Raadsinformatiebrief

Transcriptie

1 Raadsinformatiebrief Van: Aan: J. Ragetlie de leden van de Gemeenteraad Onderwerp: Regionaal traject transisitie jeugdzrog Steller: E. Meulman Datum: 16 maart 2012 Nr.: RIB-JR-1212 Geachte heer, mevrouw, In het kader van de actieve informatieplicht deel ik u het volgende mee: Gemeenten zijn vanaf 2016 geheel verantwoordelijk voor alle jeugdzorg. Ter voorbereiding hierop heeft het portefeuillehoudersoverleg in februari 2011 de opdracht gegeven een werkgroep op SRE niveau te formeren en de volgende taken uit te werken: - informatie stroomlijnen over de transitie - inzicht verschaffen in het wat (aantallen) - te komen tot een regionale transitieagenda. De taken zijn afgerond, en hebben geresulteerd in een Tussenrapportage Transitie Jeugd regio Zuidoost Brabant, een Startfoto met een inventarisatie van het aantal jeugdigen dat gebruik maakt van het zorgaanbod in de SRE regio. Beide producten stuur ik u bijgaand toe. J. Ragetlie 1

2 Transitie jeugdzorg regio Zuidoost-Brabant Startfoto K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken September 2011

3 Colofon Startfoto Transitie Jeugdzorg Teksten en samenstelling: J. Janssen Eindredactie: J. Janssen Uitgave: K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken Koningsweg 2 Postbus BL s-hertogenbosch (073) mail@k2.nl Deze publicatie is tot stand gekomen mede met subsidie van de provincie Noord-Brabant. Teksten in deze uitgave mogen alleen na toestemming van K2 worden overgenomen. Overname van beeldmateriaal is niet toegestaan.

4 Inhoud pagina Inleiding 5 Vraagstelling 7 Sectoren waarop de startfoto is gericht 9 Wat valt buiten het kader van deze startfoto? 11 Financiering Bureau Jeugdzorg 13 Hulpaanbod Bureau Jeugdzorg 17 Integrale toegang 17 Advies en Meldpunt Kindermishandeling 18 Jeugdbescherming 19 Jeugdreclassering 20 Crisisinterventie 21 Kindertelefoon 21 Financiering en zorgaanbod jeugdzorginstellingen 23 Financiering en zorgaanbod gesloten jeugdzorg 29 Financiering en zorgaanbod licht verstandelijk handicap (LVG-jeugd) 31 Financiering en zorgaanbod GGZ-Jeugd 39 Algemene conclusies 45 Bijlagen 47 Bijlage 1 Regeerakkoord Kabinet Rutte I 49 Bijlage 2 Bestuursakkoord 51 Bijlage 3 Financieel kader 53 Bijlage 4 Bekostigingssystematiek jeugdzorg 55 K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 3

5 K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 4

6 Inleiding Er moet één financieringsstroom komen voor het huidige preventieve beleid, de huidige vrijwillige provinciale jeugdzorg, de jeugd LVG (licht verstandelijk gehandicapten) en jeugd. Gefaseerd worden alle taken op het gebied van jeugdzorg overgeheveld naar de gemeenten. Gemeenten zijn straks verantwoordelijk voor alle jeugdzorg die nu onder Rijk, provincie, gemeente, AWBZ en ZvW valt. Preventie en vrijwillige hulpverlening wordt in goede afstemming met gedwongen hulpverlening georganiseerd door (samenwerkende) gemeenten 1. De transitie jeugdzorg geeft het kader aan jeugd-ggz (zowel AWBZ als Zorgverzekeringswet), provinciale jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, jeugdreclassering, jeugdbescherming en licht verstandelijk gehandicapte jeugd. De gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant gaan zich gezamenlijk voorbereiden op deze komende transitie van de jeugdzorg naar het gemeentelijk domein. Nu gemeenten voor deze opgave staan, hebben zij behoefte aan inzicht in de omvang van de zorgvraag, de zorgzwaarte en financiering van de jeugdzorg. Met behulp van gegevens willen gemeenten gericht beleid voeren, zodat zij in staat zijn de verantwoordelijkheid over jeugdhulp en jeugdzorg te dragen. Deze notitie is opgesteld door K2 in opdracht van de gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant. 1 Regeerakkoord kabinet K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 5

7 K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 6

8 Vraagstelling De gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant vragen K2 een inventarisatie samen te stellen met daarin cijfermatige informatie die van belang is voor de komende transitie. Gemeenten stellen de vraag inzichtelijk te maken wat op hen afkomt in termen van jeugdigen die gebruik maken van jeugdzorg en budgetten die hieraan gekoppeld zijn. Gemeenten zien deze inventarisatie als een startfoto die aanknopingspunten levert voor beleid met betrekking tot de komende transitie van jeugdzorg naar het lokale jeugddomein. De inventarisatie dient het preventieve en uitvoerende domein van de jeugdzorg te omvatten. Dit is het domein waar de rijksoverheid (OCW, Justitie, VWS, Jeugd en Gezin 2 ) financieel verantwoordelijk voor is. Tevens dient informatie te worden verzameld over het domein waarvoor de AWBZ (zorgverzekeraars en zorgkantoren) financieel verantwoordelijk is. Samenvattend 1. Inventarisatie naar aantallen jeugdigen die gebruik maken van (preventief) zorgaanbod in de regio SRE. Analyse van deze cijfers en vertalen naar gemeenten in het SRE-gebied. 2. Inventarisatie naar de beschikbare budgetten (landelijk, provinciaal en gemeentelijk) in de (preventieve) jeugdzorg in het SRE-gebied in Analyse van deze budgetten en vertalen naar gemeenten in SRE-gebied. Aandachtspunten Waar mogelijk is onderverdeling in zorgzwaarte van de ondersteuning of hulp gemaakt, waardoor meer inzicht ontstaat in de beschikbare budgetten en de kosten die op gemeenten af komen. Begrippen als geaccepteerde aanmelding, geïndiceerde hulpvragen en daadwerkelijk opgenomen zorgaanbod zijn gedefinieerd. In het regeerakkoord is opgenomen dat gelet op de doelgroep en aard van de zorg het nodig is dat er toezicht door het Rijk wordt gehouden op in ieder geval de gesloten jeugdzorg, de jeugdigen die onder de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) vallen, en op het van staatswege ingrijpen (verplichte maatregelen van jeugdbescherming en jeugdreclassering) en mogelijk op sommige vormen van gespecialiseerde zorg. De mate van toezicht is afhankelijk van de zorgzwaarte en/of mate van ingrijpen. Rijk en VNG werken dit nader uit. 2 Vanaf oktober 2010 opgeheven. Onderwerpen zijn bij VWS en andere Ministeries ondergebracht. K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 7

9 K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 8

10 Sectoren waarop de startfoto is gericht Onderstaand schema brengt de huidige indeling van de jeugdzorg in beeld. Tevens geeft het inzicht in de jeugdzorg (Bureau Jeugdzorg en geïndiceerde jeugdzorg) die naar gemeenten gaat. Het voorliggend veld is in de huidige situatie de niet-geïndiceerde hulp. Binnen het lokale jeugdbeleid heeft de gemeente de regie over de uitvoering hiervan. Bureau Jeugdzorg is in de huidige situatie de toegang tot de jeugdzorg/ggz-jeugd en voert een aantal taken uit. De Bureaus Jeugdzorg vallen onder de verantwoordelijkheid van de Provincie. Geïndiceerde jeugdzorg is provinciale verantwoordelijkheid van de provincie voor wat betreft de uitvoering van de geïndiceerde jeugdzorg en de verantwoordelijkheid van het Rijk voor wat betreft de uitvoering van de AWBZ/ZVW. Voorliggend veld Centrum AMK Bureau Jeugdzorg Geïndiceerde jeugdzorg Totaal beroep Voorliggend veld Jeugd en Gezin Algemeen Maatschappelijk werk Schoolmaatschappelijk werk Schoolarts/GGD Jeugdigen met signaalregistratie Jeugdigen met ketencoördinatie of registratie MEE Verslavingszorg Consultatiebureau /Thuiszorg Totaal beroep Bureau Jeugdzorg Kinderrechter Vrijwillige Aanmelding Jeugdbescherming OTS en Voogdij Jeugdreclassering Nieuw Residentieel langdurig indicatiebesluit provinciale jeugdzorg Jeugd GGZ (AWBZ/ZVW) LVG Jeugd (AWBZ) Totaal beroep geïndiceerde Jeugdhulp thuis (Ambulant) Jeugdhulp in instelling (daghulp) Verblijf in instelling (residentieel) Verblijf pleegouder (pleegzorg) Observatie- Huisarts CIZ Huidige situatie diagnostiek Gesloten jeugdzorg (JJI) Schema 1 K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 9

11 Financiering Jeugdzorg Gemeenten worden financieel en uitvoeringstechnisch verantwoordelijk voor de uitvoering van alle jeugdzorg die nu onder Rijk, provincie, gemeente, AWBZ en ZvW valt. Alle gelden 3 die hier momenteel in omgaan worden overgeheveld naar de gemeente. Het huidige stelsel is opgedeeld in verschillende financieringsstromen en bekostigingssystemen 4. Bij het noemen van de verschillende middelen uit het regeerakkoord worden de PGB-middelen niet genoemd. Toch is het van belang dat deze ook betrokken worden, omdat het toezicht van de gemeente op de kwaliteit van de besteding van PGB s deel uitmaakt van haar regiefunctie en omdat er anders een groot risico is dat er een waterbedeffect ontstaat tussen de omvang van de PGB-middelen en de overige middelen. Het programmaministerie Jeugd en Gezin 5 heeft in 2010 schematisch inzicht gegeven in de financieringsstromen die naar provinciale en lokale overheden gaan in de domeinen preventie van en jeugdzorg. De middelen die door het Rijk ingezet worden in deze inventarisatie, worden als basis genomen voor verdere doorvertaling naar de gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant. Schema 2 3 Inclusief de 90 miljoen die provincies vanuit algemene middelen inzetten voor jeugdzorg, verminderd met een efficiëntie korting (80 miljoen in 2015 oplopend tot 300 miljoen in de jaren daarna) 4 Overzicht geldstromen jeugddomein van Jeugd en Gezin Met de komst van het kabinet Rutte in oktober 2010 is het programmaministerie opgeheven en zijn de onderwerpen bij VWS en andere ministeries ondergebracht. K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 10

12 Wat valt buiten het kader van deze startfoto? Hulpaanbod en budgetten in het voorliggend veld zoals weergegeven in schema 1. Hieronder vallen ondermeer: - hulpaanbod en budgetten vanuit de MEE-instelling; - hulpaanbod en budgetten vanuit de verslavingszorg. De budgetten van het Rijk (justitie) die rechtstreeks naar de instellingen voor Justitiële jeugdinrichting (JJI), Jeugdreclassering en Raad voor de Kinderbescherming gaan, zijn in deze inventarisatie niet meegenomen. K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 11

13 K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 12

14 Financiering Bureau Jeugdzorg Taken Bureau Jeugdzorg Op 1 januari 2005 is de nieuwe Wet op de Jeugdzorg in werking getreden en daarin is vastgelegd dat Bureau Jeugdzorg de toegangspoort is tot de gehele jeugdzorg. De wettelijke taken van Bureau Jeugdzorg zijn: indicatiestelling; uitvoering taken van het Advies en Meldpunt Kindermishandeling; uitvoering van de jeugdbeschermingsmaatregel (voogdij en gezinsvoogdij; jeugdreclassering. Bepalingen in Bestuursakkoord Uiterlijk in 2016 wordt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de jeugdbescherming en jeugdreclassering overgeheveld naar de gemeenten. Hiervoor is het belangrijk dat beide taken op basis van eenduidige normen en op een voldoende kwaliteitsniveau worden uitgevoerd. Uitvoerders van jeugdbescherming en jeugdreclassering moeten daartoe gecertificeerd zijn. Rijk en medeoverheden nemen een jaar de tijd om te bekijken aan welke kwaliteitscriteria voldaan moeten worden, de vorm van certificering en toetsing te bepalen. Financiering Bureau Jeugdzorg De totale landelijke doeluitkering in 2011 bedraagt circa 1,15 miljard. Met de financiële middelen uit de doeluitkering zijn provincies en grootstedelijke regio s in staat het Bureau Jeugdzorg in stand te houden en zorgaanbod in te kopen voor jeugdigen met een jeugdzorgindicatie. De provincie Noord-Brabant ontvangt voor al deze zorgvormen een doeluitkering van 182 miljoen van het Rijk. Met deze financiële middelen uit de doeluitkering is de provincie in staat het Bureau Jeugdzorg in stand te houden en zorgaanbod in te kopen voor jeugdigen met een jeugdzorgindicatie. Daarnaast onttrekt de provincie 6 miljoen euro uit het Egalisatiefonds Jeugdzorg. Dit egalisatiefonds is een wettelijk voorgeschreven fonds dat wordt gevoed met niet bestede rijksvergoedingen (bestaande uit incidentele vergoedingen van het Rijk die met terugwerkende kracht beschikbaar werden gesteld en niet gerealiseerde uitgaven naar aanleiding van jaarafrekeningen met zorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg. In totaal heeft de provincie 188 miljoen euro begroot voor de uitgaven aan Bureau Jeugdzorg ( 57 miljoen euro) en de jeugdzorgaanbieders ( 131 miljoen euro). In 2012 wordt dit bedrag verlaagd naar 126,9 miljoen vanwege het wegvallen van incidentele middelen. K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 13

15 Tabel: Gelden Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant Begroting 2011 (in miljoenen ) Justitietaken 28,8 (doeluitkering justitie) J en G-taken 28.2 (waarvan 25,8 uit doeluitkering Jeugd en Gezin en 2,4 uit egalisatiefonds) Bron: Uitvoeringsprogramma Jeugd Provincie Noord-Brabant 2011 Puzzelen voor gevorderden Toegang ketencoördinatie Jeugdbescherming Onder toezichtstelling voogdij Jeugdreclassering Overige taken Totaal Begroting miljoen 23 miljoen 6 miljoen 4 miljoen 57 miljoen Tabel: Prognosecijfers BJZ Noord-Brabant voor 2011 Functie Productieafspraak/prognose Toegang jeugdzorg/jeugd-ggz Geaccepteerde cliënten Casemanagement (gemiddeld aantal dossiers per jaar AMK Aantal meldingen in jaar Kindertelefoon Aantal contacten in jaar Jeugdbescherming Aantal gemiddeld in jaar Jeugdreclassering Gemiddeld aantal reguliere maatregelen jeugdreclassering in jaar Spoedeisende zorg Aantal signalen Ketencoördinatie (Zorg voor Jeugd) Bron: Uitvoeringsprogramma Jeugd Provincie Noord-Brabant 2011 Puzzelen voor gevorderden Toegang De subsidie voor de Toegang en de justitietaken is gebaseerd op productieprognoses, de gehanteerde prijzen zijn provinciaal overeengekomen. Advies- en Meldpunt Kindermishandeling De subsidie is op basis van prijs per product (PxQ). De normprijzen voor Toegang zijn provinciaal vastgesteld. Voor de Justitietaken en AMK betreffen dit landelijke normprijzen. In 2011 verwacht de provincie dat een groei in de zorgvraag door Bureau Jeugdzorg in eerste instantie wordt gedekt uit het beschikbare budget. K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 14

16 Justitietaken 2011 Bekostiging van de justitietaken (Jeugdbescherming en Jeugdreclassering) geschiedt door het Rijk op basis van het aantal jeugdigen in het jaar t-1 (één jaar terug). Gedurende het jaar kan, bij stijging van het aantal pupillen, een beroep gedaan worden op een hardheidsclausule (op grond waarvan extra financiering van de groei kan worden gevraagd). Afhankelijk van de verhouding van de claims op landelijk niveau en de beschikbare middelen, wordt een beroep op de hardheidsclausule geheel of gedeeltelijk gehonoreerd. Voor 2011 wordt uitgegaan van hooguit een lichte groei in de zorgvraag. K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 15

17 K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 16

18 Hulpaanbod Bureau Jeugdzorg Integrale toegang Ouders en kinderen met ernstige opgroei- en opvoedproblemen kunnen een vrijwillig beroep doen op Bureau Jeugdzorg. Wanneer blijkt dat meer gespecialiseerde hulp nodig is, verwijzen ze door naar de gespecialiseerde jeugdzorg. In een indicatiebesluit geeft Bureau Jeugdzorg aan welke vorm van zorg nodig is: jeugdhulp, verblijf of observatiediagnostiek. Eén of meerdere van de acht aanspraken op zorg worden toegewezen aan een kind. Zorginstellingen zijn verantwoordelijk voor het toewijzen en invullen van één of meer van de twintig bekostigingseenheden ten behoeve van de behandeling van een kind. Deze moeten vallen binnen de indicatiestelling van Bureau Jeugdzorg. Geaccepteerde BJZ-aanmeldingen (0-18) in de regio Zuidoost per jeugdigen (blauw) en in aantal (rood) Bron: jeugdbalans BJZ, periode NB: Cijfers afkomstig van verschillende BJZ vestigen zijn niet vergelijkbaar In 2010 werden in Zuidoost Noord-Brabant 2774 aanmeldingen door BJZ geaccepteerd. Dit zijn gemiddeld 18 aanmeldingen per jeugdigen (0-18). Asten Bergeijk Best Bladel Cranendonck Deurne Eersel Eindhoven Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Heeze-Leende Helmond Laarbeek Nuenen c.a. Oirschot Reusel-De Mierden Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Bron: jeugdbalans 2010 Voorbeeld In de gemeente Asten is in 2010 voor 15,2 van 1000 jeugdigen in de leeftijd van nul tot achttien jaar een zorgmelding bij Bureau Jeugdzorg geaccepteerd (blauwe balk/verticale as links). In totaal is voor 57 jeugdigen een zorgmelding gedaan in 2010 (rode lijn/verticale as rechts). K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 17

19 Advies en Meldpunt Kindermishandeling Het AMK geeft advies, biedt consultatie en onderzoekt vermoedens van kindermishandeling. Bij advies of consult wordt besproken in hoeverre de meldende persoon of instantie zelf mogelijkheden heeft om actie te ondernemen. Indien dit niet mogelijk is, kan het AMK besluiten nader onderzoek te doen of de casus te begeleiden naar de Raad voor de Kinderbescherming. Het AMK verzorgt zelf geen hulp, maar zorgt er wel voor dat noodzakelijke zorg in gang wordt gezet. AMK-meldingen (0-18) in de regio Zuidoost per jeugdigen (blauw) en aantal (rood) Bron: jeugdbalans cijfers van BJZ, periode NB: Cijfers afkomstig van verschillende BJZ vestigen zijn niet vergelijkbaar In de regio Zuidoost Noord-Brabant werden in meldingen gedaan bij het AMK. Dit was gemiddeld 2,8 per jeugdigen (0-18). Bron: jeugdbalans 2010 Asten Bergeijk Best Bladel Cranendonck Deurne Eersel Eindhoven Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Heeze-Leende Helmond Laarbeek Nuenen c.a. Oirschot Reusel-De Mierden Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Voorbeeld In de gemeente Asten is voor 1,3 van 1000 jeugdigen in de leeftijd van nul tot achttien jaar een melding gedaan bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (blauwe balk/verticale as links). In totaal is voor vijf jeugdigen een melding gedaan in 2010 (rode lijn/verticale as rechts). Zie voor de absolute aantallen per gemeente het overzichtsschema hieronder. K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 18

20 Jeugdbescherming Bureaus Jeugdzorg voeren zowel de vrijwillige jeugdzorg uit als de jeugdbescherming. Jeugdbescherming is een gedwongen maatregel die de rechter kan opleggen als vrijwillige hulp niet werkt. Een kind of jongere wordt dan 'onder toezicht gesteld' (OTS). Gezinsvoogden begeleiden een gezin bij de opvoeding, tot de ouders dit weer zelfstandig kunnen overnemen. Soms woont een kind daarbij tijdelijk niet meer thuis. Een andere jeugdbeschermingsmaatregel is die van de voogdij. Hij wordt door de rechter uitgesproken als bijvoorbeeld de ouders van een jeugdige zijn overleden en niemand binnen de familie de taak van hen kan overnemen. Dat kan ook gebeuren als gebleken is dat de ouders, ondanks de inzet van de gezinsvoogd, niet meer in staat zijn hun kinderen goed te verzorgen en op te voeden. Jeugdigen (0-18) met maatregel jeugdbescherming in de regio Zuidoost (gemiddeld per kwartaal) Per jeugdigen (blauw) en in aantal (rood) Bron: Jeugdbalans cijfers van BJZ, periode NB: Cijfers afkomstig van verschillende BJZ vestigen zijn niet vergelijkbaar In 2010 telde de regio Zuidoost Noord-Brabant per kwartaal gemiddeld 1109 jeugdigen met een maatregel jeugdbescherming. Dit zijn gemiddeld 7 per jeugdigen (0-18). Bron: jeugdbalans 2010 Asten Bergeijk Best Bladel Cranendonck Deurne Eersel Eindhoven Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Heeze-Leende Helmond Laarbeek Nuenen c.a. Oirschot Reusel-De Mierden Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Uitleg De cijfers over de maatregel jeugdbescherming worden in een stroomschema per kwartaal aangeleverd. Analyse van deze cijfers laat zien dat de absolute aantallen per kwartaal over het jaar 2010 nagenoeg gelijk blijven. We hebben ervoor gekozen om de gemiddelde kwartaalcijfers over het jaar 2010 te laten zien. Zo wordt voorkomen dat jeugdigen dubbel worden geteld. Voorbeeld In de gemeente Asten is het gemiddelde aantal jeugdigen met een jeugdbeschermingsmaatregel over een kwartaal in 2010 vastgesteld op 19,5 jeugdigen in de leeftijd tot achttien jaar (rode lijn/verticale as rechts). Dit komt neer op 5,2 jeugdigen per 1000 inwoners (blauwe balk/verticale as links). Zie voor de absolute aantallen per gemeente het overzichtschema. K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 19

21 Jeugdreclassering Jongeren van twaalf jaar en ouder kunnen wegens strafbaar gedrag voor de kinderrechter moeten verschijnen. Deze kan dan een straf opleggen. Dit kan een boete zijn, een taakstraf of een gevangenisstraf. Bovendien kan de kinderrechter besluiten dat de jongere begeleiding nodig heeft van een jeugdreclasseringswerker (begeleider) van Bureau Jeugdzorg. Jeugdigen (0-18) met maatregel jeugdreclassering in de regio Zuidoost (gemiddeld per kwartaal) Per jeugdigen (blauw) en in aantal (rood) Bron: Jeugdbalans cijfers van BJZ, periode NB: Cijfers afkomstig van verschillende BJZ vestigen zijn niet vergelijkbaar In 2010 telde de regio Zuidoost Noord-Brabant per kwartaal gemiddeld 297 jeugdigen met een maatregel jeugdreclassering. Dit zijn gemiddeld 2 per jeugdigen (0-18). Bron: jeugdbalans Asten Bergeijk Best Bladel Cranendonck Deurne Eersel Eindhoven Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Heeze-Leende Helmond Laarbeek Nuenen c.a. Oirschot Reusel-De Mierden Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Uitleg De cijfers over de maatregel jeugdreclassering worden in een stroomschema per kwartaal aangeleverd. Analyse van deze cijfers laat zien dat de absolute aantallen per kwartaal over het jaar 2010 nagenoeg gelijk blijven. We hebben ervoor gekozen om de gemiddelde kwartaalcijfers over het jaar 2010 te laten zien. Zo wordt voorkomen dat jeugdigen dubbel worden geteld. Voorbeeld In de gemeente Asten is het gemiddelde aantal jeugdigen met een maatregel jeugdreclassering over een kwartaal in 2010 vastgesteld op 1,25 jeugdigen in de leeftijd tot achttien jaar (rode lijn/verticale as rechts. Dit komt neer op 0,3 jeugdigen per 1000 inwoners (blauwe balk/verticale as links). Zie voor de absolute aantallen per gemeente het overzichtschema. K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 20

22 Crisisinterventie Dit hulpaanbod van Bureau Jeugdzorg is speciaal bedoeld om snel in te kunnen grijpen bij een crisissituatie, waarbij een kind (of de ouders) gevaar loopt. Als dat het geval is, dan is een medewerker van Bureau Jeugdzorg binnen twee uur ter plaatse. Hij of zij regelt dat het gezin binnen 24 uur specialistische hulp krijgt. Na indicatie van Bureau Jeugdzorg koopt de Provincie Noord-Brabant crisisplaatsen in bij jeugdzorgaanbieders. In de regio Zuidoost-Brabant zijn dit Bijzonder Jeugdwerk Brabant en De Combinatie. In totaal gaat het om zestig plaatsen met een gemiddelde verblijfsduur van één maand. Opgave van aantallen crisisplaatsen naar gemeenten is nog behandeling bij Bureau Jeugdzorg. Kindertelefoon De kindertelefoon is een organisatie binnen Bureau Jeugdzorg bestaande uit vrijwilligers waar kinderen en jongeren in vertrouwen hun verhaal kwijt kunnen en waar zij informatie en advies krijgen. De vrijwilligers worden begeleid door betaalde medewerkers. Overzichtschema aantallen jeugdigen met indicatie Bureau Jeugdzorg Gemeenten AMK Jeugdbescherming per gemiddeld kwartaal afgerond Jeugdreclassering per gemiddeld kwartaal afgerond Asten Bergeijk Best Bladel Cranendonck Deurne Eersel Eindhoven Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Heeze-Leende Helmond Laarbeek Nuenen Oirschot Reusel-De Mierden Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Bron: jeugdbalans 2010 absolute aantallen jeugdigen opgave door BJZ. K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 21

23 K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 22

24 Financiering en zorgaanbod jeugdzorginstellingen Ook voor het zorgaanbod maakt de provincie gebruik van prognosefinanciering. Deze prognosefinanciering gebeurt op basis van de geleverde output (outputfinanciering). Hiervoor registreren de jeugdzorgaanbieders in een registratiesysteem (IJZA2) op basis van landelijke bekostigingseenheden. Deze bekostigingseenheden zijn een indeling die ingericht is op het proces (de activiteiten die een hulpverlener aan een jeugdige toekent. In totaal zijn er twintig bekostigingseenheden, die binnen drie functies en acht aanspraken vallen. De bekostigingseenheden zijn opgenomen in bijlage 4. Tabel 3: prognosefinanciering zorgaanbieders 6 Prognose 2011 Begroting 2011 (in miljoenen ) Jeugdhulp trajecten ( dccu) 27,1 Verblijf pleegouder verzorgingsdagen 20,5 Verblijf zorgaanbieder deeltijd verzorgingsdagen 19,5 Verblijf zorgaanbieder 24-uurs verzorgingsdagen 56,0 Observatiediagnostiek uur 1,3 Overig (diversen, 6,6 accommodatie/vervoer en cliëntparticipatie) Totaal 131 Bron: Uitvoeringsprogramma Jeugd Provincie Noord-Brabant 2011 Puzzelen voor gevorderden In Brabant ontvangen in 2011 twaalf jeugdzorgaanbieders subsidie van de Provincie. Drie daarvan werken in de regio Zuidoost-Brabant: De Combinatie (voorheen De Combinatie Jeugdzorg en Widdonck), BJ Brabant en Neos. De Brabantse zorgaanbieders ontvangen in 2011 een subsidiebedrag van ongeveer 130,5 miljoen. De drie aanbieders in de regio Zuidoost-Brabant ontvangen gezamenlijk 42,55 miljoen. Jeugdzorgaanbieders in Zuidoost-Brabant. Begroting 2011 De Combinatie 31,6 miljoen BJ Brabant 10,6 miljoen Neos 0,35 miljoen Totaal 42,55 miljoen Bron: opgave Provincie Noord-Brabant De bedragen die aanbieders per regio nu van de Provincie ontvangen kunnen niet één op één worden doorvertaald naar toekomstige regiobedragen als de financiering van provincie overgaat naar gemeenten. Dit omdat: gemeenten niet alleen de provinciale jeugdzorg ontvangen, maar ook de jeugd-lvg en jeugd-ggz, de gesloten jeugdzorg en (activiteiten van) Bureau Jeugdzorg. Over deze middelen zal het Rijk een effiëncykorting doorvoeren; de wijze van verdeling door het Rijk nog niet helder is, wordt er verrekend op basis van gewogen jeugdigen of inwoners per gemeente? Wat worden de wegingscriteria? 6 De bedragen uit deze tabel worden gefinancierd vanuit de doeluitkering ( 127,4 miljoen) en egalisatiefonds ( 3.6 miljoen) is samen 131 miljoen. K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 23

25 de provincie zorg inkoopt op Brabants niveau. Aanbieders werken niet sec voor een regio, maar sommige ook over grenzen heen. Zo werkt de Widdonck (nu onderdeel Combinatie, budgetdeel Widdonck was 8 miljoen) zowel voor de regio Noordoost- als Zuidoost-Brabant. Zorgvormen Vrijwillige provinciale jeugdzorg is als volgt onderverdeeld naar zwaarte van het hulpaanbod. In de jeugdzorg bestaan drie vormen van zorg. 1. Jeugdhulp Behandeling of begeleiding van een jeugdige, gericht op het oplossen, verminderen of voorkomen van verergering dan wel het omgaan met de gevolgen van psychosociale, psychische of gedragsproblemen. Behandeling of begeleiding van een cliënt, niet zijnde een jeugdige, gericht op het verkrijgen van zodanige vaardigheden dat hij aan de psychosociale, psychische of gedragsproblemen in het gezin het hoofd kan bieden. Aanspraken van zorg 1. Jeugdhulp thuis, individueel Individuele jeugdhulp thuis biedt de jeugdige hulp in de eigen omgeving van het gezin als alternatief voor een uithuisplaatsing. 2. Jeugdhulp op accommodatie van de zorgaanbieder, individueel Individuele jeugdhulp kan ook op de locatie van de zorgaanbieder plaatsvinden. De jeugdige krijgt dan overdag hulp in een gebouw ofwel accommodatie die door de zorgaanbieder wordt gefinancierd. 3. Jeugdhulp op accommodatie van de zorgaanbieder, groep Met groepsjeugdhulp oefenen jeugdigen gedragsalternatieven onder leiding van de zorgaanbieder. 2. Verblijf Het aan een jeugdige gedurende het etmaal of een deel daarvan bieden van verblijf met een passend pedagogisch klimaat bij een pleegouder of in een accommodatie van een zorgaanbieder. Aanspraken van zorg Binnen verblijf worden vier aanspraken onderscheiden: 1. Verblijf deeltijd Er is maar één soort verblijf dat niet van permanente aard is en per uur wordt geregistreerd en afgerekend. 2. Verblijf 24 uur Permanent verblijf in een accommodatie van een zorgaanbieder en is ingedeeld in acht verschillende bekostigingseenheden. 3. Verblijf pleegouder deeltijd Bij pleegzorg verblijven de jeugdigen in een pleeggezin dat een veilige omgeving biedt. De pleegouders vangen de jeugdige op voor een aantal uren per dag. De zorg wordt per uur geregistreerd en afgerekend. a. Deeltijd pleegzorg (PL1) 4. Verblijf pleegouder 24 uur Als de pleegouders 24 uur per dag, parttime of de gehele week voor de jeugdige zorgen is er sprake van pleegzorg van permanente aard. K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 24

26 3. Observatiediagnostiek Het onderzoeken van een jeugdige gericht op het verkrijgen van gegevens die een stichting nodig heeft voor het nemen van een indicatiebesluit. Observatie wordt uitgevoerd in een pleeggezin of (semi)residentiële voorziening en is altijd ten behoeve van een adequate indicatiestelling als Bureau Jeugdzorg met de haar ter beschikking staande diagnostische mogelijkheden het gedrag en de vaardigheden van de jeugdige onvoldoende kan beoordelen Jeugdigen (0-18) in de jeugdzorg in de regio Zuidoost (gemiddeld per kwartaal) Per jeugdigen (blauw) en in aantal (rood) Bron: Provincie Noord-Brabant, periode NB: cijfers kunnen in gemeenten waar een jeugdzorginstelling gevestigd is onevenredig hoog zijn, omdat jongeren die in residentiële zorg zijn, tijdelijk in die gemeente wonen en daar ook tijdelijk worden ingeschreven In 2010 telde de regio Zuidoost Noord-Brabant per kwartaal gemiddeld jeugdigen in de jeugdzorg. Dit zijn gemiddeld 10 per jeugdigen (0-18) Bron: jeugdbalans Asten Bergeijk Best Bladel Cranendonck Deurne Eersel Eindhoven Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Heeze-Leende Helmond Laarbeek Nuenen c.a. Oirschot Reusel-De Mierden Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Voorbeeld In de gemeente Asten staan in 2010 gemiddeld per kwartaal 7,5 van 1000 jeugdigen in de leeftijd van nul tot achttien jaar ingeschreven die een zorgaanbod krijgen met indicatie van Bureau Jeugdzorg (blauwe balk/verticale as links). In totaal staan 28 jeugdigen met een zorgaanbod in de gemeente Asten ingeschreven in een gemiddeld kwartaal in 2010 (rode lijn/verticale as rechts). K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 25

27 1 e Kwartaalrapportage (indicatiestelling voor hulpaanbod naar zwaarte ingedeeld) Gemeenten Ambulant Daghulp Observatie- diagnostiek Pleegzorg Residentieel Totaal Asten Bergeijk Best Bladel Cranendonck Deurne Eersel Eindhoven Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Heeze-Leende Helmond Laarbeek Nuenen Oirschot 0 Reusel-De Mierden Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Bron: provincie Noord-Brabant K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 26

28 2 e Kwartaalrapportage (indicatiestelling voor hulpaanbod naar zwaarte ingedeeld) Gemeenten Ambulant Daghulp Observatie- diagnostiek Pleegzorg Residentieel Totaal Asten Bergeijk Best Bladel Cranendonck Deurne Eersel Eindhoven Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Heeze Leende Helmond Laarbeek Nuenen Oirschot Reusel-De Mierden Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Bron: provincie Noord-Brabant Zorgzwaarte Bovenstaande tabellen laten een grofmazige indeling zien van het aantal jeugdigen per gemeente die gebruik maken van jeugdzorg. In deze inventarisatie is de verdeling van de twintig bekostigingseenheden ten behoeve van de behandeling van een kind niet meegenomen. Dit vraagt nog een verdere verdiepingsslag. Beleidontwikkelingen In verband met de transitie van de jeugdzorg werkt het SCP aan een nieuw verdeelmodel zodat dit model ook in de toekomst de basis kan bieden voor de verdeling van de jeugdzorgmiddelen. Het nieuwe model wordt een integraal model dat een verdeelsleutel voor alle middelen voor de brede jeugdzorg zal opleveren. Daarom zal het SCP het verdeelmodel baseren op een grootschalige jeugdenquête onder circa respondenten. Hiermee wordt het ook mogelijk om in tegenstelling tot het huidige model een verdeling op basis van de vraag op te stellen. Over de vormgeving en toepassing van het model vindt nog overleg plaats tussen het Rijk en de VNG. Het nieuwe verdeelmodel zal in 2012 gereed zijn. K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 27

29 K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 28

30 Financiering en zorgaanbod gesloten jeugdzorg Doel Gesloten Jeugdzorg bestaat uit zorg en behandeling van jeugdzorginstellingen voor jeugdigen tot 21 jaar met ernstige opgroeiproblemen of opvoedingsproblemen. Deze vorm van zorg wordt ook wel Jeugdzorg Plus genoemd. Korte omschrijving Gesloten jeugdzorg is bedoeld voor jongeren met zulke ernstige gedragsproblemen dat ze bescherming nodig hebben voor zichzelf of voor anderen. De soorten zorg die verleend worden, zijn: gedwongen opname; gesloten verblijf; gedwongen behandeling. Wet- en regelgeving Wet op de Jeugdzorg Bestuursakkoord Rijk blijft toezicht houden op onder meer de gesloten jeugdzorg, verplichte maatregelen van jeugdbescherming en jeugdreclassering en mogelijk op sommige vormen van gespecialiseerde zorg. De mate van toezicht is afhankelijk van de zorgzwaarte en/of mate van ingrijpen. Rijk en VNG werken dit verder uit. Indicatiestelling Bureau Jeugdzorg geeft een indicatie af waarin staan welke vorm van zorg de jeugdige nodig heeft. Voor een indicatie gesloten jeugdzorg moet een gedragswetenschapper instemmen. Daarna wordt de zaak voorgelegd aan de kinderrechter. De kinderrechter beslist of een jeugdige moet worden opgenomen in een gesloten jeugdzorginstelling en geeft een 'machtiging gesloten jeugdzorg' af. Een jeugdige kan gedwongen worden opgenomen. Er is geen toestemming van de jongere of de ouders nodig. Financiering Instellingen voor Gesloten Jeugdzorg worden rechtstreeks gefinancierd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Hierbij wordt de systematiek van plaatsbekostiging (= aantal plaatsen x prijs. De prijs is niet gelijk per accommodatie) gebruikt. Budgetten en aantallen jeugdigen In het Zorggebied Zuid (Zeeland/Noord-Brabant/Limburg) zijn er in totaal 352 plaatsen. Aanbieder in Noord- Brabant is PaljasPlus (Tender Jeugdzorg en BJ Brabant ). K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 29

31 Opmerking In deze inventarisatie is de verdeling van jeugdigen per gemeente die gebruik maken van gesloten jeugdzorg niet meegenomen. Dit vraag nog een extra verdiepingsslag. K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 30

32 Financiering en zorgaanbod licht verstandelijk handicap (LVG-jeugd) In het kader van de transitie jeugdzorg wordt onderscheidt gemaakt tussen instellingen die in het voorliggende veld taken uitvoeren waarvoor geen indicatiestelling nodig is zoals MEE-instellingen en de instellingen die jeugdzorgtaken uitvoeren waarop jeugdigen aanspraak maken nadat indicatiestelling heeft plaatsgevonden. MEE-instelling De MEE-instelling Zuidoost-Brabant is in deze inventarisatie niet meegenomen omdat deze ondersteuning biedt aan LVG-jeugdigen waarbij geen indicatiestelling nodig is. Er wordt wel getoetst of iemand onder de doelgroep van MEE valt. De MEE-instelling wordt gefinancierd vanuit de Regeling subsidies Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Op basis van deze regeling vragen MEE organisaties ieder jaar subsidie aan bij het College zorgverzekeringen voor de volgende drie activiteiten: collectieve cliëntondersteuning; individuele cliëntondersteuning; coördinatie van projecten integrale vroeghulp. Beleidswijzigingen Vanaf 1 januari 2012 is het persoonsgebonden budget van de AWBZ alleen nog bestemd voor mensen die van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) een verblijfsindicatie hebben gekregen. Het gaat om mensen die zoveel zorg nodig hebben, dat verblijf in een verpleeghuis of verzorgingstehuis wordt aangeraden. Cliënten met een AWBZ-indicatie voor persoonlijke verzorging en/of verpleging, zijn vanaf uiterlijk 1 januari 2014 aangewezen op zorg in natura. Cliënten met een AWBZ-indicatie voor begeleiding of dagbesteding, zijn vanaf 1 januari 2014 aangewezen op begeleiding vanuit de gemeente, op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Cliënten met een PGB, maar geen AWBZ-indicatie voor verblijf, krijgen vanaf uiterlijk 1 januari 2014 geen PGB meer. Dagbesteding, begeleiding en jeugdzorg van Rijk naar gemeenten De functies dagbesteding en begeleiding worden overgeheveld van de AWBZ naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het kabinet vindt dat deze functies het best dichtbij de cliënt geregeld kunnen worden. De gemeenten, die de Wmo uitvoeren, staan dichterbij de cliënt en kunnen dus meer maatwerk leveren. Vanaf 2013 worden gemeenten verantwoordelijk voor nieuwe cliënten van de dagbesteding en begeleiding, vanaf 2014 voor alle cliënten. Jeugdzorg uiterlijk in 2016 van Rijk naar gemeenten Uiterlijk per 1 januari 2016 worden alle voorzieningen voor jeugdzorg die nu nog onder de AWBZ vallen, overgeheveld naar de Wmo. Zo krijgen jeugdigen en hun begeleiders één aanspreekpunt. Gemeenten kunnen zo beter maatwerk leveren. K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 31

33 Toegang AWBZ zwakbegaafden vanaf 2013 beperken Het kabinet onderzoekt hoe vanaf 1 januari 2013 de toegang tot de AWBZ kan worden beperkt voor mensen met een IQ tussen de 70 en 85 (zwakbegaafden). Het kabinet wil dat de zorg voor deze mensen dichterbij en meer vanuit het eigen sociale netwerk wordt georganiseerd. Met dergelijke steun kan een deel van deze groep cliënten zonder begeleiding deelnemen aan de maatschappij. Dit helpt tevens om de AWBZ ook in de toekomst betaalbaar te houden. Betaling wonen en zorg scheiden Het kabinet wil vanaf 2014 in de AWBZ 'scheiden van wonen en zorg' invoeren. Dit houdt in dat cliënten zelf de betaling van hun woonlasten (huur) regelen. De overgang naar scheiden van wonen en zorg wordt gefaseerd ingevoerd. Scheiden van wonen en zorg heeft voordelen voor bewoners en zorginstellingen: Bewoners krijgen meer keuzevrijheid. Zij kunnen kiezen tussen kleiner wonen (en minder woonlasten), of groter wonen (met hogere lasten). Zorginstellingen kunnen meer rekening houden met de woonwensen van cliënten. Omdat cliënten zelf de woonlasten gaan betalen, hoeven ze straks minder eigen bijdrage aan de zorginstelling te betalen. Bewoners die de woonlasten niet kunnen dragen, komen in aanmerking voor huurtoeslag. Bij de scheiding van wonen en zorg mag de achterblijvende partner er financieel niet op achteruitgaan ten opzichte van het huidige systeem. Ook moeten er voldoende eenpersoonskamers beschikbaar zijn. Uitvoering AWBZ door zorgverzekeraars Op dit moment voeren zorgkantoren de AWBZ uit. Per 1 januari 2013 nemen de zorgverzekeraars de taken van de zorgkantoren over. De uitvoering van de AWBZ door zorgverzekeraars heeft voordelen: De verzekeraar wordt voor de cliënt hét aanspreekpunt voor de zorg. Er is dus sprake van nog maar één loket voor de cliënt. Cliënten krijgen meer invloed omdat verzekeraars rechtstreeks aanspreekbaar zijn en omdat ze jaarlijks van zorgverzekeraar kunnen wisselen. Naar verwachting kunnen zorgverzekeraars bij de zorginkoop een betere zorginhoudelijke samenhang tussen de cure (Zorgverzekeringswet of Zvw) en de care (AWBZ) realiseren. Dit is van belang voor cliënten die zowel Zvw- als AWBZ-zorg nodig hebben, zoals ouderen en chronisch zieken. De uitvoering van de AWBZ door de zorgverzekeraars past bij de omslag die het kabinet wil maken: naar een meer cliëntgerichte zorg met een goede prijs-kwaliteitverhouding. Wettelijke verankering persoonsgebonden budget Het persoonsgebonden budget (PGB) biedt cliënten een grote keuzevrijheid om de zorg in te richten zoals zij dat willen. Om dit recht onverkort te handhaven wordt de PGB-subsidieregeling opgeheven en wordt het PGB wettelijk verankerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de bestaande budgetten van het PGB. Van handelingsfinanciering naar uitkomstfinanciering voor de AWBZ De huidige wijze van financiering per handeling in de AWBZ wordt veranderd in financiering op resultaat. Zo komt de behoefte van de patiënt centraal te staan. Dit leidt tot meer innovatie, minder bureaucratie op de werkvloer (zoals minutenregistraties), betere kwaliteit en meer doelmatigheid. K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 32

34 Eigen bijdrage hulp AWBZ Volwassenen die AWBZ-hulp krijgen via het zorgkantoor moeten daarvoor een eigen bijdrage betalen. Kinderen hoeven geen eigen bijdrage te betalen. Hoe hoog de eigen bijdrage is, hangt af van inkomen, leeftijd en gezinssituatie. Het Centraal Administratiekantoor (CAK) rekent uit wat per persoon de maximale eigen bijdrage is. Wie die berekening zelf wil maken, kan dat eenvoudig doen op de website van het CAK. Eigen bijdrage voor begeleiding Een van de zorgfuncties binnen de AWBZ is begeleiding. Sinds 2010 betalen volwassenen een eigen bijdrage voor begeleiding. Eigen bijdrage bij verblijf in een AWBZ-instelling Mensen die zorg krijgen in een AWBZ-instelling, zoals een verpleeghuis, betalen in 2011 maximaal een eigen bijdrage van 2097,40. In 2010 was de maximale eigen bijdrage 2.081,60. Eigen bijdrage Wmo Een eigen bijdrage geldt ook voor hulp gefinancierd uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Mensen die van zowel de AWBZ als de Wmo gebruikmaken, moeten dus twee eigen bijdragen betalen. Die twee bedragen mogen samen nooit hoger worden dan de maximale eigen bijdrage die iemand voor één van die twee zou moeten betalen. Orthopedagogische behandelcentra In Nederland bieden 21 Orthopedagogische Behandelcentra een gespecialiseerd aanbod van behandeling en begeleiding van jeugdigen (leeftijd in de regel tussen de 4 en 23 jaar) met een gemeten IQ tussen de 50 en 85. Het zijn jeugdigen met een licht verstandelijke handicap en beperkte sociaal-emotionele ontwikkeling die vaak psychiatrische en gedragsproblematiek vertonen, kortweg LVG-jeugd genoemd. Wet- en regelgeving AWBZ. Financiering Het AWBZ budget voor de Orthopedagogische Behandelcentra bedraagt zo n ,--. De hulp wordt gefinancierd vanuit de AWBZ en wordt geboden in de vorm van intramurale behandeling (zorgzwaartepakketten LVG-behandeling), dagbehandeling en behandelingsbegeleiding in de gezinssituatie. Daarnaast is er sprake van PGB s die in de praktijk waarschijnlijk veel worden ingezet voor bed, bad en brood in particuliere voorzieningen. Daarbij gaat het dan om jeugdigen waarvoor geen plek is in de reguliere jeugd)zorg, maar die ergens ondergebracht moeten worden vanwege problemen die ze in de omgeving hebben of geven. K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 33

35 Basisrapportage AWBZ extramurale zorgomvang Omschrijving In de CIZ Basisrapportage AWBZ wordt gerapporteerd over aantallen cliënten die op een vastgesteld moment een geldige aanspraak hebben op AWBZ-zorg. Iedere cliënt kan slechts één geldig besluit hebben, maar opvolgend in de tijd over verschillende geldige besluiten beschikken. Belangrijk is dat ook de Bureaus Jeugdzorg indicaties afgeven voor AWBZ-zorg. Zij indiceren ondermeer kinderen jonger dan achttien jaar met een psychiatrische aandoening. Een tweede aandachtspunt, met betrekking tot de cijfers hieronder, is dat het aantal cliënten met aanspraak op AWBZ-zorg in een gemeente niet overeen hoeft te komen met het aantal cliënten dat daadwerkelijk zorg consumeert in die gemeente. Het kan dat geïndiceerde zorg niet wordt geconsumeerd. Een cliënt kan een indicatie hebben zonder die te verzilveren bij een zorgaanbieder. Daarnaast kan een verschil optreden als cliënten in en andere gemeente hun zorg consumeren dan waar zij woonachtig zijn. Bijvoorbeeld, kinderen die in een gemeente wonen worden naar de dagopvang gebracht in een buurgemeente. Een derde aandachtspunt is dat van een cliënt meerdere grondslagen kunnen worden geregistreerd. Bijvoorbeeld als iemand zowel een psychiatrische (PSY) als een verstandelijke handicap (VH) heeft. Eén ervan wordt aangewezen als de dominante grondslag. Deze wordt vastgesteld op grond van de zwaarstwegende beperking. Bij het aanvragen van AWBZ-zorg kiest de cliënt welke leveringsvorm zijn voorkeur heeft: Persoonsgebonden budget (PGB) of zorg in natura (ZIN). In een indicatiebesluit dat meerdere functies omvat, kan voor iedere functie een leveringsvorm gekozen worden. Hierdoor is het mogelijk dat een indicatiebesluit zowel de voorkeursleveringsvorm PGB als ZIN bevat. 1. Zorg in natura (ZIN) 2. Persoonsgebonden budget (PGB) 3. Combinatie PGB en ZIN Belangrijk is dat de hieronder gepresenteerde voorkeursleveringsvorm niet overeen hoeft te komen met de uiteindelijke leveringsvorm. Die wordt namelijk in afstemming met het zorgkantoor bepaald en kan afwijken van de leveringsvorm van voorkeur. Ook bij een intramurale indicatie kan de cliënt zijn voorkeursleveringsvorm aangeven, al kiezen cliënten meestal voor zorg in natura. Echter, de voorkeursleveringsvorm wordt wel geregistreerd in het besluit, maar deze informatie is (nog) niet beschikbaar in het gegevensbestand waarop deze Basisrapportage AWBZ is gebaseerd. Opmerking De CIZ Basisrapportage heeft betrekking op jeugdigen die op de peildatum jonger dan achttien jaar zijn. Jeugdigen vanaf achttien jaar vallen onder de leeftijdscategorie volwassen. Verdere uitsplitsing van jeugdigen in een leeftijdscategorie van bijvoorbeeld jaar is een verdiepingsslag die extra inzet vergt en is derhalve in deze startfoto niet gemaakt. K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 34

36 Begeleiding individueel Aantal Uren p/w Begeleiding Kortdurend verblijf Pers. verzorging Verpleging Groep Aantal d.d p/w Aantal Etmalen p/w Aantal Uren p/w Aantal Uren p/w Asten 7 Psy LG 35 2,4 30 2,5 20 1,1 13 3,2 2 4,3 Bergeijk 2 Psy LG 24 3,0 24 3,6 19 1,2 12 6,3 2 2,3 Best 15 Psy LG 45 2,9 24 7,2 28 1,1 17 4,4 1 0,5 Bladel 19 Psy 2 2,0 2 1,5 2 1, LG 28 2,5 20 2,8 20 1,1 5 7,7 0 0 Cranendonck 7 Psy LG 37 3,0 28 2,9 23 1,1 10 4,1 1 0,5 Deurne 32 Psy 3 3,8 2 2,0 2 1, LG 69 2,2 57 2,8 42 1,1 18 3,8 2 1,8 Eersel 21 Psy 2 7,0 2 1,5 1 2,0 1 1,0 1 1,5 LG 39 3,7 39 2,5 32 1,0 14 6,8 0 0 Eindhoven 105 Psy 8 4,6 5 3,8 5 1,0 1 3,0 0 0 LG 351 2, , , ,8 11 3,1 Intramurale Extramurale zorgomvang zorgomvang Gemeente Zorggrondslag Geldrop- 21 Psy 3 4, , Mierlo LG 72 3,6 61 3,1 44 1,1 20 6,4 1 1,5 K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 35

37 Intramurale Extramurale zorgomvang zorgomvang Gemeente Zorggrondslag Begeleiding individueel Begeleiding Kortdurend verblijf Pers. verzorging Verpleging Groep Gemert-Bakel 26 Psy 1 8, LG 62 2,9 49 2,9 43 1,2 16 5,6 2 2,3 Heeze-Leende 27 Psy 1 3,0 1 2,0 1 1,0 1 1,0 0 0 LG 19 2,8 18 4,6 16 1,2 15 5,3 2 3,0 Helmond 56 Psy 6 2,8 3 1,3 1 1,0 1 8,5 0 0 LG 205 2, , ,1 40 6,1 6 3,6 Laarbeek 10 Psy 3 3,0 1 3,0 1 1, LG 37 3,3 26 2,8 29 1,1 15 6,2 1 0,5 Nuenen 11 Psy 2 2, LG 37 3,2 33 3,5 30 1,1 18 6,2 1 1,5 Oirschot 9 Psy 2 3,0 2 2,0 2 1, LG 26 2,6 27 2,5 24 1,1 13 4,5 0 0 Reusel-De 8 Psy Mierden LG 20 2,6 17 2,2 13 1,1 5 4,6 1 3,0 Someren 7 Psy 2 1,0 2 2,5 2 1, LG 38 3,2 32 2,7 24 1,3 14 6,6 0 0 Son en 25 Psy 4 4,4 2 4,0 2 1,0 1 1,0 0 0 Breugel LG 31 2,6 26 4,0 26 1,1 12 7,5 1 1,1 Valkenswaard 11 Psy 5 2,2 1 2,0 2 1, LG 43 2,7 33 2,8 25 1,2 14 4,0 0 0 K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 36

38 Gemeente Zorg- Intramurale zorgomvang grondslag Begeleiding individueel Begeleiding Groep Extramurale zorgomvang Kortdurend verblijf Pers. verzorging Verpleging Veldhoven 19 Psy 4 3,1 2 2,5 2 1,0 1 3,0 0 0 LG 69 2,5 57 2,7 48 1,1 28 4,9 2 0,5 Waalre 6 Psy 3 3, Bron: basisrapportage AWBZ Peildatum LG 29 3,7 23 2,8 20 1,3 13 5,9 0 0 K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 37

39 K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 38

40 Financiering en zorgaanbod GGZ-Jeugd De jeugd-ggz biedt hulp aan jeugdigen met psychiatrische stoornissen en psychische problemen. Instellingen voor jeugd-ggz verrichten de volgende kerntaken: diagnostiek; behandeling en begeleiding; advisering en consultatie; preventie. Wet- en regelgeving Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Zorgverzekeringswet Korte omschrijving Instellingen voor jeugd-ggz zijn actief op de volgende niveaus. Eerste lijn De inzet van de jeugd-ggz in de eerste lijn is er op gericht een analyse te maken van de problematiek en een gepaste interventie voor te stellen. Tweede lijn De tweedelijnszorg komt in beeld als er sprake is van ernstige en complexe problematiek en er behoefte is aan specialistische deskundigheid. In de Zorgverzekeringswet is sprake van recht op tweedelijns GGZ als er een verwijzing is van een (huis-)arts, medisch specialist, eerstelijns psycholoog of Bureau Jeugdzorg. Derde lijn Een klein deel van de patiënten in de gezondheidszorg heeft behoefte aan zeer gespecialiseerde zorg in de derde lijn vanwege hoog complexe aandoeningen. Het gaat dan om zogenaamde topklinische of topreferente zorg. Indicatiestelling Voor jeugdigen met een psychiatrische grondslag indiceert het Bureau Jeugdzorg in principe tot achttien jaar. Vanaf achttien jaar indiceert het CIZ. Alleen als een kind naast een psychiatrische stoornis ook een (licht) verstandelijke handicap heeft (dit is een IQ tot ongeveer 85), is het CIZ de aangewezen partij zijn om de indicatie uit te voeren. Zie ook onder hoofdstuk licht verstandelijk handicap basisrapportage AWBZ. Financiering Bekostiging van de jeugd-ggz vindt plaats via de volgende financieringsvormen. Zorgverzekeringswet De financiering van kortdurende behandeling gericht op genezing (ambulant of maximaal één jaar klinisch) gebeurt via de Zorgverzekeringswet. Hierbij wordt gebruik gemaakt van Diagnose Behandeling Combinaties (DCB's). Een Diagnose Behandeling Combinatie (DCB) is een vooraf gedefinieerd gemiddeld zorgproduct dat de zorgverlener selecteert op basis van de zorgvraag van de patiënt. Een DCB bevat informatie over de K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken 39