De duinen in dynamisch perspectief

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De duinen in dynamisch perspectief"

Transcriptie

1 De duinen in dynamisch perspectief Mark van Til, Pieter Ketner, Fedde Boersma & Luc Geelen De laatste decennia wordt in toenemende mate moeite gedaan de sluipende verruiging van natuurgebieden in Nederland een halt toe te roe pen. Aanvankelijk manifesteerde de verruiging zich als vergrassing van heidevelden en kalkgraslanden (Heil & Diemont, 1983; Bobb ink, 1991 ), maar de laatste jaren komen er ook steeds meer berichten over vergrassing en struweeluitbreiding uit de duinen. In samenwerking met beheerders worden onderzoeksprogramma's uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in de onderliggende processen. Een sterke afname van de dynamiek wordt als een belangrijke oorzaak gezien van deze verruiging. In verschillende duingebieden wordt geëxperimenteerd met beheersmaat regelen om een passend antwoord op de nivellering te vinden. In dit artikel wordt ingegaan op deze problematiek in de Amsterdamse Waterlei dingduinen (AWD). Het overheidslwl!:'id is sinels HHJO gericht op het bevorderen van de natuurlijke dynamiek in de duinen (Min. LNV, HJ00; Min. VW, 1990). Met name' verstuiving wordt gezien als één van de sleutelfactoren voor herstel, ontwikkeling en behoud van de diversiteit in duinecosystemen (Bakker ct al., 1981 ). In de ecosysteemvisie voor cle duinen wordt voor epn natuurlijk zelfregulerend duinlandschap een oppervlakte van 10 tot 30% onbegroeid duin genoemd (Janssen & Sahnan, 19D2). Herstel van de natuurlijke dynamiek wordt beschouwe! als een belangtijk hulpmiddel bij het terugdringen van ongewenste ontwikkeling!:'n als vergrassing en uitbreiding van struweel. In het kader van het onderzoek naar effectgerichte maatregelen tegen eutrofiëring en verzuring van droge duinen zijn verstuivingen geïnitieerd en is begrazing ingpsteld (Vettegaal ct al., 1D03; van der Metden et at., 19fJG ). In dit artikel wordt ing!:'gaan op de vraag of er ruimte is voor een dynamisch duinlandschap, binnen de voor belangrijke delen van cle vastelandsduinen gelelende randvoorwaarden van kustverdediging en waterwinning. Daartoe is retrospectief ancierzoek geelaan naar de vegetatieontwikkeling in de Amsterdamse Waterleidingduinen met de volgende onderzoeksvragen: 1. Hoe is de ontwikkeling van vegetatie en verstuivingen in de periode ? 2. Zijn kleinschalige maatregelen toereikend om de landschapsvornwnde processen weer tot leven te brengen? 3. Wat is het toekomstperspectief van de natuurlijke verstuivingsdynamiek'? Dynamiek in de vastelandsduinen: verleden en heden De duinen vornwn één van de grootste aaneengesloten natuurgebieden in Nederland en zijn uniek door hun grote diversiteit op het gebied van geomorfo logie, landschap, flora Ir. M. ven Til en ir. LH.W.T. Gealen zijn wertczaam bij Gemeentewaterleidingen Amsterdam, Vogelenzangseweg BA Vogelenzang. Dr. P. Ketnar was als begeleider jarenlang betrol<ken bij het ecologisch onderzoek in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Hij is wertczaam bij de leerstoelgroep Natuurbeheer Tropen en Ecologie van Venebraten binnen het departement Omgevingswetanschappen van Wageningen Universiteit, Bornsesteeg 69, 6108 PO Wageningen. Ir. S.F. Buer was student bij Gemeente-

2 Figuur 1 Vastleggingsbeheer in de Amsterdamse Waterleidingduinen in de jaren dertig (dia: F. Quené, Archief GW). Figure 1 Sand fixation in the Amsterdam Watersupply Dunes in the thirties. LANDSCHAP L 238 en fauna en redelijke mate van natuurlijkheid (Adliani & van der Maar el, 1968). De Nederlandse duinen nemen ook in internationaal opzicht een belangrijke plaats in (Janssen & Salman, 1992). Zij bestaan grotendeels uit Jonge Duinen, die vanaf de 10 eeuw gevom1d zijn in drie fasen van grootschalige verstuiving (Doing, 1988). Op sommige plaatsen dagzomen de Oude Duinen nog (Bakker el al., 1981). Behalve door natuurlijke invloeden traden periodiek verstuivingen op als gevolg van menselijk handelen (Klijn, 1981; Doing, 1988). Intensieve beweiding en houtkap leidden al in de Middeleeuwen tot overexploitatie van de duinen, analoog aan de situatie op de binnenlandse zandgronden (Koster, 1978). Verstuivingen moesten vastgelegd worden op basis van landsverordeningen (van der Putten, 1989; Klapwijk, 1996), omdat zij een bedreiging vormden voor de aangrenzende nederzettingen en landbouwgronden (van der Meulen & Wanders, 1984; Baeyens & Duyve, 1991). Na de Middeleeuwen werden de duinen in steeds toenemende mate gebruikt door omwonenden. Er werd niet alleen gejaagd, maar ook beweid. Lokaal bedreven boeren akkerbouw, waarvoor zij zich zelfs in het middenduin vestigden (Baeyens & Duyve, 1991; Roos, 1995). De toename van het duingebruik vergde een steeds grotere inspanning ten behoeve van het vastleggingsbeheer. Verstuivingen werden vooral bestreden door Helm CAmnwphila arena1'ia) te planten en (takken)schermen te plaatsen, onder andere van Duindoorn (Hippophae rlwmnoides). Al in de loop van de 19e eeuw werden de eerste naaldbossen aangeplant (van Steijn, 1933). Pas met de introductie van andere functies, zoals de waterwinning vanaf 1850, werd het vastleggingsbeheer verder aangescherpt (figuur 1). Na de stormvloed van 1953 werd de zeereep opgehoogd tot Deltahoogte en vastgelegd met Helm om het achterland tegen de zee te beschermen. Hiermee behoorden grootschalige verstuivingen evenals de directe invloed van de zee in de vastelandsduinen ~ tot het verleden. In het steeds verder gestabiliseerde duinlandschap kwam de vegetatiesuccessie pas goed op gang na het verdwijnen van de duinbeweiding in het begin van de twintigste eeuw (van Dorp et al., 1985). De aanleg van infiltratievelden en de infiltratie met eutroof rivierwater in verschillende duingebieden leidde niet alleen tot de achteruitgang van droge duingraslanden (Boerboom, 1957), maar ook tot de vorming van ruigte en struweel in (opnieuw) vochtige duinvalleien (Londo, 1975; van Dijk & Grootjans, 1993). Daarnaast heeft de stikstofdepositie de groei van met name hoge grassen als Duinliet (Calamagrostis epigejos), Zandzegge (Ca1 ex arenari.a) en Helm gestimuleerd (Verte gaal rt al., 1991; van der Meulen et al., 1996). Het aanvankelijk open duinlandschap groeide in toenemende mate dicht en jonge successiestadia werden steeds schaarser (Ehren burg et al., 1988; Janssen & Salman, 1992). Echter, vooral door de afname van de konijnenstand in de jaren vijftig traden grote v r ande1ingen op in de vegetatie (Zeevalking Fresco, 1977; van Groenendaal et al., 1982; van der Maarel et al., 1985). Ruigten, struwe Jen en bossen zijn in sommige c!uil'lgebiedru beeldbepalend geworden (van der Meulen t al., 1996; van Dorp et al., 1985). Het stringen te vastleggingsbeheer leidde tot nivellering er achteruitgang van het duinecosysteem. S in~ eind jaren zeventig worden verstuivinge weer toegelaten en soms zelfs geïniti< er 16/4

3 (Jungerius & van der Meulen, 1989). Sindsdien is het aantal stuifkuilen weer toegenomen, mede onder invloed van beweiding (Ehrenburg et al., 1995). Amsterdamse Waterleidingduinen De AWD liggen tussen de dorpen Zandvoort, Vogelenzang en Noordwijkerhout (figuur 2) en worden beheerd door Gemeentewaterleidingen Amsterdam. Met een oppervlakte van 34 km 2 vormt het gebied een belangrijke schakel in de vastelandsduinen met een bijzonder rijk geschakeerd duinlandschap (zie kader). In de dichtbevolkte Randstad heeft het daarnaast een belangrijke functie als recreatiegebied en als zeewering. De AWD kennen een lange geschiedenis van gebruik door de mens. Het gebied werd langdurig gebruikt voor de jacht, houtkap, beweiding en akkerbouw (Baeyens & Duyve; 1991). In 1851 werd begonnen met de waterwinning. In het zuidelijk deel van de AWD, de Luchterduinen, werden het Van Limburg Stirumkanaal en het Oesterkanaal aangelegd (zie figuur 2). Veel duinvalleien zijn verdroogd door de onttrekking van grondwater, maar ook de drooglegging van de Haarlemmermeer en zandwinning langs de duinzoom hebben hieraan bijgedragen. Tot de start van de infiltratie van voorgezuiverd rivierwater in de jaren vijftig is de grondwaterstand zeer laag geweest. Daarna trad slechts een licht herstel op (Stuyfzand, 1993). In de AWD worden verschillende beheersmaatregelen uitgevoerd voor behoud en bevordering van de diversiteit van flora en fauna. Voor een goede onderbouwing en evaluatie van het natuurbeheer in de AWD wordt al geruime tijd retrospectief onderzoek gedaan naar de landschaps- en vegetatieontwikkeling. Deze kennis wordt aangewend voor het opstellen van beheersvisies (Ehrenburg & Baeyens, 1992; van der Maarel et al., 1985; van der Meulen et al., 1996). Het onderzoek was aanvankelijk gericht op de Luchterduinen (Ehrenburg et al., 1988; Appelman et al., 1990) en geeft niet alleen inzicht in de vegetatieontwikkeling, maar ook in de verstuivingsdynamiek. Elders in de AWD zijn de effecten van begrazing geëvalueerd (Eh renburg et al., 1995). In 1996 is het onderzoek naar de vegetatieontwikkeling in de Luchterduinen afgesloten (Boersma, 1996). Dit onderzoek vormt de basis voor het onderhavige artikel. Methode Om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de vegetatie en de verstuivingsdynanl.iek in de AWD is gekozen voor sequentiële luchtfotoanalyse, aangezien meerjarige meetreeksen van de vegetatie in het veld vrij we I ontbreken. Van de Luchterduinen (ruim 1200 ha) zijn luchtfoto's uit 1938, 1958, 1968, 1979, 1985 en 1990 beschikbaar, variërend in schaal van 1: tot 1: De handmatige interpretatie van de luchtfoto's is gebaseerd op de bedekking van de verschillende vegetatielagen (verticale stmctuur). Voor de typering van de structuureenheden werd gebruik gemaakt van de in tabel 1 weergegeven sleutel. Door Belangrijkste criteria bedekking en hoogte la. boomlaag;:: 35% (bomen:> 4 m) b. boomlaag < 35%: a. struiklaag <: 65% b. struiklaag ;:: 35% c. struiklaag < 35%: a. bedekking zand < 65% b. bedekking zand <: 65% Figuur 2 Ligging van de Amsterdamse Waterleidingduinen, de Luchterduinen en het zuid westelijk deelgebied. Figure 2 Situation of the Amsterdam Watersupply Dunes, the Luchterduinen and the southwestern part of the study area. Tabel1 Vereenvoudigde sleutel voor luchtfoto interpreta tie. Table 1 Simplified key lor aerial photo interpretation Vegetatiestructuurtype bos naaldbos loofbos dicht struweel open struweel open vegetatie zand DUINDYNAMIEK 239

4 Het landschap van de AWD Op basis van het landschapsecologisch onderzoek zijn de AWD in de periode in kaart gebracht (Doing, 1974). In 1989 is van het gebied ook een gedetailleerde landschapskaart vervaardigd (Ehrenburg, 1994). In zonering van oost naar west (figuur 3) worden de volgende hoofdlandschappen onderscheiden (zie Ehrenburg, 1994; Doing, 1988): Figuur 3 Vereenvoudigde landschapskaart van de Amsterdamse Waterleidingduinen!naar Ehrenburg, 1994) N A Figure 3 Simplified landscape map of the Amsterdam Watersupply Dunes laccording to: Ehrenburg, 1994). o----~'====:j2 Kilometers D Helmlandschap l ~~ä~~~~~êii~chap Buntgraslandschap Strandwallenlandschap landschap L /4

5 Binnenduinen Het Strandwallenlandschap van de Oude Duinen is gevormd in de periode tussen 3000 en 500 v. Chr. en is opgebouwd uit een afwisseling van strandwallen en strandvlakten. Het zand is diep ontkalkt, humeus en droog. Kenmerkend voor de strandwallen zijn eiken(hakhout)bos (Quercus robur), velden met Adelaarsvaren (Pteridium aquüinum) en duinheide ( Calluna vulgaris). De strandvlakte is begroeid met (vochtige) graslanden en gemengde loofbossen. Het Buntgraslandschap is vanaf de ge eeuw vooral ontstaan op de overgang tussen de Oude en Jonge Duinen. Langdurige beweiding vanuit de dorpen langs de binnenduinrand heeft geleid tot kleinschalige verstuiving en de vorming van lage kopjesduinen. De bodem is diep humeus en zuur, maar niet extreem voedselarm. De duintjes zijn vooral begroeid met (korst)mosrijke buntgrasvegetatie (Coryneplwrus canescens) en struisgrasweiden (Agrostis capi/laris en A. vinealis), afgewisseld met meidoornbosjes (Crataegus monogyna). Het Fakkelgraslandschap is in de 11 e en 12e eeuw ontstaan als gevolg van grootschalige overstuiving, waarbij langgerekte, hoge loopduinen werden gevormd. De bodem is kalkhoudend en humusarm. Grote delen zijn begroeid met mos- en kruidenrijke vegetaties van Fakkelgras (Koeleria macrantha), maar ook hogere begroeiingen met Duinroosje (Rosa pimpineuijolia), Kruipwilg (Salix repens), Grauwe abeel (Populus * canescens) en Zomereik komen voor. Middenduin Het Duindoornlandschap (H) is opgebouwd uit lage duinruggen en duinvalleien, die ontstaan zijn in de 15e eeuw. Door vergraving heeft het zich later ook langs verschillende kanalen (bijv. het Oosterkanaal) ontwikkeld uit andere landschapstypen. Op een slechts oppervlakkig ontkalkte, maar overwegend kalkrijke bodem staan uitgestrekte en dichte struwelen met Duindoorn en Eenstijlige meidoorn, duinberkenbosjes (Betula pubeseens en B. pendula) en ruigten met Duinriet. Het Vochtige valleienlandschap (E!V) is in de AWD door verhoging van de grondwaterstand (infiltratie) opnieuw ontstaan, nadat het in het begin van de 20e eeuw vrijwel geheel verdwenen was. Kenmerkend zijn vochtige, kalkrijke grazige duinvalleien met Duinrus (Juncus alpino-articulatus subsp. atricapüus ), Parnassia (Parnassia palustris ), Kruipwilg en Riet (Phragmites austral is). In de Luchterduinen ontbreekt dit landschapstype. Buitenduinen Het Dauwbraamlandschap (R) is ontstaan in de 18e en 19e eeuw en wordt gekenmerkt door een sterk wisselend reliëf met paraboolduinen en secundaire duinvalleien. De bodem is kalkrijk en humusarm. De vegetatie bestaat uit een afwisseling van duingraslanden met Dauwbraam (Rubus caesius) en struwelen met Wilde liguster (Ligustrum vulgare), Kruipwilg en Duindoorn. Hetjongste hoofdlandschap, hethelmlandschap (A), bestaat uit het strand en de aangrenzende zeereep. Het is van nature het domein van Helm, dat hier echter veel wordt aangeplant om verstuiving tegen te gaan. In het studiegebied is het A-landschap niet vertegenwoordigd. DUINDYNAMIEK 241

6 de beschikbaarheid van false-colour luchtfoto's kunnen vanaf 1979 duindoornstruwelen apatt gekarteerd worden. De luchtfoto-intet1jretaties zijn omgerekend naar het rijksdriehoek-(rd-)stelsel en in een geografisch informatiesysteem ( Arcinfo) verwerkt tot structuur kaarten. Verancleringen in de vegetatie tussen de opeenvolgende jaren zijn geanalyseerd met overlay-proceclures. Om de vegetatieontwikkeling op landschapsniveau te kunnen onderzoeken is een overlay met de landschapskaart van 1989 gemaakt (Ehrenburg, 1994). Per landschapstype is de oppervlakteverdeling van de structuurtypen bepaald en is de vegetatieontwikkeling voor de periode van geanalyseerd. Aangezien ook een landschapskaart in 1958 is vervaareligel (Doing, 1974), kan ook cle lanclschapsontwikkeling zelfbetrokken worden in dit onderzoek. Tenslotte zijn om inzicht in de natuurlijke dynamiek van de vegetatie te kunnen krijgen de verancleringen per structuurtype geanalyseerd in één deelgebied (249 ha; zie figuur 2), dat hoofdzakelijk bestaat uit Dauwbraam- en Duindoornlandschap (Ehrenburg, 1994). Het behoort tot het minst door de mens beïnvloede deel van de AWD (Baeyens & Duyve, 1991). Figuur 4 Vegetatiestru ct u urka a r1en van de Luchterduinen in de periode Figure 4 Vegetalion structure maps of de Luchterduinen in the period , 0 Zand D Open vegetatie Open stnmeel Dicht struweel Loofbos Naaldbos 0 2Kilornmnl LANDSCHAP L /4

7 Resultaten Veranderingen in de Lucilterduinen: een overzicht. In figuur 4 is de verspreiding van de structuurtypen over de verschillende jaren in de Luchterduinen afgebeeld. Hieruit blijkt dat de volgende veranderingen zijn opgetreden. In 1938 is bos vooral te vinden in de binnenduinen. Het middenduin wordt gekenmerkt door een afwisseling van open struweel en open vegetatie. Valleien in de buitenduinen zijn begroeid met dicht struweel en enkele loofbosjes. Stuifplekken zijn vooral aanwezig in het noordwestelijk deel. In de periode van 1938 tot 1958 maakt veel struweel plaats voor open vegetatie. Daarnaast verdwijnt loof- en naaldbos (houtkap). Dit laatste wordt gecompenseerd door aanplant van naaldbos, op een aantal voom1alige landbouwgronden, en door natuurlijke successie van open en dicht struweel naar loofbos. Het relatief grote oppervlak aan open zand langs het Oasterkanaal en langs één van de wegen in 1958 is het gevolg van het afvlakken van de oevers van het kanaal en zandtransport naar kalkzandovens in Hillegom (Baeyens & Duyve, 1991). Tussen 1958 en 1968 neemt als gevolg van het stringente vastleggingsbeheer de oppervlakte open zand fors af. Enkele stuifplekken zijn nog aanwezig in de voor erosie gevoelige binnenduinen. Een groot deel van de open vege- tatie in de midden- en de buitenduinen is veranderd in struweel. De oppervlakte bos neemt toe door de ontwikkeling van duinberkenbosjes in valleien in het westelijk deel, terwijl ook in deze periode naaldbos wordt aangeplant. Tussen 1968 en 1979 neemt de oppervlakte bos nog verder toe door natuurlijke successie in het middenduin. Verspreid over het gebied manifesteren zich nieuwe, kleine verstuivingen. Hierdoor en door struweelsterfte is er tussen 1979 en 1990 weer op wat grotere schaal sprake van afbraaksuccessie: met name in de buitenduinen neemt de oppervlakte open zand verder toe en degraderen struwelen tot open vegetatie. De oppervlakte open vegetatie blijft hierdoor netto gelijk. Vegetatiesuccessie op landschapsniveau. Figuur 5 geeft de oppervlakte van de belangrijkste structuurtypen in 1990 per hoofdlandschap. Hieruit blijkt dat de twee jongste zones, het Dauwbraam- en het Duindoornlandschap, vooral uit struweel en open vegetatie bestaan. In het Fakkelgras- en het Buntgraslandschap zijn grote delen met open vegetatie begroeid. De kleine oppervlakte bos betreft voornamelijk aangeplant bos. Het Strandwallenlandschap heeft het meeste bos (met name voormalig eikenhakhout). In het Buntgras- en Strandwallenlandschap is weinig struweel te vinden o Figuur 5 Verdeling van de vegetatiestructuurtypen per hoofdlandschap in de Luchterduinen (in%) o Figure 5 Distri bution of the vegelation structure over the landscape zones in the Luchterduinen (%) Dauwbraamlandschap Duindoorn! a ndsc hap Fakkelgras landschap Buntgras I andsc hap Strandwallenlandschap :_zand open vegelat ie ftll struweel bos DUINDYNAMIEK 243

8 Dauwbraamlandschap Duindoomlandschap Fakkelgraslandschap Buntgraslandschap Strandwallenlandschap ~ Tabel 2 Vegetatieontwikkeling in de Luchterduinen per hoofdlandschap tussen 1958 en 1990 (in%). Table 2 Vegelation development in the Luchterdu inen per landscape type between 1958 and 1990 (in%). Landschapstype stabiel opbouwsuccessie afbraaksuccessi e Ook in het Fakkelgraslandschap manifesteert zich de ontwikkeling van open vegetatie naar open struweel Dit kan duiden op een verschuiving van nog meer Fakkelgraslandschap naar Dauwbraam- of Duindoornlandschap, door toenan1e van dynamiek De toename van de oppervlakte struweel in het noordoosten wordt veroorzaakt door uitbreiding van Grauwe abeel via worteluitlopers. In het Buntgraslandschap is het aantal veranderingen zeer klein. Net als in het Strandwallenlandschap is de overgang van open vegetatie naar bos hoogstwaarschijnlijk een gevolg van het uitgroeien van eikenhakhout. Op de foto's van 1958 is het afgezette eikenhak- hout nog als open vegetatie geïnterpreteerd. In tabel2 wordt de vegetatieontwikkeling per hoofdlandschap tussen 1958 en 1990 in hoofdlijnen weergegeven. In het oudere Strandwallen- en Buntgraslandschap hebben weinig veranderingen plaatsgevonden. Respectievelijk 23% en 27% van de vegetatie is via opbouw- of afbraaksuccessie veranderd. De meeste dynamiek treedt op in de vegetatie van het jongere Dauwbraam- en Duindoornlandschap, waar respectievelijk 48% en 58% van de vegetatie is veranderd. Uit nadere analyse van de structuurkaarten is gebleken dat zowel in het Dauwbraam- als in het Duindoornlandschap open vegetatie zich naar open struweel ontwikkelt (opbouw). De uitbreiding van struweel is met name een gevolg van de toename van het areaal Duindoorn. In het zuidwestelijk deel vindt uitbreiding van Duindoorn en Wilde Liguster voor een deel plaats in gebieden die in 1958 nog als Fakkelgraslandschap gekarteerd zijn (Doing, 1974). Toenan1e van verstuiving, waarbij kalkrijk zand vrijkomt, lijkt hiervoor mede verantwoordelijk. Elders in het Dauwbraamlandschap heeft het vastleggingsbeheer ook geleid tot een uitbreiding van Duindoorn (Ehrenburg, 1994) Het zuidwestelijk deel van de Luchterduinen. De belangrijkste veranderingen in de vegetatie van het zuidwestelijk deel van de Luchterduinen zijn weergegeven in tabel 3. Voor een groot deel blijft de vegetatie tussen 1958 en 1990 ongewijzigd. In de jaren zestig en zeventig is sprake van een netto toename van het areaal struweel Uitbreiding van struweel heeft een verkleining van het areaal open vegetatie tot gevolg. Pas in de jaren tachtig verdwijnt er netto struweel en ontstaat er meer open vegetatie. Tussen 1968 en 1990 is zand toegenomen ten koste van open vegetatie. De stuifkuilen die zich hebben ontwikkeld in de periode zijn voor een deel nog steeds aanwezig in De oppervlakte bos is toegenomen als Tabel3 Belangrijkste ontwikkelingen in de vegetatie in het zuidwestelijk deel van de Luchterduinen (249 ha) in de periode (in ha). Table 3 Major vegetalion development in the southwestern part of the Luchterduinen (249 hectares) in the period (in hectares). LANDSCHAP L 244 Ontwikkeling Stabiel (gelijkblijvende oppervlaktel zand open vegetatie open struweel dicht struweel loofbos Opbouwsuccessie zand -> open vegetatie open vegetatie... open/dicht struweel open struweel... dicht struweel open/dicht struweel... loofbos Afbraaksuccessie open vegetatie -> zand open/dicht struweel... open vegetatie dicht struweel -> open struweel Overige overgangen I Periode /4

9 gevolg van de uitbreiding van de duinberkenbosjes in de valleien. Aan de hand van de false-colour luchtfoto's en de landschapskaart zijn de ontwikkelingen binnen het struweel tussen 1979 en 1990 nauwkeuriger onderzocht (niet in tabel). In 1979 bestaat 23 ha (38%) van het Duindoomlandschap uit duindoomstruweel en 8 ha (13%) uit overig, vooralligusterstruweel Binnen het Dauwbraamlandschap is dit respectievelijk 12 ha (7%) en 43 ha (24%). Tussen 1979 en 1990 neemt met name de oppervlakte duindoornstruweel af. Binnen het Duindoomlandschap gaat het om een vermindering van 7 ha, binnen het Dauwbraamlandschap om 3 ha Discussie Luchtfoto's als monitoring-instrument Sequentiële luchtfoto-analyse aan de hand van luchtfoto's biedt een goede mogelijkheid de successie in de duinen op landschapsschaal te onderzoeken. Aan handmatige interpretatie, zoals hier toegepast en verwerking van luchtfoto's kleven enkele belangrijke nadelen (Janssen, 1996). Oude luchtfoto's zijn met beperkte geometrische precisie om te rekenen naar het RD-stelsel, waardoor zij met enige voorzichtigheid moeten worden gebruikt voor retrospectief onderzoek van landschap en vegetatie. Voor de foto's vanaf 1958 bedraagt de geometrische precisie 0,5-1,5 meter, voor die van 1938 ca. 5 meter. Deze foto's zijn daarom alleen meegenomen in het overzicht van de successie in de Luchterduinen. Het interpreteren en het digitaliseren van luchtfoto's vormen ook foutenbronnen. Het werken met harde klassengrenzen is niet eenvoudig in een landschap, dat rijk is aan gradiënten. Dit legt beperkingen op aan de thematische precisie (Droesen, 1999). Het verdient aanbeveling om luchtfoto's op een goed omschreven, eenduidige manier en door dezelfde persoon te laten interpreteren, zoals in onderhavig onderzoek is gebeurd. Daarmee worden verschillen in interpretatie zoveel mogelijk vermeden. (Semi-)automatische beeldverwerking is een alternatief voor de handmatige interpretatie en verwerking van recente luchtfoto's. Tegenwoordig worden digitale false-colour luchtfoto's in verschillende duingebieden gebruikt voor de monitoring van verstuiving, vergrassing en ontwikkeling van duinstruwelen (van der Meulen et al., 1996; Droesen, 1999). Bij de beeldverwerking wordt een resolutie van 25 cm bij 25 cm in het veld aangehouden, zodat bovengenoemde processen ook in gebieden met een fjjne mozaïekstructuur kunnen worden gevolgd. Voor kleinschalige monitoring (grote resolutie) kunnen ook CAESAR- of satellietbeelden worden gebruikt (Janssen et al., 1996). De materiaalkeuze wordt uiteindelijk bepaald door de onderzoeksvraag Figuur 6 Ontwikkeling van een stuifkuil in de Luchterduinen tussen 1979 en 1990!tal se colour luchtfoto) Figure 6 Blow out development in the Luchterduinen between 1979 and 1990 lcolor intrared aerial photograph). DUINDYNAMIEK 245

10 LANDSCHAP L. 246 Dynamiek in de duinen In de Luchterduinen treden de grootste veranderingen in de vegetatie op in de zeewaarts gelegen delen. In het Dauwbraam- en Duindoornlandschap is 40 tot 50% van de vegetatie over de periode tussen 1958 en 1990 stabiel. Naar de binnenduinrand loopt dit percentage op tot ongeveer 75% (tabel 2). Verstuivingen nemen echter een ondergeschikte plaats in de vegetatieontwikkeling in. In vrijwel de gehele vastelandsduinen en zelfs op de Waddeneilanden blijft de verstuivingsdynamiek een bescheiden rol spelen (van der Meuten et al., 1996). Het samenspel van wind en zee leidt niet tot grootschalige verstuivingen, zoals die bekend zijn van andere duingebieden binnen Europa als De Panne (België), Räbjerg Mile (Denemarken) en Coto Dofiana (Spanje) (Janssen & Salman, 1992). De afbraak van stmweel ten gunste van open vegetatie in de Luchterduinen tussen 1938 en 1958 ging niet gepaard met een uitbreiding van de verstuivingen. Deze werden immers beplant met Helm. De steeds verder toenemende onttrekking van grondwater werd aanvankelijk als hoofdoorzaak van de afbraak gezien (Ehrenburg et al., 1988; Appelman et al., 1990). Later is gebleken dat onder grote delen van de Luchterduinen veenlagen liggen (Blokzijl & Pmissers, 1989), waardoor de grondwaterstand in belangrijke mate door de neerslag wordt gestuurd. De afname van bos en stmweel zou mede te wijten kunnen zijn aan de droge periode tussen 1930 en 1950, die gekenmerkt wordt door een laag neerslagoverschot (gegevens KNMI). Houtkap in de oorlog mag niet onvermeld blijven, maar hierover ontbreken betrouwbare bronnen. De vegetatie veranderde sterk tussen 1958 en De ajname van de begrazingsdruk door konijnen in de jaren vijftig ten gevolge van myxomatose-epidemieën lijkt hiervoor verantwoordelijk (van Groenendaal et al., 1982; van der Maarel et al., 1985; Ehrenburg et al., 1988). Bovendien was er in de jaren zestig een hoog neerslagoverschot, waardoor een goed kiemingsmilieu ontstond voor stmiken en bomen. In deze periode werd nog steeels een strikt vastleggingsbeheer gehandhaafd. Afname van de externe dynamiek door vastlegging leidde tot een toename van opbouwsuccessie (Stoet van Oldruitenborgh, 1976; van der Maarel et al., 1985). Het duindoornstruweel heeft zich daarom ook uitgebreid in het van nature dynamische Dauwbraamlandschap. Ook op Voorne is geconstateerd dat het plotseling verdwijnen van één of meer sturende factoren leidt tot een versnelde successie van duinstruwelen (Stoet van Oldmitenborgh, 1976); Eenstijlige meidoorn en Duindoorn namen sterk toe. In duinvalleien wordt kieming van bossoorten gestimuleerd door ophoping van humus, waardoor in diverse duingebieden het areaal bos is toegenomen (van der Meuten & Wanders, 1985; Appelman et al., 1990). Uitbreiding van struwelen en grazige ruigten wordt tegelijkertijd bevorderd door verzuring en eutrofiëring ten gevolge van luchtverontreiniging (van der Meuten, et al., 1996), waardoor in veel duingebieden een afname van het areaal duingrasland is waar te nemen (Vertegaal et al., 1991). Na 1979 tekende zich in de Luchterduinen een kenteling af. Het stopzetten van het vastleggingsbeheer leidde tot het ontstaan van nieuwe stuifkuilen. De toename van de verstuivingsdynamiek ging gepaard met sterfte en afbraak van duindoornstruweel Dit leidt nog niet tot mogelijke uitbreiding van Wilde liguster, die volgens Stoet van Oldruitenborgh (1976) onder deze omstandigheden gestimuleerd wordt. Ook elders in de AWD ontstonden nieuwe stuifkuilen (Stolte & Baeyens, 1989). Het stuivend oppervlak bleef echter beperkt en na verloop van tijd trad toch weer stabilisatie op (van der Woude, 1996). Met name de cyclische successie wordt bevorderd, waarbij zich nieuwe pionierstadia ontwikkelen. Duurzaam herstel van l<lndschélpsvormende processen? Met het vrijlaten van verstuivingen in de Amsterdamse Waterleidingduinen en andere delen van de vastelandsduinen en Waddeneilanden wordt geprobeerd een aanzet te ge- 16/4

11 ven voor het herstel van de geomorfologische dynamiek. Door verstuiving komt er ruimte voor pioniervegetaties en lokaal verdwijnen de struwelen. De uitbreiding van stuifkuilen gaat echter vooral ten koste van waardevolle duingraslanden en mosbegroeiingen (van der Meulen et al., 1996). De verwachting is dat deze soortenrijke graslanden zich op temlijn weer zullen ontwikkelen. Begrazing lijkt een sleutelrol te vervullen bij het herstel en de instandhouding van duingraslanden (Haak et al., 1997). In grote delen van de vastelandsduinen is echter sprake van een daling van de konijnenstand als gevolg van ziekten en structuurveranderingen in de vegetatie (Olff & Boersma, 1998). Zonder begrazing veranderen de duingraslanden bij de huidige stikstofbelasting binnen korte tijd in grasruigten (ten Harkel, 1997), waardoor verdere verstuiving geremd wordt. Extensieve begrazing kan dit mogelijk verhinderen (Ehrenburg et al., 1988; van der Meulen et al., 1996). Ook als gevolg van beweiding is het aantal stuifkuilen in verschillende duingebieden weer toegenomen (Ehrenburg et al., 1995). Hiem1ee wordt niet alleen kleinschalige dynamiek geïntroduceerd, maar krijgen ook wind en konijn weer kansen. We vragen ons echter af of hiem1ee de landschapsvormende processen voldoende nieuw leven is ingeblazen. Voor het herstel van natuurlijke, zelfregulerende of begeleid natuurlijke duinlandschappen, zoals geschetst in de ecosysteemvisie voor de duinen, moeten grootschalige geomorfologische processen worden toegelaten. Daarbij moet zowel voor de wind als de zee een prominente rol zijn weggelegd (Janssen & Salman, 1992). Pas dan krijgt verjonging van het landschap een kans. Als gevolg van de zeespiegelrijzing zullen geen nieuwe duinen door kustaangroei ontstaan. Bij een afslagkust zouden zich echter wel paraboolduinen vanuit verstuivingen in de zeereep kunnen ontwikkelen, die zich landinwaarts kunnen gaan verplaatsen (Doing, 1988). In de vastelandsduinen worden voor dergelijke grootschalige processen echter beperkingen opgelegd door andere belangen, zoals handhaving van de huidige kustlijn, waterwinning en recreatie. In het kustbeheer zijn sinds 1990 diverse vermlderingen opgetreden en wordt het onderhoud en beheer van de zeereep geëxtensiveerd (Löffler, 1996). Verstuivingen in de zeereep worden weer beperkt toegestaan. Bij Schoor! is in de zeereep een kerf gecreëerd, waardoor de zee toegang heeft gekregen tot de achterliggende vallei. Daarmee is een eerste aanzet gegeven om de zee, zij het gecontroleerd, meer invloed te geven. In de vastelandsduinen heeft het loslaten van het vastleggingsbeheer nog niet geleid tot grote veranderingen in het duinlandschap. Kleinschalige verstuivingen worden getolereerd in een voomanlelijk gestabiliseerd kustlandschap, waarin de zee geen vrij spel heeft. De kleinschalige dynamiek draagt echter bij aan de landschappelijke diversiteit (van der Meulen et al., 1996) en is van groot belang voor de fauna. Zo profiteert de zandhagedis bijvoorbeeld van een gradiëntrijk duinlandschap (Hom et al., 1996). Herstel van de konijnenpopulatie en extensieve begrazing bevorderen de cyclische successie. In de AWD krijgt de grootschalige dynanüek misschien weer een kans met de recente demping (1995) van het Van Limburg Stirumkanaal (Geelen et al., 1995). In een aaneengesloten oppervlakte van 25 ha is in de buitenduinen een afwisseling ontstaan van stuivende en zich stabiliserende gebieden. Struwelen worden overstoven en op uitgebreide schaal ontwikkelen zich pioniervegetaties. Door uitstuiving en als gevolg van stijging van de grondwaterstand ontstaan weer vochtige duinvalleien. We moeten afwachten of deze en andere relatief grote ingrepen daadwerkelijk zullen leiden tot langdurige verstuiving en landschapsvormende processen. Wellicht is de oppervlakte te beperkt van omvang en zijn de randvoorwaarden, opgelegd door verschillende functies zoals zeewering en waterwinning, te stringent om de natuur op grote schaal vrij spel te geven. Voor een duurzaam herstel van grootschalige dynanüek lijkt het noodzakelijk dat de verbinding tussen de duinen en de zee wordt hersteld. De toekomst DUINDYNAMIEK 247

12 LANDSCHAP L. 248 zal uitwijzen of de AWD een nog gevarieerder en rijker duingebied zal worden. Summary Oynamics of the Amsterdam Watersupply Dun es. M. van Til, P. Kelner, S.F. Boersma & L.H.W.T. Geelen Landschap 16 (4) During the last decades the coastal dunes in the Netherlands suffered from grass and scrub encroachment. A decline of grazing and wind dynamics, together with nitrogen deposition are considered the main reasons. Dune managers are encouraging landscape ecological processes, in order to counteract this unfavourable development. Vegetation development between 1938 and 1990 has been studied in the Amsterdam Watersupply Dunes, using aerial photographs. Vegetation dynamics were investigated on a landscape ecologicallevel. Sand fixation by planting marram grass (Ammophila arenaria) has been minimised since In the southern part, the Luchterduinen, almost no nature management has been applied. Between 1938 and 1958 the Luchterduinen became more open, due to a decline of scrub vegetation. From 1958 to 1979 astrong decline in rabbit popuiation let towards scrub encroachment. From 1979 on, degradation has become part ofthe vegetation succession. Geomorphologic processes and vegetation dynamics play a role ouiy locally in the younger dune landscapes along the coastline. Smali-scale dynamics still do not contribute significantly to a self-reguiating dune landscape. In the Luchterduinen geomorphologic activity was stimuiated by the termination of water catchment in 1995, when the area of bare sand increased with 25 hectares. It is expected that large blow outs can favour rejuvenation in both the xeroseries as well as the hygroseries. However, fora sustainable recovery of large-scale dynamics, it might be necessary to restore the link between sea and coastal dunes. literatuur Adriani & E. van der Maarel, Voorneinde branding. Stichting Wetenschappelijk Duinonderzoek, Oostvoorne. 104 p Appelman, K., LH.W.T. Geelen, P. Ketner& G. Baeyens, Een halve eeuw landschapsantwikkeling in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2; Westhoek en Paardenkerkhof. De Levende Natuur91 (4): Baeyens, G. & J. Duyve, Lezen in het Duin. Stadsuitgeverij. Amsterdam. 160 p. Bakker, T.W.M., J.A. Klijn & F.J. van Zadelhoff Ne derlandse kustduinen, landschapsecologie. PUDOC. Wa geningen. 144 p. Blokzijl, J. & A.P. Pruissers, Het voorkomen van veenen humeuze lagen in en rondom het infiltratiegebied van Gemeentewaterleidingen Amsterdam. Rijks Geologische Dienst, Haarlem. 7 p. Bobbink, R., Effects of nutrient enrichment in Dutch chalk grasslands. Journalof Applied Ecology 28: Boerboom, J.H.A., Les pelouses sèches des dun es de la cöte néerlandaise. Acta Botanica Neerlandica 6: Boersma, S.F., jaar vegetetatiestructuurontwikkeling in het zuidelijk deel van de Amsterdamse Waterleidingduinen. Gemeentewaterleidingen. Amsterdam. 102 p. Doing, H Landschapsoecologie van de duinstreek tussen Wassenaar en IJmuiden. Landbouwhogeschool Wageningen. 111 p. Doing, H., Landschapsoecologie van de Nederlandse kust. Stichting Duinbehoud/Stichting Publicatiefonds Duinen. Leiden. 228 p. Dorp, D. van, R. Boot & E. van der Maarel, Vegetalion succession on the dun es near Oostvoorne, The Netherlands, since 1934, interpreled trom air photographs and vegelation maps, Vegetatio 58: , Droesen, W.J., Modelling of naturallandscapes, with cases in the Amsterdam Waterworks Dunes. Dissertatie Landbouwuniversiteit Wageningen. 163 p. Dijk, H.W.J. van & A.P. Grootjans, Wet dune slacks, decline and new opportunities, In: E.H.P. Best & J.P. Bakker (eds). Netherlands -Wetlands: Ehrenburg, A. & G. Baeyens, Landscape-ecological mapping as basis lor management of the Amsterdam Wa terwork Ou nes. In: Carter, R.W.G. et al. (eds); Coastal Ounes: Geomorphology, Ecology and Management lor Conservation: Ehrenburg, A., LH.W.T. Geel en, P. Ketner & G. Baeyens, Een halve eeuw landschapsantwikkeling in de Haasvelderduinen. De Levende Natuur 89 (5): Ehrenburg, A., 1994, Landschapskartering van de Amsterdamse Waterleidingduinen, resultaten van de landscha pskartering op vegetatiekundige grondslag volgens Doing, , schaal1:5000. Gemeentewaterleidingen. Am sterdam. 151 p. Ehrenburg, A., M. van Til & J. Mourik, Vegetatieontwikkeling en begrazingsbeheer van het zeedorpenlandschap bij Zandvoort. De Levende Natuur 96 (6): /4

13 Geelen, L.H.W.T., E.F.H.M. Cousin & C.F. Schoon, Regeneration of dune slacks in the Amsterdam Waterwork Ounes. In: Healy, M.G. and J.P. Doody (eds). Directionsin Eu ropean Coastal Management: Groenendaal, J. van, R. Boot, D. van Dorp & J. Rijntjes, Vestiging van meidoornstruwelen in duingrasland De Levende Natuur84(1): Haak, R., F. van der Meulen, A.M. Kooijman & M.A.C. Veer, Effectgerichte maatregelen tegen verzuring en eutrofiëring in open droge duinen. Tussenrapportage fase-2. Fysisch Geografisch en Bodemkundig Laboratorium, Universiteit van Amsterdam 57 p Harkel, M.J. ten, Nutrient pools and fluxes in dry coastal dune grasslands. Dissertatie Universiteit van Amsterdam. 152 p, Heil, G.W. & W.H. Diemont, Raised nutrient levels change heathland into grassland. Vegetatio 53: Hom, C.C., P.H.C. Lina, G. van Dmmering, R.C.M. Creemers & H.J.R. Lenders, Bedreigde en kwetsbare reptielen en amfibieën in Nederland. Toelichting op de Rode Lijst. IKC Natuurbeheer, Wageningen. Janssen, J.A.M., 1996 Inventarisatie van onzekerheden in vegetatiekarteringen met behulp van luchtfoto's en voorstellen voor kwantificatietesten. Project kwantitatieve validatie vegetatiekaarten, deelrapport 1. Rijkswaterstaat Meetkundige Dienst, Delft. 74 p. Janssen, J.A.M., E.H. Kloosterman, J. van den Bergs & L.M.L. Zonneveld, Het Ameland Schalenproject De mogelijkheden van remote sensing technieken voor vegetatiemonitoring ten behoeve van het natuurbeheer. Beleidscommissie Remote Sensing, Delft 100 p. Janssen, M. & A. Salman, Duinen voor de wind - een toekomstvisie op het gebruik en het beheer van de Nederlandse duinen als natuurgebied van internationale betekenis Stichting Duinbehoud Leiden. 134 p. Jungerius, P.D. & F. van der Meulen, The development of dune blowouts, as measured with erosion pins and sequentia I air photos. Catena 16: Klapwijk, G.J., Een schets van het duinbeheer tot de 18" eeuw. Meijendel Mededelingen 30: Klijn, J.A., Nederlandse kustduinen, geomorfolgie en bodems. PUDOC. Wageningen. 188 p. Koster, E.A The eolian drift sands of the Veluwe (Centra! Netherlands); a physical geographical study. Dissertatie Universiteit van Amsterdam. Löffler, M.A.M Dynamisch kustbeheer-de stand van zaken. Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Delft. 42 p. Londo, G., Infiltreren is nivelleren. De Levende Natuur 78 (4): Maarel, E. van der, R. Boot, D. van Dorp & J. Rijntjes, 1985, Vegetalion succession on the dun es near Oostvoorne, The Netherlands; a comparison of the vegetalion in 1959 and Vegetatio 58: Meulen, F. van der, A.M. Kooijman, M.A.C. Veer, J.H. Boxel, Effectgerichte maatregelen tegen verzuring en eutrofiëring in open droge duinen. Eindrapportfase 1: Fysisch Geografisch en Bodemkundig Laboratorium, Universiteit van Amsterdam 232 p. Meulen F. van der, E.A.J. Wanders, Stuifduinen; overwegingen betreffende natuur- en duinbeheer in Meijendel. De Levende Natuur 84 (1): pp Meulen, F. van der, E.A.J. Wanders, Dynamics and management of some coastal dune woodlands nearthe Hague, The Netherlands. Vegetatio 62: Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV), Natuurbeleidsplan regeringsbeslissing. SOU Uitgeverij, Den Haag. 179 p. Ministerie van Verkeer en Waterstaat (VW), Kustverdediging na 1990, beleidskeuze voor de kustlijnzorg. Min. VW, Rijkswaterstaat, Den Haag. 83 p. Olff, H. & S.F. Boersma, Lange termijn veranderingen in de konijnenstand van Nederlandse duingebieden: oorzaken en gevolgen voor de vegetatie. Landbouwuniversiteit Wageningen. 57 p. Putten, W.H. van der, Establishment, growth and degeneration of Ammophila arenaria in coastal sand dunes. Dissertatie Landbouwuniversiteit Wageningen. 152 p. Roos, R., Bewogen kustlandschap Duinen en polders van Noord-Kennemerland PWN Waterleidingbedrijf Noord Holland. 199 p. Sloet van Oldruitenborgh, C.J.M., Duinstruwelen in het deltagebied. Dissertatie Landbouwhogeschool Wageningen. 114 p Steijn, J.A. van, Duinbebossching. Proefschrift Landbouwhoogeschool Wageningen. 318 p. Stolte, A.M. & G. Baeyens, 1989 Erosie in relatie tot het landschap. Gemeentewaterleidingen Amsterdam. 46 p. Stuyfzand, P.J., Hydrochemistry and hydrology of the coastal dune area of the western Netherlands Dissertatie Vrije Universiteit Amsterdam. KIWA Nieuwegein. 366 p Vertegaal. C.T.M., E.G.M. Louman, T.W.M. Bakker, J.A. Klijn & F. van der Meulen, Monitoring van effectgerichte maatregelen tegen verzuring en eutrofiëring in open droge duinen. Prae-advies. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. 151 p. Vertegaal. C.T.M., N.M. van Gelderen, E.G.M. Louman, G. van Ommering, Natuurontvvikkeling in duinen: kennis en kennislacunes. NBP-onderzoek rapport 4, Dienst Landbouwkundig Onderzoek. Wageningen. 222 p. Woude, C. van der, 1996 Verstuivingspotenties in de Zeeduinen ten zuiden van Zandvoort. Gemeentewaterleidingen Amsterdam, Universiteit van Amsterdam. 33 p Zeevalking, H.J., L.F.M. Fresco, Rabbit grazing and species diversity in a dune area, Vegetatio 35 (3): DUINDYNAMIEK 249

Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK!

Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK! Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK! Verstuivingen in de duinen Verstuivingen in de kustduinen zijn een belangrijk proces waardoor weer nieuwe duinen en duinvalleien kunnen ontstaan en

Nadere informatie

Motivaties in het beheer van de duinen

Motivaties in het beheer van de duinen Motivaties in het beheer van de duinen Ter gelegenheid van het Lymesymposium 1 november 2013 Marianne Snabilie Manager Onderhoud en Administratie PWN Waterleidingbedrijf Afdeling Natuur en Recreatie Inhoud

Nadere informatie

Natuurherstel in Duinvalleien

Natuurherstel in Duinvalleien Natuurherstel in Duinvalleien Kan het natuurlijker? A.P.Grootjans@rug.nl 1 Universiteit Groningen, IVEM 2 Radboud Universiteit Nijmegen Opbouw lezing Hydrologisch systeem van een duinvallei Relatie hydrologie,

Nadere informatie

Duinen met Hippophaë rhamnoides (H2160) Verkorte naam: Duindoornstruwelen

Duinen met Hippophaë rhamnoides (H2160) Verkorte naam: Duindoornstruwelen Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Duinen met Hippophaë rhamnoides

Nadere informatie

Dynamische kustecosystemen op de Waddeneilanden. Op reis naar de Boschplaat, symposium 30/31 mei 2017 Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer

Dynamische kustecosystemen op de Waddeneilanden. Op reis naar de Boschplaat, symposium 30/31 mei 2017 Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer Dynamische kustecosystemen op de Waddeneilanden Op reis naar de Boschplaat, symposium 30/31 mei 2017 Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer Sturende dynamische processen Stroming van zoet en zout oppervlakte-

Nadere informatie

Kleinschalige verstuiving/dynamiek

Kleinschalige verstuiving/dynamiek Kleinschalige verstuiving/dynamiek Bas Arens, Bureau voor Strand en Duinonderzoek m.m.v. Tessa Neijmeijer, Luc Geelen, Marc van Til Veldwerkplaats Begrazing en Kleinschalige Dynamiek 5 september 2014 Grootschalig

Nadere informatie

Vraag 1. Geologie en Sedimentatie

Vraag 1. Geologie en Sedimentatie Vraag 1. Geologie en Sedimentatie Geef korte antwoorden op onderstaande vragen (gebruik volgend vel papier), ca. 5 min. per vraag. Noordzee Waddenzee zee niveau zee niveau ca. 1 km 1 m Figuur 1. Schematische

Nadere informatie

Vegetatie duinen,

Vegetatie duinen, Indicator 11 december 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In zowel droge als vochtige

Nadere informatie

Konijnen en vergrassing en verstruiking duinen,

Konijnen en vergrassing en verstruiking duinen, Indicator 25 september 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Konijnen zijn in de tweede

Nadere informatie

LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN

LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN De AWD maakt onderdeel uit van Natura 2000, een netwerk van beschermde Europese natuurgebieden. Dankzij een LIFE+ subsidie kan Waternet het duin de komende jaren

Nadere informatie

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Solleveld & Kapittelduinen

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Solleveld & Kapittelduinen Beheerplan bijzondere natuurwaarden Solleveld & Kapittelduinen Samenvatting van het Ontwerpbeheerplan 2012-2017 Oktober 2011 Een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 Het Ontwerpbeheerplan is

Nadere informatie

4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen. 4.2.1 Verzwaring

4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen. 4.2.1 Verzwaring 4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen Ten noorden van Ballum, ter hoogte van paal 8 ligt deelgebied 2. In 1989 is het duin verzwaard met zand uit de naastliggende vallei. Over het hoogste deel van de verzwaringen

Nadere informatie

Herstel van duinmobiliteit 191

Herstel van duinmobiliteit 191 Herstel van duinmobiliteit Naar een nieuw duurzaam beheer? In Het verschillende doel is herstel Nederlandse van eolische duingebieden processen worden om daarmee experimenten nieuwe uitgevoerd mogelijkheden

Nadere informatie

Effecten van begrazing in kustduinen

Effecten van begrazing in kustduinen Effecten van begrazing in kustduinen een wereld van verschil Marijn Nijssen Stichting Bargerveen Geschiedenis van begrazing in kustduinen Huidige kustduinen ontstaan tussen 1100-1600 n.chr. Natuurlijke

Nadere informatie

Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015

Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015 Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015 Landschapsbeheer Drenthe Nijend 18a, 9465 TR, Anderen Inhoudsopgave Inventarisatiegebied Emmer-Erfscheidenveen... 3 Overzicht alle waarnemingen... 3 Type elementen...

Nadere informatie

Aantal 2014 Opp. Luchtfoto 2014

Aantal 2014 Opp. Luchtfoto 2014 Noordvoort - Monitoring ontwikkeling geomorfologie Verandering overstuivingszones 2014-2015 Ter verbetering van de dynamiek in de zeereep tussen Zandvoort en Noordwijk zijn een aantal stuifkuilen aangelegd.

Nadere informatie

Prentbriefkaarten van de Schouwse duinen uit 1910

Prentbriefkaarten van de Schouwse duinen uit 1910 & " - > ' \ ' ' ' " Prentbriefkaarten van de Schouwse duinen uit 1910 FRANS BEEKMAN Deze bijdrage gaat in op de prentbriefkaart als bron voor historisch-geografisch onderzoek. Als voorbeeld gebruiken we

Nadere informatie

Samenvatting Ontwerpbeheerplan bijzondere natuurwaarden Meijendel & Berkheide

Samenvatting Ontwerpbeheerplan bijzondere natuurwaarden Meijendel & Berkheide Samenvatting Ontwerpbeheerplan bijzondere natuurwaarden Meijendel & Berkheide Natura 2000-ontwerpbeheerplan periode 2016 2022 Een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 ================ Het Ontwerpbeheerplan

Nadere informatie

Eco-hydrologische aspecten van beheer op landschapsniveau; Duinvalleien op de Waddeneilanden

Eco-hydrologische aspecten van beheer op landschapsniveau; Duinvalleien op de Waddeneilanden Eco-hydrologische aspecten van beheer op landschapsniveau; Duinvalleien op de Waddeneilanden Ab Grootjans, Rijksuniversiteit Groningen/ Radboud Universiteit Nijmegen E-mail; A.P.Grootjans@rug.nl Groenknolorchis

Nadere informatie

Accumulatie van C en N gedurende successie in kalkrijke en kalkarme duinen

Accumulatie van C en N gedurende successie in kalkrijke en kalkarme duinen Veldwerkplaats, 16 juni2015 1 Accumulatie van C en N gedurende successie in kalkrijke en kalkarme duinen Yuki Fujita & Camiel Aggenbach 2 Overzicht Wat zijn Grijze duinen? Atmosferische N-depositie en

Nadere informatie

Deel 1 Toen en nu 13

Deel 1 Toen en nu 13 Deel 1 Toen en nu 13 14 Historie Het huidige typisch Nederlandse landschap met polders en dijken kent een lange historie. Na de laatste grote ijstijd, ongeveer 10.000 jaar geleden, werd door een stijgende

Nadere informatie

De geohydrologie van een eiland: en wat dat betekent voor het natuurbehoud

De geohydrologie van een eiland: en wat dat betekent voor het natuurbehoud De geohydrologie van een eiland: en wat dat betekent voor het natuurbehoud Ab Grootjans 1,2 Evert Jan Lammerts 3 1 Universiteit Groningen 2 Radboud Universiteit Nijmegen 3 Staatsbosbeheer Korte inhoud

Nadere informatie

Model 1, Kust. 1 Intro

Model 1, Kust. 1 Intro Model 1, Kust 1 Intro Het gidsmodel Kust beschrijft de Nederlandse duinenkust, het overgangsgebied tussen land en zee. Duinenkusten komen voor langs de hele Noordzeekust, van de Waddeneilanden tot de Zuid-Hollandse

Nadere informatie

Fauna van de duinen,

Fauna van de duinen, Indicator 3 januari 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Veel kenmerkende diersoorten

Nadere informatie

Flora van naaldbossen,

Flora van naaldbossen, Indicator 7 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de naaldbossen in Nederland

Nadere informatie

Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet. Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag

Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet. Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg - Westerslag

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin

Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL9803077 + NL2002017 Beschermd natuurmonument: - Beheerder:

Nadere informatie

Stuivende kustduinen: illusie of werkelijkheid?

Stuivende kustduinen: illusie of werkelijkheid? Stuivende kustduinen: illusie of werkelijkheid? Verstuiving van zand is het proces waardoor kustduinen ontstaan danwel zijn ontstaan. Als je vanuit de ruimte naar de (Nederlandse) kustduinen van dit moment

Nadere informatie

1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen

1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Groenknolorchis (Liparis loeselii)

Nadere informatie

Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries,

Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries, Zijn effecten van begrazing te voorspellen? Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries, Ingo Jansen,

Nadere informatie

Het landschap als randvoorwaarde voor stuifzand natuur

Het landschap als randvoorwaarde voor stuifzand natuur Het landschap als randvoorwaarde voor stuifzand natuur Onderzoek stuifzandprocessen in relatie tot beheer 20-06-2013, Michel Riksen Inhoud Inleiding stuifzand als geomorfologische eenheid Onderzoek stuifzand

Nadere informatie

Dynamisch duin Landschap van de eeuwige jeugd

Dynamisch duin Landschap van de eeuwige jeugd Dynamisch duin Landschap van de eeuwige jeugd Dynamisch duin landschap van de eeuwige jeugd Wie gericht gebruik maakt van de dynamische krachten van zee, wind en zand in de kuststrook, bevordert een veilige

Nadere informatie

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap 1.2 landschap, natuur en recreatie Landschap Radio Kootwijk vormt een belangrijke schakel in een aaneengesloten open tot halfopen droog tot vochtig stuifzand- en heidegebied dat zich uitstrekt van het

Nadere informatie

Programmatische Aanpak Stikstof TERSCHELLING

Programmatische Aanpak Stikstof TERSCHELLING Programmatische Aanpak Stikstof TERSCHELLING Programma informatieavond Programma Aanpak Stikstof (PAS) 19.30-20.00 uur Inloop 20.00-20.05 uur Opening door voorzitter Piet Dijkstra - Programma en doel van

Nadere informatie

087 Noordhollands Duinreservaat PAS-gebiedsanalyse

087 Noordhollands Duinreservaat PAS-gebiedsanalyse 087 Noordhollands Duinreservaat PAS-gebiedsanalyse Provincie Noord-Holland 18 mei 2015 Definitief rapport BD2825-103 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. RIVERS, DELTAS & COASTS Entrada 301 Postbus 94241 1090

Nadere informatie

Vegetatie duinen,

Vegetatie duinen, Indicator 5 december 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In zowel droge als vochtige

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen

Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen (Zie leeswijzer) Kenschets 116_gebiedendocument_Kop van Schouwen_november 2006 Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn Site code: NL1000017 Beschermd

Nadere informatie

PAS herstelmaatregelen en monitoring Wat kan en moet de kleine beheerder daarmee?

PAS herstelmaatregelen en monitoring Wat kan en moet de kleine beheerder daarmee? PAS herstelmaatregelen en monitoring Wat kan en moet de kleine beheerder daarmee? Beheerdersdag 2015 Jan Willem van der Vegte, BIJ12 - PAS-bureau Leon van den Berg, Bosgroepen Programmatische Aanpak Stikstof

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 88 Kennemerland-Zuid

Natura 2000 gebied 88 Kennemerland-Zuid Natura 2000 gebied 88 Kennemerland-Zuid (Zie leeswijzer) Kenschets 088_gebiedendocument_Kennemerland-Zuid_november 2006 Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn Site code: NL1000012 Beschermd

Nadere informatie

Eindexamen biologie pilot vwo I

Eindexamen biologie pilot vwo I West-Europese duinvalleien bedreigd Natte kalkrijke duinvalleien met hun typische plantengemeenschappen worden steeds zeldzamer, niet alleen in Nederland maar in heel West-Europa. Dit komt niet alleen

Nadere informatie

Kustlijnzorg in Nederland

Kustlijnzorg in Nederland Kustlijnzorg in Nederland Aanleiding, uitvoering en ontwikkeling 25 september 2017 Harry de Looff RWS-WVL Inhoud Waarom Kustlijnzorg? Wat en hoe Kustlijnzorg? Ontwikkelingen en vragen 2 RWS INFORMATIE

Nadere informatie

Geschiedenis van de duinen

Geschiedenis van de duinen Geschiedenis van de duinen Bijna de hele Nederlandse kust bestaat uit duinen. We weten hier niet beter, dan dat dat heel normaal is. Toch is dat niet zo. De kust van Frankrijk, Spanje en Portugal bijvoorbeeld

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing t.b.v. uitbreiding loonwerkbedrijf te Eldersloo

Landschappelijke inpassing t.b.v. uitbreiding loonwerkbedrijf te Eldersloo Landschappelijke inpassing t.b.v. uitbreiding loonwerkbedrijf te Eldersloo Landschapsbeheer Drenthe Landschapsbeheer Drenthe maakt deel uit van een samenwerkingsverband van twaalf provinciale organisa

Nadere informatie

17. Het Duinendecreet: onze kustduinen beschermd...113

17. Het Duinendecreet: onze kustduinen beschermd...113 I N H O U D S T A F E L 17. Het Duinendecreet: onze kustduinen beschermd...............113 SAM PROVOOST - Het Duinendecreet : doelstellingen en juridische achtergronden.............. 113 - Bijkomende duingebieden

Nadere informatie

Programma 4: Dynamische eilanden

Programma 4: Dynamische eilanden Programma 4: Dynamische eilanden De Nederlandse Waddeneilanden liggen verankerd in de zee. Stuif- en andere dijken maken dat ze geen kant op kunnen. Wind, water en stuivend zand hebben nauwelijks invloed

Nadere informatie

Dynamisch kustbeheer. Erna Krommendijk. Milieufederatie Noord-Holland. Versneller van duurzaamheid

Dynamisch kustbeheer. Erna Krommendijk. Milieufederatie Noord-Holland. Versneller van duurzaamheid Dynamisch kustbeheer Erna Krommendijk Milieufederatie Noord-Holland Programma veldbezoek 15 november 2013 Welkom / introductie Veldbezoek met diverse toelichtingen Lunch Wensen en kansen in deelgebieden:

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 87 Noordhollands Duinreservaat

Natura 2000 gebied 87 Noordhollands Duinreservaat Natura 2000 gebied 87 Noordhollands Duinreservaat (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn Site code: NL9801080 Beschermd natuurmonument: Duinen bij Bergen BN Beheerder:

Nadere informatie

Vegetatie duinen,

Vegetatie duinen, Indicator 13 december 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In zowel droge als vochtige

Nadere informatie

Bossen ingedeeld in zes bostypen. Centrum Hout. Centrum Hout Postbus 1380, 1300 BJ Almere Westeinde 8, 1334 BK Almere-Buiten 036 532 98 21

Bossen ingedeeld in zes bostypen. Centrum Hout. Centrum Hout Postbus 1380, 1300 BJ Almere Westeinde 8, 1334 BK Almere-Buiten 036 532 98 21 2013/12 Bossen Bossen Bossen zijn leefgemeenschappen van planten, mensen en dieren waarbij bomen beeldbepalend zijn. Tezamen vormen zij een gesloten keten. Alle onderdelen hebben een eigen plaats en functie

Nadere informatie

Bosbeheer NHD. achtergronden, visie, beheer. Rienk Slings PWN

Bosbeheer NHD. achtergronden, visie, beheer. Rienk Slings PWN Bosbeheer NHD achtergronden, visie, beheer Rienk Slings PWN Waar ligt de bosgrens? op de zeereep kan geen spontaan bos groeien plaatselijk aan de binneduinrand wel. MAAR DAAR TUSSENIN? Historische lessen

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven)

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven) 4.5 Landduinen Landschapskenmerken Reliëfvorm Mozaïek van hogere zandduinen meestal bebost en lager en vlakker gelegen vennen en schrale graslanden Water Lage grondwaterstanden Bodem Zandgronden Wegenpatroon

Nadere informatie

Natuurbeheer in de duinen Achtergronden bij de Natuurbalans 2005. M.N. van Wijk, M.E. Sanders, J.J. de Jong, M.P. van Veen

Natuurbeheer in de duinen Achtergronden bij de Natuurbalans 2005. M.N. van Wijk, M.E. Sanders, J.J. de Jong, M.P. van Veen Rapport 408763012/2006 Natuurbeheer in de duinen Achtergronden bij de Natuurbalans 2005 M.N. van Wijk, M.E. Sanders, J.J. de Jong, M.P. van Veen Contact: Martijn van Wijk MNP/Expertise Groep Wageningen

Nadere informatie

De tekst in onderstaand kader betreft de kenschets van het profielendocument van het habitattype.

De tekst in onderstaand kader betreft de kenschets van het profielendocument van het habitattype. Herstelstrategie H2160: Duindoornstruwelen Huiskes, H.P.J., H.M. Beije, R. Haveman, A.M.M. van Haperen, N. Schotsman & N.A.C. Smits Leeswijzer Dit document start met de kenschets uit het profieldocument

Nadere informatie

*Vastgelegde ontkalkte duinen met Empetrum nigrum (H2140) Verkorte naam: Duinheiden met kraaihei

*Vastgelegde ontkalkte duinen met Empetrum nigrum (H2140) Verkorte naam: Duinheiden met kraaihei Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. *Vastgelegde ontkalkte duinen

Nadere informatie

Duinbeheer. Verslag veldwerkplaats Duin- en kustlandschap Terschelling, 18 en 19 september 2008

Duinbeheer. Verslag veldwerkplaats Duin- en kustlandschap Terschelling, 18 en 19 september 2008 Duinbeheer Verslag veldwerkplaats Duin- en kustlandschap Terschelling, 18 en 19 september 2008 Inleiders: Freek Zwart (Staatsbosbeheer), Ab Grootjans (Universiteit Groningen), Marijn Nijssen (Stichting

Nadere informatie

NIEUWE HONDSBOSSCHE DUINEN

NIEUWE HONDSBOSSCHE DUINEN NIEUWE HONDSBOSSCHE DUINEN Het zand dat tegen de oude basalten dijk is gestort, zal aangroeien en weer wegstromen, ophopen en weer verstuiven. Een grillig en dynamisch spel dat de Noordzeekust tussen Petten

Nadere informatie

Struinen door De Stille Kern

Struinen door De Stille Kern 58 Horsterwold Struinen door De Stille Kern Een 900 hectare groot natuurgebied waar natuurlijke processen volop de ruimte krijgen. Het gebied wordt begraasd door een kudde konikpaarden, die zorgen voor

Nadere informatie

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden Gemeente Beverwijk 09.112 december 2009

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 2006

Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 2006 Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 26 tijdvak 1 BIOLOGIE CSE GL EN TL COMPEX Deze bijlage bevat informatie. 613-1-589b DUINEN INFORMATIE 1 DUINGEBIEDEN Het grootste deel van de Nederlandse kust bestaat uit duingebieden.

Nadere informatie

EFFECTEN VAN GRAZERS OP BELANGRIJKE KWELDER PROCESSEN

EFFECTEN VAN GRAZERS OP BELANGRIJKE KWELDER PROCESSEN Samenvatting INTRODUCTIE Een groot deel van het landoppervlak op aarde is bedekt met graslanden en deze worden doorgaans door zowel inheemse diersoorten als door vee begraasd. Dit leidt vaak tot een zeer

Nadere informatie

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal Bestuurlijke samenvatting Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal De Groote Meer, deels gevuld met water De Brabantse Wal: een afwisselend natuurgebied met een grote variatie aan

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB 2006 BIOLOGIE CSE KB. tijdvak 1. Deze bijlage bevat informatie. 600013-1-663b

Bijlage VMBO-KB 2006 BIOLOGIE CSE KB. tijdvak 1. Deze bijlage bevat informatie. 600013-1-663b Bijlage VMBO-KB 2006 tijdvak 1 BIOLOGIE CSE KB Deze bijlage bevat informatie. 600013-1-663b DUINEN INFORMATIE 1 DUINGEBIEDEN Het grootste deel van de Nederlandse kust bestaat uit duingebieden. De duinen

Nadere informatie

Verjonging van eilandstaarten. Alma de Groot, Albert Oost, Evert Jan Lammerts, Willem van Duin, Roos Veeneklaas, Bregje van Wesenbeeck

Verjonging van eilandstaarten. Alma de Groot, Albert Oost, Evert Jan Lammerts, Willem van Duin, Roos Veeneklaas, Bregje van Wesenbeeck Verjonging van eilandstaarten Alma de Groot, Albert Oost, Evert Jan Lammerts, Willem van Duin, Roos Veeneklaas, Bregje van Wesenbeeck Aanleiding Probleem: Ecologische veroudering, m.n. vergrassing van

Nadere informatie

Onderwerp. Datum : 19 maart 2015 Projectnummer : 211x07324

Onderwerp. Datum : 19 maart 2015 Projectnummer : 211x07324 Onderwerp Inpassings- en beplantingsplan van parkeerplaats en bebouwing, en legaliseren bestaande bebouwing t.b.v. een seksinrichting aan de Roermondseweg 203 te Weert Datum : 19 maart 2015 Projectnummer

Nadere informatie

Heidebeheer in de 21 e eeuw

Heidebeheer in de 21 e eeuw Heidebeheer in de 21 e eeuw Henk Siebel Met OBN-faunaonderzoek van Joost Vogels, Arnold van den Burg, Eva Remke, Henk Siepel Stichting Bargerveen, Radboud Universiteit Nijmegen Herstel en beheer van droge

Nadere informatie

: Landschappelijke inpassing Karissendijk 4 te Egchel

: Landschappelijke inpassing Karissendijk 4 te Egchel Onderwerp Projectnummer : 211x07059 Datum : 30 januari 2015 : Landschappelijke inpassing Karissendijk 4 te Egchel Van : Esther de Graaf & Ruud Tak BLAD 1 Bij het toestaan van een ruimtelijke ontwikkeling

Nadere informatie

Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan?

Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan? Praktische-opdracht door een scholier 1523 woorden 16 januari 2006 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Stap 1: De onderzoeksvraag Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap

Nadere informatie

De Topnatuur van Ameland. Natura 2000 beheerplan

De Topnatuur van Ameland. Natura 2000 beheerplan De Topnatuur van Ameland Natura 2000 beheerplan 1 Voorwoord Europeeske topnatuer en dat is Ameland! Het hoort bij het natuurnetwerk Natura 2000. Dit netwerk ligt in heel Europa en Ameland is daar onderdeel

Nadere informatie

De Topnatuur van Ameland. Natura 2000 beheerplan

De Topnatuur van Ameland. Natura 2000 beheerplan De Topnatuur van Ameland Natura 2000 beheerplan 1 Voorwoord Europeeske topnatuer en dat is Ameland! Het hoort bij het natuurnetwerk Natura 2000. Dit netwerk ligt in heel Europa en Ameland is daar onderdeel

Nadere informatie

Rapport Beplantingsplan uitbreiding bedrijf Jansen s Overseas te Noordwijkerhout

Rapport Beplantingsplan uitbreiding bedrijf Jansen s Overseas te Noordwijkerhout Rapport Beplantingsplan uitbreiding bedrijf Jansen s Overseas te Noordwijkerhout Beplantingsplan uitbreiding Jansen s Overseas te Noordwijkerhout (versie 1) Waddinxveen, 3 oktober 2012 Opdrachtgever: Gemeente

Nadere informatie

Projectplan verbetering natuurkwaliteit Westduinpark en Bosjes van Poot. Periode

Projectplan verbetering natuurkwaliteit Westduinpark en Bosjes van Poot. Periode Projectplan verbetering natuurkwaliteit Westduinpark en Bosjes van Poot. Periode 2010-2015. Opgesteld door: Dunea Sector Natuur & ondersteuning J.J.J.M. Lucas In opdracht van: Gemeente Den Haag Dienst

Nadere informatie

Is herstel hoogvenen succesvol? Bart van Tooren. Bjørn van den Boom, Senior beleidsmedewerker Natuurbeheer

Is herstel hoogvenen succesvol? Bart van Tooren. Bjørn van den Boom, Senior beleidsmedewerker Natuurbeheer Is herstel hoogvenen succesvol? Bart van Tooren Bjørn van den Boom, Senior beleidsmedewerker Natuurbeheer Agenda Inleiding Wat is hoogveen Degradatie van hoogveen in Nederland Herstel van hoogveen Resultaten

Nadere informatie

NOORDZEE SYMPOSIUM 2007

NOORDZEE SYMPOSIUM 2007 NOORDZEE SYMPOSIUM 2007 Kustduinbodems : bodemvorming in een extreem milieu Carole Ampe Vlaamse Landmaatschappij West-Vlaanderen UGent Laboratorium voor Bodemkunde Inhoud Milieufactoren Geologie - moedermateriaal

Nadere informatie

Wat valt er te kiezen?

Wat valt er te kiezen? Marijn Nijssen Effecten van duinbegrazing op faunadiversiteit Begrazing Wat valt er te kiezen? Effecten van duinbegrazing op faunadiversiteit Wat valt er te kiezen? Marijn Nijssen Bart Wouters Herman van

Nadere informatie

2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49

2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Bodem en grond 9 1.1 Grond, bodem en grondsoorten 9 1.2 Eigenschappen van grond 20 1.3 Problemen met de grond 23 1.4 Verbeteren van landbouwgronden 30 1.5 Transport van

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde oud programma havo I

Eindexamen aardrijkskunde oud programma havo I Aanwijzingen voor de kandidaat Bij een aantal vragen in dit examen is een cursieve regel achter de eigenlijke vraagzin opgenomen. In deze cursieve regel staat precies vermeld welke antwoordelementen in

Nadere informatie

Quick scan ecologie Grote Sloot 310 te Schagerbrug

Quick scan ecologie Grote Sloot 310 te Schagerbrug Quick scan ecologie Grote Sloot 310 te Schagerbrug Quick scan ecologie Grote Sloot 310 te Schagerbrug Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag T. Ursinus 12.011 maart 2012 Gedeelte van het

Nadere informatie

LAAT HET ZAND MAAR WAAIEN WAAROM STUIVENDE DUINEN ONZE KUST ZO BIJZONDER MAKEN

LAAT HET ZAND MAAR WAAIEN WAAROM STUIVENDE DUINEN ONZE KUST ZO BIJZONDER MAKEN LAAT HET ZAND MAAR WAAIEN WAAROM STUIVENDE DUINEN ONZE KUST ZO BIJZONDER MAKEN Einde maart 2005 heerste nogal wat commotie rond de overstuiving van het ontmoetingscentrum Calidris te Westende (Middelkerke)

Nadere informatie

Natuurherstel: van standplaats naar landschap

Natuurherstel: van standplaats naar landschap Natuurherstel: van standplaats naar landschap Hans Esselink (St. Bargerveen/RU) Wilco Verberk (St. Bargerveen/RU) Ab Grootjans (RU Groningen/RU Nijmegen) André Jansen (Unie van Bosgroepen) Verberk WCEP,

Nadere informatie

Dynamisch kustbeheer - Kustveiligheid en natuur profiteren van stuivend zand

Dynamisch kustbeheer - Kustveiligheid en natuur profiteren van stuivend zand Dynamisch kustbeheer - Kustveiligheid en natuur profiteren van stuivend zand Moniek Löffler (Bureau Landwijzer), Petra Goessen (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier), Tycho Hoogstrate (PWN), Bert

Nadere informatie

Werkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense duinen

Werkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense duinen Werkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense d Werkstuk door een scholier 1890 woorden 30 oktober 2004 7 79 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde De Loonse en Drunense D A. Tot welk landschapstype behoort het

Nadere informatie

Programma informatieavond Programma Aanpak Stikstof (PAS)

Programma informatieavond Programma Aanpak Stikstof (PAS) Programma informatieavond Programma Aanpak Stikstof (PAS) 19.30-20.00 uur Inloop 20.00-20.05 uur Opening door voorzitter Piet Dijkstra - Programma en doel van de avond 20.05-20.20 uur Het wat en waarom

Nadere informatie

Vegetatie van loof- en gemengde bossen,

Vegetatie van loof- en gemengde bossen, Indicator 11 december 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In loofbossen en gemengde bossen

Nadere informatie

Douglas: niet alles goud dat er blinkt

Douglas: niet alles goud dat er blinkt Douglas: niet alles goud dat er blinkt P. R. Hilgen Landbouwuniversiteit Wageningen De laatste decennia is de douglas uitgegroeid tot een van de belangrijkste boomsoorten van de Nederlandse bosbouw. Volgens

Nadere informatie

Invloed van menselijke ingrepen en klimaatsverandering op de evolutie van zoet-zoutwaterverdeling in het Vlaamse kustgebied

Invloed van menselijke ingrepen en klimaatsverandering op de evolutie van zoet-zoutwaterverdeling in het Vlaamse kustgebied Invloed van menselijke ingrepen en klimaatsverandering op de evolutie van zoet-zoutwaterverdeling in het Vlaamse kustgebied Luc Lebbe Onderzoeksgroep Grondwatermodellering Vakgebied Geologie en Bodemkunde

Nadere informatie

Camping Achter Port Zélande ligt camping Port Zélande. Deze camping ligt midden in de natuur met veel ruimte en rust. (tel ).

Camping Achter Port Zélande ligt camping Port Zélande. Deze camping ligt midden in de natuur met veel ruimte en rust. (tel ). De Duindoorn is één van de eerste struiken die zich in een duingebied vestigt. Hij wordt dan ook pionierplant genoemd, die gemakkelijk in het voedselarme zand wortelt en de grond daarmee geschikt maakt

Nadere informatie

Advies landschappelijke inpassing bloemenkwekerij aan de Veldhuizenweg te Hoogersmilde

Advies landschappelijke inpassing bloemenkwekerij aan de Veldhuizenweg te Hoogersmilde Landschapsbeheer Drenthe aaaaaaaaaaaaa Landschapsplan van het perceel Grietmanswijk 5a te Bovensmilde t.b.v. nieuwbouw loonbedrijf provinciale organisatie beschikt Advies landschappelijke inpassing bloemenkwekerij

Nadere informatie

Vegetatie van de heide,

Vegetatie van de heide, Indicator 13 december 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Sinds 1999 is de verstruiking

Nadere informatie

Post I. A: Oude duinen B: Zeekleilandschap. Bodemgebruik: A: Bos. B: Grasland

Post I. A: Oude duinen B: Zeekleilandschap. Bodemgebruik: A: Bos. B: Grasland Post I Opdracht I: Om welke twee landschappen gaat het? A: Oude duinen B: Zeekleilandschap Grondsoorten: Bodemgebruik: Inrichtingselementen: A: Oud duinzand A: Bos A: Kasteel, woningen B: Jonge zeeklei

Nadere informatie

VEGETATIEKARTERING KENNEMERDUINEN

VEGETATIEKARTERING KENNEMERDUINEN VEGETATIEKARTERING KENNEMERDUINEN 2005 F.H. EVERTS M. JONGMAN M.E. TOLMAN & N.P.J. de VRIES 2006 in opdracht van: NV PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland, te Velserbroek uitgevoerd door: EGG consult (Ecologengroep

Nadere informatie

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN 1. INLEIDING De heer G. Holthuis en Mevrouw E. Wynia willen een nieuw landgoed aanleggen aan de Markeweg in Steenbergen. Onderdeel daarvan is de aanleg van 5 ha

Nadere informatie

Stroomdalgraslanden in Nederland

Stroomdalgraslanden in Nederland Stroomdalgraslanden in Nederland Ontwikkeling en beheer in de Vreugderijkerwaard Veldwerkplaats rivierenlandschap Vreugderijkerwaard, 16 mei 2008 Inleiders: Karlè Sýkora (Wageningen Universiteit, Leerstoelgroep

Nadere informatie

Quick scan ecologie AIC te Castricum

Quick scan ecologie AIC te Castricum Quick scan ecologie AIC te Castricum Quick scan ecologie AIC te Castricum Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag T. ursinus Gemeente Castricum 12.021 april 2012 Het plangebied ligt momenteel

Nadere informatie

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne Noordse woelmuis foto Kees Rosmolen verslag 43 Muizenonderzoek Groene Strand - Oostvoorne juli 2010 Jan Alewijn Dijkhuizen inleiding De zoogdierwerkgroep van de KNNV afdeling

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter, Directie Regionale Zaken De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 27 november 2008 2008Z07205/ DRZZ. 2009/699

Nadere informatie

module 2 ECOLOGISCHE & BEHEERPRINCIPES

module 2 ECOLOGISCHE & BEHEERPRINCIPES ECOLOGISCHE & BEHEERPRINCIPES Hoofdstuk 2 Inhoudsopgave: Wat is ecologie? Wat is biodiversiteit? Wat is natuurbeheer? Boerennatuur op en rond het erf Wat is ecologie? Wat is ecologie? Wat is ecologie?

Nadere informatie

Westerschelde 2001. jklmnopq. Toelichting bij de Geomorfologische kartering van de. Op basis van false colour-luchtfoto s 1:10.000 ... P.M.

Westerschelde 2001. jklmnopq. Toelichting bij de Geomorfologische kartering van de. Op basis van false colour-luchtfoto s 1:10.000 ... P.M. Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq Meetkundige Dienst... Toelichting bij de Geomorfologische kartering van de Westerschelde 2001 Op basis van false colour-luchtfoto s 1:10.000 P.M. Loomans januari

Nadere informatie

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL Bekijk op https://www.youtube.com/watch?v=pgyczqy-krm voor het herinirichtingplan Sarsven en De Banen. Begin vorige eeuw kwamen plantenliefhebbers uit het hele land al naar

Nadere informatie

Trosbosbes Effecten op het ecosysteem en mogelijkheden voor bestrijding

Trosbosbes Effecten op het ecosysteem en mogelijkheden voor bestrijding Trosbosbes Trosbosbes Effecten op het ecosysteem en mogelijkheden voor bestrijding GertJan van Duinen Vraagstelling Hoe beïnvloedt Trosbosbes ecosysteem? Peelvenen: veenontwikkeling, biodiversiteit Factoren

Nadere informatie