Rechtsgeschiedenis = historische benadering van het recht (= geheel van regels die door de overheid opgelegd en afgedwongen worden).

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rechtsgeschiedenis = historische benadering van het recht (= geheel van regels die door de overheid opgelegd en afgedwongen worden)."

Transcriptie

1 I. Inleiding 1. Praktisch Examen = wat te onthouden in HB. Proefexamen = 3 november. Klein gedrukte tekst in HB niet kennen. 2. Wat is rechtsgeschiedenis? Wat is recht? 2.1. Hetzelfde? Rechtsgeschiedenis = historische benadering van het recht (= geheel van regels die door de overheid opgelegd en afgedwongen worden). Is recht = logica? => meestal, maar niet altijd (afhankelijk van situatie en context). Rechtsregels zijn vaak niet logisch op zich. Logica is soms schijn. => vb.: als een vrij burger vroeger verongelukte, werd er geen schadevergoeding uitbetaald (de man is toch dood). Maar als een slaaf vroeger verongelukte, werd er wel een schadevergoeding uitbetaald Rechtsgeschiedenis Externe bronnen van het recht = beschrijven de omstandigheden waarin recht tot stand komt, en bieden een overzicht van de instellingen en vormen van regels. Materiële bronnen = - de maatschappelijke achtergronden van rechtsregels. - duiden op de nood aan een regel. - duiden op de omstandigheden die de inhoud ervan bepalen. - duiden op de voedingsbodem van het recht. => vb.: er is nood aan een regel die bepaalt welke wagen voorrang heeft op een kruispunt (om ongevallen te vermijden). Formele bronnen = - zijn factoren die de vorm en de inhoud van rechtsregels rechtstreeks bepalen. - hierin vindt men de eigenlijke rechtsregels terug (zoals de regel van voorrang van rechts). - verwijzen naar de instantie die de rechtsregel creëert. In de westerse traditie zijn de formele bronnen: - de wet: uitgevaardigd door een wetgevende vergadering/machthebbers (gewoonte ontstaat vrijer, door de maatschappij). - rechtspraak: gevormd door rechterlijke uitspraken (vb.: vonnissen, arresten...). - rechtsleer: juridische literatuur: de geschriften van juristen die een commentaar bieden op het recht in al zijn aspecten. 1

2 - kenbronnen: de dragers/media die rechtsregels bevatten (vb.: Belgisch Staatsblad, wetboek...) Publiekrecht VS. privaatrecht (interne rechtsgeschiedenis) De indeling van het recht is problematisch: => VROEGER: feodaliteit en Romeins recht. => VANDAAG: arbeidsrecht, strafrecht, administratief recht, publiekrecht, privaatrecht... Publiekrecht = regels die de verhouding tussen mensenen de overheid (of tussen overheden onderling) aangaan. Privaatrecht = regelt de betrekkingen tussen rechtssubjecten (= mensen en rechtsperonen) onderling Waarom doet men aan rechtsgeschiedenis? 3 doelen: rechtsgeschiednis draagt bij tot een: technische en historische vorming: - privaatrechtsgeschiedenis is nuttig als inleiding tot het geldende privaatrecht. - oude uitdrukkingen en rechtsregels zijn vandaag soms nog courant. - KORTOM: rechtsgeschiedenis om het vandaag geldende recht te verklaren. kritische vorming: - bepaalde historisch- culturele opvattingen zijn vandaag volledig achterhaald (vb.: ongeljkheid man en vrouw, slavernij...). - inzicht in de evolutie van recht over een lange termijn brengt begrip van de relativiteit van recht mee. - de verhoudingen tussen bronnen van het recht veranderen en kunnen na een periode zelfs volstrekt verwaarloosbaar worden (vb.: gewoonterecht) Hoe doet men aan rechtsgeschiedenis? Recht of omstandigheden? 3 methoden: de historische aanpak (het recht in de geschiedenis) : - gericht op de geschiedenis in de brede zin. - brengt de historische ontwikkeling van het recht in verband met andere evoluties in de geschiedenis. - mondt soms uit in een overdreven historisering (= het recht wordt in de achtergrond gedrukt en wordt herleid tot een geheel van regels die slechts begrijpelijk zijn in een allesomvattende historische context). de dogmatische/juridische aanpak (de geschiedenis in het recht) : - de studie van het Romeins recht, dat lang enkel als recht onderzocht werd, en minder als een product van historische ontwikkelingen. - typisch voor deze benadering: het opstellen van een stamboom van vergelijkbare rechtsregels. - nadeel: de band met maatschappelijke ontwikkelingen verdwijnt grotendeels naar de achtergrond (soms zelfs vergeten). 2

3 een combinatie (historische + dogmatische) (= de echts rechtsgeschiedenis) : - biedt de beste garantie voor een correct begrip van het recht in zijn historische en juridische dimensies Nuttig/gericht, of niet? L'art pour l'art: de Pandektisten/neohumanisten (soms aangeduid als ''l'art pour l'art'') steunen op een opvatting van rechtsgeschiedenis als een wetenschappelijke discipline die niet per se ten dienste staat van de rechtswetenschap. => De Pandektisten bestudeerden het eigen recht en overgoten het met een historische saus: feiten uit de geschiedenis werden omgevormd tot argumenten voor een nieuw recht. => vb.: Zimmerman: een gebruik van historische gegevens voor een theorie over een gemeenschappelijk Europees privaatrecht (= basis van de Europese Unie). Functioneel, gericht op eigen tijd: functionele rechtsgeschiedenis is gericht op het verhelderen van positiefrechterlijke vraagstukken, op grond van historische bronnen. => komt in de rechtswetenschap meer voor als historische interpretatie: de functionaliteit ligt dan eerder in het verklaren van het geldende recht in plaats van in een ''leren uit fouten''. => kan ook nieuwe oplossingen aanreiken die in de loop van de tijd vergeten werden, maar opnieuw relevant worden in een gewijzigde context (de geschiedenis is immers geen ononderbroken stroom van verbeteringen). => een terugkeer naar oud recht heeft niet altijd een rechtshistorisch motief. 3

4 II. Oer- recht en religieus recht 1. Oer- recht/niet- schriftelijk recht/chthonic law 3 kenmerken: 1.1. Traditie Oud is goed. Mondelinge overlevering: - betekent niet dat recht onveranderlijk is, integendeel: omdat het mondeling wordt beoefend, verandert het wel, en is het zelfs flexibeler dan in een systeem waar de geschreven regel moet worden gevolgd. - kan aanvullend beroep doen op rationaliteit of billijkheid (als een autoriteit beslist). - nadelen: rechtsonzekerheid, en een gevaar voor willekeur. Een ''chef'' moet gezag hebben: traditie sluit opgelegde regels niet uit => een ''chef'' met genoeg gezag kan regels uitspreken die de gemeenschap moet gehoorzamen => op die manier wordt een nieuwe traditie gevestigd. Er is weinig/geen onderscheid tussen wetgeving en rechtspraak (uitspraken worden opgenomen in de traditie) Mengeling van recht, religie, beleefdheid, billijkheid, en natuur Recht en billijkheid zijn vermengd: - er is een gebrek aan onderscheid tussen religieuze an andere normen. - dit gebrek is verwant met de verwantschap tussen leefregels, rechtvaardigheid, en recht. => de sociale component van regels is hier belangrijk. - vb.: bij de Egyptenaren: Ma'at (= het door de farao's na te streven evenwicht). Hiermee werd ook verwezen naar de verzoening van partijen met tegengestelde meningen. Gewoonterecht VS. gebruiken: het recht van niet- schrifteljke rechtstradities kan worden omschreven als gewoonte. Dit is niet hetzelfde als wat we vandaag in de Westerse traditie gewoonterecht noemen: - gewoonterecht = recht, het formuleert algemeen verbindende voorschriften. - gebruiken = handelingen die worden herhaald, maar niet omdat ze juridisch zijn. Er is geen overtuiging dat het zo moet (= opinio necessitatis). => sociale en juridische druk vallen samen. - vb.: bij de Hindoe: dharma (= regels die voortvloeiden uit de orde der dingen en uit de organisatie van de samenleving) Familie Doorgaans is het stam- of familieverband heel erg belangrijk. => vb.: een schadevergoeding moet betaald worden aan de groep/stam/familie waartoe de schadeberokkenaar behoort. 4

5 2. Religieus schriftelijk recht 2.1. Kenmerken Vormt een onderdeel van een geopenbaarde waarheid. Werd in een schriftelijke vorm vastgelegd. Is van toepassing op aanhangers van een geloof (niet op inwoners van een bepaald gebied, of op leden van een door afstamming bepaalde groep) Drie tradities Het Hindoerecht Sruti = de bronnen van het dharma zijn (naast gewoonte en traditie) de Veda. Dit zijn geopenbaarde basisteksten (verhalen, voorschriften, magische formules, melodieën...) die door verscheidene personen werden neergeschreven in sruti (= 'wat werd gehoord'). Smrti = het meer wereldlijke recht van de traditie werd geregeld in smrti (= 'geheugen'). Het waren mondeling vertelde regels (door wijzen) die de Veda's verduidelijkten. Dharmasastra = systematisering en bundeling van de Veda's en smrti (vanaf de 6de eeuw v. Chr.), waarin ze geïnterpreteerd worden als een vorm van rechtsleer Het Joods recht Torah = hierin vindt men de voornaamste leefregels (ook in joodse godsdienstige teksten worden leefregels en juridische voorschriften niet gescheiden van de religieuze context). Mishna = de wetten in de Torah waren ''mondelinge wetten'', uitgelged door rabbi's. Deze werden uiteindelijk vastgelegd in de Mishna (= 'leer') (± 200 n. Chr.), die onderverdeeld is in 2 orden/seder: - seder Nashim: handelt over huwelijk, echtscheiding, en het statuut van de vrouw. - seder Nezikin: handelt over regels van contracten en aansprakelijkheid (onderverdeeld in 2 traktaten: Baba Metzia + Baba Kamma). Talmoed = bundeling van de Mishna en notities/glossen (= Gemura) (500 n. Chr.) Het Islamitisch recht Qu'ran/Koran = behandelt hoofdzakelijk religieuze verplichtingen en het huwelijk (MAAR ook regels over leningen en privaateigendom). Ah'adith/Sunna = de overlevering over het leven van de profeet Mohammed. Sjaria = de religieuze wet die de regels van de Qu'ran en van de Sunna concretiseert, aangevuld met meningen van rechtsgeleerden (= Idjma). Fiqh = de implementatie van de sjaria = de wtenschap die de regels toepast in de praktijk. 5

6 III. Extern recht: Romeins recht 1. Periodisering 600 v. Chr n. Chr. => Romeinse periode. 500 n. Chr n. Chr. => vroege middeleeuwen: * 500 n. Chr n. Chr. => Germaanse/Merovingische periode. * 800 n. Chr n. Chr. => Karolingische periode n. Chr n. Chr. => late middeleeuwen n. Chr n. Chr. => vroegmoderne periode n. Chr n. Chr. => moderne periode. 2. Algemene geschiedenis periodes Romeins recht 2.1. Oud- Romeins/archaïsch recht (600 v. Chr v. Chr.): het begin In de 1ste helft van de 8ste eeuw v. Chr. kwamen de Grieken naar Italiaanse gebieden (vb.: Cumae, Sicilië...). In de 6de eeuw v. Chr. werd de hele oost- en zuidkust van Sicilië versterkt met handelsnederzettingen. Ten noorden van Cumae (in de streek van Latium) ontstonden enkele nederzettingen aan de Tiber. Bij het einde van de 7de eeuw v. Chr. vormden ze al een verbond, een Septimontium (genoemd naar de 7 heuveldorpjes die er deel van uitmaakten) Voorklassiek recht (250 v. Chr. - 0): de take- off Het begin van het Romeinse wereldrijk: Rome breidt zicht uit over heel Italië en over de kusten van de Middellands Zee Klassiek recht (0 250 n. Chr.): het hoogtepunt Verdere uitbreiding naar Groot- Brittanië en het Midden- Oosten. De republiek werd een keizerrijk Naklassiek recht (250 n. Chr n. Chr.): het verval Het Romeinse rijk werd gesplitst in een westelijk deel (met hoofdstad Rome), en in een oostelijk deel (met hoofdstad Byzantium). In werd het rijk opnieuw één, maar daarna leeft de tweedeling tussen west en oost gewoon voort. Het oostelijke deel was de economishe motor van het rijk, terwijl het westerlijke deel met steeds grotere invasies van buitenaf (vb.: van de Germanen) te rekenen had. 6

7 2.5. Justinianus ( ): kort herstel Justinianus was keizer van Oost- Romeinse rijk. Hij wilde één Romeins recht voor het hele rijk (in het Grieks en in het Latijn). Hij veroverde dus het West- Romeinse rijk. Na zijn dood is er opnieuw een splitsing van het Romeinse rijk. 3. Problemen periodisering De veranderingen van de staatsstructuur en van het recht verlopen niet altijd gelijktijdig: STAATSSTRUCTUUR (instellingen) Koninkrijk Republiek (vroege Republiek + late Republiek) Keizerrijk (Principaat + Dominaat) RECHT Archaïsch recht Archaïsh recht + voorklassiek recht Klassiek recht + naklassiek recht Justiniaans recht 4. Instellingen en recht 4.1. Koningstijd (600 v. Chr /451 v. Chr.) Instellingen De koning: fas en ius waren niet van elkaar te onderscheiden (recht, moraal en religie vormden 1 geheel van te volgen regels). De koning legde deze regels van ius en fas vast in 'wetten' (gepubliceerde voorschriften/leges regiae). De comitia curiata: de koning sprak dus recht, maar daarvoor erkende hij ook de samenwerking met vooraanstaanden in de comitia curiata (= vergaderingen waarin vertegenwoordigers van de ''curiën'' bijeen kwamen. Dit waren groepen binnen de gentes/stamverbanden). => hun taken: - beslissen over belangrijke staatsaangelegenheden. - ruiters en soldaten leveren in geval van oorlog. De hoofden van de gentes (patriciërs) verzamelden in de Senaat om de koning te adviseren (die waarschijnlijk zelf ook uit deze patriciërs verkozen werd). Pontifices: waren de ''dienaars van een hogere wet''. Ze controleerden de voorschriften (leges regiae) en ze waren bevoegd voor de 1ste fase van de rechtspraak. Naast de pontifices opereerden ook nog andere magistraten (in het bijzonder tribunen), maar hun rol was toen nog beperkt tot militaire taken (pas in de Republiek mochten ze deelnemen aan de vorming en toepassing van het Romeinse recht). De sociale verhoudingen: het personele onderscheid dat vroeger gold tussen de leden van de verschillende volkeren en groepen die Rome hadden gevormd, werd nu vervangen door een burgerschap met sterke sociale verschillen. Zo bleef het personaliteitsbeginsel dus in een andere vorm bestaan (= rechtsregels die gelden voor leden van groepen, niet voor bewoners van een gebied. Het omgekeerde is territorialiteitsbeginsel): het recht van de pontifices en de koning gold enkel tussen burgers (en niet voor alle inwoners van het Romeinse gebied). 7

8 De gentes en de familia: het privaatrecht was doorgaans ongeschreven en gebaseerd op de macht van de gentes. Het vermogensrecht werd mettertijd geaxeerd op het landbouwbedrijf: de familia (met de paterfamilias aan het hoofd). => eigendom berustte niet langer bij de gentes, maar bij de paterfamilias. => het ruime stamverband stond niet meer centraal, maar wel de agnatische familie (= familia = familie die uit meerdere gezinnen bestaat). De gentes speelden wel nog een kleine rol in het erfrecht van de late Republiek. De juridische verhoudingen: - het burgerrecht = ius civile (vroeger: ius Quiritium). - de patriciërs bekleedden de voornaamste posities. - de plebejers (= latere immigranten) werden achtergesteld en mochten niet deelnemen aan de zittingen van de comitia curiata Recht Er was een vermenging van fas en ius. Gezond verstand VS. primitief denken. Legisactio: rituelen waaruit het recht was opgebouwd, die enkel door de pontifices mochten worden geïnterpreteerd. De procedure bestond uit 2 fasen: in iure: - beide partijen verschenen voor de pontifex om hun verhaal te doen. - de pontifex gaat na of het ius civile een legisactio bevat die door de eiser gebruikt kan worden. - als dat zo is, dan moeten eiser en verweerder het ritueel van de toepasselijke legisactio uitvoeren => formules die de partijen plechtig dienden uit te spreken, vaak samen met het stellen van handelingen (erg formalistisch). - de gevolgen van dit formalisme: * de uitbreiding van een legisactio tot gelijkaardige gevallen was quasi onmogelijk ( de pontifies konden wel enige marge in acht nemen, maar niet veel). Als er dus geen legisactio in het recht bestond, dan kon er geen proces gevoerd worden. * indien de eiser de legisactio voor de pontifex verkeerd uitsprak (vb.: wijnstok in plaats van boom), dan werd het proces beëindigd. De vraag naar zijn juridische en feitelijke gelijk was dan irrelevant. apud iudicem: - als alles goed was verlopen tijdens de 'in iure', dan werden de partijen naar de koning verwezen, die als rechter zetelde (in een ivoren troon op een platform = tribunal) - de partijen (vooral de eiser) moesten nu hun claims bewijzen (vaak sacraal bewijs). - er werd gepleit door oratores (= redenaars). De tweedeling in procedure kwam waarschijnlijk door de vermenging van fas en ius, en door het imperium van de koning. De pontifices hadden geen rechtsmacht, ze moesten enkel waken over de toepassing van het ius civile. 8

9 4.2. Vroege Republiek (509/451 v. Chr v. Chr.) Instellingen De Senaat: de patriciërs schaften de monarchie af en concentreerden hun macht in de Senaat, die bepaalde functies aan magistraten delegeerde. Magistraten: vormden de belangrijkste vertegenwoordigers van de Republiek. Er waren altijd minstens 2 magistraten benoemd voor eenzelfde functie (wederzijdse controle om machtsmisbruik te voorkomen = collegialiteit). Een benoeming gold slechts voor een jaar (= annaliteit), behalve voor censoren. Er bestond een strikte hiërarchie van ambten onder de magistraten (= cursus honorum): [van laag naar hoog] - quaestor: beheerde de staatskas (= het aerarium van de Senaat). - aediel: toezichter van het openbare leven op marktplaatsen, openbare gebouwen, het handelsverkeer, de watervoorziening... Ze hadden ook een rechtsprekende taak (vb.: ze beslechtten disputen die op de markten ontstonden). - praetor: vroeger assistent van de consul, maar na loop van tijd kregen ze de rol van de pontifices (actiones werden toen formulae genoemd). - consul (elk jaar zijn er 2): ze waren de politieke en militaire gezaghebbers van de Republiek. Ze zaten beurtelings de Senaat voor, en ze waren hoofd van het leger. KORTOM: het imperium van de koning lag grotendeels bij hen, behalve de juridische taken (die lagen eerst bij de pontifices, later bij de praetor). Volgende ambten lagen buiten deze cursus honorum: - censor: stelden om de 5 jaar de namenlijsten van de klassen en stammen op, die als basis dienden voor de samenstelling van de comitiae. Ze stonden ook in voor de controle op de goede zeden en de ethiek. - pontifices: alleen nog sacrale taken. => De benoemingen van: - de hoge magistraten (praetor, consul, censor): door de comitia centuriata (= patriciërs vooral + plebejers + bezitlozen). - de lage magistraten (quaestor, aediel): door de comitia tributa (= bewoners van het gegroeide Romeinse grondgebied + inwoners van het platteland rond de stad). De volksvergaderingen: de plebejers wilden de macht met de patriciërs delen, wat ze ook kregen: - medezeggenschap in de comitia curiata (voor de benoeming van de hoge magistraten). - een eigen vergadering = de concilium plebis. Deze kon verbindende voorschriften uitvaardigen voor plebejers Recht: de 12- tafelenwet Totstandkoming: - kwam tot stand na de optekening van het ius civile. - er werden 10 redacteurs aan gesteld die een compromis- tekst moesten maken over het recht voor plebejers en patriciërs. - de tekst werd aangebracht op 12 platen, die op het forum werden geplaatst. - aangezien ze door een volksvergadering werden uitgevaardigd, verkregen ze het statuut van lex (= wet). 9

10 Wet en inhoud: - het was een verzameling van allerhande regels die associatief bij elkaar werden geplaatst. Een duidelijke structuur ontbrak. - de nadruk lag op de procedure (ook al omdat het privaatrecht uitsluitend uit acties bestond). - strafrecht was sterk vertegenwoordigd, net zoals regels over de familie, eigendom, en religieuze voorschriften. - de vermenging van bijgeloof, recht, ethiek, en religie is sprekend. - het getuigt van een streng, formalistisch en moeilijk te veranderen systeem (vrij primitief, MAAR sommige normen zijn bijzonder gesofisticeerd (vb.: de 300 dagen- regel in het afstammingsrecht geldt vandaag nog steeds => art. 315 BW, een kind dat binnen de 10 maanden na het huwelijk wordt geboren, is een huwelijks kind). - de redacteurs hebben niet de hele ius civile neergeschreven, maar enkel de twistpunten opgelost. - de 12- tafelenwet is geen codificatie (hiervoor is exhaustiviteit en exclusiviteit vereist). Andere wetgeving: in de lex Hortensia werd beslist dat plebiscieten (voortaan leges genoemd) ook voor patriciërs golden. Hiermee was de juridische gelijkheid tussen beide groepen volledig bereikt Late Republiek Voorklassieke periode (250 v. Chr. - 0) Instellingen (zelfde als vroege Republiek, met 2 vernieuwingen) a) Praetor neemt rol van pontifex over Reden: interpretatie van de legisactiones voor ongekende situaties door de pontifices was nauwelijks mogelijk. De innovatie werd nog moeilijker na de optekening van de legisactiones in de 12- tafelenwet. De creatie van een praetor urbanus/praetor peregrinus leidt tot ius civile/ius gentium: - ius civile: * toegepast door een praetor urbanus. * eerst enkel voor patriciërs, maar sinds de 12- tafelenwet ook voor plebejers. * de praetor kan ook edicten vaardigen (naast wetten en legisactiones) die de rechtsmiddelen opsomden die hij zou verlenen tijdens zijn ambtstermijn. Zo wist het volk met welke middelen ze hun gelijk konden halen voor de praetor. * geldt tussen Romeinse burgers onderling. - ius gentium: * toegepast door een praetor peregrinus. * biedt een voedingsbodem voor normen die uiteindelijk in het edict van de praetor urbanus werden opgenomen (en zelfs ook in de wetgeving van de volksvergaderingen). * geldt tussen een Romeinse burger en een vreemdeling, of tussen vreemdelingen onderling. Magistratenrecht (= ius honorarium): de praetors die tot de hoge magistraten behoorden konden hun bevoegdheid aanwenden om het bestaande recht bij te sturen, of zelfs om nieuwe rechtsmiddelen te creëren. Ze verleenden formulae (= de vroegere legisactiones) die niet per se met de legisactiones overeenstemden, en die zelfs creatieve aanpassingen van het oude recht konden zijn. In het midden van de 2de eeuw v. Chr. liet de lex Aebutia het gebruik van formulae toe voor 10

11 vorderingen die voordien met legisactiones moesten worden ingesteld. b) Juristen Ze kwamen op doordat ze een flexibeler systeem hanteerden den de praetors. Een jurist is onpartijdig, stelt contracten op, en geeft adviezen. Ze waren sterk beïnvloed door de Griekse filosofie en retorica Recht (wetgeving zoals vroege Republiek, met 4 vernieuwingen) a) Rechtswetenschap: juristenrecht Juristen waren gratis en onpartijdig. Hun taken: - adviezen opstellen. - modellen van contracten maken. - optreden in processen (als raadgever van rechters of advocaten). - moest zowel in de wereld staan, als in de studeerkamer. De jurist was een iurisprudens (= iemand die op bedachtzame wijze met recht omgaat). De iudices (= juristen) moesten het recht toepassen, ook al hadden ze meestal geen juridische opleiding genoten. b) Magistratenrecht = edictenrecht = ius honorarium. Gevolgen: - edicten konden vervaardigd worden. - verhouding van het ius civile met: * ius honorarium (praetoriaans recht). * ius gentium (is geen volkenrecht). c) Grote vrijheid van de praetor Ten aanzien van het edict (= actiones honorariae ): - actiones utiles: als de actie (die door de eiser gevraagd is na de uiteenzetting van zijn standpunt) in het edict van de praetor is opgenomen. - actiones in factum: als de actie niet in het edict van de praetor vervat is. - actiones ficticiae. - edictum repentinum. 11

12 Ten aanzien van het oudere recht/ius civile: de praetor kan een actie weigeren (= denegatio actionis) => redenen: - de eiser komt niet in aanmerking. - de praetor weet dat de eiser liegt. - de eiser heeft de wet overtreden => lex imperfecta. => begrippen: - lex imperfecta = bepaalt geen sanctie (overtreding kon wel gesanctioneerd worden door het weigeren van een actie door de praetor). - lex minus quam perfecta = stelt een boet in, maar laat de gestelde handeling bestaan. - lex perfecta = verklaart de getelde handeling als niet- bestaand. d) Procedure: de formulaprocedure Verval van de legisactio en opkomst van de formula: formula = een geschreven instructie aan de rechter, die beveelt: - de actie te horen. - de zaak te onderzoeken. - de verweerder te veroordelen als de beweringen van de eiser bewezen worden. De formula vindt zijn oorsprong in het ius gentium en is slechts een geleidelijke verdringing van de legisactio (de formula bevat de actio, maar dit is eerder een vordering, geen legisactio). Het voordeel van deze procedure was dat ze veel minder formalistisch was. Het verloop van de formulaprocedure: voor het proces was er een dagvaarding. Het proces zelf gebeurde in 2 fasen: 1ste fase: in iure (voor de magistraat): - de eiser dagvaardde de verweerder om voor de praetor te verschijnen (= in ius vocatio). Als de verweerder niet opdaagde, dan kon de eiser hem dwingen. - de eiser zette zijn standpunt uiteen en vroeg om een actio/vordering in een formula. - de prateor kon dan op 2 manieren handelen: * aan de actio toetsen: als een actie wel (actiones utiles) of niet (actiones in factum) in het edict is opgenomen, dan kan de praetor een toetsing uitoefenen van de bewering van de eiser. De praetor ging dan na of er een middel was. Als de eiser zelf een middel aanbracht, dan dan ging de praetor eerst na of dat middel in het edict voorkwam, maar zelfs als het er niet in voorkwam, dan kon hij toch nog steeds beslissen om de actie te verlenen. * de actio weigeren: als er geen actie bestond (en de praetor vond het de moeite niet om een te maken), of als de eiser niet in aanmerking kwam voor de (wel degelijk bestaande) actie. - vervolgens kan de verweerder: * de actio van de eiser bevestigen (de actio word dan een actio confessoria genoemd, en de 2de fase van de formulaprocedure vind dan niet plaats). * het verweer ten gronde voeren (vol verweer): de praetor gaf de formula af met daarin enkel de eis. De rechter besliste daarna of de verweerder voldoende bewijs had voor zijn bewering. * exceptio vragen (exceptief verweer): de verweerder bevestigt de actie, maar werpt een belangrijk feit op dat een eenvoudige inwilliging van de eis belemmert (dan werd exceptio geschreven in de formula). Op die exceptio kon de eiser ook nog reageren (replicatio in de formula), waaraan de 12

13 verweerder ook nog iets kon toevoegen (duplicatio in de formula). * niet reageren: hij stelde zich dan bloot aan dwanguitvoering (verbanning, dood, gevangenschap...). - het opstellen van de formula. - litiscontestatio: de partijen gaan naar de rechter (teruggaan was dan niet meer mogelijk). Dit had 2 gevolgen: * de partijen waren gebonden door wat de rechter zei. * de consumerende werking van de vordering (exceptio rei iudicatae): de eiser kon later niet meer naar de praetor gaan voor dezelfde zaak, tenzij om het vonnis van de rechter daarover te laten uitvoeren. 2de fase: apud iudicem (voor de rechter): - de rechter (meestal niet- jurist, verkozen door volksvergadering) las de formula die de eiser hem voorlegde. De partijen moesten dan hun bewijzen voorleggen (het onderzoek naar het bewijs werd gedaan door de partijen zelf, de rechter moeide zich hier niet mee). Als de eiser bewijzen moet voorleggen dan heet dit actori incumbit probatio, en als de verweerder zijn exceptio moet bewijzen dan heet dit excipiendo reus fit actor. Als de eiser niet genoeg bewijs had, dan werd de verweerder niet veroordeeld. Als de rechter vond dat er wel genoeg bewijs was, dan moest hij nog oordelen over de bewijzen van de exceptio, de replicatio, en de duplicatio. - de veroordeling was steeds een geldsom (condemnatio pecuniaria), en nooit een afgifte of teruggave (zeg maar: in natura), behalve bij noxale acties na het vonnis. - als de verweerder bleef weigeren na het vonnis van de rechter (als hij de geldsom niet wou betalen), dan kon de eiser naar de praetor gaan voor een actio iudicati. 13

14 4.4. Keizertijd Klassieke periode (0 250 n. Chr.) Instellingen a) Rome krijgt een keizer Tijdens het principaat heerste de keizer achter de facade van de Republiek: de instellingen van de Republiek werden formeel in stand gehouden, maar de keizer noemde zich de princeps senatus (= de voornaamste senator). Er was dus een beperking van de macht van de Senaat en van de magistraten. Later werd de censor zelfs afgeschaft en werd het consulaat een erefunctie zonder inhoud. Het pax romana zorgde voor een bloei van het Romeinse privaatrecht, en de uitbreideing van het burgerschap. Het ius civile en het ius gentium worden één door het Constitutio Antoniniana (212 n. Chr.). => ius civile: - eerst enkel voor patriciërs, na de 12- tafelenwet ook voor plebejers. - vanaf de invoering van een praetor zijn er niet enkel wetten en legisactiones, maar ook edicten. - geldt tussen burgers. => ius gentium: - geldt tussen vreemdelingen onderling, of tussen Romeinse burgers en vreemdelingen. b) Gevolgen voor de instellingen De oude instellingen blijven, maar: - de princeps (de keizer dus) wordt de supermagistraat onder de magistraten. - de Senaat staat onder controle van de keizer: ze besloten wat de keizer wenste. Ze waren dus niet langer de leidende bestuursvergadering zoal vroeger. - er ontstonden keizerlijke provincies, en keizerlijke ambtenaren Recht a) Wetgeving Dezelfde als voordien. b) Rechtswetenschap De autonomie van de juristen vormde een probleem: - oplossing = het ius respondendi: sommige juristen kregen het recht om de keizer te adviseren (dit had voordelen voor de keizer en voor de juristen). - later verdween het ius respondendi, en evolueerde de jurist (als adviseur) naar de juristambtenaar. De juristen waren sterk casuïstisch, met als gevolgen: - dat ze weinig systematisch waren. - dat ze weinig definities hadden (ze hadden wel leerboeken, waaronder het belangrijkste de instituten van Gaius). 14

15 c) Magistratenrecht Er was een achteruitgang van de praetor: - door het edictum perpetuum (= Eeuwig Edict): een edict dat voor altijd vast ligt, zodat nieuwe praetoren de bevoegdheid niet meer hadden om acties in hun edict op te nemen als ze niet in het Eeuwig Edict stonden. - door de opkomst van de cognitio- procedure (zie e). - door de keizerlijke inmenging in de rechtspraak. - door de creatie van het keizerlijk recht (zie d). d) Keizerlijk recht Volgende constitutiones (opvolger van de leges, die toen niet meer gemaakt werden) vormen samen het keizersrecht: - edicten: maatregelen die enkel golden voor individuen (of voor een groep van personen), en die niet algemeen geldend waren. Ze hadden eerder betrekking op de organisatie van het rijk. - decreten: rechterlijke uitspraken, die enkel golden inter partes (= tussen de partijen van het geschil). Het waren algemene regels omdat ze van de keizer afkomstig waren. - mandaten: orders gericht aan ambtenaren (ook geldend als algemene normen). - rescripten: schriftelijke adviezen/antwoorden op juridische vragen die aan de keizerlijke raad werden voorgelegd. Deze golden ook als algemene normen. => OPGELET! Deze 'algemene normen' zijn eigenlijk versluierde wetgeving: formeel ging het niet om algemeen geldende voorschriften, maar ze konden wel zo geïnterpreteerd worden. e) Procedure: de cognitio- procedure (= cognitio extra ordinem = de procedure van de keizer) 1 fase (voor de rechter): de eiser dagvaardde de verweerder om voor de keizerlijke rechtbank te verschijnen, waarvan de rechter een gedelegeerde ambtenaar was. De dagvaarding werd nu door de overheid afgedwongen. Er kwam meer papierwerk aan te pas (een vraag tot dagvaarding werd neergeschreven in een libellus, een geschreven pleidooi). De eiser legde een libellus voor aan de rechtbank, die aan de verweerder mocht worden betekend. De gebondenheid aan de uitspraak gold vanaf de verschijning van de verweerder. Er was geen formula meer, dus moesten de partijen hun juridisch verhaal zelf uiteenzetten (men kon dus vrijer pleiten, met als gevolg dat de rechter meer controlemiddelen nodig had). Er werd geen onderscheid meer gemaakt tussen een actio, een exceptio, een replicatio en een duplicatio, alles werd gewoon exceptio genoemd. Hoger beroep (bij de keizer): de keizer was dus het hoofd van de gerechtelijke organisatie, en wou hiermee controle hebben op de rechtspraak in het rijk. Het hoger beroep was opschortend. Dit wil zeggen dat de uitvoering van het vonnis in 1ste aanleg niet mogelijk was zolang het hoger beroep niet was afgehandeld. Om misbruiken te voorkomen, werd er een boete opgelegd voor het lichtzinnig instellen van hoger beroep. Veroordeling tot afgifte of prestatie: de uitspraak was niet langer uitsluitend een veroordeling tot een geldsom, maar kon ook een prestatie in natura opleggen (zoals een afgifte, een uitvoering...). Het vonnis was schriftelijk. Actieve rechter: de rechter kon tussenvonnissen vellen over bewijs en termijnen, of boetes opleggen voor onbehoorlijk procesgedrag. 15

16 4.5. Naklassieke periode (na 250 n. Chr.) Instellingen Het Romeinse rijk wordt weer gesplitst onder keizer Diocletanus. Deze periode wordt het Dominaat genoemd. Diocletanus wilde als dominus aangesproken worden, omdat dit stond voor 'de eigenaar, de enige die vermogen kon verwerven' Recht. a) Wetgeving Dezelfde als voordien. b) Rechtswetenschap (crisis) Niemand wist wat het recht precies inhield, aangezien manuscripten van juristengeschriften schaars waren, en aangezien allerlei opinies van grote rechtsgeleerden uit het verleden werden aangehaald door pleiters zonder dat ze konden worden gecontroleerd op juistheid. Procesvoerende partijen gebruikten soms ongekende teksten op de pleitbank, waarvan men niet wist of ze echt of vervalst waren. => OPLOSSING: een codificatie van het recht (door Theodosius II) via: - de Citeerwet (426 n. Chr.): deze bepaalde dat 5 klassieke juristen in aanmerking kwamen om geciteerd te worden (Paulus, Papinianus, Modestinus, Gaius en Ulpianus). Deze bepaalde ook dat de opinie van Papinianus gezaghebbend was als er een gelijke aantal tegenstrijdige opinies werden gevonden in hun teksten (anders gold de meerderheid boven de minderheid). En als er in het werk van Papinianus geen aanknopingspunt voor de juridische vraag bestond, dan mocht de rechter vrij beslissen. - de codex Theodosianus (438 n. Chr.) (zie c). c) Keizerlijk recht (crisis) De codex Theodosianus (438 n. Chr.): - een eerste project om het juristenrecht en het keizerlijk recht samen te brengen mislukte. - de ambities werden bijgesteld, en er stond alleen nog een compilatie van geldende keizerlijke regels voorop. Ook rescripten werden geselecteerd (Theodosius II bepaalde dat rescripten voortaan een algemene draagwijdte hadden). - de codex Theodosianus was het laatste recht dat gemeenschappelijk was aan het oostelijk en westelijk deel van het rijk. Daarna vaardigden de Oost- Romeinse keizer en de West- Romeinse keizer afzonderlijke wetgeving uit. d) Magistratenrecht Verdween volledig. e) Procedure Dezelfde als voordien. 16

17 4.6. Justinianus ( ) Een politiek project Justinianus streefde naar een herstel/eenmaking van het Romeinse rijk (dit had onder andere ook een religieus motief: Rome werd beschouwd als spirituele hoofdstad). Hij werd hiervoor bijgestaan door: - Theodora: de vrouw van Justinianus. Zij was de motor achter zijn projecten. - Belisarius: hij veroverde Afrika van de Vandalen, en Italië van de Goten. - Narses: hij nam Rome in Een juridisch project = corpus iuris civilis (CIC) a) Codex Ontstaansreden: het doel van deze collectie was om een gebundelde versie van de belangrijkste wetgeving te bieden aan de rechtspraktijk. De tekst werd enkel in het Latijn geschreven en was dus eerder gericht op een nieuw één te maken Romeins rijk. Inhoud: het is een verzameling van de geldende keizerlijke wetgeving, weliswaar aangepast door de commissie van compilatoren. Onbelangrijke constitutiones moesten worden genegeerd en onvolkomenheden/tegenstrijdigheden moesten worden weggewerkt. Eerste en tweede versie: - voor de Digesten: In 529 was de tekst afgewerkt en werd hij afgekondigd als wet. Het project was zo snel voltooid omdat ze zich strikt hadden gehouden aan de structuur en inhoud van de Codex Theodosianus. - na de Digesten: deze eersteversie bleek echter al verouderd te zijn (reden: Justinianus had de smaak van het wetgevend werk te pakken gekregen, na de afkondiging van de Codex. Hij hervormde in tal van ouder recht dat in die Codex was opgenomen, tot nieuwe wetgeving. Justinianus had bepaalde opgedoken problemen opgelost met constituties). Een nieuwe commissie kreeg daarom de opdracht om de Codex te updaten (nieuwe versie in 534). Voortschrijdend inzicht (verschil met de Digesten): de Codex werd als wetboek niet als een geheel beschouwd, maar eerder als een bundeling van constitutiones die afzonderlijke rechtskracht hadden. b) Digesten/Pandekten Ontstaansreden: Theodosius had eerder al een poging gedaan om Digesten te schrijven, maar slaagde daar niet in. Justinianus wilde dit prjoect doen slagen, om zo eeuwige roem te verwerven. Inhoud: de verzameling van uittreksels uit klassieke juristengeschriften (het is niet zeker dat dit project doelde om het Romeinse rijk opnieuw één te maken). De commissie moest tekstfragmenten niet enkel systematisch ordenen, maar ze moest er ook op letten dat ze geen tegenstrijdigheden opnamen in de Digesten. Ze mochten dus (waar nodig) opinies van klassieke juristen verbeteren. De Digesten waren niet enkel als een compilatie van juridische literatuur bedoeld, maar ook als een authentieke tekst (= een tekst met kracht van wet). Na de afkondiging gold bovendien ook een commentaarverbod (omdat de bepalingen in de Digesten als duidelijk genoeg beschouwd werden), dus mochten de juristen ze niet interpreteren om nieuwe rechtsleer te creëren (Digesten konden alleen worden geïnterpreteerd door de keizer). 17

18 Invloed: de Digesten waren een mislukking. Heel wat thema's kwamen er nauwelijks in voor (vb.: Fiscaal recht), terwijl andere thema's er juist heel beknopt in voor kwamen (vb.: strafrecht). Ook was de kwaliteit van de tekst van de Digesten niet altijd even sterk (vb.: het erfrecht en familierecht werden grondig veranderd omdat vele normen in de Digesten snel hun relevantie verloren door nieuwe keizerlijke wetgeving). DUS: - in het oosten: er was snel nood aan update, die kwam er pas in de 9de eeuw (de Basilika). - in het westen: de Digesten hadden hier enkel kracht van wet verworven tijdens de heerschappij van Justinianus. De Digesten werden dus weinig gebruikt, tot aan het einde van de 11de eeuw: toen werden ze de belangrijkste juridische teksten uit de geschiedenis van de mensheid. Ondanks hun gebreken vormden ze toch een basis voor de hernieuwde juridische wetenschap (die na de Keizertijd was stilgevallen, en in de vroege middeleeuwen zelfs volledig verdwenen was). c) Instituten Inhoud en inwerkingtreding: het was een handboek civiel recht, met als bedoeling een inzichtelijke samenvatting van de belangrijkste rechtsfirguren van het ius civile te bieden. De Instituten van Justinianus waren sterk gebaseerd op de Instituten van Gaius, ze traden samen met de Digesten (533) in werking als wet. Invloed: de indeling van de Instituten (gebaseerd op de indeling van de Instituten van Gaius) heeft een zeer grote rol gespeeld in de latere rechtsgeschiedenis => het personen- en familierecht wordt behandeld vóór het vermogensrecht, en het vermogensrecht werd nog eens opgedeeld in achtereenvolgens goederenrecht, erfrecht, en verbintenissenrecht. Het laatste deel was dan gewijd aan procesrecht. KORTOM: de structuur was personae res actiones (= personen zaken vorderingen). => vb.: het Burgerlijk Wetboek = personen zaken erfenissen + verbintenissen. Vorderingen staan apart in het wetboek voor procesrecht. d) Novellen Totstandkoming: Novellen zijn constitutiones van Justinianus (en zijn opvolgers) die na de afkondiging van de 2de Codex tot stand kwamen. Ze werden ook naar het Grieks vertaald (en niet enkel in het Latijn dus). Inhoud: ze hadden vooral betrekking op kerkelijke administratie (dat al in de Codex aan bod was gekomen), en op familie- en erfrecht. 18

19 IV. Vroege middeleeuwen (500 n. Chr n. Chr.) 1. Primitief lokaal recht Er was geen CIC (= corpus iuris civilis): recht bestond niet echt, de leefregels vormden een mix van rituelen, religieuze overtuigingen, ethische bezwaren, en wat we nu rechtsregels zouden noemen (= ewa). Er was wel zoiets als het Lex Salica (= het recht van de Salische Franken). Het recht was ongeschreven, lokaal en vrij primitief: de leider van de 'stam' spreekt recht en beslecht geschillen (met instemming van stamgenoten), waarbij de nadruk ligt op het zoeken naar compromissen tussen tegenstrijdige aanspraken (die vaak familieverbanden betroffen) (= 'zoenen'). Bij de 'zoenen' stemde de stamgemeenschap in met oplossingen, en die regelingen golden als uitgangspunten voor latere beslissingen => DUS: het recht werd mondeling in stand gehouden. 2. Germanen en Romeinen In de zuidelijke gebieden van West- europa: dit gebied stond bekend als le pays de droit écrit. Hier gold het leges Romanorum (het Romeinse recht), dat gebaseerd was op de Codex Theodosianus en op de juristengeschriften van o.a. Gaius, Papinianus, en Paulus. Dit recht was vooral gebaseerd op he personaliteitsbeginsel. In gebieden met een sterk gemengde bevolking (zowel Romeinen als Germanen): dit gebied stond bekend als le pays de droit coutumier. Hier gold een 'Germaanse wet' voor de Germanen (= leges nationum Germanicarum), en een 'Romeinse regeling' voor de Romeinen (= lex Romanorum). Dit recht was gebaseerd op het territorialiteitsbeginsel. 3. Germaans? Hebben de Germanen wel bestaan? - hun geschiedenis bestond vooral uit extremen (de echtheid is dus betwistbaar). - er was een zeer grote diversiteit aan Germaanse stammen. - er zijn geen betrouwbare bronnen over hun oudste recht: 4. Karolingische Renaissance Het koningschap kreeg een sacraal karakter, de vorst werd voortaan gezlfd door de paus (descending theory of power). De vorst sprak wetten uit, capitularia genoemd (mondeling karakter, hun invloed was dus beperkt). De wetgeving in de capitularia was geen opgelegd recht, en inhoudelijk slecht van kwaliteit. De vorst legde geen recht op, maar gebruikte zijn autoriteit om akkoorden te bekrachtigen tussen machthebbers van het rijk (compensatie was belangrijker dan bestraffing). De instemming van de bevolking was wel nog steeds belangrijk. De Germaanse 'zoen'- gedachte bleef domineren in de rechtspraak (al was de rechtspraak nu meer georiënteerd op de vorst). Er was een zogezegde heropleving van het recht tijdens deze periode, maar dit is echter genuanceerd: recht bestond niet als beleidsinstrument, maar eerder als een cultureel element. In deze periode was er ook een zekere bestuurlijke verbetering: de grondvesten van de feodaliteit werden gelegd. 2 soorten feodaliteit: 19

20 het leenstelsel: er waren 2 soorten regelingen: - commendatio: wederzijds contract van krijgsdienst voor bescherming (soldaten die trouw zwoeren aan hun vorst, kregen op hun beurt een garantie op bescherming en onderhoud van de vorst). - beneficium/ precarium: particulieren gaven hun grond aan een beschermheer, in ruil voor bescherming (de vorst verleende veroverde stukken grond aan machthebbers, die de opbrengst van deze grond mochten behouden. In ruil daarvoor dienden ze met de vorst oorlog te voeren). => het politieke aspect primeert hier (de machtsverhoudingen). het heerlijk stelsel: ontstond uit het leenstelsel door de afbraak van de vorstelijke autoriteit. Pachters/slaven werden gebonden aan de grond waarop ze werkten. Deze grond bleef wel bezit van de eigenaar, maar de pachten/slaven mochten de grond vrij bewerken en de opbrengst ervan behouden. Wel moesten ze belastingen betalen in ruil voor hun 'gebruikersrechten'. => het economishe aspect primeert hier. 5. Kerk De Kerk staat op een laag niveau: het gezag van de paus verdween door de achteruitgang van het centrale gezag, en door de lokale verankering van bisschoppen ( bisschoppen hechtten zich aan de macht van lokale heersers). De Karolingische vorsten wijdden vele capitularia aan de kerkelijke organisatie, omdat ze streefden naar een centralisatie van de kerkelijke wetgeving. Het kerkelijke recht is zeer pover en heeft weinig macht: het belang van het kerkelijke recht is dus beperkt. 20

21 V. Periode van ius commune ( ) 1. Inleiding 1.1. De maatschappij verandert (rond ) Op sociaal- economisch vlak: - een opbloeiing van de handel tussen het Europese continent en het Middellandse Zeegebied. - het ontstaan van steden. - expansie van de landbouw. Op politiek vlak: - het einde van de feodalitiet: hierdoor werkten nieuwe heersers zich op de voorgrond, die hun macht wilden vestigen over uitgebreide territroria. - de samenleving werd complexer: de samenleving werd meer gebaseerd op private eigendom. Men had dus nood aan gedetailleerd en gesofisticeerd recht om tegenstrijdigheden op te lossen. - de paus en de keizer vochten om het zeggenschap van het Heilige Romeinse Rijk Herontdekking van het corpus iuris civilis Kerkelijke instellingen kregen de opdracht om archieven te doorzoeken. Nieuwe handschriften doken op (waaronder het corpus iuris civilis), en werden dus opnieuw bruikbaar. Het corpus iuris civilis was eerst gewoon een tekst om te leren redeneren. Later werd het gebruikt als een afzonderlijke wetenschap Universiteiten Er waren twee modellen: sommige kathedraalscholen beperkten zich tot algemeen vormend onderwijs, terwijl docenten buiten de school ook nog eens theologie, Romeins of kerkelijk recht, of geneeskunde doceerden aan groepen studenten. Andere kathedraalscholen vormden zich om tot universiteiten (vb.: Parijs, Bologna...) waar het onderwijs gespecialiseerd was. Trivium: het trivium vormde de basis van de rechtswetenschap. Het was een algemene vorming die volgende onderdelen bevatte: - grammatica: leren schrijven. - logica/dialectiek: leren denken (hiervoor werd de Aristotelische categorieënleer toegepast). - retorica/argumentatieleer: leren spreken/argumenteren (op basis van topiek, maar ook met juridische argumenten). De reconstructie van het corpus iuris civilis: de verschillen tussen het middeleeuwse en het Romeinse corpus iuris civilis: - de Digesten waren in 3 boeken verdeeld (doordat de teksten nooit in 1 stuk werden teruggevonden): het Digestum vetus, het Infortiatum, en het Digestum Novum. - het Authenticum was een compilatie van Novellen. Later voegde men hier de Libri Feudorum aan toe (= een verzameling van Lombardische regels over feodale verhoudingen, dit was geen Romeinse tekst). Het Authenticum werd in 9 collationes (= bundels) onderverdeeld. - niets was in het Grieks. 21

22 De term ius commune: - ius commune is een synoniem voor rechtsleer, maar dan wel van een bepaalde periode. - het ius commune bestaat uit 2 juridische disciplines: * het Romeins recht (ius civile). * het Canoniek recht (ius canonicum). - de tegenhanger van het ius commune is het ius proprium. - het ius commune gold vooral in West- Europa (maar niet in Engeland). - het ius commune evolueert zeer sterk: * Glossatoren ( ). * Commentatoren ( ). * Canonisten ( ). * Humanisten ( ). * Vernunftrecht ( ). * ook in de 19de eeuw leefde het ius commmune voort, (maar enkel in Duitsland). 2. Glossatoren 2.1. Naam De naam komt van het woord 'glossen'. Dit waren randnotities bij de gezaghebbende tekst (= de Justiniaanse tekst) Periode Ongeveer Plaats Voornamelijk in Bologna (in Italië) Wat doen ze? Schrijven: Glossatoren dachten dat de Digesten en de Codex op zichzelf een geheel vormden (ze waren niet op de hoogte van de historische ontwikkeling ervan, en ze wisten ook niet dat de Digesten eigenlijk een compilatie waren van juristengeschriften). In de glossen maakten ze kruisverwijzingen naar passages die over vergelijkbare rechtsfiguren handelden (ze konden ook woordverklaringen e.d. bevatten). Vanuit het notenapparaat van de Justiniaanse teksten ontstonden meer gesystematiseerde verzamelingen van glossen: - summae: hierin werd een deel van het corpus iuris civilis samengebracht met de glossen. - apparatus: hierin vond men een geordend notenapparaat. Lesgeven: - lecturae waren teksten die ex cathedra (= onderwijzend) werden gelezen. Hierbij stond centraal: de volgorde van het corpus iuris civilis, en de sedes materiae (= fundamentele regels). - de inhoud van de lessen hadden thematisch weinig eenheid, dus gaf de professor thuis nog bijkomend onderwijs. Hieruit groeiden de quaestiones/publice disputatae (midden 12de eeuw) en de repetitiones (midden 13de eeuw): * quaestiones: deze ontwikkelden zich tot echte rechtsvragen over kwesties die niet in het corpus iuris civilis waren geregeld. 22

23 * repetitiones: deze gaven aanleiding tot een nieuwe vorm van 'synthese' (naast de apparatus en de summae). Het waren praktische oefeningen waarin de leerstof van de cursus werd herhaald en uitgediept, door middel van discussies. Methode: hun methode heet de scholastieke methode (= middeleeuws redeneren, waarbij tekstuele analyse en het verzoenen van tegenstrijdige passages op de eerste plaats stonden). Kenmerken: - teksten: de scholastieke methode was in de eerste plaats gericht op teksten (dit hield verband met de eerste grammatica, die toen gezien werd als een technische expertise). Er gold een inductief systeem: een passage in een tekst was belangrijker dan de context, men vertrok van concrete gevallen in teksten (men had geen extra kennis nodig). - gezag/autoriteitsgedachte: niet elke tekst was even belangrijk. Een tekst kon deel uitmaken van een gezaghebbende traditie, en de juistheid van deze tekst kon dan niet meer gediscussieerd worden bij zijn opname in de algemene kennis. Zo werden de Justiniaanse teksten aanzien als heilige teksten (de autoriteitsgedachte stamde rechtstreeks af uit de tekstuele benadering van de christelijke teksten). - dialectiek (= een manier om tegenstrijdige teksten te verzoenen): * vertrekpunt: het corpus iuris civilis kon zogezegd nooit fout zijn. * probleem 1: het corpus iuris civilis bevatte veel onduidelijke passages => oplossing: deze onduidelijkheden werden uitgelegd in de glosse. * probleem 2: het corpus iuris civilis bevatte interne contradicties => oplossing: de tegenstrijdigheden opnemen in de zogenaamde distinctiones. - waardedenken: vermits de waarheid op voorhand vaststond, kon de tekst eraan ondergeschikt worden gemaakt (niet voor gezaghebbende teksten, wel voor commentaren of wetgeving). De interpretatieleer ging ervan uit dat de ratio (= de geest) van het recht aanleiding kon geven tot correcties van regels (niet echt verbeteringen, maar eerder interpretaties/verduidelijkingen) Belangrijke auteurs/werken Irnerius, Accursius (belangrijkste werk: magna glossa), en Azo (belangrijkste werk: summa aurea) Invloed Nadelen: - weinig systematiek: de oplossingen van de glossatoren waren meestal lijstjes van gevonden regels (die golden voor specifieke situaties, algemen beginselen ontbraken dus). => vb.: de summae behandelden maar een klein deel van een Justiniaanse bron, en de apparatus bleven ver van een indeling in rechtstakken. - de dialectiek leidt tot te veel termen: onder invloed van de grammatica ontwikkelden de glossatoren een juridische taal (tot vandaag nog steeds grotendeels behouden). - niet praktijkgericht: de glossatoren hielden zich meer bezig met het reconstrueren en het analyseren van de antieke teksten dan met de opbouw van een rechtssysteem. Voordelen: - het corpus iuris civilis werd dan toch voor het eerst verwerkt. 23

6.4. Het recht. De wetgeving. De rechtspraak. Boekverslag door M woorden 23 mei keer beoordeeld. De rechtspraak bij de Romeinen

6.4. Het recht. De wetgeving. De rechtspraak. Boekverslag door M woorden 23 mei keer beoordeeld. De rechtspraak bij de Romeinen Boekverslag door M. 2413 woorden 23 mei 2004 6.4 204 keer beoordeeld Vak KCV bij de Romeinen De Koningstijd en de periode van de Vroege Republiek De koningstijd was van 753 voor Chr tot ongeveer 500 voor

Nadere informatie

Beknopte geschiedenis van het Romeinse Rijk

Beknopte geschiedenis van het Romeinse Rijk I Beknopte geschiedenis van het Romeinse Rijk In dit korte overzicht ligt de nadruk op de verschillende staatsrechtelijke vormen van het Romeinse Rijk en de rechtsbronnen die het Rijk kende. 1 Koninkrijk

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Ro Samenvatting door S. 1180 woorden 29 maart 2016 6,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 5 De Ro Paragraaf 1 t/m 7 1 Van dorp

Nadere informatie

PLAATSINGSSYSTEEM COLLECTIE RECHTSGESCHIEDENIS A. Werken van algemene aard A10 Woordenboeken A20 Naslagwerken A30 Bibliografieën, catalogi van

PLAATSINGSSYSTEEM COLLECTIE RECHTSGESCHIEDENIS A. Werken van algemene aard A10 Woordenboeken A20 Naslagwerken A30 Bibliografieën, catalogi van 1 PLAATSINGSSYSTEEM COLLECTIE RECHTSGESCHIEDENIS A. Werken van algemene aard A10 Woordenboeken A20 Naslagwerken A30 Bibliografieën, catalogi van bibliotheken A31 Archivalie A40 Grammaticale hulpmiddelen,

Nadere informatie

Europese en Belgische Privaatrechtsgeschiedenis

Europese en Belgische Privaatrechtsgeschiedenis Europese en Belgische Privaatrechtsgeschiedenis Prof. Heirbaut Sofie Van Heesvelde 2 e Bachelor Rechten. 2014 2015 EUROPESE & BELGISCHE PRIVAATRECHTSGESCHIEDENIS INLEIDING Examen: na 1 e zit feedback à

Nadere informatie

Geschiedenis van het Privaatrecht 2012-2013 Inleiding

Geschiedenis van het Privaatrecht 2012-2013 Inleiding Geschiedenis van het Privaatrecht 2012-2013 Inleiding 1. Wat wordt bestudeerd in het privaatrechtsgeschiedenis? Recht = geheel van sanctioneerbare regels die het leven in een gemeenschap regelen Rechtsgeschiedenis

Nadere informatie

Inleiding tot het recht

Inleiding tot het recht 1ste bach PSW Inleiding tot het recht Prof. Janvier Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R B08 3,50 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be Inleiding tot het

Nadere informatie

DE ONTWIKKELING VAN DE ACTIO NEGATORIA VANAF DE RECEPTIE VAN HET ROMEINSE RECHT TOT AAN DE TOTSTANDKOMING VAN 1004 BGB

DE ONTWIKKELING VAN DE ACTIO NEGATORIA VANAF DE RECEPTIE VAN HET ROMEINSE RECHT TOT AAN DE TOTSTANDKOMING VAN 1004 BGB II DE ONTWIKKELING VAN DE ACTIO NEGATORIA VANAF DE RECEPTIE VAN HET ROMEINSE RECHT TOT AAN DE TOTSTANDKOMING VAN 1004 BGB 5 Inleiding Het Romeinse recht, zoals dat tussen 529 en 534 op last van keizer

Nadere informatie

Geschiedenis: Extern recht. Samenvatting Rechtsgeschiedenis Extern recht Jonathan Van Dooren

Geschiedenis: Extern recht. Samenvatting Rechtsgeschiedenis Extern recht Jonathan Van Dooren Samenvatting Rechtsgeschiedenis Extern recht Jonathan Van Dooren 1 Geschiedenis Privaatrecht Recht De studie van sanctioneerbare regels, die het leven in een gemeenschap regelen Rechtsgeschiedenis De studie

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

Inleiding tot Recht. Uit Praktisch Burgerlijk Recht

Inleiding tot Recht. Uit Praktisch Burgerlijk Recht Inleiding tot Recht Uit Praktisch Burgerlijk Recht 1. Wat is recht? Een exacte definitie is niet te geven. Elke klassieke definitie bevat vier elementen: Gedragsregels, normen Doel = maatschappelijk leven

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag door Lotte 1570 woorden 19 juni 2017 3 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van Grieken

Nadere informatie

- RECHT Het geheel van sanctioneerbare regels die het leven in een gemeenschap regelen

- RECHT Het geheel van sanctioneerbare regels die het leven in een gemeenschap regelen Geschiedenis van het privaatrecht Alles van in de cursus, aantekeningen en slides (indien niet in de les maar wel in boek, verwijzingen naar de pagina s) INLEIDING DEZE CURSUS: WAT - RECHT Het geheel van

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VAN HET PRIVAATRECHT: DEEL EXTERN RECHT

GESCHIEDENIS VAN HET PRIVAATRECHT: DEEL EXTERN RECHT GESCHIEDENIS VAN HET PRIVAATRECHT: DEEL EXTERN RECHT 1. Inleiding...4 A. Recht is niet altijd logisch...4 B. Wat bestudeert de rechtsgeschiedenis?...4 1 Indeling...4 2 Externe rechtsgeschiedenis...4 3

Nadere informatie

Samenvatting: Geschiedenis privaatrecht (inclusief Romeins recht): Inleiding en Extern Recht

Samenvatting: Geschiedenis privaatrecht (inclusief Romeins recht): Inleiding en Extern Recht 1 Inleiding Door Brecht Warnez Samenvatting: Geschiedenis privaatrecht (inclusief Romeins recht): Inleiding en Extern Recht 2e Bachelor Rechten, 2008-2009 Prof. D. Heirbaut Samengevat door Brecht Warnez

Nadere informatie

De klassieke tijdlijn

De klassieke tijdlijn De klassieke tijdlijn In de lessen geschiedenis heb je waarschijnlijk al gehoord over de tijdlijnen, of de historische periodes en waarschijnlijk ook over exacte datums zoals 476. In dit documentje kom

Nadere informatie

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen Tijdvak 3 Toetsvragen 1 Op veel afbeeldingen wordt de Romeinse keizer Constantijn als een heilige afgebeeld met een stralenkrans om zijn hoofd. Welke reden was er om Constantijn als christelijke heilige

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 Samenvatting door Sophie 1766 woorden 27 februari 2013 6,2 24 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Romeinse Koninkrijk 753-509 (500) voor Chr.

Nadere informatie

Tijd van monniken en ridders (500 100) 3.1 Leenheren en leenmannen (500 100) (500 100) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Tijd van monniken en ridders (500 100) 3.1 Leenheren en leenmannen (500 100) (500 100) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw 3.1 Leenheren en nen 3.1 Leenheren en nen Gallië was rond 450 n. Chr. al meer dan 4 eeuwen (sinds Caesar) onder Romeins bestuur en een sterk geromaniseerd gebied, cultuur, bestuur, economie, taal en geloof

Nadere informatie

A. Begrip en aard van het Internationaal Publiekrecht

A. Begrip en aard van het Internationaal Publiekrecht A. Begrip en aard van het Internationaal Publiekrecht Dit hoofdstuk is een inleiding op het internationaal publiekrecht. Er wordt ingegaan op de geschiedenis van het internationaal publiekrecht, de elementen

Nadere informatie

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht)

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) Steeds meer worden we in de rechtspraktijk geconfronteerd met internationale echtscheidingen op basis van de volgende elementen:

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: De fundamenten uit de oudheid

Hoofdstuk 2: De fundamenten uit de oudheid Hoofdstuk 2: De fundamenten uit de oudheid 1. De oudste bouwstenen van het publiekrecht A. De bakermat aan de Middellandse Zee De beschaving is begonnen in de vruchtbare halve maan. Men is begonnen met

Nadere informatie

Bronnen en instellingen van oud recht

Bronnen en instellingen van oud recht Woord vooraf.................................................... V Deel I. Bronnen en instellingen van oud recht I. BEGRIPPEN EN VERANTWOORDING........................ 7 1.1. Rechtsgeschiedenis in het

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht

Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht Samenvatting door M. 714 woorden 27 oktober 2016 0 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inleiding Recht Wat is recht Recht geheel van overheidsregels Komen

Nadere informatie

KONING ARTHUR visie en organisatieprincipes

KONING ARTHUR visie en organisatieprincipes KONING ARTHUR visie en organisatieprincipes Ed Knies Koning Arthur; visie en organisatieprincipes Welkom Dit boek is een moreel boek voor professionals. Met moreel bedoelen we dat er binnen organisaties

Nadere informatie

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart 2013 5,1 27 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders. Paragraaf 1 De Romeinen trekken zich terug. 1. Welke

Nadere informatie

Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 11 I. INLEIDING... 13

Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 11 I. INLEIDING... 13 Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 11 I. INLEIDING... 13 II. HET OBJECTIEVE RECHT... 17 A. HET OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE RECHT... 17 1. Het objectieve

Nadere informatie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie Vaak gestelde vragen over het Hof van Justitie van de Europese Unie WAAROM EEN HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (HVJ-EU)? Om Europa op te bouwen hebben een aantal staten (thans 28) onderling verdragen

Nadere informatie

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon les 1: Wie waren de graven van Loon Na deze les kan je de geschiedenis van het graafschap Loon aanduiden op je tijdbalk; kan je informatie opzoeken

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Hoofdstuk I.- Algemene inleiding 13 Afdeling 1.- Het privaatrecht, wat is dat? 13 1.- Objectief recht vs. subjectief recht 13 I.- Algemeen 13 II.- Objectieve benadering het

Nadere informatie

Voorwoord 7. 1 De vaardigheden van de jurist Ongeveer zoals een kip een ei legt Instrumenten voor het oplossen van casusposities 10

Voorwoord 7. 1 De vaardigheden van de jurist Ongeveer zoals een kip een ei legt Instrumenten voor het oplossen van casusposities 10 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1 De vaardigheden van de jurist 9 1.1 Ongeveer zoals een kip een ei legt 9 1.2 Instrumenten voor het oplossen van casusposities 10 2 Het vinden van rechtsregels in de wet 13 2.1

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard. Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk

Nadere informatie

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800 Onderzoeksvraag: Op welke gebieden wilden de Verlichtingsfilosofen de bestaande maatschappij veranderen? Rationalisme = het gebruiken van gezond verstand (rede/ratio) waarbij kennis gaat boven tradities

Nadere informatie

De Verlichting. De Verlichting

De Verlichting. De Verlichting De Verlichting =18 de eeuwse filosofische stroming die de nadruk legt op rationaliteit (zelf nadenken), vrijheid en gelijkheid en dit toepast in alle maatschappelijke velden (politiek, economie, religie

Nadere informatie

Dagboek Sebastiaan Matte

Dagboek Sebastiaan Matte Vraag 1 van 12 Dagboek Sebastiaan Matte Uit het dagboek van Sebastiaan Matte: "Ik ben vandaag bij een hagenpreek geweest, in de duinen bij Overveen. Wel duizend mensen uit de stad waren bij elkaar gekomen

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Voorwoord 13 Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Afdeling 1. Het privaatrecht, wat is dat? 15 1. Objectief recht vs. subjectief recht 15 I. Algemeen 15 II. Objectieve benadering het objectief recht 15 III.

Nadere informatie

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw 3.1 Leenheren en nen 3.1 Leenheren en nen Gallië was rond 450 n. Chr. al meer dan 4 eeuwen (sinds Caesar) onder Romeins bestuur en een sterk geromaniseerd gebied, cultuur, bestuur, economie, taal en geloof

Nadere informatie

De renaissance!! Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis.!

De renaissance!! Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis.! De renaissance Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis. Deze term betekent letterlijk de wedergeboorte, en is een kunststroming uit

Nadere informatie

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters. Oefenrepetitie geschiedenis SUCCES!!! 4 Havo Periode 1 Tijdvakken 1 t/m 4 Dyslectische leerlingen slaan de vragen met een asterisk (*) over. DOOR DE TIJD HEEN 1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de

Nadere informatie

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS? AANTEKENINGEN Alles draait om de visie op Jezus Christus. Door de eeuwen heen is er veel discussie geweest over Jezus. Zeker na de Verlichting werd Hij zeer kritisch bekeken. De vraag is waar je je op

Nadere informatie

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES Hoofdstuk 4 PARAGRAAF 4.1 Pruikentijd Standenmaatschappij De verlichting VERVAL EN RIJKDOM In de 17 e eeuw was Nederland het rijkste land ter wereld Van stilstand komt achteruitgang

Nadere informatie

Wat is een constitutie?

Wat is een constitutie? Wat is een constitutie? Veel landen op de wereld worden op een democratische manier bestuurd. Een democratie staat echter niet op zichzelf. Bij een democratie hoort namelijk een rechtsstaat. Democratie

Nadere informatie

TERRACOTTALEGER HET. & De erfenis van de eeuwige Keizer van China EXPO > PEDAGOGISCH DOSSIER JAAR LUIK GUILLEMINS TGV STATION

TERRACOTTALEGER HET. & De erfenis van de eeuwige Keizer van China EXPO > PEDAGOGISCH DOSSIER JAAR LUIK GUILLEMINS TGV STATION HET TERRACOTTALEGER & De erfenis van de eeuwige Keizer van China EXPO 23.12.16 23.04.17 PEDAGOGISCH DOSSIER 11-14 JAAR LUIK GUILLEMINS TGV STATION + 3 2 4 2 2 4 WWW. T E R R A C O T 4 9 3 8 TA - L I E

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e), Grondslagen van Recht Week 3 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt de samenvatting van de stof van Hoofdstuk 14 van het boek Hoofdlijnen, dat voorgeschreven wordt in week 3. Aanvankelijk hebben

Nadere informatie

Twee eeuwen. Openbaar Ministerie

Twee eeuwen. Openbaar Ministerie Twee eeuwen Openbaar Ministerie Met dank aan Napoleon Slechts drie jaar heerste Napoleon Bonaparte over Nederland. Toch heeft deze korte periode belangrijke sporen nagelaten in ons dagelijkse leven. Zo

Nadere informatie

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland Europa rond de Middellandse Zee rond 500 v. Chr. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Inleiding geschiedenis Griekenland Rond 2000 v. Chr. Stedelijke centra: Op Kreta, Minoische cultuur Op Griekse

Nadere informatie

Geschiedenis van het privaatrecht

Geschiedenis van het privaatrecht 1ste bach rechten Geschiedenis van het privaatrecht samenvatting Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R 1 R10 6,00 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be 2

Nadere informatie

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland Europa rond de Middellandse Zee rond 500 v. Chr. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Inleiding geschiedenis Griekenland Rond 2000 v. Chr. Stedelijke centra: Op Kreta, Minoische cultuur Op Griekse

Nadere informatie

De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek,

De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek, Recht is alomtegenwoordig. Of het nu gaat om een verbod iets te doen (door het rood licht rijden), een verplichting iets te doen (deelnemen aan verkiezingen), een werkwijze die men dient na te leven (procesrecht)

Nadere informatie

Pizza Verdi. Opdrachtenblad. Regie: Gary Nadeau Jaar: 2011 Duur: 8 minuten

Pizza Verdi. Opdrachtenblad. Regie: Gary Nadeau Jaar: 2011 Duur: 8 minuten Pizza Verdi Regie: Gary Nadeau Jaar: 2011 Duur: 8 minuten Opdrachtenblad Lesuurpakket Pizza Verdi (thema s: sociale verschillen, stereotyperingen/vooroordelen; verdiepingsopdracht Amerikaanse burgerrechten)

Nadere informatie

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

Tijdvakken en kenmerkende aspecten. Tijdvakken en kenmerkende aspecten. Tijdvak 1: Tijd van Jagers en Boeren. Periode: Prehistorie 1 De levenswijze van jagers-verzamelaars (Hoe zag deze samenleving eruit?) 2 Het ontstaan van landbouw en

Nadere informatie

WALTER VAN STEENBRUGGE SCHULD EN BOETE. Graag zonder blinddoek

WALTER VAN STEENBRUGGE SCHULD EN BOETE. Graag zonder blinddoek WALTER VAN STEENBRUGGE SCHULD EN BOETE Graag zonder blinddoek D/2018/45/11 ISBN 978 94 014 4782 9 NUR 740 Vormgeving cover: Studio Lannoo Vormgeving binnenwerk: Studio Lannoo Zetwerk binnenwerk: Studio

Nadere informatie

Descartes schreef dat er geen ander land was "où l'on puisse jouir d'une liberté si entière" (waar men een zo volledige vrijheid kan genieten)

Descartes schreef dat er geen ander land was où l'on puisse jouir d'une liberté si entière (waar men een zo volledige vrijheid kan genieten) Verslag 25 mei 2018, Salon der Verdieping: Spinoza s politieke filosofie De bespreking van de politieke filosofie doe ik aan de hand van zijn belangrijkste politieke werk, te weten het Theologisch-politiek

Nadere informatie

Staatsvorming hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Staatsvorming hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 15 December 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62234 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Geloven en redeneren. Samenvatting

Geloven en redeneren. Samenvatting Geloven en redeneren Samenvatting Historisch overzicht Pantheïsme en polytheïsme De spiltijd Het oosten Boeddhisme Confucianisme Taoïsme Het westen Jodendom, christendom, islam Filosofie Ontwikkelingen

Nadere informatie

BEGELEIDINGSPLAN VOOR DE CURSUS

BEGELEIDINGSPLAN VOOR DE CURSUS BEGELEIDINGSPLAN VOOR DE CURSUS RECHTSGESCHIEDENIS I (R12221) (onderdeel traject Propedeuse Rechten) studiecentrum: Utrecht tijdvak: februari en maart 2012 begeleider: mr drs G.E.P. ter Horst 1 INLEIDING

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk Romeinen par 1,2,3,4,5,6,7 + begrippen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk Romeinen par 1,2,3,4,5,6,7 + begrippen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk Romeinen par 1,2,3,4,5,6,7 + begrippen Samenvatting door een scholier 2171 woorden 14 juni 2016 7,9 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1 Tussen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Recht. Alternatieven voor recht

Hoofdstuk 1: Recht. Alternatieven voor recht Hoofdstuk 1: Recht Alternatieven voor recht Recht is zoals al gezegd een instrument om de maatschappij te ordenen. Alles is recht, kan een bepaalde houding zijn (die dan nog eens intrinsiek op alles toepasbaar

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II Opgave 2 Religie in een wetenschappelijk universum 6 maximumscore 4 twee redenen om gevoel niet te volgen met betrekking tot ethiek voor Kant: a) rationaliteit van de categorische imperatief en b) afzien

Nadere informatie

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID PREAMBULE Erkennende dat ondanks de bestaande verschillen in de nationale familierechten er evenwel een toenemende convergentie

Nadere informatie

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten?

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten? Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten? Rond 1080 bedreigen de minder tolerante Seldjoeken Constantinopel. Het werd voor christelijke pelgrims steeds moeilijker

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Echtscheiding in gemeen akkoord. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Echtscheiding in gemeen akkoord. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Echtscheiding in gemeen akkoord Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Opgave 2 Religieus recht 7 maximumscore 2 een beargumenteerd standpunt over de vraag of religieuze wetgeving en rechtspraak voor bepaalde bevolkingsgroepen tot cultuurrelativisme leidt 1 een uitleg van

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 10 I. INLEIDING... 11 II. HET OBJECTIEVE RECHT...15 A. HET OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE RECHT... 15 1. Het objectieve

Nadere informatie

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin Examen Geschiedenis Geef de 7 tijdsvakken: Prehistorie :... 3500 v.c Stroomculturen : 3500 v.c 800 v.c Klassieke Oudheid : 800 v.c 500 n.c Middeleeuwen : 500 n.c 1450 n.c Nieuwe tijd : 1450 n.c 1750 n.c

Nadere informatie

VERKLARENDE WOORDENLIJST ARBITRAGE

VERKLARENDE WOORDENLIJST ARBITRAGE ! VERKLARENDE WOORDENLIJST ARBITRAGE St.AR probeert zoveel mogelijk ingewikkelde juridische woorden te vermijden. Dat is niet altijd mogelijk. In deze lijst vindt u een omschrijving aan van de meest voorkomende

Nadere informatie

Verantwoording. Beknopte geschiedenis van het Romeinse Rijk

Verantwoording. Beknopte geschiedenis van het Romeinse Rijk Inhoud Verantwoording 11 I 1 2 3 4 5 6 7 8 9 II 10 11 12 13 14 15 Beknopte geschiedenis van het Romeinse Rijk Koninkrijk (753-510 v. Chr.) Republiek (510-27 v. Chr.) Gelijkschakeling van plebejers en patriciërs

Nadere informatie

Info plus Het leenstelsel

Info plus Het leenstelsel Project Middeleeuwen F- verrijking week 1 Info plus Het leenstelsel Inleiding De Middeleeuwen betekent letterlijk de tussentijd. Deze naam is pas later aan deze periode in de geschiedenis gegeven. De naam

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo I

Eindexamen filosofie vwo I Opgave 3 Ramadan in de post-seculiere samenleving 12 maximumscore 4 verlichtingsfundamentalisme: laïciteit: verbannen van religie uit openbaar onderwijs en politiek 1 verlichtingsvijandig multiculturalisme:

Nadere informatie

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Bij de voorbereiding van deze dienst kwam ik de volgende teksten tegen, die ik u graag wil voorlezen. Het zijn teksten uit het begin van onze jaartelling,

Nadere informatie

Tijd van monniken en ridders (500 100 n. Chr.) 3.3 Christendom in Europa. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.

Tijd van monniken en ridders (500 100 n. Chr.) 3.3 Christendom in Europa. De verspreiding van het christendom in geheel Europa. 391 n Chr Onder keizer Theodosius wordt het christendom de staatsgodsdienst in Romeinse Rijk 496 n Chr De Frankische koning Clovis en vele andere Franken bekeren zich tot het christendom Wat waren de belangrijkste

Nadere informatie

Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de

Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de Tijdvakken Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid K.A. * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat * klassieke vormentaal

Nadere informatie

Paulus brief aan de Romeinen. #1 voorbereiding

Paulus brief aan de Romeinen. #1 voorbereiding 1 Paulus brief aan de Romeinen #1 voorbereiding Inhoudsopgave Paulus brief aan de Romeinen - #1 voorbereiding... 1 1. Inleiding... 2 2. Thema van de brief... 3 3. De vijf grote thesen van de brief... 4

Nadere informatie

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets 11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets Opdracht 1 Wat is de Sokratische methode? Opdracht 2 Waarom werd Sokrates gedwongen de gifbeker te drinken? Opdracht 3 Waarom zijn onze zintuigen

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/150 : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam

Zaaknummer : 2014/150 : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam Zaaknummer : 2014/150 Rechter(s) : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 Partijen : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : Bevoegdheid College Bekostiging

Nadere informatie

Lijst met afkortingen. 1 Inleiding Rei vindicatio en condictio Plan van behandeling Samenloop Interpolaties 7 1.

Lijst met afkortingen. 1 Inleiding Rei vindicatio en condictio Plan van behandeling Samenloop Interpolaties 7 1. Lijst met afkortingen XIII 1 Inleiding 1 1.1 Rei vindicatio en condictio 1 1.2 Plan van behandeling 2 1.3 Samenloop 4 1.4 Interpolaties 7 1.5 Dankwoord 8 2 Romeins recht 9 2.1 Inleiding 9 2.2 Rei vindicatio

Nadere informatie

STUDIE Rechtsgeleerdheid. VAK Rechtsgeschiedenis. ONDERDEEL Voorbeeldverslag

STUDIE Rechtsgeleerdheid. VAK Rechtsgeschiedenis. ONDERDEEL Voorbeeldverslag STUDIE Rechtsgeleerdheid VAK Rechtsgeschiedenis ONDERDEEL Voorbeeldverslag Jaar: 2015 Periode: Blok 3 Uitgifte: November 2016 2 Voorwoord Wij van EasyLecture willen het graag easy houden, daarom hebben

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Islamitische Theologie Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

08/12/1992 Wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens

08/12/1992 Wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens verwerking van Art. 6 1. De verwerking van waaruit de raciale of etnische afkomst, de politieke opvattingen, de godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging of het lidmaatschap van een vakvereniging

Nadere informatie

Hieronder volgt dus de beknopte verklaring van enkele termen die in de arresten van het Hof worden gebruikt.

Hieronder volgt dus de beknopte verklaring van enkele termen die in de arresten van het Hof worden gebruikt. Kort lexicon tot nut van de rechtzoekende, waarin enige uitleg wordt gegeven van de meest gangbare geschreven rechtstaal van het Hof van Cassatie en van het parket bij dit Hof ( 1 ). Dit korte lexicon

Nadere informatie

Denken als een jurist. Jan Struiksma

Denken als een jurist. Jan Struiksma Denken als een jurist Jan Struiksma VU-alumni 2013 Welke jurist? Advocaat Notaris Bedrijfsjurist Rechter Docent Onderzoeker Student Privaatrecht Strafrecht Staatsrecht Bestuursrecht Denken en rechtsvinding

Nadere informatie

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie 1. De levenswijze van jager-verzamelaars. 2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen. 3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Nadere informatie

PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09)

PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09) Artikel 1. PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09) Titel I. De instellingen. Er bestaat een Disciplinaire Commissie

Nadere informatie

Grondwet van de Tweede Republiek der Nederlanden Neerlandiæ

Grondwet van de Tweede Republiek der Nederlanden Neerlandiæ Grondwet van de Tweede Republiek der Nederlanden Neerlandiæ De Republiek der Nederlanden, verenigd in een micronatie sinds de uitroeping van de Unie van Utrecht 2007, beseffend dat een grondige hervorming

Nadere informatie

Proefexamen JURIDISCHE KENNIS

Proefexamen JURIDISCHE KENNIS Proefexamen JURIDISCHE KENNIS Beschikbare tijd: 90 minuten 5063 Proefexamen HET PROEFEXAMEN BESTAAT UIT 7 GENUMMERDE PAGINA'S, waarin opgenomen: 5 CASES, waarbij in het totaal 5 vragen moeten worden beantwoord

Nadere informatie

1 Belangrijk in deze periode

1 Belangrijk in deze periode 1 Belangrijk in deze periode De Romeinen en de Grieken zijn in hun tijd twee machtige volkeren. Ze hebben beiden zaken bedacht en uitgevoerd die ook nu voor ons eigen, hedendaagse leven belangrijk zijn.

Nadere informatie

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind Afstamming U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind Inhoud Afstamming in het Belgische recht...3 Afstamming krachtens de wet...4 Afstamming langs moederszijde...4 Afstamming langs

Nadere informatie

Het begin van staatsvorming en centralisatie. Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats?

Het begin van staatsvorming en centralisatie. Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats? Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats? Voorbeeld 1: Engeland De bezittingen van de Engelse koning Hendrik II in Frankrijk rond 1180 zijn

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum Samenvatting door Anisha 1170 woorden 23 januari 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks

Nadere informatie

Wat is een constitutie?

Wat is een constitutie? Wat is een constitutie? 2 Veel landen op de wereld worden op een democratische manier bestuurd. Een democratie staat echter niet op zichzelf. Bij een democratie hoort namelijk een rechtsstaat. Democratie

Nadere informatie

TWEEHONDERD JAREN CODIFICATIE VAN HET PRIVAATRECHT IN NEDERLAND

TWEEHONDERD JAREN CODIFICATIE VAN HET PRIVAATRECHT IN NEDERLAND TWEEHONDERD JAREN CODIFICATIE VAN HET PRIVAATRECHT IN NEDERLAND OPSTELLEN OVER (DE GESCHIEDENIS VAN) HET PRIVAATRECHT NAAR AANLEIDING VAN HET TWEEDE EEUWFEEST VAN HET WETBOEK NAPOLEON INGERIGT VOOR HET

Nadere informatie

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters. Oefenrepetitie geschiedenis SUCCES!!! 4 Havo Periode 1 Tijdvakken 1 t/m 4 Dyslectische leerlingen slaan de vragen met een asterisk (*) over. DOOR DE TIJD HEEN 1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de

Nadere informatie

Het Congres van Wenen hertekent Europa (1815) (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich

Het Congres van Wenen hertekent Europa (1815) (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW --- www.degeschiedenisles.com --- VTI Kontich 1. Voor het Congres van Wenen a. Rond 1750: het Ancien Regime komt ten einde => Enkele kenmerken van het Ancien

Nadere informatie

Stagereglement Togamaster

Stagereglement Togamaster Stagereglement Togamaster Doelstelling, stageplaatsaanbieder, begeleiding, inhoud van de stage. I. De doelstelling van de stage 1. De stage heeft tot doel de student in een leerproces, bij en onder toezicht

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren

Nadere informatie

is een domme zet 1 Inleiding in het recht 1.1 Inleiding

is een domme zet 1 Inleiding in het recht 1.1 Inleiding 1 Inleiding in het recht 1.1 Inleiding Om de samenleving rechtvaardig te ordenen zijn er regels nodig die door de overheid zijn gemaakt. Al die (gedrags)regels bij elkaar noemen we recht. Het is de taak

Nadere informatie

Geschiedenis van China

Geschiedenis van China Geschiedenis van China Periodes: Shang dynastie 1766 1046 v.chr. Zhou dynastie 1046 256 v.chr. Han 206 v. Chr. 220 n.chr. Tang dynastie 618 907 Song dynastie 960 1279 Ming dynastie 1368 1644 Qing dynastie

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten (1 t/m 7 zijn uitgewerkt)

Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten (1 t/m 7 zijn uitgewerkt) Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten (1 t/m 7 zijn uitgewerkt) Samenvatting door S. 850 woorden 25 maart 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 01 De levenswijze van jagers-verzamelaars Het

Nadere informatie

Wat betekent het dat Samuel in de Bijbel een ziener wordt genoemd en waar legde Samuel in zijn onderricht de nadruk op?

Wat betekent het dat Samuel in de Bijbel een ziener wordt genoemd en waar legde Samuel in zijn onderricht de nadruk op? De gevolgen van de verkeerde keuze van Saul. Wat betekent het dat Samuel in de Bijbel een ziener wordt genoemd en waar legde Samuel in zijn onderricht de nadruk op? 1 Samuel 9:9 9 Vroeger zei iedereen

Nadere informatie