemersplatform vrijgemaakt en besteed aan het project Logistiek met PIT? 7. Wat is de concrete outcome van het project Logistiek met PIT? 8. Kan de minister de samenwerking tussen beide projecten, nl. Smart Logistics Limburg (SLL) en Logistiek met PIT (LPIT) verduidelijken, alsook de manier waarop de initiatieven binnen beide projecten op elkaar worden afgestemd? 9. Waaruit blijkt de complementariteit tussen beide projecten, SLL en LPIT, en op welke manier wordt deze complementariteit gewaarborgd gelet op het gezamenlijke doel, nl. meer logistieke bedrijven gebruik laten maken van wetenschappelijke dienstverlening en contractonderzoek door het bundelen van de aanwezige kennis en expertise inzake transport & logistiek, om zo de regionale innovatie- en concurrentiekracht te versterken? 10. Wordt er door de betrokken actoren binnen het SALK-project Logistiek met PIT ook afgestemd en samengewerkt met VIM, VIL en Flanders Logistics? Zo ja, op welke manier en onder welke voorwaarden? Zo neen, waarom niet? 11. Waaruit blijkt de complementariteit van het SALK-project Logistiek met PIT met de onderzoeksinitiatieven binnen het VIM, VIL en Flanders Logistics? 12. Het SALK-uitvoeringsplan stelt: Om de logistieke sector in Limburg te versterken en de verdere groei van deze sector in Limburg strategisch te ondersteunen, is het belangrijk om de provinciale arbeidsmarkt af te stemmen op de huidige en toekomstige noden van de logistieke sector. Via het coördinatie- en dienstverleningsplatform Logistiek wil het Logistiek Platform Limburg, actief onder de koepel van POM Limburg, i.s.m haar

3 partnerorganisaties de matching tussen vraag en aanbod op de logistieke arbeidsmarkt in Limburg bevorderen. Welke concrete SALK-initiatieven zijn er thans in uitvoering of staan gepland met het oog op het realiseren van een betere match tussen het arbeidsaanbod op de provinciale arbeidsmarkt en de huidige en toekomstige arbeidsvraag van de logistieke sector? Graag een overzicht van deze projecten, met opgave van de betrokken partners, de omvang van de SALK-middelen, de beoogde outcome en de looptijd ervan.

4 PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT ANTWOORD op vraag nr. 26 van 7 oktober 2014 van MARTINE TAELMAN 1. Het doel van het project Smart Logistics Limburg (SLL) is de oprichting van een virtueel kennisplatform om de bestaande kennis en expertise te bundelen en ten dienste van de logistieke bedrijven te stellen. Om de vooropgestelde doelstellingen te bereiken, worden o.a. de hiernavolgende activiteiten vooropgesteld. Door UHasselt-PXL: de kennis die opgebouwd is in de betrokken onderzoeksinstellingen moet overgebracht worden naar de ondernemingen. De kennismaking kan gebeuren door een bezoek aan ondernemingen of omgekeerd door bezoek van de ondernemingen aan de kennisinfrastructuur van het consortium. Vervolgens kan de in kaart gebrachte problematiek concreet vertaald worden naar embryonaal onderzoeksvoorstel dat in nauwe samenwerking met de bedrijven verder zal verfijnd worden. Dit heeft als doelstelling dat meer Limburgs bedrijven die in de logistieke sector actief zijn zullen gebruik maken van wetenschappelijke dienstverlening en contractonderzoek. Op deze wijze kan de concurrentiepositie van deze bedrijven versterkt worden. Een belangrijke doelgroep hierbij zijn bedrijven (vooral kmo s) die momenteel nauwelijks gebruik maken van wetenschappelijke expertise ter ondersteuning van hun bedrijfsvoering; bedrijfsmatige publicaties in vaktijdschriften: in het kader van deze outputindicator zullen een aantal bedrijfsmatige artikels (bv. cases) geschreven worden in regionale en nationale vaktijdschriften. Door het Logistiek Platform Limburg: organiseren van seminaries en/of workshops: de bedoeling is om gedurende de looptijd van het project elk jaar enkele seminaries/workshops in te richten die specifiek gericht zijn op de logistieke sector om de mogelijkheden van het consortium naar het bedrijfsleven kenbaar te maken; drempelverlagende werking naar bedrijven en meer specifiek kmo s: dit initiatief zal speciale aandacht hebben voor bedrijven die tot nu toe nooit of uiterst zelden gebruik maken van de onderzoeksmogelijkheden van kennisinstellingen. De focus gaat hierbij naar nieuwe bedrijven en bedrijven waarmee men de laatste drie jaar geen concreet samenwerkingsverband meer had. 2. Tussen de projectpartners wordt een samenwerkingsovereenkomst opgesteld die beschrijft hoe het project zal opgevolgd worden en waarbij de hier beschreven principes gevolgd worden. De operationele aansturing van het project gebeurt door een managementcomité. Dit orgaan zal samengesteld zijn uit één vertegenwoordiger van de deelnemende partners en zal maandelijks samenkomen. Het managementcomité zal o.m. verantwoordelijk zijn voor de allocatie van middelen en resources volgens het projectplan, besluitvorming met betrekking tot de voornaamste veranderingen in het werk (hoofdzakelijk de beëindiging, creatie of reallocatie van taken), de kwaliteitscontrole over de verschillende partners heen om aldus een kwaliteitsvolle uitvoering van het werk te kunnen garanderen, het plannen van events, de interactie met de Vlaamse overheid en het beheer van de samenwerkingsovereenkomst.

5 Een adviescomité zal samengesteld worden uit een aantal relevante stakeholders uit het bedrijfsleven en de overheidssector. Het adviescomité zal worden samengesteld bij de aanvang van het project, maar kan steeds aangevuld/gewijzigd worden afhankelijk van de noodwendigheden gedurende de uitvoering van het project. Het adviescomité zal 2x per jaar samenkomen. De taken van het adviescomité omvatten o.m. het managementcomité te adviseren i.v.m. het organiseren van disseminatieactiviteiten, het voorstellen van interessante business cases en het geven van feedback op de in het project uitgevoerde taken. Elke partner is verantwoordelijk om de hem door het managementcomité toegewezen taken naar behoren uit te voeren en hierover tijdig te rapporten aan het managementcomité. Hiertoe zal elke partner binnen zijn organisatie voldoende kwaliteitscontrole inbouwen zodat alle deliverables aan een interne kwaliteitscontrole zijn onderworpen. Deze kwaliteitscontrole zal afgestemd worden met het overkoepelende kwaliteitssysteem dat door het managementcomité zal ontwikkeld worden. 3. Het project is gestart op 1 oktober Het IWT zal van de afspraken met Flanders Logistics op uiterlijk 1 december 2014 een getekend document ontvangen. 4. Er wordt met één van de uitvoerders (UHasselt) samengewerkt in het kader van het project Stedelijke Logistiek en Mobiliteit waarin zowel VIL als VIM begunstigde zijn. Van elk initiatief wordt verwacht dat samenwerking met andere innovatieactoren wordt opgezet, ook in dit project. Een formeel samenwerkingsakkoord is echter niet gevraagd omdat dit initiatief zich specifiek richt naar Limburg waar VIL en VIM zich richten naar heel Vlaanderen. 5. Logistiek met PIT (Proces Innovatie Tool) helpt logistieke bedrijven hun productiviteit en competitiviteit te verhogen. In eerste instantie zal een kennisgroep bestaande uit een aantal grote spelers uit de logistieke wereld definiëren wat de belangrijkste parameters zijn om bedrijfsprestaties te meten én groei te bewerkstelligen. In deze kenniskring wordt bovendien in kaart gebracht wat de USP van Limburg is voor logistieke bedrijvigheid. Vervolgens wordt deze kennis in een model gestoken en toegepast op 20 logistieke bedrijven. Zij zullen diepgaand geanalyseerd worden en daarna zullen deze bedrijven begeleid worden doorheen een individueel optimalisatietraject. Deze bedrijven hebben dan alles in handen om te groeien én jobs te creëren. Gekoppeld hieraan wordt ook een quick scan (vereenvoudigde versie van het model, online en zelf te gebruiken) ontwikkeld en uitgerold naar de sector. Het volgende stappenplan wordt gevolgd: uitwerken en aftoetsen van het project met de diverse stakeholders; ontwikkelen van de methodologie; oprichten en opvolgen van de kenniskring; prospectie en screening van 20 bedrijven; opvolgen van de screening en ontwikkelen van een actieplan per bedrijf; de tool ter beschikking stellen van de sector voor ruimere verspreiding. 6. Voor de periode 1 januari 2014 t.e.m. 31 december 2015 wordt voor dit project euro vrijgemaakt. 7. De concrete outcome van het project kan samengevat worden als volgt: een assessment tool ontwikkelen; deze tool toepassen voor 20 bedrijven; een actieplan opstellen per bedrijf op basis van het assessment resultaat; de bedrijven coachen in de realisatie van dit actieplan; deze tool ter beschikking stellen van de sector.

6 8. Binnen het SALK-uitvoeringsplan is 2,5 miljoen euro aan middelen voorzien voor strategisch basisonderzoek rond logistiek en mobiliteit. Vlaanderen beschikt over veel expertise in het domein van logistiek, transport en mobiliteit, maar deze expertise is versnipperd over meerdere kennisinstellingen en competentiepolen. Om versnippering tegen te gaan, verwacht de Vlaamse Regering dat van bij de aanvraag wordt samengewerkt. Ongeveer 1,5 miljoen euro van de middelen gaat naar de versterking van onderzoeksgroepen buiten Limburg, o.a. de Universiteit Antwerpen en de Vrije Universiteit Brussel. De overige middelen werden toegekend aan de Limburgse kennisinstellingen: de onderzoekgroep Logistiek en het onderzoeksinstituut IMOB van de UHasselt, de onderzoeksgroep Logistiek van de Hogeschool PXL en het Logistiek Platform Limburg. Onder de noemer Smart Logistics Limburg zal er een virtueel kennisplatform geïnstalleerd worden om de bestaande kennis en expertise te bundelen en ten dienste van de logistieke bedrijven te stellen. Ook VIM, VIL en Flanders Logistics worden betrokken bij dit kennisplatform. Het project Logistiek met PIT valt onder het Ondernemersplatform en wordt via deze weg gefinancierd. De finaliteit van dit project is gericht op het versterken van Ondernemerschap. 9. De projecten hebben een verschillende doelstelling. Logistiek met PIT vertrekt niet van wetenschappelijke dienstverlening en bundeling van kennis maar vanuit concrete kennis uit het veld. Smart Logistics Limburg omhelst basisonderzoek, terwijl Logistiek met PIT een praktijkgericht begeleidingstraject is voor bedrijven. Het uiteindelijke doel, de versterking van bestaande bedrijven, is uiteraard wel complementair. 10. Bij het ontwikkelen van het project Logistiek met PIT is met alle partijen rond de tafel gezeten. Aangezien de projecten een verschillende finaliteit en (directe) doelgroep hebben, werd niet meteen een meerwaarde gezien in een intensieve samenwerking. Uiteraard kunnen de resultaten van Logistiek met PIT meegenomen worden in het onderzoekswerk dat verricht wordt in het kader van Smart Logistics Limburg. 11. Zie antwoord op vraag POM Limburg en VDAB Limburg officialiseerden in juni 2012 een samenwerkingsovereenkomst met hierin aandacht voor de speerpuntensectoren in de Limburgse economie, waaronder de sector Transport, Distributie en Logistiek. In het kader van het actieplan Onderwijs-Kennis-Arbeidsmarkt van het Logistiek Platform Limburg werken POM Limburg en VDAB Limburg samen rond de volgende 5 actielijnen: 1. het delen van informatie over arbeidsmarkt en economische indicatoren; 2. het opzetten van acties naar het openstaande jobaanbod in de context van knelpunten op de regionale arbeidsmarkt; 3. het ontwikkelen van competentieversterkende acties in functie van het toekomstgericht jobaanbod; 4. de organisatie van omkaderende en thematische acties met stakeholders en actoren; 5. de opmaak en de opvolging van het jaarlijks sectorplan van VDAB Limburg voor de cluster Transport, Distributie en Logistiek voor een wendbaar en marktgericht aanbod aan dienstverlening. Meer in detail gaat het om het volgende: 1. arbeidsmarktinformatie: VDAB Limburg levert (drie)maandelijks arbeidsmarktinformatie over het aantal vacatures in vast circuit en uitzendwerk op basis van een afgesproken format en afbakening van de sector. POM Limburg en

7 VDAB Limburg werken samen aan de uitbouw van een markteconomisch model voor de provincie en de Euregio (Euregiolog, ); 2. acties naar het openstaande jobaanbod, van knelpunten op de regionale arbeidsmarkt: POM Limburg ondersteunt VDAB Limburg sinds mei 2012 bij de organisatie van het Servicepunt Transport en Logistiek (STL) voor een betere service naar werkgevers en gerichte toeleiding naar de openstaande vacatures; 3. competentieversterkende acties in functie van toekomstgerichte jobs: samen met bedrijven wordt gezocht naar competentieversterkende acties met werkplekleren. POM Limburg en VDAB Limburg werken samen om het opleidingsaanbod innovatief te verbreden in functie van de concrete vacaturevragen voor magazijnmedewerkers, bedienden en verantwoordelijke functies (vb. L3-project customer services (2012), leerbedrijf interne goederenbehandeling (2013), werkplekleren voor specifiek goederenvervoer (2014). Er wordt onderzocht welke competenties de medewerkers in de cluster Transport, Distributie en Logistiek momenteel hebben, welke er tussen 2014 en 2020 nodig zijn en hoe de opleidingen en vorming daarop kunnen aansluiten. Hiervoor is een quick scan ontwikkeld (enquête Wie zoekt wat op de arbeidsmarkt?, pilootproject vanaf najaar 2014); 4. omkaderende acties. POM Limburg en VDAB Limburg organiseren vanuit de werkgroep Onderwijs-Kennis-Arbeidsmarkt van het Logistiek Platform Limburg thematische sessies met relevante stakeholders en actoren. Het partnerschap faciliteert initiatieven om het logistieke studieaanbod te versterken in samenwerking met het Regionaal Technologisch Centrum (RTC-Limburg) en hoger onderwijs (HBO5: Logistiek, Transport, Mobiliteit in samenwerking met de Handelsschool Hasselt en de Hogeschool PXL). POM Limburg en VDAB Limburg verzorgen de voorbereiding en opvolging van het provinciaal ondernemingsplan van VDAB Limburg voor de beroepencluster Transport, Distributie en Logistiek. Deze sectorplannen zetten de tactische lijnen uit voor een meer wendbaar en marktgericht opleidingsaanbod, sectorspecifieke screenings en bemiddelingsacties, onderbouwd op marktstudie en marktonderzoek.