Bijgevoegd treft u de stukken aan voor de Bondsraadvergadering van 4 juni aanstaande.

Transcriptie

1 Aan de (plaatsvervangende) leden van de Bondsraad betreft kenmerk Datum Bondsraadvergadering 4 juni /AZbr/0545/MvdW/pv 12 mei 2016 Geachte leden van de Bondsraad, Bijgevoegd treft u de stukken aan voor de Bondsraadvergadering van 4 juni aanstaande. De locatie van de vergadering is: Majella Centrum Utrecht - aanvang uur. Vleutenseweg HZ Utrecht tel Bereikbaarheid Majella Centrum Met openbaar vervoer Vanaf Utrecht CS bus richting Kanaleneiland, lijn 28 richting Cartesiusweg halte Spinozaweg. Met eigen vervoer De ANWB routeplanner berekent voor u routes van straat tot straat. Vertrouwend op uw aanwezigheid, Met vriendelijke groet, KONINKLIJKE NEDERLANDSE SCHAAKBOND, M.J. (Mark) van der Werf directeur bijlagen: agenda en stukken cc: leden van verdienste en overige belangstellenden

2 AGENDA Bondsraadvergadering zaterdag 4 juni 2016 in Majella Centrum Utrecht aanvang uur 16/AZbr/0545/MvdW 1. Opening 2. Mededelingen en ingekomen post 3. Concept notulen Bondsraad 28 november 2015 (16/AZbr/0073/MS/mvdw) 4. Discussie uitbreiding KNSB-competitie (16/WZcom/0526/JB) 5. Jaarverslag 2015 (16/AZaz/0507/MvdW) 6. Financiële Zaken - Advies Financiële Advies Commissie (16/FZfac/0530/JdB) - Jaarbericht 2015 inclusief Jaarrekening en Accountantsverklaring (16/FZrap/0274/MvdW) - Voordracht nieuwe leden in Financiële Advies Commissie (16/FZfac/0581/JdB) 7. Werkzaamheden Bondsbureau (16/AZaz/0543/MvdW) 8. Vernieuwing website (16/AZaut/0544/MvdW) 9. Rapportage aan Bondsraad (16/AZbr/0534/MvdW) 10. Wijzigingen samenstelling bestuur - Voordracht bestuurslid kadervorming KNSB (16/AZab/0540/MvdW) - Voordracht penningmeester KNSB (16/AZab/0541/MvdW) - Voordracht voorzitter KNSB (16/AZab/0542/MvdW) 11. Rondvraag 12. Sluiting

3 16/AZbr/0073/MS/mvdw KONINKLIJKE NEDERLANDSE SCHAAKBOND Concept notulen van de Algemene Vergadering van de KNSB, gehouden op zaterdag 28 november 2015 in Majella Centrum te Utrecht, aanvang uur. De Bondsraad vergaderde in de volgende samenstelling: Bond Stemmental Afgevaardigden ongeacht aantal aanwezigen FSB 2 x 4 = 8 A. van der Heide NOSBO 2 x 4 = 8 R.P. Kroezen, F. van Amerongen SBO 2 x 4 = 8 E. Mijnheer, P.H.A.J. Goud OSBO 2 x 7 = 14 N.J. Bosman SGS 2 x 7 = 14 J.F.C.M. Oosterhout, H.T. Wagenaar SGA 2 x 5 = 10 E.M.M. Roosendaal. H. Boot NHSB 2 x 6 = 12 A.F.R. Avis, J. de Boer LeiSB 2 x 4 = 8 W. de Ruyter, R.P.M. van Leijden HSB 2 x 5 = 10 A.E. Dekker, D.V. Karagantcheff RSB 2 x 6 = 12 A. Ayala, P. de Weerd ZSB 2 x 3 = 6 A.B.C.H. Vermue NBSB 2 x 6 = 12 L.H.M. van Gelder, A.M.P.D. Bruijns LiSB 2 x 4 = 8 W.R.H. Kunstek NSVG 1 x 1 = 1 afgemeld NBvS 1 x 1 = 1 J.K. de Boer NBC 1 x 2 = 2 afgemeld CSVN 1 x 2 = 2 J. Krabbenbos ARVES 1 x 1 = 1 afgemeld Pers.Leden PL 1 x 8 = 8 R. van Aurich, G. van der Graaf Overige aanwezigen: Algemeen Bestuur Bondsbureau E.H. Schuyer, voorzitter M.J. van der Werf A. Rongen M. Swinkels, notulist M. Bosman D. Tjiam P. Bernhart J. Stomphorst J.P. Wissink Ereleden/leden van verdienste F.G. Maas A.A. Schuering A. Ooms Toehoorders J.P. de Vries (FAC) M. Degeling Afwezig m.k. Afvaardiging NBC Afvaardiging ARVES Afvaardiging NSVG 1

4 1. Opening De voorzitter opent de vergadering om uur. 2. Mededelingen Een voorstel van de LeiSB is nagekomen, dit wordt besproken bij de financiële stukken. Bericht van verhindering is ontvangen van ARVES, de NBC en de NSVG. 3. Concept notulen Bondsraad 13 juni 2015 Tekstueel: P.2, agendapunt 2: De heer de Weerd (LiSB).. moet zijn De heer de Weerd (RSB)... P.10, eerste reactie:.. de verschillend in de staatjes.. moet zijn..de verschillen in de staatjes... Met deze correcties en zonder verdere opmerkingen worden de notulen vastgesteld. 4. Aftreden en herbenoeming leden Algemeen Bestuur In het Algemeen Bestuur loopt de termijn af van de bestuursleden A. Rongen en P. Bernhart. De heer Rongen is statutair niet herkiesbaar. De functie van secretaris wordt voorlopig waargenomen door de heer Stomphorst, aangezien het moeilijk is gebleken een nieuw bestuurslid te vinden. De voorzitter roept de Bondsraadleden op in hun kring te zoeken naar mogelijke kandidaten die zich bij de directeur kunnen melden. De heer Bernhart kan wel worden herbenoemd, maar heeft aangegeven niet zeker te weten of hij deze termijn kan afmaken. De vergadering gaat bij acclamatie akkoord met zijn herbenoeming. 5. Financiën Begroting 2016 en Tekstuele onderbouwing De voorzitter geeft een korte toelichting op de financiële stukken. Het voorstel van de LeiSB is bij deze stukken mede onderwerp van bespreking. De financiële situatie van de sportwereld in Nederland is vrij kritiek te noemen. De KNSB heeft veel subsidies van VWS zien wegvallen en de bijdrage van NOC*NSF blijft achter als gevolg van de teruglopende deelname aan loterijen. Ook sponsoren van buitenaf vallen weg en, alhoewel het bestuur zich behoorlijk heeft ingespannen, is het tot nu toe niet gelukt een substantiële sponsor te contracteren. Tenslotte zorgt de langzame maar gestage terugloop van het ledenbestand van de KNSB voor structureel minder inkomsten. In deze situatie heeft het bestuur een substantiële ingreep moeten doen in het personeelsbestand op het bureau in Haarlem. Dit betekent een forse ingreep in de salariskosten, maar ook een teruggang van de dienstverlening en van activiteiten. Los van het voorstel van de LeiSB om de contributie te verhogen heeft het bestuur er op dit moment zelf niet voor gekozen om met een contributievoorstel te komen. Nadat de contributie twee jaar geleden is verhoogd taxeerde het bestuur een tweede verhoging als moeilijk haalbaar. Uiteraard moet het voorstel van de LeiSB in deze vergadering aan de orde komen en zal er over gestemd worden, maar het bestuur heeft nog niet kunnen bespreken hoe het geld bestemd zou kunnen worden indien het voorstel wordt aangenomen. Wel is de directeur gevraagd daar over na te denken. Verslag FAC De heer De Boer (NHSB, voorzitter FAC) licht de belangrijkste punten uit het verslag toe, dat later is verzonden dan gebruikelijk omdat de begroting later gereed was als gevolg van de ingreep op het bondsbureau. Er moesten nog een aantal stappen gezet worden voordat communicatie plaats kon vinden. Opmerkelijk in de managementletter is dat de accountant aandacht besteedt aan de zwarte leden en het handhaven van de overeengekomen maatregelen. De FAC heeft al een aantal jaren gewezen op de verschillende geldstromen die meer of minder goed te voorspellen zijn. De organisatie zou daarop afgestemd moeten zijn. Op de redelijk te voorspellen inkomsten moet de staande organisatie gebouwd worden terwijl de minder goed te voorspellen inkomsten meer projectmatig besteed zouden moeten worden. De aard en omvang van de voorgestelde maatregelen zijn nu in lijn met deze aanbeveling. Contributieverhoging lijkt op den duur onvermijdelijk, maar deze maatregel zou gebaseerd moeten zijn op een helder plan. Voor de FAC is dat een van de redenen om nu nog geen contributieverhoging te overwegen. Het is nog niet duidelijk welk effect de huidige organisatorische maatregelen zullen hebben op de dienstverlening. Beter is om dat proces kritisch te volgen en aan het eind van volgend jaar te evalueren. Daarna kan in het kader van nieuw te vormen beleid besproken worden waaraan een eventuele verhoging van de contributie besteed zou moeten worden. Verdere automatisering zal de teruggang in dienstverlening moeten opvangen, maar ook hier is nog geen helderheid hoe dat precies gaat verlopen. De FAC verzoekt het bestuur de Bondsraad hierover te blijven informeren. Het bestuur heeft in de nieuwe, aangepaste begroting het advies van de FAC gevolgd om de voorziene reorganisatiekosten al in 2015 te nemen. Echter, het is nog niet helemaal helder wat nu exact de 2

5 beleidsterreinen zijn waarop de personele exercities effect hebben omdat de reorganisatiekosten geheel zijn opgenomen bij de personeelskosten. Al met al adviseert de FAC de begroting nu goed te keuren en volgend jaar te kijken hoe het reorganisatieproces verloopt en te evalueren hoe deze ingrijpende operatie heeft uitgepakt. De penningmeester dankt de FAC voor de getoonde flexibiliteit inzake de termijnen en noemt speciaal de nuttige inbreng van het nieuwe FAC-lid. Tevens doet hij een oproep voor meer geïnteresseerden, want er zijn voor komend jaar nog enkele nieuwe FAC-leden nodig. Naarmate het bestuur meer duidelijkheid verkreeg over de subsidiestromen en verdere ontwikkelingen werd duidelijk dat een grote ingreep noodzakelijk was. In deze nieuwe begroting zitten ook nog wel wat risico s, maar dit is het beste wat nu voorspeld kan worden. Op advies van de FAC zijn in de nagezonden begroting de reorganisatiekosten anders opgenomen dan in de eerste versie van de begroting. Tevens is wat meer inzicht gegeven in het personeelskostenverloop met inachtneming van de nodige piëteit voor de betrokkenen. Hier past een compliment voor de directeur voor de zorgvuldigheid waarmee dit proces is voorbereid en geïmplementeerd. Omdat het een zeer grote ingreep betreft zijn een aantal effecten nog niet uitgekristalliseerd, zoals het effect op de dienstverlening en hieraan gerelateerd de ICT. De penningmeester beaamt dat de FAC en de Bondsraad over de inhoud geïnformeerd moeten blijven. Hij zal zeker ook gebruikmaken van de stuurgroep OLA. Ook zegt hij toe aandacht te besteden aan het nader gebruik van het pand nadat de reorganisatie verder is uitgewerkt. Het voorstel van de FAC om de waarde van het pand aan te passen is inmiddels verwerkt. Dat is een puur boekhoudkundige zaak en heeft verder geen impact op de reorganisatie. De voorzitter benadrukt dat de rol van de FAC is advies te geven het begrotingsvoorstel van het bestuur. Het bestuur heeft geen voorstel voor contributieverhoging gedaan. Elke opmerking over contributieverhoging door de FAC gemaakt is dus een persoonlijke. Nadat de reorganisatievoorstellen bij het UWV zijn neergelegd heeft hij wel al met de directeur gesproken over de dienstverlening in het totaal van de organisatie. Hij wijst erop dat het takenpakket van de medewerkers die blijven niet ongewijzigd hoeft te blijven. Het bestuur kan nog niet precies aangeven welk deel van de dienstverlening geraakt wordt, maar wel een behoorlijke indicatie geven. Hij vraagt de Bondsraad dat te betrekken bij een discussie over contributieverhoging. De heer Van der Werf gaat wat dieper in op de impact van de bezuinigingen. Allereerst noemt hij de impact op de personen die op het bureau werken, niet alleen op hen die vertrekken, maar ook op degenen die blijven. Hij geeft een eerste indicatie van de beleidsterreinen die zullen gaan krimpen. Talentontwikkeling en topschaak worden bij elkaar gevoegd. Dat zal op beide beleidsterreinen impact hebben, bijvoorbeeld op het aantal uitzendingen en het aantal talenten dat begeleid kan worden. Op de website zal in de toekomst minder actueel nieuws gegeven kunnen worden dan nu het geval is. Wel zullen verschillende medewerkers de extra taak krijgen om zaken die op hun beleidsterrein liggen op de website te presenteren. Op het gebied van de algemene ondersteuning zullen een aantal processen anders worden ingericht, er zal meer via gecommuniceerd gaan worden, de archivering zal een efficiencyslag moeten doormaken en ook zal aan minder urgente vragen aan het Bondsbureau minder prioriteit gegeven kunnen worden. De voorzitter voegt hieraan toe dat deze inkrimping ook gebaseerd is op de bestemming van de subsidiegelden van NOC*NSF: topschaak en talentontwikkeling. Minder subsidie betekent minder inspanning op deze terreinen. Topschaak is uiteraard van wezenlijke betekenis, maar het bestuur vindt dat talentontwikkeling een kerntaak van de KNSB zou moeten zijn, zodat zij bij de bezuinigingen het werkbudget voor talentontwikkeling bewust heeft beschermd. De heer Avis (NHSB) wijst op de democratische organisatiestructuur van de KNSB. Normaalgesproken moeten de leden van de KNSB via hun regionale bonden eerst kennis nemen van het voorstel, moet er gelegenheid zijn zich daarover te beraden en kan er vervolgens over gestemd worden. Tijdens de laatste ledenvergadering van de NHSB heeft hij juist gezegd dat hij geen contributieverhoging zou voorstellen omdat het hem nog niet duidelijk was welke service aan de NHSB zou wegvallen. Hij acht zich dus op dit moment niet gemachtigd om in te stemmen met welk contributievoorstel dan ook. De heer De Weerd (RSB) toont interesse voor het FAC-lidmaatschap, tenzij de functies van FAC-lid en Bondsraadafgevaardigde volgens de reglementen niet gecombineerd mogen worden. Een punt dat hij eerder aan de orde heeft gebracht betreft de grondslagendiscussie: wat doet de landelijke bond, wat doet een regionale bond en wat doet de vereniging. Zolang dat niet helder is blijft er onduidelijkheid bestaan in het hele systeem en is er geen basis voor een discussie over de financiën. 3

6 De heer Van Aurich (PL) meldt dat de persoonlijke leden tegen het voorstel van de LeiSB stemmen. De contributieverhoging zou door de individuele leden in zijn geheel moeten worden afgedragen, aangezien er geen regio s, noch verenigingen zijn die een deel hiervan voor hun rekening nemen. De heer Mijnheer (SBO) heeft het contributievoorstel in zijn bestuur besproken; de conclusie was dat het beter was de contributie nu niet te verhogen, maar eerst te kijken naar structurele maatregelen om de uitgaven te beperken. Als reden geeft hij de ontwikkelingen binnen de SBO: 25 jaar geleden had de bond 1345 leden, nu 802, destijds waren er 34 verenigingen, nu 22 en van de 79 teams zijn er nu nog 27. De SBO is dan ook samen met de OSBO en de SGS een onderzoek gestart om te zien op welke gebieden zij samen zouden kunnen werken, waaruit mogelijk een grote nieuwe regio zou kunnen ontstaan. De heer Kunstek (LiSB) sluit zich aan bij de sprekers die aangegeven hebben dat een aantal zaken nog niet goed in beeld zijn voor een contributieverhoging. Hij zou ook liever zien dat eerst een fundamentele discussie wordt gevoerd over wat men van elkaar verwacht, welke doelen men nastreeft en hoe dat op langere termijn gefinancierd gaat worden als de sponsoring wegvalt waar de KNSB de laatste jaren op gedreven heeft. Eventueel zou de begroting nu voorlopig aangenomen kunnen worden. De voorzitter merkt op dat niet de inkomsten van sponsors en NOC*NSF, maar de contributies de kurk zijn waar de KNSB op drijft. Sponsorgeld wordt ook meestal geoormerkt gegeven, het gaat dus op aan een bepaalde activiteit zonder dat de KNSB daar iets aan over houdt. In een vorige vergadering is reeds vastgesteld dat er een fundamentele discussie moet komen over de structuur van de organisatie. De samenwerking en het wellicht samengaan van verschillende bonden, zoals de heer Mijnheer aangaf, wordt ongetwijfeld in de nota naar aanleiding van die discussie meegenomen. Een aantal sprekers heeft een opmerking gemaakt over de procedure rondom het voorstel van de LeiSB en de voorzitter heeft begrip voor de genoemde standpunten. Een voorstel vanuit de Bondsraad moet een eerlijke kans hebben om besproken te worden, maar tegelijk is het zo dat ook het bestuur op dit moment nog geen duidelijk inzicht heeft in de activiteiten zoals die in een ingekrompen organisatie kunnen worden uitgevoerd. De voorzitter adviseert om de begroting niet voorlopig aan te nemen, maar de reguliere jaarcyclus te volgen en in de begroting van 2017 een paragraaf te wijden aan de punten waarop de dienstverlening indien nodig uitgebreid zou kunnen worden. De heer De Weerd (RSB) zegt ten onrechte de indruk gewekt te hebben dat hij pleit voor een structuurdiscussie. Hij zou alleen vastgelegd willen zien wie wat doet in schakend Nederland en wat de respectievelijke bonden doen met hun eigen middelen. Hij denkt dat dit vergelijk van activiteiten verrassende inzichten kan opleveren. De voorzitter antwoordt dat de structuurdiscussie afkomstig is uit een eerdere vergadering. Een van de punten in die discussie was het schakelpunt van de regionale bonden en de vraag of de taakstelling van de regionale bonden wellicht in een bepaald perspectief omgevormd moet worden. Hierover bestonden destijds veel verschillende opvattingen en was voor het bestuur aanleiding om te zien of zij in een nota een voorstel kan doen dat aan deze verschillende opvattingen tegemoet komt. Zo zou het kunnen zijn dat de KNSB bij een bundeling van bonden andere activiteiten zou kunnen verrichten dan bij individuele bonden. Een overzicht ten aanzien van de verschillen in contributieheffing tussen de verschillende bonden is al eens uitgereikt in een bondenoverleg, maar de heer De Weerd heeft gelijk dat er geen overzicht bestaat van de activiteiten van de verschillende bonden. De heer De Ruyter (LeiSB) vraagt of hij goed begrijpt dat het voorstel van Leiden nu een half jaar wordt uitgesteld. De voorzitter ontkent dat en zegt dat het voorstel in stemming zal worden gebracht. Echter, zoals hij uit diverse reacties heeft begrepen lijkt het beter om in het komende jaar te analyseren welke activiteiten met een contributieverhoging voortgezet zouden kunnen worden en in de begroting 2017 met een concreet voorstel te komen. Het op dit moment doorvoeren van een contributieverhoging is ook bijna fysiek niet te doen, aangezien het bestuur vanaf juni 2016 op zoek moet naar een nieuwe penningmeester. Hij raadt de Bondsraad aan niet te wachten op een voorstel van het bestuur, maar komend jaar zelf te formuleren waar zij behoefte aan heeft en wat zij van het bureau verwacht. Hij adviseert de LeiSB het voorstel aan te houden tot volgend jaar en af te wachten met welke voorstellen het bestuur komt ten aanzien van de dienstverlening. De heer De Ruyter is het met deze redenering eens en trekt het voorstel in. De begroting, inclusief de wijzigingen die zijn nagekomen, wordt vervolgens bij acclamatie goedgekeurd. Besluit: De Bondsraad keurt de begroting met kenmerk 15/FZbegr/1301/MvdW goed. 4

7 De penningmeester bevestigt dat een FAC-lid tegelijk ook Bondsraadsafgevaardigde kan zijn, dus de heer De Weerd kan zich melden bij de voorzitter van de FAC. Hij geeft de Bondsraad als overweging mee een roulatieschema in te stellen, zodat elke bond per toerbeurt een kandidaat voor de FAC beschikbaar stelt. Dit heeft als voordelen dat de continuïteit van de FAC beter gewaarborgd wordt en er bovendien meer diversiteit komt in de samenstelling. In aansluiting hierop noemt hij de moeite die het steeds weer kost om bestuursfuncties op te vullen. Het bestuur zal dus, net zoals de OSBO, zoeken naar samenwerkingsvormen zodat het totaal effectiever kan functioneren. 6. Jaarplan 2016 De heer Mijnheer (SBO) vraagt meer informatie over de workshops Vitaliteit van schaakverenigingen (p.2), waar hij graag aan mee wil werken. De heer Van der Werf antwoordt dat die informatie op betrekkelijk korte termijn beschikbaar komt. De heer Dekker (HSB) heeft bij een inventarisatie onder verenigingen van zijn bond geconstateerd dat er grote weerstand bestaat tegen de vorming van een vierde klasse KNSB (p.7), ziet in de meerjarenbegroting dat de kosten voor Schaakmagazine ongewijzigd blijven en zou willen dat de optie het blad al dan niet optioneel - digitaal uit te geven wordt meegenomen, eventueel met korting. vindt de inkomsten van sponsoring bedroevend en meent dat daar echt iets aan te doen is door gebruikmaking van Chessity, Anish Giri en andere spelers, met name bij ICT-bedrijven, wijst op nieuwe mogelijkheden voor verhuur van het pand in Haarlem De voorzitter antwoordt dat op termijn inderdaad naar de mogelijkheden van het pand zal worden gekeken. Sponsoring gaat generiek naar beneden voor de hele sportwereld. Het bestuur onderneemt daar zeer intensief actie op en spreekt uitgebreid met ICT-bedrijven, maar zonder succes. Wat de digitalisering van Schaakmagazine betreft, dat zal in de toekomst zeker gebeuren, maar op dit moment handhaaft het bestuur de gedrukte uitgave nog op basis van recente discussies in de Bondsraad. Voor de meeste leden, waaronder veel seniorleden, is Schaakmagazine een ankerpunt waarmee ze een band hebben. De mogelijkheid het blad digitaal uit te geven is er overigens al bijna en zal te zijner tijd betrokken worden bij Mijn KNSB. De heer Ayala (RSB) p.8: heeft in een gesprek met de heer Stolk begrepen dat de KNSB-ratings mogelijk 12x per jaar ververst gaan worden, niet alleen van jeugdleden. p.9: mist het maken van inschrijfformulieren om deelname aan toernooien en kampioenschappen te vergemakkelijken. De heer Van der Werf antwoordt dat er nog het nodige moet gebeuren in de automatisering en de procedures voordat de ratings 12 keer per jaar ververst kunnen worden. Echter, in de huidige situatie ligt het niet meer voor de hand om welke toezegging dan ook te doen over extra werkzaamheden. De heer Wagenaar (SGS) heeft de vorige vergadering (notulen, p.6) gevraagd hoe het bestuur staat tegenover een landelijke uitslagenserver. Het bestuur verwachtte daar na een half jaar meer over te kunnen zeggen. De heer Van der Werf antwoordt daar in de begroting wel iets over wordt gezegd, maar dat hij nu niet zo kan zeggen wat de status ervan is. Hij zal dat uitzoeken en laat dat nog weten. De heer Van Leijden (LeiSB) zou de drie punten in de ontwikkeling van OLA (p.9) graag veel uitvoeriger en concreter beschreven zien. Dit zijn nieuwe kernactiviteiten waarmee de KNSB zich goed kan profileren. De penningmeester antwoordt dat aan deze punten een businesscase ten grondslag heeft gelegen die is behandeld in de stuurgroep en in de Bondsraad. Nieuwe functionaliteiten worden op basis van de businesscase in planmatige vorm weergegeven, maar als ze eenmaal beschikbaar zijn wordt er veel uitgebreider aandacht besteed aan de beschrijving en communicatie ervan. De voorzitter stelt vast dat het jaarplan ter kennisgeving is aangenomen. De opmerkingen die gemaakt zijn worden in het jaarplan verwerkt. 7. Rapportage aan Bondsraad De heer Dekker (HSB) heeft geconstateerd dat op diverse plaatsen verschillende aantallen over Chessity worden genoemd. Volgens zijn informatie heeft Chessity per 1 januari ongeveer 75 schoolaccounts, dus 3750 leden van de KNSB erbij. Hij noemt dat een positief signaal. De heer Van der Werf licht de herkomst van de verschillende cijfers toe. Bij aanmelding krijgt een school 50 accounts, maar de afzonderlijke leden melden zich daarna pas aan. Dat gaat op dit moment met een snelheid van leden per maand. Op dit moment heeft de KNSB met 44 scholen ongeveer 1000 Chessity-leden en zitten er nog heel wat scholen in de pijplijn. De voorzitter voegt toe dat de KNSB een 5

8 speerpunt maakt van Chessity en tot op heden met veel succes. Hij spreekt hierbij een bijzonder woord van waardering uit voor de heer Dekker, die zich in het Westland hard maakt voor Chessity. De heer Bosman (OSBO) mist onder evenementen (p.3) de senioren- en veteranenkampioenschappen. De voorzitter verklaart dat dat inderdaad had gemoeten, er zal een opmerking bij worden gemaakt. Zonder verdere opmerkingen wordt de rapportage aan de Bondsraad voor kennisgeving aangenomen. 8. Vergaderdata Bondsraad en Bondenoverleg in 2016 De volgende vergaderdata worden vastgelegd: - Bondenoverleg woensdagavond 20 april en woensdagavond 26 oktober - Bondsraadvergadering zaterdag 18 juni en zaterdag 3 december (inmiddels verplaatst naar 4 juni en 10 december!) 9. Rondvraag De heer Van Aurich (PL) komt terug op de nacht van 1 juli 2015, waarin een schrikkelseconde de reden was dat OLA dagenlang uit de lucht was. Hij vraagt zich onder andere af of het probleem in de software is opgelost, wat daar voor nodig was en of er meer millenniumproblemen met de software te verwachten zijn. De heer Van der Werf neemt de vragen mee en zal daar op gepaste wijze op terugkomen. De heer Boot (SGA) noemt 3 december 2016 een niet een erg gelukkige datum voor de Bondraadsvergadering. De voorzitter antwoordt dat daar over nagedacht zal worden. De heer Roosendaal (SGA) vraagt zich af waarom Nederland maar 7 deelnemers had op het WK Jeugd en België 19. Hij neemt aan dat het vooral een financiële kwestie is. Hij suggereert contact te zoeken met Henk-Jan Beukema die dat voor een groot gedeelte lijkt te regelen in België. De heer Tjiam antwoordt dat de KNSB een ander beleid heeft en restrictiever is. Uitgezonderd toptalenten is plaatsing nodig voor deelname aan het WK. heeft vernomen dat bij de publicatie van ratinglijsten de connectie met de clubs zou komen te vervallen. De heer Van der Werf beaamt dat er naar aanleiding van een signalering discussie is geweest met het College Bescherming Persoonsgegevens. De KNSB heeft moeten toezeggen vanaf februari 2016 alleen nog de ratinglijsten in het nieuwe formaat te hanteren, dus zonder vermelding van de clubs. geeft de KNSB de suggestie zich aan te sluiten bij de internationale Chess-Result Server. De heer van der Werf vindt dat een prima suggestie, maar heeft begrepen dat dat financiële consequenties heeft. zou graag een overzicht zien van welke taken binnen de KNSB betaald worden en welke niet. Wellicht zijn er vergoedingen die de KNSB zich niet meer kan permitteren. De heer Van der Werf antwoordt dat daar in principe inzicht in te geven is zolang het overzicht niet terug te voeren is op personen. De heer Ruyter (LeiSB) vraagt wat de bezuiniging van op het NK precies inhoudt (begroting, p.4). De penningmeester verklaart dat dit bedrag doorgaans werd gereserveerd als een soort noodvoorziening. In 2016 wordt daar geen rekening meer mee gehouden. De heer Ayala (RSB) vraagt of het tarief voor ratinghouders (begroting, p.7) niet 7,50 was in plaats van 3,75. De heer Van der Werf beaamt dat het tarief 7,50 is, maar dat dat in de praktijk ook wel eens wordt verrekend met andere inkomsten. Vandaar dat er effectief een wat lager bedrag staat. Vervolgens neemt de voorzitter het woord om de heer Rongen te bedanken voor de zeer lange periode dat deze zich heeft ingespannen voor de schaakwereld in het algemeen en de Rotterdamse in het bijzonder. Hij dankt de heer Rongen ook voor het vele werk dat hij gedurende negen jaar als bestuurslid heeft verzet, in de eerste periode ook als plaatsvervangend voorzitter. In het bijzonder noemt de voorzitter de expertise die hij heeft ingezet bij zaken die speelden rondom het pand. Zowel de Vertrouwenscommissie Benoemingen als het bestuur hebben dit alle reden gevonden om de heer Rongen tot lid van verdienste van de KNSB te benoemen. Nadat de heer Rongen de speld is uitgereikt bedankt hij de Bondsraad en zijn medebestuursleden voor deze erkenning. De sfeer tijdens de Bondsraadvergaderingen is veel beter dan toen hij begon aan zijn bestuursperiode dankzij veel inspanningen van beide kanten. Daarom en zolang de KNSB blijft beschikken over een goed kader heeft hij alle vertrouwen in de toekomst. Besluit: De Bondsraad benoemt de heer A. Rongen tot lid van verdienste. Dan richt de voorzitter het woord tot de heer Clevers, die onlangs afscheid heeft genomen als voorzitter van de Limburgse Schaakbond. De heer Clevers heeft zich meer dan een generatie ingespannen voor het schaken in Limburg en heeft een lange staat van dienst in de Bondsraad. Zowel de Vertrouwenscommissie 6

9 Benoemingen als het bestuur kennen de heer Clevers hierom uit volle overtuiging het lidmaatschap van verdienste toe en reiken hem de speld uit. De heer Clevers dankt de Bondsraad en het bestuur voor deze erkenning en de plaats die hij mag innemen in de galerij van grote namen. Besluit: De Bondsraad benoemt de heer F. Clevers tot lid van verdienste. 10. Sluiting Met dank voor ieders inbreng sluit de voorzitter de vergadering om 13:00 uur en nodigt allen uit voor de lunch. 7

10 KONINKLIJKE NEDERLANDSE SCHAAKBOND Aan De (plaatsvervangende) leden van de Bondsraad Van Algemeen Bestuur betreft Besluiten Bondsraad 28 november 2015 Besluiten Bondsraad 28 november 2015 De Bondsraad keurt de begroting met kenmerk 15/FZbegr/1301/MvdW goed. De Bondsraad benoemt de heer A. Rongen tot lid van verdienste. De Bondsraad benoemt de heer F. Clevers tot lid van verdienste. 8

11 Actiepuntenlijst na Bondsraadvergadering 28 november 2015 Opvoerdatum nr. Actiehouder Actie Actuele status Deadline BB Link op KNSB-website naar passage op FIDE-website inzake besluit gebruik DGT-klok AB Uitzoeken van kosten en privacywetgeving inzake mogelijke registratie royementen in OLA Voor het begin van seizoen als DGT-2000 niet meer zijn toegestaan in KNSB-competitie Vraag staat uit bij NOC*NSF Juni 2016 Najaar 2015 legenda AB BB BR Algemeen Bestuur Bondsbureau Bondsraad 9

12 KONINKLIJKE NEDERLANDSE SCHAAKBOND aan De (plaatsvervangende) leden van de Bondsraad van Algemeen Bestuur betreft Overzicht aantal uit te brengen stemmen in de Bondsraad in het jaar 2016 cc dd 9 mei 2016 nr 16/AZbr/0560/MvdW Deze aantallen zijn gebaseerd op de ledentallen per 1 januari Bond aantal leden aantal stemmen FSB x 4 = 8 NOSBO x 4 = 8 SBO x 4 = 8 OSBO x 7 = 14 SGS x 7 = 14 SGA x 5 = 10 NHSB x 6 = 12 LeiSB x 4 = 8 HSB x 5 = 10 RSB x 6 = 12 ZSB x 3 = 6 NBSB x 6 = 12 LiSB x 4 = 8 NSVG 31 1 x 1 = 1 NBvS 37 1 x 1 = 1 NBC x 2 = 2 CSVN x 2 = 2 ARVES 10 1 x 1 = 1 Ind.Leden x 8 = 8 Totaal

13 KONINKLIJKE NEDERLANDSE SCHAAKBOND Agendapunt 4 aan De (plaatsvervangende) leden van de Bondsraad van Werkgroep Competitie betreft Mogelijke invoering gescheiden competities KNSB-regionale bonden status Discussie cc Bestuur KNSB, M. van der Werf dd 29 april 2016 nr 16/WZcom/0526/JB Discussie mogelijke invoering gescheiden competities KNSB-regionale bonden Deze notitie geeft een aanzet tot een discussie over het eventueel scheiden van de regionale bondscompetities en de KNSB-competitie. De notitie is opgesteld door de Werkgroep Competitie, waarvan leden ook aanwezig zullen zijn op de bondsraad. Hieronder schetsen we de voorgeschiedenis, daarna presenteren we kort de uitslag van de online ledenpeiling, en vervolgens geven we de visie van de werkgroep weer. De werkgroep ziet als ideaal voor zich dat alle leden, ongeacht hun spelniveau, kunnen kiezen voor een KNSB zaterdagcompetitie, een competitie in hun regionale bond, of voor beide competities. Tot slot sluiten we af met een aantal discussiepunten. Voorgeschiedenis 15 april 2015 Op een centrale bijeenkomst van alle regionale competitieleiders wordt gesuggereerd om de mogelijke invoering van een 4 e Klasse KNSB te onderzoeken. De Werkgroep Competitie wordt opgericht: Frans van Amerongen (NOSBO), Remko Algera (SBO), Colijn Wakkee (SGS), Aart Strik (NHSB), Ynze Mengerink (LiSB), Jan Stomphorst (KNSB), Koos Stolk (KNSB), en Jeroen Bosch (KNSB). 15 juni 2015 Werkgroep competitie komt bijeen, en formuleert als doel: een grote landelijke competitie met promotie-degradatie regeling te spelen op de zaterdag, en daarnaast een (desgewenst regio overschrijdende) competitie voor de doordeweekse avond. 1 juli 2015 De werkgroep verzendt een notitie aan de regionale bonden. In deze notitie wordt een model voor invoering van een 4 e Klasse KNSB voorgesteld waarbij iedere bond zelf bepaalt of er wel of niet wordt overgestapt en in welk tempo. Daarbij werd aangegeven dat er in het eerste jaar waarin er sprake is van een 4 e Klasse KNSB er tenminste zes bonden de stap zouden moeten zetten om tot een volwaardige competitie te komen. 15 oktober 2015 Negen bonden maken gebruik van de mogelijkheid om te reageren op het voorstel. Dit levert nuttige feedback op voor de werkgroep. Van de negen bonden zijn er zes overwegend positief ten aanzien van het voorstel. Drie bonden hebben duidelijke bezwaren tegen het invoeren van een 4 e Klasse KNSB. 28 oktober 2015 De werkgroep competitie bespreekt reacties van de bonden, en concludeert dat het plan alleen maar kans van slagen heeft wanneer er niet alleen een 4 e Klasse KNSB wordt opgericht. Leden van ieder niveau moeten in de gelegenheid zijn om op zaterdag competitie te spelen indien zij dat willen. 1 maart 2016 Bijeenkomst regionale competitieleiders. De werkgroep presenteert haar (bijgestelde) idee zie powerpoint presentatie. Er wordt uitgebreid gediscussieerd over alle praktische kanten. (zie verslag bijeenkomst in de bijlage 16/WZcom/0292/JB) 2 maart 2016 Ledenpeiling online op de KNSB website. De peiling wordt gesloten op 21 maart.

14 20 april 2016 Het voorstel van de Werkgroep Competitie wordt besproken in het Bondenoverleg. Er zijn nog veel vragen, en er wordt verzocht om op de aanstaande Bondsraad verder over dit voorstel te discussiëren. Uitslag ledenpeiling De enquête gescheiden competities heeft met 1335 ingezonden formulieren een opkomstpercentage van 7,92%. De vraag die gesteld werd is als volgt: "Bent u voor of tegen volledig gescheiden competities, waarbij voor alle niveaus op zaterdag de landelijke competitie gehouden wordt en op weekdagen ook voor alle niveaus de regionale bondscompetitie." De uitslag: 53,86% is voor dit plan, 22,47% stemde tegen en 23,67% had geen mening. Opvallend is dat er in alle bonden een duidelijke meerderheid van de leden voor het plan is om de competities te scheiden. De enige uitzondering is de NBSB, waarbinnen er evenveel voor- als tegenstanders zijn. In de NBSB wordt de regionale competitie gespeeld op zaterdag Voor Tegen Neutraal Een andere vraag in de enquête ging over de huidige en toekomstige situatie. Speelt u nu competitie en als het plan doorgaat, aan welke competities neemt u dan deel? Competitie Nu Dan Afname/toename in % Regionale Bond ,96 Zaterdag KNSB ,07 Geen externe competitie ,33 Geen opgave 3 11 Met dit lijstje kunnen we constateren dat het aantal competitiedeelnames (31%) fors groeit. Ook zien we dat het aantal deelnames aan de regionale bondscompetitie afneemt. Visie Werkgroep Competitie Mede gezien het betrekkelijk hoge deelname percentage aan de online enquête, en het feit dat de leden zich in ruime meerderheid achter het idee van gescheiden competities scharen, wil de werkgroep voorstellen om in de Bondsraad van juni 2016 een principe besluit te nemen over invoering van een zaterdag KNSB-competitie voor alle spelniveaus. Tijdens de bijeenkomst van 1 maart, suggereerde de competitieleider van de LeiSB (Martin Glimmerveen) dat de voordelen van het scheiden van de regionale- en de KNSB-competitie alleen dan tot uiting komen wanneer alle bonden meedoen. De werkgroep is het met de heer Glimmerveen eens (het niet meedoen van de ene regionale bond, kan een andere bond geografisch isoleren), en

15 komt daarmee terug op haar eerdere idee van vrijwillige invoer voor alle bonden. Gezien de resultaten van de peiling is er een grote behoefte onder de leden om op zaterdag competitie te kunnen spelen, en het niet meedoen van alle bonden is daarom moeilijk uit te leggen. De werkgroep wil speciale aandacht vragen voor de positie van de NBSB die haar competitie op zaterdag houdt. Wat betreft de termijn van invoering dient zorgvuldigheid voor snelheid te gaan. Het eerst mogelijke seizoen van invoering is 2017/18, eventueel moet een extra jaar voorbereiding worden genomen. Zowel het organiseren van een veel grotere KNSB-zaterdagcompetitie, als het wellicht anders inrichten van de regionale competities vragen tijd en aandacht. Discussiepunten Als startpunt voor de discussie volgen hieronder alvast een aantal punten: - Is de huidige situatie houdbaar? - Moeten regionale bonden verplicht worden mee te doen? - Mogen regionale bonden die niet mee willen doen hun promotieplaats behouden? - Hoe wordt bepaald hoeveel klassen van welk niveau er komen? - Wat betekent dit voor de kosten? - Hoe zorgen we ervoor dat de reisafstanden binnen de perken blijven?

16 Jaarverslag /AZaz/0507/MvdW

17 2 Jaarverslag 2015

18 Jaarverslag 2015 Inhoudsopgave Inleiding 5 Breedteschaak 6 Kadervorming 9 Topsport 12 Talentontwikkeling 13 Jeugdschaak en jeugdevenementen 14 Evenementen 18 Buitenlandse zaken 23 Bijzondere bonden 24 In memoriam 26 Organisatie 27 Marketing en Communicatie 28 Eindstanden KNSB-competitie De kampioenen van Behaalde titels bij de FIDE 34 Commissies 35 Bestuur en Bondsbureau 37 Overzichten aantal KNSB-leden 38 Ondertekening 39 3

19 4 Jaarverslag 2015

20 Jaarverslag 2015 Inleiding In 2015 is de KNSB gestart met de uitvoering van het beleidsplan In dat beleidsplan ligt de nadruk nog steeds op ledenontwikkeling en ledenbehoud. Het is belangrijk te groeien op het gebied van schoolschaak en internetschaak en de daling in het aantal verenigingsleden te stoppen. We zien dat in 2015 het aantal schoolschaakleden fors gegroeid is. Dat komt enerzijds door succesvolle lokale schoolschaakprojecten en anderzijds door de samenwerking met Chessity, waarmee scholieren laagdrempelig online schaken kunnen leren. Het aantal internetschaakleden neemt daarentegen af. Er is veel concurrentie op dat gebied en dit is een punt van aandacht. Het aantal verenigingsleden daalt nog steeds trendmatig. Om dit te stoppen is in 2015 een enquête gehouden die twee doelen heeft: meten hoe vitaal de schaakverenigingen zijn en achterhalen welke ondersteuning vanuit de KNSB gewenst is. De ledenontwikkeling ziet er als volgt uit: Ledenaantal einde jaar Verenigingsleden Schoolschaak Internetschaak Overige individueel Totaal In totaal is het ledenaantal toegenomen, maar de daling van het aantal verenigingsleden is een zorgpunt, omdat deze leden de basis vormen voor de financiering van de activiteiten van de KNSB en de aangesloten bonden. Voor vitale verenigingen is voldoende kwalitatief goed kader een voorwaarde. In 2015 zijn voor het eerst sinds lange tijd workshops voor bestuurlijk kader georganiseerd. De belangstelling voor trainerscursussen neemt toe, die voor arbiterscursussen blijft laag. Daarom is besloten deze cursussen aan te passen en aantrekkelijker te maken. Voor de aanwas van leden is het ook van belang helden op te leiden en te ondersteunen. Hoewel de subsidie voor talentontwikkeling helemaal is afgebouwd heeft Nederland een aantal grote talenten die nationaal en internationaal aan de weg timmeren. De prestaties van Jorden van Foreest en Anna-Maja Kazarian springen daarbij het meest in het oog. Op het gebied van Topschaak krijgt de KNSB wel ondersteuning en het programma rond Anish Giri werpt zijn vruchten af. Eind 2015 bezet Giri de derde plaats op de wereldranglijst en heeft hij zich geplaatst voor het kandidatentoernooi dat bepaalt wie de uitdager van wereldkampioen Magnus Carlsen zal worden. Zoals de meeste sportbonden heeft ook de KNSB te maken met dalende inkomsten uit contributie, subsidie en sponsoring. Daarom is het noodzakelijk gebleken in 2015 te snijden in het personeelsbestand. Dat heeft gevolgen voor de dienstverlening, hoewel gepoogd wordt deze gevolgen zo klein mogelijk te houden. De ontwikkeling van OLA is in 2015 verder gegaan en dat zal de komende jaren ook zo zijn. Tegelijkertijd zien we dat de website aan vernieuwing toe is, niet alleen technisch, maar ook inhoudelijk en uiterlijk. Het is een bewogen jaar geweest voor de KNSB en de komende jaren staan belangrijke uitdagingen voor de deur. Leden, verenigingen, aangesloten bonden en de landelijke organisatie tezamen zijn in staat deze uitdagingen het hoofd te bieden en de kansen die de schaaksport in Nederland heeft te benutten. 5

21 Jaarverslag 2015 Breedteschaak Enquête De vitale schaakvereniging In de maanden augustus en september is een enquête opgesteld over De vitale schaakvereniging. De enquête is 183 keer ingevuld door 174 verschillende verenigingen. Gemeten is dat van de schaakverenigingen in Nederland zich 15% geheel vitaal mag noemen, 57% bijna vitaal, 24% niet erg vitaal en 3% niet vitaal. De verenigingen zijn op negen hoofdonderwerpen bevraagd. Ook is het ledenverloop van de vereniging over de laatste twee jaar gemeten. De antwoorden op de vragen en het ledenverloop zijn vervolgens vertaald naar een score die iets zegt over de vitaliteit van de vereniging. De uitkomsten per afzonderlijk criterium (Leden, Aanbod, Kader, Financiën, Organisatie, Accommodatie, Communicatie, Samenwerking en Lokaal) zijn ook in het rapport opgenomen. Op Financiën scoren de schaakclubs gelukkig het best. De scores voor Kader zijn het laagst. Er zijn veel verenigingen die tekort aan kader hebben. 39% heeft tekort aan arbitrerend kader, 25% tekort aan lesgevend kader, 21% tekort aan vrijwilligers voor allerhande taken en 14% een tekort aan bestuurlijk kader. In het rapport De vitale schaakvereniging (gepubliceerd op de KNSB-website) zijn de resultaten met de gemiddelden van de verenigingen weergegeven. Daarnaast wordt uitgelegd hoe de scores zijn opgebouwd en welke betekenis hieraan moet worden toegekend. Verenigingen die niet mee hebben gedaan, vinden in het rapport nuttige tips en aandachtspunten. Start van pilots op specifieke onderwerpen Als vervolgactie op het rapport De Vitale schaakvereniging zijn in november 2015 een aantal verenigingen uitgenodigd om aan een pilot op een specifiek onderwerp deel te nemen. Enkele verenigingen zijn in 2015 al gestart met deze pilots. Per pilot is ruimte voor 5 à 6 deelnemende verenigingen. In de pilots wordt getest welke vormen van ondersteuning haalbaar zijn en welke goed werken. In 2015 zijn pilots gestart met als onderwerp: Ouderen/Schaken overdag, Herintreders, Jeugd vanaf 12 jaar langer vasthouden en Meisjes/vrouwenschaak. Globaal bestaat de pilot uit de volgende fasen: korte analyse van de bestaande situatie een bezoek aan de vereniging van een deskundige het opstellen van een concreet actieplan uitvoering van het actieplan rapportage met de uitkomst(en) en aanbevelingen Lokale schoolschaakprojecten Begin van het jaar is in de gemeente Den Haag een nieuw schoolschaakplan voor het initiëren van schaaklessen op de basisscholen gestart. Tijdens het Tata Steel Chess Tournament is het plan in nauwe samenwerking met de jeugdcoördinator van de HSB, Frank Thoma, en de gemeente gelanceerd. Alexander Münninghoff gaf het startschot voor een simultaan verzorgd door de jeugdtalenten Robby Kevlishvili en Anna-Maja Kazarian. In korte tijd werden acht scholen geworven voor de schaaklessen die daarvoor nog niet aan schaken deden. Eén school, Het Galjoen uit de Schilderswijk, koos er zelfs voor om alle groepen van de school aan de schaaklessen te laten deelnemen (130 kinderen). Eind 2015 stond de teller in Den Haag op totaal 238 deelnemers. Als spin-off van Den Haag is in het naastgelegen Westland in september ook een apart schoolschaakproject gestart. Coördinator Ard Dekker wist vijf scholen direct voor de lessen te interesseren en heeft afspraken gemaakt met nog tien scholen. Een deel van de scholen koos bovendien voor de nieuwe variant om online schaken te leren via Chessity. In Amstelveen is na een succesvolle Denksportweek eind september, georganiseerd door Robert Ris, ook een apart schoolschaakplan geïnitieerd. Vier nieuwe scholen meldden zich als resultaat van deze wervingsweek voor een schaakcursus aan. 6

22 Jaarverslag 2015 In de gemeenten Den Bosch, Amsterdam en Eindhoven zijn de al eerder gestarte schoolschaakprojecten voortgezet. Speciaal is dat ook in Drunen een school is gestart waarbij alle 80 kinderen van de school klassikaal schaakles krijgen. Bij al deze projecten van de KNSB zijn de deelnemers geregistreerd als KNSB scholierenlid en ontvangen de deelnemers hun eigen lespakket met werkboekje en Chess Tutor. De school krijgt een gediplomeerde schaaktrainer toegewezen en bovendien ontvangt de school een leskist in bruikleen van Schaken op school met SpeelZ. Nationale Sportweek 2015 In de aanloop naar de Nationale Sportweek heeft de KNSB de volgende zaken geïnitieerd: - een prijsvraag in Schaakmagazine waarbij een bezoek van één van de Chess Queens kon worden gewonnen; - een oproep op de website geplaatst voor een idee wat je met een groot tuinspel kon doen; - een nieuw promotiepakket samengesteld met posters en flyers. De promotiepakketten zijn door 143 schaakverenigingen besteld. Dat is ruim 200 kg aan posters (286x), folders (7.150x) en flyers (35.750x). Daarnaast zijn drie gratis tuinschaakspellen vergeven aan de Velpse SV, SMB en SV Doetinchem, die een leuke activiteit bedachten. De Velpse SV werd winnaar van de ChessQueens-prijsvraag. Zij bedachten het origineelste Twitter bericht: Onze Olympiadeleeuwinnen zijn toverschaakgodinnen! #chessqueens #olympiade De andere winnaars van een bezoek van één van de ChessQueens waren: SC Bakkeveen, JSC Magnus Leidsche Rijn, SV Sliedrecht en SV Schaesberg. De landelijke opening van de Nationale Sportweek vond in Doetinchem plaats. De KNSB was prominent aanwezig met schaakambassadeur Nick Schilder en de vijf Chess Queens (Anne Haast, Zhaoqin Peng, Tea Lanchava, Bianca Muhren-De Jong en Lisa Schut). Nick was slotloper in de fakkeltocht en schaakte onder meer tegen de voorzitter van NOC*NSF Andre Bolhuis en tegen de Chess Queens. Ook gaf hij een schaakles aan kinderen in de bibliotheek en een simultaan aan een groep ouderen. Vervolgens hebben de hele week ongeveer 150 schaakverenigingen op verschillende manieren meegedaan aan de sportweek met open huis, speciale schaaktoernooien, scholenactiviteiten, clinics, schaakstands en door te flyeren. Ondersteuning clubschaak De volgende verenigingen hebben gebruikgemaakt van het ondersteuningsaanbod van de KNSB: Vragende vereniging of bond RSR Ivoren Toren, Rotterdam LSG, Leiden Elster Toren, Elst De Toren, Arnhem SV Amsterdam West Vegtlust, Maarssen SG Rijswijk GESS, Sittard SV De Postertoren VAS, Amsterdam SV Lonneker, Enschede SV Schaesberg, Landgraaf SV Revanche Wervershoof HWP Haarlem SV De Pion Roosendaal SV Borne Onderwerp Scholierentoernooi middenbouw Scholierentoernooi middenbouw Scholierentoernooi middenbouw Scholierentoernooi middenbouw Schaakcursus voor beginners (volwassenen) Schaakcursus voor beginners (volwassenen) Schaakcursus voor beginners (volwassenen) Schaakcursus voor beginners (volwassenen) Schaakcursus voor beginners (volwassenen) Internetschaakprijs Scholenproject Schaakcursus Ondersteuning bij werving Advies over aantrekkelijk maken clubavond Stimuleringsproject met Chessity Advies over schaakcursus voor beginners (volwassenen) 7

23 Jaarverslag 2015 Workshop Grand Prix toernooien In oktober is in Amsterdam, aansluitend aan de regionale jeugdleidersvergadering, een workshop georganiseerd over de verwerking voor de rating van de regionale jeugd Grand Prix toernooien (GP). Deelnemers kregen inzicht in het proces van ratingverwerking en het zo handig mogelijk compleet maken van ratingrapportages. Het aantal jaarlijkse jeugd GP toernooien wordt geschat op 100 met tot deelnemers, overeenkomend met tot unieke deelnemers. De bijeenkomst was ook een belangrijke stap richting een landelijke kalender waarop ook alle regionale (jeugd) evenementen voorkomen. Verenigingsprijs 2015 en ledentelling bij verenigingen Na de telling van de ledenaantallen over 2015 is de top 10 grootste stijgers en grootste dalers bepaald. SV Doetinchem is de winnaar van de Verenigingsprijs 2015, bestaande uit een oorkonde en een geldbedrag van De club, die betrokken was bij de landelijke start van de Nationale Sportweek, is in één jaar tijd verdubbeld in aantal en heeft nu 67 leden, waaronder 34 jeugdleden. JSC Magnus Leidsche Rijn, de winnaar van 2013, stond voor het vierde achtereenvolgende jaar in de top 3 en heeft nu 130 leden. SMB Nijmegen, werd derde. De club zorgt ervoor dat Nijmegen weer op de schaakkaart van Nederland terugkomt. De volledige top 10: Plaats Vereniging aangemeld afgemeld saldo 1 SV Doetinchem JSC Magnus Leidsche Rijn SMB (Nijmegen) SV Caïssa (Amsterdam) SC De Giessen en Linge SV Schaesberg (Landgraaf) Sv Promotie (Zoetermeer) ASV (Arnhem) SV Barendrecht Rode Lopers (Oosterhout) Naast de grootste stijgers, zijn ook de grootste dalers gemeten. In 2015 bestonden deze allemaal uit verenigingen van ca. 100 leden of meer. De Groningse verenigingen Unitas (-55) en SC Groningen (-46) zijn in 2015 definitief opgeheven. De nieuwe fusieclub Groninger Combinatie kende in 2015 daarentegen maar een stijging van plus 1. Het effect van de twee opgeheven verenigingen werkt ook in het NOSBO ledenoverzicht door. Andere dalers: VAS (-23), De Toren (-23), Vegtlust (-20), HMC (-17), LSG (-16), HWP Haarlem (-16), Santpoort (-15) en Purmerend (-15). Bij de regionale bonden zijn de OSBO (+38) en HSB (+22) de grootste stijgers. De NOSBO (-117), de NHSB (-64), de LiSB (-31) en de NBSB (-29) zijn de grootste dalers. De rest is nagenoeg gelijk gebleven. Chessity Halverwege 2015 is de KNSB een samenwerking gestart met Chessity. Chessity is een online platform waarop kinderen op een laagdrempelige manier kunnen leren schaken. In de samenwerking is in eerste instantie gefocust op scholen. De KNSB heeft vrijwilligers geworven die het schaken via Chessity op scholen kunnen begeleiden. In de tweede helft van 2015 is gebleken dat Chessity uitstekend aanslaat bij scholen en leerlingen. Eind 2015 waren al circa duizend scholieren schoolschaaklid via Chessity. Internetschaak De populariteit van KNSB internetschaak is in 2015 licht afgenomen. Een mogelijke oorzaak daarvan is de opkomst van concurrerende platforms. Bovendien was het lange tijd niet mogelijk om op tablets en smartphones gemakkelijk van alle mogelijkheden gebruik te maken. Inmiddels heeft Chessbase verbeteringen doorgevoerd. Daarom hoopt de KNSB dat in 2016 weer een stijging te zien zal zijn. 8

24 Jaarverslag 2015 Kadervorming Schaakdidactische opleidingen De doelstellingen voor de schaakdidactische opleidingen waren in 2015: 1) Ten minste veertig Schaaktrainers 1 opleiden 2) Ten minste veertig Schaaktrainers 2 opleiden 3) De Schaaktrainers bijscholen op het gebied van trainingsmethoden 4) De kennis van toptrainers uitbreiden 5) Het cursusmateriaal aanpassen aan de lesmethodiek en de nieuwste inzichten op dit gebied Doelstelling 1) Cursus Schaaktrainer 1 In 2015 zijn elf cursussen Schaaktrainer 1 van start gegaan met in totaal 100 deelnemers. Dertien cursisten hebben zich uit de cursus teruggetrokken. De redenen hiervoor waren divers, variërend van te hoog niveau tot ziekte. Uiteindelijk hebben 67 cursisten examen gedaan, waarvan er 64 geslaagd zijn. De overige drie krijgen in 2016 een mogelijkheid tot herkansing. Doelstelling 2) Cursus Schaaktrainer 2 Er zijn in 2015 twee cursussen Schaaktrainer 2 van start gegaan met in totaal 25 deelnemers. Negentien cursisten hebben in 2015 hun diploma Schaaktrainer 2 mogen ontvangen. Daarvan was een deel al begonnen in Van degenen die in 2015 zijn begonnen zullen negentien cursisten in 2016 opgaan voor hun examen. Doelstelling 3) Trainers bijscholen In 2015 is de tweejaarlijkse themadag gehouden voor schaaktrainers. In totaal kwamen er honderddertig enthousiaste mensen naar Arnhem toe. Hiervan waren vijfenvijftig deelnemers in het bezit van een Schaaktrainersdiploma. Zij konden op deze dag drie workshops kiezen uit: Strategisch denken en patroonherkenning, Samenwerking van de stukken, Ontwikkelen van trainingsmateriaal, Schaken op scholen, Samenwerken met kinderen, De atletische driehoek en Demonstratietraining over mooie schaakstellingen. Boris Friesen heeft in Deventer en in Zundert een bijscholing verzorgd over de Stappenmethode. Aan deze verkorte workshops namen in totaal 33 Schaaktrainers deel. Doelstelling 4) Workshop toptrainers Begin januari kwamen 23 schaaktrainers (van minimaal niveau 3) in Haarlem samen voor een workshop van Vladimir Tukmakov, de coach van Anish Giri en het nationale team. Het onderwerp van de workshop was Ongelijke lopers en hoe behandel je het op verschillende niveaus. Doelstelling 5) Cursusmateriaal In 2015 is het lesmateriaal voor de cursus Schaaktrainer 1 herschreven en geïmplementeerd in de cursus. De eerste cursus is al met het vernieuwde lesmateriaal gegeven. Naar aanleiding van de bevindingen die positief waren wordt het lesmateriaal hier en daar nog aangescherpt. Cursus Schaaktrainer 3 Naast genoemde doelstellingen is in 2015 een cursus Schaaktrainer 3 gehouden. Deze cursus met 6 deelnemers was al begonnen in 2014 en zal in 2016 worden afgerond. Arbiteropleidingen De doelstellingen voor 2015 met betrekking tot het opleiden voor de Arbiteropleidingen waren: 1. Vijftig Scheidsrechters A opleiden 2. Meer Nederlandse FIDE arbiters 3. Meer Nederlandse docenten voor FIDE arbiterseminar op de FIDE docentenlijst 4. Het cursusmateriaal aanpassen aan de lesmethodiek en de nieuwste inzichten 9