De Top 20 van Europese stedelijke regio's ; Randstad Holland in internationaal perspectief

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Top 20 van Europese stedelijke regio's 1995-2005; Randstad Holland in internationaal perspectief"

Transcriptie

1 Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research TNO rapport I&R Innovatie en Ruimte Van Mourik Broekmanweg 6 Postbus AA Delft T F De Top 20 van Europese stedelijke regio's ; Randstad Holland in internationaal perspectief Datum 7 december 2006 Auteurs In opdracht van Plaats dr. W.J.J. Manshanden drs. W. Jonkhoff drs. P. de Bruijn O. Koops drs. J. van Brussel Regio Randstad Delft Nummer I&R-2006-N ISBN-nummer ISBN-10: ISBN-13: Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, foto-kopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van TNO. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor onderzoeksopdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belang-hebbenden is toegestaan TNO

2

3 VOORWOORD Randstad Holland staat weer op de agenda van beleidsmakers, politici en onderzoekers. Eigenlijk is Randstad Holland daar nooit vanaf geweest. Het afgelopen jaar heeft de Organisation for Economic Development and Cooperation (OECD) in Parijs zich over Randstad Holland gebogen. De Commissie Kok kijkt naar de bestuurlijke structuur van Randstad Holland, geïnspireerd door de Holland Acht, mede naar aanleiding van eerdere edities van de Randstad Monitor en de Top 20 van Europese stedelijke regio s. Het Ministerie van VROM formuleert de Strategische Agenda Randstad 2040 met als doel de belangrijke vragen over de ruimtelijke opgaven voor de Randstad op tafel te hebben. Wie al deze aandacht overziet zou bijna vergeten wat de hamvraag is. De primaire vraag is niet of het bestuur noodzakelijkerwijs anders moet of dat de Randstad wel als een stedelijke eenheid moet worden gezien. De hamvraag is hoe welvaart en welzijn van bewoners van Randstad Holland zich ontwikkelen. Afhankelijk van het antwoord daarop is de vervolgvraag waarmee welvaart en welzijn in den brede het beste zijn gediend. Deze Top 20 van Europese stedelijke regio s, vervaardigd in opdracht van Regio Randstad, en uitgebracht door TNO, helpt hierbij. Het is een instrument om de ontwikkeling van Randstad Holland in perspectief te plaatsen. Regio Randstad brengt op basis van het hierin bijeen gebrachte materiaal de Randstad Monitor uit. De auteurs zijn de begeleidingscommissie erkentelijk voor hun constructieve bijdrage.

4

5 SAMENVATTING Randstad Holland in de Top 20 van Europese stedelijke regio s In deze nieuwste Top 20 van Europese stedelijke regio s ; Randstad Holland in internationaal perspectief is de ontwikkeling van Randstad Holland gunstiger dan die van een jaar geleden. Met de huidige cijfers over het bruto regionaal product valt de economische groei van Randstad Holland wat terug ten opzichte van 2004; deze lag voor 2005 op 1,9 procent en in 2004 op 2,3 procent. Daarmee komt Randstad Holland voor 2005 op een negende plaats in de rangorde van Europese regio s; uit een achterblijvende positie (13 e in 2004) terug in de middenmoot. Ondanks de absolute teruggang van de economische groei is de relatieve positie van Randstad Holland verbeterd. Dat is niet alleen omdat het economisch beter gaat dan in de jaren , maar ook om een statistische reden. De ontwikkeling van de economische groei in Randstad Holland over de jaren is in positieve zin bijgesteld door het CBS. Daardoor valt de algehele ontwikkeling van Randstad Holland (en Nederland als geheel natuurlijk) minder negatief uit dan vorig jaar werd geconstateerd. Uit de cijfers van vorig jaar bleek dat Randstad Holland met de groei van het BRP per hoofd van de bevolking in 2004 op een negentiende plek was gekomen. Als gevolg van de herziening door het CBS is dat in 2004 een twaalfde plek geworden; in 2005 werd dat een tiende positie. In 1999 nam Randstad Holland nog een zesde positie in. Hoewel de cijfers gunstiger zijn dan verleden jaar, geven ze tevens een duidelijk signaal af. Om tot een topregio in Europa te behoren, moet de groei op een hoger niveau liggen. Voor Randstad Holland (en Nederland) komen de grenzen van de capaciteit dan in zicht; inflatie ligt op de loer. Dit is een aanwijzing dat zulke grenzen in andere Europese stedelijke regio s wellicht verder weg liggen. Ofwel, met onze huidige productiestructuur en arbeidsproductiviteit en hebben we van nature een gemiddelde positie. De hoge groei van de jaren leidde immers tot inflatie en een verslechterende concurrentiepositie door loonstijgingen. Zo n hoge positie is alleen mogelijk als de randvoorwaarden van het productieproces verbeteren. Algemeen gaat het dan om een efficiëntere allocatie van de inputs van het productieproces. Flexibere arbeids-, woning- en grondmarkten, efficiëntere infrastructuur, beter onderwijs en institutionele structuur maken onderdeel uit zulke verbeterde randvoorwaarden. Er moet echter ook gedacht worden aan betere kinderopvang zodat de participatie van vrouwen kan stijgen. Voorts kan gedacht worden aan grotere mogelijkheden voor ondernemerschap. Ook moet gewezen worden op leef- en woonklimaat. Tenslotte maakt ook een efficiëntere en effectievere overheidsbestuur onderdeel uit van betere randvoorwaarden. Dan gaat het niet alleen om de organisatie van het overheidsbestuur, maar ook om sectoraal beleid van diezelfde overheid. Bedrijven zijn gevestigd in een regio omdat het er aantrekkelijk is om te produceren en niet omdat een overheid dat wil. Als dat laatste het geval, kunnen inefficiënties en verdringing optreden. De kans is aanwezig dat potentieel efficiëntere bedrijven en bedrijfstakken verdrongen worden.

6 Het beeld over de periode is dat Randstad Holland relatief gunstig scoorde over de jaren en zich matig ontwikkelde over de jaren Gemiddeld staat Randstad Holland op de zevende plaats. Op de lange termijn zijn nu Dublin, Madrid en Stockholm de snelst groeiende stedelijke regio s en zijn Milaan, het Ruhrgebied en Berlijn de traagst groeiende gebieden. In 2005 zijn stedelijke regio s als Berlijn, Hamburg en het Ruhrgebied in Noord-Duitsland, Rome en Milaan en Lissabon de achterblijvende steden. Waar met de toegevoegde waarde sprake is van enig herstel, kan daarvan niet gesproken worden als het over de werkgelegenheid gaat. Daarmee behoort Randstad Holland al drie opeenvolgende jaren tot de achterhoede; in 2004 een 20 e en in 2005 een 17 e plaats. De plaats in de rangorde is eigenlijk vanaf het begin van de jaren negentig gedaald, met schokken in 2000 en Het wegvallen van binnenlandse bestedingen die met name arbeidsintensieve sectoren ten goede kwamen, liggen hieraan ten grondslag. Daarnaast hadden exporterende sectoren last van relatief snelle loonstijgingen. Grosso modo is Randstad Holland in de periode teruggezet naar een normaal groeipad van de werkgelegenheid. De ontwikkeling daarvan was namelijk zeer gunstig over de jaren Indien naar de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit wordt gekeken, wordt een lichtpunt zichtbaar. Door de matige ontwikkeling van de werkgelegenheid in verhouding tot de toegevoegde waarde, neemt de arbeidsproductiviteitsgroei gezonde vormen aan. In 2005 bedroeg deze voor Randstad Holland 2,1 procent, tegen 0,7 procent voor de stedelijke regio s gemiddeld. Op dit vlak neemt Randstad Holland al enige jaren afwisselend een zesde of vierde positie in. Over de periode is Randstad Holland echter gemiddeld op dit vlak; In Dublin, Stockholm en München, de top-3, lag dit hoger. Stedelijke regio s naar jaarlijkse gemiddelde groei van het BRP en de bevolking Groei bevolking (%) Groei BRP (%) Bron: TNO op basis van CBS/EURSTAT/OECD

7 De bevolkingsgroei valt al enige jaren terug; een relatie met economische groei kan worden vermoed. Als een regio snel groeit, neemt het kindertal toe, maar ook de migratie naar zo n regio; er is immers werk. Omgekeerd geldt dat als de bevolking groeit, dit een positief kan hebben op de economie; de consumptie en het arbeidsaanbod nemen toe. Zo n relatie gaat niet altijd op; in arme landen zijn kinderen een verzekering voor de toekomst vanwege het lage BRP per hoofd van de bevolking. In de voorgaande grafiek zijn de stedelijke regio s geplot naar groei van het BRP en de bevolking over de jaren (de grootste stip is Randstad Holland). De puntenwolk laat zien dat hoe hoger de groei van het BRP is over de jaren , hoe hoger ook de bevolkingsgroei is. De economische groei van Randstad Holland was lager na 2000, en daarmee zakte ook de bevolkingsgroei. Qua ontwikkeling van de bevolking naar leeftijd neigt Randstad Holland naar het Europese gemiddelde toe; de toename van de groep 0-14 jaar verloopt nu langzamer in Randstad Holland dan 5 tot 10 jaar geleden. Het BRP per hoofd van de bevolking, de enige echte maatstaf voor welvaart, ligt in Randstad Holland met 35,2 duizend euro per jaar iets boven het gemiddelde voor de stedelijke regio s (33,7 duizend euro). Hoewel de groei hoger is dan het gemiddelde voor de stedelijke regio s, is de positie van Randstad Holland met een 10 e plaats in 2005 weliswaar verbeterd, maar nog altijd gemiddeld te noemen. In 2004 was Randstad Holland nog 12 e. In Dublin, Stockholm en Londen ligt de groei van het BRP per hoofd van de bevolking op een serieus hoger niveau. De bruto participatiegraad neemt mondjesmaat toe; na 2003 echter te weinig om conclusies aan te verbinden. Dit cijfer van EUROSTAT omvat echter ook de parttime banen. De werkloosheid is volgens EUROSTAT ook bijzonder laag met 3,9 procent van de beroepsbevolking, maar neemt nog altijd toe na het laagste punt in 2001 (2,1 procent). Ook raakt de rest van Europa goed opgeleid; het aandeel hoger opgeleiden neemt ook in andere regio s toe, waarmee Randstad Holland een concurrentievoordeel kwijtraakt. Over het algemeen is de conclusie dat er herstel optreedt in Regio Randstad na enige jaren van stagnatie, maar met dat herstel komt Randstad Holland terug op een gemiddelde positie. Alleen met de arbeidsproductiviteitsgroei staat Randstad Holland nu hoog. Het beeld is dat de economische ontwikkeling van Randstad Holland evenwichtiger is geworden, maar in absolute zin zich gemiddeld ontwikkelt. Andere regio s ontwikkelen krachtiger. De conclusie is dat agglomeratie als ruimtelijk-economisch verschijnsel in andere stedelijke regio s in Europa meer oplevert dan in Randstad Holland. In die andere stedelijke regio s is een hoger groeipad mogelijk zonder dat barrières optreden, zoals Randstad Holland die zag rond en na het jaar Indien naar de afzonderlijke indicatoren wordt gekeken, blijkt dat Amsterdam een plaats inlevert op de ranglijst van Europese steden naar aantrekkelijkheid; Amsterdam staat voor het tweede jaar zesde. Barcelona is er tussen gekomen. Het betekent dat door het veranderende Europa de concurrentieverhoudingen anders zijn komen te liggen. Andere regio s (Milaan, Wenen, Düsseldorf, Manchester) zijn meer plaatsen gezakt dan Amsterdam; het kan erger. Met bestedingen aan Research & Development levert Randstad Holland (met Nederland) fors in; van 2,1 naar 1,7 procent van het BRP. Nederland als geheel levert ook in; terwijl het gemiddelde voor de stedelijke regio s constant over

8 de jaren op 2,3 procent ligt (de EU 15 op 1,9 procent). In Londen, Frankfurt en München nemen de bestedingen ook af; er lijkt sprake te zijn van een ruimtelijke herschikking van R&D activiteit op Europese schaal. In andere stedelijke regio s nemen de R&D uitgaven fors toe, zoals in Lyon, Wenen en Kopenhagen. Het passagiersverkeer op Schiphol groeit relatief snel; in 2005 met 4,9 procent. Dat is het hoogste percentage van FLAP (Frankfurt Londen Amsterdam Parijs). Daarmee handhaaft Schiphol de positie in het Europese luchtverkeer. Met vrachtverkeer groeit Schiphol beperkter; ook is er in deze markt meer dynamiek in Europese luchthavens. Met de goederenoverslag in zeehavens heeft Rotterdam in 2005 een succesvol jaar gekend met een toename van 5,1 procent naar 370 miljoen ton. Rotterdam voegde 18 miljoen ton toe, terwijl Antwerpen er 8 aan toevoegde. Hamburg nam relatief het meest toe (een plus van 9,8 procent, 11 miljoen ton). De toename van het containervervoer in Rotterdam bedroeg 12 procent, een groei met een miljoen TEU, ongeveer evenveel als concurrent Hamburg. Rotterdam blijft de leidende haven met containervervoer, maar de leidende positie is beperkter in vergelijking met die van de goederenoverslag. Met internetverkeer heeft Amsterdam de leidende positie verder uitgebreid naar een daggemiddelde van 130 Gigabit per seconde. De luchtverontreiniging met NO 2 nam wat af in Randstad Holland. Vervuiling door fijnstof is er na het Ruhrgebied het hoogst van de Europese Top 20 stedelijke regio s. Met toerisme bezet Amsterdam een negende plek in 2005 en een twaalfde qua groei over de jaren De ontwikkeling van Amsterdam loopt achter de laatste twee jaar. Berlijn, Praag en Barcelona zijn concurrerende bestemmingen. In de congresmarkt is de positie van Amsterdam versterkt na Met aantal is Amsterdam de vijfde stad in Europa; qua groei over twaalfde. Concurrentie komt van Lissabon, Genève, Barcelona en Berlijn. De kantorenmarkt lijkt over het dieptepunt heen. In het tweede kwartaal van 2006 lopen de huren weer wat op en neemt de leegstand in Amsterdam voor het eerst in jaren af. Deze kwam in het tweede kwartaal op 17,1 procent, tegen 19 procent over Dat is echter nog altijd de op na hoogste leegstand van de Top 20 stedelijke regio s; in Frankfurt is deze het hoogst met 18 procent. De conclusie is dat de concurrentie voor Amsterdam en Randstad Holland als vestigingsplaats voor laboratoria (R&D), toerisme en congressen is toegenomen en dat de aanpassing die daar uit voortvloeit nog altijd voortduurt. De binnenlandse ontwikkeling Omdat de Top 20 in hoofdzaak bedoeld is voor een internationale vergelijking van Randstad Holland, wordt hier beknopt aandacht geschonken aan ontwikkelingen binnen Randstad Holland. In hoofdlijn blijft het groeiverschil tussen Noordvleugel en Zuidvleugel bestaan. De economie van de Noordvleugel groeit sneller, en dat is niet iets van de laatste 10 jaar,

9 maar is een ontwikkeling die in de decennia daarvoor ook al zichtbaar was. De laatste 10 jaar was er een jaarlijks groeiverschil van het BRP tussen Noordvleugel en Zuidvleugel van ruim 1 procent. Uitgesplitst naar sectoren blijkt de commerciële dienstensector het verschil uit te maken. Uit onderzoeksmateriaal blijkt dat de financiële en zakelijke diensten, de consumentendiensten, telecom en mainport Schiphol (groothandel en transport) het verschil maken met de Zuidvleugel. Ook treden in de Noordvleugel agglomeratievoordelen op; hogere dichtheden en massa leiden tot externe schaalvoordelen. Dat is zichtbaar aan een hogere groei van de arbeidsproductiviteit in de Noordvleugel, met name in de kernsteden Amsterdam en Utrecht. Dat hangt samen met de concentratie hoger opgeleiden in de beroepsbevolking van Amsterdam en Utrecht; bijna de helft van de beroepsbevolking is hoger opgeleid. De arbeidsproductiviteit groeide in Amsterdam en Utrecht tussen met 2,3 procent gemiddeld, landelijk was dat 1,5 procent. Dit verschijnsel is afwezig in Rotterdam en Den Haag. Overigens bleek uit de cijfers dat Haarlem/IJmond/ Zaanstreek de regio is met de traagste economische ontwikkeling. Ruimtegebrek, mindere bereikbaarheid en wegzuigeffecten bepalen daar het beeld. Kortom, binnen Randstad Holland is de Noordvleugel de groeipool en daarbinnen de driehoek Amsterdam (waaronder Schiphol), Almere en Utrecht. De gevolgen van dit ruimtelijke beeld zijn er naar. De bevolkingsgroei is in de Zuidvleugel sterk vertraagd en min of meer tot stilstand gekomen; een nul in Rotterdam en Den Haag, en 0,1 procent in 2005 in de gehele Zuidvleugel. Ook verloopt de suburbanisatie van allochtone medelanders in de Noordvleugel sneller dan in de Zuidvleugel; suburbanisatie is een teken van opwaarste sociaal-economische mobiliteit en economische groei bevordert dat. Ook is het aandeel laag opgeleiden in Rotterdam en Den Haag hoog; met het Groene Hart (hoog opgeleiden trekken er weg) het hoogst in Randstad Holland. Daartegenover staat dat de werkloosheid in Amsterdam en Utrecht hoger is. Dat kan echter ook als een teken van dynamiek uitgelegd worden. Meer mensen verwachten er werk te vinden, dus melden zij zich op de arbeidsmarkt. De bruto participatie ondersteunt een dergelijke zienswijze; deze ligt in de Noordvleugel hoger (het hoogst in Amsterdam en Utrecht) dan in de Zuidvleugel. De conclusie is dat in Amsterdam en Utrecht agglomeratievoordelen optreden, en in de Zuidvleugel niet.

10 Lissabon Indicatoren voor Randstad Holland Lissabon indicatoren voor de EU, Nederland en Randstad Holland, 2005 EU 25 EU 15 NLD Randstad Indicator 1 BRP per Hoofd (EU 25 = 100) ,3 124,2 142,4 2 Arbeidsproductiviteit (pers.) (EU 25 =100) ,0 107,8 112,6 3 Participatiegraad (Eurostat, % van 15-64) 63,8 65,1 73,2 Participatiegraad (CBS, idem) 70,1 76,7 77,1 4 Participatie Ouderen (Eurostat, %) 42,5 44,1 46,1 Participatie Ouderen (CBS, %) 42,1 45,8 5 Onderwijsniveau jaar (Eurostat, % van beroepsbevolking) 77,5 74,6 75,6 - Middelbaar en hoger opgeleid (CBS, %)* 86,7 76,5 77,9 6 Uitgaven aan R&D (% van BRP) 1,9 1,9 1,8 1,7 7 Relatief prijzenniveau (Eu 25 =100) ,7 105,2-8 Investeringen (Eurostat, % van BRP) 17,4 17,4 16,1 Investeringen (CBS, % van BRP) 19,5 19,8 9 Risico op armoede (Eurostat) 15,0 15,0 12,0 Risico op armoede (CBS) 10,0 11,0 10 Langdurige werkloosheid (% van beroepsbev.) 4,1 3,4 1,6 1,5 11 Spreiding participatie (standaardafw. NUTS 2) 12,2 11,1 2,3 1,4 12 Broeikasgassen (1990 = 100) 92,7 99,1 101,6-13 Energie intensiteit (kilo olie equiv. per 1000 E) 204,9 187,5 203,2-14 Transport intensiteit (1995 = 100) 104,7 105,3 105,5 - * jaar Een van aanbevelingen in het rapport Facing the Challenge (Kok, 2004) was het kiezen van een beperkt aantal indicatoren waarmee de landen in de Europese gemeenschap met elkaar vergeleken konden worden; de zogeheten structurele of Lissabonindicatoren. Voor deze indicatoren zijn ook doelstellingen geformuleerd. Deze indicatoren zijn gekozen uit verschillende thema s: economisch, werkgelegenheid, innovatie en onderzoek, herstructurering, sociale cohesie en milieu. Voorts zijn ze vanuit statistische beschikbaarheid en doelgroep toegesneden op de individuele landen. De indicatoren voor de verschillende landen in de EU zijn op de site van Eurostat te vinden (epp.eurostat.ec.europa.eu/). Hoewel de indicatoren voor landen zijn ontwikkeld, is een behoorlijk aantal ook voor regio s te geven (zie voorgaande tabel). Voor een aantal indicatoren ontbreken echter basisgegevens om ze voor de regio s samen te stellen, zoals voor Risico op armoede (at risk of poverty after social transfer), waarvoor micro-data nodig zijn. Voor andere cijfers zijn de data niet beschikbaar bij Eurostat, maar zijn soortgelijke cijfers wel beschikbaar bij het CBS (opleidingsniveau). Voor een aantal ontbreekt echter ieder mogelijke bruikbare bron, zoals relatief prijzenniveau of broeikasgassen. Dan houden we het bij het landelijke cijfer. Het BRP per hoofd is gecorrigeerd voor inflatie en kosten levensonderhoud (purchasing power parity). Deze variabele wijkt af van de definitie in deze Top 20, die alleen voor inflatie is gecorrigeerd. Correctie voor PPP leent zich voor vergelijking tussen regio s op één tijdstip, en niet over de tijd. De indicator meet de relatieve welvaart van een land

11 ten opzichte van de EU 25, die op 100 is gesteld. Uit deze indicator blijkt dat Randstad Holland fors welvarender is dan het gemiddelde van de EU 25. De index van de arbeidsproductiviteit ligt ook hoger in Randstad Holland, maar in een andere verhouding dan het BRP per hoofd ten opzichte van het gemiddelde van de EU. De bruto participatiegraad ligt in Randstad Holland ook hoger (en is wat sneller gegroeid na 1999), maar hierin is geen rekening gehouden met part-time werk en fulltime werk. De bruto participatie van Nederland en Randstad Holland kent meer dan in de rest van Europa gebruikelijk is een aanzienlijk deel part-time werk. Onder oudere werknemers is de participatiegraad ook hoger in Randstad Holland, maar is het verschil met de EU kleiner. De uitgaven aan Research & Development zijn in Randstad Holland 1,7% van het BRP. In Nederland is dat 1,8% en in de EU 15 1,9%. Randstad Holland blinkt daarmee niet uit in uitgaven in Research & Development. Dat is laag, zeker omdat het cijfer voor de EU 15 een gemiddelde is; er zijn regio s in Europa waar dat cijfer fors hoger is (zie verder in deze Top 20 ). In 1995 lag dat in cijfer voor Randstad Holland nog op 2,1% van het BRP, terwijl het voor EU 15 toen ook 1,9% was. Ook qua investeringen (als percentage van het BRP) blijft Nederland wat achter bij de EU. In de jaren negentig lag het hoger, mede ten gevolge van de dot.com hype; na 2002 is de investeringsquote in Randstad Holland lager dan in de EU 15. Over onderwijsniveau naar leeftijd en regio zijn geen cijfers voorhanden; daarom is het onderwijs naar regio (gehele bevolking jaar) genomen. In Randstad Holland ligt het aandeel middelbaar en hoger opgeleiden hoger dan in de EU 15 (77,9% tegen 73,4). In de loop van de tijd is het verschil echter kleiner geworden; dit is een aanwijzing dat Randstad Holland een relatief concurrentievoordeel verliest. In de rest van Europa wordt de beroepsbevolking steeds beter opgeleid. Het risico op armoede, één van de Lissabon indicatoren, is niet te bepalen voor de Randstad, omdat micro data nodig zijn. Uit de cijfers van het CBS blijkt dat in Randstad Holland lage inkomens relatief oververtegenwoordigd zijn. Uit de spreiding van de bruto participatie de variatie tussen provincies uitgedrukt in standaardafwijking van de bruto participatie blijkt dat de relatieve verschillen in Randstad Holland klein zijn. Dit duidt op beperkte ruimtelijke ongelijkheid. In de EU 15 is de ongelijkheid fors groter. Ook is de langdurige werkloosheid in Randstad Holland fors lager dan in de EU 15. Nederland kent geen zwak ontwikkelde regio s zoals andere landen in de EU die hebben, zoals Oost Duitsland, het Spaanse binnenland, Zuid-Italië en delen van Frankrijk. Voor de milieu indicatoren zijn geen regionale cijfers beschikbaar. De cijfers voor Nederland wijzen er op dat de Nederlandse economie relatief meer broeikasgas is gaan uitstoten dan de EU 15. Voorts is de economie wat energieintensiever en wat transportintensiever dan de EU 15.

12

13 1 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING Doelstelling van de monitor Inhoud en structuur van de monitor: criteria en methode Randstad Holland in Europees perspectief Bruto regionaal product Werkgelegenheid: totaal, industrie en diensten Bevolking: omvang en groei Bruto regionaal product per inwoner Bevolking en bevolkingsgroei naar leeftijd Beroepsbevolking: bruto arbeidsparticipatie, werkloosheid en opleiding Investeringen en vestigingsklimaat Kenniseconomie Passagierstransport via Europese luchthavens Vrachtverkeer via Europese luchthavens Goederenoverslag via Europese zeehavens Internet Bereikbaarheid en luchtverontreiniging Toerisme Congressen Kantoren: huurprijs en leegstand RANDSTAD HOLLAND IN DELEN Bevolking: omvang en groei Beroepsbevolking en werkloosheid Bruto Regionaal Product...110

14 2 TNO rapport I&R De top 20 van Europese stedelijke regio's ; Randstad Holland 3.4 Investeringen en export Innovatie Werkgelegenheid Woningbouw Mobiliteit Kunst en cultuur Toerisme Veiligheid Bodemgebruik en groen...138

15 3 1 INLEIDING 1.1 Doelstelling van de monitor Met de afnemende betekenis van nationale grenzen en de uitbreiding van Europa neemt de concurrentie tussen stedelijke regio s toe. De internationale concurrentiepositie van de Randstad staat in het huidige tijdsbestek onder druk. De overheden in Randstad Holland zijn ervan overtuigd dat de voortgaande integratie van Europese landen en verdergaande globalisering dwingen tot bezinning op de concurrentiepositie van Randstad Holland en tot het geven van impulsen aan een meer samenhangende ontwikkeling van Randstad Holland. 1 Met het oog op het opstellen van een economische agenda om ook in de toekomst garant te staan voor de welvaart en het welzijn van haar inwoners en de leefbaarheid in het gebied heeft Regio Randstad een monitor laten ontwikkelen waarin jaarlijks een beeld wordt gegeven van Randstad Holland ten opzichte van andere stedelijke regio s in Europa. Omdat Regio Randstad op basis van de door TNO opgebouwde dataset elke twee jaar een eigen publicatie opstelt, is gekozen voor een verschillende naamgeving van de rapporten van Regio Randstad en TNO. Dit rapport van TNO draagt de naam De Top 20 van stedelijke regio s in Europa en de publicatie van Regio Randstad heet de Randstad Monitor. Deze publicatie is de derde van TNO op rij; Regio Randstad brengt ditmaal een tweede eigen Randstad Monitor uit. Het doel van deze monitor is het volgen van Randstad Holland in de top-20 van Europese stedelijke regio s. De vergelijking met andere metropolitane regio s in Europa staat daarin centraal. Daartoe is een beknopt aantal goed hanteerbare variabelen gekozen die een juist beeld geven van de ontwikkeling die Randstad Holland in economisch, innovatief, kwalitatief, ruimtelijk en sociaal opzicht. Het accent valt op statistische gegevens, ondersteund door grafisch materiaal en een beknopte toelichting. Aan de hand van de ontwikkeling wordt beoordeeld of er vooruitgang wordt geboekt op de gekozen onderwerpen. 1 Zie Regio Randstad, Economische Strategie Randstad, Regio Randstad, 2004, p. 7

16 4 TNO rapport I&R De top 20 van Europese stedelijke regio's ; Randstad Holland Deze Top-20 van Europese stedelijke regio s plaatst op basis van openbaar beschikbaar cijfermateriaal Randstad Holland in het Europese krachtenveld, waarbij het gaat om het signaleren van ontwikkelingen op de genoemde onderwerpen, zowel in de actuele situatie als in historisch perspectief. Daarbij wordt van twee centrale begrippen uitgegaan: concurrentiekracht (welvaart) en leefbaarheid (welzijn). Daarbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van gemeten cijfers en zo min mogelijk van samengestelde indicatoren. Bij elkaar voldoet de Top-20 van Europese stedelijke regio s aan de volgende voorwaarden: - herhaalbaar en kwantitatief; - aansluiten bij bestaand cijfermateriaal; - zoveel mogelijk gebaseerd op één centrale bron (Eurostat); - gegevens moeten openbaar beschikbaar en tegen lage kosten verkrijgbaar zijn; - consistent in tijd en ruimte; - signalerend en niet verklarend; - informatie over onderdelen van de Randstad; - breed palet aan onderwerpen; - gebaseerd op de begrippen concurrentiekracht en leefbaarheid; - gericht op beleidsmakers in de Randstad.

17 5 1.2 Inhoud en structuur van de monitor: criteria en methode In de Top-20 van Europese stedelijke regio s gaat het om het beantwoorden van drie vragen: 1. Op welke variabelen dient de vergelijking plaats te hebben? 2. Met welke Europese stedelijke regio s dient Randstad Holland vergeleken te worden? 3. Hoe dient Randstad Holland in deelgebieden onderscheiden te worden? Deze vragen zijn beantwoord in een voorbereidende fase van het opstellen van de Top- 20 in 2004, die heeft geleid tot een nulversie en een achtergronddocument. De methode waarmee de steden en de variabelen zijn gekozen, laat zich het best samenvatten met de grootst gemene deler. In Europa worden veel cijfers verzameld, benchmarks opgesteld en monitors gemaakt over grote steden. Gewezen kan worden op de Urban Audit, de Economist Intelligence Unit, het Franse Délégation à l Aménagement du Territoire et à l Action Régionale (DATAR) met de studie Les Villes Européennes door Cicille & Rozenblat (2003) en het eveneens Franse IAURIF. Deze studies gaan veelal over met elkaar concurrerende steden. Hierin zijn door anderen, binnen en buiten Nederland, al veel keuzes gemaakt over de te vergelijken steden en indicatoren. Door na te gaan welke steden en indicatoren in die benchmarks het meest gekozen worden, ontstaat een onafhankelijke keuze in de zin dat deze losstaat van de voorkeuren van de onderzoekers. Aangenomen wordt dat de meest genoemde steden en variabelen er ook werkelijk toe doen. Concurrerende stedelijke regio s Concurrentievoordeel is het centrale begrip met het oog op de economische ontwikkelingsmogelijkheden van Randstad Holland in vergelijking met andere stedelijke regio s in Europa. Het gaat ook om investeringsbeslissingen, zowel private als publieke investeringen. Over de concurrerende stad en de toegenomen aandacht daarvoor is veel gepubliceerd (zie Gordon 2002, Huggins 2003, Grosveld 2001). In de beleidswereld heeft de concurrerende stad ook veel aandacht vanwege doelstellingen zoals die in het Lissabon Akkoord zijn geformuleerd. Voor zover het gaat om het begrip concurrentievermogen in het Lissabon Akkoord dienen de data die voor de Top-20 van Europese stedelijke regio s worden verzameld hier op aan te sluiten. De steden die in de Top 20 van Europese stedelijke regio s zijn opgenomen zijn niet willekeurig gekozen. Het uitgangspunt is geweest dat er een selectieproces moet zijn dat leidt tot een lijst van steden die overeenkomt met de gemeenschappelijke perceptie van beslissers en beleidsmakers. De vraag is derhalve hoe die gemeenschappelijke perceptie wordt vastgesteld. Dat is gedaan door diverse al bestaande benchmarks en ranglijsten te nemen; het idee is dat daar steden in vermeld staan die met elkaar concurreren als vestigingsplaats voor bedrijvigheid, toerisme, congressen etc.. De steden die daarin genoemd worden doen er op een of andere wijze toe; de makers van zulke lijsten nemen die steden niet voor niets op. Het selectieproces bestond eruit door een aantal van zulke lijsten en benchmarks te nemen en te tellen hoe vaak steden voorkwamen op al die verschillende lijsten. Hoe vaker een stad in totaal genoemd werd (dat wil zeggen in hoe meer benchmarks de stad opgenomen is), hoe belangrijker die stad kennelijk is. De 20 meest genoemde steden zijn aldus gekozen. Dat wil niet zeggen dat steden die er niet op staan er absoluut niet toe doen; zij doen er alleen op te weinig onderdelen toe. Een automobielstad of een lichtstad is van belang, maar alleen op dat ene issue. Een stad die zo een

18 6 TNO rapport I&R De top 20 van Europese stedelijke regio's ; Randstad Holland belangrijke luchthaven heeft, een stevig internetknooppunt, een grote beurs, enz., komt wel in de top 20 terecht. Daardoor kan het voorkomen dat een relatief kleine stad toch in de lijst staat (Lyon) en een grotere stad niet (Athene). Ook is het zo dat de gemeenschappelijke perceptie in loop van de tijd kan veranderen; er komen steden bij in de ranglijsten en er verdwijnen steden uit de ranglijsten. Het herwegen van de ranglijst wordt eens in de drie jaar gedaan. In een volgende ronde zullen waarschijnlijk Oost Europese steden vaker opduiken. Het enige nadeel van deze methode is dat de Zwitserse steden wel genoemd worden, maar niet in de ranglijst zijn opgenomen; Eurostat heeft geen cijfers voor Zwitserland. Dit geldt in het bijzonder voor Genève. Uit de inventarisatie van een aantal benchmarks en ranglijsten van Europese steden op verschillende onderwerpen bleken bij elkaar 22 steden vaak genoemd te worden. De stad op de 23 e plaats werd plotseling minder genoemd dan nummer 22. Omdat Brussel en Antwerpen tot één regio behoren (Brussel/Antwerpen) en voor Boedapest vooralsnog te weinig informatie beschikbaar is, leidt dat tot 20 stedelijke regio s waarvoor een database is opgebouwd op basis van Eurostat (zie tabel 1.1). Een beperking is dat er gekozen is uit stedelijke regio s in landen die behoren tot de EU 15; dit vanwege beschikbaarheid van gegevens. In de eerste Randstadmonitor (2004) is ervoor gekozen de steden behorende tot de Top 20 te rangschikken op basis van de volgorde van het bruto regionaal product in 2003 (zie tabel 1.1). Deze volgorde wordt ook in deze Top 20 aangehouden, ondanks het feit dat sommige steden met de cijfers van 2005 van plaats zijn veranderd. Tabel 1.1: Overzicht stedelijke regio s opgenomen in de Top-20 van Europese stedelijke regio s (in volgorde van de omvang van het Bruto Regionaal Product 2003) 1 Londen 2 Parijs 3 Ruhrgebied 4 Milaan 5 Randstad Holland 6 Frankfurt/Main 7 Manchester 8 Vlaamse Ruit 9 Madrid 10 Berlijn 11 Rome 12 Hamburg 13 Barcelona 14 München 15 Stockholm 16 Wenen 17 Kopenhagen 18 Dublin 19 Lissabon 20 Lyon

19 7 Leefbaarheid Het gaat in de Top-20 van Europese stedelijke regio s ook om de leefbaarheid van de regio. De aantrekkelijkheid van het gebied voor wonen en vrije tijd staat daarbij centraal. Het begrip leefbaarheid is niet tegengesteld aan het begrip concurrentiekracht, maar is daar een aanvulling op; het heeft betrekking op aantrekkelijkheid en is onderdeel van het investeringsklimaat. Een goede woonomgeving is onderdeel van een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor het internationale bedrijfsleven. Niettemin laat leefbaarheid zich minder eenvoudig dan de concurrerende stad vangen in een cijfer. Over het begrip concurrentiekracht is meer literatuur voorhanden en is er consensus over de kwantitatieve invulling van het begrip. Daarnaast is gebleken dat concurrentiekracht op een hoog ruimtelijk schaalniveau relevant is en leefbaarheid juist op een laag ruimtelijk schaalniveau. Concurrentiekracht hangt met productiviteit samen bijvoorbeeld, en dat speelt op het niveau van stedelijke regio s en landen. Leefbaarheid en leefkwaliteit zijn afhankelijk van lokale omstandigheden, zoals geluidshinder en geurhinder. Verschillen in woonkwaliteit verschillen per stad, maar ook per Tabel 1.2: Overzicht variabelen opgenomen in de Randstad Monitor Eurostat CBS Overig Economische ontwikkeling Productie Werkgelegenheid Investeringen Bedrijfsterreinen Vestigingsklimaat Woningbouw Woningmarktprijzen Arbeidsproductiviteit Innovatie Aanbod van arbeid Bevolking Beroepsbevolking Banen naar opleiding Kennis en onderwijs Transport en infrastructuur Luchtverkeer Goederenoverslag Internetverkeer Omvang/benutting infrastructuur Bereikbaarheid Cultuur Overnachtingen Kunst Congressen Leefbaarheid Luchtverontreiniging Veiligheid

20 8 TNO rapport I&R De top 20 van Europese stedelijke regio's ; Randstad Holland buurt en zelfs per straat. De keuze is gemaakt om leefbaarheid niet uitputtend op dit lage schaalniveau te behandelen, omdat juist de internationale vergelijking van Randstad Holland met andere Europese steden voorop staat. Niettemin is naar leefbaarheid gekeken, voor zover dat mogelijk is. Het Sociaal Cultureel Planbureau (1998) spreekt bijvoorbeeld niet over leefbaarheid, maar over de statusontwikkeling en sociale achterstand. Het SCP (1998) relateert sociale achterstand aan inkomensniveau, opleidingsniveau en werkgelegenheid. Deze begrippen komen in de Top-20 van Europese stedelijke regio s aan de orde, aangevuld met cijfers over veiligheid, congestie en groen per inwoner. Dit onderdeel is voor Randstad Holland uitgewerkt. In het internationale deel geeft de ontwikkeling op het gebied van toerisme en congressen op indirecte wijze informatie over de aantrekkelijkheid van Randstad Holland. Dit jaar is dat aangevuld met informatie over luchtverontreiniging in stedelijke regio s. Selectie van variabelen De monitor is voor een groot deel opgezet binnen het kader van de concurrerende stad. Over het onderwerp concurrerende steden is al veel onderzoek verricht (zie achtergrond rapportage). Nagegaan is welke variabelen veel zijn gebruikt in het onderzoek naar de concurrerende stad. Deze variabelen zijn eerst ingedeeld in thema s, waarvan is gekeken welke het meest genoemd worden in relatie tot concurrerende steden. Bij die thema s is vervolgens een variabele gekozen. Een overzicht is opgenomen in tabel 1.2. Opmerkingen bij de cijfers in de Randstad Monitor 2006 Voor enige indicatoren bleek het niet mogelijk een update tot en met 2005 te maken. Dat is het geval voor: Bereikbaarheid: dat is een eenmalige exercitie geweest in de eerste Top 20 ; Investeringen: de nieuwe cijfers van Ernst & Young over investeringen bleken op een onvergelijkbare manier bijgewerkt. Voor dit onderwerp wordt in de toekomst een alternatieve bron gezocht. Alle overige cijfers zijn bijgewerkt. Herziening BBP Nederland door het CBS In de update van dit jaar is het BRP van Nederland gewijzigd vanwege een bijstelling van het CBS. Nu is eerder al gebleken dat de cijfers van Eurostat en de OECD meebewegen met de revisies, herzieningen, en omzetting van voorlopig naar definitief door de leverende nationale statistische bureaus. Hoewel dit proces als zodanig ordelijk verloopt, cumuleren zulke wijzigingen bij Eurostat en de OECD. Omdat de cijfers met terugwerkende kracht veranderen, wil de positie van Randstad Holland in de rangorde daardoor ook veranderen. Doorgaans zijn deze veranderingen niet ingrijpend; een traag of snel groeiende regio blijft na zo n wijziging ook relatief traag of snel groeiend. Nu heeft het CBS in 2005 de BBP cijfers over de jaren ingrijpend bijgesteld, met als gevolg dat de gemiddelde groei van Nederland behoorlijk hoger kwam te liggen. De basis van deze herziening is consequente doorvoering van de revisie 2001, aangevuld met nieuwe informatie, berekening en toerekening.

21 9 Tabel 1.3: Verschil tussen ontwikkeling BBP Nederland voor en na herziening 2006 (in prijzen 2005) Gem Miljard Euro Oude reeks 387,4 398,9 411,6 428,5 445,0 459,4 466,5 466,0 465,2 473,9 Nieuwe reeks 391,3 404,8 422,1 438,5 459,4 477,3 486,5 487,0 488,5 498,1 505,6 Miljard Euro Verschil (mld.) Als % van oude cijfers 1,0 1,5 2,6 2,3 3,2 3,9 4,3 4,5 5,0 5,1 BBP groei per jaar (%) Oude reeks 3,0 3,2 4,1 3,9 3,2 1,5-0,1-0,2 1,9 2,3 Nieuwe reeks 3,5 4,3 3,9 4,8 3,9 1,9 0,1 0,3 2,0 1,5 2,7 Verschil 0,5 1,1-0,2 0,9 0,7 0,4 0,2 0,5 0,1 0,5 Bron: CBS/bewerking TNO TNO heeft het verschil tussen de oude cijfers en de nieuwe op een rij gezet. De bijstelling van het BBP door het CBS (zie ook de Macro Economische Verkenning, CPB, p. 9) is fors. In 1995 leverde het een verschil van 4 miljard op; dat verschil loopt met uitzondering van 1998 verder op tot 24 miljard in Het BBP werd daarmee 5,1 procent hoger in De gemiddelde jaarlijkse groei van de Nederlandse economie over kwam met 2,7% een half procent gemiddeld per jaar hoger uit, hetgeen veel is; dat is iets minder dan één-vijfde van de gemiddelde nationale groei over die periode. Het gevolg voor de positie van Randstad Holland is, dat de behoorlijk negatieve ontwikkeling die vorig jaar en het jaar daarvoor gesignaleerd werd nog altijd negatief is, maar naar nu blijkt minder negatief dan eerder was geconstateerd. Aanpassing raming ontbrekende recente jaren Voor het BRP, toegevoegde waarde en investeringen (dus ook arbeidsproductiviteit en BRP/hoofd) geldt dat op regionaal niveau 2003 het laatste bekende jaar is. De regionale cijfers voor de jaren 2004 en 2005 zijn ramingen op basis van nationale cijfers voor 2004 en 2005 en de ontwikkeling van de regio s in het verleden. De regel is dat de landencijfers van de OECD voor de laatste twee jaren voorlopig zijn analoog aan het CBS en het cijfer over het BRP van 2003 wordt nu als definitief beschouwd. Dat betekent dat de regionale cijfers voor toegevoegde waarde en arbeid in het internationale deel zijn gebaseerd op voorlopige landencijfers 2004 en 2005 en ramingen voor de regio, passend in de reeks TNO heeft in 2005 de ramingsmethodiek van regionale cijfers voor de laatste twee jaren aangepast. Voor dit jaar wordt op consequente wijze door middel van een shift/share het BRP voor de ontbrekende jaren van de regio s geraamd. Daardoor geven we geen groeicijfer meer voor het gemiddelde van de laatste drie jaar, maar geven we het geraamde groeicijfer voor het laatste jaar. Dit geldt voor BRP en arbeid (en dus voor arbeidsproductiviteit). Voor bevolking en beroepsbevolking hoeft dat niet, omdat de laatste twee jaren gemeten cijfers zijn. De arbeidsproductiviteit is het meest gevoelig voor revisies, herzieningen en andere ramingstechnieken, omdat het in de raming van TNO uit drie componenten (werkzame personen, aantal gewerkte uren en toegevoegde waarde) is samengesteld. Bevolkingscijfers zijn het meest robuust.

22 10 TNO rapport I&R De top 20 van Europese stedelijke regio's ; Randstad Holland Interne regionale differentiatie van de Europese stedelijke regio s De variabelen waarmee de databank met internationaal vergelijkbare data op basis van Eurostat is opgebouwd, worden ofwel als totaal verdeeld naar stadsgewest, stadskern en omgeving (stadsgewest is het totaal van stadskern en omgeving) ofwel verdeeld naar sectoren/type voor de gehele stedelijke regio. De ruimtelijke geleding van stadskern, omgeving en stadsgewest wordt gegeven voor zoveel mogelijk steden, maar is niet altijd haalbaar. De mogelijkheden van de Eurostat cijfers (beschikbare administratieve eenheden) zijn hier bepalend. Mogen stedelijke regio s met elkaar vergeleken worden? Als stedelijke regio s in Europa uit de NUTS-3 lijst alleen op basis van hun naam worden gekozen, ontstaan onvergelijkbare gebieden omdat administratieve indelingen tussen de landen sterk verschillen. Het uitgangspunt is dat stedelijke regio s (city region) met elkaar vergelijkbaar zijn (zie Cheshire en Gornostavea 2002). Dat houdt in dat een stedelijke regio een stedelijke kern en een ommeland moet hebben; dat is het daily urban system dat zowel het werkgelegenheidscentrum (of centra) als het gebied waar de werkenden wonen omvat. Zo n daily urban system wordt beschouwd als een natuurlijke eenheid. Deze geleding van een stedelijke regio is ook toegepast in onderzoek naar de economische ontwikkeling van Nederlandse steden in de periode (Van der Vegt en Manshanden 1996). Het moet uitgesloten zijn dat door een toevallige regionale indeling bij de ene stad het ommeland (waar de werkenden wonen) wel wordt meegeteld en bij de andere stad niet. De functionele samenhang binnen stedelijke regio s wordt in de monitor meegenomen door waar de data van Eurostat dat toelaten een onderscheid te maken naar stad en omgeving. Hoe kunnen de stedelijke regio s in de gegeven bestuurlijke indelingen zodanig samengesteld worden dat ze onderling goed vergelijkbaar zijn? Hiertoe is de bevolkingsdichtheid van de stedelijke regio s met elkaar vergeleken. De stedelijke regio s zijn daarbij onderscheiden in een stedelijke kern en een omgeving. Het eerste uitgangspunt is dat een stedelijke kern een grotere dichtheid heeft dan de omgeving. Het volgende uitgangspunt is dat de dichtheden van de verschillende stedelijke kernen enerzijds en de bijbehorende omgevingen anderzijds zoveel mogelijk in dezelfde orde van grootte moeten liggen. Bij de stedelijke kernen is een ommeland gekozen, waarbij de leidraad is dat het ommeland eerder ruimer dan krapper is gekozen (zie figuur 1.1). Een ruim ommeland is beter dan geen stedelijk ommeland. De dichtheden van de omgevingen en de regio s liggen op een uitzondering na in dezelfde orde van grootte (figuur 1.1). De variatie in de dichtheden van de stedelijke kernen is groter. Dat is niet alleen het gevolg van gebiedskeuze, maar ook van stedelijke vorm. De ene stedelijke kern kent nu eenmaal een dichter bebouwd centrum dan de andere. Vooral de stedelijke kern van Parijs kent een hoge bevolkingsdichtheid, zo blijkt uit de figuur 1.1. De in deze monitor onderscheiden stedelijke regio s staan weergegeven in figuur 1.2. Een precieze lijst waarin de stedelijke regio s in termen van NUTS-3 regio s zijn gegeven is opgenomen de achtergrondrapportage. Voor Madrid, Barcelona, Lyon, Rome en Stockholm kan de stedelijke regio niet onderscheiden worden in een stedelijke kern en een omgeving. Aan de hand van de dichtheid van de gehele stedelijke regio s is zichtbaar dat deze regio s zowel een kern als een omgeving omvatten. In de Top-20 van Europese stedelijke regio s wordt gesproken over de stedelijke regio, die een optelling is van de stedelijke kern en de stedelijke omgeving.

23 11 Figuur 1.1 : Bevolkingsdichtheid (aantal inwoners per km2) van de stedelijke regio s, totaal stedelijke regio, kern en omgeving, 2002 Dublin Lyon Kopenhagen Stockholm Munchen Wenen Lissabon Hamburg Rome Frankfurt/Main Barcelona Manchester Berlijn Madrid Vlaamse Ruit Randstad Holland Milaan Parijs Ruhrgebied Londen Stedelijke regio Stedelijke omgeving Stedelijke kern Bron: TNO op basis van Eurostat

24 12 TNO rapport I&R De top 20 van Europese stedelijke regio's ; Randstad Holland Figuur 1.2 : De stedelijke regio s op de Europese kaart Stedelijke kern Stedelijk ommeland Stedelijke regio Bron: TNO op basis van Eurostat Stedelijke regio s en variabelen Niet op ieder thema is iedere stad even relevant om in de monitor op te nemen. Frankfurt is bijvoorbeeld onmisbaar wanneer de benchmark zich richt op luchthavengerelateerde activiteiten, maar voor zeehavengerelateerde activiteiten worden andere steden beschouwd. In de Top-20 van Europese stedelijke regio s is dat ondervangen door twee groepen variabelen te onderscheiden. De eerste groep betreft steeds dezelfde gebieden met een vergelijkbare ruimtelijke schaal, die op een aantal variabelen consistent met elkaar worden vergeleken. De variabelen worden zoveel mogelijk aan één en dezelfde bron ontleend, in dit geval Eurostat, en onderling met elkaar in verband gebracht. Zo ontstaan goed vergelijkbare en consistente gegevens; bijvoorbeeld economische groei.

25 13 Figuur 1.3 : Randstad Holland onderverdeeld naar deelgebied op de kaart Noordvleugel Zuidvleugel Stedelijke kern Stedelijke omgeving Groene Hart Overig Nederland buiten Randstadprovincies binnen Randstadprovincies Bron: TNO op basis van Eurostat Dan is de nauwkeurigheid van het gekozen gebied en de vergelijking daarvan met andere stedelijke regio s cruciaal. Daarnaast is er een groep variabelen waarbij het functionele onderscheid voorop staat, zoals luchthavens of zeehavens. Dan gaat het steeds om andere steden, waarbij de ruimtelijke eenheid van het stedelijk gebied er niet toe doet. De precieze gebiedsafbakening speelt dan geen rol. Keuze deelgebieden Randstad Holland Randstad Holland is uitgewerkt naar deelgebieden. Hierbij is rekening gehouden met drie soorten ruimtelijke geledingen, waarvan bekend is dat deze invloed hebben op regionaal-economische groei. Het grootste ruimtelijke kader wordt gevormd door de vier Randstadprovincies. Deze vier provincies worden onderscheiden in Randstad Holland en het Buitengebied. Randstad Holland is vervolgens op drie manieren in de volgende ruimtelijke eenheden onderscheiden: - Noordvleugel en Zuidvleugel - Stedelijke kern en stedelijke omgeving - Stedelijk gebied versus Landelijk gebied (het Groene Hart) Randstad Holland wordt met behulp van CBS-materiaal op gemeentelijk niveau onderscheiden in de deelregio s zoals die zijn onderscheiden in tabel 1.3. In figuur 1.3 is deze

26 14 TNO rapport I&R De top 20 van Europese stedelijke regio's ; Randstad Holland onderverdeling op de kaart gezet. Benadrukt wordt dat de leidraad bij de keuze van de deelgebieden is ingegeven door de mogelijkheden die het CBS biedt; de gebruikte regionale indeling is afgeleid van de regionale indeling die het CBS toepast in de Regionaal Economische Jaarcijfers. Deze bron ligt aan de basis vanwege de cijfers over het Bruto Regionaal Product; de daarin gebruikte regionale indeling is daarom leidraad. Bestuurlijke indelingen, hoe relevant ook, kunnen om diezelfde statistische reden niet gebruikt worden. De gebruikte regionale indeling is in de voorbereidende fase vastgesteld in een workshop met vertegenwoordigers van de deelnemende overheden in Regio Randstad. De samenstelling van de deelgebieden vindt trapsgewijs plaats. De vier Randstad provincies vormen het uitgangspunt; deze vier provincies zijn echter te ruim. Deze worden derhalve verdeeld naar Randstad Holland en het Buitengebied. Vervolgens wordt Randstad Holland verdeeld in de drie geledingen. Tabel 1.4: Indeling Randstad Holland naar deelgebied Randstad Holland = Randstad provincies Randstad buitengebied Randstad Provincies Provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland. Randstad Holland COROP-gebieden IJmond, Agglomeratie Haarlem, Zaanstreek, Groot Amsterdam, Gooi en Vechtstreek, Agglomeratie Leiden en Bollenstreek, Agglomeratie s-gravenhage, Delft en Westland, Oost Zuid-Holland, Groot Rijnmond en Zuidoost Zuid-Holland; Sub-COROP-gebieden Utrecht-West, Stadsgewest Utrecht, Stadsgewest Amersfoort en Almere. Randstad Buitengebied COROP-gebieden Kop van Noord-Holland en Alkmaar en omgeving; Sub-COROP-gebieden Zuidoost Utrecht, Flevoland Midden en Noordoostpolder/Urk. Randstad Holland = Noordvleugel (kernsteden + stedelijke omgeving) + Zuidvleugel (kernsteden + stedelijke omgeving) Noordvleugel COROP-gebieden IJmond, Agglomeratie Haarlem, Zaanstreek, Groot Amsterdam, Gooi en Vechtstreek; Sub-COROP-gebieden Utrecht-West, Stadsgewest Utrecht, Stadsgewest Amersfoort en Almere. Kernsteden Gemeente Amsterdam; Sub-COROP stadsgewest Utrecht. Stedelijke omgeving Noordvleugel minus kernsteden. Zuidvleugel COROP-gebieden Agglomeratie Leiden en Bollenstreek, Agglomeratie s-gravenhage, Delft en Westland, Oost Zuid-Holland, Groot Rijnmond en Zuidoost Zuid-Holland. Kernsteden Sub-COROP-gebieden Rijnmond en Agglomeratie s-gravenhage exclusief Zoetermeer. Stedelijke omgeving Zuidvleugel minus kernsteden. Randstad Holland = stedelijk gebied + Groene Hart Groene Hart COROP Oost Zuid-Holland; Sub-COROP-gebieden Utrecht-West en Overig Zuidoost Zuid-Holland. Stedelijk gebied Randstad Holland minus Groene Hart

De Top 20 van Europese grootstedelijke regio s 1995-2012; Randstad Holland in internationaal perspectief

De Top 20 van Europese grootstedelijke regio s 1995-2012; Randstad Holland in internationaal perspectief De Top 20 van Europese grootstedelijke regio s 1995-2012; Randstad Holland in internationaal Mei 2014 TNO Walter Manshanden Anita Bouman-Eijs Olaf Koops Noëlle Fischer Mohammed Chahim Elmer Rietveld 1

Nadere informatie

De Top 20 van Europese stedelijke regio s 1995-2009; Randstad Holland in internationaal perspectief

De Top 20 van Europese stedelijke regio s 1995-2009; Randstad Holland in internationaal perspectief TNO-rapport TNO-060-DTM-2011-02187 De Top 20 van Europese stedelijke regio s 1995-2009; Randstad Holland in internationaal perspectief Behavioural and Societal Sciences Van Mourik Broekmanweg 6 2628 XE

Nadere informatie

De Top 20 van Europese grootstedelijke regio's 1995-2011; Randstad Holland in internationaal perspectief

De Top 20 van Europese grootstedelijke regio's 1995-2011; Randstad Holland in internationaal perspectief TNO-rapport TNO 2012 R11155 Eindrapport De Top 20 van Europese grootstedelijke regio's 1995-2011; Randstad Holland in internationaal Van Mourik Broekmanweg 6 2628 XE Delft Postbus 49 2600 AA Delft www.tno.nl

Nadere informatie

De Top 20 van Europese stedelijke regio's ; Randstad Holland in internationaal perspectief

De Top 20 van Europese stedelijke regio's ; Randstad Holland in internationaal perspectief Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research TNO-rapport 2007-D-R1352/B De Top 20 van Europese stedelijke regio's 1995-2006;

Nadere informatie

Voorwoord 3. Samenvatting 4. Leeswijzer 7. Randstad Holland in de top 20 van Europees stedelijke regio s 8. 1. Bevolkingsomvang 8. 2.

Voorwoord 3. Samenvatting 4. Leeswijzer 7. Randstad Holland in de top 20 van Europees stedelijke regio s 8. 1. Bevolkingsomvang 8. 2. Inhoudsopgave Voorwoord 3 Samenvatting 4 Leeswijzer 7 Randstad Holland in de top 20 van Europees stedelijke regio s 8 1. Bevolkingsomvang 8 2. Economie 10 3. Werkgelegenheid 16 4. Mobiliteit 22 5. Vestigingsklimaat

Nadere informatie

Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren,

Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren, Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren, 2012-2014 Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 29 juni 2016 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek. Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht notitie van Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl mei 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Friesland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Friesland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Friesland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie Productiviteit, concurrentiekracht en economische ontwikkeling Concurrentiekracht wordt vaak beschouwd als een indicatie voor succes of mislukking van economisch beleid. Letterlijk verwijst het begrip

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Trier. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Trier. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio Trier Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Oost-Vlaanderen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Oost-Vlaanderen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Oost-Vlaanderen Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Weser-Ems. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Weser-Ems. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio Weser-Ems Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Utrecht. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Utrecht. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Utrecht Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Noord-Holland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Noord-Holland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Noord-Holland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Zuid-Holland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Zuid-Holland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Zuid-Holland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 9 mei 015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 86 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Randstad Monitor 2016; De Top-20 van Europese grootstedelijke regio s

Randstad Monitor 2016; De Top-20 van Europese grootstedelijke regio s ; De Top-20 van Europese grootstedelijke regio s 1995-2016 Walter Manshanden Olaf Koops 10 e editie 13 juli 2017 Gebruik van informatie uit deze publicatie is op voorwaarde van bronvermelding toegestaan.

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Flevoland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Flevoland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Flevoland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Drenthe. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Drenthe. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Drenthe Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Köln. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio. Köln. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de regio Köln Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Zeeland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Zeeland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Zeeland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

Nederland als vestigingsplaats voor buitenlandse bedrijven

Nederland als vestigingsplaats voor buitenlandse bedrijven Nederland als vestigingsplaats voor buitenlandse bedrijven 1 Aanleiding Sinds jaren '90 sterke toename van investeringen door buitenlandse bedrijven (FDI) Door open en sterk internationaal georiënteerde

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Groningen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Groningen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Groningen Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Liège. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Liège. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Liège Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Gelderland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Gelderland. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Gelderland Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Overijssel. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Overijssel. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Overijssel Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Noord-Brabant. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Noord-Brabant. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Noord-Brabant Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Antwerpen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Antwerpen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Antwerpen Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke investeringsagenda

Nadere informatie

Onderzoeksflits.

Onderzoeksflits. Onderzoeksflits www.utrecht.nl/onderzoek De positie van de regio Utrecht in de Regional competitiveness index 2013 1 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Limburg (NL) Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. Limburg (NL) Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Limburg (NL) Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke

Nadere informatie

Bedrijven en bevolking in beweging

Bedrijven en bevolking in beweging M201110 Bedrijven en bevolking in beweging Regionale bedrijvendynamiek en -migratie in relatie tot verstedelijking, periode 1988-2009 drs. R. Braaksma drs. W.V.M. van Rijt-Veltman Zoetermeer, 20 juni 2011

Nadere informatie

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. West-Vlaanderen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen

De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie. West-Vlaanderen. Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie West-Vlaanderen Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 Centrale vraag in deze presentatie Welke

Nadere informatie

Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen

Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen De Nederlandse nationale rekeningen voldoen vanaf vandaag als één van de eerste lidstaten van de Europese Unie aan de nieuwe internationale

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2012:

Atlas voor gemeenten 2012: BestuursBestuurs- en Concerndienst Atlas voor gemeenten 2012: de positie van Utrecht notitie van Bestuursinformatie www.onderzoek.utrecht.nl Mei 2012 Colofon uitgave Afdeling Bestuursinformatie Bestuurs-

Nadere informatie

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Utrecht.nl/onderzoek

Onderzoeksflits. Utrecht.nl/onderzoek Onderzoeksflits Platform31 De concurrentiepositie van Nederlandse steden. Nieuwe inzichten voor de Utrechtse economie en voor intergemeentelijke samenwerking Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling

Nadere informatie

Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004

Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004 Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004 Hoofdrapport Samenstelling: Dr. L. Broersma & Drs D. Stelder, Sectie Ruimtelijke Economie, FEW, RuG Prof. Dr. J. van Dijk, Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen,

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud 4 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud In 2010 verscheen de eerste editie van de Economische Monitor Voorne-Putten, een gezamenlijk initiatief van de vijf gemeenten Bernisse, Brielle,

Nadere informatie

Hoge groei ten noordoosten van de Randstad in 2017

Hoge groei ten noordoosten van de Randstad in 2017 januari Hoge groei ten noordoosten van de Randstad in Themabericht RaboResearch Nederland economie.rabobank.com Rogier Aalders Senior onderzoeker -9 Samenvatting Amsterdam en Utrecht en hun omgeving hebben

Nadere informatie

De economie van de luchtvaart; waarde voor Eindhoven? Presentatie BVM 2 25 augustus 2018, Knegsel Dr Walter J.J. Manshanden

De economie van de luchtvaart; waarde voor Eindhoven? Presentatie BVM 2 25 augustus 2018, Knegsel Dr Walter J.J. Manshanden De economie van de luchtvaart; waarde voor Eindhoven? Presentatie BVM 2 25 augustus 2018, Knegsel Dr Walter J.J. Manshanden Ontwikkeling aantal passagiers, 2008-16 Landen EU > 50 miljoen pax in 2016 Aantal

Nadere informatie

Samenvatting Twente Index 2016

Samenvatting Twente Index 2016 Samenvatting Twente Index 2016 Kijk voor regionale en lokale data op www.twenteindex.nl INLEIDING De Twente Index wordt door Kennispunt Twente samengesteld in opdracht van de Twente Board. De Board wil

Nadere informatie

Regionale economische prognoses 2016

Regionale economische prognoses 2016 Regionale economische prognoses 2016 Themabericht Rogier Aalders De breed gedragen economische groei in 2016 leidt tot productiegroei in alle sectoren en in alle regio s De Randstad, en daarbinnen vooral

Nadere informatie

Regiobericht 1.0 Noord

Regiobericht 1.0 Noord Economie, innovatie, werk en inkomen 1 Kenmerken van het landsdeel Het landsdeel Noord bestaat uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. De provincies werken samen in het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-010 13 februari 2007 9.30 uur Economie groeit 2,9 procent in 2006 De Nederlandse economie is in 2006 met 2,9 procent gegroeid. Dit is bijna twee keer

Nadere informatie

Economie en arbeidsmarkt in Noord-Nederland

Economie en arbeidsmarkt in Noord-Nederland Economie en arbeidsmarkt in Noord-Nederland Jan Dirk Gardenier 17 april 2015 Lokale verschillen in leefbaarheid veel gesloten platteland Economie is afhankelijk van ruimtelijke gebiedsontwikkeling en de

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktprognose

Regionale arbeidsmarktprognose Provincie Zeeland Afdeling Economie Regionale arbeidsmarktprognose 2012-2013 Inleiding Begin juni 2012 verscheen de rapportage UWV Arbeidsmarktprognose 2012-2013 Met een doorkijk naar 2017". Hierin worden

Nadere informatie

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Persbericht PB13 062 1 oktober 2013 9:30 uur Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen

Nadere informatie

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018 Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018 Thema cultuur - De positie van Utrecht uitgelicht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl @onderzoek030

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktprognose

Regionale arbeidsmarktprognose Provincie Zeeland Afdeling Economie Regionale arbeidsmarktprognose 2011-2012 Inleiding Begin juni 2011 verscheen de rapportage UWV WERKbedrijf Arbeidsmarktprognose 2011-2012 Met een doorkijk naar 2016".

Nadere informatie

De internationale concurrentiekracht van Nederlandse (top)sectoren en de rol van bereikbaarheid. Frank van Oort Utrecht, 21 november 2011

De internationale concurrentiekracht van Nederlandse (top)sectoren en de rol van bereikbaarheid. Frank van Oort Utrecht, 21 november 2011 De internationale concurrentiekracht van Nederlandse (top)sectoren en de rol van bereikbaarheid Frank van Oort Utrecht, 21 november 2011 (PBL-onderzoek samen met Mark Thissen, Arjan Ruijs & Dario Diodato)

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Nederland als vestigingsplaats g voor buitenlandse bedrijven

Nederland als vestigingsplaats g voor buitenlandse bedrijven Nederland als vestigingsplaats g voor buitenlandse bedrijven 1 Aanleiding Sinds jaren '90 sterke toename van investeringen ingen door buitenlandse bedrijven (FDI) Door open en sterk internationaal georiënteerde

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-077 14 november 2008 9.30 uur Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent Bijna een halvering in vergelijking met eerste halfjaar

Nadere informatie

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 - Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna

Nadere informatie

Stagnatie zet door op startersmarkt Randstad trekt extra startende ondernemers

Stagnatie zet door op startersmarkt Randstad trekt extra startende ondernemers Starters ING Economisch Bureau Stagnatie zet door op startersmarkt Randstad trekt extra startende ondernemers In het eerste kwartaal van 2012 zijn er circa 39.000 mensen een onderneming gestart, ruim 4%

Nadere informatie

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018 Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014 Met een doorkijk naar 2018 Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014 Een belangrijke taak van UWV is het bij elkaar brengen van vraag en aanbod op

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de 5 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud Deze factsheet is de vijfde editie van de Economische Monitor Voorne-Putten en presenteert recente economische ontwikkelingen van Voorne-Putten

Nadere informatie

Nederland in Europese systemen en netwerken Internationale Concurrentiepositie van de Noordvleugel van de Randstad

Nederland in Europese systemen en netwerken Internationale Concurrentiepositie van de Noordvleugel van de Randstad Nederland in Europese systemen en netwerken Internationale Concurrentiepositie van de Noordvleugel van de Randstad Mark Thissen Aanleiding: Verzoek EZ De vernieuwende ruimtelijk-economische visie op de

Nadere informatie

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei Persbericht PB14-050 14 augustus 2014 09.30 uur Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei - Economie groeit volgens de flashraming met 0,5 procent ten opzichte van eerste kwartaal 2014 - Volgens

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 1 Bijlage II Overall conclusie De Nederlandse economie groeit naar verwachting met 1¾% in 1 en met 1½% in 11. De toename van het bbp komt bijna volledig voor

Nadere informatie

Profit. Europa is een van s werelds meest welvarende regio s. en heeft een van de grootste interne markten. Deze

Profit. Europa is een van s werelds meest welvarende regio s. en heeft een van de grootste interne markten. Deze Profit Europa is een van s werelds meest welvarende regio s en heeft een van de grootste interne markten. Deze positie wordt echter bedreigd door de snelle opkomst van Azië, maar ook door het steeds groter

Nadere informatie

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder Persbericht PB13-070 14 november 2013 09.30 uur Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder - Economie groeit in derde kwartaal met 0,1 procent ten opzichte van tweede kwartaal - 46 duizend

Nadere informatie

De Staat van Nederland Innovatieland: een gouden ei? Walter Manshanden

De Staat van Nederland Innovatieland: een gouden ei? Walter Manshanden De Staat van Nederland Innovatieland: een gouden ei? Walter Manshanden Van der Zee, F., W. Manshanden, F. Bekkers, T. van der Horst ea (2012). De Staat van Nederland Innovatieland 2012. Amsterdam: AUP

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019 Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019 Thema groei en krimp - De positie van Utrecht uitgelicht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West 2030 Station Nieuwe Meer is niet alleen een nieuwe metrostation verbonden met Schiphol, Hoofddorp, Zuidas en de Amsterdamse

Nadere informatie

Vergelijking tussen sectoren (In (Aandeel procenten) arbeidsplaatsen in procenten)

Vergelijking tussen sectoren (In (Aandeel procenten) arbeidsplaatsen in procenten) Staat van 2014 Sectorstructuur In welke sectoren is sterker vertegenwoordigd dan het s gemiddelde? Zakelijke diensten (16,5%), Informatie en Communicatie (6,5%), Financiële instellingen (4,5%) Vergelijking

Nadere informatie

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

De arbeidsmarkt klimt uit het dal Trends en ontwikkelingen arbeidsmarkt en onderwijs De arbeidsmarkt klimt uit het dal Het gaat weer beter met de arbeidsmarkt in, ofschoon de werkgelegenheid wederom flink daalde. De werkloosheid ligt nog

Nadere informatie

Concentratie allochtonen toegenomen

Concentratie allochtonen toegenomen Jan Latten 1), Han Nicolaas 2) en Karin Wittebrood 3) Niet-westerse wonen vanouds geconcentreerd in het westen van Nederland. Daarbinnen zijn ze geconcentreerd in de vier grote steden. In 4 bestond procent

Nadere informatie

TNO Bouwprognoses SAMENVATTING op basis van de CPB decemberraming 2011

TNO Bouwprognoses SAMENVATTING op basis van de CPB decemberraming 2011 TNO Bouwprognoses 2011-2016 SAMENVATTING op basis van de CPB decemberraming 2011 In opdracht van: Ministerie van BZK 15 december 2011 Delft, TNO 1 Miljoen Euro 1 Samenvatting De TNO Bouwprognoses zijn

Nadere informatie

Ontwikkelingen Nederlandse luchtvaart. Een beknopt overzicht

Ontwikkelingen Nederlandse luchtvaart. Een beknopt overzicht Ontwikkelingen Nederlandse luchtvaart Een beknopt overzicht Ontwikkelingen Nederlandse luchtvaart Een beknopt overzicht Dit rapport is geschreven door: Jasper Faber Eric Tol Wilhelmina van Wijlen Delft,

Nadere informatie

Economie groeit met 0,7 procent

Economie groeit met 0,7 procent Persbericht PB14 010 14 februari 08.30 uur Economie groeit met 0,7 procent Economie groeit in vierde kwartaal met 0,7 procent ten opzichte van het derde kwartaal 8 duizend banen minder dan in het derde

Nadere informatie

Werken aan de internationale concurrentiekracht van de Nederlandse regio s

Werken aan de internationale concurrentiekracht van de Nederlandse regio s Werken aan de internationale concurrentiekracht van de Nederlandse regio s Symposium Ministerie van Infrastructuur en Milieu Den Haag, 4 maart 2013 Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen, Frank van Dongen

Nadere informatie

1. Nederland. Figuur 1.1. Figuren bij Voorzichtig vooruit Discussiepaper Kenniseconomie Monitor 2006 1

1. Nederland. Figuur 1.1. Figuren bij Voorzichtig vooruit Discussiepaper Kenniseconomie Monitor 2006 1 1. Nederland Figuur 1.1 Figuren bij Voorzichtig vooruit Discussiepaper Kenniseconomie Monitor 2006 1 2. Infrastructuur Figuur 2.1 Figuur 2.2 PA VS Eu 25 EU 15 ICT uitgaven 2004 (EC, 2006) 0 5 10 % van

Nadere informatie

Onderzoekmemorandum Innovatie en de Lissabonagenda

Onderzoekmemorandum Innovatie en de Lissabonagenda Onderzoekmemorandum Innovatie en de Lissabonagenda Inleiding Nederland werkt, net als de andere Europese landen aan de Lissabon-doelstellingen van de EU om te komen tot een dynamische en concurrerende

Nadere informatie

Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen

Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen Rapport Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen Drie afbakeningen van het MKB Oscar Lemmers Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Er waren geen

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht een notitie van Onderzoek 6 juni 2014 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-144 21 december 2005 9.30 uur Groei economie derde kwartaal 2005 hoger dan eerder geraamd De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 met

Nadere informatie

Een blik over de Grens: Profielschets Regierungsbezirk Münster

Een blik over de Grens: Profielschets Regierungsbezirk Münster Een blik over de Grens: Profielschets Regierungsbezirk Münster Ann-Kristin Engelhardt Deze special van de Twente Index 2006 geeft een beknopte profielschets van de economie en arbeidsmarkt van het Regierungsbezirk

Nadere informatie

Het belang van het MKB

Het belang van het MKB MKB Regio Top 40 Themabericht Rogier Aalders De nieuwe MKB Regio Top 40 is uit. Zoals u van ons gewend bent, rangschikken we daarin de veertig Nederlandse regio s op basis van de prestaties van het MKB

Nadere informatie

Regionale bedrijvendynamiek

Regionale bedrijvendynamiek M201224 Regionale bedrijvendynamiek Oprichtingen en opheffingen van bedrijven in de Nederlandse regio s in de periode 1988-2010 A. Bruins J.A.C. Vollebregt Zoetermeer, juli 2012 Regionale bedrijvendynamiek

Nadere informatie

Bijlagen hoofdstuk 13 De leefsituatie-index Jeroen Boelhouwer

Bijlagen hoofdstuk 13 De leefsituatie-index Jeroen Boelhouwer Thuis op het platteland. De leefsituatie van platteland en stad vergeleken. Anja Steenbekkers, Carola Simon, Vic Veldheer (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, januari 2006 Bijlagen hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting ... 7 Samenvatting

Samenvatting ... 7 Samenvatting Samenvatting... In rapporten en beleidsnotities wordt veelvuldig genoemd dat de aanwezigheid van een grote luchthaven én een grote zeehaven in één land of regio, voor de economie een bijzondere meerwaarde

Nadere informatie

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik Persbericht PB14-032 15 mei 2014 9.30 uur CBS: economie krimpt door lager gasverbruik - Sterke afname binnenlands verbruik en export van aardgas door milde winter - Mede hierdoor economische krimp van

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-038 15 mei 2009 9.30 uur Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Grootste krimp na de Tweede Wereldoorlog Export en investeringen vallen

Nadere informatie

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief 5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking

Nadere informatie

Arbeidsmarktprognoses Noord-Holland 2012

Arbeidsmarktprognoses Noord-Holland 2012 Arbeidsmarktprognoses Noord-Holland 2012 t.b.v. Monitor Arbeidsmarkt en Onderwijs Provincie Noord-Holland IJmuiden, 23 november 2012 Arjan Heyma www.seo.nl - secretariaat@seo.nl - +31 20 525 1630 Belangrijkste

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Zekerheden over een onzeker land

Zekerheden over een onzeker land Zekerheden over een onzeker land Parijs, 27 januari 2012 Paul Schnabel Universiteit Utrecht Demografische feiten 2012-2020 Bevolking 17 miljoen (plus 0,5 miljoen) Jonger dan 20 jaar 3,7 miljoen (min 0,2

Nadere informatie

De Regio Top 40. Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven

De Regio Top 40. Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven September 2008 Een nieuwe naam, een nieuw model Ook dit jaar kent onze Regio Top 40 weer enkele verrassende uitkomsten. Lees in deze uitgave hoe winnaars

Nadere informatie

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO. Economie 1 Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 1 Bijlage II Onderdeel Economische groei Inflatie Producentenvertrouwen Consumptie Omzet detailhandel Consumentenvertrouwen Hypotheken Hypotheek- en kapitaalmarktrente

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I Politiek en ruimte Opgave 6 bron 9 In de periode 2000-2006 zal de Europese Unie financiële steun voor sociaal-economische ontwikkeling toekennen aan twee soorten regio s: de regio s met een ontwikkelingsachterstand

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%) Werkloosheid Amsterdam sterk gestegen Volgens de nieuwste cijfers van het CBS steeg de werkloosheid in Amsterdam van bijna 5% in 2002 naar 8,4% in 2003. Daarmee is de werkloosheid in Amsterdam sneller

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 18 mei 2017 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie