Het verminderen van prikaccidenten door inzet van veiligheidssystemen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het verminderen van prikaccidenten door inzet van veiligheidssystemen"

Transcriptie

1 Het verminderen van prikaccidenten door inzet van veiligheidssystemen Uitgevoerd door het NHC in opdracht van V&VN Maart 2009 Samenwerkende partijen: Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (opdrachtgever): Mw. Drs. F. Bolle, werkgroeplid. Nationaal Hepatitis Centrum (projectuitvoerder): Dr. G.J. Boland en P.T.L. van Wijk, auteurs. Academisch Medisch Centrum, Arbogroep: J. Hortensius, werkgroeplid. Geraadpleegde deskundigen: - Prof. dr. mr. B de Mol, AMC, Amsterdam - Dhr P. Kruithof, VWS - Dhr. A. Pomp, VWS

2 Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding Probleemomschrijving Wat is een prikaccident? Infecties ten gevolge van een prikaccident Belang van prikaccidenten voor de werknemer Belang van prikaccidenten voor de werkgever Vraagstelling Vraagstelling project Toelichting Resultaten Inventarisatie veiligheidssystemen Ervaringen onderzoek Literatuuronderzoek Ervaringen Nederlandse ziekenhuizen Sectoren Wat kost een prikaccident? Wat kost een veiligheidssysteem? Wat levert het gebruik van veiligheidssystemen op? Conclusies en aanbevelingen Referenties en geraadpleegde literatuur 33 Bijlagen I Beschikbare veiligheidssystemen in Nederland 40 II Achtergrondgegevens bij kostenberekening 41 2

3 Samenvatting Achtergrond De gevaren van bloedoverdraagbare aandoeningen zoals hepatitis B, hepatitis C en hiv in de gezondheidszorg worden reëel op het moment dat een medewerker daadwerkelijk aan contact met bloed van een zorgvrager bloot staat. Dit kan gebeuren door prikaccidenten. In de afgelopen jaren zijn er systemen ontwikkeld waarmee de kans op een prikaccident aanzienlijk wordt verkleind, zoals veiligheidsnaalden. Een veiligheidssysteem is een systeem waaraan de gebruiker zich na de toepassing (medische handeling) niet kan verwonden en dus na gebruik veilig is om op te ruimen. Passieve veiligheidssystemen zijn het meest veilig, omdat deze onafhankelijk van de gebruiker geïnactiveerd worden en daarom ook bij opruimwerkzaamheden niet meer tot een prikaccident kunnen leiden. Soorten accidenten Prikaccidenten kunnen ingedeeld worden in risicocategorieën. Hoog-risico-accidenten, waarbij er kans is op besmetting met hepatitis B, C en hiv, en laag-risico-accidenten, waarbij er alleen een risico bestaat op een besmetting met hepatitis B. Een globale inschatting of er kans is op besmetting is in grote mate afhankelijk van de aard van het accident. Als een verwonde door vaccinatie tegen hepatitis B beschermd is, hoeven er in geval van een laagrisico-accident geen aanvullende maatregelen te worden genomen. Nederlandse werkgevers in de zorg zijn nog nauwelijks overgestapt op veiligheidssystemen. Veel werkgevers blijken in de praktijk gevoelig te zijn voor het kostenaspect bij de invoering van veiligheidssystemen. Bij werknemers wordt een lage bewustwording ten aanzien van veiligheidssystemen gesignaleerd. Doelstelling en methode In dit rapport wordt een overzicht gegeven van de risico s op een prikaccident in relatie tot de werkzaamheden binnen de verschillende sectoren van de gezondheidszorg. Naast een overzicht van de bestaande veiligheidssystemen worden de kosten van een prikaccident begroot en wordt geschat wat het gebruik van veiligheidssystemen op kan leveren bij het voorkomen van prikaccidenten. Daarnaast wordt door literatuuronderzoek naar het gebruik van veiligheidssystemen onderzocht wat de invoer van deze systemen oplevert. Resultaten Literatuur Verschillende studies tonen het nut van het gebruik van veiligheidssystemen aan. Met name bij hoog-risico-accidenten is er een significante daling en vallen de kosten baten gunstig uit. Alle studies tonen een vermindering aan in het aantal prikaccidenten, vaak significant. Naast het daadwerkelijk terugdringen van het aantal prikaccidenten wordt er in alle bestudeerde literatuur aandacht besteed aan het veiligheidsgevoel van de medewerker en de waardering voor eventuele risico s voor medewerkers die risico lopen op een prikaccident. Ook is er een noodzaak van trainings-, en introductieprogramma s bij het introduceren van veilige systemen op de afdelingen. In Nederland zijn geen gepubliceerde onderzoeken bekend naar het effect van de invoering van veilige materialen. De ervaringen van een twee Nederlandse ziekenhuizen zijn vooralsnog gunstig. Sectoren in de gezondheidszorg Hoog-risico-accidenten vinden voornamelijk in ziekenhuizen en in de ambulancesector plaats. Meer incidenteel ook in andere sectoren zoals bij huisartsen, tandartsen en verloskundigen. In de overige sectoren plaats vinden voornamelijk laag-risico-accidenten plaats. 3

4 Veilige materialen kunnen in principe in vele sectoren worden toegepast. Injectienaalden worden in bijna alle sectoren in de gezondheidszorg toegepast. Er kunnen verschillende redenen zijn om veilige systemen in te zetten: In ziekenhuizen bijvoorbeeld door het vele gebruik en in de ambulancesector door de hectische werksituaties. Kosten afhandeling prikaccidenten In de medische kosten worden de initiële kosten bij de beoordeling van een prikaccident, laboratoriumonderzoek, vaccinatiekosten, en de kosten van een infectie doorgerekend. Daarnaast worden de kosten van arbeidstijd in verband met doktersbezoek voor de afhandeling van het prikaccident en arbeidsongeschiktheid meegenomen. De kosten variëren afhankelijk van aard en risico van 115 tot 1355 Euro. De kosten van de afhandeling van laag-risico-accidenten kunnen beperkt worden door preventieve vaccinatie. De kosten van een prikaccident worden in hoge mate bepaald door de kosten die gemaakt worden voor de eerste afhandeling (consult, laboratoriumonderzoek en door het arbeidstijdverlies). De invloed van de kosten van een infectie lijken beperkt. Meerkosten veiligheidssystemen De kosten van aanschaf van veiligheidssystemen zijn hoger dan de kosten van conventionele systemen. De systemen zijn vaak duurder (ongeveer 1,5 keer zoveel); echter prijsafspraken met de leveranciers zijn te maken, waardoor de meerkosten beperkt blijven. Aan het invoeren van veiligheidssystemen zijn kosten verbonden, denk hierbij aan voorlichting etc. Wat levert het gebruik van een veiligheidssysteem op? Er kan door de invoering van veiligheidssystemen een reductie in het aantal prikaccidenten van 75% of 90% bereikt worden. Naast de directe kostenbesparing door vermindering van het aantal prikaccidenten, zijn er ook indirecte kosten die door preventie van prikaccidenten voorkomen worden. Denk hierbij aan de infrastructurele kosten, de kosten verbonden aan het in stand houden van een laboratoriumstructuur, ook buiten werktijden, etc. Bij effectieve invoering van veiligheidssystemen weegt de kostenbesparing door vermindering van prikaccidenten op tegen de meerkosten van deze systemen. Andere overwegingen om over te gaan naar veilige systemen kunnen zijn: Extra veiligheidsaspecten in sectoren waar veel onder hectische en potentieel gevaarlijke omstandigheden wordt gewerkt, bijvoorbeeld de ambulancedienst, verslaafdenzorg en GGZ instellingen; Waardering van medewerkers (veiligheidsgevoel). Het inzetten van veiligheidssystemen kan een positieve uitstraling hebben op de medewerkers: het gevoel dat er door de werkgever aandacht besteedt wordt aan de veiligheid van de medewerkers. Het draagt bij aan een veiligheidscultuur Arbobesluit 4.87 verplicht tot het nemen van maatregelen om blootsteling te voorkomen voor zover technisch uitvoerbaar. Naast de hepatitis B vaccinatie is het invoeren van veiligheidssystemen één van de maatregelen die mogelijk zijn om het risico op infectie te beperken; Voorkomen personeelsuitval; Prikaccidenten leiden tot onrust op de werkvloer en tot ziekteverzuim, zowel ten gevolgen van het prikaccident als ten gevolgen van een onveilig gevoel. Uitstraling werkgevers Het gebruik van veiligheidssystemen en daarmee de bijdrage aan de veiligheidscultuur binnen een instelling heeft een positieve uitstraling op de werkgever. Conclusie Hoewel duurder in aanschaf dan de conventionele systemen leidt het gebruik van veilige systemen tot een afname van de kosten van prikaccidenten. Daarnaast zijn er nietkostengebonden voordelen aan het gebruik van veiligheidssystemen. 4

5 De situatie in de thuiszorg is complex. Veiligheidssystemen zouden eigenlijk door de instelling verstrekt moeten worden, ook voor gebruik in de thuiszorg. Goede instructie en scholingsprogramma s voor medewerkers zijn essentieel voor de acceptatie bij de invoering van veilige materialen Aanbevelingen Gebruik beschikbare veiligheidssystemen waar mogelijk. Onderhandel met leveranciers over kosten (pakketbesparing) of koop met meerdere instellingen in. Kijk kritisch naar de veiligheid van de medewerker. Hier ligt zowel een taak voor de werkgevers, als ook voor Arbo-diensten en adviesraden. Ook werknemers hebben hierbij een signaalfunctie. Deze veiligheidsaspecten spelen met name een rol in sectoren waarin onder hectische en potentieel gevaarlijke situaties gewerkt wordt, bv ambulancediensten, verslaafdenzorg etc. 5

6 1. Inleiding 1.1 Probleemomschrijving Bloedoverdraagbare aandoeningen zoals hepatitis B, hepatitis C en hiv kunnen een gevaar opleveren voor medewerkers in de gezondheidszorg. Deze gevaren worden vooral reëel op het moment dat een medewerker daadwerkelijk aan contact met bloed van een zorgvrager bloot staat. Dit kan gebeuren door bijvoorbeeld prikken aan een bebloede naald, snijden aan een gebruikt mes, spatten van bloed of met bloed verontreinigde vloeistoffen en gebeten worden door een cliënt. Zogenaamde prikaccidenten. In de afgelopen jaren zijn er door producenten van medische gebruiksartikelen een aantal systemen ontwikkeld waarmee de kans op een prikaccident aanzienlijk wordt verkleind, bijvoorbeeld stompe hechtnaalden, veilige injectienaalden, veiligheidsnaalden om een infuus in te brengen of veilige bloedafnamenaalden. De veilige systemen zijn veelal duurder in aanschaf dan de conventionele systemen en leiden bij invoering dus tot hogere inkoopkosten voor de gebruikende instelling. Aan de andere kant zijn bij een daadwerkelijk prikaccident aanzienlijke kosten verbonden aan de risico-inschatting en verdere afhandeling van het accident. Bijvoorbeeld de kosten van behandeling zelf, maar ook de tijdsinvestering van de verwonde en de behandelaar, ziekteverzuim en begeleiding van de verwonde. Hoewel er al veel veilige systemen op de markt zijn, zijn Nederlandse werkgevers in de zorg nog nauwelijks overgestapt op deze producten. Dit in tegenstelling tot werkgevers in andere landen, waar overigens wel een strengere wetgeving geldt op dit gebied. En hoewel ook Europese aanbevelingen 1 wijzen op de invoering van veiligheidssystemen, voorziet de Nederlandse Arbo-wet 2 vooralsnog alleen in algemene regelgeving, waarin de werkgever Arbo-beleid moet formuleren om blootstelling aan micro-organismen zoveel mogelijk te voorkomen. Door het ontbreken van wetgeving, die het gebruik van veilige systemen voorschrijft, blijken veel werkgevers in de praktijk gevoelig te zijn voor het kostenaspect bij de invoering van veiligheidssystemen. Dit vormt soms een doorslaggevende factor in de keuzebepaling voor de aanschaf van een veiliger product. Ook bij werknemers wordt een lage bewustwording ten aanzien van veiligheidssystemen gesignaleerd 3. Hoe goed echter zijn werknemers op de hoogte van deze ontwikkelingen en in hoeverre draagt invoering van deze systemen bij tot een hoger veiligheidsgevoel en vermindering van uitval van medewerkers? Het Nationaal Hepatitis Centrum heeft in opdracht van de Beroeps Vereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland een onderzoek uitgevoerd naar veiligheidssystemen voor het voorkomen van prikaccidenten. Dit onderzoek is mede tot stand gekomen door een subsidie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Door het tekort op de arbeidsmarkt en de beperkte instroom van verpleegkundigen en verzorgenden in de zorg wil het ministerie onderzoeken hoe de werving en het behoud van personeel veilig gesteld kan worden. Als werkgevers gericht investeren in een veiligere werkomgeving waarin minder prikaccidenten voorkomen kan onnodige schade en frustraties voor de medewerkers voorkomen worden en wellicht personeel behouden blijven. Dit kan het voor werkgevers interessant maken om te investeren in maatregelen om prikaccidenten te voorkomen. 1 European recommendations for the management of healthcare workers occupationally exposed to hepatitis B virus and hepatitis C virus. V. Puro, G De Carli, S Cicalini. Euro Surveill 2005;10(10) 2 Arbowet 1 januari 2007: 3 V&VN, Peiling rondom veiligheid bij verpleegkundige adviesraden ziekenhuizen mei

7 In dit rapport wordt een overzicht gegeven van de risico s op een prikaccident in relatie tot de werkzaamheden binnen de gezondheidszorg. Er wordt een overzicht van de bestaande veiligheidssystemen gegeven. De kosten van een prikaccident worden begroot en vervolgens wordt geschat wat het gebruik van veiligheidssystemen op kan leveren bij het voorkomen van prikaccidenten en de kosten-baten bij het gebruik van veiligheidssystemen. 7

8 1.2 Wat is een prikaccident? Een prikaccident is een accidentele blootstelling aan bloed of een andere lichaamsvloeistof die mogelijk besmet zijn met infectieuze agentia, de BOA s (bloed overdraagbare aandoeningen). De belangrijkste bloed overdraagbare aandoeningen zijn hepatitis B en C, en hiv, vanwege het feit dat deze kunnen leiden tot een chronische ziekte met het risico voor verdere overdracht. De blootstelling hoeft niet persé door een prikaccident te zijn, het kan ook een spat-, bijt- of snij-accident zijn. Behalve bloed kunnen ook andere vloeistoffen besmet zijn, zoals vruchtwater, speeksel, urine, ontlasting, liquor en borstvoeding. Speeksel, urine, ontlasting en borstvoeding zijn minder infectieus dan bloed. Een spataccident op intacte huid kan geen infectie veroorzaken. Bij een spataccident van bloed op slijmvliezen kan er wel transmissie van virus voorkomen. Of een prikaccident tot infectie van het slachtoffer leidt is afhankelijk van: de aard van het accident: Is er daadwerkelijk bloed of een andere lichaamsvloeistof overgedragen, en zo ja hoeveel? de serostatus van de bron Bevat het bloed of de lichaamsvloeistof virusdeeltjes? de immuunstatus van het slachtoffer Is het slachtoffer reeds beschermd door vaccinatie of doorgemaakte infectie? In april 2007 heeft het CIb in samenwerking met vele betrokken organisaties een Landelijke Richtlijn Prikaccidenten gepubliceerd. Op basis van de Landelijke richtlijn prikaccidenten kunnen de volgende situaties worden onderscheiden: 1. Laag-risico-accidenten, waarbij de kans op transmissie van hiv en hepatitis C zeer klein is. Daarom hoeven ten aanzien van deze twee virussen geen vervolgacties genomen worden. Wel is er een risico op een infectie met hepatitis B. Als het slachtoffer gevaccineerd is en beschermd, hoeven geen acties genomen te worden. Is het slachtoffer onbeschermd, dan dienen er wel maatregelen getroffen te worden (vaccinatie, Immunoglobuline, follow-up). 2. Hoog-risico-accidenten, waarbij er kans is op transmissie van hepatitis B, C en hiv. Bij dit soort accidenten waarbij er daadwerkelijk kans is op infectie wordt op basis van een risico-analyse (brononderzoek, aard accident) besloten tot het nemen van maatregelen (vaccinatie, aidsremmers, follow-up tot een half jaar na het accident). Bij hoog-risico-accidenten is het van groot belang om te achterhalen of de bron geïnfecteerd is met HBV, HCV of hiv. Als de bron niet geïnfecteerd is, en zijn bloed dus geen virusdeeltjes bevat kan er geen overdracht van HBV, HCV of hiv plaatsvinden en zijn er ook geen verdere maatregelen nodig. Om te weten of de bron geïnfecteerd is, is medewerking van deze bron aan nader laboratoriumonderzoek nodig. Dit stuit in de praktijk soms op problemen omdat de bron niet bekend is (bij het prikken aan een losse, gebruikte naald), niet beschikbaar is, niet aanspreekbaar is of medewerking weigert. Bij een hoog-risico-accident met een bron die drager is van HBV, HCV of hiv of een onbekende of niet-meewerkende bron zijn aanvullende maatregelen nodig. Een globale inschatting of er kans is op transmissie van hepatitis B, C of hiv is in grote mate afhankelijk van de aard van het accident. In de volgende tabel is aan de hand van de aard van het accident aangegeven of het een hoog-, of een laag-risico-accident betreft. De tabel is overgenomen uit de Landelijke Richtlijn Prikaccidenten. 8

9 Tabel 1: Risico-inschatting op basis van de aard van het accident Risico accident HBV HCV Hiv Globale inschatting Uitsplitsing naar risico per virus Spatten bloed op intacte huid Spatten bloed op niet-intacte huid (= actief eczeem of verse schaafwond) Intensief bloedcontact bij open wonden (steekpartij, snijwonden) Bloed of met bloed besmette vloeistof op slijmvlies Andere mogelijk infectieuze vloeistof op slijmvlies Bijtaccident, risico voor gebetene (speeksel van dader in verse wond gebetene) Bijtaccident tijdens vechtpartij, risico voor gebetene (speeksel met bloed van dader in verse wond gebetene) Bijtaccident, risico dader (bloed van gebetene op mondslijmvlies van dader) Oppervlakkige huidverwonding bij slachtoffer zonder zichtbaar bloed (kras) Verwonding door subcutaan gebruikte injectienaald (insulinenaald /heparinenaald) Verwonding door intramusculair gebruikte injectienaald zonder zichtbaar bloed van bron Verwonding door intramusculair gebruikte injectienaald met zichtbaar bloed van bron Verwonding door intracutaan of subcutaan gebruikte hechtnaald zonder zichtbaar bloed van bron Verwonding door andere hechtnaald dan bovengenoemd of hechtnaald met zichtbaar bloed van bron Verwonding door naald of lancet gebruikt voor vingerprik (bijvoorbeeld glucosebepaling) Percutane verwonding, anders dan bovengenoemd, bijvoorbeeld infuusnaald, operatiekamerinstrumenten Geen Laag Hoog Hoog Laag Laag Hoog Hoog Geen Laag Laag Hoog Laag Hoog Hoog Hoog Symbolen in tabel: - betekent risico op overdracht van betreffende virus verwaarloosbaar + betekent risico op overdracht van betreffende virus laag ++ betekent risico op overdracht van betreffende virus hoog Bron: RIVM/CIb 9

10 Een risico-inschatting dient altijd door een professional gedaan te worden. Melding van ieder prikaccident is belangrijk. Niet alleen vanwege eventuele maatregelen die genomen moeten worden, maar ook om te kunnen evalueren welke handelingen aanleiding kunnen geven tot prikaccidenten en of er maatregelen ingesteld moeten worden om de veiligheid van medewerkers te kunnen vergroten. 1.3 Infecties ten gevolge van een prikaccident De belangrijkste bloedoverdraagbare aandoening (BOA) is hepatitis B. De kans op een besmetting met hepatitis B bij een onbeschermd slachtoffer door een percutaan prikaccident aan een hepatitis B-positieve bron is ca 5-30%, afhankelijk van de virusload en de hoeveelheid bloed dat overgedragen wordt. Een hepatitis B infectie verloopt op volwassen leeftijd meestal acuut (90-95%), maar kan ook ongemerkt verlopen. De kans op een chronische infectie is ca 5-10%, bij personen met verminderde afweer is de kans hoger. Een chronische infectie kan op den duur leiden tot levercirrose en leverkanker (hepatocellulair carcinoom). Bij een chronische infectie waarbij er een hoge virusreplicatie is kan men de virusreplicatie onderdrukken door virusremmers te geven. De kans op genezing (virusvrij worden) is echter klein. Het hepatitis C virus kan ook bij prikaccidenten worden overgedragen. De kans is aanzienlijk kleiner dan hepatitis B (literatuurgegevens: 0,4 5% bij percutaan accident aan hepatitis C positieve bron, gemiddeld ca 3%). Een hepatitis C infectie wordt echter in 50-80% van de personen na een besmetting chronisch. Een infectie met het hepatitis C virus verloopt meestal zonder symptomen. Na 20 tot 30 jaar kan echter de leverfunctie aangetast blijken door de chronische ontsteking in de lever; leverfibrose en/of levercirrose ontstaan. Hepatitis C is momenteel de belangrijkste oorzaak van levertransplantaties. Ook kan op den duur leverkanker ontstaan. Een hepatitis C infectie is door behandeling in 50-80% te genezen. Na een acute infectie is het genezingspercentage hoog; een reden om een infectie in een vroeg stadium aan te kunnen tonen. De derde infectie die met bloed overdraagbaar is, is een hiv-infectie. Bij een hiv-infectie wordt de afweer van de geïnfecteerde ondermijnd. Op den duur kunnen steeds meer infecties ontstaan die door de geïnfecteerde steeds moeilijker overwonnen kunnen worden. Een onbehandelde hiv-infectie leidt vrijwel zeker tot de dood. De kans op een hiv-infectie na een prikaccident door de huid heen is ca 0,3%. Een hiv-infectie is niet te genezen, alleen langdurig te onderdrukken. 1.4 Belang van prikaccidenten voor de werknemer Voor een werknemer kan een prikaccident een traumatische gebeurtenis zijn. De werknemer leeft een tijd in onzekerheid en in sommige gevallen wordt er preventieve medicatie gegeven die belastend kan zijn. De angst op een infectie met hepatitis B of C, en vooral hiv, kan leiden tot psychische klachten en ziekteverzuim (Worthington, 2006). Als het accident gepaard ging met agressie, de bron behoort tot een risicogroep of een bekende drager is kan dit leiden tot meer angst en onzekerheid. Anderzijds, in een situatie waar vaak prikaccidenten voorkomen bestaat het gevaar dat men deze accidenten bagatelliseert. Redenen om accidenten te bagatelliseren en niet te melden kunnen zijn: - al dan niet terechte eigen inschatting van geringe ernst van accident - tijdbeslag van de afhandeling van het accident - schaamte voor onhandigheid - angst voor mogelijke beperkingen in de beroepsuitoefening bij infectie 10

11 Het slachtoffer van een prikaccident moet zelf de eerste stap zetten om het accident te laten melden en beoordelen. Uit onderzoek blijkt dat 50-80% van de accidenten niet wordt gerapporteerd. (Leens 2008). Niet gerapporteerde prikaccidenten leiden niet tot directe kosten voor de afhandeling maar kunnen op de lange duur wel bijdragen tot ziekte of een onveilig gevoel op de werkvloer. Omdat hier erg veel onduidelijkheid over is zijn de kosten van niet gemelde prikaccidenten niet meegenomen in de berekeningen. 1.5 Belang van prikaccidenten voor de werkgever De werkgever is volgens de Arbo-wet, beleidsregel 4.91 verplicht te zorgen voor een zo groot mogelijke veiligheid op de werkvloer. In deze beleidsregel worden een aantal beroepen en werksituaties genoemd waarbij vaccinatie aangeboden moet worden. Betreffende het voorkómen van prikaccidenten en het voorkomen van infectie na een accident zijn een aantal maatregelen van belang: - Een goede voorlichting over veilig werken - Gebruik van veilige materialen die de kans op een accident verlagen - Preventieve vaccinatie - Opvang van personen na een prikaccident - Regelen dat er een goede afhandeling is na een prikaccident Een werkgever heeft schade door een prikaccident, direct en indirect, door bijvoorbeeld de kosten van de afhandeling van een accident en arbeidsverzuim van medewerkers na een accident. Een van de arbeidsgebieden waar prikaccidenten frequent voorkomen is de gezondheidszorg, immers daar werken mensen met mensen, verrichten medische handelingen met scherpe voorwerpen en komen medewerkers in contact met bloed. Niet alle beroepen binnen de gezondheidszorg zijn even risicovol. De kans op een prikaccident hangt samen met de aard van de werkzaamheden, aard van de instelling waar men werkt, met welke patiënten men werkt en natuurlijk of men zo veilig mogelijk werkt. In dit rapport wordt verslag gedaan van informatie uit de literatuur en uit het werkveld over risico s op prikaccidenten, waar deze het meeste voorkomen en onder welke omstandigheden, wat men kan doen om dit risico binnen de gezondheidszorg te verminderen, welke medische instrumenten als veilig worden beschouwd en welke voor- en nadelen er aan het implementeren van deze veiligheidssystemen zitten. 11

12 2. Vraagstelling 2.1 Vraagstelling project Wegen de meerkosten van aanschaf van veilige systemen op tegen de kostenreductie die met deze systemen wordt bereikt in het verder voorkomen van prikaccidenten, met andere woorden is het investeren in veilige systemen kosteneffectief voor instellingen (kosten-baten analyse)? Subvraagstelling: Zijn er belemmerende factoren bij werknemers ten aanzien van de invoering van veiligheidssystemen en draagt de invoering van veiligheidssystemen bij aan een hoger veiligheidsgevoel van werknemers? 2.2 Toelichting Kosten batenanalyse Voor de kosten/baten analyse van gebruik van veiligheidsproducten ter preventie van bloedoverdraagbare aandoeningen wordt onderscheid gemaakt in verschillende sectoren van de gezondheidszorg. Immers, de kans op een prikaccident is niet overal even groot en er wordt met verschillende medische hulpmiddelen op verschillende plekken gewerkt. Achtereenvolgens wordt onderzocht: Welke categorieën en sectoren in de gezondheidszorg te benoemen zijn; Bepalen hoeveel prikaccidenten in deze sectoren voorkomen; Wat de mogelijke veilige werkmethodes in deze sectoren zijn; Bepalen hoeveel prikaccidenten in deze sectoren zijn te voorkomen door veilige werkmethoden; Kostenberekening materialen; Berekenen verschillen van de conventionele - en veiligheidssystemen op basis van adviesprijzen; Per categorie 2 steekproeven. Bij de kostenberekening wordt uitgegaan van advies- en/of richtprijzen die de diverse bedrijven hanteren. De kosten van de afhandeling van een prikaccident worden geschat op basis van de medische kosten die gemaakt worden bij de afhandeling. De kosten van aanvullende maatregelen en de indirecte kosten door bijvoorbeeld arbeidsverzuim kunnen erg variëren. Op basis van beschikbare gegevens is een inschatting gemaakt van de kosten van arbeidsverzuim ten gevolge van een prikaccident. Inventarisatie belemmerende en bevorderende factoren Uit ervaringen in het veld blijkt dat cijfers alleen vaak onvoldoende draagvlak creëren tot verbetering van de werkomstandigheden, bijvoorbeeld door gedrags-, of cultuurbarrières. Daarom wordt aanvullend een inventarisatie uitgevoerd naar factoren bij werknemers die van invloed zijn bij de invoering van veiligheidssystemen. 12

13 3. Resultaten 3.1 Inventarisatie veiligheidssystemen: Definitie veiligheidssysteem Een veiligheidssysteem is een systeem waaraan de gebruiker zich na de toepassing (medische handeling) niet kan verwonden en wat dus na gebruik veilig is om op te ruimen. Het systeem kan na gebruik niet meer opnieuw gebruikt worden. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een passief systeem (wordt automatisch geactiveerd), of een actief systeem (activering gebeurt door de gebruiker/medewerker). Het gebruik van veilige systemen is er dus op gericht om prikaccidenten te voorkomen. Niet voor alle medische handelingen waarbij een kans bestaat op een prikaccident zijn dergelijke veiligheidssystemen ontwikkeld. Fabrikanten hebben zich vooral toegelegd op de systemen die het meest gebruikt worden. In Nederland zijn verschillende fabrikanten actief in het aanbieden van veiligheidssystemen in de gezondheidszorg. Bij al deze aanbieders, verenigd in een branche-organisatie (Nefemed) werd een inventarisatie gemaakt van de beschikbare systemen in Nederland. De huidige beschikbare veiligheidssystemen in Nederland zijn: Veilige Injectienaalden (voor intramusculair en subcutaan gebruik) Veilige infuusnaalden Veilige bloedafname systemen Veilige naalden voor poortcatheters Veilige hechtnaalden Veilige naaldloos gesloten toedieningssystemen Veiligere scalpels Veiligere naaldenbekers Criteria voor veiligheidssystemen Internationaal zijn er criteria opgesteld waar een veiligheidssysteem aan moet voldoen. Deze criteria zijn met name opgesteld door de NIOSH (National Institute for Occupational Safety and Health, USA.): - Het veiligheidssysteem moet geïncorporeerd zijn en geen losse accessoire - Het veiligheidsmechanisme activeert automatisch - Activatie is mogelijk onmiddellijk na het uittrekken van de naald/systeem uit de huid - Activatie van het mechanisme is mogelijk met één hand - Het gebruik van het systeem moet niet leiden tot het gebruik van een andere techniek - Het mechanisme kan niet gedeactiveerd worden - Het systeem is compatibel met andere accessoires - Het systeem brengt de veiligheid van de patiënt/cliënt niet in gevaar ( In bijlage I is een overzicht gemaakt van een aantal beschikbare veiligheidssystemen. Het aantal veiligheidssystemen neemt toe. De tabel is niet volledig. Aanbevelingen Passieve systemen zijn het meest veilig, omdat deze onafhankelijk van de gebruiker geïnactiveerd worden en daarom ook bij opruimwerkzaamheden niet meer tot een prikaccident kunnen leiden. 13

14 3.2 Ervaringen Onderzoek Literatuuronderzoek In 2006 is er een literatuur review (Tuma, 2006) verschenen waar alle tot dusverre bekende studies naar kosten effectiviteit van veilige materialen vergeleken werden. Hieruit bleek dat methode en opzet van deze studies zeer verschillend waren waardoor studies moeilijk onderling met elkaar vergelijkbaar zijn. In een Australische studie (Whitby, 2008) is het effect beschreven van de overgang naar het gebruik van veiligheidssystemen in een ziekenhuis met ca 800 bedden. Bloedafname-, infuus- en vleugelnaalden weden vervangen door veiligheidssystemen. Het aantal prikaccidenten daalde van 3,39 naar 1,50 per 100 fulltime fte; een significante daling. De daling was het hoogst bij de hoog-risico-accidenten. De meerkosten waren US $ per jaar. Er is geen kosteneffectiviteitberekening uitgevoerd. Onderzoek van Jagger et al., 2003 laat zien hoe efficiënt het gebruik is van preventiemateriaal op het gebied van ongevallen met bloedcontact in de Verenigde Staten. In het onderzoek worden de jaren 1993 en 2001 met elkaar vergeleken betreffende het aantal prikaccidenten Disposables syringues Needles on IV line IV catheters Prefilled syringues Phlebotomy needles Winged steel needles Lancets Suture needles Uit een studie naar het gebruik van veiligheidssystemen (Mathews, 2008), blijkt dat niet alleen een gemakkelijke beschikbaarheid van de systemen belangrijk is, maar ook de training voor het gebruik. Daarnaast is er in Frankrijk (Lamontagne, 2007) en in Spanje (Valls, 2007) onderzoek gedaan. Alle studies tonen een vermindering aan in het aantal prikaccidenten, vaak significant. Jagger publiceerde in 2000 een overzicht om aan te geven hoe groot een studie moet zijn om een effect aan te tonen. Hierbij worden aantallen gebruikte systemen als parameter gebruikt. Dit toont aan de er een aanzienlijk aantal prikaccidenten moet voorkomen en er een grote reductie moet zijn bij gebruik van veiligheidssystemen, om tot een statistisch significant aantoonbaar effect te komen. Omgekeerd kan vanuit de Arbo geredeneerd worden dat elke vermindering, ook een niet-significante, kan bijdragen aan de veilige werksituatie. Naast het daadwerkelijk terugdringen van het aantal prikaccidenten wordt er in alle bestudeerde literatuur aandacht besteed aan het veiligheidsgevoel van de medewerker en 14

15 de waardering voor eventuele risico s voor medewerkers die risico lopen op een prikaccident. Ook wordt er vaak stilgestaan bij de noodzaak van trainings-, en introductieprogramma s bij het introduceren van veilige systemen op de afdelingen. Uit alle bovengenoemde literatuur blijkt eveneens dat training in het gebruik van veiligheidssystemen essentieel is. Toch zijn er ook een aantal belemmerende factoren die de invoer van veiligheidssystemen kunnen verhinderen. De belangrijkste is dat medewerkers moeten wennen aan het gebruik van de nieuwe systemen. Men is niet altijd bereid over te stappen: Het gaat toch goed zoals het gaat? Daarnaast is er niet voor elke handeling waarbij er een risico is op een prikaccident, een veiligheidssysteem beschikbaar. Ook de hogere kosten kunnen belemmerend zijn. Dat invoering van veiligheidssystemen op den duur door preventie van prikaccidenten ook kostenbesparend is, wordt in hoofdstuk 3.5 berekend. Nadeel van alle onderzoeken is dat de ontwikkelingen van de soorten systemen en de kosten snel voortgaan en dat het onderzoeken onderling daarmee moeilijk vergelijkbaar worden. Bovendien kan onderzoek wat gefinancierd is door fabrikanten, de uitkomsten twijfelachtig maken. Onderzoek met minder gunstige resultaten zou ook minder snel gepubliceerd kunnen worden Ervaringen Nederlandse ziekenhuizen Er zijn geen Nederlandse gepubliceerde onderzoeken bekend naar het effect van veilige materialen. Het AMC is medio 2008 ziekenhuisbreed overgegaan op het gebruik van naalden met een veiligheidssysteem. Op basis van de prikaccidentenregistratie ( meldingen per jaar), kon worden vastgesteld dat in ongeveer 10 procent van deze meldingen het een prikaccident betrof waarbij een hepatitis B-, hepatitis C-, of hiv-positieve bron betrokken was. Dit heeft in 2006 aanleiding gegeven tot een veiligheidsverbeterproject in het AMC, met als doel het verminderen van het aantal prikaccidenten met minimaal 50%. Om dit te bereiken is zowel ingezet op bewustwording en veiliger gedrag van de medewerker, als op het introduceren van naalden met een veiligheidssysteem. In 2007 is ondersteunend onderzoek door het AMC verricht naar het effect van de invoering van veilige injectienaalden en kennisoverdracht via een workshop bewustwording en veilig gedrag op het voorkomen van prikaccidenten. De resultaten tonen allereerst aan dat het aantal werkelijke prikaccidenten beduidend groter is dan het aantal gemelde accidenten. Voorts wordt aangetoond dat het gebruik van naalden met een veiligheidssysteem in combinatie met het geven van een workshop over veilig prikken de accidenten voor een significant groot deel kunnen voorkomen. Voor het AMC-bestuur voldoende redenen om een veilige prikcultuur onder de aandacht te brengen, en ziekenhuisbreed over te stappen op veilige naalden. De daadwerkelijke kosten en baten zijn nog niet in beeld gebracht. In het Jeroen Bosch Ziekenhuis in s-hertogenbosch heeft men in 2004 veilige naaldsystemen voor bloedafname op de afdelingen ingevoerd. Dit gebeurde na de fusie van het ziekenhuis en door de daardoor ontstane samenwerking op de twee laboratoria. Op de ene locatie werden de veilige bloedafnamesystemen al gebruikt. Op de andere locatie waar de systemen voordien nog niet gebruikt werden, zijn deze ook ingevoerd. Hierdoor daalde op deze locatie in een jaar tijd (2005) het aantal (hoog-risico) accidenten van 18 naar 2. Dit is een aanzienlijke daling. 15

16 3.3 Sectoren Verreweg de meeste gegevens over de incidentie en de aard van prikaccidenten, nationaal en internationaal, zijn verkregen uit ziekenhuizen. Om een indruk te geven van welke prikaccidenten waar vóórkomen, wordt in dit rapport eerst de prikaccidenten in ziekenhuizen beschreven. Daarna wordt beschreven wat de incidentie en aard van de prikaccidenten in verpleeg- en verzorghuizen is, en vervolgens nog enkele andere sectoren. Ziekenhuizen In Nederland zijn 85 algemene ziekenhuizen en 8 universitaire ziekenhuizen (zie tabel 1). Daarnaast zijn er diverse revalidatiecentra, oogheelkundige klinieken, audiologische instituten en dialysecentra. In totaal zijn er 145 locaties waar medisch-klinische zorg wordt verricht. In totaal werkten hier in 2006 bijna FTE medewerkers. Basisgegevens ziekenhuizen in Nederland Aantal Aantal bedden Algemene ziekenhuizen Universitaire Medische Centra Categorale ziekenhuizen waarvan: Abortusklinieken Audiologische centra Dialysecentra Epilepsie centra Integrale kankercentra (incl. kankerziekenhuizen) Radiotherapeutische centra Astmacentrum (incl. Davos) Overig Revalidatie-instellingen Bronnen: NVZ, NFU Stand ultimo onbekend Gemiddeld zijn er in de ziekenhuizen 11,6 prikaccidenten per 100 FTE per jaar. Het gaat hierbij alleen om de gemelde prikaccidenten. Omgerekend komen er gemiddeld 15 prikaccidenten per 100 bedden per jaar voor (range 9,9 17,6), dat betekent dat in een ziekenhuis met 500 bedden, per week, 1,44 prikaccident gemeld wordt. In een Belgische studie (Leens, 2008) waarin prospectief een registratie werd bijgehouden in 52 instellingen werden gemiddeld 8,7 prikaccidenten per 100 bedden gerapporteerd (range 0,3 25). Men gaat in deze studie uit van een onderrapportage van 50% (de helft wordt gemeld). Vooral bij artsen werd een hoge onderrapportage gevonden: slechts 1 op de 5 accidenten werd gemeld. 16

17 Totaal aantal prikaccidenten per jaar in Nederlandse ziekenhuizen, verkregen door extrapolatie dan de data van het AMC, JBZ en MST Academische ziekenhuizen Nietacademische ziekenhuizen totaal Uitgaande van prikaccidenten per 100 bedden (range ) Uitgaande van prikaccidenten per 1000 verpleegdagen (range ) Uitgaande van prikaccidenten per 100 Fte 1425 onbekend Prikaccidenten kunnen worden gecategoriseerd naar de afdeling binnen het ziekenhuis waar het accident plaatsvond of naar de specifieke beroepsgroep waartoe het slachtoffer behoort. Indeling naar afdeling biedt aanknopingspunten voor het beoordelen en zonodig verbeteren van de werkomstandigheden op de betreffende afdeling, indeling naar beroepsgroep biedt aanknopingspunten voor het beoordelen en zonodig verbeteren van vaardigheden van betrokken medewerkers. Bij de indeling naar afdeling blijkt de operatiekamer de meest risicovolle plaats. Hier vinden niet alleen veel accidenten plaats maar ook vaak accidenten met een hoog risico. Op de Spoed Eisende Hulp vinden eveneens relatief veel hoog-risico-accidenten plaats, hierbij vaak veroorzaakt door de spoedeisende en daardoor ongecontroleerde aard van de werkzaamheden. Ook het laboratorium en de dialyse afdeling vinden gezien de aard van werkzaamheden veel hoog-risico-accidenten plaats. Op verpleegafdelingen vinden de meeste accidenten plaats echter vaak met een laag risico. Prikaccidenten naar locatie van gebeuren in Academisch Medisch Centrum ( ) en Jeroen Bosch Ziekenhuis ( ) Ziekenhuisafdeling AMC JBZ Operatiekamer 22 % 22% Verpleegafdelingen/intensive care 39 % 36% Polikliniek /short-stay/dialyse/lab/radiologie 24% 28% Spoed Eisende Hulp 4 % 6% Overig 11 % 8% Totaal 100% 100% Bij de indeling naar beroepsgroepen blijken verpleegkundigen de grootste groep werknemers in het ziekenhuis die een prikaccident hebben. Zij worden gevolgd door artsen en operatiekamerassistenten, analisten en schoonmakers. In principe kan iedereen die in het ziekenhuis werkt in de directe of indirecte patiëntenzorg slachtoffer worden van een prikaccident. Conform Arbobeleidsregel 4.91 zijn vrijwel alle ziekenhuismedewerkers die risico lopen op een prikaccident gevaccineerd tegen hepatitis B. Dit betekent dat na de inschatting van het risico bij prikaccidenten met een laag risico geen verdere maatregelen nodig zijn. In het 17

18 kader van preventie blijft het echter belangrijk om deze laag-risico-accidenten toch te melden. Gezien het 24-uurskarakter van de ziekenhuiszorg dienen alle voorzieningen voor een juiste afhandeling van een prikaccident (zoals laboratoriumtesten en medicatie) in een ziekenhuis 24 uur per dag beschikbaar te zijn. Risico-inventarisatie per afdeling van het ziekenhuis Operatiekamers (OK) Op (poliklinische) operatiekamers vinden risicovolle handelingen plaats. Prikaccidenten vinden hier bij alle soorten werknemers plaats en zijn vaak van een hoog-risico-categorie. Als het prikaccident gebeurt tijdens een operatie maakt dit de afhandeling gecompliceerd omdat als de patiënt onder narcose is, niet direct om toestemming voor bloedafname kan worden gevraagd. Tien procent van alle prikaccidenten in Noordoost Brabant vond op de operatiekamer plaats (van Wijk, 2006). Naar aanleiding van een incident met HBV besmette patiënten door een operateur werd berekend dat deze operateur ten minste 6 prikaccidenten moet hebben gehad per 1000 operaties (Zaaijer, 1999). Een recente studie beschreef de incidentie van prikaccidenten gemeten bij chirurgen in opleiding. Hierbij kwam men tot een incidentie van gemiddeld 4,46 per jaar gedurende de opleiding.(makary, 2007) Spoedeisende hulp De werksituatie op een spoedeisende hulpafdeling zorgt door het spoedeisende karakter vaak voor hectische situaties. Handelingen moeten snel uitgevoerd worden en patiënten kunnen onrustig zijn waardoor er meer afgeweken wordt van bestaande protocollen. Het gevolg is dat hier relatief vaak hoog-risico prikaccidenten voorkomen. Na een prikaccident is er vaak veel onrust bij de medewerkers omdat men geen achtergrondkennis heeft van het risico van de bron die immers net is binnengebracht. In Italië werd onderzocht in hoeverre medewerkers in konden schatten of een patiënt op een spoedeisende hulpafdeling met hiv besmet was. Medewerkers bleken er echter zeer vaak naast te zitten (De Carli, 1994). Er is in Nederland niet veel bekend over de daadwerkelijke risico s op deze afdeling. Cijfers uit Noord Brabant en het AMC laten wel zien dat het relatief meer is dan op een gewone verpleegafdeling en dat er meer hoog-risico-accidenten voorkomen (ongepubliceerde data). Verpleegafdelingen Op de verpleegafdelingen zijn verpleegkundigen in allerlei situaties de grootste groep melders. Veelal betreft het laag-risico-accidenten met subcutaan en intramusculair gebruikte naalden. De laatste jaren nemen de hoog-risico-accidenten toe omdat verpleegkundigen zich steeds meer bezig gaan houden met aanleggen van intraveneuze toegangen, zoals infuus inbrengen en aanprikken van intraveneuze poorten. Naast verpleegkundigen komen ook accidenten bij medewerkers van andere disciplines voor (verzorgenden, schoonmaak etc.). Vaak gebeurt dit na het uitvoeren van procedures bij opruimen of schoonmaakwerkzaamheden. Laboratorium Op bloedafname-afdelingen wordt gewerkt met intraveneuze naalden. Als hier een accident plaatsvindt (door bijvoorbeeld een onrustige of angstige patiënt) is dit vaak ook meteen een hoog-risico-accident. Invoering van veilige afnamesystemen op bloedafnamedienst liet in het Jeroen Bosch Ziekenhuis een aanmerkelijke reductie zien van prikaccidenten. Daarnaast gebeuren er ook accidenten met glas (buizen) en spatten op laboratoria, maar ook snijden aan messen die voor preparatie van menselijk materiaal zijn gebruikt (Jagger, 2003). 18

19 Polikliniek Poliklinisch vinden er veel onderzoeken plaats, afhankelijk van het soort onderzoek heeft iedere afdeling zijn eigen risico s. Op afdelingen zoals radiologie, nucleaire geneeskunde en endoscopie-afdelingen vinden over het algemeen veel hoog-risico-accidenten plaats. Er worden veel infusen ingebracht om bijvoorbeeld contrastvloeistof toe te dienen. Ook prikken aan niet-, of niet goed schoongemaakte materialen komt regelmatig voor. Internationale cijfers van locaties in het ziekenhuis waar prikaccidenten plaatsvinden wijken niet of nauwelijks af van de beschikbare cijfers per locatie in Nederland. Vaak zijn accidenten verklaarbaar door de handelingen die er plaats vinden. (Clarke, 2007; Schmid, 2007; Leens, 2006; Panlilio, 2004; Tarantola, 2003; Whitby, 2002; Porta, 1999) Verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorg In 2007 waren er in Nederland 324 verpleeghuizen, 960 verzorgingshuizen en 210 gecombineerde verpleeg- en verzorgingshuizen met in totaal ongeveer medewerkers. Daarnaast waren er 248 thuiszorginstellingen met ongeveer medewerkers (RIVM, Atlas Volksgezondheid; Actiz). Na de ziekenhuizen vinden de meeste prikaccidenten plaats in de verpleeg- en verzorgingshuizen ongeveer 25% van alle prikaccidenten vindt hier plaats (Van Wijk, 2006) Er worden vooral laag-risico-accidenten gerapporteerd, waarbij insulinepennen en lancetjes (vingerprik) voor de bloedsuikerbepaling bij diabetespatiënten een belangrijke rol spelen (Van Wijk, 2006; Vos, 2006). Een prikaccident aan een subcutaan gebruikte insulinenaald is in het algemeen een laagrisico-accident. De prikpennen die in Nederland worden gebruikt kennen geen veiligheidsmechanisme. Prikaccidenten met prikpennen worden het meest frequent gerapporteerd in verpleeg- en verzorgingshuizen. Een prikaccident aan een lancet, gebruikt voor vingerprik voor bijvoorbeeld glucosebepaling is een hoog-risico-accident. Ook deze accidenten vinden in de verpleeghuizen plaats. Hiervoor zijn wel veiligheidssystemen beschikbaar. Met name verplegend en verzorgend personeel loopt risico op een prikaccident. Per 100 (risicolopende) medewerkers worden jaarlijks 1 tot 3 prikaccidenten gemeld. Waarschijnlijk is er een onderrapportage. Omdat het een grote beroepsgroep is met in totaal ca medewerkers is het aantal prikaccidenten aanzienlijk: jaarlijks tot De hepatitis B vaccinatiegraad in deze sector is niet optimaal. In verschillende onderzoeken varieert de vaccinatiegraad van %, waarbij grotere instellingen een hogere vaccinatiegraad hebben dan kleinere instellingen (Van Wijk, 2006; Vos, 2006; PrikPunt). In 2002 is een onderzoeksenquête uitgevoerd onder verpleeghuizen door Erik Wannee in het kader van zijn verpleeghuisarts opleiding VOVA in Nijmegen. In de enquête werden vragen gesteld over het vóórkomen en de organisatie van de afhandeling van prikaccidenten. Er werden 310 verpleeghuizen aangeschreven (verpleeghuisartsen). De respons was 143 (46%). 19

20 De spreiding van het aantal geregistreerde prikaccidenten per 100 bedden in het jaar 2000: Op de ± bedden in de responderende verpleeghuizen zijn 515 prikaccidenten geregistreerd. Dit is een gemiddelde van 3,0 prikaccident per 100 bedden per jaar, met een standaarddeviatie van 2,0. De mediaan ligt op 2,6. De beschikbare gegevens kunnen worden geëxtrapoleerd: Er zijn bijna bedden in de Nederlandse verpleeghuizen (Bron: Prismant, 2002). Een gemiddelde score van 3,0 accidenten/100 bedden/jaar geeft dan 1800 geregistreerde incidenten per jaar. Als we dan uitgaan van de schatting dat slechts 50% geregistreerd wordt, mag worden aangenomen dat alleen al binnen de muren van de Nederlandse verpleeghuizen jaarlijks minstens 3600 prikaccidenten plaats vinden. Verpleeghuisartsen geven aan dat het vermoeden bestaat dat het werkelijke aantal veel hoger ligt dan het aantal dat daadwerkelijk geregistreerd wordt. In de thuiszorg worden ook vooral laag-risico-accidenten gerapporteerd, waarbij insulinepennen en lancetjes (vingerprik) voor de bloedsuikerbepaling bij diabetespatiënten een belangrijke rol spelen (Van Wijk, 2006; Vos, 2006). Een bijkomend probleem binnen deze zorg is dat de materialen die door de verpleegkundige of verzorgende worden gebruikt door de klant moeten worden aangeschaft. Dit is eigenlijk een vreemde situatie, veilige materialen om de hulpverlener te beschermen worden normaal gesproken in instellingen door de werkgever verstrekt. 20

21 Geestelijke gezondheidszorg: Verstandelijk gehandicapten zorg, psychiatrie en verslavingszorg instellingen Er zijn in Nederland 165 instellingen voor gehandicaptenzorg, waar ongeveer personen werkzaam zijn. Het merendeel (80%) van de cliënten in de gehandicaptenzorg zijn verstandelijk gehandicapten. Daarnaast zijn er 58 psychiatrische instellingen en 13 instellingen voor verslavingszorg met in totaal ongeveer medewerkers (bron: VGN, GGZ Nederland). Het aantal prikaccidenten dat vanuit de geestelijke gezondheidszorg wordt gemeld is relatief beperkt, 2,5% van het totale aantal prikaccidenten. Daarbij gaat het vooral om laag-risicoaccidenten (Van Wijk, 2006). Een bijzonder aandachtspunt is dat binnen de geestelijke gezondheidszorg regelmatig sprake is van gedragsproblemen en agressie, resulterend in accidenten als bijten en krabben. Bovendien werkt men in de geestelijke gezondheidszorg vaak met patiënten met een verhoogd risico op dragerschap van HBV, zoals patiënten met het syndroom van Down of een verhoogd risico op HBV, HCV en hiv, zoals intraveneuze druggebruikers.(heijnen, 2007; Op de Coul, 2006) Dit kan voor slachtoffers van een prikaccident aanleiding zijn tot extra ongerustheid. Het is aannemelijk dat vooral medewerkers met direct patiëntencontact en medewerkers die in de verslavingszorg betrokken zijn bij spuitenomruil risico lopen op een prikaccident, doch hier zijn geen cijfers van bekend. Huisartsenpraktijken Nederland telt ruim huisartsenpraktijken, waarin ruim 8400 huisartsen werkzaam zijn en ongeveer doktersassistentes (website LHV) Er zijn geen exacte gegevens bekend over het totale aantal prikaccidenten dat plaatsvindt in de huisartsenpraktijk en het aantal accidenten per medewerker (Van Wijk, 2006). Het ligt voor de hand dat tenminste een deel van de accidenten binnen de eigen praktijk wordt afgehandeld en niet in een prikaccidentenregistratie wordt opgenomen. Gezien de aard van de werkzaamheden zullen in een huisartsenpraktijk vooral laag-risicoaccidenten optreden (Van Wijk, 2006). De vaccinatiegraad onder huisartsen en doktersassistentes lijkt niet optimaal (Bekkers, 2002). Tandartsenpraktijken Er zijn in Nederland ruim 8000 tandartsen, waarvan het merendeel in een solopraktijk werkt. Deze tandartsen hebben in totaal naar schatting circa tandartsassistentes in dienst. Daarnaast zijn er ruim 2000 mondhygiënistes, deels zelfstandig werkzaam en deels in een tandartsenpraktijk. (RIVM, Atlas Volksgezondheid) Ongeveer 3% van het totale aantal prikaccidenten in Nederland vindt plaats in een tandartsenpraktijk (Meldpunt Prikaccidenten Noordoost Brabant, cijfers ) Dit betreft vooral laag-risico-accidenten. Risicowerkzaamheden zijn vooral het toedienen van injecties en in mindere mate het schoonmaken van instrumenten. Zowel tandartsen, assistentes als mondhygiënistes lopen risico op een prikaccident. Hoe vaak prikaccidenten bij deze beroepsgroepen in Nederland voorkomen is niet goed in kaart gebracht. De hepatitis B vaccinatiegraad in deze sector lijkt hoog te zijn, mede doordat tandartsen en mondhygiënisten als hepatitis B risicovormers genoodzaakt zijn om zich te laten vaccineren om te voorkomen dat zij hun patiënten besmetten (Commissie Preventie Iatrogene Hepatitis B, 2007). 21

Prikaccidenten: epidemiologie, opvang en mogelijkheden voor reductie

Prikaccidenten: epidemiologie, opvang en mogelijkheden voor reductie Prikaccidenten: epidemiologie, opvang en mogelijkheden voor reductie Paul van Wijk, september 2014 VU medisch centrum, Amsterdam Jeroen Bosch Ziekenhuis, s-hertogenbosch Inhoud Prikaccidenten risico s

Nadere informatie

PROCEDURE BIJ PRIK-, SNIJ-, SPAT- EN BIJTWONDEN

PROCEDURE BIJ PRIK-, SNIJ-, SPAT- EN BIJTWONDEN PROCEDURE BIJ PRIK-, SNIJ-, SPAT- EN BIJTWONDEN Een patiënt met prik-, snij-, spat- en bijtwonden kan zich melden bij de huisarts, bedrijfsarts of SEH. Het op de SEH van het MCL gebruikte protocol en meldingsformulier

Nadere informatie

HBV vaccinatie. Aanzet preventief veiligheidsbeleid AMC Interventieprogramma. Lessons learned

HBV vaccinatie. Aanzet preventief veiligheidsbeleid AMC Interventieprogramma. Lessons learned Veilig werken aan het bed Preventie van prikaccidenten loont! Jan Hortensius, veiligheidskundige AMC 18e symposium NVvA, april 2009 Inhoud Focus op Preventie van prikaccidenten! HBV vaccinatie AMC data

Nadere informatie

Prikaccidentenprotocol

Prikaccidentenprotocol Prikaccidentenprotocol Nationaal Hepatitis Centrum www.hepatitis.nl Januari 2010 1 Resumé BOA HBV HCV Hiv Cave: andere aandoeningen 2 Risico op infectie bij positieve bron, met accident met holle naald

Nadere informatie

Margriet Tensen 3 november 2012

Margriet Tensen 3 november 2012 Margriet Tensen 3 november 2012 Kernactiviteit: Het voorkomen van besmetting van patiënten en medewerkers, door initiëren, coördineren, bewaken en evalueren van infectiepreventiebeleid. Opdrachtgevers:

Nadere informatie

PROCEDURE BIJ PRIK-, SNIJ-, SPAT- EN BIJTWONDEN

PROCEDURE BIJ PRIK-, SNIJ-, SPAT- EN BIJTWONDEN PROCEDURE BIJ PRIK-, SNIJ-, SPAT- EN BIJTWONDEN Een patiënt met prik-, snij-, spat- en bijtwonden kan zich melden bij de huisarts, bedrijfsarts of SEH. Het op de SEH van het MCL gebruikte protocol en meldingsformulier

Nadere informatie

Prikaccidenten voorkómen blijft nog steeds het beste

Prikaccidenten voorkómen blijft nog steeds het beste Prikaccidenten voorkómen blijft nog steeds het beste Paul van Wijk Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Jeroen Bosch Ziekenhuis, Den Bosch Prikaccidenten Verzamelnaam voor prik-, snij-, bijt- en spatongelukken

Nadere informatie

Risico-inventarisatie & evaluatie

Risico-inventarisatie & evaluatie Risico-inventarisatie & evaluatie Dit is een uitgave van: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl September 2013 Deze brochure is ontwikkeld door het voormalig

Nadere informatie

Verpleeghuis- woon- en thuiszorg. Accidenteel bloedcontact

Verpleeghuis- woon- en thuiszorg. Accidenteel bloedcontact Verpleeghuis- woon- en thuiszorg Accidenteel bloedcontact Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: januari 2004 Gewijzigd: maart 2004 Gewijzigd: februari 2009 Revisie: januari 2009 Dit document mag vrijelijk

Nadere informatie

Prik- of spatletsel opgelopen tijdens het werk

Prik- of spatletsel opgelopen tijdens het werk Prik- of spatletsel opgelopen tijdens het werk Deze folder is bestemd voor zorgverleners die tijdens hun werk prik- of spatletsel oplopen. In deze folder leest u algemene informatie over prik- of spatletsel

Nadere informatie

PROTOCOL TER PREVENTIE VAN BLOEDOVERDRAAGBARE AANDOENINGEN. Met instemming PGMR mei 2013 MET INSTEMMING

PROTOCOL TER PREVENTIE VAN BLOEDOVERDRAAGBARE AANDOENINGEN. Met instemming PGMR mei 2013 MET INSTEMMING PROTOCOL TER PREVENTIE VAN BLOEDOVERDRAAGBARE AANDOENINGEN Met instemming PGMR mei 2013 MET INSTEMMING INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1 1 INLEIDING... 2 2 VOORKOMEN VAN BLOEDBLOEDCONTACT... 2 2.1 Specifieke

Nadere informatie

Wat te doen na een Prik of Snij-ongeval

Wat te doen na een Prik of Snij-ongeval Wat te doen na een Prik of Snij-ongeval Wat te doen na een Prik of Snij-ongeval in de St. Anna Zorggroep Voorlichtingsbrochure betreffende bloedoverdraagbare aandoeningen op en door het werk. Algemeen

Nadere informatie

Wat te doen na een prik of snij-ongeval

Wat te doen na een prik of snij-ongeval Wat te doen na een prik of snij-ongeval Wat te doen na een Prik of Snij-ongeval in de St. Anna Zorggroep Voorlichtingsfolder betreffende bloedoverdraagbare aandoeningen op en door het werk. Algemeen Deze

Nadere informatie

R isico I nventarisatie & E valuatie

R isico I nventarisatie & E valuatie R isico I nventarisatie & E valuatie Nationaal Hepatitis Centrum Stationsplein 8 3818 LE Amersfoort tel: 033 4220980 fax: 033 4220983 email: info@hepatitis.nl www.hepatitis.nl augustus 2005 1 Risico inventarisatie

Nadere informatie

BEROEPSMATIGE BESMETTINGSINCIDENTEN BUITEN HET ZIEKENHUIS IN DE PERIODE

BEROEPSMATIGE BESMETTINGSINCIDENTEN BUITEN HET ZIEKENHUIS IN DE PERIODE BEROEPSMATIGE BESMETTINGSINCIDENTEN BUITEN HET ZIEKENHUIS IN DE PERIODE 2006-2014 HENRIETTE TER WAARBEEK ARTS-UNITHOOFD IZB/TBC, AIOS M&G 2 E FASE NSPOH, 23 JANUARI 2017 ACHTERGROND Jaarlijks 13.000-15.000

Nadere informatie

ijgenwys Gericht op ontwikkeling & anders Landelijke Richtlijn Prikaccidenten

ijgenwys Gericht op ontwikkeling & anders Landelijke Richtlijn Prikaccidenten Dagactiviteiten boerderij ijgenwys en anders. Markenland 96 4871 AV Etten-Leur 076-5962598/ 06-14180025 KVK 57386994/ AGB code 73-732659 Regiobank NL65 RBRB 082 79 76 992 & anders ijgenwys Gericht op ontwikkeling

Nadere informatie

Protocol bij Accidenteel Contact Patiëntenmateriaal prikaccident in het UMCG

Protocol bij Accidenteel Contact Patiëntenmateriaal prikaccident in het UMCG Protocol bij Accidenteel Contact Patiëntenmateriaal prikaccident in het UMCG Werkgroep Infectieziekten, Interne kliniek UMCG Afdeling Medische Microbiologie UMCG Arbeid & Gezondheid, UMC Staf Oktober 2012

Nadere informatie

Generated by Foxit PDF Creator Foxit Software For evaluation only. Prikaccident 1

Generated by Foxit PDF Creator Foxit Software  For evaluation only. Prikaccident 1 Prikaccident 1 Verzorgende, 35 jr oud, prikt zich aan een insulinenaald. Het gebeurt bij een cliënt thuis. Ze meldt zich direct bij haar leidinggevende. Ze is een jaar of 10 geleden gevaccineerd tegen

Nadere informatie

Wie Wat Document. Voldoende beschermd of patiënt HBsAG negatief Inschatten risico voor HCV en HIV Indien laag risico: GEEN ACTIE ONDERNEMEN

Wie Wat Document. Voldoende beschermd of patiënt HBsAG negatief Inschatten risico voor HCV en HIV Indien laag risico: GEEN ACTIE ONDERNEMEN Stappenplan bij accidenten met CSO document Datum: oktober 2012 Wie Wat Document Verwonde medewerker (Regie)verpleegkundige i.s.m. verwonde medewerker Bij twijfel overleg met SEH-arts en coördinator non-trauma

Nadere informatie

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A Naast deze infokaart over hepatitis zijn er ook infokaarten beschikbaar over: infectieziekten algemeen, tuberculose, seksueel overdraagbare aandoeningen, jeugd en onveilig vrijen en jeugd en vaccinatie.

Nadere informatie

Extrapolatie van gerapporteerde prikaccidenten in Nederland

Extrapolatie van gerapporteerde prikaccidenten in Nederland Extrapolatie van prikaccidenten in Nederland Paul T.L. van Wijk Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort September 2006 Correspondentie: Paul T.L. van Wijk Nationaal Hepatitis Centrum Stationsweg

Nadere informatie

Vaccinatie voor medewerkers in de gezondheidszorg

Vaccinatie voor medewerkers in de gezondheidszorg HEPATITIS B Vaccinatie voor medewerkers in de gezondheidszorg Per 25 januari 2000 is de wijziging van de Arbo-beleidsregel arbeidsomstandigheden in werking getreden. Artikel 4.91 van deze beleidsregel

Nadere informatie

Bescherming van de medewerker tegen bloed overdraagbare aandoeningen.

Bescherming van de medewerker tegen bloed overdraagbare aandoeningen. Protocol: ACCIDENTEEL BLOEDCONTACT Inhoudsgopgave DOEL... 1 1. INLEIDING... 1 1.1 Definitie... 1 2.1 Kenmerken accidenteel bloedcontact... 2 2.2 Risico op transmissie van bloedoverdraagbare virussen...

Nadere informatie

WAT ZIJN DE VERSCHIJNSELEN VAN HEPATITIS B?

WAT ZIJN DE VERSCHIJNSELEN VAN HEPATITIS B? WAT IS HEPATITIS Hepatitis is een ontsteking van de lever. Er zijn verschillende soorten leverontsteking. Ooit wereldwijd waargenomen zijn hepatitis A t/m H, waarvan hepatitis A, B en C de meest bekenden

Nadere informatie

Accidentenprotocol. Onderdeel van: Preventiebeleid Besmettelijke ziekten

Accidentenprotocol. Onderdeel van: Preventiebeleid Besmettelijke ziekten Accidentenprotocol Onderdeel van: Preventiebeleid Besmettelijke ziekten Inleiding Werknemers binnen zorginstellingen lopen risico op een besmetting met overdraagbare aandoeningen door het contact met lichaamsvloeistoffen

Nadere informatie

Hepatitis B vaccinatie voor medewerkers in niet zorgberoepen

Hepatitis B vaccinatie voor medewerkers in niet zorgberoepen Hepatitis B vaccinatie voor medewerkers in niet zorgberoepen Inleiding Hoe belangrijk is een gezonde lever? De lever speelt een centrale rol bij de energiehuishouding, de stofwisseling en de zuivering

Nadere informatie

Revalidatiecentra. Accidenteel bloedcontact

Revalidatiecentra. Accidenteel bloedcontact Revalidatiecentra Accidenteel bloedcontact Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: oktober 2008 Revisie: oktober 2013 Aan de samenstelling van deze richtlijn werd, behalve door leden en medewerkers van

Nadere informatie

Hepatitis B vaccinatie

Hepatitis B vaccinatie Hepatitis B vaccinatie De lever speelt een centrale rol bij de stofwisseling van eiwitten, vetten en suikers en de zuivering van het bloed. Soms raakt de lever ontstoken. In zo n geval is er sprake van

Nadere informatie

Prikaccidenten in de arbeidssituatie

Prikaccidenten in de arbeidssituatie Briefrapport 205034001/2008 W.L.M. Ruijs et al Prikaccidenten in de arbeidssituatie November 2008 Prikaccidenten in de arbeidssituatie November 2008 RIVM briefrapport 205034001/2008 W.L.M. Ruijs, P.Th.L.

Nadere informatie

Hepatitis B vaccinatie

Hepatitis B vaccinatie Hepatitis B vaccinatie De lever speelt een centrale rol bij de stofwisseling van eiwitten, vetten en suikers en de zuivering van het bloed. Soms raakt de lever ontstoken. In zo n geval is er sprake van

Nadere informatie

V: Wat houdt de wetswijziging in? A: Per 1 mei 2013 moeten alle scherpe medische hulpmiddelen voorzien zijn van een veiligheidsmechanisme.

V: Wat houdt de wetswijziging in? A: Per 1 mei 2013 moeten alle scherpe medische hulpmiddelen voorzien zijn van een veiligheidsmechanisme. Veilig werken De nieuwe wet schrijft voor, maar u bepaalt. Wilt u aan alle kanten beschermd zijn, dan kiest u voor het assortiment veiligheidsnaalden van Medeco. Ook omdat u dan makkelijk verbindingen

Nadere informatie

Hoe krijg je hepatitis B?

Hoe krijg je hepatitis B? Hepatitis B Hepatitis B is een infectie van de lever, veroorzaakt door het hepatitis B-virus. In Nederland wordt dit virus vooral overgedragen door seksueel contact. Het dringt via de slijmvliezen van

Nadere informatie

Bescherming van werknemers in de gezondheidszorg tegen door bloed overgedragen infecties als gevolg van prikaccidenten.

Bescherming van werknemers in de gezondheidszorg tegen door bloed overgedragen infecties als gevolg van prikaccidenten. Bescherming van werknemers in de gezondheidszorg tegen door bloed overgedragen infecties als gevolg van prikaccidenten. Een prikaccident bij een gezondheidswerker doet zich voor wanneer de huid per ongeluk

Nadere informatie

Notitie Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (AGO) in de context van werk en biologische agentia

Notitie Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (AGO) in de context van werk en biologische agentia Notitie Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (AGO) in de context van werk en biologische agentia Invulling in de praktijk van artikel 4.91 Arbobesluit Inleiding In artikel 4.91 van het Arbobesluit (Onderzoek

Nadere informatie

Prik-, snij-, bijten/of spataccidenten

Prik-, snij-, bijten/of spataccidenten Prik-, snij-, bijten/of spataccidenten Bel PrikPunt: 0800 77 454 63 informatie voor medewerkers Prik-, snij-, bijten/of spataccidenten In deze brochure leest u wat u moet doen bij een prik-, snij-, bijt-

Nadere informatie

Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers

Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers Achtergrond Het RIVM en Vernet Verzuimnetwerk B.V. hebben een onderzoek uitgevoerd onder ziekenhuismedewerkers naar de relatie tussen de influenza vaccinatiegraad

Nadere informatie

Hepatitis B-vaccinatie voor medewerkers in de gezondheidszorg

Hepatitis B-vaccinatie voor medewerkers in de gezondheidszorg Hepatitis B-vaccinatie voor medewerkers in de gezondheidszorg Dit is een uitgave van: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl September 2013 Deze brochure

Nadere informatie

Informatieblad PEP profylaxe voor studenten van het UMC St Radboud in het buitenland

Informatieblad PEP profylaxe voor studenten van het UMC St Radboud in het buitenland Inleiding Het grootste risico op het oplopen van een HIV infectie is via onveilige seksuele contacten. Vermijd onveilige seksuele contacten 1 ; neem altijd zelf condooms mee, ook indien de expliciete bedoeling

Nadere informatie

> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Besmetting met hepatitis B. rkz.nl

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Besmetting met hepatitis B. rkz.nl Patiënteninformatie Besmetting met hepatitis B rkz.nl Inleiding Door een ongeluk, waarbij u mogelijk in contact bent gekomen met het bloed van iemand met Hepatitis B, loopt u kans om met Hepatitis B besmet

Nadere informatie

Accidenteel bloedcontact

Accidenteel bloedcontact Verpleeghuis- woon- en thuiszorg Accidenteel bloedcontact Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits steeds de Werkgroep Infectiepreventie als auteur wordt vermeld. Vergewis u

Nadere informatie

479a. Hiv, de behandeling en relevante informatie

479a. Hiv, de behandeling en relevante informatie Hiv, de behandeling en relevante informatie Wat is hiv? Hiv is een infectieziekte (hiv is de afkorting voor human immunodeficiency virus). Hiv is een virus dat het immuunsysteem (het afweersysteem tegen

Nadere informatie

Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken. Nr. 2018/05. Samenvatting

Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken. Nr. 2018/05. Samenvatting Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken Nr. 2018/05 Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken pagina 2 van 6 Veel mensen dragen pneumokokken bij zich zonder ziek te worden. De pneumokok kan echter ernstige

Nadere informatie

INLEIDING. Preventie van accidentele bloedcontacten. Eva Leens

INLEIDING. Preventie van accidentele bloedcontacten. Eva Leens Preventie van accidentele bloedcontacten INLEIDING Eva Leens Rue Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussels Belgium T +32 2 642 51 11 F +32 2 642 50 01 email: info@iph.fgov.be www.iph.fgov.be Hoe ABC voorkomen?

Nadere informatie

Inhoudsopgave informatiemap SBOH voor huisartsopleiders

Inhoudsopgave informatiemap SBOH voor huisartsopleiders Inhoudsopgave informatiemap SBOH voor huisartsopleiders Algemene informatie SBOH 1. Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) - Informatie Arbowet, RI&E e.d. - De RI&E-applicatie van de LHV - Uw RI&E met

Nadere informatie

Bescherming tegen hepatitis B

Bescherming tegen hepatitis B Bescherming tegen hepatitis B Voorlichtingsfolder voor personen die verhoogd risico lopen op hepatitis B door Werk of Reizen Hepatitis B: Wat is dat? Hepatitis B is een infectieziekte van de lever en één

Nadere informatie

Ziekenhuizen. Accidenteel bloedcontact

Ziekenhuizen. Accidenteel bloedcontact Ziekenhuizen Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: oktober 2012 Wijziging: mei 2015 Geplande revisie: oktober 2017 Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits de Werkgroep Infectie

Nadere informatie

Vaccinatie hepatitis B Geneeskundestudenten

Vaccinatie hepatitis B Geneeskundestudenten Vaccinatie hepatitis B Geneeskundestudenten Vaccinatie hepatitis B De Nederlandse Arbo-wetgeving eist dat ziekenhuizen en andere instellingen verantwoorde zorg aan hun patiënten bieden. Patiënten mogen

Nadere informatie

Infectiepreventie binnen de huisartsenpraktijk (deel 2)

Infectiepreventie binnen de huisartsenpraktijk (deel 2) Infectiepreventie binnen de huisartsenpraktijk (deel 2) Vervolgonderzoek naar de mate van implementatie van infectiepreventie adviezen binnen de huisartsenpraktijken Marjon Klein Gunnewiek, Hygiënist Slingeland

Nadere informatie

Prik-, snij-, bijten/of spataccidenten

Prik-, snij-, bijten/of spataccidenten Prik-, snij-, bijten/of spataccidenten vernieuwd stappenplan informatie voor medewerkers Prik-, snij-, bijten/of spataccidenten In 2011 is een nieuw stappenplan voor de afhandeling van prik-, snij-, bijt-

Nadere informatie

Als het misgaat. calamiteiten in de huisartsenpraktijk

Als het misgaat. calamiteiten in de huisartsenpraktijk Als het misgaat. calamiteiten in de huisartsenpraktijk Wil Bosboom, huisarts Jouke Hanje, huisarts Patricia Kleppe, arbeidshygieniste Maetis duodagen 13 en 14 mei 2009 Programma Deel 1 Wat te doen bij

Nadere informatie

Rapportage uitkomsten Q-koorts Herpen II onderzoek

Rapportage uitkomsten Q-koorts Herpen II onderzoek Rapportage uitkomsten Q-koorts Herpen II onderzoek 22 juni 2015 De GGD Hart voor Brabant voerde dit onderzoek uit in samenwerking met AMPHI de academische werkplaats van het Radboud universitair medisch

Nadere informatie

Ziekenhuizen. Accidenteel bloedcontact

Ziekenhuizen. Accidenteel bloedcontact Ziekenhuizen Werkgroep Infectiepreventie Vastgesteld: oktober 2012 Revisie: oktober 2017 Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits steeds de Werkgroep Infectiepreventie (WIP)

Nadere informatie

PRIK-,SNIJ- EN SPATONGEVALLEN: INCIDENTIE EN PREVENTIE INCIDENTIE UZ LEUVEN

PRIK-,SNIJ- EN SPATONGEVALLEN: INCIDENTIE EN PREVENTIE INCIDENTIE UZ LEUVEN -9-16 PRIK-,SNIJ- EN SPATONGEVALLEN: INCIDENTIE EN PREVENTIE Jaarrapport 1 19-8-16 Dr. Hilde Vanacker 1 INCIDENTIE UZ LEUVEN 1 14 1 1 11 9 8 7 AantalABC 4 98 7 6 14 6 Prik, snij, bijt/ spat 6/9 69/ 6/

Nadere informatie

Landelijke Richtlijn Prikaccidenten

Landelijke Richtlijn Prikaccidenten Landelijke Richtlijn Prikaccidenten Inleiding Deze richtlijn beschrijft het post-expositie-beleid na prik-, bijt-, snij- en spataccidenten met bloed en andere lichaamsvloeistoffen. Bij een prik- of snijaccident

Nadere informatie

GEZONDHEIDSINFORMATIE

GEZONDHEIDSINFORMATIE GEZONDHEIDSINFORMATIE voor risicovolle beroepsgroepen vaccinatie DTP en Hepatitis A/B www.vggm.nl GEZONDHEIDSINFORMATIE VOOR RISICOVOLLE BEROEPSGROEPEN Als medewerker kunt u via uw werk risico lopen op

Nadere informatie

Protocol prikaccidenten. voor schoonmaakwerkzaamheden

Protocol prikaccidenten. voor schoonmaakwerkzaamheden Protocol prikaccidenten voor schoonmaakwerkzaamheden RAS Arboconvenant Schoonmaak -en Glazenwassersbranche Juni 2006 Inhoud Protocol prikaccidenten 1 Inleiding 3 2 Blootstelling aan bloed of andere lichaamsvloeistoffen

Nadere informatie

Protocol voor het handelen bij ongevallen

Protocol voor het handelen bij ongevallen Protocol voor het handelen bij ongevallen Maart 2016 Op grond van de Arbeidsomstandighedenwet, kortweg de Arbowet, is de werkgever verplicht om ongevallen op te nemen in een ongevallenregister en ernstige

Nadere informatie

SAMENVATTING preliminaire resultaten 1 juni januari 2005

SAMENVATTING preliminaire resultaten 1 juni januari 2005 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Afdeling Epidemiologie SAMENVATTING preliminaire resultaten 1 juni 2003-31 januari 2005 Surveillance van accidenteel bloedcontact in de Belgische ziekenhuizen

Nadere informatie

Samenvatting. Griepvaccinatie: wie wel en wie niet?

Samenvatting. Griepvaccinatie: wie wel en wie niet? Samenvatting Griepvaccinatie: wie wel en wie niet? Griep (influenza) wordt veroorzaakt door het influenzavirus. Omdat het virus steeds verandert, bouwen mensen geen weerstand op die hen een leven lang

Nadere informatie

Informatie voor zorgpersoneel. Vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Informatie voor zorgpersoneel. Vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Informatie voor zorgpersoneel Vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep 1 ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP U ontvangt deze folder omdat u in aanmerking komt voor een vaccinatie

Nadere informatie

Systematische review naar effectieve interventies ter preventie van kindermishandeling.

Systematische review naar effectieve interventies ter preventie van kindermishandeling. Rapport Systematische review naar effectieve interventies ter preventie van kindermishandeling. Auteurs: F.J.M. van Leerdam 1 K. Kooijman 2 F. Öry 1 M. Landweer 3 1: TNO Preventie en Gezondheid Postbus

Nadere informatie

Het hepatitis B -virus is heel besmettelijk en wordt overgedragen door seksueel contact, door bloed-op-bloed contact of bij de geboorte.

Het hepatitis B -virus is heel besmettelijk en wordt overgedragen door seksueel contact, door bloed-op-bloed contact of bij de geboorte. Hepatitis B CWZ is één van de door de NVMDL erkende hepatitis behandelcentra in Nederland. Op de polikliniek Maag-, darm- en leverziekte (MDL) werken meerdere MDL-artsen en een verpleegkundige specialist

Nadere informatie

Bijzonder Resistente Micro-Organismen. Isolatiemaatregelen infectiepreventie bij BRMO

Bijzonder Resistente Micro-Organismen. Isolatiemaatregelen infectiepreventie bij BRMO Bijzonder Resistente Micro-Organismen Isolatiemaatregelen infectiepreventie bij BRMO In deze folder vindt u meer informatie over Bijzonder Resistente Micro Organismen (BRMO) en Extended Spectrum Beta-Lactamase

Nadere informatie

Agressie op de werkvloer. Themadag LOMOZ 26 maart 2014 Agnes Vissers

Agressie op de werkvloer. Themadag LOMOZ 26 maart 2014 Agnes Vissers Agressie op de werkvloer Themadag LOMOZ 26 maart 2014 Agnes Vissers Programma Inleiding Inventarisatie Wettelijke kaders Rol en taak ondernemingsraad Naar een duurzame inzetbaarheid Agressie en geweld:

Nadere informatie

Hepatitis B-vaccinatiebeleid voor drugsgebruikers. Nationale Hepatitis Dag 1 oktober 2015 Anouk de Gee

Hepatitis B-vaccinatiebeleid voor drugsgebruikers. Nationale Hepatitis Dag 1 oktober 2015 Anouk de Gee Hepatitis B-vaccinatiebeleid voor drugsgebruikers Nationale Hepatitis Dag 1 oktober 2015 Anouk de Gee Disclosure belangen spreker Voor deze bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven: Projectfinanciering

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 11

Samenvatting. Samenvatting 11 Samenvatting Dit advies gaat over de vraag of het wenselijk is om mensen die chronisch geïnfecteerd zijn met het hepatitis B-virus (HBV) of het hepatitis C-virus (HCV) op te sporen door middel van screening.

Nadere informatie

Protocol voor het handelen bij ongevallen

Protocol voor het handelen bij ongevallen Protocol voor het handelen bij ongevallen maart 2008 Op grond van de Arbeidsomstandighedenwet, kortweg de Arbowet, is de werkgever verplicht om ongevallen op te nemen in een ongevallenregister en ernstige

Nadere informatie

Belang van de surveillance van accidenteel bloedcontact in de ziekenhuizen. Enkele cijfers

Belang van de surveillance van accidenteel bloedcontact in de ziekenhuizen. Enkele cijfers Belang van de surveillance van accidenteel bloedcontact in de ziekenhuizen. Enkele cijfers Dr. G.Helsen Opvolging Naaldprikongevallen(1) 1995: Analyse van 5 jaar prikongevallen Besluit: ondanks preventieve

Nadere informatie

Zwangerschap en HBV. Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht

Zwangerschap en HBV. Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht Zwangerschap en HBV Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht 1 Virale aandoeningen die verticaal overdraagbaar zijn HIV Hepatitis B

Nadere informatie

M&I/Partners & GGZ go way back. Bron: Tijdschrift voor medische informatica, september 1995

M&I/Partners & GGZ go way back. Bron: Tijdschrift voor medische informatica, september 1995 ICT-kostenbeheersing Over ICT-kostenonderzoek in de zorg en ICT Benchmark GGZ Patrick van Eekeren Atlanta, 1 maart 2010 Agenda Onderzoek naar ICT-kosten in de zorg i.o.v. VWS Wat zijn de totale ICT-kosten

Nadere informatie

Dwergvinvisstraat HP Amsterdam KvK Telefoon: Fax:

Dwergvinvisstraat HP Amsterdam KvK Telefoon: Fax: AAS-lijst: Arbo Aandachtspunten bij het aanbesteden van Schoonmaakonderhoud Achtergrond Hoewel het schoonmaakbedrijf als werkgever verantwoordelijk is voor de arbeidsomstandigheden van de schoonmakers,

Nadere informatie

Vaccinatie tegen hepatitis B.

Vaccinatie tegen hepatitis B. Vaccinatie tegen hepatitis B www.hepatitisinfo.nl Vaccinatie tegen hepatitis B Wie? Waarom? Waarmee? Effectiviteit Wie worden gevaccineerd tegen hepatitis B? Rijksvaccinatieprogramma: Vanaf 1 augustus

Nadere informatie

Informatie voor zorgpersoneel. Vaccinatie tegen Nieuwe Infl uenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Informatie voor zorgpersoneel. Vaccinatie tegen Nieuwe Infl uenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Informatie voor zorgpersoneel Vaccinatie tegen Nieuwe Infl uenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP 032 Folder vac. zorgpers A5_NL.indd 1 16-10-2009 14:44:29 Wat

Nadere informatie

AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS I. ACHTERGROND

AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS I. ACHTERGROND AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS Onderstaande ketenafspraken zijn tot stand gekomen in samenwerking met COA, GC A, GGD GHOR Nederland, KNOV, NVOG en LCI, en zijn bedoeld

Nadere informatie

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Besmetting met hepatitis C. rkz.nl

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Besmetting met hepatitis C. rkz.nl Patiënteninformatie Besmetting met hepatitis C rkz.nl Inleiding Door een ongeluk, waarbij u mogelijk in contact bent gekomen met het bloed van iemand met hepatitis C, loopt u kans om met hepatitis C besmet

Nadere informatie

tweede nationale studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk Een kwestie van verschil:

tweede nationale studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk Een kwestie van verschil: Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (H van Lindert, M Droomers, GP Westert. Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk.

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Servicepunt71 Nr. 1030 10 juli 2018 Besluit van het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Servicepunt71

Nadere informatie

Microbiologische veiligheid onderhoud aan medische- en laboratoriumapparatuur

Microbiologische veiligheid onderhoud aan medische- en laboratoriumapparatuur Ziekenhuizen Microbiologische veiligheid onderhoud aan medische- en laboratoriumapparatuur Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits steeds de Werkgroep Infectiepreventie als

Nadere informatie

Monitoringrapport 2012

Monitoringrapport 2012 Monitoringrapport 2012 Humaan 12 immuundeficiëntievirus 217 (HIV) infectie in 6Nederland Nederlandse samenvatting Monitoring van HIV in Nederland Elk jaar rond 1 december, Wereld AIDS dag, publiceert de

Nadere informatie

NHG-Standaard Virushepatitis en andere leveraandoeningen

NHG-Standaard Virushepatitis en andere leveraandoeningen NHG-Standaard Virushepatitis en andere leveraandoeningen Martijn Sijbom Huisarts Wetenschappelijk medewerker NHG Afdeling Richtlijnontwikkeling en Wetenschap Disclosure belangen spreker: (Potentiële) Belangenverstrengeling:

Nadere informatie

Kinkhoest is gevaarlijk voor zuigelingen en jonge kinderen

Kinkhoest is gevaarlijk voor zuigelingen en jonge kinderen Samenvatting Kinkhoest is gevaarlijk voor zuigelingen en jonge kinderen Kinkhoest is een gevaarlijke ziekte voor zuigelingen en jonge kinderen. Hoe jonger het kind is, des te vaker zich restverschijnselen

Nadere informatie

INFECTIERISICO VERMINDEREN

INFECTIERISICO VERMINDEREN INFECTIERISICO VERMINDEREN In deze folder leest u welke maatregelen het UCCZ Dekkerswald treft om de kans op een infectie voor u zo klein mogelijk te maken. Wat is een infectie? Infecties w orden veroorzaakt

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

GVT-team. Gespecialiseerde Verpleging

GVT-team. Gespecialiseerde Verpleging GVT-team Gespecialiseerde Verpleging Gespecialiseerde Verpleging: liever thuis dan in het ziekenhuis Infuus inbrengen, pijnbestrijding De Gespecialiseerde Verpleging Thuiszorgtechnologie van Cordaan- Thuiszorg

Nadere informatie

Preventie infecties voor en door medewerkers. informatie voor medewerkers

Preventie infecties voor en door medewerkers. informatie voor medewerkers Preventie infecties voor en door medewerkers informatie voor medewerkers Preventie infecties voor en door medewerkers Werken in een ziekenhuis is als werken in een kleine samenleving op zich. Een samenleving

Nadere informatie

Ziekenhuizen. Microbiologische veiligheid onderhoud aan medische- en laboratoriumapparatuur

Ziekenhuizen. Microbiologische veiligheid onderhoud aan medische- en laboratoriumapparatuur Ziekenhuizen Microbiologische veiligheid onderhoud aan medische- en laboratoriumapparatuur Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: maart 2004 Wijziging: december 2010 Revisie: maart 2009 Aan de samenstelling

Nadere informatie

MRSA. Maatregelen tegen verspreiding. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

MRSA. Maatregelen tegen verspreiding. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op MRSA Maatregelen tegen verspreiding Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U heeft van uw arts gehoord dat u drager bent van de MRSA. De afkorting MRSA staat voor Meticilline

Nadere informatie

Managementrapportage PrikPunt voor de Associatie van Nederlandse Tandartsen

Managementrapportage PrikPunt voor de Associatie van Nederlandse Tandartsen Managementrapportage PrikPunt voor de Associatie van Nederlandse Tandartsen Maart tot en met december 2011 1 Inleiding Met ingang van 1 maart 2011 is de Associatie van Nederlandse Tandartsen (hierna: ANT)

Nadere informatie

Het voorkomen van verspreiding van micro-organismen. donderdag 12 november 2015

Het voorkomen van verspreiding van micro-organismen. donderdag 12 november 2015 Het voorkomen van verspreiding van micro-organismen Leervragen Hoe vindt besmetting plaats en wat zijn de risico s? Hoe kan een besmettingscyclus doorbroken worden? Persoonlijke hygiëne Handhygiëne Persoonlijke

Nadere informatie

Bevorderen van Hepatitis B screening in de Turkse gemeenschap in Rotterdam Ytje van der Veen Presentatie: Dr. Jan Hendrik Richardus

Bevorderen van Hepatitis B screening in de Turkse gemeenschap in Rotterdam Ytje van der Veen Presentatie: Dr. Jan Hendrik Richardus Bevorderen van Hepatitis B screening in de Turkse gemeenschap in Rotterdam 2007 2011 Ytje van der Veen Presentatie: Dr. Jan Hendrik Richardus - Hepatitis B (HBV) bij Turkse Nederlanders - Vooronderzoek

Nadere informatie

Notitie consultatiebijeenkomst 20 april 2011 honorarium medische specialisten DOT 2012

Notitie consultatiebijeenkomst 20 april 2011 honorarium medische specialisten DOT 2012 Notitie consultatiebijeenkomst 20 april 2011 honorarium medische specialisten DOT 2012 Achtergrond DHD enquête 1. Inleiding Tijdens de klankbordgroepbijeenkomst van 14 maart 2011 is de NZa verzocht om

Nadere informatie

Infectiepreventie. De jaarlijkse griepprik

Infectiepreventie. De jaarlijkse griepprik Infectiepreventie De jaarlijkse griepprik 1 De jaarlijkse griepprik Deze folder informeert u over de vaccinatie tegen de seizoensgriep. U krijgt deze folder omdat u, net als uw collega s, ook dit jaar

Nadere informatie

Standpunt KNMG inzake vaccinatie van artsen tegen hepatitis B

Standpunt KNMG inzake vaccinatie van artsen tegen hepatitis B IX.04 Standpunt KNMG inzake vaccinatie van artsen tegen hepatitis B 1 Inleiding: aanleiding Enige tijd geleden is bekend geworden dat een chirurg enkele tientallen patiënten heeft besmet met hepatitis

Nadere informatie

Handleiding Veiligheidsrondes

Handleiding Veiligheidsrondes Utrecht, maart 2006 Handleiding Veiligheidsrondes Project Veiligheidsmanagement Bouwen aan Veiligheid in de Zorg Auteurs: drs. I. van der Veeken, drs B. Heemskerk, E. Nap Inleiding Niet alleen de Raad

Nadere informatie

De implementatie van het standaardverpleegplan preventie en behandeling van decubitus 2 jaar later-

De implementatie van het standaardverpleegplan preventie en behandeling van decubitus 2 jaar later- De implementatie van het standaardverpleegplan preventie en behandeling van decubitus 2 jaar later- Auteur: Drs. M. Hanraets Vertaald/bijgewerkt: Nieuwsbrief: 1993 Pagina: 27-29 Jaargang: 9 Nummer: 4 Toestemming:

Nadere informatie

Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf

Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf De gegevens in deze factsheet mogen met bronvermelding (E.E.M. Maurits, A.J.E. de Veer & A.L. Francke. Zorgverleners werken liever met interne dan met personeel van buitenaf. Utrecht: NIVEL, 2013) worden

Nadere informatie

Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen

Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen Samenvatting Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen In Nederland bestaat al decennia een succesvol programma voor bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Daarmee

Nadere informatie

Surveillance protocol Accidenteel Bloedcontact in de Belgische Ziekenhuizen

Surveillance protocol Accidenteel Bloedcontact in de Belgische Ziekenhuizen Surveillance protocol Accidenteel Bloedcontact in de Belgische Ziekenhuizen Jacques Joossens * Preventieadviseur UZ Leuven Werkgroep Verzorgingsinstellingen PreBes Korte historiek Nov. 2002: samenstelling

Nadere informatie