Vooraf Inleiding De bedrijfstak Drijvende krachten Horeca arbeidsmarkt Naar een gastvrije horeca 47

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vooraf 3. 1. Inleiding 5. 2. De bedrijfstak 9. 3. Drijvende krachten 23. 4. Horeca arbeidsmarkt 35. 5. Naar een gastvrije horeca 47"

Transcriptie

1

2

3 Inhoud Vooraf 3 1. Inleiding Vier uitdagingen Gastvrijheid 6 2. De bedrijfstak De stemming Prognoses Werkgelegenheid Onderwijs Drijvende krachten Demografie Economie Samenleving Technologie Ecologie Politiek Horeca arbeidsmarkt Inleiding Vraag en aanbod Opleiding, training en vakmanschap Werken aan werk Slimmer werken Naar een gastvrije horeca 47 Bronnen bij de arbeidsmarktanalyse 51 Colofon Dit is een uitgave van het ISBN Overname van informatie uit deze publicatie is toegestaan, mits met bronvermelding. Het stelt zich niet aansprakelijk voor de juistheid van de aangeboden informatie. In geen geval is het aansprakelijk voor enige directe of indirecte schade als gevolg van of in verband met de aangeboden informatie uit deze publicatie. Zoetermeer, juli 2012

4

5 Hoofdstuk: Vooraf Vooraf Wat in 2003 begon als powerpoint presentatie over ontwikkelingen op het gebied van de werkgelegenheid in de horeca, heeft zich in 10 jaar tijd ontwikkeld van facts en figures publicatie naar een visiedocument dat moet bijdragen aan richting en focus op het terrein van het arbeidsmarktbeleid in de horeca. Net als vorige jaren wordt in deze arbeidsmarktanalyse een overzicht gegeven van ontwikkelingen in omvang en structuur van de werkgelegenheid in de horeca. Daarnaast wordt er, uitgebreider dan voorheen, stilgestaan bij de drijvende krachten die de horeca in haar volle breedte zullen gaan raken, waarna tenslotte de link wordt gelegd met de vier beleidthema s die in 2011 als speerpunt zijn aangewezen door de bedrijfstak. Business as usual? Nee, dat ook weer niet. Bij de zoektocht naar data en informatie en het bestuderen van artikelen en analyses begon het inzicht te ontstaan dat er iets over het hoofd werd gezien, iets van een rode draad. In de periode vanaf eind februari toen de door de gezamenlijk de bedrijfstak geproduceerde serie Knallen in de horeca wekelijks op de buis verscheen, viel het kwartje. Arbeidsmarktbeleid staat niet op zich, dat was wel duidelijk, maar wat is dan precies de verbindende factor. Het tv-programma maakte dat meer dan duidelijk: Gastvrijheid, wie weet nog wat dat is? René Rijnders () Xander Lub (Saxion Hogeschool Deventer) 3

6 Hoofdstuk: Vooraf 4

7 Hoofdstuk: Inleiding 1. Inleiding Horeca is mensenwerk en één van de belangrijkste ingrediënten van gastvrijheid is het menselijke contact. Dit betekent dat de bedrijfstak om te blijven draaien, afhankelijk is van voldoende personeel en het juiste personeel. Hoe houden we de horeca bemenst, dat is dan ook de centrale vraag waar de horeca zich voor gesteld ziet. Deze boodschap is niet nieuw, ook in eerdere versies van deze arbeidsmarktanalyse is deze vraag al als uitgangspunt genomen. Weliswaar zitten we op dit moment economisch gezien in een dip en is nu nog geenszins aan te geven wanneer de crisis voorbij is. De arbeidsmarkt is relatief ruim, de werkloosheid stijgt en van krapte op de arbeidsmarkt is op dit moment geen sprake. Maar zodra de andere kant van het economische dal bereikt is, zal Nederland snel met een nieuwe en vooral structureel krappere arbeidsmarkt geconfronteerd worden. Dit maakt de centrale vraag over het bemenst houden van de horeca nog steeds relevant Vier uitdagingen In de vorige edities van deze arbeidsmarktanalyse zijn aanzetten gegeven om te komen tot speerpunten voor een integraal arbeidsmarktbeleid in de horeca. Om tot deze speerpunten te komen, is een vijftal basisvragen neergelegd. Deze basisvragen hebben als input gediend voor de inspiratiedag Arbeidsmarkt horeca die in september 2011 in Amsterdam heeft plaatsgevonden. Tijdens deze dag is onder andere gekeken naar concrete activiteiten in andere bedrijfstakken. Lisa Schregardus heeft een presentatie gegeven over de It s alive campagne van het productschap Tuinbouw en Frank Radstake heeft een inkijk verschaft hoe de ANVR (campagne Wereldbaan) hun arbeidsmarktbeleid hebben opgezet. Daarnaast is stil gestaan bij de thema s ouderen (Matthijs Bal) en kosten van personeelsverloop (Xander Lub). In vervolg op dit inspiratie-deel is vervolgens bij wijze van aspiratie-deel onder leiding van Hans van Breukelen gewerkt aan het vaststellen van het gemeenschappelijke doel van het arbeidsmarktbeleid. Na uitgebreide discussie is de bedrijfstak uiteindelijk uitgekomen op: Voldoende vakbekwame en leuke mensen in gezonde en professionele bedrijven waar ze met plezier werken 5

8 Hoofdstuk: Inleiding Deze doelstelling komt vervolgens terug in de vier aandachtsgebieden die zijn bepaald en die leidende zijn bij het arbeidsmarktbeleid in de horeca: Vraag en aanbod, Opleiding, training en vakmanschap, arbeidsproductiviteit en werken aan werk. Deze vier aandachtsgebieden zullen in het vierde hoofdstuk verder worden uitgediept. Daarvoor wordt echter stil gestaan bij de ontwikkelingen in de horeca en de drijvende krachten waarmee de horeca de komende tijd geconfronteerd zal worden Gastvrijheid Als we het product horeca ontleden, dan bestaat dit product deels uit een tastbare component en deels uit een ontastbare component. Het tastbare deel bestaat uit de fysieke producten die geleverd worden, het hoofdgerecht, het biertje, het bed of de kroket. Bij het ontastbare deel wordt het allemaal duidelijk diffuser, het gaat daarbij om sfeer, ambiance en (dus) gastvrijheid. En het ontastbare deel is nu juist waar de consument meerwaarde zoekt en waarom de consument nu juist in de horeca komt. Immers, de meeste grondstoffen in de horeca zijn tegenwoordig ook in de supermarkt of de delicatessenzaak verkrijgbaar. Dit geeft wel aan dat het ontastbare aspect van de horeca, de gastvrijheid en het vakmanschap, een grotere rol speelt dan het fysieke product alleen. De handel is de motor van onze economie en heeft onze cultuur en mentaliteit gevormd en gekneed. Dat geeft de Hollandse dienstverlening haar eigen kleur. Dienstbaarheid is een begrip dat daarin niet past, Hollandse dienstverlening is op haar best zakelijk en effectief, zelden meelevend en nooit dienstbaar. Dienstbaarheid en medeleven worden ervaren als overdreven, klef zelfs, en druisen in tegen de idee van het eigen meester zijn en niemands knecht. Een Belgische waard is geïnteresseerd in het welbevinden van zijn clientèle, een Hollandse waard daarentegen is overtuigd van zijn eigen kundigheid en is bovenal geïnteresseerd in het financiële resultaat van zijn nering. W.S.P Fortuyn, Mijn collega komt zo bij u (1997) Maar wat is dan nu die gastvrijheid? Een zoektocht naar woorden om de term gastvrijheid te omschrijven, leidt al snel tot de conclusie dat de geleerden er nog niet in geslaagd zijn om een algemeen aanvaarde definitie op te stellen. Wat wel opvalt in al die pogingen is dat het vooral ook om gedrag gaat en dus om mensen: wat moet men doen om gastvrij te zijn of zich gastvrij te gedragen. Knallen in de horeca Gastvrijheid is dus een zaak van mensen onderling en, om aansluiting te zoeken bij de vorige alinea, het zijn daarmee de werknemers in de horeca die bepalend zijn voor de kwaliteit van het horecaproduct in brede zin. In een tijd waarin de Allerhandes van deze wereld en de vloed aan kookprogramma s op tv de gemiddelde Nederlander, samen met de conveniënce uit de supermarkt, in staat stellen zich topkok te voelen, dreigt deze ontastbare kant van de horeca onderbelicht te blijven. Met het tv programma Knallen in de horeca, is geprobeerd tegengeluid te laten horen en vooral zien. In dit programma, waarin de vakmatige kant van de zwarte brigade in de horeca werd benadrukt, werden medewerkers aan de hand van Mijnheer Reimers ingeleid in het gastvrijheidvak. Twee punten vielen op in de serie. Aan de ene kant stond bij het trainen van het personeel naast het vakinhoudelijke deel vooral de persoonlijke kant op de kaart. Hoe kun je als werknemer je rol als gastheer of gastvrouw in relatie met de gast opeisen en uitvoeren? 6

9 Hoofdstuk: Inleiding Aan de andere kant rees de vraag hoe het bij deze bedrijven zover heeft kunnen komen. En ook op dit punt leverde het programma interessante inzichten: kennelijk is dat het gevoel voor gastvrijheid ook bij een deel van de ondernemers grotendeels verdwenen en dat is natuurlijk geen goede zaak. Kortom, gastvrijheid in een horecabedrijf is een afspiegeling van de visie op, kennis van en aandacht voor gastvrijheid van de bedrijfsleiding en hun bereidheid daarin te investeren. Oog voor gastvrijheid en het investeren in personeel is dan ook een belangrijke eerste stap om de horeca weer als vak op de kaart te zetten. 7

10 Hoofdstuk: Inleiding 8

11 Hoofdstuk: De bedrijfstak 2. De bedrijfstak 2.1. De stemming Vanaf medio 2007 is de economie in een duidelijk ander vaarwater terecht gekomen dan in de periode daarvoor. Na de hypothekencrisis, de bankencrisis en nu de Eurocrisis is de stemming in de samenleving sterk veranderd. Het is een periode geweest waarin optimisme en pessimisme elkaar steeds sneller opvolgden. De ontwikkeling van het Bruto Binnenlandsproduct laat een vergelijkbaar verloop zien over deze jaren. Na een sterke daling in 2009 volgden twee jaren van beperkte groei. Het CPB verwacht echter voor het huidige jaar weer daling van ongeveer ½ %. Voor de horeca, die voor een belangrijk deel afhankelijk is van de binnenlandse markt, vormt de ontwikkeling van de consumptieve bestedingen een belangrijke indicator. Niet verrassend is dat ook het beeld hier niet onverdeeld positief is. Na een periode van groeiende bestedingen slaat dit in het vierde kwartaal van 2008 om in een krimp. Vanaf het tweede kwartaal van 2010 volgt er weer een korte periode van groei om vervolgens vanaf het eerste kwartaal van 2011 weer om te slaan in krimp. Figuur: Ontwikkeling consumptieve bestedingen huishoudens (% ten opzicht van het vorige jaar) consumentenbestedingen: Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar Bron: CBS Horeca bestedingen zijn vooral als luxe bestedingen te karakteriseren. Met andere woorden, bestedingen waarop het eerst wordt bezuinigd door de Nederlandse huishoudens. Dat de bestedingsontwikkelingen een tamelijk directe doorwerking hebben voor de horeca is dan ook niet verrassend. De omzet in de bedrijfstak laat 9

12 Hoofdstuk: De bedrijfstak sinds 2007 een duidelijk dalende lijn zien. De drankensector is daarbij de sterkste daler, daar lag de omzet in 2010 zo n 10% onder het niveau van Positieve uitzondering is de fastservicesector, waar in 2010 bijna 2% meer is omgezet dan in Hier lijkt sprake te zijn van een soort substitutie-effect. De gemiddelde Nederlander wil kennelijk nog geen afstand doen van het gemak dat de bedrijfstak biedt, maar maakt daarin wel andere keuzes: In plaats voor een duurder restaurant kiest men voor een minder dure optie en in plaats van te kiezen voor een goedkoper restaurant wijkt men uit naar de fastservicesector. Figuur: omzetontwikkeling in de horeca (* 1.000) Horeca omzet Bron: Bedrijfschap Horeca en Catering Naast dalende omzetten zijn de horecabedrijven ook geconfronteerd met stijgende kosten. De HEKPI (Horeca Externe Kostprijsindicator) zat gedurende de gehele periode in de plus. Minder inkomsten en meer uitgaven, dat betekent dat er onder de streep steeds minder over blijft voor de ondernemers. Het bedrijfsresultaat in de horeca is dan ook gedaald van gemiddeld 11.3% in 2001 tot iets minder dan 9% in Figuur: Ontwikkeling bedrijfsresultaat in de horeca (in % van de omzet) Bron: Bedrijfschap Horeca en Catering bedrijfsresultaat (vóór aftrek inkomen) (% omzet) Ondanks deze minder positieve signalen, is de bedrijvigheid in de horeca nog wel gegroeid. Het aantal bedrijven is in de periode 2007 tot en met 2011 met ruim 600 toegenomen. Dit beeld geldt echter niet sectorbreed. Het aantal bedrijven in de drankensector daalt gedurende de gehele periode. Opvallend is de sterke groei van het aantal partycateringbedrijven. Als deze groei nader wordt geanalyseerd, dan valt op dat naast de bedrijven die traditioneel tot deze sector behoren er de laatste jaren een sterke groei is ontstaan van kleinschalige partycatering activiteiten. Het gaat hierbij vaak om eenmanszaken waarin onderne- 10

13 Hoofdstuk: De bedrijfstak mers vaak ook naast een andere baan door middel van het aanbieden van cateringactiviteiten extra inkomen willen verwerven. Als we deze laatste sector buiten beschouwing laten en alleen naar de vier traditionele horecasectoren kijken, dan ontstaat er meteen een ander beeld van de bedrijvigheid in de horeca. De eerder gesignaleerde stijging slaat dan om in een daling waarbij het aantal horecabedrijven in de periode met bijna 360 is afgenomen. Tabel: Horecabedrijven naar sector (peildatum 1 juli) Drankensector Fastservicesector Restaurantsector Hotelsector Partycatering Totaal horeca Bron:. De hierboven gepresenteerde cijfers zijn totalen en gemiddelden. Dit betekent dat als er dieper gekeken wordt er een genuanceerder beeld ontstaat. Bij het aantal bedrijven bijvoorbeeld dan blijkt dat de ontwikkeling voor wat betreft de vier traditionele sectoren varieert van -9% in Oost-Groningen en ongeveer -5% in West- Noord-Brabant en Zuid-Limburg tot plus 3% in Utrecht en 4% in Flevoland. Hetzelfde geldt voor omzet en rendement. Uit gesprekken met ondernemers komt naar voren dat hier de verschillen ook erg groot zijn. Enerzijds zijn er de ondernemers die ondanks de crisis een continue omzetgroei laten zien. Maar vaak wordt toch wat zuinigjes gekeken en blijkt de omzet over 2011 ongeveer of bijna zoals het jaar daarvoor. Ook de negatieve uitschieters ontbreken hier niet, waarbij zelfs omzetdalingen van dubbele cijfers gemeld worden Prognoses Het EIM heeft de voorlopige prognoses van het CPB van 22 maart 2012 doorgerekend op haar consequenties voor de horeca. De uitkomsten hiervan zijn hieronder opgenomen. De geschetste ontwikkelingen zijn echter uiterst onzeker. De ontwikkelingen/ramingen zijn gebaseerd op een ongewijzigd overheidsbeleid. Door een opgelopen overheidstekort is ingrijpen van de overheid met financiële consequenties op korte termijn onontkoombaar. De maatregelen en daaruit volgende consequenties zijn in dit overzicht niet meegenomen. In 2011 is het omzetvolume van de horeca (kern) nog met 2,25% toegenomen, vooral dankzij een sterk ee r- ste half jaar. Het omzetvolume in de horeca (kern) zal in 2012 echter weer afnemen als gevolg van de o n- gunstige economische ontwikkeling. Door een sterk gedaald consumentenvertrouwen, afnemende koopkracht en een verslechtering van de Nederlandse economie, zal de omzet (volume) in 2012 afnemen met 1,25%. Het Nederlandse bedrijfsleven is nog zeer kritisch geweest ten aanzien van de zakelijke uitgaven. Na een lichte opleving in 2011, zullen de uitgaven, met een krimpende economie, in 2012 flink onder druk staan. Vooral de hotel- en restaurantsector zullen dan ook de negatieve gevolgen ondervinden van de ongunstige economische ontwikkeling. De geschatte daling van 1,25% van het omzetvolume is relatief beperkt. Dit hangt samen met het lage niveau van horecabestedingen. Ook speelt een rol dat consumenten en zakelijke besteders al enige jaren terugho u- dend zijn in hun horecabestedingen. Dit beperkt de kans op een forse omzetdaling in Het risico op een 11

14 Hoofdstuk: De bedrijfstak forsere omzetdaling is echter wel aanwezig. Op horecabestedingen is door consumenten en bedrijven relatief eenvoudig te bezuinigen. In omstandigheden van grote economische onzekerheid, kan dit consumenten en bedrijven aanzetten tot (verder) bezuinigen op horecabestedingen. In 2013 zal het omzetvolume, met 0,5%, weer voorzichtig toenemen. Vooral zakelijke bestedingen dragen bij aan de groei. De consumentenbestedingen zullen echter nog onder druk blijven staan. Ook in de periode zal de groei zeer beperkt zijn als gevolg van een beperkte groei van de consumentenbestedingen en een gematigde economische groei. De omzet (volume) zal dan gemiddeld jaarlijks met 0,25% toenemen. Voor 2012 en 2013 wordt uitgegaan van een prijsontwikkeling in de horeca (kern) van respectievelijk 2,25 en 2,5%. Prijsherstel in de hotelsector en sterke stijging van de inkoopprijs van voedsel en energie spelen een belangrijke rol bij deze prijsstijgingen. Anderzijds heeft de zwakke vraag naar horecadiensten een concurrentieverhogend en daarmee dempend effect op de prijsontwikkeling. In de jaren wordt eveneens uitgegaan van een prijsontwikkeling van 2,5% per jaar. In combinatie met bovengenoemde ontwikkeling van het omzetvolume, betekent dit dat de waardeontwikkeling van de omzet in 2012 en 2013 uitkomt op respectievelijk 1 en 3,25%. In de periode komt de gemiddelde waardegroei van de omzet uit op 2,75% per jaar. Onderscheiden naar subsectoren in de horeca (kern), zien de ontwikkelingen er als volgt uit: Hotels/pensions Ongeveer de helft van de accommodatieaanbieders is voornamelijk gericht op de zakelijke markt. Deze b e- drijven hebben de gevolgen van de economische recessie in alle hevigheid ondervonden. Ook ondervond de hotelsector de gevolgen van een terughoudende opstelling van consumenten. Om de bezettingsgraad toch op niveau te houden is sinds 2009 het prijsinstrument actief ingezet. Met de economische opleving in de eerste helft van 2011 is vooral de zakelijke markt weer aangetrokken. In de tweede helft van vorig jaar is de groei flink teruggevallen. In 2012 zal als gevolg van de economische recessie het omzetvolume met 1,75% afn e- men. Met een voorzichtig economisch herstel in 2013, zullen met name de zakelijke uitgaven weer toenemen. De omzet(volume) van de hotelsector zal dan weer toenemen met 2%. Voor de periode wordt voor de hotels/pensions een gemiddelde omzet(volume)stijging van 1,5% per jaar voorzien. Restaurants Het restaurantbezoek vertoonde met name in de eerste helft van 2011 een sterke toename. De negatieve gevolgen van de recessie op de zakelijke bestedingen zijn in dit horecasegment sterk gevoeld. Door de o n- zekere economische situatie en een terughoudende consument is deze groei in de tweede helft van vorig jaar niet doorgezet. Evenals de hotelsector, wordt ook deze sector getroffen door de economische crisis. Zowel door meer terughoudendheid bij de zakelijke markt als ook lagere bestedingen door de consument, wordt voor 2012 uitgegaan van een omzetvolumedaling van 1,5%. In 2013 zal het omzetvolume weer licht toen e- men met 0,75%. In de volgende jaren, , zal de omzet(volume) met gemiddeld 0,5% per jaar toenemen. Cafetaria s/fastservice De traditionele snackbar komt steeds meer onder druk te staan en ondervindt in toenemende mate concurrentie van supermarkten. Daartegenover ontwikkelen lunchrooms zich positief. Met een gezondheidsconcept weten deze aanbieders de aandacht van de consumenten te trekken. Ook ijssalons mogen zich in een goede belangstelling van de consument verheugen. Toch let de consument ook in deze sector op haar uitgaven. Per saldo ontwikkelde deze sector zich binnen de horeca het meest gunstig. In 2011 nam de omzet(volume) met 4,5% toe. In 2012 zal het omzetvolume met 0,5% bescheiden toenemen. In 2013 zullen de bestedingen (v o- lume) met 1,25% groeien. In de volgende jaren zullen de bestedingen in dit segment blijven toenemen met gemiddeld 0,75% per jaar. Cafés De cafés hebben te maken met een jarenlange daling van het cafébezoek. De invoering van het rookverbod heeft de daling versterkt. Dit heeft geleid tot een versterkte afname van het aantal cafés. In het aanbod is een verschuiving te constateren van sterke(re) dranken naar meer koffie/thee-afzet. De omzet (volume) is in 2011 afgenomen met 1%. Dankzij grotere koffie/thee-afname is de daling redelijk beperkt gebleven. In 2012 zal de omzet (volume) dankzij een trendmatige daling van het cafébezoek verder afnemen met 2,25%. Voor 2013, en volgende jaren ( ) zal de omzet (volume) met gemiddeld 2% per jaar afnemen. De prijsstijging bij de cafés zijn boven het gemiddelde in de horecasector. Kosten- en winstontwikkelingen in 2012 en 2013 Door de omzetdaling (met uitzondering van de fastservicesector) zal de winst bij alle segmenten in de horeca in 2012 onder druk staan. De stijging van inkoopprijzen van voedsel en energie werken kostenverhogend. De arbeidskosten nemen relatief beperkt toe, maar de vraag blijft achter. Voor 2012 blijf t voor de horecasector (kern) de winst onveranderd ten opzichte van Voor 2013 wordt een bescheiden winstontwikkeling van 6,25% voorzien. Een goede kostenbeheersing is de belangrijkste achtergrond bij de verwachte stijging van de winst. Bron: EIM 12

15 Hoofdstuk: De bedrijfstak 2.3. Werkgelegenheid De koerswijziging van het bedrijfschap die halverwege het vorig decennium heeft plaats gevonden in de richting van het Kenniscentrum, heeft ook tot een andere visie op dataverzameling geleid. Niet altijd zelf het wiel uitvinden, maar daar waar mogelijk aansluiting zoeken bij bestaande bronnen. Voor de werkgelegenheidscijfers betekende dit dat de afgelopen periode gebruik is gemaakt van werkgelegenheidsinformatie afkomstig uit het vestigingenregister van LISA. Medio 2011 kwam het Sociaal Statistisch Bestand (SSB) van het CBS beschikbaar. Dit bestand bevat een groot aantal gegevens, onder andere over werk en beloning, van alle individuele Nederlanders. Door een koppeling tot stand te brengen tussen het bedrijvenregister van het bedrijfschap en dit SSB, kon op bedrijfsniveau inzicht gekregen worden in de werkgelegenheid. Bij het veranderen van bron wordt echter telkens weer duidelijk dat iedere bron zijn eigen werkwijze definities en afbakeningen hanteert. En dit leidt dus tot soms aanmerkelijke verschillen in zowel niveau als ontwikkeling. In onderstaande tabel wordt dit nader geïllustreerd. Tabel: Werkgelegenheid in de horeca volgens een aantal bronnen ( ) opmerking Sociaal statistisch bestand Aantal werknemers Aantal bedrijven Werknemers per bedrijf 8,3 8,4 8,4 8,4 Gebaseerd op de koppeling van het SSB aan het register van het bedrijfschap. Geeft dus de werkgelegenheid bij de bij het bedrijfschap ingeschreven ondernemingen Pensioenfonds Horeca en Catering Aantal actieve deelnemers Catering en verblijfsrecreatie vallen hier niet onder. Ook samengestelde bedrijven zijn vaak Aantal aangesloten bedrijven niet bij PHC aangesloten. Actieve deelnemers per bedrijf 7,2 6,9 6,2 6,6 Lisa Vestigingenregister Aantal werkzame personen Gaat hier om alle werkenden inclusief uitzendkrachten, zzp-ers etc. Bij de vestigingen wordt Aantal horecavestigingen ook alle niet inschrijfplichtige horeca meegenomen (afhaal en Werkenden per vestiging 7,1 7,3 7,2 7,1 ambulant) CBS Statline Banen van werknemers nb Gaat hier om horecabedrijven cf de SBI indeling en mist daardoor de horeca in zgn. samengestelde bedrijven en bijvoorbeeld de Aantal bedrijven Werknemers per bedrijf 8,9 8,7 8,0 nb horeca bij sportinstellingen. Wat niveau betreft varieert het aantal in 2010 tussen ruim werknemers volgens SSB en ongeveer deelnemers in het Pensioenfonds. Dat het pensioenfonds voor wat betreft de deelnemersaantallen op deze blijft steken, vloeit voort uit de manier waarop de afbakeningen van pensioenfondsen is geregeld. Bedrijven worden ingedeeld en de werknemers volgen doorgaans die indeling. Dit betekent bijvoorbeeld dat de werknemers die in horeca afdelingen van bedrijven in de recreatiesector werkzaam zijn, in het pensioenfonds voor de Recreatie zijn opgenomen. Ook voor andere vormen van samengestelde bedrijven geldt globaal gesteld dat deze zijn ingedeeld in het pensioenfonds van de sector waar het bedrijf in hoofdzaak actief is. Werk- 13

16 Hoofdstuk: De bedrijfstak nemers die werkzaam zijn in de horecavestigingen van bijvoorbeeld grootwinkelbedrijven, tuincentra, tennis en sportaccommodaties ed. worden niet opgenomen in het pensioenfonds voor het horecabedrijf. Voor LISA geldt dat ze niet alleen de werknemers in hun tellingen meenemen, maar ook de meewerkende ondernemers en hun partners en gezinsleden en ook de uitzendkrachten en zzp-ers. Daarnaast is de definitie van horeca ruimer dan die het bedrijfschap (SSB) hanteert en daardoor is het aantal horecavestigingen duidelijk hoger dan bij het bedrijfschap. Het CBS definieert horeca op basis van hoofdactiviteit volgens de SBI indeling. Alle horeca in samengestelde bedrijven blijft hierbij buiten beeld. Dit verklaart het relatief lage aantal bedrijven (overigens inclusief de campings en bungalowverhuurbedrijven). Niet alleen zijn de niveauverschillen fors, ook de ontwikkeling die de vier bronnen laten zien, is niet eenduidig. Bij het SSB en ook het pensioenfonds zit het aantal werknemers respectievelijk actieve deelnemers duidelijk in de lift in de periode , terwijl het CBS en ook LISA (vanaf 2008) juist een daling laten zien. De conclusie die hier uit te trekken is, is dat het bepalen van de werkgelegenheid in de horeca geen eenduidige zaak is. Om deze arbeidsmarktanalyse toch enige cijfermatige onderbouwing mee te geven, is hieronder gebruik gemaakt van de cijfers die op basis van het SSB 1 zijn berekend (dit ondanks op zijn minst de schijn van overschatting van de werkgelegenheid en de niet verwachte groei). Enerzijds omdat deze cijfers op consistente manier verzameld zijn en je dus mag veronderstellen dat de veranderingen in de samenstelling van de werkgelegenheid die uit de cijfers blijken, ook in de dagelijkse praktijk aan de orde zijn. Anderzijds vanwege de diepgang en breedte van de informatie die in het SBB beschikbaar is. Deze cijfers zijn ook op Feiten en Cijfers beschikbaar. Tabel: Aantal werknemers in de horeca naar sector, (peildatum 1 april) Drankensector Fastservicesector Restaurantsector Hotelsector Totaal Bron: SSB; bewerking ABF Research; De groei in werkgelegenheid in de horeca is enigszins in lijn met de ontwikkeling van aantal bedrijven in Nederland: Groei vooral in de fastservicesector en restaurantsector en een afname, zij het licht, in de drankensector en bij de hotels. Landelijk bezien is de werkgelegenheid met bijna 3% gegroeid in de periode Dat de werkgelegenheidsontwikkeling van provincie tot provincie verschilt, laat onderstaande tabel zien. Naast het aantal werknemers volgens SSB in 2010 en de ontwikkeling , wordt ook aangegeven hoe sterk de werkgelegenheidsontwikkeling in de betreffende provincie afwijkt van de landelijke ontwikkeling. De 3,3 bij de provincie Groningen geeft bijvoorbeeld aan dat de werkgelegenheid in de periode ongeveer 3,3 procentpunten sterker is gegroeid dan landelijk. 1 Het SSB is in aangepast. Medio 2012 worden de gewijzigde cijfers verwacht. 14

17 Hoofdstuk: De bedrijfstak Tabel: Aantal werknemers op 1 april in de horeca naar provincie 2010 en de ontwikkeling (uitgedrukt in procentpunten afwijking van de landelijke ontwikkeling) afwijking tov landelijk Groningen ,2 3,3 Friesland ,8-6,7 Drenthe ,4 0,5 Overijssel ,8 3,9 Flevoland ,0 9,1 Gelderland ,3 0,4 Utrecht ,3-0,6 Noord-Holland ,8-0,2 Zuid-Holland ,8 1,9 Zeeland ,8-0,1 Noord-Brabant ,5-0,4 Limburg ,2-6,1 Nederland ,9 Bron: SSB; bewerking ABF Research. Structuur In tijden van economische onzekerheden zou je een verandering in samenstelling van de omvang van de arbeidscontracten verwachten. De onzekerheid over de vraag leidt doorgaans tot het vergroten van de flexibele schil en daarmee ook een duidelijke toename van het aantal kleine contracten. De cijfers over de periode laten zijn dat deze ontwikkeling zich in de horeca niet heeft voorgedaan. Tabel: Grootte van het contract in procenten van fulltime (peildatum 1 april ) ,9% 21,1 20,7 20,7 20, ,9% 26,3 26,2 26,2 26, ,9% 14,7 14,6 14,7 14, ,9% 9,7 9,7 9,9 9, % 28,2 28,7 28,6 28,5 Bron: SSB, bewerking ABF De verdeling naar omvang van de contracten, is over de periode nagenoeg niet veranderd. Daartegenover staat echter wel dat het aandeel kleine contracten in de horeca hoog is. Bijna de helft van de werknemers werkt minder dan 40% van een volle werkweek en slechts iets meer dan een kwart heeft een aanstelling van 80% tot 100%. Tabel: Grootte van het contract in procenten van fulltime (peildatum 1 april 2010) dranken fastservice restaurant hotel 0-19,9% 22,9 20,7 24,3 11, ,9% 26,3 33,5 25,9 18, ,9% 15,5 16,6 12,7 14, ,9% 10,5 10,0 8,0 11, % 24,7 19,2 29,1 43,9 Bron: SSB, bewerking ABF 15

18 Hoofdstuk: De bedrijfstak In de fastservicesector is het aandeel kleine banen groter dan in de totale horeca. Bijna 55% van de werknemers die in deze werkzaam is, heeft een contract van minder dan 40% en slechts één op de vijf heeft een aanstelling voor 80% en meer. In de hotelsector is het beeld omgekeerd. Hier is het aantal grote banen aanzienlijk hoger en het aantal kleine banen duidelijk lager dan in de totale horeca. Bijna 45% van de werknemers werkt 80% of meer van een volledige werkweek en het aandeel werknemers dat een aanstelling heeft voor minder dan 40% ligt bij de hotels net boven de 30%. Gemiddeld werkt een horeca werknemer 23,1 uur per week (bron Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2010, TNO (NEA)). De horeca scoort hiermee samen met de sector handel, met 27,7 uur per week, het laagst van alle sectoren. Het gemiddeld aantal gewerkte uren per week over alle sectoren bedraagt 30,6 uur per week. Koplopers zijn de industrie met gemiddeld 35 uur per week en het openbaar bestuur met gemiddeld 34,3 uur per week. De vrouwen zijn in de horeca in de meerderheid. Dit is een bekend gegeven en de verhouding tussen mannen en vrouwen is in de loop der jaren nauwelijks veranderd. De horeca is niet de enige sector die gedomineerd wordt door vrouwen. Ook in het onderwijs (62,3%), gezondheids- en welzijnszorg (82,9%) en de culturele en overige dienstverlening (53,3%) werken meer vrouwen dan mannen. In de sector handel zijn de vrouwen met een aandeel van 47,7% net in de minderheid. Tabel: Aantal werknemers naar geslacht (peildatum 1 april 2010) Man 46 45,8 45,6 45,8 Vrouw 54 54,2 54,4 54,2 Bron: SSB, bewerking ABF De horeca staat bekend als een bedrijfstak voor jonge mensen. De cijfers onderschrijven dit beeld. Ongeveer veertig procent van alle werknemers is jonger dan 23 jaar en het aandeel 50 plussers blijft beperkt tot een fractie boven de 12%. Daarbij is in de leeftijdsverdeling nauwelijks enige verschuiving waar te nemen. Tabel: Aantal werknemers naar leeftijd (peildatum 1 april 2010) jaar en jonger 23,6 23, , jaar 15,8 15,4 15,6 15, jaar 18,7 18,5 18,6 18, jaar 16,6 16,2 16,2 16, jaar 13,8 14,2 14,3 14, jaar 9 9,3 9,5 9,4 60 jaar en ouder 2,4 2,7 2,8 2,7 Bron: SSB, bewerking ABF De gemiddelde werknemer in Nederland is volgens NEA 39,7 jaar oud. Met een gemiddelde leeftijd van 31,1 jaar ligt de leeftijd in de horeca het laagst van alle bedrijfssectoren in Nederland. Van alle werknemers in de horeca is daarnaast 18,2% van niet westerse allochtone herkomst, dit tegenover 9,1% van alle werknemers. De horeca loopt op dit punt voorop in Nederland. Samen met de sector communi- 16

19 Hoofdstuk: De bedrijfstak catie en vervoer (10,1%) en de sector zakelijke dienstverlening (12,4%) zijn dit de enige sectoren waarin meer dan 10% van de werknemers van niet westers allochtone afkomst is. Mobiliteit Bijna tweederde van alle werknemers is niet van baan gewisseld in de periode april 2009 april Ongeveer een kwart van alle werknemers is nieuw de bedrijfstak ingestroomd. Dit betekent dat ondanks het economische getij, de bedrijfstak in die periode van een jaar ongeveer nieuwe mensen heeft moeten werven voor een baan in de horeca. Tabel: Mobiliteit van werknemers in 2010 (peildatum 1 april) % Instroom 24 Blijvers 65 Doorstroom 11 Totaal 100 Uitstroom (t.o.v 2009) 24 Bron: SSB, bewerking ABF Vacatures In het vierde kwartaal van 2011 kende de horeca ongeveer 23 vacatures per werknemers. De vacaturegraad lag daarmee duidelijk hoger dan de vacaturegraad berekend over alle bedrijfstakken (15 per werknemers). Hieronder is de vacaturegraad in de horeca vergeleken met die in de handel en in de industrie. Naast het feit dat de vacaturegraad in de horeca hoger is dat in de andere twee bedrijfstakken, valt op dat het verschil sterk aan het afnemen is. Daarnaast is het seizoenseffect dat kenmerkend is voor de horeca, althans in 2007 en 2008, duidelijk zichtbaar. Figuur: Vacaturegraad in de industrie, handel en horeca (= aantal vacatures per 1000 banen) Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q industrie handel horeca Bron: CBS 17

20 Hoofdstuk: De bedrijfstak 2.4. Onderwijs Van alle werknemers in de horeca heeft ongeveer een kwart een horecaberoepsopleiding gevolgd op tenminste mbo-niveau. Zij vormen weliswaar een minderheid in de horeca, maar vaak vervullen deze beroepsopgeleide krachten cruciale posities binnen de horecabedrijven. Het zijn daarbij vooral de werknemers met een beroepsopleiding op mbo niveau die voor de bedrijfstak, getalsmatig althans, van belang zijn. Het merendeel van deze mbo leerlingen heeft een verleden in het vmbo (consumptief). Het aandeel hbo ers dat in de bedrijfstak actief is, is relatief beperkt, maar daarmee niet minder relevant. Inzicht in ontwikkelingen in het onderwijs nu, geeft inzicht in de instroom van beroepsopgeleide werknemers in de toekomst, vandaar dat in deze arbeidsmarktanalyse uitgebreid aandacht wordt besteed aan de ontwikkelingen binnen het onderwijs. VMBO In 2010 leek het er op dat er een einde was gekomen aan de daling van vmbo leerlingen die voor de horeca hebben gekozen laat echter een ander beeld zien: een daling van ongeveer 2% naar iets meer dan leerlingen. Figuur: Aantal leerlingen in het 3 e en 4 e jaar van het VMBO richting consumptief aantal leerlingen Bron: OCW DUO: 2011 voorlopig MBO In 2011 is het aantal deelnemers ten opzichte van het voorafgaande jaar weer met 2,5% gegroeid van ongeveer naar De horeca doet het daarmee goed in mbo-land, immers het totaal aantal mbodeelnemers is met bijna 1% afgenomen in De zorg en de handel zijn voor de horeca belangrijke concurrerende sectoren op de arbeidsmarkt. Het is dan ook interessant om de ontwikkeling in de horeca te spiegelen aan deze sectoren. Ook hier scoort de horeca bijzonder goed. Figuur: Aantal leerlingen in het MBO (horeca opleiding) aantal leerlingen Bron: OCW DOU; 2011 voorlopig 18

21 Hoofdstuk: De bedrijfstak Het aantal deelnemers in de horeca is in de periode met ongeveer 12% toegenomen. De groei van aantal deelnemers in de zorg (Calibris) laat in die periode met een toename van 5,5% een aanmerkelijk mindere groei zien. In de handel (Kenniscentrum Handel) is het aantal deelnemers in deze periode zelfs met meer dan 5% afgenomen. Daartegenover staat dat het aantal mbo leerlingen in de creatieve beroepen (+50%), de vers sector (+75%) en transport en logistiek (+45%) aanzienlijk harder gegroeid zijn. Figuur: Ontwikkeling MBO horecaleerlingen naar niveau van de opleiding (2006/2007=100) Bron: OCW DUO;2011 voorlopig Figuur: Verdeling mbo leerlingen naar gekozen leerweg (%) BBL BOL Bron: OCW DUO;2011 voorlopig Dit is een groeiend aantal deelnemers, vooral op niveau en met een toenemende interesse voor de combinatie van leren en werken. Al met al een positief beeld, zo op het oog. Bij een nadere analyse van deze informatie moet echter toch enige nuancering worden aangebracht. De groei is voor een belangrijk deel terug te voeren op de groei van het aantal niveau 3 leerlingen in de opleiding voor receptionist. Bij de overige niveau 3 opleiding zien we een afnemende groei bij de opleiding voor zelfstandig kok en een daling bij de opleidingen zelfstandig werkend gastvrouw/gastheer en 1 e medewerker fastservice. 19

22 Hoofdstuk: De bedrijfstak Tabel: MBO leerlingen naar gekozen opleiding Horeca assistent totaal niveau 1 Gastheer/-vrouw Kok Medewerker fastservice totaal niveau 2 1e Medewerker fastservice Bartender Frontofficemedewerker niveau 3 Receptionist Zelfstandig werkend gastheer/-vrouw Zelfstandig werkend kok/instellingskok totaal niveau 3 Bedrijfsleider fastservice Frontoffice manager Frontofficemedewerker niveau 4 Gespecialiseerd kok, Dieetkok Leidinggevende bediening Leidinggevende horeca, contractcatering, informatie, recreatie en bakkerij Leidinggevende keuken/ kok Manager / ondernemer café/bar Manager / ondernemer fastservice Manager / ondernemer horeca Manager / ondernemer horeca, Ondernemer horeca / bakkerij totaal niveau 4 Totaal Bron: OCW DUO;2011 voorlopig In 2010 hebben ongeveer leerlingen een diploma behaald voor een mbo opleiding in de horeca. Gaan al deze gediplomeerden ook daadwerkelijk in de horeca aan de slag? Om deze vraag te beantwoorden is een aantal gediplomeerden uit de schooljaren 2006 tot en met 2009 bevraagd. Dit onderzoek laat zien dat ongeveer 44% van alle gediplomeerden daadwerkelijke een baan in de horeca heeft gezocht en gevonden. Een belangrijk deel van de gediplomeerden, eveneens 44%, is niet aan het werk gegaan, maar heeft voor een vervolgopleiding gekozen of andere keuzes gemaakt. Deze eerstgenoemde 44% lijkt laag, maar daarbij moet meteen aangetekend worden dat lang niet alle gediplomeerden naar werk zijn doorgestroomd. Van de gediplomeerden die wel ingestroomd zijn op de arbeidsmarkt hebben ongeveer drie van de vier voor de horeca gekozen. 20

23 Hoofdstuk: De bedrijfstak Figuur: Wat zijn de gediplomeerden gaan doen na het behalen van het diploma ( ) anders vervolgopleiding buiten de horeca vervolgopleiding horeca werkt buiten de horeca werkt in de horeca Bron: gediplomeerde uitstroom mbo leerlingen horecaopleidingen (DUO onderwijsonderzoek, 2011) Voor degenen die voor een baan buiten de horeca hebben gekozen, hebben vooral de werktijden in de horeca een rol gespeeld, maar daarnaast geldt voor een groot aantal van hen dat de baan buiten de bedrijfstak (toevallig) eerder voorbij kwam dan een baan in de horeca. Met die instroom van ongeveer drie van de vier gediplomeerden, slaat de horeca beslist geen slecht figuur. In onderstaande figuur is het bedrijfstakrendement van de horecaopleidingen afgezet tegen die van een aantal andere sectoren. De horeca eindigt hier op de vierde plaats achter zorg en welzijn, bouw en infra en de automotive branche. Figuur: Bedrijfstakrendement van een aantal sectoren (Gediplomeerden over de jaren ) zorg en welzijn (Calibris) bouw en infra (Fundeon) automobielindustrie (Innovam/Vocar) horeca economie (ECABO) agrarisch (Aequor) grafisch (GOC) elektro-, installatietechniek (Kenteq) hout & meubel (SH&M) handel (KC Handel) horeca en toerisme (Kenwerk) afbouw en onderhoud (Savantis) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% binnen beroepsgroep buiten beroepsgroep Bron: MBO kaart, Duo Onderwijsonderzoek 21

24 Hoofdstuk: De bedrijfstak HBO In totaal zijn er bijna studenten in opleiding op de Nederlandse hotelscholen. Deze aantallen bevatten ook de buitenlandse studenten die in Nederland hun opleiding volgen. Getalsmatig is deze groep potentiële werknemers voor de horeca van ondergeschikt belang. Temeer daar onderzoek uit het verleden heeft aangetoond dat maar ongeveer een kwart van de studenten op de Nederlandse Hotelscholen de intentie heeft om ook daadwerkelijk in de horeca aan de slag te gaan. Tabel: Aantal ingeschreven studenten in het HBO, HBO horecaonderwijs en HBO sector Economie Hotelschool Den Haag Hogeschool Zuyd NHTV Breda Saxion Hogescholen Stenden Hogeschool totaal Bron: DUO IB groep 22

25 Hoofdstuk: Drijvende krachten 3. Drijvende krachten 3.1. Demografie Van groei naar krimp; dat is wel haast het belangrijkste thema dat de demografische beschouwingen beheerst. Maar wat houdt deze ontwikkeling precies in en hoe zal die de komende jaren zichtbaar worden in de Nederlandse samenleving? Startpunt daarbij is dat de Nederlandse bevolking voorlopig nog zal blijven groeien, waarbij het einde van de groei pas rond 2035 verwacht wordt. Het woord krimp moet dan ook vooral begrepen worden als verplaatsing en verandering. Verplaatsing Wereldwijd is er een duidelijk trek naar de stad gaande. Deze urbanisatietrend leidt ertoe dat binnen niet al te lange tijd ongeveer twee derde van de wereldbevolking in de steden woont. Wereldwijd ontstaan megasteden en mega-regio s met zeer hoge inwonersaantallen. In Nederland is, weliswaar op een andere schaal, een vergelijkbare ontwikkeling gaande. Dit zal zich uiten in een relatief forse groei van de bevolking in de Randstad met daartegenover een krimp in delen van de periferie. Figuur: ontwikkeling bevolking (%) per COROP gebied. Een ontwikkeling waarbij de Randstad zich, qua vorm althans, meer en meer zal gaan ontwikkelen als een handstad, de Nederlandse variant op het ontstaan van megacorridors. Hierbij zal de Randstad zich naar het noorden toe uitbreiden richting Zaanstad, in het oosten via Utrecht naar Amersfoort en Zwolle en richting Arnhem en Nijmegen en in het zuiden naar de Brabantse stedenband. De verplaatsing en de trek naar de stad 23

26 Hoofdstuk: Drijvende krachten wordt vooral ingegeven door een gebrek aan werk of studiemogelijkheden in de gemeenten op het platteland. Het zijn dan ook vooral de jongeren en gezinnen die de overstap naar de stad maken. Verandering De vergrijzing is een trend die al jaren gaande is. Vanaf het begin van deze eeuw is dit proces sterker geworden. Vanaf 2011 gaat het grootste geboortecohort van na de oorlog met pensioen en zal het vergrijzingsproces alleen nog maar sterker merkbaar worden. In de periode van 2010 tot 2030 zal het aandeel 65-plussers toenemen van iets meer dan 15% tot bijna 24% van de totale bevolking. Tabel: Ontwikkeling aandeel 65 plussers in de totale bevolking (%) Bron: ABF Research-Primos prognose 2011 Ook de mate van vergrijzing verschilt van regio tot regio. Niet verwonderlijk is dat de krimpregio s ook de hoogste mate van vergrijzing kennen (vertrek van jongeren en gezinnen, laag geboortecijfer). In Oost Groningen en delen van Limburg zal meer dan 30% van de inwoners tot de groep 65 plussers behoren. De regio Flevoland is de minst vergrijzende regio. Naar verwachting zal daar in 2030 naar verwachting iets meer dan 18% van de bevolking 65 jaar of ouder zijn. Gelet op de aard van dit gebied, steden als Almere en Lelystad zijn nog maar recent tot ontwikkeling gekomen, is dit beeld dan ook niet vreemd. Wellicht ligt het in de lijn der verwachting dat de trend hier vooral een richting het landelijke gemiddelde is. Figuur: Aandeel 65 plussers naar COROP gebied in 2030 (%) 24

27 Hoofdstuk: Drijvende krachten Naast de vergrijzing valt in demografische zin de sterke groei van het aantal eenpersoonshuishoudens op. Vanaf 1980 is het aantal eenpersoonshuishoudens gestegen van iets meer dan één miljoen tot bijna 2,7 miljoen in Volgens ramingen van het CBS zal dit aantal oplopen tot 3,7 miljoen in De belangrijkste redenen achter deze sterke stijging van het aantal eenpersoonshuishoudens zijn het gestegen aantal jongeren dat eerst alleen gaat wonen, het toegenomen aantal scheidingen en het door de vergrijzing toegenomen aantal samenwonenden dat een partner verliest. Bij de eenpersoonshuishoudens valt op dat er relatief veel twintigers enerzijds en 65 plussers anderzijds een eenpersoonshuishouden voeren. Bij de jongeren zijn de mannen in de meerderheid, bij de ouderen de vrouwen. Figuur: Ontwikkeling van de bevolking, huishoudens en eenpersoonshuishoudens (1980=100) Bron: CBS bevolking huishoudens eenpersoons-huishoudens Beroepsbevolking Voor de arbeidsmarkt zijn niet zozeer de ontwikkelingen in de totale Nederlandse bevolking van belang, maar juist de ontwikkeling in dat deel van de bevolking dat beschikbaar is voor de arbeidsmarkt. Het gaat hierbij om de potentiële beroepsbevolking (alle inwoners in de leeftijd van 15 tot 65 jaar) en de beroepsbevolking (dat deel van de potentiële beroepsbevolking dat beschikbaar is voor een baan). Figuur: Ontwikkeling potentiële beroepsbevolking Bron: CBS Potentiële beroepsbevolking In de achter ons liggende decennia is de omvang van de potentiële beroepsbevolking continu gegroeid. Daar is echter verandering in gekomen, de groei is voorbij. In de periode wordt afname verwacht van de omvang van deze potentiële beroepsbevolking. Deze krimp wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de toenemende vergrijzing. Steeds meer babyboomers zullen de komende jaren met pensioen gaan zonder dat dit door nieuwe aanwas wordt gecompenseerd. 25

28 Hoofdstuk: Drijvende krachten Figuur: Ontwikkeling potentiële beroepsbevolking per RPA gebied (%) Bron: ; Feiten en Cijfers Flevoland Haaglanden Zuidelijk Noord-Holland West Utrecht Eemland Valleiregio Centraal Groningen Noordwest Veluwe IJssel Vecht Nijmegen Arnhem Zuidoost Brabant Rijnmond Rivierenland Midden Brabant Noordoost Brabant Gooi & Vechtstreek Twente Rijnstreek West Brabant Stedendriehoek Noord-Holland Noord Zuid Drenthe Friesland Noord Limburg Weert Zeeland Roermond Achterhoek Maastricht Mergelland Westelijke Mijnstreek Parkstad Limburg Oost Groningen Noord Groningen Landelijk gezien is de beroepsbevolking nog (even) groeiend, regionaal is dit beeld totaal anders. In het merendeel van alle RPA gebieden is de omvang van de potentiële beroepsbevolking al aan het dalen. Het is voornamelijk de Randstad waar nog groei gerealiseerd wordt. De gebieden daarbuiten worden op een enkele uitzondering na, met krimp geconfronteerd. Niet iedereen die tot de potentiële beroepsbevolking behoort is beschikbaar voor werk. Een deel ervan kiest ervoor om niet te werken, kan niet meer werken of is vervroegd met pensioen gegaan. Dat deel dat wel voor werk beschikbaar is, wordt aangeduid met de term beroepsbevolking. 26

29 Hoofdstuk: Drijvende krachten Figuur: Beroepsbevolking als percentage van de potentiële beroepsbevolking Bron: CBS De beroepsbevolking in 2011 bevatte 71% van de potentiële beroepsbevolking. Dit percentage heeft de afgelopen jaren een sterke groei laten zien. De hogere participatiegraad bij vrouwen en bij ouderen zijn daar in hoofdzaak de oorzaak van. De Raad voor Werk en Inkomen vindt deze demografische ontwikkeling en de aansluitingsproblematiek tussen vraag en aanbod de twee belangrijkste ontwikkelingen die de arbeidsmarkt van de toekomst zullen beïnvloeden. In de arbeidsmarktanalyse 2011 van het RWI wordt dit als volgt verwoord: Daarbij is het moeilijker dan in het verleden om bij hoogconjunctuur de reserves in te zetten. Ook is er weinig nieuw aanbod om de vacatures te vervullen. De groei van de economie en van de werkgelegenheid loopt derhalve al snel vast op beperkingen in het aanbod. Dit terwijl er tegelijkertijd nog een aanzienlijke reserve aan kansarme werklozen buiten de lijnen blijft staan Economie Donderdag 1 maart 2012 publiceerde het Centraal Planbureau haar voorlopige ramingen. De cijfers vielen tegen en sloegen in als een bom en heel economisch en politiek Nederland was in rep en roer. Daar waar de economen zich vooral richten op de (beperkt) groeiende economie, hadden de politici alleen oog voor de ontwikkeling van het begrotingstekort: 4,5% in 2013 en dan dalend naar 3,3% in Figuur: Ontwikkeling BBP en het begrotingstekort (%) Bruto Binnenlands Product Begrotingstekort Bron: CPB; Voorlopige ramingen CEP

30 Hoofdstuk: Drijvende krachten feb-04 jun-04 okt-04 feb-05 jun-05 okt-05 feb-06 jun-06 okt-06 feb-07 jun-07 okt-07 feb-08 jun-08 okt-08 feb-09 jun-09 okt-09 feb-10 jun-10 okt-10 feb-11 jun-11 okt-11 feb-12 De ontwikkeling van de Nederlandse economie viel dus tegen. Als gevolg van de krimp in het eind van 2011 en het begin van 2012 zal de Nederlandse economie over heel 2012 met ongeveer ¾% krimpen. Vanaf 2013 is er weer sprake van groei. Naast productie en begrotingstekort bevat de CPB raming ook cijfers over dalende consumptie, dalende koopkracht en nog meer slecht nieuws. En voor wat betreft het overheidshuishoudboekje ziet het er, zoals al gemeld, ook niet zo florissant uit. De EU-eis voor het begrotingstekort wordt in 2012 ruimschoots overschreden. Normaliter wordt in de arbeidsmarktanalyse uitgebreid stil gestaan bij deze ramingen. In deze versie zal dit niet gebeuren. In de eerste plaats speelt daarbij mee dat terugkijkend naar de vorige edities van de arbeidsmarktanalyse, de ramingen over de ontwikkeling van de Nederlandse economie niet erg adequaat gebleken zijn. Daarnaast zijn de onderhandelingen in het Catshuis inmiddels gestrand en heerste er grote onduidelijkheid over hoe nu verder. Duidelijk is daarbij wel dat de overheid met maatregelen komt, waardoor de ramingen zoals ze er nu liggen in ieder geval door de tijd ingehaald zullen worden. De uitdaging zal worden om de economie weer in een groeimodus te krijgen. Voor wat betreft de binnenlandse bestedingen is in dat verband de ontwikkeling van het consumentenvertrouwen van belang. Maar ook op dit punt ziet het er allesbehalve goed uit. Het consumentenvertrouwen is in de periode eind begin 2012 weer sterk weggezakt. Dit betekent dat de consument de toekomst niet met vertrouwen tegemoet ziet en erg terughoudend is bij het doen van uitgaven. Figuur: Consumentenvertrouwen Bron: CBS De ramingen Bij het interpreteren van de ramingen moet men zich realiseren dat hier geen sprake is van exacte wetenschap. De ramingen zijn niet alleen met ruime marges omgeven, maar ook de voorspellingskracht is, zoals hierboven al is opgemerkt, niet erg sterk gebleken. Reden hiervoor is enerzijds dat economie geen exacte wetenschap is, maar een sociale wetenschap. Bij het opstellen van de ramingen wordt daarbij gebruik gemaakt van modellen waarin geprobeerd is het gedrag van mensen zoals consumenten, ondernemers, werknemers etcetera, te vangen. Daarbij geldt voor de modellen dat er voor een deel ook uitkomt wat je er (aan aannames) hebt ingestopt (keynesiaans, neo-liberaal). Tenslotte zijn de modellen gebaseerd op het economisch gedrag in het verleden, waardoor het voorspellen vooral het projecteren van het verleden op de toekomst is en de actualiteit buiten beschouwing blijft. (Vergelijk daarvoor de voorspelling dat de werkloosheid tot 8% zou gaan oplopen bij het begin van de financiële crisis. In werkelijkheid bleef de stijging destijds grofweg gesteld op de helft steken. Ondernemers piekerden er kennelijk niet over om het personeel dat men net met 28

31 Hoofdstuk: Drijvende krachten veel moeite geworven had gelijk weer te ontslaan en gedroegen zich daarmee niet conform de economische modellen). De 3% norm Nu de 3% tot bijna een absolute norm is geworden, rijst de vraag naar het waarom achter deze 3%. De norm is vastgelegd in het Verdrag van Maastricht. In dit verdrag is tot de oprichting van de Europese Monetaire Unie besloten met een gemeenschappelijke munt. Daarbij is ook de Maastrichtnorm vastgesteld, waarin begrotingseisen werden vastgelegd voor de deelnemers aan de Unie. Deze Maastrichtnorm bepaalde dat het begrotingstekort van een lidstaat de 3% niet of slechts incidenteel zou overschrijden, de staatsschuld ten hoogste 60% van het BNP zou bedragen en dat inflatiecijfer en interestpercentage niet meer dan 1% van het Europese gemiddelde mochten afwijken. Het belang van het bepalen van een begrotingsdiscipline wordt wel geïllustreerd door wat er nu in Griekenland Typeringen van generaties Babyboomers of protestgeneratie: geboren tussen Trefwoorden: protest, naoorlogse wederopbouw, idealistisch en gedreven, gericht op draagvlak en consensus, voorkeur voor (her)-structureren, open voor discussie, missen soms slagvaardigheid, digitale achterstand Generatie X, geboren tussen 1956 en 1970.Trefwoorden: Individualistisch, bescheiden en nuchter, willen verschillen constructief verbinden, proces georiënteerde professionals, digitaal bijleren Pragmatische generatie: geboren tussen Trefwoorden: gedreven netwerkers, concrete resultaten, efficiënt en doelmatig, gericht op kennis benutten en toepassen, materialistisch, vaak druk (werk-privé balans), individualistisch, digital immigrants. Generatie Y, Einstein of Screenager generatie, geboren tussen Trefwoorden: slim, actief, authentieke multitaskers, gericht op delen van kennis en ervaring, teamspelers, werk staat ten dienste van leven, niet andersom. Plezier in het werk belangrijke drijfveer. Feedback 24/7, mondig, positief, groei, opbouw en welvaart. Generatie Z, Net Generation of Gen M (Multitaskers), geboren tussen 1994 en 2004: een nieuwe generatie waarvan veel zaken nog niet duidelijk zijn, maar waarvan de eersten al wel in de horeca werkzaam zijn. Beschrijvingen in de pers zijn vaak een uitbreiding van de Gen Y beschrijving (niet vreemd gezien de overlap), waarbij vooral het multitasken en de centrale rol van technologie veel genoemd worden. Deze werknemer beslist aan de hand van zijn/haar digitale sociale kring en communiceert ook als zodanig met anderen. Ziek? Dan stuur je baas toch een What s Appje? (Bron Handreiking Generatiemanagement, Zestor, 2009; Generatiegolven als vernieuwingsimpulsen, Bontekoning in Management & Organisatie, 2008; Grail Research 2010.) en andere Zuid Europese landen gaande is. Het niveau van deze norm, 3% is echter niet alleen op economische gronden vastgesteld, maar heeft meer een politieke achtergrond: door voor deze 3% te kiezen, werd verwacht dat een aantal Zuid Europese landen buiten de EMU gehouden kon worden Samenleving Times, they are a changing. Ongeveer een maand nadat Bob Dylan de opnames voor dit album afrondde werd president Kennedy vermoord. What it means is that they are trying to tell you 'Don't even hope to change things', verzuchtte Dylan toen hij van de aanslag vernam. Het was toen November Nu, anno 2012 is deze titel weer actueel, misschien als nooit tevoren. Drie belangrijke drivers die nu samenkomen zullen een stempel drukken op de samenleving in de nabije toekomst. In de eerste plaats is daar de economische crisis waarbij onverantwoord handelen in de financiële wereld tot gevolgen heeft geleid die voorheen onmogelijk werden geacht: het omvallen van banken en het mogelijke failliet van landen. De economie is altijd in beweging, de krachten die nu in beweging zijn gezet, zijn echter van een andere orde. Vertrouwde oplossingen en denken vanuit bestaande economische paradigma s kunnen wel eens onvoldoende blijken om de huidige crisis weer om te buigen. De tweede driver is hiervoor al uitgebreid aan de orde geweest. De bevolkingspiramide is al lang geen piramide meer, zij begint steeds meer op een bevolkingspaddenstoel te lijken. Historisch gezien is dit een unieke situatie 29

32 Hoofdstuk: Drijvende krachten die op termijn op vele fronten zijn effecten zal krijgen. De discussies rondom het pensioenstelsel en de zorg zijn daarvan de eerste voorboden. De derde driver tenslotte is de opkomst van de nieuwe generatie, generatie Y. Al een aantal jaren zien we deze groep de arbeidsmarkt opstromen, maar langzamerhand begint deze generatie op te klimmen naar meer bepalende posities. Deze groep, opgegroeid in een tijd van weelde, waar carrière, huis en auto belangrijke symbolen waren en die bijvoorbeeld schoolvakanties meer als organisatieprobleem ervoer dan een tijd van genieten, heeft duidelijk andere waarden en doelen in hun leven dan de voorgaande generaties. Deze drivers, samenkomend in het digitale tijdperk en de daarbij behorende toegankelijkheid van kennis en informatie en de open communicatie, zullen hun stempel drukken op de samenleving van morgen. Vertrouwen en loyaliteit De bankencrises en bijvoorbeeld de wijze waarop overheden daar mee omgaan hebben tot een duidelijk afgenomen vertrouwen geleid in de samenleving. Deze vertrouwenscrisis gaat echter verder dan alleen de financiële wereld of de overheid maar raakt alles met een institutioneel karakter. De nieuwe generatie, die een minder materiële kijk op het leven heeft en daarbij zichzelf meer centraal stelt dan de vorige generaties, is duidelijk op zoek naar alternatieven voor de oude instituties en zoekt dit dicht bij huis en vooral ook bij elkaar. In de horeca zien we dit de laatste jaren al terug in de sterke groei van het aantal Bed en Breakfast bedrijven en de thuisrestaurants. Een horecabeleving niet in een regulier bedrijf, maar voor het gevoel gewoon bij iemand thuis. Maar ook voor de keuze van een bedrijf laat men zich meer leiden door de meningen van peers, dan allerlei andere beschikbare bronnen. Crowdfunding, een alternatieve vorm van financiering en crowdsourcing, een alternatieve vorm van organiseren, beginnen ook steeds grotere vormen aan te nemen. Inmiddels zijn de eerste C2C (consumer to consumer) sites in de lucht, waarbij particulieren (vaak zelf gemaakte) producten te koop aanbieden. Het vertrouwensissue straalt ook uit naar de loyaliteit aan merken en bedrijven. Je moet de klant verdienen. Men blijft niet meer vanwege het merk of het bedrijf, maar je moet een goed verhaal te vertellen hebben. (waarbij onder andere ook duurzaamheid een belangrijke rol gaat spelen). Het vertrouwens- en loyaliteitsaspect zal ook op de arbeidsmarkt merkbaar gaan worden. Met name de jonge generaties (Y en de opkomende generatie Z) zal meer in charge willen zijn daar waar het de condities waaronder men wil werken betreft. One size fits all zal dan niet meer opgaan. Dat betekent dat ook de hier bestaande instituties ter discussie zullen worden gesteld (Keuzevrijheid ten aanzien van pensioenfonds). Maar ook in de relatie werkgever-werknemer zal dit merkbaar worden. Werk moet vooral leuk zijn, passie en eigen verantwoordelijkheid zijn belangrijke waarden voor de nieuwe generaties. Vindt men dit niet bij de huidige werknemer, dan zal men snel weer vertrekken uit het bedrijf. 30

33 Hoofdstuk: Drijvende krachten 3.4. Technologie De invloed van ICT en Sociale Media gaan ver. Niet alleen heeft Wikileaks laten zien dat er weinig meer voor de buitenwereld verborgen blijft, ook de recente ontwikkelingen in de Arabische wereld en de rol die de sociale media zoals facebook en twitter daarin speelden, markeren een nieuwe tijd van openheid en transparantie. De rol van sociale media wordt steeds groter, zowel in het bereiken van de gast als ook in het bereiken van de potentiële werknemer. Communicatie is hierbij het magische woord en internet is het tovermiddel. Zoals we in het vorige stuk zagen, bedient de nieuwste generatie zich al volop van de mogelijkheden van Web 2.0, waarbij niet langer zenden, maar interacteren en co-creëren centraal staan. Er wordt zelfs uitgebreid gesproken over Web 3.0 wat zich onderscheidt van Web 2.0 in de mate van interactie die mogelijk wordt gemaakt. Een sterke ontwikkeling hierbij is de verdergaande mogelijkheid om naast tekst ook andere soorten informatie te integreren en te delen, zoals films, foto s, en locaties. Niet voor niets is What s App een van de meest populaire applicaties op smartphones: een alternatief voor SMS waar gratis beelden en tekst uitgewisseld kunnen worden tussen gebruikers. Daarnaast wordt het internet in toenemende mate mobiel; een belangrijke trend om te observeren bij de overwegingen in welke soorten van communicatie geïnvesteerd dient te worden. Het belang van op computers georiënteerde websites lijkt aan kracht te verliezen ten opzichte van applicaties die gebouwd worden voor smartphones. Maar eerst wat feiten: In Nederland ligt de internetpenetratie al boven de 89%. Wereldwijd staan we hiermee op de eerste plaats. Mobiel internet blijft hier nog iets bij achter, maar de voorspellingen zijn dat ook dit jaar 80% van de nieuwe telefoonabonnementen met internet zal zijn (e-merce.nl). Van die internetgebruikers is ruim 60% lid van een sociaal netwerk als Facebook, Hyves, Linked-In, etc. 67% leest wel eens weblogs, en 27% schrijft wel eens blogs. En dan hebben we het nog niet eens over Twitter De generatie die opgroeit met deze sociale netwerken vormt al een paar jaar een grote groep binnen de horeca arbeidsmarkt. Ze willen met je communiceren, echte communicatie. Internet, en sociale media in het bijzonder bieden de mogelijkheid tot die dialoog, tot positionering als interessante werkgever, tot het kijken wat er over je bedrijf gezegd wordt op internet, tot het aanbieden van vacatures in relevante kringen. Hetzelfde geldt voor YouTube, of FourSquare; oprechte en eerlijke boodschappen bieden de kans om met relatief weinig middelen belangstellenden te bereiken. En, het bieden van gratis wifi is niet alleen een belangrijke reden waarom klanten tegenwoordig voor je bedrijf kiezen, maar ook voor werknemers speelt dit al een rol. Maar ook biedt technologie de kans om potentiële werknemers te scannen voordat je ze aanneemt. Let wel, dat doen potentiële werknemers ook voordat ze bij je gaan werken. En net als bij IENS is er maar één negatief commentaar van een huidige of ex-werknemer voldoende om het imago te beschadigen. Steeds meer bedrijven zien dit in, maar de horeca heeft veel meer onbenutte kansen om sociale media in haar voordeel te gebruiken Ecologie Maatschappelijk verantwoord ondernemen Daar waar duurzaamheid nog niet zo heel lang geleden werd afgedaan als hip of als een modegril, is duurzaam ondernemen inmiddels een must geworden voor de horeca. (Beoordelingssite Iens.nl heeft inmiddels een duurzaamheidindicatie op haar site opgenomen) Daar waar duur- 31

34 Hoofdstuk: Drijvende krachten zaamheid begon als het verantwoordelijkheid nemen voor het milieu en bewust omgaan met de natuurlijke hulpbronnen, beweegt de trend zich meer en meer in de richting van maatschappelijk verantwoord ondernemerschap in bredere zin. MVO, maatschappelijk verantwoord ondernemen, neemt een steeds prominenter plaats in de samenleving. Ook KHN geeft aan te streven naar een maatschappelijk verantwoord ondernemende bedrijfstak met een aantrekkelijk imago waarin enthousiaste ondernemers en medewerkers in vitale winstgevende bedrijven hun vakmanschap tonen om waarde te creëren voor de gasten. ISO Onder druk van de maatschappij is er door internationale maatschappelijke instellingen gezocht naar een norm voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. In 2004 heeft ISO besloten om de richtlijn ISO te ontwikkelen, welke uiteindelijk in 2010 geïntroduceerd is als de internationaal geldende norm voor MVO (Hoeben, 2011). Deze norm is echter niet certificeerbaar, maar dient als richtlijn voor bedrijven om hun eigen beleid te ontwikkelen conform 7 verschillende onderwerpen: Aangezien ISO breed interpreteerbaar is, zal het voor individuele horecabedrijven niet eenvoudig zijn om beleid te vormen op dit onderwerp. Een ondersteuning vanuit vakbonden en werkgeversorganisaties en verder onderzoek om dit onderwerp naar onze branche te verbijzonderen zal nodig zijn. KHN geeft dit overigens al aan in een visiedocument in 2009 waarin zij stelt: wij willen een bedrijfstak zijn die betekenisvol inhoud geeft aan MVO. In ons streven goed werkgeverschap te promoten gaan we voorlichting geven over kosten en opbrengsten van MVO. Dit is zeer lovenswaardig, maar gezien de complexiteit van de materie, en de toenemende druk vanuit de samenleving zullen de sociale partners wellicht een stap verder moeten doen, en ondernemers ook helpen met invulling geven aan MVO vanuit een ISO perspectief. Hierbij hoort ook uitdrukkelijk goed werkgeverschap. Naast de aanvankelijke aandacht voor milieu speelt zorg voor medewerkers een toenemende rol. Het begrip duurzame arbeid gaat verder dan alleen het levensfasebewust personeelsbeleid. Opleiden, trainen en ontwikkelen gericht op duurzame inzetbaarheid is minstens zo belangrijk. In het regeerakkoord hebben de regeringspartijen vastgelegd dat cao s alleen nog algemeen verbindend worden verklaard als er ook op dit punt afspraken zijn gemaakt. 32

35 Hoofdstuk: Drijvende krachten 3.6. Politiek..en dan houdt het op Met deze woorden beëindigde minister president Rutte zijn recapitulatie van zeven weken onderhandelen in het Catshuis over bezuinigen gericht op het terugdringen van het begrotingstekort tot 3%. Na 18 maanden Kabinet Rutte is de regering gevallen. Nieuwe verkiezingen staan gepland voor september 2012 en zo het er nu uitziet kan er op zijn vroegst ver in het najaar van 2012 weer een nieuw kabinet aan de slag. In een tijd van economische crisis verkeert Nederland nu ook in een bestuurlijke crisis. Controversieel Nu de regering demissionair is, bestaat echter ook de kans dat een aantal ingezette beleidslijnen en wetgevingstrajecten het predicaat controversieel krijgen opgespeld en dus niet verder gaan in het wetgevingsproces. Daarbij wordt langzamerhand duidelijker dat voorheen ingenomen standpunten in een ander daglicht komen te staan. Rook nog niet opgetrokken Na de val is politiek Den Haag snel in actie gekomen en is er binnen no-time een nieuw plan gesmeed. De contouren van deze nieuwe plannen beginnen langzaam duidelijker te worden en er wordt op tal van gebieden fors ingegrepen. De bestendigheid van deze plannen is echter ongewis, de komende verkiezingen en het politieke landschap dat dan ontstaat zal bepalend zijn voor de toekomstige richting van Nederland. 33

36 Hoofdstuk: Drijvende krachten 34

37 Hoofdstuk: Horeca arbeidsmarkt 4. Horeca arbeidsmarkt 4.1. Inleiding De horeca is mensenwerk en is daarmee een arbeidsintensieve bedrijfstak. Het beschikken over voldoende en voldoende gekwalificeerde medewerkers is voor de bedrijfstak dan ook van levensbelang. Voldoende vakbekwame en leuke werknemers in gezonde en professionele bedrijven waar ze met plezier werken Dit is de doelstelling zoals die is opgesteld tijdens de Inspiratiedag Arbeidsmarktbeleid van september Om deze doelstelling te bereiken is er naar aanleiding van de voorgaande versies van de arbeidsmarktanalyse een aantal beleidsspeerpunten benoemd. De vijf basisvragen zoals die eerder zijn benoemd zijn teruggebracht tot de in onderstaande figuur weergegeven vier speerpunten voor het arbeidsmarktbeleid in de horeca. Figuur: Speerpunten voor arbeidsmarktbeleid Hoe zorgen we dat zoveel mogelijk mensen kiezen om in de horeca te gaan werken? Hoe zorgen we dat leerlingen die voor ons kiezen ook in de horeca aan de slag gaan? Vraag en aanbod vakmanschap Productiviteit Werken aan werk Hoe gaan we slimmer en anders werken met minder mensen? Hoe zorgen we dat je ook oud kunt worden in de horeca? Hoe houden we werknemers binnen de horeca? Hieronder zullen deze vier thema s verder worden uitgelicht. 35

38 Hoofdstuk: Horeca arbeidsmarkt 4.2. Vraag en aanbod Conjunctureel, structureel en regionaal Hierboven is al uitgebreid aandacht besteed aan de drie thema s die gaan spelen op de horeca arbeidsmarkt: Conjunctureel, structureel en regionaal. Conjunctureel staat het er in Nederland op dit moment niet erg goed voor. De economie krimpt dit jaar nog iets en met de bezuinigingen die mogelijk gaan komen lijkt de bereidheid om weer geld te gaan uitgeven verder te dalen. Daarbij geldt dat uitgaven in de horeca toch vooral luxe uitgaven zijn, waarop relatief snel wordt bezuinigd. Voor de bedrijfstak, die voor een belangrijk deel afhankelijk is van deze Nederlandse consument, lijkt het erop dat er nog een aantal moeilijke jaren gaat komen. De gevolgen daarvan zullen ook op de arbeidsmarkt merkbaar gaan worden. Minder vraag naar werknemers met daartegenover waarschijnlijk een iets groeiend aanbod. Getalsmatig kan daarbij op de korte termijn van een verruiming van de arbeidsmarkt gesproken worden. Achter deze conjuncturele trend schuilt een structurele component. Demografisch gezien is de rek uit de groei van de beroepsbevolking. Dat er nog een kleine groei voorspeld wordt, komt vooral door het feit dat groepen die niet voor werk beschikbaar waren nu wel naar de arbeidsmarkt gelokt gaan worden. Het verhogen van de arbeidsparticipatie van vrouwen, het verhogen van de pensioenleeftijd, maar ook het in het arbeidsproces integreren van mensen met een beperking moeten er voor zorgen dat het aanbod van arbeid op peil blijft. Deze ontwikkeling zal op termijn tot een structurele krapte op de arbeidsmarkt gaan leiden. Het aanbod kan de vraag niet meer bijhouden en de strijd om de werknemer zal heviger gaan worden. Zowel bedrijven maar ook bedrijfstakken zullen zich op deze situatie moeten voorbereiden om straks nog concurrerend te kunnen zijn op de arbeidsmarkt. Tenslotte is in hoofdstuk 3 eveneens duidelijk geworden dat de consequenties van de demografische verschuivingen van regio tot regio sterk kunnen verschillen. In de Randstad en de corridors rondom de Randstad blijft de krimp van de beroepsbevolking de komende jaren nog beperkt, of is er nog groei. In de gebieden daarbuiten is de krimp al volop gaande. Belangrijk is dan ook om op regionaal niveau de vinger aan de pols te houden. Het lastigst zullen die bedrijven en instellingen het hebben die plaatsgebonden dienstverlening bieden die moeilijk te automatiseren is. Denk aan onderwijs, zorg, schoonmaakwerk, horeca en vervoer. Om een voldoende deel van het beschikbare arbeidsaanbod aan zich te kunnen binden, zullen zij moeten zorgen dat zij voor potentiele werknemers voldoende aantrekkelijk zijn in vergelijking tot andere sectoren. Het lijkt dan onvermijdelijk dat de beloning (of andere arbeidsvoorwaarden) in deze sectoren verbetert ten opzichte van andere sectoren. Paul de Beer, Krimpende arbeidsmarkt: nieuw perspectief, oude problemen, B en M 2008/4 Beeld van de horeca In deze veranderende arbeidsmarkt is het voor bedrijf en bedrijfstak van wezenlijk belang om concurrerend en aantrekkelijk te blijven voor nieuwe werknemers. Welke zijn de belangrijkste concurrerende sectoren en waar sta je als bedrijfstak ten opzichte van deze sectoren? Op dit punt is in het verleden al het nodige onderzoek verricht. In 2001 onderzocht NIPO in opdracht van het toenmalige Fonds Bevordering Intreding het imago van de horeca in het kader van een te starten campagne om de instroom in de bedrijfstak te bevorderen. Het beeld van het algemene publiek over de horeca is blijkens dit onderzoek als volgt: Werken in de horeca is zwaar, stressvol en afwisselend. Vooral een beeld van zwaar werk en veel stress (Daarnaast ook als afwisselend en leuk gezien). Menselijke aspecten worden positief beoordeeld. Het gaat daarbij om het omgaan, adviseren van klan- 36

39 Hoofdstuk: Horeca arbeidsmarkt ten en het teamwerk en de werksfeer. Arbeidsvoorwaarden worden overwegen negatief beoordeeld. Het gaat hierbij vooral om laag salaris, weinig doorgroeimogelijkheden, tijdelijke baan en weinig tijd voor privéleven. In dat zelfde jaar onderzocht LaGroup het imago van de hotellerie bij studenten van de Hoge Hotelscholen, werknemers die deze opleiding hebben afgerond en werknemers met een hoge hotelschoolopleiding die de bedrijfstak verlaten hebben (De Nederlandse Hotellerie: een aantrekkelijke werkgever?). Het onderzoek concludeert: De relatief sterke kanten van het werk in de Nederlandse hotellerie zijn de opvattingen over het type product/dienst - en dan met name het contact met de gasten - en de ontplooiingskansen. Verbeterpunten zien de respondenten in de professionaliteit binnen de organisatie en de opleidingsmogelijkheden buiten het eigen hotel bij externe opleidingsinstituten of bij zusterbedrijven binnen hotelketens. Wat negatiever was men over de werkomstandigheden. De werksfeer wordt als redelijk gunstig beoordeeld, maar de werktijden, de werkdruk en de balans tussen privé en werk niet. Tot slot komen de arbeidsvoorwaarden binnen de Nederlandse hotelbranche het meest negatief uit de enquête. Men vindt de voorwaarden niet competitief met andere branches. In de Landelijke Beroepskeuzemonitor (Blauw Research) is naast voorkeur voor vervolgopleiding en beroepsrichting van schoolverlaters ook gekeken naar het imago van de bedrijfstak. De gezondheidszorg, economie/communicatie en techniek zijn de drie favoriete beroepsrichtingen van de leerlingen op de HAVO en het VMBO. De horeca is te vinden in de middenmoot, dit terwijl zij lange tijd in de top drie van meest populaire bedrijfstakken te vinden was. Figuur: Imago van de horeca bij leerlingen voortgezet onderwijs (% (zeer) mee eens) werk je met mensen werk je in een team werk je ook 's avonds kun je mensen helpen heb je werk dat nuttig is kan je trots zijn op je werk werk je met mensen bij wie je je thuis voelt kan je van je werk je hobby maken heb je zekerheid van een baan kun je carriere maken kun je echt iets maken krijg je een goed salaris heb je avontuurlijk werk heb je lichamelijk licht werk loop je tijdens je werk geen gezondheidsrisico's heb je vast werktijden kan ik echt een verschil maken kun je nieuwe dingen bedenken en ontwerpen kijen mensen tegen je op omhet werk wat je doet moet je slimmer zijn dan de rest Bron: LBK 2010, Blauw Research In bovenstaande figuur is de reactie van de schoolverlaters op een aantal imagostellingen weergegeven. Deze reacties zijn in lijn met uitkomsten van daarvoor genoemde onderzoeken. In 2011 heeft de FNV een vergelijkingsanalyse horeca cao uitgevoerd. In dit onderzoek is de horeca cao vergeleken met de cao voor het personeel van de grootwinkelbedrijven (supermarkten), cao contractcatering; onder- 37

40 Hoofdstuk: Horeca arbeidsmarkt deel bedrijfscatering, cao mode en sportdetailhandel, cao ziekenhuizen en de cao schoonmaak. De keuze is gebaseerd op verwantschap in het werk en concurrentie op de arbeidsmarkt. In het onderzoek wordt vergeleken op arbeidstijden, loonniveau (jeugd en vakvolwassen), toeslagen, pensioenen, scholing en ziekte en arbeidsongeschiktheid. Het onderzoek laat zien dat het vergelijken van cao s een lastige zaak is en gepaard gaat met het maken van vele keuzes. De conclusie die het FNV aan het onderzoek verbindt is dat medewerkers in de horeca zeer slecht betaald (worden). Horecamedewerkers werken substantieel langer, op onregelmatigere uren en voor minder geld dan mensen met vergelijkbare functies in andere sectoren. Ondanks het feit dat de onderzoeken deels gedateerd zijn, andere aanpakken kennen en zich op verschillende doelgroepen richten is er toch een lijn voor wat betreft het imago van de bedrijfstak te ontdekken. Positief is dat gastvrijheid goed scoort! Het werken met mensen, het adviseren van mensen en het teamwerk zijn aspecten waarop de bedrijfstak goed scoort en het werken in de bedrijfstak wordt als leuk (fun) betiteld. Deze aspecten richten zich vooral op de gastvrijheidkant van de horeca, de combinatie tussen het dienstverlenende karakter en het product horeca. Beduidend minder positief is het beeld over de arbeidsomstandigheden en -voorwaarden. De beloning en werktijden zijn daarbij belangrijke factoren die het beeld van werken in de horeca negatief beïnvloeden. Deze factoren bleken overigens ook belangrijke redenen te zijn voor gediplomeerden om voor een baan of vervolgopleiding buiten de horeca te kiezen en belangrijke uitstroommotieven voor werknemers die de horeca verlaten hebben (in-, door- en uitstroom 2003). Waar staat de horeca qua populariteit en status? De Landelijke beroepskeuzemonitor laat zien dat de populariteit van de horeca aan het dalen is. Daar waar de bedrijfstak in het verleden in de top verkeerde, is ze nu afgezakt tot middenmoter. Working in the hospitality industry has become a student job, while this branche needs people with expertise. To attract and retain employees for the hospitality industry it is important to improve working in this branche. Bron: Employer branding a new approach for the hospitality industrie, Sjoerd Gehrels (Stenden University) Joachim de Looij (Mercure) Imago komt te voet en gaat te paard. Een oud gezegde, dat ook laat zien dat de bedrijfstak snel aan de bak moet op dit punt. Temeer daar het beeld bij het algemene publiek (NIPO, Blauw) grote overeenkomsten vertoont met de mening van werknemers die bekend zijn met de dagelijkse praktijk (LaGroup, In-, door en uistroom van werknemers in de horeca). Arbeidsmarkt: diversiteit in aanbod De horeca wordt vooral bemenst door jonge mensen. Ongeveer 40% van alle werknemers in de bedrijfstak is jonger dan 23 jaar. Het is de groep jongeren die in de toekomst relatief minder beschikbaar zal zijn in een arbeidsmarkt die een grotere diversiteit zal gaan vertonen. Op dit moment zijn vier generaties actief op de arbeidsmarkt en een vijfde zal over enkele jaren ook zijn intrede doen. Door het terugdringen van vut- en prepensioenregelingen en de vergrijzing is het aantal ouderen op de arbeidsmarkt toegenomen. Daarnaast kent Nederland al langere tijd een sterk multicultureel karakter en is er een toestroom van werknemers uit Midden en Oost Europese landen. Voor de toekomst zal door verhoging van de pensioenleeftijd het aanbod van ouderen verder gaan toenemen en zullen op grond van de wet Werken naar vermogen, voor zover deze nog doorgaat, ook meer mensen met een beperking instromen in de arbeidsmarkt. De diversiteit op de arbeidsmarkt neemt toe en daarmee de wensen, eisen, mogelijkheden en behoeften van de werknemers van de toekomst. 38

Regionale Arbeidsmarktanalyse uit Feiten en Cijfers

Regionale Arbeidsmarktanalyse uit Feiten en Cijfers Regionale Arbeidsmarktanalyse uit Feiten en Cijfers Een beschrijving van het horeca onderwijs en de horeca arbeidsmarkt per provincie Regionale Arbeidsmarktanalyse uit Feiten en Cijfers Een beschrijving

Nadere informatie

Vooraf 3. 1. Inleiding 5. 2. De bedrijfstak 9. 3. Drijvende krachten 23. 4. Horeca arbeidsmarkt 35. 5. Naar een gastvrije horeca 47

Vooraf 3. 1. Inleiding 5. 2. De bedrijfstak 9. 3. Drijvende krachten 23. 4. Horeca arbeidsmarkt 35. 5. Naar een gastvrije horeca 47 Inhoud Vooraf 3 1. Inleiding 5 1.1. Vier uitdagingen 5 1.2. Gastvrijheid 6 2. De bedrijfstak 9 2.1. De stemming 9 2.2. Prognoses 11 2.3. Werkgelegenheid 13 2.4. Onderwijs 18 3. Drijvende krachten 23 3.1.

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Arbeidsmarktkansen voor startende leraren in het PO

Arbeidsmarktkansen voor startende leraren in het PO Arbeidsmarktkansen voor startende leraren in het PO In deze notitie geven we een beeld van de arbeidsmarkt voor startende leraren in het primair onderwijs (PO). Achtereenvolgens worden de volgende vragen

Nadere informatie

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid Bijlage 1 Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid Landelijk beeld Algemeen beeld: Daling jeugdwerkloosheid zet door De daling van de jeugdwerkloosheid 15-26 jaar in het 2 e kwartaal 2010

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud 4 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud In 2010 verscheen de eerste editie van de Economische Monitor Voorne-Putten, een gezamenlijk initiatief van de vijf gemeenten Bernisse, Brielle,

Nadere informatie

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

De arbeidsmarkt klimt uit het dal Trends en ontwikkelingen arbeidsmarkt en onderwijs De arbeidsmarkt klimt uit het dal Het gaat weer beter met de arbeidsmarkt in, ofschoon de werkgelegenheid wederom flink daalde. De werkloosheid ligt nog

Nadere informatie

REGIONAAL TABELLENBOEK arbeidsmarkt primair onderwijs ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers

REGIONAAL TABELLENBOEK arbeidsmarkt primair onderwijs ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers REGIONAAL TABELLENBOEK arbeidsmarkt primair onderwijs 2013 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers Inleiding De arbeidsmarkt voor het primair onderwijs is sterk in beweging. Demografische,

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Maart 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen

Nadere informatie

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid Bijlage 1 Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid Landelijk beeld Algemeen beeld: Daling jeugdwerkloosheid zet door Vanaf het 1 e kwartaal 2010 is de jeugdwerkloosheid 15-26 jaar aan het

Nadere informatie

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar In de vorige nieuwsbrief in september is geprobeerd een antwoord te geven op de vraag: wat is de invloed van de economische situatie op de arbeidsmarkt? Het antwoord op deze vraag was niet geheel eenduidig.

Nadere informatie

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009 Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009 Economische krimp in 2009 Aantal vacatures sterk gedaald Werkloosheid in Breda stijgt me 14% Bredase bijstand daalt minimaal Bijstand onder jongeren sterk gestegen

Nadere informatie

Formatieraming Voortgezet Onderwijs

Formatieraming Voortgezet Onderwijs Formatieraming Voortgezet Onderwijs Onderzoeksnotitie Onderzoek in opdracht van het SBO Sil Vrielink april 2011 2010 Nijmegen in opdracht van het SBO. Alle rechten voorbehouden. Het is niet geoorloofd

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Utrecht

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Utrecht De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Utrecht datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noordoost- en Zuidoost-Brabant

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noordoost- en Zuidoost-Brabant De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Noordoost- en datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Juli 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 3 Toelichting WW 22 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de voorafgaande

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden / Rijn Gouwe

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden / Rijn Gouwe De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio / datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt December 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 4 Toelichting WW 23 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen Maart 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Zuid- en Oost-Gelderland datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 3 Toelichting WW 22 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de voorafgaande

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt September 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting WW 15 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Juli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden

Juli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Juli 2012 Bijna 300.000 WW-uitkeringen - 298.000 lopende WW-uitkeringen - Aantal WW-uitkeringen gestegen ten opzichte van voorgaande maand (2,5%) - Ruim de helft meer WW-uitkeringen voor jongeren dan in

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt September 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 4 Toelichting WW 23 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Augustus 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting WW 15 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Drenthe / Overijssel datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Maart 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 4 Toelichting WW 23 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de voorafgaande

Nadere informatie

Monitor Economie 2018

Monitor Economie 2018 Monitor Economie 2018 Economische kerncijfers van de MVSgemeenten Augustus 2018 Inhoudsopgave Economische ontwikkeling 3 Werkgelegenheid 5 Arbeidsparticipatie 10 Inkomen en uitkeringen 13 Armoede en schuldhulpverlening

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Groningen

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Groningen De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Groningen datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Groningen

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Groningen De arbeidsmarkt voor leraren po 2018-2023 Regio Groningen datum 4 januari 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Limburg datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Februari 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Februari 2019 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Februari 019 Inhoudsopgave 857639 WW-uitkeringen Statistische bijlage Toelichting WW xx xx xx Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Regionale economische prognoses 2016

Regionale economische prognoses 2016 Regionale economische prognoses 2016 Themabericht Rogier Aalders De breed gedragen economische groei in 2016 leidt tot productiegroei in alle sectoren en in alle regio s De Randstad, en daarbinnen vooral

Nadere informatie

Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Aantal WW-uitkeringen in een jaar tijd met gestegen

Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Aantal WW-uitkeringen in een jaar tijd met gestegen Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden - 464.300 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - In i vrijwel evenveel werkzoekenden als in - Van de 55-plus beroepsbevolking is 9,4 procent

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2018-2023 Regio Zuid- en Oost-Gelderland datum 4 januari 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Noord-Gelderland datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Oktober 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 4 Toelichting WW 23 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de

Nadere informatie

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Persbericht PB13 062 1 oktober 2013 9:30 uur Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012 Nieuwsflits Arbeidsmarkt December 2012 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Flevoland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Flevoland De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Oktober 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting WW 15 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Rotterdam / Rijnmond

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Rotterdam / Rijnmond De arbeidsmarkt voor leraren po 2018-2023 Regio / datum 4 januari 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Overzichtsrapport SER Gelderland

Overzichtsrapport SER Gelderland Overzichtsrapport SER Gelderland Bevolking en participatie In opdracht van SER Gelderland September 2008 Drs. J.D. Gardenier L.T. Schudde CAB Martinikerkhof 30 9712 JH Groningen 050-3115113 cab@cabgroningen.nl

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Holland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Holland De arbeidsmarkt voor leraren po 2018-2023 Regio Noord-Holland datum 4 januari 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald Minder WW-uitkeringen

Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald Minder WW-uitkeringen Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald - 477.800 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Minder werkzoekenden van 35-45 jaar dan een jaar geleden - Toename werkzoekenden met (para)

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktanalyse primair onderwijs 2013

Regionale arbeidsmarktanalyse primair onderwijs 2013 ACHTERHOEK Regionale arbeidsmarktanalyse primair onderwijs leerlingen 29- -9, leerlingen 214-217 -11,1 2.6 2.44 2.28 2.12 1.96 1.8 1.64 1.48 1.32 1.16 1. 28 29 21 211 214 215 216 217 instellingsniveau

Nadere informatie

Rapportage WW 50plus. Januari 2016

Rapportage WW 50plus. Januari 2016 Rapportage WW 50plus Januari 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 WW-uitkeringen 2 Toelichting WW/NWW/WBB 12 Colofon 13 Rapportage WW 50plus 1 WW-uitkeringen WW-uitkeringen 1 50-plus 2016 2015 2015 2014

Nadere informatie

Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen iets afgenomen

Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen iets afgenomen Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) - 465.000 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Aantal jonge werkzoekenden met 5,6 procent afgenomen - Vooral daling werkzoekenden met korte

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-049 8 juli 2008 9.30 uur In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad Sterkste groei aan noordoostzijde Randstad Ook meer huishoudens in Noord-Brabant

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Holland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Holland De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Noord-Holland datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noordoost- en Zuidoost-Brabant

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noordoost- en Zuidoost-Brabant De arbeidsmarkt voor leraren po 2018-2023 Regio Noordoost- en datum 4 januari 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren Meer dan een half miljoen niet-werkende werkzoekenden (NWW)

Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren Meer dan een half miljoen niet-werkende werkzoekenden (NWW) Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren - 309.900 lopende WW-uitkeringen, 1,8 procent meer dan in tember - Bovengemiddelde stijging lopende WW-uitkeringen horeca (+6,3%)

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg De arbeidsmarkt voor leraren po 2018-2023 Regio Limburg datum 4 januari 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) - 471.100 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Daling jonge werkzoekenden - Vooral daling agrarische beroepen en technische/industriële

Nadere informatie

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus September 2012 Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in ustus - - 304.400 lopende WW-uitkeringen, bijna evenveel als in ustus en 21 procent meer dan een jaar geleden Aantal lopende WW-uitkeringen voor jongeren

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2018-2023 Regio Noord-Gelderland datum 4 januari 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze

Nadere informatie

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013 Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013 1. Inleiding In 2012 hebben Etil en Research voor Beleid in opdracht van de Provincie Limburg de ontwikkeling van de Limburgse arbeidsmarkt onderzocht

Nadere informatie

November 2012 WW-uitkeringen bijna verdubbeld sinds begin crisis eind 2008 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) met ruim 30.

November 2012 WW-uitkeringen bijna verdubbeld sinds begin crisis eind 2008 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) met ruim 30. November 2012 WW-uitkeringen bijna verdubbeld sinds begin crisis eind 2008-322.300 lopende WW-uitkeringen, 4 procent meer dan in ober - Veel meer uitkeringen voor jongeren (+13,4%) - Sterkste toename sectoren

Nadere informatie

Werkloosheid nauwelijks veranderd

Werkloosheid nauwelijks veranderd Persbericht Pb14-084 18-12-2014 09.30 uur Werkloosheid nauwelijks veranderd - Werkloosheid blijft 8 procent - Meer mensen aan het werk in de afgelopen drie maanden - Aantal WW-uitkeringen met 6 duizend

Nadere informatie

Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren

Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren Persbericht PB14-033 15 mei 9:30 uur Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren - Werkloosheid in april licht gestegen - Arbeidsdeelname afgenomen bij jongeren - Aantal WW-uitkeringen in

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. April 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. April 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt April 2016 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW/WW/WBB 16 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Februari 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 4 Toelichting WW 23 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda Inleiding. 2 Globaal beeld arbeidsmarkt 2006

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda Inleiding. 2 Globaal beeld arbeidsmarkt 2006 Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2006 Herstel economie zet fors door Aantal banen neemt toe Werkloosheidsdaling Breda minder groot Daling jeugdwerkloosheid stagneert Aantal bijstandsgerechtigden daalt

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen April 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen blijven stijgen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische

Nadere informatie

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal Persbericht PB14 56 11 9 214 15.3 uur CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal Meer werklozen aan de slag Geen verdere daling aantal banen, lichte groei aantal vacatures Aantal banen

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktprognose

Regionale arbeidsmarktprognose Provincie Zeeland Afdeling Economie Regionale arbeidsmarktprognose 2012-2013 Inleiding Begin juni 2012 verscheen de rapportage UWV Arbeidsmarktprognose 2012-2013 Met een doorkijk naar 2017". Hierin worden

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Maart 2016 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW/WW/WBB 16 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

Februari 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gestegen Meer WW-uitkeringen

Februari 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gestegen Meer WW-uitkeringen Februari 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gestegen - 483.000 werkzoekenden ingeschreven bij UWV WERKbedrijf - Vooral meer jonge werkzoekenden - Sterke toename werkzoekenden met transport beroep maar

Nadere informatie

Rapportage WW 50plus. Juni 2017

Rapportage WW 50plus. Juni 2017 Rapportage WW 50plus Juni 2017 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 WW-uitkeringen 2 Toelichting WW/NWW/WBB 12 Colofon 13 Rapportage WW 50plus 1 WW-uitkeringen WW-uitkeringen 1 50-plus 2017 mutatie 2016 2017/2016

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2014 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Oktober 2014 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB

Nadere informatie

Werkloosheid in oktober vrijwel onveranderd

Werkloosheid in oktober vrijwel onveranderd Persbericht Pb14-070 20 november 2014 09.30 uur Werkloosheid in oktober vrijwel onveranderd - Meer mensen aan het werk - Aantal WW-uitkeringen vrijwel onveranderd - WW-uitkeringen toegenomen vanuit seizoengevoelige

Nadere informatie

Stille reserve aan leraren in het primair onderwijs

Stille reserve aan leraren in het primair onderwijs Stille reserve aan leraren in het primair onderwijs Versie 2 Datum 20 juli 2017 Status Definitief Onze referentie 1219522 Colofon Directie Kennis Projectnaam Werkgroep Plan van Aanpak Lerarentekort Versienummer

Nadere informatie

Mei Economische Barometer Valkenswaard en Waalre. Verwachting voor 2010 en 2011

Mei Economische Barometer Valkenswaard en Waalre. Verwachting voor 2010 en 2011 Verwachting voor 2010 en 2011 Mei 2010 CONCLUSIES Zakelijke dienstverlening domineert de economie van Waalre. Valkenswaard kent relatief veel industrie en groothandel. Afname van de werkgelegenheid doet

Nadere informatie

Augustus 2012 Aantal WW-uitkeringen boven de Bijna werkzoekenden (NWW) meer dan in juli

Augustus 2012 Aantal WW-uitkeringen boven de Bijna werkzoekenden (NWW) meer dan in juli Augustus 2012 Aantal WW-uitkeringen boven de 300.000 - Lopende WW-uitkeringen met 2 procent gestegen tot 304.000 - Aantal lopende uitkeringen in onderwijssector met 27 procent toegenomen - Uitkeringen

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2014 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 2014 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures UWV 4 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB

Nadere informatie

Regiobericht 1.0 Noord

Regiobericht 1.0 Noord Economie, innovatie, werk en inkomen 1 Kenmerken van het landsdeel Het landsdeel Noord bestaat uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. De provincies werken samen in het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen Maart 2011 Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen 2 WW-uitkeringen 4 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen

Nadere informatie

Stille reserve aan leraren in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs

Stille reserve aan leraren in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs Stille reserve aan leraren in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs Datum 20 juli 2017 Status Definitie Onze referentie 1219738 Colofon Directie Kennis Projectnaam Werkgroep plan van

Nadere informatie

Rapportage WW< 27 jaar. Juni 2017

Rapportage WW< 27 jaar. Juni 2017 Rapportage WW< 27 jaar Juni 2017 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 WW-uitkeringen 2 Toelichting NWW/WW/WBB 11 Colofon 12 Rapportage WW< 27 jaar 1 WW-uitkeringen < 27 jaar WW-uitkeringen 1 2017 mutatie 2016

Nadere informatie

Werkloosheid gedaald, maar minder mensen aan het werk

Werkloosheid gedaald, maar minder mensen aan het werk Persbericht PB14-024 17 april 09.30 uur Werkloosheid gedaald, maar minder mensen aan het werk - Meer mensen trokken zich terug van de arbeidsmarkt - Werkloosheid bij vrouwen toegenomen - Aantal WW-uitkeringen

Nadere informatie

Banen en zelfstandigen

Banen en zelfstandigen 07 Banen en zelfstandigen Maatwerktabellen E,til0n E,til Anouk de Rijk en Harold Kroeze Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen, 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * =

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 2019 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 019 Inhoudsopgave 8565 WW-uitkeringen 3 Statistische bijlage 5 Toelichting WW Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de voorafgaande

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktprognose

Regionale arbeidsmarktprognose Provincie Zeeland Afdeling Economie Regionale arbeidsmarktprognose 2011-2012 Inleiding Begin juni 2011 verscheen de rapportage UWV WERKbedrijf Arbeidsmarktprognose 2011-2012 Met een doorkijk naar 2016".

Nadere informatie

Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari >

Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari > Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal Kernuitkomsten vergeleken, februari 2018 > www.ioresearch.nl Een barometer is gericht op het volgen en (door middel van cijfers) in beeld brengen

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Juli 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB 15 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

Samenvatting Twente Index 2016

Samenvatting Twente Index 2016 Samenvatting Twente Index 2016 Kijk voor regionale en lokale data op www.twenteindex.nl INLEIDING De Twente Index wordt door Kennispunt Twente samengesteld in opdracht van de Twente Board. De Board wil

Nadere informatie

Grafimedia. in cijfers

Grafimedia. in cijfers Grafimedia in cijfers 2015 Inhoud Branche in cijfers 5 Ontwikkeling bedrijven 6 Soorten bedrijven 7 Mutaties in bedrijven 8 Faillissementen 9 Poducentenprijsindex (PPI) grafimediabranche 10 Omzetontwikkeling

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. November 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. November 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt November 2016 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB 15 Colofon De Nieuwsflits

Nadere informatie

Kortetermijnontwikkeling

Kortetermijnontwikkeling Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie