politieke economie eind 1971 We moeten het kapitalisme kennen en we moeten het vernietigen. REVOLUTIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "politieke economie eind 1971 We moeten het kapitalisme kennen en we moeten het vernietigen. REVOLUTIE"

Transcriptie

1 Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1. Het ontstaan van kapitalisten en arbeiders 3 Hoofdstuk 2. De kapitalistische uitbuiting 4 Hoofdstuk 3. Het privé-eigendom is de grondslag van de kapitalistische maatschappij 5 Hoofdstuk 4. De winsthonger en de verscherping van de uitbuiting 6 Hoofdstuk 5. De werkloosheid, een onvermijdelijk verschijnsel onder het kapitalisme 8 Hoofdstuk 6. De verdringing en de ondergang van het kleinbedrijf 9 Hoofdstuk 7. De anarchie van de kapitalistische productie en de crises 10 Hoofdstuk 8. De hoofdtegenstelling in het kapitalisme 11 Hoofdstuk 9. De onvermijdelijke ineenstorting van het kapitalisme 12 Hoofdstuk 10. Het imperialisme, het laatste stadium van het kapitalisme 13 Hoofdstuk 11. De ontwikkeling van de kapitalistische monopolies 14 Hoofdstuk 12. De almacht van het financierskapitaal 16 Hoofdstuk 13. De onderdrukte volkeren worden tot slaaf gemaakt 17 Hoofdstuk 14. De imperialistische oorlogen en de vernietiging van miljoenen mensenlevens 18 Hoofdstuk 15. De algemene crisis van het kapitalisme en de economische wereldcrisis 19 Hoofdstuk 16. De crisis van de dertiger jaren 20 Hoofdstuk 17. De vernietiging van waren door de kapitalisten 21 Hoofdstuk 18. Het kapitalisme holt van de ene crisis naar de andere 22 Hoofdstuk 19. Het fascisme, de openlijke terreur tegen de arbeidersklasse 23 Hoofdstuk 20. Het imperialisme, het verrottend kapitalisme 24 Hoofdstuk 21. Het imperialisme, de vooravond van de socialistische revolutie 25 Naschrift: Restauratie van het kapitalisme in de Sovjet-Unie en de VR China 27 Notities 28

2 Inleiding Dit geschrift gaat over de politieke economie van het kapitalisme. Het is eind 1971 geschreven als een bewerking van een oudere tekst. We moeten het kapitalisme kennen en we moeten het vernietigen. In de tegenwoordige tijd dreigt de crisis en de oorlog. Dit brengt de crisis van 1930 in herinnering, toen het graan aan de varkens werd gevoerd en arbeiders omkwamen van de honger. Toen de kolen, die door de arbeiders waren gedolven, zich opstapelden tot bergen en verrotten, terwijl de arbeiderskinderen verrekten van de kou. Zulke verschrikkingen produceert het kapitalisme. Herhaalt de geschiedenis zich? Socialisten zeggen: Alles is in een voortdurende ontwikkeling en verandert. Ondanks de nieuwe dreiging van crisis en oorlog. In 1939 leefde een zesde deel van de wereldbevolking onder het socialisme en de dictatuur van het proletariaat. Anno 1970 leeft van iedere drie mensen op de wereld er één in een socialistisch land. De volksoorlogen breiden zich uit. De revolutionaire krachten in de imperialistische landen groeien. De arbeidersklasse organiseert zich opnieuw en deze keer mogelijk voor de beslissende krachtmeting met de kapitalistenklasse. De revolutionaire krachten zijn sterker dan ooit te voren. Dat is de hoop van de werkende massa's op de wereld in de toekomst. Daarvoor is het noodzakelijk dat de werkende massa's hun lot in eigen handen nemen en de revolutie tegen het kapitalisme doorvoeren. De grondslag van het kapitalisme is de uitbuiting. Op deze grondslag kweekt het onherroepelijk crises en oorlogen, zolang als het nog bestaat. Hoe de kapitalistische uitbuiting is georganiseerd staat in dit geschrift.[*] *[N.v.d.r.] Hoewel deze tekst eind 1971 werd geschreven (als bewerking van een oudere brochure uit de jaren '50 over de politieke economie van het kapitalisme van de hand van enkele Sovjeteconomen) heeft het geheel voor de huidige tijd niets aan essentie ingeboet. Integendeel, bij het lezen springen onmiddellijk de verrassende overeenkomsten in het oog wat de beschrijving van de politieke en economische situatie in 1971 aangaat ten opzichte van de situatie veertig jaar later! Verschillende passages, m.n. wat betreft het einde van de fase van de relatieve stabilisering van het na-oorlogse kapitalisme en het aanbreken van een nieuwe fase van grote onrust, van oorlogen en revoluties, hebben aan actualiteit niets verloren. De hedendaagse situatie vertoont opmerkelijke parallellen met die van eind 1971 en evenals toen zijn er ook nu twee mogelijkheden: Òfwel de (imperialistische) oorlog brengt (uiteindelijk) de revolutie voort (zoals in 1905, 1917 en 1918), òfwel de revolutie voorkomt het uitbreken van een nieuwe imperialistische oorlog. Maar (evenals in 1970): De hoofdtendens in de wereld is REVOLUTIE!

3 Hoofdstuk 1. Het ontstaan van kapitalisten en arbeiders In de kapitalistische maatschappij zijn alle belangrijke productiemiddelen, d.w.z. alle ondernemingen, fabrieken, spoorwegen, banken, in handen van de kapitalisten. De arbeiders zijn gedwongen hun arbeidskracht te verkopen, om aan bestaansmiddelen te komen. Ze zijn gedwongen zich aan de kapitalisten te verhuren, om met hun arbeid de kapitalisten winst te verschaffen. De kapitalisten verspreiden het sprookje dat de verdeling van de mensen in kapitalisten en arbeiders is ontstaan, doordat een deel vlijtig en spaarzaam was en zodoende kapitalist werd, terwijl het andere deel uit luiaards bestond, die alles wat ze bezaten over de balk smeten en daardoor arm werden. Deze leugen wordt door de kapitalisten met opzet verbreid, om de uitgebuite werkende massa's te bedreigen en de uitbuiting te verdedigen. De kapitalisten komen aan hun rijkdom door het zweet en bloed van de werkende massa's, door geweld, roof en moord op de arbeiders en op de onderdrukte volkeren van de wereld. Het ontstaan van het kapitalisme is, zoals Marx zegt: In de geschiedenis van de mensheid geschreven in letters van bloed en vuur. De Engelse grootgrondbezitters hebben in de 16e en 17e eeuw miljoenen boeren van huis en haard verdreven, hun akkers vernietigd, hun huizen platgebrand en het vrijgekomen land gebruikt als weiden voor schapen. Ze hadden wol nodig voor de textielindustrie. De schapen vreten mensen, zo noemde men het toen in Engeland. Van erf en akker verdreven, beroofd van alle bestaansmiddelen, veranderden de boeren in vogelvrije proletariërs, zoals de industrie in de steden ze nodig had. Maar de industrie kon het proletariaat lang niet zo snel gebruiken als het opdook. De boeren werden massaal bedelende zwervers. In de loop van de 16de eeuw maakten de koningen terreurwetten tegen het zwerven. Marx zegt: De voorvaders van de huidige arbeidersklasse werden destijds gegeseld, omdat ze noodgedwongen gingen zwerven en bedelen. De staatsmacht hielp de bourgeoisie, die aan het ontstaan was, met wetten van bloedige terreur die het van het land verdreven volk aan de discipline van de loonarbeid moesten wennen. Plunderingen, vernietiging en uitroeiing van hele volken, beroving van de boerenstand, genadeloze uitbuiting van de werkende massa's, op die manier stapelden de kapitalisten hun eerste rijkdommen op en kwam een leger van loonarbeiders tot stand. 3

4 Hoofdstuk 2. De kapitalistische uitbuiting De kapitalistische maatschappij is een klassenmaatschappij. Klassen zijn groepen mensen, waarvan de ene groep zich van de arbeid en de andere meester kan maken. De bourgeoisie is de klasse in wier handen zich de belangrijkste productiemiddelen bevinden (machines. bedrijfsruimten, brandstoffen, grondstoffen). Daardoor heeft de bourgeoisie de mogelijkheid zich de arbeid van de arbeiders toe te eigenen, d.w.z. de arbeiders uit te buiten. Dat gebeurt op de volgende manier: De kapitalistische economie is een wareneconomie. Onder het kapitalisme worden alle producten, die in de fabriek gemaakt worden op de markt verkocht. Het zijn waren. Net zoals brood, schoenen en kleren, voorwerpen van koop en verkoop zijn, is ook de arbeidskracht een waar. Dat komt doordat de enige bestaansbron van de arbeider de verkoop van zijn eigen arbeidskracht is. Onder het kapitalisme zijn de proletariërs door hun economische positie gedwongen om voor altijd of tijdelijk hun arbeidskracht te verkopen. Dit betekent: zich aan de kapitalisten verhuren. De kapitalist koopt met geld de arbeidskracht van de arbeider. In de kapitalistische maatschappij is de arbeider volgens de wet vrij, in werkelijkheid echter slaaf van de bezittende klassen. Hij is de slaaf van de bourgeoisie, omdat hij gekocht wordt als een waar, waarvan de prijs kan stijgen en dalen, net zoals de prijs van alle andere waren. Als de vraag naar de arbeidskracht stijgt, gaat de prijs omhoog, wordt de vraag naar arbeidskracht minder, dan zakt de prijs. Iedere waar heeft een bepaalde waarde. De waarde van een waar is afhankelijk van de hoeveelheid arbeid, die voor het voortbrengen van deze waar nodig was. Zo is bijvoorbeeld de waarde van goud hoger dan dat van zout, omdat voor de productie van een bepaalde hoeveelheid goud aanzienlijk meer arbeid nodig is dan voor de productie van dezelfde hoeveelheid zout. De waarde van de arbeidskracht wordt, zoals de waarde van alle andere waren, bepaald door de hoeveelheid arbeid die voor haar productie nodig was. In het arbeidsproces wordt de arbeidskracht uitgeput. Om ze opnieuw op peil te brengen en bruikbaar te maken, moet men aan de arbeider en zijn gezin een bepaalde hoeveelheid bestaansmiddelen geven (voedsel, woning, kleding), zonder deze bestaansmiddelen is geen arbeid mogelijk. Koopt de kapitalist arbeidskracht dan betaalt hij de arbeider een zo laag mogelijk loon. Zonder dat loon zouden de arbeider en zijn gezin niet kunnen werken en van honger sterven. Nemen we aan dat de kapitalist de arbeider heeft aangenomen onder de voorwaarde om 10 uur per dag te werken. Om de waarde van het loon te produceren dat hij van de kapitalist krijgt, moet hij pak weg 3 uur werken. Hij werkt echter 10 uur. Het gevolg is dat hij 7 uur niet voor zichzelf werkt. De arbeid die hij in de loop van die 7 uur verzet, wordt door de kapitalist niet betaald. Dat is de meerarbeid, die een nieuwe waarde, de meerwaarde, schept. Deze eigent zich de kapitalist toe. Dit verschaft hem de winst. De uitbuiting van de arbeiders door de kapitalisten bestaat dus bijgevolg uit de toeëigening van de onbetaalde arbeid, uit de toeëigening van de meerwaarde door de kapitalisten. Dit onbetaalde deel van de arbeid, deze door de arbeider gemaakte meerwaarde, is de bron van de winst, de bron van de uitplundering van miljoenen arbeiders, de bron van de uitbuiting van de arbeidersklasse door de bourgeoisie. In tegenstelling tot het kapitalisme bestaat er in de socialistische bedrijven in een socialistisch land, zoals de Volksrepubliek China[*], géén meerwaarde. In deze bedrijven bestaan er geen klassen die als vijanden tegenover elkaar staan en waarvan de één de arbeid van de ander toeeigent. Deze bedrijven zijn het eigendom van de socialistische staat, d.w.z. van de arbeidersklasse als geheel. Het gevolg is dat het door de arbeiders gemaakte meerproduct eigendom is van de gehele arbeidersklasse en wordt gebruikt voor de opbouw van het socialisme. Voor de industrialisering, voor de collectivisering van de landbouw, voor de verhoging van het levenspeil van de werkende massa's. De arbeiders produceren zodoende geen meerarbeid voor een handjevol kapitalisten, maar voor het hele volk, voor zichzelf. 4

5 Hoofdstuk 3. Het privé-eigendom is de grondslag van de kapitalistische maatschappij Waarom is de arbeider echter gedwongen om zich onder het kapitalisme in dit juk te laten spannen? Omdat zijn enige bestaansmiddel de verkoop van zijn eigen arbeidskracht is. En omdat alle productiemiddelen privé-eigendom van de kapitalisten zijn, wat hen de mogelijkheid biedt de arbeiders uit te buiten. Het privé-eigendom van de kapitalisten over de productiemiddelen is de grondslag van de kapitalistische maatschappij. Daarom heeft het kapitalisme vanaf het ogenblik van haar ontstaan in haar vaandel geschreven:,,het privé-eigendom is heilig en onaantastbaar. De grote Franse revolutie van 1789, die de bourgeoisie de grote overwinning op de feodale heren (grootgrondbezitters en bezitters van lijfeigenen) gebracht heeft, proclameerde dit grondbeginsel in haar 'Declaratie over de rechten van de mensen en burgers'. Enige jaren later, nog tijdens dezelfde revolutie, werd iedereen die een landhervorming of gelijksoortige wet wilde doorvoeren, of die het eigendom van grond, handel en industrie wilde opheffen, ter dood veroordeeld. Vanwege het heilige en onaantastbare privé-eigendom heeft de Franse bourgeoisie later de Parijse Commune[**] in 1871 in een zee van bloed gesmoord. Ter verdediging van het heilige en onaantastbare privé-eigendom riep de bourgeoisie een machtige staatsmachinerie in het leven, een georganiseerd leger van gewapende mensen, de politie, de gerechtsdienaren, die tegen de massa's van de arbeiders worden ingezet, zodra deze tegen het kapitalistische eigendom in verzet komen. 5

6 Hoofdstuk 4. Winsthonger en verscherping van uitbuiting Het is niet voldoende om van de kapitalisten te zeggen dat ze uit de arbeiders winst persen. De kapitalist is er op uit zo veel mogelijk winst te maken. De winsthonger van de kapitalist kent géén grenzen. In 'Het Kapitaal' van Marx lezen we: Het kapitaal heeft een afschuw voor het ontbreken van winst en voor een zeer kleine winst, zoals de natuur voor een lege ruimte. Overeenkomstig de winst wordt het kapitaal dapper. Als 10 procent is verzekerd, kan men het overal gebruiken, bij 20 procent wordt het levendig, bij 50 procent overmoedig, voor 100 procent vertrapt het alle menselijke rechten onder zijn voeten, 300 procent en er bestaat geen misdaad die het niet riskeert, zelfs op het gevaar af aan de galg terecht te komen. Hoe wordt deze onbeperkte jacht van de kapitalisten naar winst verklaard? Als de kapitalist de door de arbeiders geproduceerde waren verkoopt, stuit hij op de markt op andere kapitalisten, die dezelfde waren willen verkopen. De kapitalisten concurreren onderling. Iedere kapitalist streeft er naar de klanten voor de neus van de andere kapitalist weg te kapen, de anderen van de markt te verdringen. Als winnaar komt uit de strijd tevoorschijn diegene die in staat is zijn waren goedkoper aan de man te brengen. Maar dat is alleen voor dié kapitalist mogelijk voor wie de warenproductie de minste kosten met zich mee brengt. Om zijn waren goedkoper te maken, verscherpt de kapitalist de uitbuiting van zijn arbeiders. Zoals aangetoond werd, maakt de kapitalist de winst uit de meerarbeid van de arbeiders. Laten we aannemen dat de arbeidsdag 10 uur bedraagt en de meerarbeid van de arbeider 7 uur. Bij een 12-urige arbeidsdag zou de meerarbeid dan al 9 uur bedragen. Daarom streeft de kapitalist ernaar, de arbeidsdag zo lang mogelijk te maken. Iedere Nederlandse arbeider weet nog van zijn eigen vader of grootvader dat er werkdagen waren van zonsopgang tot zonsondergang, 10 tot 14 uur lang. Honderd jaar geleden al bracht Marx de 8- urendag naar voren. Maar onder het kapitalisme is dat nog steeds niet verwezenlijkt. In 1969 maakten de Nederlandse arbeiders een gemiddelde werkweek van 52 uur. Dat betekent dat werkweken van meer dan 60 uur niet tot een uitzondering behoren. Het noodgedwongen overwerk om een behoorlijk loon te bereiken, is een middel van de kapitalisten om de arbeidsdag langer te maken. Dit leidt tot lichamelijke uitputting en vernietiging van de arbeiders. Dat zijn de grenzen aan de verlenging van de arbeidsdag. Daarom verhoogt de kapitalist niet alleen zijn winst door de arbeidsdag te verlengen. Hij verhoogt de winst ook door loonsverlagingen. Het kapitalisme voert een onverbiddelijke strijd tegen het arbeidsloon. Voor de Tweede Imperialistische Wereldoorlog werden in de kapitalistische landen overal loonsverlagingen doorgevoerd. In 1933 verdienden de arbeiders in de VS nog maar tweederde van het loon van 1918 en de arbeiders in Duitsland nog maar de helft. Tegenwoordig worden loonsverlagingen meestal anders doorgevoerd. De kapitalisten zorgen dat de prijzen harder stijgen dan de lonen [inflatie]. In verhouding gaan de lonen dan toch achteruit. Deze plundermethode werd in Nederland vlak na de oorlog het eerst toegepast door de regering van de sociaal-democraat Willem Drees. Aan het einde van de zestiger jaren werd een nieuwe golf van prijsstijgingen doorgevoerd, terwijl de lonen werden gedrukt. Bovendien worden de belastingen opgevoerd. Om hun winsten te verhogen grijpen de kapitalisten ook naar vrouwen en kinderarbeid (Jonge mensen moeten tegenwoordig langer geschoold worden, omdat de productie hogere eisen aan hun vaardigheid en inzicht stelt). De kapitalistische uitbuiting van de werkende jongeren is meedogenloos. Bovendien transporteren de kapitalisten buitenlandse arbeiders naar hun fabrieken. De buitenlandse arbeiders worden tot het merg uitgebuit en dienen om de lonen te drukken. Tenslotte gebruiken de kapitalisten nog een andere methode om hun winsten te verhogen: de vervolmaking van de techniek, het invoeren van steeds duurdere en snellere machines, de rationalisering van de productie. Deze maatregelen maken het de kapitalisten mogelijk de intensiteit van de arbeid te verhogen. 6

7 Sinds bij Ford in de VS de lopende band werd ingevoerd is in alle kapitalistische bedrijven het tempo enorm opgedreven. De snelheid en gecompliceerdheid van de machines stellen steeds hogere eisen aan de arbeiders, die door tariefstelsels worden opgejaagd. De lichamelijke inspanningen waartoe de arbeiders onder het kapitalisme met geweld gedwongen worden, slopen de gezondheid. Arbeiders die op hun 45ste of 50ste nog niet door kwalen of invaliditeit getroffen zijn, vormen een uitzondering. De kapitalistische rationalisering verandert de arbeider in een aanhangsel van de machine. De ontwikkeling van de kapitalistische techniek en de kapitalistische rationalisering leiden ertoe dat de graad van de uitbuiting stijgt. Dit alles geeft de kapitalist de mogelijkheid, de productiekosten te doen dalen, de arbeidsproductiviteit te verhogen en te bereiken dat de arbeider in de loop van het gelijke aantal uren een meervoudige productie levert. De productie per arbeider steeg in 1970 bij Shell bijv. met gulden. In dat jaar kregen de arbeiders hoogstens 1000 gulden loonsverhoging. De afstanden die naar het werk moeten worden afgelegd, vereisen behoorlijk vervoer. Daarom behoren bijv. een brommer of een auto tegenwoordig net zo goed tot de noodzakelijke kosten van het levensonderhoud als schoenen en kleren. Door hun organisatie en hun strijdbaarheid weten de arbeiders de kapitalisten deze noodzakelijkheden ook af te dwingen. Als men de kapitalist zijn gang laat gaan, dan zou hij de lonen onderdrukken tot regelrechte hongerlonen of nog minder. De conclusie van dit hoofdstuk: verlenging van der arbeidsdag, loonsverlagingen, gebruik van buitenlandse arbeiders, de technische vervolmaking en rationalisering van de productie, dat zijn de middelen van de kapitalisten om steeds grotere winsten te maken. 7

8 Hoofdstuk 5. Werkloosheid, onvermijdelijk verschijnsel onder het kapitalisme De arbeider moet zich onderwerpen aan de uitbuiting die in het vorige hoofdstuk werd beschreven, omdat hij anders door de kapitalisten uit het bedrijf wordt gesmeten. Hij wordt met werkloosheid bedreigd. De kapitalisten hebben voortdurende een leger van werklozen nodig, die geen andere keus hebben dan klaar te staan en de plaats van de ontslagenen in te nemen. Werkloosheid is er bijv. als er nieuwe machines worden ingevoerd. In tijden van crisis wordt de werkloosheid een massaal verschijnsel. Het leger van werklozen oefent een aanzienlijke druk uit op degenen die nog werk hebben (Marx beschreef het al). Ze worden gedwongen tot nog harder zwoegen en slaven, waardoor de kapitalisten opnieuw de kans schoon zien om er arbeiders uit te gooien. Maar ook in tijden van hoogconjunctuur[1] tussen de crises in, wensen de kapitalisten een reserveleger van werklozen. Daarom spreken ze van een 'normale arbeidsreserve'. De verradersvakbonden gebruiken deze woorden ook. Kapitalisten en vakbondsbureaucraten willen beide dat er altijd een slapte is op de arbeidsmarkt. Dat is gunstig voor het kapitaal. Het kapitalisme is zonder werkloosheid ondenkbaar. Pas onder het socialisme zal er voor iedereen werk zijn met beloning naar prestatie. 8

9 Hoofdstuk 6. Verdringing en ondergang van het kleinbedrijf De handwerker kan met de kapitalist niet concurreren, omdat de kapitalist betere en goedkopere waren produceert. De grotere machines waarover de kapitalist de beschikking heeft, kan het kleinbedrijf van een handwerker zich niet veroorloven. Hij wordt te gronde gericht en is uiteindelijk gedwongen zijn zaak te sluiten, zich bij de kapitalist aan te bieden en zich in de rijen van de loonarbeiders te voegen. Bijzonder sterk worden de rijen van het proletariaat aangevuld door de toevloed van te gronde gerichte kleine boeren. Dit is in een land als Nederland nog steeds gaande. Daartoe in staat gesteld door de EEG[2] (Plan Mansholt) worden de boeren geplunderd door fabrieken, die landbouwmachines leveren en aan de andere kant bedrijven die de landbouwproductie verwerken. De ellende onder de boeren is groot. In Nederland nadert het kapitalisme het punt dat er van een boerenstand in het geheel geen sprake meer is. De coöperaties en de grootindustrie, buiten de werkende boer meedogenloos uit en brengen hem tot verpaupering. In dezelfde mate waarin zich het kapitalistische grootbedrijf in de landbouw meer verbreid, wordt het kleine landbouwbedrijf steeds meer verdrongen en te gronde gericht. De verproletarisering van de werkende boerenklasse neemt toe. 9

10 Hoofdstuk 7. De anarchie van kapitalistische productie en de crises De kapitalistische productie is een anarchistische productie. D.w.z. een productie zonder planning. Iedere kapitalist produceert waren, zonder rekening te houden met de werkelijke behoeften van de maatschappij. Hij laat zich uitsluitend leiden door de wens, de waren zo voordelig mogelijk te verkopen, zoveel mogelijk winst bijeen te schrapen, en de andere kapitalisten in de concurrentiestrijd te overwinnen. De kapitalisten maken de hoeveelheid waren die geproduceerd en op de markt gebracht wordt steeds groter. Maar de vraag naar die waren stijgt niet in dié mate, dat alle waren verkocht kunnen worden. Dit komt doordat de hoofdconsument van de waren op de kapitalistische markt de miljoenenmassa van de werkende bevolking is. Met de ontwikkeling van het kapitalisme echter neemt de verpaupering van de arbeidersklasse toe en wordt het levenspeil van de werkende massa lager. Op deze manier neemt de productie steeds meer toe, maar de miljoenenmassa van de werkende bevolking heeft niet de middelen om de waren te kopen. Er komt overproductie. Op de markt zijn er dan zoveel waren dat er geen kopers voor zijn. Wanneer nu de grootindustrie in haar bloeitijd er mee gemoeid is zoveel mogelijk te produceren, werpt ze een zo grote hoeveelheid waren op de markt, dat de onbemiddelde meerderheid van het volk niet langer in staat is ze te betalen. Het aantal machines, werktuigen, spoorwegen, enz. wordt steeds groter, maar deze groei wordt van tijd tot tijd onderbroken, omdat de massa van het volk, voor wie al deze verbeterde productiemiddelen zouden moeten zijn, in een armoede verblijft, die grenst aan bedelarmoede. Er ontstaat zo een tegenstelling tussen de hoogte van de productie en de hoogte van de koopkracht van de verbruikers. Deze tegenstelling heeft stormachtige en vernietigende crises door overproductie tot gevolg. Fabrieken worden stilgelegd, mijnschachten onder water gezet, hoogovens gedoofd, de landbouwproductie wordt beperkt, de prijzen dalen, de werkloosheid stijgt. Miljoenen arbeiders worden op straat gegooid en veranderen in werklozen, in hongerige, dakloze mensen. Zij, die nog in het bedrijf gebleven zijn, verliezen hun toch al zo armoedig loon. Ze krijgen werktijdverkorting, krijgen minder loon. De werkende massa's lijden gebrek, omdat ze te veel waren geproduceerd hebben. De hele geschiedenis van het kapitalisme is vol van crises, die periodiek om de 12, 10, 8, tegenwoordig 4 jaar, terug komen. De kapitalisten zoeken een uitweg uit de crises door een verdere verslechtering van de situatie van de werkende massa's. Ze verlagen opnieuw de lonen om hun verliezen op het proletariaat af te wentelen en om deze verliezen door een verscherpte uitbuiting van de arbeiders te verkleinen. In de crisis gaan de zwakste bedrijven ten onder. Andere worden opgeslokt door de grote concerns. De kapitalisten concentreren, voeren nieuwe technieken door om te komen tot bedrijven die beter tegen de crisis bestand zijn. Als het dieptepunt gepasseerd is, vatten de kapitalisten weer moed. De economie komt kreunend weer op gang en stoomt op naar een nieuwe ineenstorting. Na verloop van tijd stort het kapitalisme de werkende massa's opnieuw in de afgrond van de crisis. Met de ontwikkeling van het kapitalisme worden deze crises steeds scherper. De crisis van de dertiger jaren overtrof alle voorgaande crises. Als het kapitalisme niet wordt vernietigd, komt er onherroepelijk een crisis die de crisis van 1930 zal overtreffen in ellende voor de miljoenenmassa's. 10

11 Hoofdstuk 8. De hoofdtegenstelling in het kapitalisme Al deze kenmerken van de kapitalistische maatschappelijke orde komen voort uit de fundamentele tegenstelling in het kapitalisme, uit de tegenstelling tussen het karakter van de productie en de vorm van het eigendom hierover. Waaruit bestaat deze tegenstelling? Laten we eens een willekeurig product van een moderne fabriek nemen. Geen enkele arbeider die aan het vervaardigen van dit product heeft deelgenomen, kan beweren: Dat heb ik alleen gemaakt, dat is uitsluitend mijn product. In een gemechaniseerde schoenfabriek bijv. gaat een laars door tientallen arbeidershanden. Zelfs alle arbeiders van de betreffende fabriek samen, kunnen niet zeggen: Dat hebben wij alleen gemaakt, dat is ons product. De schoenfabriek kan niet zonder machines, zonder leer, zonder brandstoffen, die in andere fabrieken worden vervaardigd. Precies zo liggen de zaken in ieder ander bedrijf. Een automobielfabriek kan niet zonder werkbanken, ijzer, staal, kolen en elektrische kracht werken die in andere bedrijven geproduceerd of gewonnen worden. Een confectiefabriek kan niet werken als er geen machines, stoffen, knopen en andere materialen zijn, die door andere fabrieken geproduceerd worden. Niet alleen de industriële producten, maar ook de producten van de boeren (granen, suikerbieten, vlas, katoen) zijn het resultaat van arbeid, waarbij ook productiemiddelen (tractoren, combines) worden gebruikt die in de fabriek worden gemaakt. Daarom zijn zowel de productiemiddelen (machines, grondstoffen, brandstoffen) als ook de in de fabriek en in de landbouw geproduceerde eindproducten het resultaat van collectieve, maatschappelijke arbeid. De productie is meer en meer een maatschappelijke productie. Intussen zijn echter in de kapitalistische maatschappij zowel de productiewerktuigen in de bedrijven als ook de in deze bedrijven vervaardigde producten eigendom van één persoon (of van een kleine groep personen). Dat is een persoon die aan het vervaardigen van het product niet heeft deelgenomen. Dat is de kapitalist. Als gevolg daarvan ontstaat er een tegenstelling: het vervaardigde product is het resultaat van collectieve, maatschappelijke arbeid; toch is dit product geen eigendom van de producenten, maar wordt door de kapitalist als particulier eigendom toegeëigend. Deze tegenstelling tussen het maatschappelijk karakter van de arbeid en het particuliere eigendom is de belangrijkste tegenstelling van de kapitalistische maatschappij. 11

12 Hoofdstuk 9. De onvermijdelijke ineenstorting van het kapitalisme Deze fundamentele tegenstelling is binnen het kader van het kapitalisme niet op te lossen. Deze tegenstelling kan alleen uit de weg worden geruimd door opheffing van het particulier eigendom van de productiemiddelen en de vervaardigde producten. D.w.z. door opheffing van de kapitalistische klasse. Het proletariaat heeft de opgave deze tegenstelling op te heffen. De strijd tussen proletariaat (arbeidersklasse) en bourgeoisie is een onverzoenlijke strijd, een strijd op leven en dood. Met de ontwikkeling van het kapitalisme wordt deze strijd onvermijdelijk steeds scherper en steeds dieper. In de loop van de strijd neemt het verzet van de arbeidersklasse steeds hardere vormen aan. Daarbij groeit het proletariaat zonder ophouden, omdat tengevolge van de verdrijving en de ondergang van het kleinbedrijf de proletarisering van de werkende massa's steeds meer toeneemt. Marx zegt: Met het voortdurende afnemende aantal kapitaalmagnaten, groeit de ellende, de druk, de knechting, de ontaarding, de uitbuiting... Tegelijkertijd verzamelt het proletariaat in de loop van zijn strijd steeds meer revolutionaire ervaring, groeit zijn organisatie en eenheid. Dat alles maakt de nederlaag van de bourgeoisie en de overwinning van het proletariaat onvermijdelijk. Met de ontwikkeling van de grote industrie wordt dus onder de voeten van de bourgeoisie de bodem weggetrokken, waarop ze produceert en zich de producten toeëigent. Ze produceert vóór alles haar eigen doodgravers. Haar ondergang en de overwinning van het proletariaat zijn even onvermijdelijk. Deze profetische woorden werden door Marx en Engels uitgesproken, toen het kapitalisme zich nog in stijgende lijn van zijn ontwikkeling bevond. Maar de verdere ontwikkeling van het kapitalisme bevestigt de juistheid van deze woorden. Het kapitalisme nadert steeds dichter zijn graf. De doodgravers hebben de spade reeds in de hand. 12

13 Hoofdstuk 10. Het imperialisme, het laatste stadium van het kapitalisme Tegen het einde van de 19de eeuw komt het kapitalisme in een nieuwe fase van zijn ontwikkeling, in de fase van het imperialisme. In deze periode krijgt het kapitalisme nieuwe eigenschappen. De eigenschappen van het kapitalisme verscherpen zich in deze periode van zijn ontwikkeling. Het kapitalisme wordt een hindernis voor de verdere ontwikkeling van maatschappij, techniek en wetenschap. Het kapitalisme verrot en loopt vast. Het tijdperk van imperialistische oorlogen en van proletarische revoluties begint. Het kapitalisme wordt door de nieuwe, socialistische maatschappij afgelost. Wat zijn nu de belangrijkste kenmerken van het imperialisme, het hoogste en laatste stadium in de ontwikkeling van het kapitalisme? 13

14 Hoofdstuk 11. De ontwikkeling van de kapitalistische monopolies De geweldige bloei van de kapitalistische techniek leidt ertoe dat de kleinere kapitalisten opgeslokt worden. De kring van personen die de productiemiddelen bezitten, wordt steeds kleiner. Daartegenover stapelen zich echter in de handen van dit kleine aantal geweldige rijkdommen op. Er voltrekt zich een toenemende centralisatie van kapitaal (het opslokken van de kleine kapitalisten door de grote) en de concentratie daarvan (opstapeling van grote hoeveelheden kapitaal in handen van afzonderlijke kapitalisten door een toenemende groei van winsten). De centralisatie en concentratie van de productie brachten in het totale economische leven van de kapitalistische maatschappij veranderingen teweeg. Ze leidden ertoe dat uit de rijen der kapitalisten, de sterkste en roofzuchtigste kleine groepen gingen vormen. De reuzenbedrijven van de kapitalisten groepen maakten de kleine fabrikanten van zich afhankelijk. Ze namen aan het einde van de 19de eeuw op de markt een leidende positie in. Ze concentreerden bijna de gehele productie in hun handen en werden tot monopolisten, tot heren op de markt. Op deze manier werd in 1929 in de VS 70% van de totale staalproductie in 3 metaaltrusts geconcentreerd. De automobielindustrie van de VS was in 1930 voor 60% in handen van 2 firma's geconcentreerd: Ford en General Motors. De totale automobielindustrie van de wereld is in wezen in 5 of 6 grote concerns (d.w.z. verenigingen waarin industriehandels- en bankbedrijven samengevoegd zijn) geconcentreerd. In 1960 controleerden 135 maatschappijen in de VS 45% van de totale productiecapaciteit aan machines en dergelijke. Deze ondernemingen zijn onderling allemaal weer verbonden. Men heeft kunnen vaststellen dat 1% van de aandeelhouders in de VS 60% van de aandelen in de 200 grootste ondernemingen bezit. D.w.z. dat dit handjevol uitzuigers van meer dan de helft van de gehele industrie in de VS profiteert. De ontwikkeling van de kapitalistische monopolies beperkt zich niet tot het scheppen van zulke monopolies binnen de afzonderlijke kapitalistische staten. Deze ontwikkeling leidde tot het vormen van internationale monopolieverenigingen. Zeven grote oliemaatschappijen controleren de gehele aardoliehandel op de wereld. Ze vormen het internationale oliekartel, dat meer dan 90% van de bronnen, het transport en de verwerking van de aardolie in handen heeft. Als er nieuwe gebieden worden ontdekt, die ze kunnen plunderen, worden er na felle onderlinge strijd natuurlijk afspraken gemaakt over de verdeling van de koek. In dit kartel zitten de oliebaronnen van onder andere de VS, Engeland, Nederland (Shell) en Frankrijk. Ongeacht de uitslagen van parlementsverkiezingen zijn het deze rovers die de ministeries van buitenlandse zaken in handen hebben en die regeringen ten val brengen. Dergelijke kartels hebben zich in alle belangrijke industrietakken gevestigd en proberen voortdurend hun macht te versterken. De monopolieverenigingen werden de heren van de kapitalistische industrie. Met het vestigen van de heerschappij der monopolies heeft het kapitalisme een nieuw hoger stadium van zijn ontwikkeling bereikt: het imperialisme. Het kapitalisme ontwikkelde zich tot het monopolistische kapitalisme. De centrale plaats in de productie en in de warencirculatie werd ingenomen door de monopolies, de grootste en rijkste kapitalistische rovers. 14

15 Het imperialisme is het monopolistische stadium van het kapitalisme, stelt Lenin in zijn imperialisme studie dan ook. De monopolies zijn de belangrijkste bijzonderheid van het moderne kapitalisme. De burgerlijke economen en de theoretici van het sociaal-fascisme* (sociaal-democratie) beweerden dat met de ontwikkeling van de monopolieverenigingen van de kapitalisten de concurrentiestrijd zou afsterven, de strijd tussen de kapitalisten opgeheven zou worden. Er zou een 'georganiseerd' kapitalisme ontstaan, beweerden ze. In werkelijkheid leiden de monopolies niet tot een grotere georganiseerdheid van de burgerlijke wereld, niet tot de opheffing van de concurrentie, maar tot een nog grotere versterking van de anarchie (gebrek aan planning) van de kapitalistische economie, tot een verscherping van de concurrentie binnen de afzonderlijke kapitalistische landen, en ook tussen hen onderling. De strijd tussen de monopolieverenigingen van de kapitalisten om afzetmarkten voor hun waren en om grondstoffen verscherpt en versterkt zich steeds meer, evenals de strijd tussen de afzonderlijke kapitalisten of groepen binnen de vereniging, de strijd om het aandeel in de winsten van de trust. Ook de strijd van de trusts tegen de niet bij de trust aangesloten kapitalisten wordt heviger. Deze strijd tussen de kapitalisten van verschillende landen leidt tot imperialistische oorlogen. 15

16 Hoofdstuk 12. De almacht van het financierskapitaal Het imperialisme betekent ook de almacht van de banken. In het begin van het kapitalisme waren de banken tussenpersonen bij betalingen en leenden zij tegen rente het geld uit dat hen ter bewaring was gegeven. Centralisatie en concentratie is er niet alleen in de industrie, maar ook in het bankwezen. In de bank concentreren zich geweldige geldsommen. Dat leidt ertoe, dat de banken die aan een industrieel krediet verlenen, zijn bedrijf onder hun controle stellen en vaak ook zelf oprichters en organisatoren van nieuwe bedrijven en hele industrietakken worden. Op deze manier voltrekt zich het samensmelten van bankkapitaal en industriekapitaal. Dit samengesmolten bank- en industriekapitaal draagt de naam financierskapitaal. Laten we een voorbeeld nemen: de bankgroep Morgan in de VS. In de staalindustrie is een trust van haar afhankelijk, die 40% van de totale staalproductie der VS levert. Bovendien heeft deze groep sterke invloed op twee andere staalmaatschappijen. In de koperindustrie controleert de bank van de miljardair Morgan de grootste verenigingen met 25% van de koperwinning en 35% van de koperverwerking. In de automobielindustrie controleert dezelfde financiersgroep de firma General Motors, die bijna 35% van de auto's in de VS produceert en op haar beurt een reeks van maatschappijen in Duitsland, Frankrijk en Engeland controleert, omdat ze in hun kapitaal aandelen heeft. Op het gebied van nieuwsdienst controleert de Morgangroep de vereniging Telegraph & Telephone, die winsten van 4 miljard laat zien en in de VS een bijna onbeperkt monopolie op het gebied van het telefoonwezen bezit. Bovendien controleert de Morgangroep de grootste telegraafmaatschappijen en nog verschillende anderen. Onder de controle van de Morgangroep staat een spoorwegnet van mijl lengte. D.w.z. bijna een derde van alle spoorwegen van de VS. Op het gebied van de bedrijven van algemeen nut (elektriciteit, gas, enz.) controleert Morgan ongeveer 40% van de totale productie van de elektrische energie. Morgan is bankier van de wereld. Het bankiershuis Morgan heeft inderdaad de imperialistische wereldoorlog van 1914/18 gefinancierd. Alle grote leningen van na de oorlog, die aan Europese staten verstrekt werden, zijn verbonden met de deelname van Morgan. Dit is een voorbeeld uit de jaren vóór de tweede wereldoorlog. De macht van de bankiers is sinds die tijd alleen maar groter geworden. Ook in Nederland dat ook een imperialistisch land is. Er kan geen bedrijf sluiten of men leest in de krant dat bijv. de ABN-bank het niet verantwoord vond nog langer krediet te verlenen. Op deze manier concentreren zich in de handen van enkele bankiers alle productiekrachten van het land. Het staatsapparaat van de kapitalistische staat komt volkomen onder hun controle te staan. Wie weet niet dat in geen enkele kapitalistische staat nog een kabinet tegen de wil van de grote financiële magnaten gevormd kan worden; men hoeft slechts financiële druk uit te oefenen en de ministers vliegen van hun zetels als door de duivel bezeten. De industriekapitalist (fabrieksbezitter) bestaat niet meer naast de bankier. De industrieel en de bankier smelten in de figuur van de financieel magnaat samen tot één persoon. Het tijdperk van het monopolie-kapitalisme (of het imperialisme) is een tijdperk van de heerschappij van de financiële koningen, het tijdperk van het financierskapitaal. 16

17 Hoofdstuk 13. De onderdrukte volkeren worden tot slaaf gemaakt Vroeger, in de periode vóór het imperialisme, voerden de meer ontwikkelde kapitalistische landen hun overschot aan waren uit naar andere, industrieel minder ontwikkelde landen, verkochten ze daar tegen hoge prijzen en verkregen op kosten van deze landen winsten. Nu, in het tijdperk van het imperialisme, heeft zich, naast de warenuitvoer, vooral de uitvoer van kapitaal ontwikkeld en overheersende betekenis verkregen. De financiële magnaten beleggen hun kapitaal in de minder ontwikkelde, van de imperialistische staten afhankelijke landen om daar de goedkope grondstofbronnen onder controle te krijgen, eigen bedrijven op te richten en de inheemse industrie aan zich te onderwerpen. Tegelijkertijd vinden de kapitalisten hier goedkope arbeidskrachten, miljoenen arme boeren worden kapot geconcurreerd en raken werkloos. Bovendien zijn de werkende massa's van deze landen nog minder klassebewust, minder georganiseerd dan in de imperialistische landen. Daarom hebben de kapitalisten hier de mogelijkheid om de arbeiders en hun gezinnen onbeperkt uit te buiten. Door de roofzuchtige uitbuiting en directe uitplundering van de onderdrukte volkeren verkrijgen de kapitalisten superwinsten. De kapitaalexport naar achterlijke landen is een bijzonder vette, een bijzonder gemakkelijke buit. Vroeger ging het om regelrechte kolonies. Deze hebben echter vooral sinds de tweede wereldoorlog bijna allemaal hun onafhankelijkheid bevochten. Maar de moordende controle over de economie van deze landen door de imperialistische landen duurt voort. Zij hebben de touwtjes in handen als het gaat om de winning van grondstoffen, de investeringen en de handel. Ze geven zogenaamde ontwikkelingshulp. Deze miljoenen moeten door de onderdrukte landen altijd worden besteed aan bestellingen bij de grote concerns in de landen waar de 'hulp' vandaan komt. Het komt er op neer dat het belastinggeld dat merendeels uit de zakken van de arbeiders wordt geklopt, verdwijnt naar de kapitalisten, nadat ondertussen de onderdrukte volkeren er armer op gemaakt zijn. Doordat de kapitalisten naar de onderdrukte landen kapitaal uitvoeren en daar een kapitalistische industrie in het leven roepen, steunen ze de groei van de proletarische kaders in de arme landen. Het verzet van de onderdrukte volken tegen de imperialisten wordt harder, de tegenstellingen tussen de onderdrukte landen en de onderdrukkers verscherpen zich. Bij het opzetten van een industrie in de onderdrukte landen laten de imperialisten echter geen verzwakking van de afhankelijkheid van deze landen aan de onderdrukkers toe. In de onderdrukte landen wordt voornamelijk lichte industrie uit de grond gestampt, die wat betreft uitrusting (machines, werkbanken en dergelijke) geheel van de imperialistische landen afhankelijk is. De imperialisten doen dit met opzet om de industrie in de onderdrukte landen afhankelijk te houden. Het imperialisme splitste de bevolking van de aarde in twee kampen: in een handvol 'voortgeschreden' kapitalistische landen, die grote afhankelijke landen uitbuiten en onderdrukken en in een geweldige meerderheid van onderdrukte landen die gedwongen zijn voor hun bevrijding van het imperialistische juk te strijden. 17

18 Hoofdstuk 14. De imperialistische oorlogen en de vernietiging van miljoenen mensenlevens Bij het beleggen van hun kapitaal in de onderdrukte landen stuiten de imperialisten van het ene land op de concurrentie van de kapitalisten van andere landen. Aan het begin van de 20e eeuw waren alle kolonies op de wereld reeds onder de kapitalistische staten opgedeeld. Engeland, Frankrijk en het tsaristische Rusland maakten zich meester van alle tot dan toe vrije gebieden op de wereld. In dezelfde tijd werden de economische invloedssferen onder de imperialistische landen opgedeeld in gebieden waarin deze landen voorkeursrecht genoten bij de afzet van waren en bij kapitaalexport. Zo werden Perzië (Iran) onder Engeland en het tsaristische Rusland, China onder Engeland, Japan, de VS en tsaristisch Rusland, Zuid-Amerika onder Engeland en de VS opgedeeld. Intussen echter kwamen nieuwe jonge imperialistische staten opzetten met een hoogontwikkelde industrie en een sterk vervolmaakte techniek, die geweldige hoeveelheden waren sneller en goedkoper konden produceren. (bijv. Duitsland en Japan). De jongste, sterkste imperialistische staten haalden andere kapitalistische landen in, die zich vroeger ontwikkeld hadden en reeds alle markten bezet hielden. De kapitalistische landen die zich later ontwikkelden, zoals Duitsland, Japan en de VS, zoeken 'een plaats onder de zon', markten voor afzet van waren en kapitaalexport. De imperialistische grote mogendheden raken in strijd met elkaar. Ze beschikken over geweldige militaire krachten, over legers en oorlogsvloten. De strijd om de gunstigste kapitaalbelegging ontwikkelt zich onvermijdelijk tot gewapende conflicten om de reeds opgedeelde onderdrukte landen opnieuw te verdelen. Hieruit ontstaan onvermijdelijk imperialistische oorlogen, oorlogen om grondstofbronnen en arbeidskrachten, oorlogen om afzetmarkten en kapitaalbeleggingssferen. D.w.z.: oorlogen om de wereldheerschappij en om de macht over zwakkere volkeren. Zo'n oorlog was bijvoorbeeld de eerste imperialistische wereldoorlog ( ). Mao Zedong waarschuwde de wereld in 1970 dat het gevaar van een nieuwe wereldoorlog nog steeds bestaat en dat de volkeren van de wereld er op voorbereid moeten zijn. Maar, zegt hij, de belangrijkste stroming vandaag is revolutie. De revolutionaire krachten versterken zich van dag tot dag. In China zegeviert het socialisme. De volkeren van Vietnam, Laos en Cambodja geven de Amerikaanse agressors een pak slaag. In Afrika en Zuid-Amerika vestigen zich burgerlijke regeringen (bijv. in Chili), die niet op het standpunt van de arbeiders en arme boeren staan, maar zich wel ontworstelen aan het juk van het imperialisme en het imperialisme zware slagen toebrengen [Let wel: Dit werd in 1971 geschreven!]. In het hart van de imperialistische wereld, in de VS, Japan en West-Europa, groeit de strijd van de arbeidersklasse, die het schrikbeeld van een nieuwe crisis voor ogen heeft. De macht van het imperialisme begint te wankelen. De wetmatigheid van de kapitalistisch economie stort het in de afgrond. De vrijheidsstrijd van de volkeren beperkt haar controle over grondstofbronnen, goedkope arbeidskrachten en afzetmarkten. In het nauw gedreven bereiden de kapitalisten opnieuw een verschrikkelijke oorlog voor. De concurrentie spitst zich toe tussen de VS, Japan, West-Europa en de (voormalige) Sovjet-Unie. Mao Zedong zei: Wat betreft het vraagstuk van de wereldoorlog zijn er slechts twee mogelijkheden: de ene is dat de oorlog de revolutie doet ontstaan, de andere is dat de revolutie de oorlog voorkomt. 18

19 Hoofdstuk 15. De algemene crisis van het kapitalisme en de economische wereldcrisis Imperialistische wereldoorlogen zijn zeer heftige botsingen, die alle tegenstellingen van het kapitalisme blootleggen en het directe begin van de algemene crisis van het kapitalisme vormen. De algemene crisis van het kapitalisme is de splitsing van de wereldeconomie in het kapitalistische en socialistische systeem. Aan de tegenstellingen die vroeger in het imperialistische kamp bestonden, heeft de Oktoberrevolutie van 1917 in Rusland een nieuwe en ook belangrijke tegenstelling toegevoegd. Dat is de tegenstelling tussen het kapitalistische en socialistische economische systeem. Op basis van deze algemene crisis in het totale systeem van het imperialisme ontwikkelde zich in de 30er jaren in de gehele kapitalistische wereld een economische crisis, die door zijn scherpte een ellende en lijden voor de massa's bracht, zoals nog nooit eerder was voorgekomen. 19

20 Hoofdstuk 16. De crisis van de dertiger jaren Tussen 1929 en 1932 daalde de productie in de VS, Engeland en Duitsland met respectievelijk 16, 25 en 38 procent. Het niveau van de industriële productie daalde tot onder dat van Er ontstonden legers werklozen, die jarenlang iedere hoop moest laten varen om werk te vinden. Terwijl in de (destijds nog socialistische) Sovjet-Unie de werkloosheid geheel was verdwenen door een geplande socialistische economie, groeide het werklozenleger in de kapitalistische landen tot miljoen arbeiders. Hun gezinnen meegerekend werden 200 miljoen mensen getroffen door de werkloosheid. De lonen van de arbeiders die wel werk hadden, werden in 3 jaar met een derde tot de helft verminderd. De arbeidsdag werd verlengd zonder betaling. De uitkeringen van de werklozen werden telkens omlaag geschroefd. Wegens huurschuld werden velen zonder pardon op straat gezet en zodoende tot dakloze zwervers. Ook onder de boeren was de ellende groot. Omdat de arbeiders niet voldoende voedsel konden kopen, daalden de prijzen voor agrarische producten voortdurend. Ondertussen werden de pachtprijzen en belastingen steeds verder opgedreven. Miljoenen boeren zagen hun bedrijf ten onder gaan en hadden geen andere keus dan zich in de steden bij het werklozenleger te voegen. De verrotting van het kapitalisme greep steeds verder om zich heen. Machines, die het werk van mensen toch zouden moeten verlichten, werden aan de kant gezet en stonden te roesten. Het werk werd weer met de hand gedaan door de werklozen. In plaats van tractoren trokken paarden de ploegen weer over de akkers. Dat was goedkoper. Daardoor stokte de industriële productie van machines nog ernstiger. 20

21 Hoofdstuk 17. De vernietiging van waren door de kapitalisten Terwijl miljoenen mensen aan ondervoeding lijden, honger lijden en van de honger sterven, terwijl miljoenen werklozen geen schoenen, geen kleren en geen huis hebben, zitten de voorraadschuren en opslagplaatsen van de kapitalisten overvol met waren die geen kopers vinden. Om de groothandelsprijzen te verhogen vernietigen de kapitalisten geweldige warenhoeveelheden. Dagelijks kan men in de burgerlijke pers van de hele wereld lezen dat waren die geen aftrek gevonden hebben, worden vernietigd. Het Farmerbureau, een officiële regeringsinstantie in de VS, heeft al in 1931 alle producenten van katoen opgeroepen één derde van de oogst te vernietigen. In New York worden iedere dag honderdduizenden gallons (1 gallon = ongeveer 4½ liter) melk in de rivier gegooid. In Brazilië worden minstens 5 miljoen balen koffie vernietigd. Miljoenen tonnen tarwe worden in verschillende landen in locomotieven en bedrijven opgestookt. Honderdduizenden tonnen groente worden als veevoer gebruikt. Ook in de industrie worden waren vernietigd om de prijzen hoog te houden. Men moet zeggen dat een economisch systeem, dat niet weet wat het met het overschot van zijn productie moet beginnen, en gedwongen is dit te verbranden, op hetzelfde ogenblik dat er onder de massa's werkloosheid, honger en verderf heersen, dat zo'n economisch systeem over zichzelf het doodsvonnis velt. 21

22 Hoofdstuk 18. Het kapitalisme holt van de ene crisis naar de andere Zo zag de crisis van 1930 eruit. Na de oorlog van 39/45 hebben de kapitalisten geprobeerd om ons wijs te maken dat er nooit meer zo'n crisis zou komen. De vakbonden en de verraders van de sociaal-democratische partijen (PvdA bijv.) hebben geholpen om deze leugen te verspreiden en de arbeiders om de tuin te leiden. Is een dergelijke crisis als in de dertiger jaren nu niet meer mogelijk? Een dergelijke crisis is nog steeds mogelijk en hij kan nog veel dieper gaan. Immers, we hebben gezien dat het kapitalisme onvermijdelijk met crises gepaard gaat. Om daaraan een eind te maken moet het privé-eigendom van de kapitalistenklasse over de productiemiddelen en de geproduceerde waren worden opgeheven. Daarvoor moet de revolutie van de proletarische massa's worden doorgevoerd. De anarchie van het kapitalistische economische systeem heeft in het begin van de jaren '70 tot een situatie geleid, die veel op die van 1928 lijkt. Over de gehele wereld worden de kapitalisten steeds meer in het nauw gedreven. Dit betekent dat de algemene crisis van het kapitalisme zich verscherpt. In alle grote kapitalistische landen is er thans overproductie. De grote concerns houden de prijzen hoog en proberen onherroepelijk de lonen van de werkende massa's te verlagen. Dit betekent dat de overproductie nog groter zal worden. De imperialistische landen proberen de problemen op elkaar te verhalen en trekken zo elkaar mee de diepte in. De VS-dollar heeft als keihard betaalmiddel over de hele wereld afgedaan. De VS proberen de gevolgen af te wentelen op Japan en West-Europa. Een handelsoorlog is aan het ontstaan. In Amerika zelf heerst een hardnekkige massale werkloosheid. Sinds 1969 bestaat het werklozenleger er al uit ongeveer 6 miljoen arbeiders. Ondertussen is er een voortdurende crisis in de landbouw gaande. Dit alles bewijst dat een nieuwe crisis in het kapitalisme niet alleen mogelijk, maar ook onvermijdelijk is. De ellende van deze crisis zal die van alle voorgaande overtreffen. De arbeiders vormen de enige macht die de kapitalistenklasse van haar macht kan beroven om een socialistische economie op te bouwen. Een economie zonder werkloosheid en crises. Een economie in dienst van het volk en niet in de dienst van de kapitalistische uitbuiting. 22

UIT de arbeidsmarkt

UIT de arbeidsmarkt Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie. Onderzoeksvraag: Waardoor ontstonden het liberalisme en het socialisme, en hoe dachten liberalen en socialisten over de sociale kwestie? Kenmerkende aspect: De opkomst van de politiek maatschappelijke

Nadere informatie

7,5. Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Russische Revolutie

7,5. Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Russische Revolutie Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april 2017 7,5 7 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Russische Revolutie Meeste mensen zijn boeren/boerinnen in Rusland Ze waren straatarm, ze wisten niks en ze gingen

Nadere informatie

UIT loonruimte en AIQ v1.1

UIT loonruimte en AIQ v1.1 Uitleg loonruimte en AIQ. 1. Wat is de AIQ? De AIQ is de arbeidsinkomensquote en geeft weer hoeveel procent van het Nationaal inkomen (totaal aan beloningen productiefactoren) uitgekeerd wordt aan arbeidsloon.

Nadere informatie

CPN. Manifest der Communistische Partij

CPN. Manifest der Communistische Partij CPN Manifest der Communistische Partij Een spook waart door Nederland het spook van het communisme. Alle machten van het oude Nederland hebben zich tot een heilige drijfjacht tegen dit spook verbonden,

Nadere informatie

INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE

INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE 2. Bewegingswetten van het kapitalisme Nick Deschacht Wat is het kapitalisme? Het korte antwoord was: Het kapitalisme is een productiewijze gekenmerkt door veralgemeende

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5 Samenvatting door Sven 1427 woorden 12 april 2018 7,7 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Paragraaf 3.1 In de wereld van

Nadere informatie

INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE. Nick Deschacht

INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE. Nick Deschacht INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE Nick Deschacht Inleiding Prof. dr. Ernest Mandel (1923-1995) Overzicht van de cursus 28/3: Basisbegrippen van de marxistische economie 18/4: De ontwikkeling van de

Nadere informatie

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw 2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw 1830 1870: Javaanse boer werkt voor Nederlandse staat: - cultuurstelsel - Herendiensten van verliespost naar wingewest Vanaf 1870: modern imperialisme particuliere bedrijven

Nadere informatie

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00.

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00. 1 SCHOOLONDERZOEK Tijdvak I GESCHIEDENIS 31 oktober 2013 8: 30-10:00. Dit onderzoek bestaat uit 38 vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad.

Nadere informatie

ENIGE SLEUTELBEGRIPPEN NADER VERKLAARD: BOURGEOISIE PROLETARIAAT KLEINE BURGERIJ

ENIGE SLEUTELBEGRIPPEN NADER VERKLAARD: BOURGEOISIE PROLETARIAAT KLEINE BURGERIJ Teksten voor kaderscholing ENIGE SLEUTELBEGRIPPEN NADER VERKLAARD: BOURGEOISIE PROLETARIAAT KLEINE BURGERIJ De walserij, Adolf von Menzel (1815-1905). Menzel was een van de eerste schilders die de industriële

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland

Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland Samenvatting door een scholier 583 woorden 8 februari 2005 4,7 21 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Module 3, aantekeningen.

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1 havo 2000-I Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, par. 2 t/m 9

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, par. 2 t/m 9 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, par. 2 t/m 9 Samenvatting door een scholier 2091 woorden 24 april 2006 6,9 3 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 2. Kenmerken van de industriële

Nadere informatie

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Examen VMBO-KB 2005 tijdvak 1 woensdag 25 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 35 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20 Burgers en Stoommachines Tot 1:20 Wat gaan we leren? 1. Welke gevolgen de technische uitvindingen hadden. 2. Wat er in de grondwet van 1848 stond. 3. Welke groepen minder rechten hadden dan andere groepen.

Nadere informatie

Les 1: Kinderarbeid. Bedelende jongen

Les 1: Kinderarbeid. Bedelende jongen Les 1: Kinderarbeid Les 1: Kinderarbeid Het fenomeen kinderarbeid Kinderarbeid bestaat al net zolang als de mensheid bestaat. In de prehistorie gingen kinderen vaak mee op jacht of hielpen ze bij het verzamelen

Nadere informatie

Winst: overproductie, werkloosheid

Winst: overproductie, werkloosheid 1 van 9 25-04-17 15:06 achterdesamenleving.nl Winst: overproductie, werkloosheid en slavernij door Pieter 10-13 minuten Een artikel van Pieter Stuurman De meeste mensen menen te weten dat winst* goed is.

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-14-1-b

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-14-1-b Bijlage VMBO-KB 2014 tijdvak 1 geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bronnenboekje KB-0125-a-14-1-b Staatsinrichting van Nederland bron 1 Een politieke prent over een biddende fabrikant (1907): Onderschrift

Nadere informatie

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,

Nadere informatie

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten Arm en Rijk Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten 2.1 Rijk en arm in de Verenigde Staten De rijke Verenigde Staten Je kunt op verschillende manieren aantonen dat de VS een rijk land is. Het BNP

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje. KB-0125-a-12-2-b

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje. KB-0125-a-12-2-b Bijlage VMBO-KB 2012 tijdvak 2 geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bronnenboekje KB-0125-a-12-2-b Staatsinrichting van Nederland bron 1 Een beschrijving van een politieke stroming (rond 1870): Zij

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting door Edo 2719 woorden 30 juni 2014 4,1 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Par. 1 Pas de laatste 200 jaar maken we gebruik van

Nadere informatie

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

3.2 De omvang van de werkgelegenheid 3.2 De omvang van de werkgelegenheid Particuliere bedrijven en overheidsbedrijven nemen mensen in dienst. Collectieve sector = Semicollectieve sector = De overheden op landelijk, provinciaal en lokaal

Nadere informatie

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO. Economie 1 Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Koude Oorlog en Dekolonisatie

Hoofdstuk 5: Koude Oorlog en Dekolonisatie Hoofdstuk 5: Koude Oorlog en Dekolonisatie Geschiedenis VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Nieuwe ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog Nieuwe machtsverhoudingen: Verenigde Staten en de Sovjet-Unie nieuwe supermachten

Nadere informatie

heel veel was er nodig.

heel veel was er nodig. Samenvatting door Leonie 2033 woorden 26 maart 2015 0 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1: Kenmerken van de industriële samenleving Machines spelen in ons leven een grote rol.

Nadere informatie

Rode Jeugd. wil aktie

Rode Jeugd. wil aktie Rode Jeugd wil aktie Onze aktie richt zich eerst op de grootste wantoestandenezoals op de schandalige uitbuiting van de jeugd door de jeugd.lonen 7 de lange werktijden on bet behandelen van de jongeren

Nadere informatie

Indelen 1. Voor in het schrift komen de aantekeningen te staan en ook de uitwerkingen 2. Achterin het schrift komen de opdrachten te staan

Indelen 1. Voor in het schrift komen de aantekeningen te staan en ook de uitwerkingen 2. Achterin het schrift komen de opdrachten te staan Antwoordkernen bij Eureka 3M, Amersfoort 2014-2015 Antwoordkernen zijn vrijwel nooit volledige zinnen. Antwoordkernen geven alleen aan, wat er beslist in het antwoord moet staan. De bedoeling is, dat je

Nadere informatie

Marx, Engels en de Industriële Revolutie

Marx, Engels en de Industriële Revolutie Marx, Engels en de Industriële Revolutie Docent: Jelle de Bont F. de Kloe 444049 Postvak 54 Onderwijsgroep 3 13 maart 2008 Blok BA CW 1D, opdracht 6A Aantal woorden 2122 De Industriële Revolutie bracht

Nadere informatie

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 de industri?le samenleving

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 de industri?le samenleving Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 de industri?le samenleving Samenvatting door Amy 673 woorden 19 maart 2017 6,6 8 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 1 de industriële samenleving

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8 Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m 1.4 + 1.7, 1.8 Samenvatting door K. 958 woorden 9 november 2013 6,5 13 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Samenvatting aardrijkskunde paragraaf

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /03

ALGEMENE ECONOMIE /03 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,

Nadere informatie

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte

Nadere informatie

8*. Na de dood van Karel de Grote werd de eerste grondslag gelegd voor Grenzen in Europa. Leg uit.

8*. Na de dood van Karel de Grote werd de eerste grondslag gelegd voor Grenzen in Europa. Leg uit. Gebruik bron 1 en 2 In 1897 werd in de venen bij Yde het lijk van een ongeveer zestienjarig meisje gevonden. Deze vondst gaf aanleiding tot twee voorlopige conclusies over de leefwijze van het volk waartoe

Nadere informatie

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES Hoofdstuk 4 PARAGRAAF 4.1 Pruikentijd Standenmaatschappij De verlichting VERVAL EN RIJKDOM In de 17 e eeuw was Nederland het rijkste land ter wereld Van stilstand komt achteruitgang

Nadere informatie

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 De Industri?le Revolutie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 De Industri?le Revolutie Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 De Industri?le Revolutie Samenvatting door Sander 1530 woorden 18 april 2013 7,1 458 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Hoofdstuk 3: De Industriële Revolutie

Nadere informatie

INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE

INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE 3. De marxistische crisis- en conjunctuurtheorie Nick Deschacht Een theorie van de economische crisis? Recessie en werkloosheid in de Verenigde Staten, 1948-2008

Nadere informatie

LESPAKKET DE 9 LEVENS VAN VAN BOMMEL

LESPAKKET DE 9 LEVENS VAN VAN BOMMEL @ LESPAKKET DE 9 LEVENS VAN VAN BOMMEL ! inleiding ONDERNEMEN Voor het maken van deze opdrachten moet je eerst het stripboek De 9 levens van Van Bommel hebben gelezen. Om de onderneming zo succesvol mogelijk

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis vwo 2009 - I

Eindexamen geschiedenis vwo 2009 - I Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen In de landen die Napoleon veroverde, voerde hij een beleid dat: enerzijds paste binnen het gelijkheidsideaal van de Franse Revolutie

Nadere informatie

Nigeria. 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria

Nigeria. 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria Nigeria 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria Marèl Smit & Anne Jekel H3T3 1.Bevolking en welvaart in Nigeria Nigeria

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines Samenvatting door Larissa 665 woorden 18 januari 2016 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Hoofdstuk 8: Tijd van

Nadere informatie

Paragraaf 1: Het ontstaan van een industriële samenleving. Ontstaan industriële samenleving goederen in fabrieken gemaakt en mensen wonen in steden.

Paragraaf 1: Het ontstaan van een industriële samenleving. Ontstaan industriële samenleving goederen in fabrieken gemaakt en mensen wonen in steden. Samenvatting door C. 1104 woorden 30 oktober 2014 5 1 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Paragraaf 1: Het ontstaan van een industriële samenleving. Verandering van landbouw tot

Nadere informatie

7,3. Werkstuk door een scholier 2076 woorden 22 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde

7,3. Werkstuk door een scholier 2076 woorden 22 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde Werkstuk door een scholier 2076 woorden 22 oktober 2002 7,3 324 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Kinderarbeid in India India is een land met meer dan 1 miljard inwoners. Van die 1 miljard inwoners is

Nadere informatie

Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel.

Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel. Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel. EEN TRANSFER VAN BIJNA 9 MILJARD UIT DE PORTEMONNEE VAN DE WERKENDE MENSEN NAAR DE BEDRIJFSWINSTEN. EEN VERLIES

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Franse Revolutie

Werkstuk Geschiedenis Franse Revolutie Werkstuk Geschiedenis Franse Revolutie Werkstuk door een scholier 2119 woorden 15 april 2004 4,1 38 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inleiding In nu volgend werkstuk ga ik proberen de vraag: Ging het slecht

Nadere informatie

Samenvatting Economie H 6

Samenvatting Economie H 6 Samenvatting Economie H 6 Samenvatting door een scholier 977 woorden 10 mei 2002 5,8 40 keer beoordeeld Vak Economie Hfst. 6 6.1 - Ideaaltypische omschrijving: omschrijving van het volmaakte model * Vrije

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 1 t/m 9

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 1 t/m 9 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 1 t/m 9 Samenvatting door een scholier 3000 woorden 6 oktober 2009 6 2 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 1. Voor industrie was nodig: energiebronnen. grondstoffen.

Nadere informatie

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1 Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari 2016 5,7 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode H4 4.1 Mensen hebben verschillende motieven om te werken. Behalve om geld te verdienen, werken

Nadere informatie

Hieronder volgt een chronologisch overzicht van de ontwikkelingen van de handelsstromen. Verder in dit werkstuk

Hieronder volgt een chronologisch overzicht van de ontwikkelingen van de handelsstromen. Verder in dit werkstuk Werkstuk door een scholier 1433 woorden 1 november 2017 7 6 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Inleiding; Wat zijn handelsstromen? Wat zijn kolonies? Chronologisch

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 990 woorden 24 februari 2018 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Geschiedenis samenvatting hoofdstuk 3 + kenmerkende

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen In de Coalitieoorlogen voerde de Franse regering de dienstplicht in. 2p 1 Leg uit dat zij hiermee de betrokkenheid van Franse

Nadere informatie

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100 Samenvatting door een scholier 1391 woorden 3 juni 2005 7 34 keer beoordeeld Vak Economie Economie de arbeidsmarkt hoofdstuk 4 en 5 Hoofdstuk 4 4.1 Werkgelegenheid in Nederland Alleen een opdracht 4.2

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

Wat is de aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog? De moord op Frans-Ferdinand van Oostenrijk.

Wat is de aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog? De moord op Frans-Ferdinand van Oostenrijk. Werkblad 7 Ω Oorlog en crisis Ω Les : De Eerste Wereldoorlog Het begin van de Eerste Wereldoorlog Rond 900 zijn er twee kampen in Europa. Rusland, Frankrijk en Groot- Brittannië aan de ene kant. Oostenrijk-

Nadere informatie

Werkstuk Economie Verschillen tussen arme en rijke landen

Werkstuk Economie Verschillen tussen arme en rijke landen Werkstuk Economie Verschillen tussen arme en rijke landen Werkstuk door een scholier 1845 woorden 1 juni 2004 5,5 430 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: Wat zijn de verschillen tussen arme en rijke

Nadere informatie

UIT groei en conjunctuur

UIT groei en conjunctuur Economische groei. Economische groei drukken we uit in de procentuele groei van het BBP op jaarbasis. De groei van het BBP heeft twee oorzaken. Het BBP kan groeien omdat de prijzen van producten stijgen

Nadere informatie

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M) 1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom

Nadere informatie

SCHOOLONDERZOEK GESCHIEDENIS

SCHOOLONDERZOEK GESCHIEDENIS SCHOOLONDERZOEK Tijdvak I GESCHIEDENIS Dit onderzoek bestaat uit 40 vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad. Meerkeuze antwoorden worden

Nadere informatie

Repetitie Hoofdstuk 11. Punten delen door 60 x

Repetitie Hoofdstuk 11. Punten delen door 60 x Repetitie Hoofdstuk 11 Punten delen door 60 x 9 + 1. 1. a. Katholieken voelden zich in Nederland achtergesteld. Hoe kwam dat? (2p) Hun godsdienst was officieel niet meer toegestaan sinds 1580. Ze mochten

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Communistisch Rusland

Werkstuk Geschiedenis Communistisch Rusland Werkstuk Geschiedenis Communistisch Rusland Werkstuk door een scholier 2369 woorden 11 oktober 2001 6,2 229 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inleiding. In dit verslag gaan we het hebben over het communisme

Nadere informatie

Hitler op weg naar de macht Wie was Adolf Hitler?

Hitler op weg naar de macht Wie was Adolf Hitler? Hitler op weg naar de macht Wie was Adolf Hitler? Iedereen heeft wel eens van Adolf Hitler gehoord. Hij was de leider van Duitsland. Bij zijn naam denk je meteen aan de Tweede Wereldoorlog. Een verschrikkelijke

Nadere informatie

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten Van de oogst van hun land en van hun dieren Jagers & boeren Wat

Nadere informatie

Oefenteksten: Vergelijking

Oefenteksten: Vergelijking efenteksten: ergelijking ndersteboven van lezen Tekststructuren Fietsen met en zonder motor Een fiets en een motorfiets zijn allebei een vervoermiddel. Bij een fiets moet je zelf trappen. De motorfiets

Nadere informatie

UIT arbeidsdeling

UIT arbeidsdeling Arbeidsdeling Het streven van de mens is om zijn welvaart te laten toenemen. Meer welvaart is te bereiken door een hogere productie. Een hogere productie kun je op verschillende manieren bereiken. Een

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: ECONOMIE 1 NIVEAU: VWO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Globalisering

Praktische opdracht Economie Globalisering Praktische opdracht Economie Globalisering Praktische-opdracht door een scholier 2762 woorden 1 april 2007 7,2 7 keer beoordeeld Vak Economie Wat is Globalisering? Het Socialistische Perspectief Inhoud:

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting door Jel 1523 woorden 13 juni 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 6.1 Europa veroverd de wereld Portugezen,Spanjaarden reisden rond 1500

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examenopgaven VMBO-KB 2004 Examenopgaven VMBO-KB 2004 tijdvak 1 dinsdag 25 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING VBO-MAVO-C Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit

Nadere informatie

De kritische consument

De kritische consument De kritische consument Inleiding Om producten te kunnen maken heb je grondstoffen nodig. Mensen werken met deze grondstoffen en maken er producten van die we consumeren. Een ondernemer is tevreden als

Nadere informatie

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Dit hoofdstuk gaat over opstand in Amerika, Frankrijk en Nederland. Deze opstanden noemen we revoluties. Opstand in Amerika (1775). De

Nadere informatie

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct.

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct. Samenvatting door G. 1151 woorden 21 januari 2015 7,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie voor jou Paragraaf 3: 3.1: Produceren: is het maken van goederen of het leveren van diensten. Een product

Nadere informatie

7. Het imperialisme De dominantie van het westen p

7. Het imperialisme De dominantie van het westen p 7. Het imperialisme 7.1. De dominantie van het westen p. 167-179 Deel 1 Restauratie en transformatie, Europa in de 19de eeuw congres van Wenen ondermijning van het congres van Wenen: liberalisme, nationalisme,

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen vwo economie I Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing

Nadere informatie

De Industriële Revolutie. Veranderingen in de landbouw

De Industriële Revolutie. Veranderingen in de landbouw De Industriële Revolutie Veranderingen in de landbouw Hoe het eerst ging In de middeleeuwen was 90 procent van de bevolking boer Dit was geen keuze, maar noodzaak De opbrengt van de grond lag laag! Ondanks

Nadere informatie

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen Tijdvak 7 Toetsvragen 1 In de Tijd van Pruiken en Revoluties hielden kooplieden uit de Republiek zich bezig met de zogenaamde driehoekshandel. Tussen welke gebieden vond deze driehoekshandel plaats? A

Nadere informatie

1. WAT VOORAFGING...1 2. HET CONGRES VAN WENEN...2 2.1. BESLISSINGEN...3 2.2. GEVOLGEN...6 2.3. BELANG VAN HET CONGRES VAN WENEN...

1. WAT VOORAFGING...1 2. HET CONGRES VAN WENEN...2 2.1. BESLISSINGEN...3 2.2. GEVOLGEN...6 2.3. BELANG VAN HET CONGRES VAN WENEN... HET CONGRES VAN WENEN 1. WAT VOORAFGING...1 2. HET CONGRES VAN WENEN...2 2.1. BESLISSINGEN...3 2.2. GEVOLGEN...6 2.3. BELANG VAN HET CONGRES VAN WENEN...7 3.1. Het Congres van Wenen en de restauratie Het

Nadere informatie

SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO 2012-2013. Staat en Natie. Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen.

SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO 2012-2013. Staat en Natie. Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen. SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO 2012-2013 Staat en Natie Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen. In de 17 e en de 18 e eeuw ontstond er in Europa een politieke en filosofische stroming,

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2001-I

Eindexamen economie 1 vwo 2001-I Opgave 1 Hoge druk op de arbeidsmarkt Gedurende een aantal jaren groeide de economie in Nederland snel waardoor de druk op de arbeidsmarkt steeds groter werd. Het toenemende personeelstekort deed de vrees

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2001-II

Eindexamen economie 1 havo 2001-II Eindexamen economie havo 2-II 4 Antwoordmodel Opgave Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Maximumscore dalen 2

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: kosten van politie-inzet

Nadere informatie

In Nederland zijn het klimaat en het landschap zeer geschikt voor veeteelt. Logisch dat we veel koeien houden en melkproducten maken.

In Nederland zijn het klimaat en het landschap zeer geschikt voor veeteelt. Logisch dat we veel koeien houden en melkproducten maken. DE ZUIVELSECTOR > Inleiding In Nederland zijn het klimaat en het landschap zeer geschikt voor veeteelt. Logisch dat we veel koeien houden en melkproducten maken. De zuivelsector is belangrijk voor de Nederlandse

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis H3

Samenvatting Geschiedenis H3 Samenvatting Geschiedenis H3 Samenvatting door een scholier 2621 woorden 10 mei 2017 1 1 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1. Industrialisatie. -Uitvindingen sinds het einde van

Nadere informatie

De economische wereldcrisis

De economische wereldcrisis De economische wereldcrisis (9.2) Onderzoeksvraag: Wat waren de oorzaken van de economische wereldcrisis van 1929 en waarom duurde die crisis zo lang? Kenmerkend aspect: De crisis van het wereldkapitalisme.

Nadere informatie

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering. Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie

Nadere informatie

Союз СоветскихСоциалистических Республик

Союз СоветскихСоциалистических Республик Союз СоветскихСоциалистических Республик SojoezSovjetskichSotsialistitsjeskichRespoeblik http://www.youtube.com/watch?v=hle4inigsee&feature=related De Romanovs De Romanov familie komt in 16313 aan de macht

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8 Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8 Samenvatting door V. 1226 woorden 30 oktober 2016 7,1 21 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Par. 1.2 Er zijn 2 manieren om

Nadere informatie

Antwoordkernen bij Eureka 3MAVO De tijd van Wereldoorlogen H. 4 t/m 14

Antwoordkernen bij Eureka 3MAVO De tijd van Wereldoorlogen H. 4 t/m 14 Antwoordkernen bij Eureka 3MAVO De tijd van Wereldoorlogen H. 4 t/m 14 Antwoordkernen zijn vrijwel nooit volledige zinnen. Antwoordkernen geven alleen aan, wat er beslist in het antwoord moet staan. De

Nadere informatie

Op de vlucht. 1) Waarom vlucht men eigenlijk? Er zijn vele redenen; politieke vervolging, marteling, oorlog of burgeroorlog zijn enkele voorbeelden!

Op de vlucht. 1) Waarom vlucht men eigenlijk? Er zijn vele redenen; politieke vervolging, marteling, oorlog of burgeroorlog zijn enkele voorbeelden! Op de vlucht 1) Waarom vlucht men eigenlijk? Er zijn vele redenen; politieke vervolging, marteling, oorlog of burgeroorlog zijn enkele voorbeelden! 2) Waar komen de vluchtelingen vandaan? Syrië Sinds in

Nadere informatie

De Sovjet-Unie (9.3) Tijd van wereldoorlogen De Sovjet Unie.

De Sovjet-Unie (9.3) Tijd van wereldoorlogen De Sovjet Unie. De Sovjet-Unie (9.3) Onderzoeksvraag: Kenmerkende aspecten: Waardoor kreeg Rusland een communistische regering en hoe werd het land een totalitaire staat. Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën

Nadere informatie

LAAT DE WIND WAAIEN

LAAT DE WIND WAAIEN LAAT DE WIND WAAIEN 2019 zal worden herinnerd als het jaar waarin iets veranderde, toen kinderen staakten om volwassenen te vragen actie te ondernemen om klimaatverandering tegen te gaan. Geïnspireerd

Nadere informatie

Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk

Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk De samenleving moest op dezelfde manier worden onderzocht

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2005 - II

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2005 - II DE INDUSTRIËLE SAMENLEVING IN NEDERLAND DE VERHOUDING MENS EN MILIEU + 1p 21 Geef één voorbeeld van aantasting van het milieu door menselijk ingrijpen in Nederland uit de periode vóór de Industriële Revolutie.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale handel

Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting door een scholier 1484 woorden 7 oktober 2003 5,5 44 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Internationale handel HS 1 Nederland handelsland Par.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2005 - II

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2005 - II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. DE KOUDE OORLOG + NEDERLAND EN DE VERENIGDE STATEN NA DE TWEEDE WERELDOORLOG Gebruik bron 1. 1p 1 De bron maakt duidelijk dat de

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Samenwerking in Europa

Hoofdstuk 7 Samenwerking in Europa Hoofdstuk 7 Samenwerking in Europa Vroeger voerden Europese landen vaak oorlog met elkaar. De laatste keer was dat met de Tweede Wereldoorlog (1940-1945). Er zijn in die oorlog veel mensen gedood en er

Nadere informatie

FAIRTRADE. Een beter leven. Wat is Fairtrade

FAIRTRADE. Een beter leven. Wat is Fairtrade Wat is Fairtrade EERLIJKE HANDEL STAAT VOOROP KEURMERK INTERNATIONALE SAMENWERKING HANDEL GEMEENTE DUURZAAMHEID Een beter leven Veel boeren en arbeiders in arme landen (ook wel ontwikkelingslanden ) hebben

Nadere informatie