Kantonrechter Utrecht , ECLI:NL:RBMNE:2016:854, (Infrastructure Services & Projects B.V., h.o.d.n. SPIE- ICS/werknemer)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kantonrechter Utrecht 18-02-2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:854, (Infrastructure Services & Projects B.V., h.o.d.n. SPIE- ICS/werknemer)"

Transcriptie

1 commentaar op Kantonrechter Utrecht , ECLI:NL:RBMNE:2016:854, (Infrastructure Services & Projects B.V., h.o.d.n. SPIE-ICS/werknemer) datum auteur S.S.M. Peters Kantonrechter Utrecht , ECLI:NL:RBMNE:2016:854, (Infrastructure Services & Projects B.V., h.o.d.n. SPIE- ICS/werknemer) Billijke vergoedingen hausse in 2016: ontaardt het door de wetgever geregisseerde strakke ballet in een losbandige lambada? Noot bij: AR , AR , AR , AR , AR , AR , AR , AR , AR , AR en AR Inleiding Wat betreft de jurisprudentie over het criterium ernstige verwijtbaarheid valt op dat dit criterium, conform de bedoeling van de wet, in uitzonderlijke situaties wordt toegepast, zo schreef minister Asscher eind 2015 in zijn tussentijdse evaluatie van de WWZ. Verder constateerde Asscher dat de toegekende billijke vergoedingen bij ernstige verwijtbaarheid van de werkgever nogal in hoogte verschillen, maar dat is ook verklaarbaar omdat de wet geen norm stelt voor deze vergoeding (Kamerbrief minister Asscher 27 november 2015, ). Inmiddels zijn we ruim drie maanden verder. De eerste twee maanden van 2016 regende het billijke vergoedingen. De vraag is of de rechter nog steeds de terughoudendheid betracht die de wetgever noodzakelijk vond en die Asscher eind vorig jaar terugzag in de eerste WWZ-jurisprudentie. Wordt ernstige verwijtbaarheid van de werkgever inderdaad alleen in uitzonderlijke situaties aangenomen? Daarnaast rijst de vraag hoe het zit met (de bepaling van) de hoogte van de toegekende billijke vergoedingen: Welke factoren zijn daarbij relevant en om welke bedragen gaat het? Volgt de rechter de aanwijzingen van de wetgever en zou hij dat eigenlijk wel moeten doen? Valt er wellicht een lijn in de uitspraken te ontdekken? Dat laatste zou natuurlijk welkom zijn voor werkgevers en werknemers, omdat het aanknopingspunten kan opleveren voor de voorspelling van de hoogte van een eventuele billijke vergoeding en voor de onderbouwing van het betoog bij de rechter. Hieronder zal ik eerst de aanwijzingen weergeven die de wetgever heeft gegeven met betrekking de additionele billijke vergoeding. Daarbij concludeer ik dat de aanwijzingen over de hoogte van de vergoeding niet werkbaar zijn. Vervolgens zal ik bovengenoemde vragen beantwoorden aan de hand van een bespreking van een groot deel van de in januari en februari 2016 gepubliceerde jurisprudentie (maar ook enkele uitspraken uit 2015 passeren de revue). 2. De billijke vergoeding volgens de wetgever Zoals bekend is het gevolgencriterium van artikel 7:681 (oud) BW (kennelijk onredelijk ontslag) met de invoering van de WWZ vervallen. De (on)redelijkheid van het ontslag, mede gelet op de gevolgen van het ontslag voor de werknemer en de door de werkgever getroffen voorzieningen om deze gevolgen te verzachten, kan de rechter niet meer tot uitdrukking brengen in een vergoeding. Dat is in de ogen van de wetgever geen punt, nu volgens hem de vergoeding op basis van het oude gevolgencriterium als het ware geforfaiteerd [is] in de transitievergoeding (33818, nr. 3, p. 34). Het feit dat niet alle werknemers in aanmerking komen voor die transitievergoeding, blijft onbelicht. Als uitgangspunt geldt dus dat een redelijk handelende werkgever precies dezelfde ontslagvergoeding (transitievergoeding) betaalt als een werkgever die verwijtbaar handelt. Criterium ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever Dat is alleen anders indien de werkgever het zo bont heeft gemaakt dat zijn optreden door het muizengat van de ernstige verwijtbaarheid past. Volgens de wetgever is alleen sprake van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten (hierna: evhn) van de werkgever in uitzonderlijke gevallen. Daaronder valt in ieder geval handelen of nalaten dat dusdanig ernstig is dat het een dringende reden voor een ontslagname op staande voet zou kunnen opleveren, maar het criterium is ruimer (nr. 3, p. 112). In de woorden van de Raad van State is de additionele billijke vergoeding bedoeld voor duidelijke en uitzonderlijke gevallen van onrechtmatige gedragingen die te kwalificeren zijn als duidelijk strijdig met goed werkgeverschap. Alleen werkelijk onrecht moet worden gecompenseerd (nr. 4, p ). Dit strenge criterium werd door het kabinet uitdrukkelijk onderschreven (nr. 4, p. 15). In de memorie van antwoord wordt gesproken over zeer uitzonderlijke situaties, waarbij overigens wordt erkend dat enige mate van subjectiviteit onontkoombaar is (nr. C, p. 65). De voorbeelden gegeven in de MvT (nr. 3, p. 34) komen met dit strenge criterium overeen, zij het dat de wetgever bij zijn eerste voorbeeld zelf spreekt over laakbaar gedrag, hetgeen volgens de Dikke Van Dale afkeuringswaardig ofwel berispelijk gedrag betekent. Dat is ruimer dan ernstig verwijtbaar, immers ook flink onzorgvuldig ofwel gewoon verwijtbaar gedrag is afkeuringswaardig. Dit lijkt echter slechts een onhandige woordkeuze van de wetgever. Het gaat in bedoelde voorbeelden in de kern om zeer verwijtbaar gedrag van de werkgever (o.a. discriminatie) of het door hem grovelijk niet nakomen van de uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende verplichtingen waardoor een verstoorde

2 arbeidsverhouding ontstaat. Ook het aanvoeren van een valse grond voor ontslag met als enig oogmerk een onwerkbare situatie te creëren en ontslag langs die weg te realiseren, wordt als ernstig verwijtbaar aangemerkt. Mindere gradaties van verwijtbaarheid kunnen niet de poort tot de additionele billijke vergoeding openen. Het oorspronkelijk voorgestelde, ruimere criterium vergoeding niet alleen bij ernstige verwijtbaarheid, maar ook als het eindigen van de arbeidsovereenkomst geheel of grotendeels te wijten is aan de werkgever is daarom door het kabinet (op advies van de Raad van State) geschrapt. Het zou de rechter namelijk de ruimte geven op allerlei gevallen met een lichtere mate van verwijtbaarheid een vergoeding te plakken. Van een te ruim criterium zou een aanzuigende werking uitgaan, waarmee het doel om de additionele vergoeding te beperken tot uitzonderlijke gevallen teniet zou worden gedaan (nr. 4, p. 15). Hoogte additionele billijke vergoeding De bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding is aan de rechter, maar de wetgever heeft daarvoor wel enkele aanwijzingen gegeven. De hoogte van de billijke vergoeding staat naar haar aard in relatie tot het ernstig verwijtbare handelen of nalaten van de werkgever. Rechters hebben de mogelijkheid om de hoogte van de vergoeding te bepalen op een wijze die en op het niveau dat aansluit bij de uitzonderlijke omstandigheden van het geval. Dit betekent dat criteria als loon en lengte van het dienstverband ( ) hierbij geen rol hoeven te spelen. Voorts kan in deze additionele vergoeding niet tot uitdrukking komen of het ontslag redelijk is mede in het licht van de gevolgen van het ontslag voor de werknemer en de door de werkgever getroffen voorzieningen om deze gevolgen te ondervangen (ook wel aangeduid als «het gevolgencriterium»), omdat dit reeds is verdisconteerd in de transitievergoeding. (nr. 3, p ; zie ook nr. 4, p. 61). De omvang van de billijke vergoeding moet volgens de wetgever dus worden afgestemd op de ernst van het aan de werkgever verweten handelen of nalaten. In die zin biedt de billijke vergoeding de werknemer compensatie voor het ernstig verwijtbare gedrag van de werkgever. De compensatie van de werknemer via de billijke vergoeding dient ook om dergelijk handelen of nalaten van de werkgever te voorkomen (nr. 3, p. 32). Hieruit kan worden afgeleid dat bij de bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding niet alleen compensatie een rol speelt, maar tevens preventie en bestraffing. De vergoeding heeft veel weg van een civiele sanctie, nu de hoogte ervan op de ernst van het aan de werkgever verweten gedrag moet worden afgestemd. De wetgever geeft overigens geen aanwijzingen met betrekking tot het niveau ofwel de hoogte waarop de rechter moet inzetten met de billijke vergoeding. Dat wordt volledig aan de rechter overgelaten. Complicerende factor voor de rechter is dat de aanwijzingen van de wetgever niet consistent, ja zelfs tegenstrijdig zijn. De rechter moet de hoogte van de vergoeding afstemmen op de ernst van het verwijtbare gedrag van de werkgever, terwijl de gevolgen van het ontslag voor de werknemer geen rol mogen spelen. Tegelijkertijd stelt de wetgever dat het niveau van de vergoeding moet aansluiten op de uitzonderlijke omstandigheden van het geval. Dit ruimere criterium wijst er al op dat de rechter toch niet uitsluitend moet afstemmen op de mate van verwijtbaarheid aan de zijde van de werkgever. Dit is een aanwijzing in tegengestelde richting. Zeker nu de wetgever uitlegt dat dit betekent dat criteria als loon en lengte van het dienstverband ( ) hierbij geen rol hoeven te spelen [cursivering toegevoegd]. Dat hoeft niet, maar mag dus wél. Hetzelfde ernstig verwijtbare gedrag van de werkgever, bijvoorbeeld moedwillig aansturen op een verstoorde arbeidsverhouding, kan zich kennelijk ook volgens de wetgever vertalen in een hogere billijke vergoeding als het gaat om een lang dienstverband. Hetzelfde geldt waarschijnlijk als het gaat om een kwetsbare werknemer (het niveau moet volgens wetgever immers aansluiten bij de uitzonderlijke omstandigheden van het geval ). Het criterium loon heeft nog minder met de ernst van het gedrag van de werkgever of de uitzonderlijkheid van de situatie te maken, maar alles met de financiële gevolgen van het ontslag de inkomensschade voor de werknemer. Hier lopen de verwijtbaarheidsfactoren en de (financiële) gevolgen van het ontslag voor de werknemer in elkaar over: de inkomensgevolgen van het ontslag zullen voor een werknemer met weinig kansen op de arbeidsmarkt nu eenmaal vele malen groter zijn dan voor een weggepeste werknemer met een goede arbeidsmarktpositie. Het is natuurlijk ook helemaal niet gek om de werknemer compensatie te bieden voor de belangrijkste schade die hij door het de werkgever ernstig verwijtbare ontslag lijdt. Sterker nog, dat sluit naadloos aan bij zowel de gedachte van ongelijkheidscompensatie in het arbeidsrecht, als bij de normale schadebegrotingsregels van Boek 6 BW (titel 1, afdeling 10). Het past ook bij de gedachte van de wetgever dat de billijke vergoeding de werknemer compensatie biedt voor het ernstig verwijtbare gedrag van de werkgever: waarvoor zou hij anders moeten worden gecompenseerd dan voor zijn (materiële en immateriële) schade ten gevolge van dat gedrag? In deze aanwijzingen van de WWZ-wetgever zien we dus sporen van de schadebegrotingsregels van Boek 6 en vooral van de pleister op de wonde - ofwel zekere genoegdoening -benadering van de Hoge Raad in Rutten/Breed (zie A.R. Houweling (red.), Arbeidsrechtelijke themata 2015, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2015, p ). Niettemin benadrukt hij tegelijkertijd en telkens weer dat die schade de gevolgen van het ontslag voor de werknemer juist géén rol mag spelen. En om zijn gedachtegang nog ondoorzichtiger te maken, blijkt uit de nota naar aanleiding van het verslag dat in de billijke vergoeding ex artikel 7:681 BW inkomensschade wel degelijk kan worden meegenomen (nr. 7, p ). Aldaar stelt hij namelijk dat, indien de werknemer in plaats van een vernietiging van de opzegging om een billijke vergoeding verzoekt, een separate loonvordering niet nodig is omdat in dat geval een aanspraak op ten onrechte niet genoten loon kan worden verdisconteerd in de billijke vergoeding. Een logische gedachte, maar hoe verhoudt zich dit tot de andere aanwijzingen voor de (additionele) billijke vergoeding? Ook elders geeft de wetgever tegenstrijdige aanwijzingen. Hij stelt namelijk enkele keren expliciet dat bepaalde gevolgen of omstandigheden aan de zijde van werkgever of werknemer wel degelijk een rol kunnen spelen bij de bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding. Zo mag de rechter bij de additionele billijke vergoeding rekening houden met de slechte financiële situatie van de werkgever (nr. 3, p. 34) en kan hij bij de billijke vergoeding ex artikel 7:681 lid 1 BW mede betrekken de situatie waarin de werknemer inmiddels een andere baan heeft gevonden (nr. 7, p. 90). Hieruit blijkt klip en klaar dat gevolgen of omstandigheden die een verlagende invloed op de billijke vergoeding kunnen hebben volgens de wetgever wél in aanmerking mogen worden genomen. Het kan toch niet de bedoeling van de wetgever zijn geweest om de ernstig verwijtbaar handelende werkgever individueel maatwerk te bieden waar dat in zijn voordeel werkt, en de werknemer, die door het hem aangedane werkelijk onrecht schade lijdt, niet?

3 Ik concludeer het volgende. De wetgever verschaft de rechter weliswaar enkele aanwijzingen voor de bepaling van de omvang, maar die zijn alleen al vanwege hun tegenstrijdigheid niet bruikbaar. Ik vermoed dat de genoemde passages uit de wetsgeschiedenis waarin wordt benadrukt dat de gevolgen van het ontslag voor de werknemer vooral niet mogen meewegen bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding, puur zijn ingegeven door angst dat de billijke vergoeding ontaardt in een kennelijk-onredelijkontslagvergoeding 2.0. De wetgever wil koste wat kost voorkomen dat de marginale toets van de ernstige verwijtbaarheid zich weer zal verruimen tot een volle toetsing van de gevolgen en belangen van beide partijen. Het gaat hier echter om twee verschillende zaken. De angst van de wetgever ziet op het criterium van de ernstige verwijtbaarheid (stap 1 in de toetsing). Is eenmaal volgens het nieuwe, strenge muizengat -criterium geoordeeld dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, dan komt pas de begroting van de billijke vergoeding in beeld (stap 2). Op dat moment is reeds vastgesteld dat de werknemer zijn baan is kwijtgeraakt door duidelijke en uitzonderlijke gevallen van onrechtmatige gedragingen van de werkgever. Als ik de gevolgen van het ontslag mogen niet meewegen -opmerkingen buiten beschouwing laat, dan wijzen de opmerkingen van de WWZ-wetgever nog het meest in de richting van de Rutten/Breedbenadering van de Hoge Raad (de schadevergoeding als zekere mate van genoegdoening, gerelateerd aan de aard en ernst van de tekortkoming van de wederpartij, en dus niet primair gerelateerd aan de werkelijke schade van de werknemer). Nu het bij de billijke vergoeding (in tegenstelling tot de kennelijk-onredelijkontslagvergoeding, waarvoor de Hoge Raad de Rutten/Breed-benadering ontwikkeld heeft) uitsluitend gaat om zeer ernstige vormen van verwijtbaarheid aan de zijde van de werkgever, zie ik geen enkele reden om de schade niet conform de algemene schadebegrotingsregels van Boek 6 BW vast te stellen en (in ieder geval) primair af te stemmen op de door de werknemer geleden schade. De financiële situatie van de werkgever zou mijns inziens bij de begroting van de vergoeding geen rol moeten spelen. De rechter dient bij de schadebegroting uiteraard wel een eventuele aanspraak op de transitievergoeding mee te nemen, nu daarin een deel van die schade reeds is verdisconteerd. 3. Analyse jurisprudentie In deze paragraaf worden verschillende uitspraken uit 2016 (en enkele uit 2015) geanalyseerd Invulling criterium ernstige verwijtbaarheid In welke situaties oordeelde de rechter dat er sprake was van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever? Veroorzaken verstoorde arbeidsverhouding door te snel of onder valse redenen aan te sturen op beëindiging arbeidsovereenkomst Vrijwel alle uitspraken waarin een additionele billijke vergoeding werd toegekend, zien op de situatie dat de werkgever al dan niet moedwillig een verstoorde arbeidsverhouding veroorzaakt door te snel, onder een valse reden of anderszins verwijtbaar aan te sturen op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Een enkele keer mondde deze werkgeverstactiek uit in een ontbindingsverzoek van de werknemer, namelijk in Ktr. Enschede 26 februari 2016 (ECLI:NL:RBOVE:2016:675, AR ). Werknemer werd na 9,5 jaar dienstverband op zijn functioneren aangesproken door twee collega s en kreeg diezelfde dag nog een brief van werkgever waarin een beëindigingsvoorstel werd gedaan. Werknemer weigerde daarmee akkoord te gaan en raakte arbeidsongeschikt. Daarna volgde een kort mediationtraject dat vroegtijdig door werkgever werd beëindigd. Werkgever had in casu geen functioneringsgesprekken gevoerd, noch was het onvoldoende functioneren anderszins besproken. Gelet daarop is het gesprek ( ) tussen [twee collega s] enerzijds en [werknemer] anderzijds, zeer kwalijk. Niet alleen is dit gesprek op geen enkele wijze aangekondigd bij [werknemer], ook is het niet kies om een dergelijk gesprek over te laten aan een directe collega ( ). De directeur had volgens de kantonrechter zelf als leidinggevende dit gesprek dienen te voeren. Voorts is het ongepast ( ) om in een eerste gesprek over het in de ogen van de werkgever onvoldoende functioneren, direct een vaststellingsovereenkomst aan te bieden. Kortom: veel te snel en op onzorgvuldige wijze aansturen op beëindiging van de arbeidsovereenkomst, wordt aangemerkt als evhn van de werkgever. In de andere gevallen was het (logischerwijze) de op ontslag aansturende werkgever zelf die het ontbindingsverzoek deed, op de d-, e- of g-grond. Die verzoeken resulteerden in een ontbinding op de g-grond onder toekenning van een billijke vergoeding aan werknemer. Recente voorbeelden daarvan zijn de volgende. Een eerste voorbeeld biedt Ktr. Lelystad 12 januari 2016 (ECLI:NL:RBMNE:2016:986, AR ). Reeds na 14 maanden dienstverband blijkt dat werkneemster (56 jaar, conservator) en de enige andere werknemer van Stichting Huizer Museum, de directeur, niet konden samenwerken. Werkgeefster heeft toen te snel aangestuurd op ontslag van werkneemster. Had zij op het juiste moment adequaat gereageerd, dan zouden de irritaties volgens de kantonrechter op te lossen zijn geweest. Werkgeefster heeft na een vijftal gesprekken besloten dat de arbeidsovereenkomst met werkneemster beëindigd moest worden, terwijl op dat moment mediation, zoals voorgesteld door werkneemster, voor de hand had gelegen. De afwijzing van mediation op dat moment getuigt niet van goed werkgeverschap. De gevoerde gesprekken zonder professionele begeleiding zijn volstrekt onvoldoende om een mediationtraject of ander begeleidingstraject te vervangen. Het later alsnog instemmen met het mediationaanbod van werkneemster, nadat werkgeefster al een beschadigende over haar vertrek aan alle vrijwilligers had gestuurd, wordt door de kantonrechter afgeserveerd als een volstrekt ongeloofwaardige poging om de verhoudingen te herstellen. De ontbinding is volledig aan Huizer Museum te wijten en is dan ook het gevolg ( ) van ernstig verwijtbaar handelen en ook nalaten van de werkgever. Een tweede voorbeeld is Ktr. Utrecht 18 februari 2016 (ECLI:NL:RBMNE:2016:854, AR ). Hier wordt werkgeefster afgerekend op het ontbreken van een reëel verbetertraject. Het ging om een werknemer die na 19 jaar dienstverband in de problemen komt na het aantreden van een nieuwe leidinggevende. Deze spreekt hem aan op zijn negatieve uitstraling tijdens het MT en later zeggen vijf collega-managers van werknemer het vertrouwen in een verdere samenwerking met hem op. Vervolgens wordt werknemer van zijn functie ontheven en mislukt een poging tot een beëindiging in onderling overleg. Na een toegewezen maar ingetrokken ontbindingsverzoek van werknemer op de g-grond, ontbindt de

4 kantonrechter in deze zaak op dezelfde grond op verzoek van werkgeefster. Opmerkelijk is dat de kantonrechter bij de beoordeling of sprake is van evhn oordeelt dat werkgeefster gelet op de leeftijd van [werknemer] en de duur van het dienstverband, onvoldoende voor [werknemer] heeft gedaan. Dit lijkt verdacht veel op het gevolgencriterium van artikel 7:681 (oud) BW. Volgens de kantonrechter heeft werkgeefster in enkele maanden tijd ( ) de conclusie getrokken dat zij niet met [werknemer] verder kon, zonder deugdelijke begeleiding of een reëel verbeteringstraject. Evenzo is zij nalatig geweest in het zoeken van een oplossing in de kennelijk aanwezige problemen met de collega-managers ( ). Door aldus te handelen heeft [werkgeefster] als het ware de grond voor de ontbinding veroorzaakt terwijl de ontbinding feitelijk niet aan de orde had moeten zijn. Een dergelijk handelen van een werkgever dient als ernstig verwijtbaar gekwalificeerd te worden. Ook werkgever Grolsch werd afgerekend op het veroorzaken van een verstoorde arbeidsverhouding (Ktr. Enschede 21 januari 2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:212, AR ). Een vervelend voorval werknemer moest een presentatie afbreken omdat hij vanwege de spanning moest overgeven was voor Grolsch aanleiding om onder het mom van disfunctioneren direct aan te sturen op de beëindiging van de arbeidsverhouding. Van een goed werkgever had volgens de kantonrechter verwacht mogen worden dat hij de (tot dan toe) goed functionerende werknemer (zes jaar in dienst, 36 jaar) na het voorval in bescherming had genomen én dat hij na het voorval de draad weer zou hebben kunnen oppakken. Door in plaats daarvan onder voorwending van een valse reden aan te sturen op beëindiging dienstverband heeft werkgever ernstig verwijtbaar gehandeld. Werkgever Gebr. Ferwerda maakte het nog bonter. Deze werkgever stuurde niet alleen op onterechte gronden aan op ontslag, maar deed dat ook nog eens op intimiderende wijze (Ktr. Leeuwarden 24 februari 2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:713, AR ; zie voorts ECLI:NL:RBNNE:2016:714, AR en ECLI:NL:RBNNE:2016:715, AR ). Ferwerda rekende hardhandig af met werknemers die protesteerden tegen cameratoezicht, welk toezicht niet voldeed aan de daarvoor geldende regels. De daaropvolgende op non-actiefstelling was onterecht, maar de kantonrechter neemt werkgever vooral de (wijze van) ondervraging die volgde op de protestbrief van werknemers kwalijk ( bepaald ongepast ). De vermeende initiatiefnemers van de brief zijn één voor één opgeroepen voor een gesprek met de voltallige directie en twee leidinggevenden. Dit riekt naar een vorm van intimidatie en past niet in het verwijt dat hen wordt gemaakt, namelijk dat zij een brief hebben gestuurd waarin zij in nette bewoordingen aangeven moeite te hebben met het cameratoezicht binnen Ferwerda. Met zijn verwijtbaar handelen heeft werkgever een al jaren goed functionerende werknemer nodeloos beschadigd en psychisch belast. De door werkgever aangevoerde e-grond wordt naar de prullenbak verwezen. In plaats daarvan wordt ontbonden op de g-grond, door het ernstig verwijtbare gedrag van de werkgever is de arbeidsverhouding ernstig verstoord geraakt. Andere ernstig verwijtbaar gedrag werkgever Een heel andere vorm van verwijtbaarheid is aan de orde in Hof s-hertogenbosch 4 februari 2016 (ECLI:NL:GHSHE:2016:320, AR ). Het ging hier om een ontbindingsverzoek van werkneemster. In hoger beroep werd de werkgever (alsnog) afgerekend op zijn gedrag tijdens een eerdere, voor werkgever niet succesvolle, UWV-procedure. In die procedure had werkgever (een advocatenkantoor) de advocaat van werkneemster een uitdraai overhandigd van aan werkneemster op haar zakelijke adres gezonden s door de persoon met wie zij destijds een buitenechtelijke relatie had. Volgens de advocaat van werkneemster kondigde werkgever daarbij aan deze s in de ontslagprocedure te zullen inbrengen om te motiveren waarom werkgever wenste af te wijken van het afspiegelingsbeginsel, tenzij werkneemster zich alsnog bereid zou verklaren het voorstel van werkgever te aanvaarden. Het hof oordeelt dat werkgever hiermee ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Werkgever had zich kunnen en moeten realiseren dat het voor werkneemster uitermate gênant zou zijn wanneer deze s zouden worden geopenbaard en er rekening mee moeten houden dat dit van negatieve invloed zou zijn op haar persoonlijke levenssfeer. Ik voeg daaraan toe dat werkgever zich dat ongetwijfeld maar al te goed realiseerde en meende juist daarom het ultieme drukmiddel in handen te hebben om werkneemster te dwingen akkoord te gaan met het ontslag. Dat is geen chicaneus handelen, zoals de advocaat van werkneemster aan werkgever schreef, maar chantage. Conclusie Vrijwel alle zaken betreffen naar mijn mening inderdaad duidelijke en laten we hopen uitzonderlijke gevallen van onrechtmatige gedragingen die te kwalificeren zijn als duidelijk strijdig met goed werkgeverschap. Niettemin zit in de beoordeling hoe ernstig het verwijtbare gedrag van de werkgever is en of dit het stempel werkelijk onrecht verdient onvermijdelijk een subjectief element. Dit blijkt wel uit de zaak van de secretaresse die door haar werkgever met de privé- s werd gemanipuleerd (ECLI:NL:GHSHE:2016:320, AR ). De rechter in eerste aanleg had daarover geoordeeld dat slechts sprake was van verwijtbaar handelen van werkgever (ECLI:NL:RBOBR:2015:5186, TRA 2015/92 m.nt. Stamhuis). Daarnaast beoordelen de rechters, conform de bedoeling van de wetgever, de ernst van het verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever sec, dus zonder de gevolgen van het ontslag voor de werknemer erbij te betrekken. Er is één zaak die naar mijn mening op beide bevindingen een uitzondering vormt. Dat is de zaak van de manager in wie door zijn collega-managers het vertrouwen werd opgezegd (AR ) en waarin de kantonrechter de werkgever afrekent op het ontbreken van een reëel verbetertraject. Dit is een voorbeeld van een geval waarin er in principe geen (voldragen) grond was voor ontslag, de werkgever adequaat had moeten optreden, maar juist door dat na te laten een verstoorde arbeidsverhouding veroorzaakt. De vraag is of de kantonrechter hier werkgever wel de Asscherescape had moeten bieden, in plaats van ontbinding te weigeren en werkgever te gebieden een reëel verbetertraject met deugdelijke begeleiding te starten. Nu de kantonrechter toch ontbindt, is het begrijpelijk dat hij de fouten van de werkgever wil bestraffen, maar het is twijfelachtig of de door werkgever gemaakte fouten de kwalificatie werkelijk onrecht en zeer uitzonderlijke situatie verdienen. Mijns inziens gaat het hier weliswaar om onzorgvuldig en verwijtbaar gedrag, maar geen ernstig verwijtbaar muizengat -gedrag. Wellicht ziet de kantonrechter dat zelf ook, nu hij bij de

5 beoordeling of sprake is van evhn uitdrukkelijk overweegt dat werkgever gelet op de leeftijd van [werknemer] en de duur van het dienstverband, onvoldoende voor [werknemer] heeft gedaan. Kennelijk meent hij dat hetzelfde gedrag ten aanzien van een jongere werknemer niet ernstig verwijtbaar zou (kunnen) zijn geweest. Hier worden dus expliciet en tegen de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever in de gevolgen van het ontslag voor de werknemer meegewogen bij de beoordeling of het optreden van de werkgever ernstig verwijtbaar is Bepaling hoogte billijke vergoeding Opvallend is dat ook in een aantal van de in 2016 gewezen uitspraken, de hoogte van de toegekende billijke vergoeding in het geheel niet wordt gemotiveerd. De kantonrechters te Enschede trekken simpelweg de (kennelijk eind 2015 tussen verschillende kantonrechters afgesproken) standaardfrase weer uit de kast. Daarin worden eerst de aanwijzingen van de wetgever gememoreerd, om daarop te laten volgen: Uitgaande van het voorgaande zal de kantonrechter de billijke vergoeding vaststellen op een bedrag van (of vergelijkbare bewoordingen). Dat gebeurt in AR (ECLI:NL:RBOVE:2016:675) en AR (ECLI:NL:RBOVE:2016:212, andere kantonrechter). In beide gevallen leidde dit tot een billijke vergoeding van Dat komt in het eerste geval neer op 6,8 maandsalarissen (werknemer 58 jaar; 9,5 jaar dienstverband; maandsalaris 2.935; TV ; billijke vergoeding plus TV komt neer op 10,5 maandsalarissen). In het tweede geval op 4,5 maandsalarissen (werknemer 36 jaar; 6 jaar dienstverband, maandsalaris 4.400; TV bijna ; billijke vergoeding plus TV komt neer op 7 maandsalarissen). Deze wijze van non-motiveren zagen we eind vorig jaar al in bijvoorbeeld Ktr. Roermond 5 november 2015, ECLI:NL:RBLIM:2015:9351 ( 5.000), Ktr. Alkmaar 4 november 2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:9668 ( ) en Ktr. s-hertogenbosch 22 september 2015, ECLI:NL:RBOBR:2015:5552 ( 2.000). Sagel heeft op deze praktijk al scherpe kritiek geuit (S.F. Sagel, Wwz: pas toe en leg uit!, TRA 2016/1 (column)). Hiermee verschaft de rechter geen enkel inzicht in de factoren die voor hem of haar leidend zijn bij de bepaling van de omvang van de vergoeding, laat staan dat duidelijk wordt hoe die factoren tot de toegekende euro s hebben geleid. Dat levert de praktijk niet meer handvatten op dan als de rechter een zwieper aan het rad van fortuin geeft. Gelukkig wordt in de meeste zaken uit 2016 de hoogte van de vergoeding wél gemotiveerd. Die motivering betreft vooral de factoren die in aanmerking worden genomen; hoe de slag van die factoren naar het toegekende bedrag plaatsvindt, blijft vaag. Ik behandel hieronder de mijns inziens belangrijkste uitspraken. De Kantonrechter Leeuwarden geeft in de Gebr. Ferwerda-zaken (intimiderend optreden werkgever na klachten over cameratoezicht) aan welke factoren een rol hebben gespeeld bij de bepaling van de hoogte. In alle drie de zaken somt zij een rits aan omstandigheden op, die allemaal zien op het verwijtbare gedrag van werkgever. Vervolgens worden ook de emotionele gevolgen van het optreden van werkgever voor werknemer meegewogen, zie bijvoorbeeld AR (ECLI:NL:RBNNE:2016:715), r.o. 5.22: Dit alles moet de nodige emotionele gevolgen hebben gehad en nog steeds hebben op [werknemer], zo volgt onder meer al uit het feit dat hij sedert de schorsing medicatie gebruikt in verband met slaapproblemen. Al deze omstandigheden in aanmerking genomen stelt de kantonrechter de billijke vergoeding vast op Deze rechter geeft dus inzicht in de relevante factoren die de hoogte van de vergoeding bepalen, waaronder de immateriële schade voor werknemer, maar onduidelijk blijft hoe zij uiteindelijk bij dit bedrag is uitgekomen. Zij heeft daarbij in ieder geval niet via een vermenigvuldigingsfactor de hoogte van de billijke vergoeding afgeleid uit de transitievergoeding (vergelijk Ktr. s-hertogenbosch 1 september 2015, ECLI:NL:RBOBR:2015:5186, AR : verdubbeling transitievergoeding), noch via een andere formule. Een dergelijke berekeningswijze wordt namelijk expliciet en terecht door deze kantonrechter van de hand gewezen (r.o. 5.22). In een van de andere Gebr. Ferwerda-zaken (ECLI:NL:RBNNE:2016:714, AR ) had de werknemer een lagere billijke vergoeding gevraagd dan het toegewezen bedrag van in bovengenoemde zaak. De kantonrechter overweegt: Werknemer heeft aan billijke vergoeding een bedrag van zo n gevorderd. Onder normale omstandigheden zou dit met zich brengen dat de kantonrechter niet meer dan dat toewijst. In dit geval is echter sprake van de bijzondere omstandigheid dat in de zaak van de collega van werknemer, wiens zaak gelijktijdig met de zaak van werknemer is behandeld en waarbij zijn collega is bijgestaan door een andere gemachtigde een billijke vergoeding van [is] toegekend. Omdat de zaken zeer veel overeenkomsten vertonen, wordt aan werknemer eveneens een billijke vergoeding van bruto toegekend. Gelijke behandeling is hier voor de rechter reden om 50% meer toe te wijzen dan gevorderd door werknemer. De vraag is wat in dezen gelijke behandeling is. Het verwijtbare gedrag van werkgever was gelijk, maar geldt dat ook voor de (emotionele en financiële) gevolgen daarvan voor beide werknemers? Het lijkt er, in ieder geval voor wat betreft de financiële gevolgen, wel op, nu beide werknemers zeer vergelijkbaar waren qua aantal dienstjaren en salaris (AR : 7 jaar dienstverband; maandsalaris 1.729; TV 4.356; billijke vergoeding 8,7 maandsalarissen (leeftijd onbekend); versus AR : 7 jaar dienstverband; maandsalaris 1.902; TV 5.134; billijke vergoeding 7,9 maandsalarissen (leeftijd onbekend)). Uit deze overwegingen van de kantonrechter te Leeuwarden kan worden afgeleid dat volgens haar de werknemer met het noemen van een bedrag aan billijke vergoeding kennelijk in beginsel de bovengrens daarvan vastzet. In de derde Ferwerda-zaak (ECLI:NL:RBNNE:2016:713, AR ) overweegt zij dat bij de vraag hoe hoog de billijke vergoeding moet zijn ook wordt meegewogen (r.o. 5.22) dat [werknemer] zelf een bedrag van zo n kennelijk passend vindt. Dit komt, zo heeft de kantonrechter berekend, ruwweg neer op zo n twee jaar salaris. Alle omstandigheden in aanmerking genomen oordeelt de kantonrechter dat zo n bedrag haar in dit geval inderdaad zeker als passend voorkomt. De billijke vergoeding wordt dan ook op bruto vastgesteld. Een werknemer doet er dus verstandig aan niet te laag in te zetten. Uit genoemde overweging blijkt echter nog iets anders. Deze rechter neemt

6 expliciet de factoren ernst van het verwijtbaar handelen van werkgever, emotionele gevolgen van het ontslag voor werknemer én wat werknemer zelf passend vindt, in aanmerking. Daarnaast kent zij impliciet belang toe aan de factoren aantal dienstjaren en salaris bij de bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding. Ware het anders, dan was de berekening dat neerkwam op twee jaarsalarissen overbodig. Deze werknemer (38 jaar; 19,5 jaar dienstverband; maandsalaris 1.854) krijgt maar liefst 25,9 maandsalarissen mee (incl. de TV van komt dit zelfs neer op 34,6 maandsalarissen). De 8,7 en 7,9 maandsalarissen van de collega s uit de andere twee zaken steken daar mager bij af. Zij zijn allen op gelijke wijze slachtoffer geworden van dezelfde zeer laakbaar handelende werkgever. De enige plausibele reden voor dit grote verschil in toegekende billijke vergoeding is het forse verschil in het aantal dienstjaren (7 jaar versus 19 jaar). Een vergelijking met de oude kantonrechtersformule dringt zich op. Een kantonrechter te Amsterdam durft de kantonrechtersformule-knuppel in het hoenderhok te gooien (Ktr. Amsterdam 29 januari 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:400, AR ). In deze h-grondzaak, overweegt de rechter dat de maatstaf van de wetgever, namelijk de ernst van het verwijtbaar handelen, onbruikbaar is voor de bepaling van de omvang van de billijke vergoeding (r.o. 25). De ernst van het gemaakte verwijt is alleen een bruikbare maatstaf als het erom gaat te bepalen welk deel van de ontstane schade als gevolg van verwijtbaar handelen de veroorzaker moet betalen. De omvang van de schade is niet vast te stellen op basis van de mate van de ernst van het verwijtbaar handelen van de werkgever. Hoe moet het dan wel? In r.o. 26 stelt de kantonrechter onomwonden dat de maatstaven uit de oude kantonrechtersformule prima bruikbaar zijn: De basis van de billijke vergoeding is hierin gelegen dat een werkgever die ernstig verwijtbaar heeft gehandeld ten gevolge waarvan de dienstbetrekking tot een einde is gekomen meer verantwoordelijkheid behoudt voor de inkomenssituatie van de werknemer zoals die zal zijn na het einde van de dienstbetrekking, dan tot uitdrukking komt in de hoogte van de transitievergoeding. Een toe te kennen vergoeding dient daarom rekening te houden met het te missen inkomen door het verlies van de betrekking en een zeker, zij het in de loop der tijd afnemend inkomensniveau dat de werknemer gedurende zekere tijd na het ontslag moet kunnen behouden, waarbij een schatting van de kansen op het vinden van ander werk moet zijn inbegrepen, alsmede een schatting van de uitkeringen die de werknemer kan gaan ontvangen. Bij het bepalen van dat inkomensniveau en de tijd gedurende welke de werkgever daar mede voor verantwoordelijk is, dient acht te worden geslagen op de aan het ontslag ten gronde liggende feiten, de leeftijd van de werknemer en de lengte van het dienstverband. Op basis van deze maatstaven komt de kantonrechter tot een bedrag van aan billijke vergoeding inclusief transitievergoeding. Hier wordt de billijke vergoeding dus primair afgestemd op de materiële en immateriële schade van de werknemer ten gevolge van het verwijtbaar handelen van de werkgever en het daardoor eindigen van het dienstverband meegewogen en in relatie tot de ernst van het verwijtbare gedrag van werkgever geplaatst. Deze factoren komen echter duidelijker naar voren in de oude berekeningsmaatstaf van Rutten/Breed (inzake het kennelijk onredelijk ontslag) dan in de kantonrechtersformule die bij ontbinding gehanteerd werd. Die maatstaf leidt tot individueel maatwerk en past dus beter bij de enige duidelijke aanwijzing van de wetgever namelijk dat het hanteren van een formule uit den boze is. Die Rutten/Breed-berekeningsmaatstaf is nog duidelijker herkenbaar in de zaak waarin werkgever met het overleggen van beschadigende privé- s dreigde in de UWV-procedure (ECLI:NL:GHSHE:2016:320, AR ). Het Hof s-hertogenbosch zet de aanwijzingen van de wetgever uiteen, onder vermelding dat in de additionele vergoeding niet tot uitdrukking mag komen of het ontslag redelijk is mede in het licht van de gevolgen van het ontslag voor de werknemer en de door de werkgever getroffen voorzieningen om deze gevolgen te ondervangen (het oude gevolgencriterium, r.o. 3.21). Om vervolgens iets te doen wat daar sterk op lijkt (r.o. 3.22): Het hof is van oordeel dat bij het bepalen van de hoogte van een billijke vergoeding alle omstandigheden van het geval moeten meewegen. In dit geval acht het hof de volgende omstandigheden van belang. [Werkneemster] is 47 jaar oud. Zij is ruim negen jaar bij [werkgever] in dienst geweest. ( ) Indien de arbeidsovereenkomst niet per 1 november 2015 was ontbonden ten gevolge van het handelen van werkgever, had werkneemster naar verwachting door kunnen blijven werken bij werkgever tot 1 januari 2017 [datum waarop werkgever met zijn praktijk zou stoppen]. [Werkneemster] loopt derhalve een groot aantal maanden salaris mis. Anderzijds zal [werkneemster] na deze beschikking naar verwachting alsnog aanspraak kunnen maken op een WW-uitkering ( ). Gelet op al deze omstandigheden en de mate waarin werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld ( ), stelt het hof de billijke vergoeding vast op een bedrag van Gelet op haar maandsalaris van 1.283, komt dat neer op 7,8 maandsalarissen. In een zaak uit 2015 (Ktr. Rotterdam 16 oktober 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:7677, AR ) wordt bij de bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding doorslaggevende betekenis toegekend aan de financiële gevolgen van het ontslag voor werkneemster. De werkneemster vroeg ontbinding van de arbeidsovereenkomst nadat werkgever zich onbetamelijk en grievend jegens haar had uitgelaten en adviezen van de arboarts niet had opgevolgd. De kantonrechter overweegt dat deze teleurstellende afloop van het lange dienstverband (van 22 jaar) grote financiële gevolgen voor werkneemster (63 jaar) heeft. De werkneemster kan nu immers niet blijven werken tot haar pensioengerechtigde leeftijd van 66 jaar, waardoor zij naast loon een aanzienlijk bedrag aan pensioengelden misloopt. Het is niet aannemelijk dat zij, gedeeltelijk arbeidsongeschikt, op haar leeftijd nog elders werk vindt. Dat de werkgever de werkneemster na zo n lang dienstverband belet om de laatste jaren voor haar pensioengerechtigde leeftijd door te werken, met alle gevolgen van dien voor haar, is zo ernstig verwijtbaar, dat een forse vergoeding op zijn plaats is. Nu dus de ernst van het verwijt mede gelegen is in het doen vertrekken van de werkneemster terwijl haar pensioengerechtigde leeftijd na een lang dienstverband in zicht is, wordt bij het vaststellen van de billijke vergoeding mede gekeken naar de pensioeninkomsten die de werkneemster misloopt door de vroegtijdige beëindiging van het dienstverband. Aansluiting wordt gezocht bij de door de werkneemster overgelegde en door de werkgever niet betwiste berekening van het te verwachten verlies aan inkomen en pensioen ( ) en ook wordt rekening gehouden met de toe te kennen transitievergoeding. Op grond van het voorgaande zal een bedrag van bruto als billijke vergoeding worden toegekend. Deze zaak is een goede illustratie van het in elkaar overlopen van de verwijtbaarheidsfactoren aan werkgeverszijde en de financiële gevolgen van het ontslag aan werknemerszijde (vergelijk par. 3.2). Die factoren zijn, zeker in een zaak als deze, niet uit elkaar te trekken. Het gedrag van de werkgever is zo ernstig verwijtbaar, juist omdat het een werkneemster betreft voor wie hij gelet op haar leeftijd, de lengte van het dienstverband

7 en de daarmee samenhangende enorme inkomensschade ten gevolge van het ontslag een extra zorgplicht heeft. Het is mijns inziens dus terecht dat de rechter die financiële gevolgen in de hoogte van de billijke vergoeding tot uitdrukking brengt, daarbij rekening houdend met de transitievergoeding (in casu ruim ) waarop werkneemster aanspraak maakt. 4. Conclusie Komen wetgever en rechter tot een pas de deux? De entree is niet gek. De wetgever heeft in redelijk heldere lijnen de contouren van het muizengaatje van de ernstige verwijtbaarheid geschetst en de rechter sluit daar over het algemeen vloeiend bij aan. In het daarna volgende adagio gaat het direct mis, omdat de wetgever de rechter niet bij zijn bewegingen ondersteunt. Zijn zogenaamde aanwijzingen voor hoe de rechter de omvang van de billijke vergoeding moet bepalen zijn tegenstrijdig en onbruikbaar. De wetgever struikelt over zijn angst dat het strakke ballet van de billijke vergoeding te veel gelijkenis zal gaan vertonen met de losbandige lambada van het kennelijk onredelijk ontslag. Daarbij uit het oog verliezend dat zijn angst het criterium van de ernstige verwijtbaarheid, de eerste stap, betreft, maar die had hij in de entree nu juist al vrij zuiver gezet. De rechters blijken bij de tweede stap, de bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding, gelukkig hun eigen weg te kiezen. De betere dansers onder hen zetten de wetgever en zijn aanwijzingen aan de kant en laten zich liever leiden door zowel de verwijtbaarheidsfactoren aan werkgeverszijde als de financiële en andere gevolgen van het ontslag aan werknemerszijde. Nu het bij de additionele billijke vergoeding uitsluitend gaat om zeer ernstige vormen van verwijtbaarheid aan de zijde van de werkgever, zou ik de schade het liefst aan de hand van de algemene schadebegrotingsregels van Boek 6 BW willen zien vastgesteld en dus (in ieder geval) primair gerelateerd willen zien aan de schade van de werknemer. Met die aanpassing en wat meer motivering van het geleverde maatwerk kan de dans er zelfs gracieus uit gaan zien. Een mooi vooruitzicht voor de toekijkende arbeidsrechtpraktizijn.

De 'billijke vergoeding' in de WWZ

De 'billijke vergoeding' in de WWZ De 'billijke vergoeding' in de WWZ Author : anne-arts Billijke vergoeding Sinds de inwerkingtreding van de WWZ kan de rechter een billijke vergoeding toewijzen. Dit kan in situaties waarin door de werkgever

Nadere informatie

VERGOEDINGEN EN SANCTIES PROF. MR. WILLEM BOUWENS

VERGOEDINGEN EN SANCTIES PROF. MR. WILLEM BOUWENS VERGOEDINGEN EN SANCTIES PROF. MR. WILLEM BOUWENS STELLING 1 Het nieuwe stelsel van ontslagvergoedingen is niet uit te leggen! 2 SOORTEN VERGOEDING 1. Vergoeding in verband met het voortijdig eindigen

Nadere informatie

Rechtennieuws.nl Hogeschool Leiden 2016

Rechtennieuws.nl Hogeschool Leiden 2016 De billijke vergoeding onder de Wet werk en zekerheid Auteurs: Joanne Cijntje, Mark Kooger, Bas Rijnbeek, Mariska van Zandijk Na de introductie van de Wet werk en zekerheid (hierna: Wwz ) is een veelgehoorde

Nadere informatie

Academie voor de Rechtspraktijk Jurisprudentie WWZ. Eugenie Nunes 9 november 2015

Academie voor de Rechtspraktijk Jurisprudentie WWZ. Eugenie Nunes 9 november 2015 Academie voor de Rechtspraktijk Jurisprudentie WWZ Eugenie Nunes 9 november 2015 Aanzegging Aanzegging einde / voortzetting tijdelijke arbeidsovereenkomst 6 maanden: > Kantonrechter Amsterdam 10 juni 2015

Nadere informatie

een bad hair day? De Billijke vergoeding:

een bad hair day? De Billijke vergoeding: 1. Toekenningsgronden voor de billijke vergoeding 2. Begroting billijke vergoeding na invoering WWZ 3. New-Hairstyle arrest 4. Lagere rechtspraak na New-Hairstyle 5. Conclusie De Billijke vergoeding: een

Nadere informatie

Jurisprudentie Arbeidsrecht. Maandag 21 december 2015 Mr. K.J. Hillebrandt Palthe Oberman Advocaten

Jurisprudentie Arbeidsrecht. Maandag 21 december 2015 Mr. K.J. Hillebrandt Palthe Oberman Advocaten Jurisprudentie Arbeidsrecht Maandag 21 december 2015 Mr. K.J. Hillebrandt Palthe Oberman Advocaten Onderwerpen - Introductie - Jurisprudentie WWZ - Overige relevante jurisprudentie Jurisprudentie WWZ -

Nadere informatie

Datum 10 juni 2014 Betreft Behandeling WWZ, schriftelijke reactie op voorstel VAAN d.d. 2 juni 2014

Datum 10 juni 2014 Betreft Behandeling WWZ, schriftelijke reactie op voorstel VAAN d.d. 2 juni 2014 > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 818 Wijziging van verschillende wetten in verband met de hervorming van het ontslagrecht, wijziging van de rechtspositie van flexwerkers en

Nadere informatie

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen. Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de

Nadere informatie

WWZ in de praktijk. Vereniging Arbeidsmediators Nederland. Driebergen, 22 maart 2016. Dirk van Genderen Stadhouders Advocaten Utrecht

WWZ in de praktijk. Vereniging Arbeidsmediators Nederland. Driebergen, 22 maart 2016. Dirk van Genderen Stadhouders Advocaten Utrecht Vereniging Arbeidsmediators Nederland Driebergen, 22 maart 2016 WWZ in de praktijk Dirk van Genderen Stadhouders Advocaten Utrecht 23 maart 2016 pagina 1 Onderwerpen uitnodiging Stand van zaken na 10 maanden

Nadere informatie

De toekenning van de billijke vergoeding aan werknemers bij einde dienstverband

De toekenning van de billijke vergoeding aan werknemers bij einde dienstverband De toekenning van de billijke vergoeding aan werknemers bij einde dienstverband Auteur M.M. (Michelle) Falco Studentnummer 10245987 Mastertrack Arbeidsrecht: Arbeid en onderneming Scriptiebegeleider Prof.

Nadere informatie

Hoge Raad , ECLI:NL:HR:2017:1187, (werkneemster/hairstyling 2000 B.V., handelend onder de naam New Hairstyle)

Hoge Raad , ECLI:NL:HR:2017:1187, (werkneemster/hairstyling 2000 B.V., handelend onder de naam New Hairstyle) commentaar op Hoge Raad 30-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1187, (werkneemster/hairstyling 2000 B.V., handelend onder de naam New Hairstyle) datum 28-11-2017 auteur P. Kruit Hoge Raad 30-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1187,

Nadere informatie

Alumnidag 1 april 2016 Actualiteiten ontslagprocesrecht. Mr.dr. D.M.A. (Vivian) Bij de Vaate

Alumnidag 1 april 2016 Actualiteiten ontslagprocesrecht. Mr.dr. D.M.A. (Vivian) Bij de Vaate Alumnidag 1 april 2016 Actualiteiten ontslagprocesrecht Mr.dr. D.M.A. (Vivian) Bij de Vaate Overzicht Hoofdlijnen WWZ-ontslag(proces)recht Mogelijke verzoeken werknemer na opzegging of tijdens/na ontbinding

Nadere informatie

Wat kost een rechtszaak?

Wat kost een rechtszaak? Wat kost een rechtszaak? Wat kost een rechtszaak? Dat is de grote vraag en het antwoord of liever gezegd het niet- antwoord daarop, weerhoudt een aantal mensen een rechtszaak te beginnen of als gedaagde

Nadere informatie

Nomen est omen? De grabbelton van art. 7:681 BW (oud) Rutten/Breed NJ 2010/494: rechtszekerheid door motivering:

Nomen est omen? De grabbelton van art. 7:681 BW (oud) Rutten/Breed NJ 2010/494: rechtszekerheid door motivering: Nomen est omen? De grabbelton van art. 7:681 BW (oud) Rutten/Breed NJ 2010/494: rechtszekerheid door motivering: Geen XYZ-formule, want de voorspelbaarheid "staat of valt" niet met zo'n formule: "zij neemt

Nadere informatie

30 juni 20. et Werk & Zekerheid. ntslag op staande voet. rof. Mr S.F. Sagel

30 juni 20. et Werk & Zekerheid. ntslag op staande voet. rof. Mr S.F. Sagel et Werk & Zekerheid ntslag op staande voet rof. Mr S.F. Sagel et ontslag op staande voet: afschaffen of behouden? e meningen waren verdeeld 30 juni 20 e kosten van een terecht ontslag op staande voet "Het

Nadere informatie

Het ontslag op staande voet in cijfers

Het ontslag op staande voet in cijfers Het ontslag op staande voet in cijfers mr. Marit Beukhof en mr. Rachel Rietveld* 46 1. Inleiding De vraag of het ontslag op staande voet onder de Wwz is veranderd, heeft de afgelopen tijd menigeen beziggehouden.

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht

NIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht Februari 2019 Jaargang 3, nummer 2 NIEUWSBRIEF Artikelen Werkgever verplicht tot opzegging slapend dienstverband met transitievergoeding WAB aangenomen door Tweede Kamer Vaststelling hoogte billijke vergoeding

Nadere informatie

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch

Nadere informatie

De eerste maanden WWZ.. Frank ter Huurne 10 december 2015

De eerste maanden WWZ.. Frank ter Huurne 10 december 2015 De eerste maanden WWZ.. Frank ter Huurne 10 december 2015 Ontslagrecht tot 1 juli 2015 Duaal stelsel, namelijk twee mogelijke ontslagprocedures: opzegging met toestemming van UWV of ontbinding door de

Nadere informatie

Transitievergoeding. Transitievergoeding

Transitievergoeding. Transitievergoeding Transitievergoeding Waar heeft de werknemer aanspraak op? Wat kan de werkgever doen? Henriëtte van Baalen Transitievergoeding Hoeishetnugeregeld? Hoewordthetvanaf1julia.s.? Wanneer recht op transitievergoeding

Nadere informatie

Transvorm Actueel. De Wet Werk en Zekerheid in bedrijf. Woensdag 21 januari 2016

Transvorm Actueel. De Wet Werk en Zekerheid in bedrijf. Woensdag 21 januari 2016 Transvorm Actueel De Wet Werk en Zekerheid in bedrijf Woensdag 21 januari 2016 Holla Advocaten Transvorm Actueel Update Wet Werk en Zekerheid Lieke de Beer Nelleke de Langen - Loeffen 20 januari 2016 Inleiding

Nadere informatie

Avondje Legal. 3 Advocaten

Avondje Legal. 3 Advocaten Avondje Legal 3 Advocaten Wat gaan we doen? Werkkostenregeling en de wijziging van arbeidsvoorwaarden Wet werk en zekerheid Wijziging arbeidsvoorwaarden Werkostenregeling: Iedereen kosten arbeidsvoorwaarden

Nadere informatie

Ontslagrecht en dossiervorming. Corine Oerlemans 26 november 2013

Ontslagrecht en dossiervorming. Corine Oerlemans 26 november 2013 Ontslagrecht en dossiervorming Corine Oerlemans 26 november 2013 Beëindiging arbeidsovereenkomst Er zijn in principe 4 manieren om de arbeidsovereenkomst met een werknemer te beëindigen. Elk met een eigen

Nadere informatie

WWZ: ontslag en vergoeding. 21 april 2015

WWZ: ontslag en vergoeding. 21 april 2015 WWZ: ontslag en vergoeding 21 april 2015 WWZ in vogelvlucht Het verbeteren van de flexpositie (1 januari 2015/1 juli 2015); Ontslagrecht: Opzegging of ontbinding afhankelijk van de reden, hoger beroep

Nadere informatie

Ontslagzaken na de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015

Ontslagzaken na de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015 Ontslagzaken na de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015 Op 1 juli 2015 treedt het belangrijkste deel van de Wet werk en zekerheid in werking: de herziening van het ontslagrecht. Hoe die

Nadere informatie

Ontslagrecht. Prof. A.R. Houweling

Ontslagrecht. Prof. A.R. Houweling Ontslagrecht Prof. A.R. Houweling Het einde van de arbeidsovereenkomst Vier wijzen van eindigen van de aok: 1. Einde van rechtswege 2. Beëindiging met wederzijds goedvinden 3. Opzegging (ontslag) 4. Ontbinding

Nadere informatie

HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen

HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen Introductie Met de komst van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) vinden per 1 januari en 1 juli 2015 ingrijpende veranderingen in het arbeids-

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht

NIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht Februari 2018 Jaargang 2, nummer 1 NIEUWSBRIEF Artikelen over bijzonderheden handhaving wet DBA uitgesteld. verschil loonstop of loonsanctie. ontslag via What s app. 24 mei 2018 seminar over het spanningsveld

Nadere informatie

Themasessie transitievergoeding

Themasessie transitievergoeding Themasessie transitievergoeding de Ins en Outs Dinsdag 14 juni 2016 Mr. W.M. Limberger Advocaat Stein Advocaten Zwolle Eekwal 4 8011 LD ZWOLLE Tel : 038-4215221 Fax: 038-4218190 E-mail: limberger@steinadvocatenzwolle.nl

Nadere informatie

Arbeids- en ontslagrecht 9 december 2014 Chris van Wijngaarden

Arbeids- en ontslagrecht 9 december 2014 Chris van Wijngaarden Arbeids- en ontslagrecht 9 december 2014 Chris van Wijngaarden 2 Wet Werk en Zekerheid Ingrijpende wijzigingen in de regels voor het aangaan en opstellen van arbeidsovereenkomsten Ingrijpende wijzigingen

Nadere informatie

Actualiteiten WWZ. Recente rechtspraak

Actualiteiten WWZ. Recente rechtspraak Actualiteiten WWZ Recente rechtspraak Recente rechtspraak VERGOEDINGEN - Naast transitievergoeding en billijke vergoeding geen ruimte voor een aanvullende vergoeding. Als partijen een aanvullende vergoeding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2016:661

ECLI:NL:RBLIM:2016:661 ECLI:NL:RBLIM:2016:661 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 27012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer 4683113/AZ/15341 27012016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ

De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ Author : gvanpoppel Voor werknemers die statutair bestuurder zijn, gelden vaak andere regels bij onder meer ontslag, dan voor 'normale' werknemers.

Nadere informatie

Gevolgen van het nieuwe arbeidsrecht (WWZ) en spraakmakende ontwikkelingen

Gevolgen van het nieuwe arbeidsrecht (WWZ) en spraakmakende ontwikkelingen Gevolgen van het nieuwe arbeidsrecht (WWZ) en spraakmakende ontwikkelingen Voor bedrijfsartsen van NVAB Kring voor bedrijfsgezondheidszorg Amsterdam e.o. Saskia Lang, Advocaat Arbeidsrecht 06 36 03 72

Nadere informatie

Artikelen. Het Hairstyle-arrest : gevolgen voor de ontslagpraktijk. S. van de Kam & M.S. Postma Het Hairstyle-arrest

Artikelen. Het Hairstyle-arrest : gevolgen voor de ontslagpraktijk. S. van de Kam & M.S. Postma Het Hairstyle-arrest S. van de Kam & M.S. Postma 1 Het Hairstyle-arrest : gevolgen voor de ontslagpraktijk Het zal weinigen ontgaan zijn dat de Hoge Raad op 30 juni 2017 in het zogenoemde Hairstyle-arrest uitspraak heeft gedaan

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-059 d.d. 23 februari 2015 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en C.E. Polak, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Mediation in het nieuwe Ontslagrecht MKB Noord en VNO-NCW. 26 januari 2016

Mediation in het nieuwe Ontslagrecht MKB Noord en VNO-NCW. 26 januari 2016 Mediation in het nieuwe Ontslagrecht MKB Noord en VNO-NCW 26 januari 2016 Mediation in het nieuwe ontslagrecht Januari 2016 Ingrid Munneke en Judith Bos Wijzigingen in het ontslagrecht De Verschillende

Nadere informatie

Transitievergoeding: vloek of zegen?

Transitievergoeding: vloek of zegen? Transitievergoeding: vloek of zegen? Op 18 februari 2014 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Werk & Zekerheid aangenomen. Dit wetsvoorstel verandert o.a. het ontslagrecht, de inzet van flex-krachten

Nadere informatie

Actualiteiten Arbeidsrecht. mr. Erik Jansen mr. Jean-Luc Coenegracht 26 juni 2012

Actualiteiten Arbeidsrecht. mr. Erik Jansen mr. Jean-Luc Coenegracht 26 juni 2012 Actualiteiten Arbeidsrecht mr. Erik Jansen mr. Jean-Luc Coenegracht 26 juni 2012 1 Actualiteiten arbeidsrecht Onderwerpen Wijziging Wet melding collectief ontslag (WMCO) Stand van zaken kennelijk onredelijk

Nadere informatie

Actualiteiten Arbeidsrecht. Mr. dr. P. (Pascal) Kruit

Actualiteiten Arbeidsrecht. Mr. dr. P. (Pascal) Kruit Actualiteiten Arbeidsrecht Mr. dr. P. (Pascal) Kruit Programma Actualiteiten WWZ Ontbindende voorwaarde Collectieve acties 2 Actualiteiten WWZ Ontbinding wegens disfunctioneren Pro-forma ontbinding 96-Rv

Nadere informatie

Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Amsterdam

Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Amsterdam Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Amsterdam Amsterdam 15 december 2016 2016, de WWZ in de praktijk Dirk van Genderen Stadhouders Advocaten 19 december 2016 pagina 1 Derde voortgangsbrief WWZ Asscher, 1

Nadere informatie

WIJZIGING ARBEIDSRECHT/ ONTSLAGRECHT. H.F.A. Bronneberg R.C. Breuls

WIJZIGING ARBEIDSRECHT/ ONTSLAGRECHT. H.F.A. Bronneberg R.C. Breuls WIJZIGING ARBEIDSRECHT/ ONTSLAGRECHT H.F.A. Bronneberg R.C. Breuls WET WERK EN ZEKERHEID KOMT ER AAN Per 1 januari 2015 is sprake van wijzigingen; Per 1 juli 2015 is sprake van de meest ingrijpende wijzigingen;

Nadere informatie

1.4 Heeft een werknemer bij ontslag recht op een gouden handdruk?

1.4 Heeft een werknemer bij ontslag recht op een gouden handdruk? 1.4 Heeft een werknemer bij ontslag recht op een gouden handdruk? De werknemer heeft niet automatisch bij ontslag recht op een ontslagvergoeding. Zo zal de werkgever aan een op staande voet ontslagen werknemer

Nadere informatie

Inleiding in het ontslagrecht

Inleiding in het ontslagrecht I Inleiding in het ontslagrecht Het Nederlandse ontslagrecht kent vier wijzen waarop een arbeidsovereenkomst kan eindigen. De eerste en meest voorkomende wijze van beëindiging is de beëindiging met wederzijds

Nadere informatie

Wet werk en zekerheid nieuw ontslagrecht, wat nu? Caroline van der Zwet 26 november 2015

Wet werk en zekerheid nieuw ontslagrecht, wat nu? Caroline van der Zwet 26 november 2015 Wet werk en zekerheid nieuw ontslagrecht, wat nu? Caroline van der Zwet 26 november 2015 Onderwerpen Kansen voor de mediator? Kort overzicht belangrijkste wijzigingen in t ontslagrecht Gronden a t/m h

Nadere informatie

Schaken met de WWZ. Opzeggen, Opzegverboden & Ontbinden. 2 juni 2015 mr. Erik Jansen

Schaken met de WWZ. Opzeggen, Opzegverboden & Ontbinden. 2 juni 2015 mr. Erik Jansen Schaken met de WWZ Opzeggen, Opzegverboden & Ontbinden 2 juni 2015 mr. Erik Jansen 1 Vast minder vast Flexibel minder flexibel 2 WWZ Centrale motto van baanzekerheid naar werkzekerheid Eenvoudiger Sneller

Nadere informatie

Nieuwsbrief, december 2014

Nieuwsbrief, december 2014 Nieuwsbrief, december 2014 Wijzigingen arbeidsrecht in 2015 Door de invoering van de Wet Werk en Zekerheid wordt het arbeidsrecht ingrijpend gewijzigd. De wijzigingen hebben gevolgen voor het bestaande

Nadere informatie

Wetsvoorstel werk en zekerheid

Wetsvoorstel werk en zekerheid Wetsvoorstel werk en zekerheid De belangrijkste gevolgen op een rij Geachte relatie, Vrijdag 29 november jl. is het wetsvoorstel met betrekking tot de Wet werk en zekerheid ingediend. De voorstellen van

Nadere informatie

Nieuwsbrief Wet Werk en Zekerheid

Nieuwsbrief Wet Werk en Zekerheid Nieuwsbrief Wet Werk en Zekerheid Beste Klant, Per 1 januari en 1 juli 2015 zullen er diverse wijzigingen plaatsvinden op het gebied van arbeidsrecht. Hiervan willen wij u graag op de hoogte brengen. De

Nadere informatie

Concurrentiebeding - werkgevers

Concurrentiebeding - werkgevers Concurrentiebeding - werkgevers Waarom een concurrentiebeding opnemen? Met een concurrentiebeding wordt een werknemer beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de arbeidsovereenkomst op zekere wijze

Nadere informatie

AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken

AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken INLEIDING In de plenaire vergadering van het Landelijk overleg

Nadere informatie

DE WET WERK EN ZEKERHEID (WWZ)

DE WET WERK EN ZEKERHEID (WWZ) DE WET WERK EN ZEKERHEID (WWZ) DE GEVOLGEN VOOR TRAINERSCONTRACTEN IN HET AMATEURVOETBAL DE NIEUWE WET De eerste onderdelen van de wet zijn per 1 januari 2015 in werking getreden en per 1 juli 2015 was

Nadere informatie

Over bedrijfsgeheimen en billijke vergoedingen. Eerste bijeenkomst VAAU 4 juli 2018 Sjef de Laat

Over bedrijfsgeheimen en billijke vergoedingen. Eerste bijeenkomst VAAU 4 juli 2018 Sjef de Laat Over bedrijfsgeheimen en billijke vergoedingen Eerste bijeenkomst VAAU 4 juli 2018 Sjef de Laat Bedrijfsgeheimen W.o. 34 821: Regels ter uitvoering van Richtlijn 2016/943/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Uitleg hoogte WW-uitkering vanaf 1 juli 2015

Uitleg hoogte WW-uitkering vanaf 1 juli 2015 Uitleg hoogte WW-uitkering vanaf 1 juli 2015 Uitleg hoogte WW-uitkering vanaf 1 juli 2015 Een werknemer die werkloos wordt, heeft in beginsel recht op een uitkering op basis van de Werkloosheids Wet (WW).

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:4991

ECLI:NL:RBNHO:2016:4991 ECLI:NL:RBNHO:2016:4991 Instantie Datum uitspraak 20-06-2016 Datum publicatie 04-07-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 4983481 / OA VERZ 16-101 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hoogte WW-uitkering vanaf 1 juli Hoogte WW-uitkering vanaf 1 juli 2015

Hoogte WW-uitkering vanaf 1 juli Hoogte WW-uitkering vanaf 1 juli 2015 Hoogte WW-uitkering vanaf 1 juli 2015 Hoogte WW-uitkering vanaf 1 juli 2015 Een werknemer die werkloos wordt, heeft in beginsel recht op een uitkering op basis van de Werkloosheids Wet (WW). De hoogte

Nadere informatie

Aanbeveling schikking en proceskosten Wwz

Aanbeveling schikking en proceskosten Wwz Aanbeveling schikking en proceskosten Wwz Aanbevelingen ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken INLEIDING In de plenaire

Nadere informatie

Ontslag op staande voet

Ontslag op staande voet Ontslag op staande voet Ontslag op staande voet is een opzegging wegens een dringende reden waardoor de arbeidsovereenkomst direct eindigt. Deze opzegging vindt plaats zonder vergunning van het UWV. De

Nadere informatie

Wet Werk en Zekerheid

Wet Werk en Zekerheid Wet Werk en Zekerheid 22 september 2014 mr. Carin Welters Bouwend Nederland Programma Inleiding Bescherming van flexwerkers Ontslag WW-uitkering Conclusies en adviezen 1. Ingangsdatum 1 januari 2015: bescherming

Nadere informatie

Wet Werk en Zekerheid. Nathalie van Goor

Wet Werk en Zekerheid. Nathalie van Goor Wet Werk en Zekerheid Nathalie van Goor Stand van zaken Wijzigingen per 1 januari 2015: - Concurrentiebeding - Proeftijd - Bepaalde tijd contracten deel 1 - Oproepcontracten deel 1 Wijzigingen per 1 juli

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:5507

ECLI:NL:RBGEL:2016:5507 ECLI:NL:RBGEL:2016:5507 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 27-07-2016 Datum publicatie 17-10-2016 Zaaknummer 5122602 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

Het ontslagrecht per 1 juli 2015

Het ontslagrecht per 1 juli 2015 Het ontslagrecht per 1 juli 2015 Noordam Advocatuur mr. dr. A.J. Noordam Het Europese en Nederlandse arbeidsrecht biedt in grote mate bescherming aan de werknemer. Met name het ontslag van werknemers is

Nadere informatie

Wet Werk en Zekerheid Wijzigingen per 1 juli 2015

Wet Werk en Zekerheid Wijzigingen per 1 juli 2015 Wet Werk en Zekerheid Wijzigingen per 1 juli 2015 Op 1 juli 2015 treedt het tweede deel van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) in werking. Het ontslagrecht wordt gemoderniseerd, er is sneller sprake van passend

Nadere informatie

E.M. Bevers Clingendael Advocaten J.A.C. Brouwer Marxman Advocaten

E.M. Bevers Clingendael Advocaten J.A.C. Brouwer Marxman Advocaten Jurisprudentie in Nederland maart 2016, afl. 2 «JIN» Arbeidsrecht 28 Aan een beperking van de toepasselijkheid van de CAO voor Uitzendkrachten zoals door ons gesuggereerd, kleeft overigens ook een bezwaar.

Nadere informatie

HR in de Zorg Nieuw Ontslagrecht & Vergoeding 2 december 2014

HR in de Zorg Nieuw Ontslagrecht & Vergoeding 2 december 2014 HR in de Zorg Nieuw Ontslagrecht & Vergoeding 2 december 2014 Hanze advocaat specialist in arbeidsrecht Vestigingen in Zwolle, Deventer en Groningen Alle arbeidsrechtelijke zaken mbt: Adviseren, begeleiden

Nadere informatie

Dossieropbouw en ontslag. De praktijkgids voor leidinggevenden

Dossieropbouw en ontslag. De praktijkgids voor leidinggevenden Dossieropbouw en ontslag De praktijkgids voor leidinggevenden Dossieropbouw en ontslag De praktijkgids voor leidinggevenden Margit Eijsenga Colofon Tekst: Margit Eijsenga, Eijsenga & Arbeidsrecht Ontwerp

Nadere informatie

DE KANTONRECHTER EN DE WWZ: SNEL, PRAKTISCH EN EFFECTIEF?

DE KANTONRECHTER EN DE WWZ: SNEL, PRAKTISCH EN EFFECTIEF? 1 DE KANTONRECHTER EN DE WWZ: SNEL, PRAKTISCH EN EFFECTIEF? mr. P.J. Jansen, kantonrechter Rechtbank Noord-Holland mr. M.D. Ruizeveld, kantonrechter Rechtbank Amsterdam Wie was deze man? En deze dan? Rekkelijken

Nadere informatie

De kantonrechter en de Wwz snel prak3sch en effec3ef? Ellen W. de Groot Dirk Jan Buijs

De kantonrechter en de Wwz snel prak3sch en effec3ef? Ellen W. de Groot Dirk Jan Buijs De kantonrechter en de Wwz snel prak3sch en effec3ef? Ellen W. de Groot Dirk Jan Buijs Verzoekschri9 ontbinding; wat zet u er in? (art. 7:671b BW) Redelijke grond(en) Herplaatsing niet mogelijk andere

Nadere informatie

Maarten van Gelderen, advocaat arbeidsrecht DONDERDAG 8 NOVEMBER 2018

Maarten van Gelderen, advocaat arbeidsrecht DONDERDAG 8 NOVEMBER 2018 Maarten van Gelderen, advocaat arbeidsrecht DONDERDAG 8 NOVEMBER 2018 HR Journaal uitzending is nog een maand lang terug te kijken je kunt live op polls reageren @mvangelderen @XpertHR_nl HR Journaal HR

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:3330

ECLI:NL:RBOBR:2017:3330 ECLI:NL:RBOBR:2017:3330 Instantie Datum uitspraak 22-06-2017 Datum publicatie 26-06-2017 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 5513747 16-9880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:6651

ECLI:NL:RBAMS:2016:6651 ECLI:NL:RBAMS:2016:6651 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 05-10-2016 Datum publicatie 18-10-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie EA VERZ 16-968/16-1002/16-1126/C104420

Nadere informatie

Wet Werk en Zekerheid

Wet Werk en Zekerheid Wet Werk en Zekerheid Wijzigingen per 1 januari 2015 De plannen om het arbeidsrecht te hervormen gaan nu concrete vormen aannemen. De Eerste en Tweede Kamer hebben ingestemd met het wetsvoorstel Wet Werk

Nadere informatie

Nieuw arbeidsrecht (Wet Werk en Zekerheid) per 1 juli 2015: door mrs. Huisman en Van Overloop

Nieuw arbeidsrecht (Wet Werk en Zekerheid) per 1 juli 2015: door mrs. Huisman en Van Overloop Nieuw arbeidsrecht (Wet Werk en Zekerheid) per 1 juli 2015: door mrs. Huisman en Van Overloop Inhoudsopgave: - Huisman Advocaten (hu) - Doelstelling en Hoofdlijnen WWZ (hu) - Proeftijd- en concurrentiebeding

Nadere informatie

ERVARINGEN NA INVOERING WWZ DEEL 2

ERVARINGEN NA INVOERING WWZ DEEL 2 ERVARINGEN NA INVOERING WWZ DEEL 2 Berdine van Eerden & Lidwien Hazenberg Advocaten Arbeidsrecht 15 december 2015 Wie zijn wij Berdine van Eerden Advocaat arbeidsrecht T 053-480 47 05 M 06 460 585 78 E

Nadere informatie

Concurrentiebeding - werknemers

Concurrentiebeding - werknemers Concurrentiebeding - werknemers Wat is een concurrentiebeding? Een werkgever kan er groot belang bij hebben dat bepaalde werknemers niet bij een (directe) concurrent of als zelfstandige gaan werken. Dit

Nadere informatie

Bedrijfsgeneeskundige dagen De Wet werk en zekerheid voor bedrijfsartsen nader belicht

Bedrijfsgeneeskundige dagen De Wet werk en zekerheid voor bedrijfsartsen nader belicht 27 mei 2016 Bedrijfsgeneeskundige dagen De Wet werk en zekerheid voor bedrijfsartsen nader belicht mr. Ellen W. de Groot, kantonrechter, rechtbank Overijssel 1 Wet werk en zekerheid (Wwz), zie boek 7 Burgerlijk

Nadere informatie

Drie opties Aan extern expert Absolute Advocaten is gevraagd om de opties in een juridisch kader te schetsen. Er blijken drie opties mogelijk:

Drie opties Aan extern expert Absolute Advocaten is gevraagd om de opties in een juridisch kader te schetsen. Er blijken drie opties mogelijk: BESTUUR Hertog Aalbrechtweg 32-1823 DL ALKMAAR Postbus 9150-1800 GD ALKMAAR Telefoon: (072) 567 88 90 Fax: (072) 50 37 102 Email: j.g.goet@wnk.nl Website: www.wnk.nl Alkmaar, 13 september 2018 Onderwerp:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Wet werk en zekerheid

Wet werk en zekerheid Wet werk en zekerheid Ingangsdatum 1 januari 2015 Concurrentiebeding Concurrentiebeding (zonder nadere motivering) is mogelijk in arbeidscontracten voor bepaalde en onbepaalde tijd. In bepaalde tijd contracten

Nadere informatie

De invulling van de h-grond wetgever heeft bedoeld?

De invulling van de h-grond wetgever heeft bedoeld? Arbeidsrecht De invulling van de h-grond wetgever heeft bedoeld? mr. R. (Renate) de Regt Werkzaam bij RWV Advocaten te Leiden Inmiddels zijn de ontslagrechtelijke bepalingen van de Wet werk en zekerheid

Nadere informatie

Arbeidsrecht, invoeringsdatum 1 januari 2015:

Arbeidsrecht, invoeringsdatum 1 januari 2015: Geachte relatie, Het afgelopen jaar is er al veel gesproken over de kabinetsplannen om het arbeidsrecht, het ontslagrecht en de WW aan te passen. Inmiddels is de Wet Werk en Zekerheid aangenomen door de

Nadere informatie

Schaken met de WWZ. Ontslag op staande voet. 2 juni 2015 mr. Hayat Barrahmun

Schaken met de WWZ. Ontslag op staande voet. 2 juni 2015 mr. Hayat Barrahmun Schaken met de WWZ Ontslag op staande voet 2 juni 2015 mr. Hayat Barrahmun 1 Ontslag op staande voet Hoge Raad 21 januari 2000 (P/Hema) Hoge Raad 20 april 2012 (De Bijenkorf) Ontslag op staande voet Hoge

Nadere informatie

www.vandiepen.com Martin de Jong 24 september 2009

www.vandiepen.com Martin de Jong 24 september 2009 www.vandiepen.com Martin de Jong 24 september 2009 Arbeidsrechtelijke gevolgen Verhoging inzetbaarheid Employability en ontslag Van Baanzekerheid naar werkzekerheid Wetsvoorstel Donner / Advies Commissie

Nadere informatie

Actualiteiten arbeidsrecht

Actualiteiten arbeidsrecht Actualiteiten arbeidsrecht Rob Brouwer Andries Houtakkers Roermond, 19 juni 2013 1 Ontslagrecht in sociaal akkoord BBA vervalt. Ontslagrecht in BW. Bij bedrijfseconomisch ontslag en ontslag wegens langdurige

Nadere informatie

Conflictverlof bij situatieve arbeidsongeschiktheid lost niets op.

Conflictverlof bij situatieve arbeidsongeschiktheid lost niets op. Conflictverlof bij situatieve arbeidsongeschiktheid lost niets op. oktober 2008 De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch

Nadere informatie

Wet Werk en Zekerheid: meer arbeidsconflicten?

Wet Werk en Zekerheid: meer arbeidsconflicten? Vooruitgang door vernieuwend werkgeven Wet Werk en Zekerheid: meer arbeidsconflicten? mr. Astrid Zuidinga, AWVN Advocaten Mediationcongres 26 november 2015 Wat is een (arbeids)conflict? Con-flict (het;

Nadere informatie

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2010

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2010 Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2010 Actualiteiten Arbeidsrecht Actualiteiten arbeidsrecht Ontwikkelingen ontslagvergoeding Overgang van onderneming (ovo) Actualiteiten 16 Ontwikkelingen

Nadere informatie

Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist?

Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist? Laura Gringhuis Advocaat Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist? Belastingrecht 28 september 2018 Het opgeven van oud-werkgevers als referent en het verstrekken

Nadere informatie

Casus 17 Pesten op het werk

Casus 17 Pesten op het werk Casus 17 Pesten op het werk Werknemers worden op de werkvloer regelmatig gepest door collega s en door hun chefs, blijkt uit recente publicaties. Soms raken die werknemers door dat pesten zo overspannen,

Nadere informatie

Wet werk en zekerheid in vogelvlucht

Wet werk en zekerheid in vogelvlucht Wet werk en zekerheid in vogelvlucht en per 1 januari/februari 2015 Concurrentiebeding In arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd kan geen concurrentiebeding meer worden opgenomen, tenzij de werkgever

Nadere informatie

ONTSLAGRECHT VERNIEUWD. 5 februari 2014 Richard Geurts Annemarie van Woudenberg

ONTSLAGRECHT VERNIEUWD. 5 februari 2014 Richard Geurts Annemarie van Woudenberg ONTSLAGRECHT VERNIEUWD 5 februari 2014 Richard Geurts Annemarie van Woudenberg Wijzigingen Wetgeving 1-1-2014: - Verhoging AOW-leeftijd: 65 jaar en 2 maanden - Afschaffing stamrechtvrijstelling: ontslagvergoeding

Nadere informatie

Werkloosheid als verdienmodel van de overheid

Werkloosheid als verdienmodel van de overheid Werkloosheid als verdienmodel van de overheid Werkloosheid als verdienmodel van de overheid. Het klink misschien vreemd, maar werkloosheid is goed voor de schatkist. Veel arbeidsovereenkomsten worden ontbonden

Nadere informatie

Nieuw Arbeidsrecht Hoe zit het nu en hoe gaat het worden?

Nieuw Arbeidsrecht Hoe zit het nu en hoe gaat het worden? Nieuw Arbeidsrecht Hoe zit het nu en hoe gaat het worden? Op 18 februari 2014 is de Wet Werk en Zekerheid aangenomen. Op internet zijn veel plukjes informatie te vinden. Hieronder volgt een overzicht van

Nadere informatie

Dossieropbouw. mr. Liesbeth Lucassen-Leeuwenberg mr. Pascal Hulsegge

Dossieropbouw. mr. Liesbeth Lucassen-Leeuwenberg mr. Pascal Hulsegge Dossieropbouw mr. Liesbeth Lucassen-Leeuwenberg mr. Pascal Hulsegge Onderwerpen Waarom dossieropbouw Uitgangspunten functioneren Functioneringsproblemen Disfunctioneren Wangedrag/verwijtbaar handelen en/of

Nadere informatie

Het Nieuwe ontslagrecht. Per

Het Nieuwe ontslagrecht. Per Sociaal Akkoord Het Nieuwe ontslagrecht Per 1 januari 2016 Prof. mr. A.R. Houweling Het ontslagrecht wordt eerlijker en eenvoudiger door één ontslagroute voor te schrijven voor alle werknemers. Echt per

Nadere informatie

3. Overzicht relevante jurisprudentie WWZ tot 1 januari 2016

3. Overzicht relevante jurisprudentie WWZ tot 1 januari 2016 ONTSLAG 3. Overzicht relevante jurisprudentie WWZ tot 1 januari 2016 MR. H.B. DEKKER In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de relevante jurisprudentie die in het kader van de WWZ tot 1 januari

Nadere informatie

Ontslag wegens disfunctioneren

Ontslag wegens disfunctioneren Ontslag wegens disfunctioneren Beëindigen arbeidsovereenkomst Er zijn 2 (hoofd)groepen van ontslagredenen: 1. Op grond van een reden gelegen binnen de organisatie van de werkgever (WG) (gaan we hier niet

Nadere informatie