Spelling. 1. Werkwoorden
|
|
- Eva Aalderink
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Stijl en spelling Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste stijl- en spellingregels die in de onderbouw bij Nederlands zijn behandeld. Bij schrijfopdrachten en bij het examen wordt in de bovenbouw van je verwacht dat je deze regels kent en toepast. Mocht je behoefte hebben aan extra uitleg en/of oefeningen kun je ook terecht op de volgende websites: speciaal voor scholieren met uitleg en oefeningen over stijl, spelling en grammatica dit is een digitale versie van het groene boekje. Als je twijfelt over de precieze schrijfwijze van een woord, zoek je het heel gemakkelijk op in de woordenlijst op deze site.
2 Spelling 1. Werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd - stam: bij 1 e persoon e.v., na jij/je - stam + t: na 3 e persoon e.v., na 2 e persoon e.v. - infinitief: in meervoud Persoonsvorm verleden tijd - bij zwakke werkwoorden t kofschip gebruiken: als de letter voor de uitgang en van het hele werkwoord een t, x, f, k, s, ch of p is, schrijf je de vt stam+te(n) - bij woorden uit een andere taal let je op de klank van de uitgang en pas je bovenstaande regel toe. Voltooid deelwoord - bij zwakke werkwoorden gebruik je de regel van t kofschip om te bepalen of je een t of een d moet schrijven - voor een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord geldt: altijd zo kort mogelijk schrijven 2. Leestekens Punt Zet een punt - aan het einde van de zin - bij afkortingen: G.A. Bredero, enz., d.m.v. Geen punt - schrijf afkortingen die als woord worden uitgesproken zonder punten: VARA, NAVO, STER - schrijf maten en gewichten zonder punt: cm, ml Komma - tussen de onderdelen van een opsoming - tussen twee persoonsvormen - voor en na een aanspreking of een tussenwerpsel: Hé, wanneer kom je langs, Gert? - Voor en na een bijstelling: De leraar, een docent klassieke talen, verheugde zich op het einde van de les. - (in lange zinnen) voor een voegwoord waarmee de bijzin begint: De docent wil mij niets meer uitleggen, omdat ik nooit mijn huiswerk maak. Puntkomma Een puntkomma betekent en. Zet een puntkomma: - tussen zinnen die sterk met elkaar samenhangen: Het is slecht weer; ik ga met de auto. - Tussen de delen van een opsomming, als het om zinnen gaat Dubbele punt - om een opsomming aan te kondigen - om een directe rede aan te kondigen - om een verklaring aan te kondigen Let op: na een dubbele punt volgt geen hoofdletter, behalve bij de directe rede.
3 Aanhalingstekens - bij een citaat - bij een directe rede - om aan te geven dat een woord een andere betekenis heeft dan normaal Vraagteken - aan het eind van een letterlijk gestelde vraag let op: dus niet bij de indirecte rede: Marieke vroeg wat ik daar deed. Uitroepteken - aan het eind van een zin met een bevel of een uitroep let op: zet nooit meer dan 1 uitroepteken Haakjes Zet haakjes om informatie die je geeft als toelichting, uitleg of voorbeeld. Gebruik deze leestekens zo min mogelijk, want ze verstoren de tekst 3. Hoofdletters - Aan het begin van een zin; als de zin met een apostrof begint, krijgt het tweede woord een hoofdletter: t Is maar goed dat het lente wordt/ - Bij persoonsnamen: J. van den Hof, maar de heer Van den Hof - Bij namen van verenigingen, instellingen, bedrijven en diensten: Vitesse, het Rode Kruis - Bij aardrijkskundige namen en namen van merken, historische gebeurtenissen, straten, hemellichamen, gebouwen, feestdagen en bij titels van boeken en films Kleine letter: - soortnamen: een cheeseburger, een glas bordeaux - historische periodes - afleidingen van feestdagen: kerstboom - maanden - dagen - jaargetijden - windstreken - geloven 4. Meervoudsvorming Meervoud op s: - vaste s: als de uitspraak correct blijft: kamers, asperges, cafés, goeroes, dominees - s: - bij afkortingen: vwo s, cd s, cao s - in woorden die eindigen op a, i, o, u, y Maar: etuis, bureaus, jockeys, cowboys, essays (want: geen uitspraakproblemen) Vreemde meervouden: Basis bases of basissen Museum musea of museums Datum data of datums 5. Tussenklank in samengestelde woorden Tussen s Schrijven als je hem hoort: stationsklok
4 Tussen-e of tussen-en Schrijf in een samenstelling en als het eerste woord eden zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud op en heeft: bramenjam Geen en bij: - het eerste deel heeft (ook) een meervoud op s: groenteboer - het eerste deel heeft geen meervoud: rijstebrij - het eerste deel verwijst naar een uniek exemplaar: zonnebank, Koninginnedag - het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord: beresterk - het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord: hogeschool, spinnewiel - het woord wordt niet meer als een samenstelling gezien: hazewind, takkewijf 6. Aan elkaar of los Aan elkaar: - samenstellingen van twee of drie woorden: politieonderzoek, totstandkoming, huissleutel - getallen tot honderd (in letters) en samenstellingen met honderd en duizend: vierendertig, vijftienduizend - voornaamwoordelijke bijwoorden (bestaan uit er, hier, daar, waar + voorzetsel): waarheen, daarover, eronderdoor, hiertegenover 7. Streepje Koppelteken: - om uitspraakproblemen te voorkomen: ski-jack - in de naam van getrouwde vrouwen: mevrouw Jansen-Verkerke - in woorden met de voorvoegsels adjunct-, aspirant-, ex-, interim-, niet-, non-, oud- - voor een hoofdletter: oer-hollands, de commissie-van Dam - in combinaties van titels en beroepen: trainer-coach, minister-president - bij aardrijkskundige namen of woorden die daarvan afgeleid zijn: Noord- Hollander, s-heerenbroek - bij letters, cijfers, andere tekens en St of Sint: 20+-kaas - in woorden die anders onoverzichtelijk worden: huis-aan-huisblad, doe-hetzelver, hyena-vel let op: gebruik bij getallen in woorden een trema: tweeëntwintig. Weglatingsteken Zet een streepje op de plek waar een deel van een woord is weggelaten Afbreekstreepje Breek alleen af tussen twee lettergrepen. Zorg ervoor dat er niet maar één klinker overblijft. 8. Trema Voorkomt uitspraakproblemen in woorden die geen samenstelling zijn. Plaats het trema op de tweede klinker waar het leesprobleem kan ontstaan, de eerste letter van de volgende lettergreep: zeeën, fobieën, gecreëerd. 9. Apostrof - op de plaats van een weggelaten letter: s avonds - op de plaats van een weggelaten bezit s: Els plannen - in afleidingen van letter- en cijferwoorden: vwo er
5 10. getallen Cijfers: - bij getallen boven de twintig, uitgezonderd de ronde getallen: 27 miljard, zestig - voor maten, gewichten, bedragen, data, adressen, rekeningnummers Letters: - voor getallen tot en met twintig, voor de tientallen - voor getallen als honderd, duizend, miljoen, miljard, biljard 11. Sommige of sommigen? Zonder n: - als ze bijvoeglijk gebruikt worden - als ze betrekking hebben op zaken of dieren Met n: - als ze zelfstandig gebruikt worden en betrekking hebben of uitsluitend personen - bij zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden: doven en slechthorenden
6 Stijl: de standaardfouten 1. Dubbelop Onjuiste herhaling Als een vast voorzetsel ten onrechte twee keer wordt gebruikt: Op zo n partij als het Vlaams Belang zou een mensenrechtenactivist niet op moeten stemmen. Tautologie Ik lees graag boeken over onderwijs, zoals bijvoorbeeld Suezkade. Pleonasme Ik heb toestemming om de les te mogen verlaten. Contaminatie Twee woorden of uitdrukkingen worden verward: Onjuist: overnieuw Nachecken Als moeder zijnde Dat behoort tot een van de mooiste boeken Dat kost te duur Dubbele ontkenning De examenkandidaten deden hun best om te voorkomen dat er geen spelfouten in hun profielwerkstuk stonden. 2. Fouten met verwijswoorden Hij, zij of het; hem of haar; zijn of haar? - het-woorden: onzijdig; verwijs naar onzijdige woorden met het en zijn. Namen van landen, steden en clubs en ook verkleinwoorden zijn onzijdig. - De-woorden: zijn mannelijk (hij, hem, zijn) of vrouwelijk (zij, ze, haar). Kijk in het woordenboek. Die, dat, deze, dit - de-woorden: die en deze - het-woorden: dit en dat Hen of hun - hen: lijdend voorwerp na een voorzetsel - hun: meewerkend voorwerp bezittelijk voornaamwoord Dat of wat - dat: als je verwijst naar een het-woord - wat: verwijst naar onbepaald voornaamwoord (alles, iets, niets, het enige) overtreffende trap een hele zin Wie of waar - wie verwijst naar personen - wat verwijst naar zaken 3. incongruentie zorg ervoor dat onderwerp en pv overeenkomen in: getal geslacht tijd incongruentie ontstaat vaak
7 - als het onderwerp meervoudig lijkt, maar het niet is: een groep heeft, de jeugd is, de media zijn, etcetera - als de persoonsvorm en het onderwerp te ver uit elkaar staan - als een meewerkend voorwerp ten onrechte voor het onderwerp wordt aangezien: reizigers worden verzocht (=fout) naar een ander perron te gaan. 4. Dat/als-constructie Een bijzin van voorwaarde begint vaak met als of wanneer. Als de bijzin niet achteraan de zin staat, ontstaat er een dat/als-constructie. Vermijd die door volgens mij te gebruiken in plaats van ik denk of ik vind. - Onjuist: Daarom vind ik dat als films schokkende beelden bevatten of vormen van ernstig geweld, ze niet voor tien uur s avonds moeten worden uitgezonden. - Juist: Daarom vind ik dat films niet voor tien uur s avonds moeten worden uitgezonden, als ze schokkende beelden bevatten of vormen van ernstig geweld. 5. Foutieve samentrekking In zinnen die je aan elkaar plakt mag je de delen die hetzelfde zijn in de tweede zin weglaten als: - de betekenis hetzelfde is en - de vorm hetzelfde is en - de grammaticale functie hetzelfde is voorbeelden onjuiste samentrekking: * het vervallen huis werd afgebroken en de oude schuren gesloopt * voer eendjes geen oorlog * de computer is stuk en dus naar de reparateur gebracht 6. Foutieve beknopte bijzin In een beknopte bijzin staat geen persoonsvorm en ook geen onderwerp. Het denkbeeldige onderwerp van de beknopte bijzin moet hetzelfde zijn als het onderwerp van de hoofdzin. Fout is: nog slaperig na een te korte nacht maakte de koffie ons weer een beetje wakker.
Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2)
Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2) Samenvatting door een scholier 1020 woorden 25 september 2011 7,3 13 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands CURSUS SPELLEN Werkwoordspelling
Nadere informatieSamenvatting Nederlands NL Spelling 1 t/m 12
Samenvatting Nederlands NL Spelling 1 t/m 12 Samenvatting door een scholier 1040 woorden 26 februari 2014 4,5 16 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands 1 Leestekens Punt Aan het eind van
Nadere informatie6,3. Samenvatting door L woorden 12 november keer beoordeeld. Nederlands. 1. Werkwoordspelling. Persoonsvorm
Samenvatting door L. 1035 woorden 12 november 2014 6,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands 1. Werkwoordspelling Persoonsvorm Vinden van de pv: zin in andere tijd zetten à veranderende
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Formuleren
Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting door Luca 1052 woorden 28 maart 2016 8,2 1 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Dubbelop Onjuiste herhaling; Tautologie; Pleonasme; Contaminatie;
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Werkwoordspelling
Samenvatting Nederlands Werkwoordspelling Samenvatting door L. 1375 woorden 4 november 2013 5,2 13 keer beoordeeld Vak Nederlands Persoonvorm à tegenwoordige tijd - ik erbij of jij/je erachter = alleen
Nadere informatieSamenvatting Nederlands formuleren
Samenvatting Nederlands formuleren Samenvatting door een scholier 1199 woorden 3 maart 2016 7,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Samenvatting formuleren Par 1 dubbelop
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Spelling
Samenvatting Nederlands Spelling Samenvatting door een scholier 1180 woorden 1 juni 2004 6,5 85 keer beoordeeld Vak Nederlands Nederlands Alle spellingregels WW spelling Persoonsvorm? Ja Nee? TT: zo simpel
Nadere informatie6.2. Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei keer beoordeeld. Nederlands. Paragraaf 1. Dubbel op. Onjuiste herhaling
Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei 2016 6.2 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Paragraaf 1 Dubbel op Onjuiste herhaling 2x een voorzetsel wordt gebruikt, maar 1 overbodig
Nadere informatieInhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv
Inhoud 1 Spelling 5 1 geschiedenis van de nederlandse spelling in vogelvlucht 11 2 spellingregels 13 Klinkers en medeklinkers 13 Spelling van werkwoorden 14 D De stam van een werkwoord 14 D Tegenwoordige
Nadere informatie* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.
1.8 Nederlands formuleren Als je zuiver Nederlands schrijft, moet je net als een verzorgde spelling een verzorgde zinsbouw gebruiken. Veel voorkomende fouten moet je daarbij vermijden. Deze fouten vind
Nadere informatie3,7. Dubbelop: Tautologie: Pleonasme: Contaminatie: Samenvatting door een scholier 1713 woorden 8 juni keer beoordeeld.
Samenvatting door een scholier 1713 woorden 8 juni 2010 3,7 7 keer beoordeeld Vak Nederlands FOUTENLIJST.: Dubbelop: Onjuiste herhaling: Als een vast voorzetsel ten onrechte twee keer word gebruikt, is
Nadere informatie9,6. Samenvatting door een scholier 1001 woorden 26 maart keer beoordeeld. Nederlands
Samenvatting door een scholier 1001 woorden 26 maart 2018 9,6 2 keer beoordeeld Vak Nederlands onderwerp pvtt pvvt ik stam stam + de/te je/jij achter pv stam stam + de/te je/jij voor pv stam +t stam +
Nadere informatieInhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18
Inhoud Deel 1 Spelling 18 Inleiding 15 1 Grondbeginselen van de Nederlandse spelling 21 1.1 Verschil tussen klank en letter 22 1.2 Hoofdregels 22 1.3 Interactie tussen de regels 24 1.4 Belang van de regel
Nadere informatieVisuele Leerlijn Taal
Visuele Leerlijn Taal www.gynzy.com Versie: 05-09-2019 Taalbegrip Abstracties Probleem & oplossing Zender & ontvanger Functies van taal Discussie Standpunt & argument Feit & mening Illustratie (als voorbeeld)
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Correct formuleren
Samenvatting Nederlands Correct formuleren Samenvatting door L. 781 woorden 11 december 2012 1 1 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Dubbelop Onjuiste herhaling VZ wordt twee keer gebruikt.
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Formuleren
Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting door een scholier 781 woorden 9 maart 2018 9 2 keer beoordeeld Vak Nederlands Nederlands Formuleren Misleidende tweelingen: als/dan Dan: vergrotende trap
Nadere informatie1.2.3 Trappen van vergelijking 20
INHOUD DEEL I Woord voor woord 13 1.1 Zelfstandig naamwoord (substantief) 16 1.1.1 Definitie 16 1.1.2 Soorten 16 1.1.2.1 Soortnaam of eigennaam 16 1.1.2.2 Concrete of abstracte zelfstandige naamwoorden
Nadere informatie5 Niet meer twijfelen 107 Geweest is/is geweest 107 Vele of velen? 108 Hen/hun/ze 110 U/uw, jou/jouw 111 Als/dan 111 Dat/wat 113 Dat/die 115
Inhoud Inleiding 13 1 De vaart erin 17 Gebruik verzorgde spreektaal 17 Te ouderwets 17 Checklist ouderwets woordgebruik 19 Te populair 23 Vermijd de lijdende vorm 24 Hoe herkent u de lijdende vorm? 25
Nadere informatieVisuele Leerlijn Spelling
Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,
Nadere informatieDe bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer
Nadere informatieEigen vaardigheid Taal
Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht
Nadere informatieDe bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer
Nadere informatieKernwoord Uitleg Voorbeeld
Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven of om dubbelzinnigheid te voorkomen. Een nietzelfstandig
Nadere informatieCompacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek
Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek Bezoek- en postadres: Bredewater 16 2715 CA Zoetermeer info@uitgeverijbos.nl www.uitgeverijbos.nl 085 2017 888 Aan de totstandkoming van
Nadere informatieDe persoonsvorm vind je door de tijd in de zin te veranderen. De werkwoorden die mee veranderen zijn persoonsvormen.
Samenvatting door een scholier 2350 woorden 20 maart 2012 5.8 109 keer beoordeeld Vak Nederlands Hoofdstuk 1 Werkwoordspelling 1.1 Persoonsvorm De persoonsvorm vind je door de tijd in de zin te veranderen.
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3
Nadere informatieBenodigde voorkennis taal verkennen groep 5
Taal actief 4 taal verkennen groep 5-8 taal verkennen groep 5 In dit document een overzicht opgenomen van de benodigde voor de lessen Taal verkennen groep 5. Deze kenn maakt onderdeel uit van de leerlijn
Nadere informatieNaam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.
Naam: Mijn doelenboekje Grammatica Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8 www.gynzy.com Inhoud & Legenda In dit doelenboekje zijn de volgende Werelden te vinden: Taalkundige ontleding...3 Redekundige
Nadere informatieOverzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I
Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I Grammatica I Rubriek Oefening Type Opgaven Uitleg Alle onderwerpen Totaaltoets Grammatica I (*) 42 1 Klanken/letters Deeltoets 1 (*) Naamwoorden Deeltoets 2
Nadere informatieSpelling. A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema:
Spelling 1. Werkwoorden: tegenwoordige tijd A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema: ik - je/u/hij/ze t we/jullie/ze en bijvoorbeeld: ik drink ik bied je drinkt je biedt
Nadere informatie1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8
Deel 1 Grammatica 1 1 WOORDSOORTEN 3 1.1 Tot welke woordsoort behoren de onderstreepte woorden in de volgende zinnen? 3 1.2 Multiple choice. Benoem de onderstreepte woorden 4 1.3 Benoem de onderstreepte
Nadere informatieStudiewijzer TaalCompetent
TaalCompetent - Studiewijzer 1 Studiewijzer TaalCompetent leer-/werkboek basisvaardigheden taalbeheersing Nederlands 1 Werken met TaalCompetent 2 Overzicht uitwerkingen 3 Taaltoetsen voor de pabo 4 Kennistrainingen
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik
Nadere informatieals iets niet letterlijk is bedoeld.
Kernwoordenlijst Kernwoord Uitleg Voorbeeld Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven
Nadere informatieAndere werkwoordsvorm (infinitief, voltooid of onvoltooid deelwoord) schrijf je zo simpel mogelijk. Op t- klank = verlengen, d-klank = verlengen.
Samenvatting door een scholier 1095 woorden 29 juni 2004 5,8 70 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Hoofdstuk 1: Reclame Werkwoordsspelling: Bij een werkwoord als persoonsvorm moet
Nadere informatieTaalbeschouwelijke termen bao so 2010
1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan
Nadere informatieLes 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30
Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden
Nadere informatie2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12
Inhoudsopgave 1 Русский алфавит Het Russische alfabet 10 2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 3 Фонетика Fonetiek
Nadere informatiei n h o u d Inhoud Inleiding
V Inhoud Inleiding IX 1 Informatie structureren 1 1.1 Onderwerp in kaart brengen 1 1.1.1 Je doel vaststellen 1 1.1.2 De lezers inschatten 2 1.1.3 Het onderwerp afbakenen 3 1.1.4 Van ideeën naar mindmap
Nadere informatie71 S. instapkaarten taal verkennen 5KM. MALtABERG. QVRre. v;rw>r t. -t.
v;rw>r t 7 S SS QVRre F9 - -t. t- L 5KM i r MALtABERG instapkaarten taal verkennen S -4 taal verkennen komt er vaak een -e achter. Taa actief. instapkaarten taal verkennen. groep 8 Maimberg s-hertogenbosch
Nadere informatieOPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER / ZUTPHEN STUDIEWIJZER
OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER / ZUTPHEN STUDIEWIJZER BOL/BBL NEDERLANDS 2F module 1 Taalbegrip en taalverzorging basisfase Cohort 2018 2021 kwartiel 1 en 2 DOELSTELLINGEN:
Nadere informatieGrammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.
9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw
Nadere informatie(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 2 NEDERLANDS
(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 2 NEDERLANDS 0 AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je op een juiste manier in meervoud schrijven. - Hoofdletters op een juiste manier gebruiken. - Onbepaalde hoofdtelwoorden
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
-b fl41..- 1 rair î ; : ; - / 0 t- t-, 9 S QURrz 71 1 t 5KM 1o r MALNBERG St 4) 4 instapkaarten ji - S 1,1 1 thema 5 1 les 2 S S S - -- t. Je leert hoe je van het hele werkwoord een voltooid deelwoord
Nadere informatieInleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9
INHOUD Inleiding 7 Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9 Les 1 Stap voor stap op weg naar minder spellingfouten 11 1.1 Juist spellen is... 11 1.2 Stappenplan goed spellen 13 1.3 Hardnekkige spellingproblemen
Nadere informatieFORMULEREN Vragen + antwoorden
FORMULEREN Vragen + antwoorden Dubbelopfouten Welke dubbelopfouten zijn er? (bij elke soort een voorbeeld) A. onjuiste herhaling (daarin heb ik nu geen zin in) B. foutief pleonasme (de ouderloze wees)
Nadere informatieInhoud. 1 Spelling 10
Inhoud 1 Spelling 10 1 geschiedenis van de friese spelling (stavering) in het kort 10 2 spellingregels 12 Hulpmiddelen 12 Klinkers en medeklinkers 12 Lettergrepen 13 Stemhebbend en stemloos 13 Basisregels
Nadere informatieDe verschillende vormen van het werkwoord
De verschillende vormen van het werkwoord PV tt stam ( bij ik ervoor en erachter, bij je/jij erachter) Stam + t ( bij alle andere vormen van enkelvoud) Meervoud ( bij alle vormen van meervoud) Ik loop---
Nadere informatieOPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER
OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER BOL/BBL NEDERLANDS 3F module 1 Taalbegrip en taalverzorging basisfase Cohort 2018 2021 kwartiel 1 en 2 DOELSTELLINGEN: 1. Aan
Nadere informatieIets wat alleen een mens kan. Geheel Deel Mensen Persoon Voorwerp Inhoud Product uitstreek product
Samenvatting door Sam 813 woorden 2 maart 2016 6,8 21 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Lezen Tekststructuren: Voor/nadelenstructuur Verleden/heden(/toekomst)structuur Aspectenstructuur
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Formuleren/Spreken
Samenvatting Nederlands Formuleren/Spreken Samenvatting door een scholier 1612 woorden 27 november 2006 6,8 15 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Samenvatting Nederlands Spreken: Spreken
Nadere informatieSpelling & Formuleren. Week 2-7
Spelling & Formuleren Week 2-7 Tentamenstof Boek: Praktische cursus Spelling 6e druk Auteur: M. Klein & M. Visscher Alle hoofdstukken behalve hoofdstuk 4 Proeftentamens zie Blackboard Succes! TEGENWOORDIGE
Nadere informatieWoordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.
Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk
Nadere informatieOnline cursus spelling en grammatica
Handleiding Online cursus spelling en grammatica Het hoofdmenu In het hoofdmenu kun je links op een niveau klikken. Daarnaast zie je een overzicht van de modules die bij dit niveau horen. Modules Rechts
Nadere informatieFormuleren voor gevorderden
Formuleren voor gevorderden Het programma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden op het
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Klas: IG3v (Docent: RKW) D Week: 13 t/m 24 Onderdeel: Grammatica Woordsoorten Nieuw Nederlands. 3 vwo. 5 e editie Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5 Werkwoorden en persoonlijke, bezittelijke, wederkerende, aanwijzende,
Nadere informatieFormuleren voor gevorderden
Formuleren voor gevorderden Het Muiswerkprogramma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden
Nadere informatieTaaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen
Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er
Nadere informatieTipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8
Tipboekje Herman Jozefschool Groep 8 Inhoudsopgave Tips: Woordsoorten Werkwoorden, Lidwoorden,Zelfstandige naamwoorden en eigen namen Bijvoeglijke naamwoorden,voorzetsels,vragende voornaamwoorden Bezittelijke
Nadere informatieFormuleren voor gevorderden
Formuleren voor gevorderden Het Muiswerkprogramma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
7 instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema
Nadere informatie4.1 Wanneer schrijf je een aanbiedingsbrief? 33 4.2 Wat is het tekstdoel van een aanbiedingsbrief? 33 4.3 Hoe bouw je een aanbiedingsbrief op?
Inhoud 1 Aan de slag 13 1.1 Inleiding: het schrijfproces 13 1.2 Fase 1: oriënteren 14 1.2.1 Het onderwerp 14 1.2.2 Het tekstdoel 14 1.2.3 De doelgroep 15 1.3 Fase 2: ordenen 16 1.4 Fase 3: opbouwen 16
Nadere informatieπ (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46
Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord
Nadere informatieZ I N S O N T L E D I N G
- 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk
Nadere informatieGevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.
Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands. Doelgroep Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is bedoeld voor leerlingen
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan
Nadere informatieTaal: Hfst 1: Duidelijke en correcte woorden: 1.1: Woordkeus en tekst: 1.2: Duidelijke woordkeus: bepaald omdat door 1.3: Correcte woordkeus:
Taal: Hfst 1: Duidelijke en correcte woorden: 1.1: Woordkeus en tekst: Bij zakelijke teksten schrijven moet je op een aantal punten letten: Gebruik zakelijke taal. Gebruik een neutraal perspectief, niet
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Onderdeel: Grammatica zinsdelen 1F Grammaticale kennis: onderwerp, lijdend voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde, persoonsvorm. 1E Grammaticale kennis: meewerkend voorwerp. 2E Grammaticale kennis: bijwoordelijke
Nadere informatieWoordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord
Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord
Nadere informatieOnderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Rapportperiode 1 Vak: Nederlands Onderdeel: LEZEN Docent: RKW 1 Aantal lessen per week: 4 Methode: Lees Mee Hoofdstuk: Blok 1 t/m 6 Blz. Weging: 1x 3x woordmixtoets 3x leestoets In totaal 6 cijfers Studievaardigheden:
Nadere informatieOnderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
- NEX Klas: IG2 HV Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Lesperiode: 2 1 Nieuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL Materiaal: Leerlingschrift A4 Snelhechter Markeerstift Al
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Schooljaar 2015 2016 Nederlands havo vwo 1 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling H 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatieBeginnersfouten Nederlandse Vertalers
Beginnersfouten Nederlandse Vertalers Inhoud 1. Samenstellingen los schrijven die aan elkaar horen... 3 2. De komma tussen twee werkwoordsvormen vergeten... 3 3. Vele/velen en beide/beiden... 3 4. Die/dat...
Nadere informatieNEDERLANDS HELDER EN CORRECT
NEDERLANDS HELDER EN CORRECT Praktische richtlijnen voor spreken en schrijven Peter Debrabandere Acco Leuven / Den Haag INHOUDSOPGAVE INLEIDING 13 1 HET NEDERLANDS IN VLAANDEREN 17 1.1 Enkele aspecten
Nadere informatieOnderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Onderdeel: Grammatica zinsdelen Lesperiode: 2 1, 2 en 5 Extra materiaal: PowerPoint Stappenplan zinsdelen op blz. 268 t/m 270 zinsdelen: Onderwerp Werkwoordelijk- en naamwoordelijk gezegde Lijdend voorwerp
Nadere informatieVak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Vak: Nederlands EBR Klas: IG 2 mh/hv Onderdeel: Leesvaardigheid Lesperiode: 5 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 4 Blz. 127 t/m 12 Nieuw Nederlands Online H 1 t/m 4, onderdeel Lezen extra en Test Nieuwsbegrip
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Taalverzorging, spelling en interpunctie
Samenvatting Nederlands Taalverzorging, spelling en interpunctie Samenvatting door een scholier 1042 woorden 14 november 2012 5,7 34 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op niveau 9.2 Verkeerd woord/verkeerde
Nadere informatieLIJST MET DE MEEST VOORKOMENDE SPELFOUTEN. AcroPDF - A Quality PDF Writer and PDF Converter to create PDF files. To remove the line, buy a license.
Spelfout tegen: Woorden splitsen Wat heb ik fout gedaan? Voorbeeld MOGELIJKE REGELS 1a woord verkeerd gesplitst ploo-ien i.p.v. plooi-en Bij twee medeklinkers kun je tussen die medeklinkers splitsen. De
Nadere informatie1 Spelling en uitspraak
Inhoud 1 Spelling en uitspraak 1 de spellingregels 11 Klinkers en medeklinkers 12 Accenttekens 11 Apostrof ( ) en koppelteken (-) 12 Hoofdletters 13 Los of aan elkaar? 13 Afbreken 14 2 uitspraak 14 Medeklinkers
Nadere informatieSamenvatting Nederlands H9 stijlfouten
Samenvatting Nederlands H9 stijlfouten Samenvatting door een scholier 1783 woorden 31 oktober 2011 6,5 17 keer beoordeeld Vak Nederlands Nederlands REP taal- en stijlfouten. Verkeerd woord/uitdrukking
Nadere informatieZinsontleden en woordbenoemen groep 7/8
Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren
Nadere informatieπ (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46
Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatieDE REFERENTIENIVEAUS. en Taal actief 4
DE REFERENTIENIVEAUS en Taal actief Taal actief en de referentieniveaus Sinds augustus 010 is de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen van kracht. Voor het basisonderwijs zijn daarmee de referentieniveaus
Nadere informatiePdf versie uitleg Grammatica
Uitleg Grammatica Inleiding In deze zelfstudiemodule kun je grammatica oefenen. Grammatica betekent volgens de Van Dale Leer van het systeem van een taal, geheel van regels volgens welke woorden en zinnen
Nadere informatieAntwoorden Nederlands Ontleding
Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig
Nadere informatieToelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen
Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen Van elk kaartje wordt in deze toelichting kort beschreven wat erop staat. Een spellingregel wordt extra
Nadere informatieUitgebreide basisgrammatica NT2 Jenny van der Toorn-Schutte Boom, Amsterdam
Klare taal! Uitgebreide basisgrammatica NT2 Klare taal! Jenny van der Toorn-Schutte Boom, Amsterdam Tweede herziene druk, vijfde oplage, 2010 2006, Jenny van der Toorn-Schutte, Houten Behoudens de in
Nadere informatieCVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3
CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing
Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde
Nadere informatieLeestekens 3F. Doelgroepen Leestekens 3F. Omschrijving Leestekens 3F
Leestekens 3F De stof van Leestekens 3F volgt ongeveer dezelfde indeling als de eerdere delen, maar opbouw is cumulatief. Kwamen in Leestekens 1F vooral eenvoudige zinnen en woorden aan bod en kwamen langzamerhand
Nadere informatienaamwoord naamwoord 1F enkelvoud van zelfstandig 1F meervoud van zelfstandig 1F zelfstandig naamwoord 1F lidwoord 1F werkwoord 1F samenstelling
GROEP 4 1F hakwoord (1) 1F plankwoord (4) 1F eeuw-ieuw-woord (7) 1F klankgroepenwoord (10) f>v, s>z (10) één woord met twee één woord met drie één woord met meer X ordenen van de letters ei-plaat uitbreiden
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio /HV Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing
Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
2018-2019 Klas: HV1 Lesperiode: 1 + 2 Diploma grammatica Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: Grammatica HF 1 t/m 6 Bladzijde: 25 t/m 30, 67 t/m 72, 109 t/m 114, 151 t/m 156, 193 t/m 198, 235
Nadere informatieOver dit boek 13 1 Zinsbouw
INHOUD Over dit boek 13 1 Zinsbouw 17 1.1 Inleiding 17 1.2 Werkwoorden 19 1.2.1 Werkwoordsvolgorde 19 1.2.2 Meervoud of enkelvoud? 21 1.2.2.1 Onduidelijk onderwerp 21 1.2.2.2 Hoeveelheidsaanduider 22 1.2.2.3
Nadere informatieSKO. Cursus Nederlandse Bedrijfscorrespondentie. Opleiding Schriftelijke Communicatie Nederlands
Avondopleidingen SKO Opleidingen Opleidingen Ondernemer Correspondentie Cursus Zakelijk Nederlands Cursus Nederlandse Bedrijfscorrespondentie Opleiding Schriftelijke Communicatie Nederlands Opleidingen
Nadere informatieDPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling
Werkstuk schrijven DPS Communicatie Werkblad: werkwoordspelling On line, korte, doelgerichte cursussen. Aan de slag wanneer het u uitkomt. Via Skype contact met een ervaren docent. Makkelijker was het
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
6 instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema
Nadere informatie