Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten"

Transcriptie

1 NVIC Rapport 06/2015 Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten R. de Groot C.J. van Loon* M.E.C. Leenders J. Meulenbelt * Master student Biomedische wetenschappen, Radboud UMC

2 Contactgegevens: Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum Divisie Vitale Functies Universitair Medisch Centrum Utrecht Huispostnummer B Postbus GA Utrecht Tel: Deze rapportage werd opgesteld als onderdeel van een stageproject (Master student Biomedical Sciences, Radboud UMC), in het kader van kennisvraag CGM2.A2, onderdeel van het programma Centrum Gezondheid en Milieu (RIVM) van de opdrachtgever, het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Directie PG. UMC Utrecht 2015

3 Samenvatting In gebieden met een nucleaire installatie wordt door ziekenhuizen nadrukkelijk rekening gehouden met incidenten waarbij ioniserende straling en/of radioactief materiaal vrijkomt of dreigt vrij te komen. Stralingsincidenten kunnen echter overal in Nederland voorkomen, ook buiten gebieden met speciale objecten, denk hierbij aan incidenten tijdens industrieel gebruik van radioactieve bronnen, in radionuclidenlaboratoria, bij transport van radioactief materiaal of veroorzaakt door een terroristische aanslag. Het is daarom belangrijk dat elk ziekenhuis zich voorbereidt op de ontvangst van slachtoffers van stralingsincidenten. Als stageproject van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) heeft een student Biomedische wetenschappen van het Radboud UMC geïnventariseerd welke kennis en middelen Nederlandse ziekenhuizen momenteel hebben om slachtoffers van stralingsincidenten te kunnen opvangen. Naar alle ziekenhuizen met een afdeling Spoedeisende hulp met 24/7 beschikbaarheid is een digitale enquête gestuurd. Deze enquête is door 58 van de 87 benaderde ziekenhuizen (67%) ingevuld. Daarnaast zijn negen van de ziekenhuizen die de enquête hebben ingevuld bezocht voor een interview om dieper op het onderwerp in te gaan. Resultaten Het merendeel van de ziekenhuizen dat heeft deelgenomen aan dit onderzoek geeft aan rekening te houden met de mogelijkheid van stralingsincidenten. Bij kleine ziekenhuizen (criterium: minder dan 500 bedden) is het percentage 77%. Grote en academische ziekenhuizen houden vrijwel allemaal rekening met stralingsincidenten. Ongeveer twee derde van de ziekenhuizen kan vaststellen of een slachtoffer besmet is met radioactief materiaal. Dit percentage ligt bij kleine ziekenhuizen iets lager (57%) in vergelijking met grote en academische ziekenhuizen (respectievelijk 84% en 75%). Voor het uitvoeren van metingen beschikken ziekenhuizen over mobiele- en/of vaste meetapparatuur of wordt externe hulp ingeroepen van bijvoorbeeld de Geneeskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS) van de Geneeskundige Hulpverleningsinstantie bij Ongevallen en Rampen (GHOR) of van de brandweer. Ongeveer twee derde van de kleine ziekenhuizen kan besmette slachtoffers decontamineren, driekwart van de grote ziekenhuizen en alle academische ziekenhuizen zijn hiertoe in staat. Van de ziekenhuizen met mogelijkheid tot decontaminatie beschikt 70% over inpandige ruimtes en 30% over buitenfaciliteiten (bijv. een decontaminatietent). De decontaminatiecapaciteit uitgedrukt in aantal personen per uur dat kan worden ontsmet, loopt hierbij ook op naar grootte van het ziekenhuis (van 1-4 personen/uur in alle kleine ziekenhuizen tot een maximum van 30 personen/uur gemeld door één groot en één academisch ziekenhuis). Grote en academische ziekenhuizen decontamineren veelal zonder hulp van buitenaf (respectievelijk 71% en 88%), terwijl kleine ziekenhuizen relatief vaak externe hulp inroepen (60%). De instanties die ziekenhuizen voornamelijk assisteren bij opvang en decontaminatie van slachtoffers, zijn de GAGS/GHOR en de brandweer. Van de ziekenhuizen zonder mogelijkheid tot decontaminatie geeft drie kwart aan dat geen concrete afspraken zijn gemaakt over doorverwijzing van slachtoffers. Van de deelnemende ziekenhuizen beschrijft 70% stralingsincidenten in een rampenopvangplan. De overige 30% heeft momenteel alleen nog chemische en/of biologische incidenten beschreven in een rampenopvangplan. Hierbij kan worden opgemerkt dat een aantal ziekenhuizen momenteel werkt aan een plan voor opvang van slachtoffers na een stralingsincident. Van de ziekenhuizen die stralingsincidenten opnemen in een rampenopvangplan doet 81% dit als onderdeel van CBRN-incidenten (Chemische, Biologische, Radiologische en Nucleaire incidenten) De overige ziekenhuizen hebben voor stralingsincidenten een apart rampenopvangplan. Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 1

4 Het merendeel van de ziekenhuizen (84%) heeft een OTO (Opleiden, Trainen en Oefenen)-plan opgesteld, waaronder oefening van rampenopvang bij grootschalige CBRN-incidenten valt. De meeste ziekenhuizen (71%) oefenen hierbij niet specifiek op stralingsincidenten. In totaal kan iets minder dan de helft van alle ziekenhuizen patiënten met een inwendige besmetting na decontaminatie verder behandelen. Dit is meestal niet mogelijk in kleine ziekenhuizen (80%), maar wel in meer dan de helft van grote ziekenhuizen (57%) en in alle academische ziekenhuizen. In nagenoeg de helft van de deelnemende ziekenhuizen is bekend dat een nationale antidotavoorraad bestaat voor behandeling na een inwendige besmetting met radioactieve stoffen. Van de deelnemende ziekenhuizen weet 81% dat het NVIC over ioniserende straling informeert en heeft 60% de contactgegevens van het NVIC opgenomen in het rampenopvangplan. Aanbevelingen De belangrijkste aanbeveling uit dit onderzoek is dat ziekenhuizen die nog niet zijn voorbereid op stralingsincidenten ofwel zelf mogelijkheden voor opvang en decontaminatie van slachtoffers creëren ofwel een plan opstellen voor doorverwijzing van slachtoffers en hierover afspraken maken met andere ziekenhuizen in de regio. Daarnaast is het voor alle ziekenhuizen aan te bevelen op regionaal niveau vooraf afspraken te maken over de opvang/verdeling van grotere groepen stralingsslachtoffers als de eigen capaciteit hiervoor onvoldoende is. Uit dit onderzoek blijkt dat de decontaminatiecapaciteit bij het merendeel van de ziekenhuizen beperkt is tot maximaal 5 personen/uur. Voor ziekenhuizen die in een rampenopvangplan alleen nog chemische en/of biologische incidenten hebben beschreven is de aanbeveling om ook stralingsincidenten hierin op te nemen. Het is aan te bevelen om de vastgelegde procedures voor opvang en decontaminatie van met radioactief materiaal besmette slachtoffers periodiek te oefenen. Mogelijke angst voor radioactiviteit en straling bij ziekenhuispersoneel kan worden verminderd door educatie waarbij specifiek aandacht is voor het lage risico dat de hulpverlener loopt door behandeling van een radioactief besmette patiënt. Tenslotte is het belangrijk voor ziekenhuizen om te weten dat zij het NVIC kunnen bereiken voor informatie en advies over de geneeskundige aspecten bij stralingsincidenten. Het is aan te bevelen het 24/7 nummer van het NVIC ( ) op te nemen in het rampenopvangplan. Het NVIC verzorgt eveneens de indicatiestelling voor uitgifte van de antidota DTPA en Pruisisch Blauw (opgeslagen bij het RIVM) voor de behandeling van slachtoffers die inwendig zijn besmet met radioactief materiaal. Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 2

5 Inhoudsopgave Samenvatting..1 Inhoudsopgave Inleiding Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum Resultaten Mogelijkheid tot vaststellen radioactieve besmetting Mogelijkheid tot decontaminatie Decontaminatievoorzieningen Decontaminatiecapaciteit Hulp van andere hulpverleningsorganisaties Decontaminatie niet mogelijk Eerste hulp indien decontaminatie niet mogelijk is Afspraken over doorverwijzing van slachtoffers Rampenopvangplan OTO-plan Oefenen van stralingsincidenten Verdere behandeling Antidota Rol van het NVIC Conclusies en aanbevelingen Aanbeveling 1: creëer mogelijkheden voor opvang en decontaminatie van slachtoffers of maak afspraken over doorverwijzing Aanbeveling 2: maak regionale afspraken over opvang van grotere groepen stralingsslachtoffers Aanbeveling 3: neem stralingsincidenten op in een rampenopvangplan Aanbeveling 4: neem stralingsincidenten op in het OTO-plan en oefen deze specifiek Achtergrondinformatie Radioactiviteit en ioniserende straling Radionucliden Radioactief verval Soorten ioniserende straling Dosis en dosislimieten Equivalente dosis (H) Effectieve dosis (E) Limieten en referentieniveaus Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 3

6 Gezondheidseffecten Kansgebonden (stochastische) effecten Deterministische effecten Lokale stralingsschade (huidsyndroom) Blootstelling van slachtoffers en het risico voor hulpverleners Levensbedreigend trauma Uitwendige besmetting Inwendige besmetting Externe bestraling Stralingsincidenten Radiological dispersal device (RDD) Radiological exposure device (RED) Kernongeval Overige incidenten Antidota Pruisisch blauw DTPA Stabiel jodium Aandachtspunten bij decontaminatie Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 4

7 1 Inleiding De noodzaak voor ziekenhuizen om zich voor te bereiden op Chemische, Biologische, Radiologische en Nucleaire (CBRN) incidenten is de afgelopen jaren toegenomen. Chemische incidenten kregen veel aandacht door enkele grote branden, zoals bij Chemie-Pack (2011) en Shell (2014) op het industrieterrein van Moerdijk. De uitbraak van de ebola-epidemie in West-Afrika (2014) heeft gezorgd voor meer bewustwording van biologische incidenten. De voorbereiding op radiologische en nucleaire incidenten is de afgelopen jaren geïntensiveerd door de ramp met de nucleaire installatie van Fukushima in Japan (2011) en de toegenomen terreurdreiging. In dit rapport zullen radiologische en nucleaire incidenten als stralingsincidenten worden aangeduid. Onder stralingsincidenten worden alle situaties verstaan waarbij ioniserende straling en radioactief materiaal vrij komt, of dreigt vrij te komen. In gebieden met een nucleaire installatie of speciaal object wordt door veel ziekenhuizen nadrukkelijk rekening gehouden met de mogelijkheid van een stralingsincident. Dit geldt vooral voor ziekenhuizen die als opvanglocatie voor slachtoffers zijn aangewezen. Stralingsincidenten kunnen echter overal in Nederland voorkomen en niet alleen in gebieden met een nucleaire installatie of speciaal object. Hierbij moet gedacht worden aan incidenten op plaatsen waar met radioactief materiaal of radioactieve bronnen wordt gewerkt (industrie of radionuclidenlaboratoria), transportincidenten of terroristische aanslagen met bijv. een vuile bom, waarbij radioactief materiaal wordt verspreid door het tot ontploffing brengen van een conventioneel explosief. Daarom kan ieder ziekenhuis in principe te maken krijgen met stralingsslachtoffers. Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) heeft in samenwerking met een Master student Biomedische wetenschappen van het Radboud UMC in kaart gebracht welke kennis en middelen Nederlandse ziekenhuizen hebben om stralingsslachtoffers op te kunnen vangen. Naar alle ziekenhuizen met een afdeling Spoedeisende hulp met 24/7 beschikbaarheid is een digitale enquête gestuurd. Daarnaast zijn van de ziekenhuizen die hebben deelgenomen aan de enquête, drie kleine ziekenhuizen (criterium: minder dan 500 bedden), drie grote en drie academische ziekenhuizen bezocht voor een interview om dieper op het onderwerp in te gaan. Uit de verdiepingsgesprekken kwam naar voren dat in ziekenhuizen nog behoefte bestaat aan aanvullende informatie. In hoofdstuk 4 van dit rapport is daarom achtergrondinformatie over o.a. radioactiviteit en ioniserende straling, effecten van straling op de mens, de verschillende soorten blootstelling van slachtoffers en het risico voor hulpverleners, typen stralingsincidenten, het gebruik van antidota en aandachtspunten bij decontaminatie opgenomen. 1.1 Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum Het NVIC is het kennis- en informatiecentrum voor klinische toxicologie in Nederland en informeert artsen, apothekers en andere professionele hulpverleners over mogelijke gezondheidseffecten en behandelmogelijkheden bij vergiftigingen. Naast acute vergiftigingen bij individuele patiënten, houdt het NVIC zich bezig met calamiteiten of incidenten waarbij meerdere personen betrokken zijn. In geval van incidenten met radioactieve stoffen en ioniserende straling, is dag en nacht een stralingsdeskundige (niveau 3) bereikbaar om professionele hulpverleners snel te informeren over gezondheidskundige aspecten bij dergelijke incidenten. Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 5

8 Het NVIC verzorgt eveneens de indicatiestelling voor uitgifte van de antidota DTPA en Pruisisch Blauw (opgeslagen bij het RIVM) voor behandeling van slachtoffers die inwendig zijn besmet met radioactief materiaal. Bij grote(re) incidenten is het NVIC onderdeel van het Crisis Expert Team Straling (CETs). Het CETs is een netwerk van kennisinstituten dat rapporteert en adviseert over de radiologische en gezondheidskundige gevolgen van (dreigende) kernongevallen en andere stralingsincidenten. Het NVIC is verantwoordelijk voor het verstrekken van advies over maatregelen die genomen moeten worden om de gezondheidsrisico's voor hulpverleners en burgers te beperken. Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 6

9 2 Resultaten De enquête is voor 58 van de 87 ziekenhuizen (67%) ingevuld (tabel 1). Niet iedere respondent heeft de enquête volledig ingevuld, vandaar dat niet op iedere vraag 58 antwoorden zijn gegeven. Gevraagd naar de functie van de respondenten, werd o.a. genoemd: SEH-verpleegkundige, SEH-arts, operationeel manager van de SEH, coördinerend stralingsdeskundige, klinisch fysicus, OTO-coördinator, crisis-, calamiteiten- of ZiROP-coördinator of aandachtsfunctionaris voor CBRN-incidenten (vaak gecombineerd met de functie SEH-arts of SEH-verpleegkundige). In de presentatie van de resultaten is onderscheid gemaakt tussen kleine, grote en academische ziekenhuizen waarbij het verschil tussen kleine en grote ziekenhuizen arbitrair is vastgesteld op een beddenaantal van 500. Respons op de enquête Deelname / Totaal Klein 31 / 50 (62%) Groot 19 / 29 (66%) Academisch 8 / 8 (100%) Totaal 58 / 87 (67%) Tabel 1: Overzicht van de respons, naar grootte en kenmerk van deelnemende ziekenhuizen. In totaal houdt 86% van alle ziekenhuizen rekening met stralingsincidenten (figuur 1). Bij kleine ziekenhuizen is dit percentage iets lager (77%). Eén groot ziekenhuis gaf aan het risico op een stralingsincident dusdanig laag in te schatten, dat hiermee niet nadrukkelijk rekening wordt gehouden. De deelnemende academische ziekenhuizen houden allemaal rekening met het opvangen van stralingsslachtoffers. Uit nadere toelichtingen op deze vraag in de enquête en uit verdiepingsgesprekken tijdens een bezoek kwam naar voren dat ziekenhuizen rekening houden met patiënten op de Spoedeisende hulp, als gevolg van: overbestraling of ongewenste besmettingen door therapie, transportincidenten met radioactief materiaal dat gebruikt wordt voor medische doeleinden, stralingsincidenten bij risicobedrijven in hun omgeving en incidenten in een nucleaire installatie. Vrijwel alle geïnterviewden gaven aan dat zij de kans op het moeten opvangen van stralingsslachtoffers zeer laag inschatten, vanwege strenge veiligheidseisen bij nucleaire installaties en risicobedrijven. Op de vraag of het ziekenhuis ooit al eens stralingsslachtoffers heeft opgevangen, gaven de respondenten aan dat dit nog niet is voorgekomen. Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 7

10 Totaal ziekenhuizen n = 58 Kleine ziekenhuizen n = 31 14% 23% 86% 77% Grote ziekenhuizen n = 19 Academische ziekenhuizen n = 8 5% 95% 100% Figuur 1: Houdt uw ziekenhuis rekening met mogelijke stralingsincidenten? 2.1 Mogelijkheid tot vaststellen radioactieve besmetting Van alle ziekenhuizen is 68% in staat om vast te stellen of een slachtoffer besmet is met een radioactieve stof (figuur 2). Van de kleine ziekenhuizen is dit bij 57% mogelijk, in grote ziekenhuizen bij 84% en 75% van de academische ziekenhuizen geeft aan een radioactieve besmetting te kunnen vaststellen. Uit toelichtingen op de enquêtevraag en uit verdiepingsgesprekken bleek dat ziekenhuizen hiervoor zowel mobiele- als vaste meetapparatuur beschikbaar hebben, bijvoorbeeld dosimeters en besmettingsmonitoren. Daarnaast gaven enkele respondenten aan hulp in te roepen van stralingsdeskundigen, klinisch fysici of deskundigen van de afdeling Nucleaire Geneeskunde. Deze personen verrichten in geval van een stralingsincident de metingen. Wanneer een ziekenhuis niet de beschikking heeft over meetapparatuur of expertise om een radioactieve besmetting vast te stellen, gaven respondenten aan hiervoor externe hulp van de GAGS, brandweer of een speciaal bedrijf in te schakelen. Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 8

11 Totaal ziekenhuizen n = 58 Kleine ziekenhuizen n = 31 32% 68% 43% 57% Grote ziekenhuizen n = 19 Academische ziekenhuizen n = 8 16% 25% 84% 75% Figuur 2: Kan bij aankomst van slachtoffers van stralingsincidenten een mogelijke besmetting met radioactief materiaal worden vastgesteld? 2.2 Mogelijkheid tot decontaminatie In totaal kan 74% van alle deelnemende ziekenhuizen besmette slachtoffers decontamineren (figuur 3). Dit percentage loopt op per categorie: in 67% van de kleine ziekenhuizen is decontaminatie mogelijk, in 74% van de grote ziekenhuizen en in alle acht academische ziekenhuizen. Een aantal ziekenhuizen gaf in de toelichting op deze enquêtevraag aan dat momenteel wordt gewerkt aan een decontaminatiemogelijkheid. Totaal ziekenhuizen n = 58 Kleine ziekenhuizen n = 31 WEL MOGELIJK NIET MOGELIJK 26% 74% 33% 67% Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 9

12 Grote ziekenhuizen n = 19 Academische ziekenhuizen n = 8 26% 74% 100% Figuur 3: Heeft uw ziekenhuis de mogelijkheid om besmette slachtoffers te decontamineren? Decontaminatievoorzieningen Van de 42 ziekenhuizen die aangaven stralingsslachtoffers te kunnen decontamineren, maakt het merendeel (70%) gebruik van inpandige ruimtes (figuur 4). De overige ziekenhuizen beschikken over voorzieningen om slachtoffers buiten te kunnen decontamineren. Deze verdeling is vergelijkbaar in alle categorieën. Van de grote ziekenhuizen gaf één respondent aan zowel inpandig als buiten te kunnen decontamineren. Totaal ziekenhuizen n = 43* Kleine ziekenhuizen n = 20 INPANDIG BUITEN INPANDIG BUITEN 30% 30% 70% 70% Grote ziekenhuizen n = 15* Academische ziekenhuizen n = 8 INPANDIG BUITEN INPANDIG BUITEN 33% 67% 25% 75% Figuur 4: Welke mogelijkheden (voorzieningen) heeft uw ziekenhuis voor decontaminatie? * Eén ziekenhuis heeft zowel een inpandige als buitenruimte beschikbaar voor decontaminatie. Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 10

13 Van de ziekenhuizen (n=30) die over een inpandige ruimte beschikken, heeft het merendeel voorzieningen voor decontaminatie (douches/douchebrancard) op de Spoedeisende hulp of in de ambulancegarage. Een aantal respondenten gaf aan dat de afdeling Nucleaire Geneeskunde over een speciale doucheruimte beschikt waar besmette slachtoffers gedecontamineerd kunnen worden. Ziekenhuizen die over buitenfaciliteiten beschikken, gaven doorgaans aan hiervoor speciale mobiele decontaminatie-units te hebben aangeschaft. Veel ziekenhuizen hebben de mogelijkheid om besmet spoelwater op te vangen. Tijdens de interviews kwam naar voren dat ziekenhuizen weinig onderscheid maken tussen opvang en decontaminatie van slachtoffers na chemische en/of biologische incidenten en stralingsincidenten. Daarnaast werd aangegeven dat bij aankomst van stralingsslachtoffers eerst interne deskundigen worden oproepen en indien nodig, de GAGS en/of het NVIC worden gebeld. Persoonlijke beschermingsmiddelen voor hulpverleners zijn bij vrijwel alle ziekenhuizen die slachtoffers kunnen decontamineren aanwezig Decontaminatiecapaciteit Van alle ziekenhuizen die hebben aangegeven hoeveel besmette slachtoffers zij per uur kunnen decontamineren, kan 83% dit voor 1 tot en met 5 personen, 10% voor 6 tot en met 10 personen en 7% voor 10 personen of meer (figuur 5). De kleine ziekenhuizen kunnen allemaal 1 tot en met 4 personen per uur decontamineren. De grote en academische ziekenhuizen hebben soms een grotere capaciteit (tot een maximum van 30 personen/uur). Eén academisch ziekenhuis gaf aan 8 instabiele patiënten per uur te kunnen decontamineren, 4 instabiele in combinatie met 6 stabiele, of 10 tot 12 stabiele patiënten. De overige ziekenhuizen maakten geen onderscheid naar stabiliteit of mobiliteit van de patiënt. Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 11

14 Totaal ziekenhuizen n = 42 1 t/m 5 personen 6 t/m 10 personen >10 personen 10% 7% 83% Kleine ziekenhuizen n = 20 1 persoon 2 personen 3 personen 4 personen 30% 35% 10% 25% Grote ziekenhuizen n = 14 2 personen 4 personen 5 personen 18 personen 30 personen 7% 7% 14% 50% 22% Academische ziekenhuizen n = 8 2 personen 5 personen 6 personen 8 personen 10 personen 30 personen 13% 12% 25% 25% 13% 12% Figuur 5: Hoeveel mensen kunnen per uur worden gedecontamineerd? Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 12

15 2.2.3 Hulp van andere hulpverleningsorganisaties Een vervolgvraag op de decontaminatiecapaciteit, was of ziekenhuizen bij decontaminatie hulp krijgen van andere hulpverleningsorganisaties. In totaal geeft 60% van alle ziekenhuizen aan decontaminatie zelfstandig uit te voeren, eventueel met assistentie van een eigen bedrijfshulpverlening. Van de kleine ziekenhuizen krijgt 60% hulp van buitenaf, van de grote ziekenhuizen 29% en van de academische ziekenhuizen 12%. Totaal ziekenhuizen n = 42 Kleine ziekenhuizen n = 20 60% 40% 40% 60% Grote ziekenhuizen n = 14 Academische ziekenhuizen n = 8 12% 29% 71% 88% Figuur 6: Krijgt uw ziekenhuis bij decontaminatie assistentie van andere hulpverleningsorganisaties? Genoemde hulpverleningsorganisaties die ziekenhuizen assisteren bij de opvang van CBRNslachtoffers zijn de GAGS/GHOR en de brandweer. De assistentie bestaat vooral uit advisering, verrichten van metingen en coördinatie van slachtofferopvang. 2.3 Decontaminatie niet mogelijk Eerste hulp indien decontaminatie niet mogelijk is Indien ziekenhuizen niet over voorzieningen voor decontaminatie van besmette slachtoffers beschikken (n=16), is gevraagd of er wel eerste hulp zoals stabilisatie van het slachtoffer wordt geboden. Van de kleine ziekenhuizen die aangeven slachtoffers niet te kunnen decontamineren, geven 10 van de 11 (91%) aan geen eerste hulp te bieden. De grote ziekenhuizen zonder decontaminatiemogelijkheid (n=5) geven allemaal aan eerste hulp te bieden. In de toelichtingen op de enquêtevraag werd door sommige respondenten van kleine ziekenhuizen aangegeven dat hiervoor persoonlijke beschermingsmiddelen voor personeel ontbreken, eerst advies zal worden gevraagd aan een stralingsdeskundige/nucleair geneeskundige of dat terugkoppeling naar de ambulancedienst zou plaatsvinden met het verzoek door te rijden naar het academisch ziekenhuis in de regio. Een respondent gaf aan dat volgens het gewondenverspreidingsplan deze slachtoffers niet naar hun ziekenhuis worden vervoerd. Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 13

16 Totaal ziekenhuizen n = 16 Kleine ziekenhuizen n = 11 9% 63% 37% 91% Grote ziekenhuizen n = 5 100% Figuur 7: Indien decontaminatie niet mogelijk is, wordt dan wel eerste hulp geboden? Afspraken over doorverwijzing van slachtoffers Aan ziekenhuizen zonder decontaminatiemogelijkheid is gevraagd naar welk ziekenhuis de slachtoffers worden doorgestuurd (figuur 8). Van de kleine ziekenhuizen verwijst 27% door naar een groot ziekenhuis, 55% naar een academisch ziekenhuis en 18% verwijst door in overleg. Van de grote ziekenhuizen verwijst 60% slachtoffers door naar een academisch ziekenhuis en bij 40% vindt dit in overleg plaats. Van de 16 ziekenhuizen geeft 75% aan dat hierover geen afspraken zijn gemaakt (figuur 9). Onder de kleine ziekenhuizen is dit aantal 91%. Van de grote ziekenhuizen die stralingsslachtoffers doorverwijzen, gaf 60% aan dat hierover geen afspraken bestaan. De toelichtingen op enquêtevragen en verdiepingsgesprekken leverden een aantal voorbeelden op van bestaande afspraken en samenwerkingsverbanden bij ziekenhuizen: In Noord-Nederland (Groningen, Friesland en Drenthe) is een gewondenverspreidingsplan voor CBRN-slachtoffers opgesteld. Ziekenhuizen houden daar rekening met het opvangen van onaangekondigde slachtoffers, die zij vervolgens naar aangewezen ziekenhuizen (één per provincie) doorverwijzen voor decontaminatie. In de provincie Limburg bestaat samenwerking tussen coördinerend stralingsdeskundigen uit ziekenhuizen en is het academisch ziekenhuis in de regio aangewezen voor opvang van stralingsslachtoffers. Ook in enkele andere regio s is er periodiek overleg tussen CBRN-aandachtsfunctionarissen en/of SEH coördinatoren uit verschillende ziekenhuizen, soms in combinatie met andere partijen zoals de Regionale Ambulancevoorzieningen (RAV), brandweer en GAGS/GHOR. Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 14

17 Kleine ziekenhuizen n = 11 Grote ziekenhuizen n = 5 Groot ziekenhuis Academisch ziekenhuis Academisch ziekenhuis In overleg per incident In overleg per incident 18% 55% 27% 40% 60% Figuur 8: Naar welk ziekenhuis worden slachtoffers doorgestuurd als er geen mogelijkheid is om te decontamineren? Totaal ziekenhuizen n = 16 Kleine ziekenhuizen n = 11 9% 25% 75% 91% Grote ziekenhuizen n = 5 40% 60% Figuur 9: Zijn over doorverwijzing naar andere ziekenhuizen onderlinge afspraken gemaakt? 2.4 Rampenopvangplan Het volgende onderdeel van de enquête betrof, hoe ziekenhuizen de opvang van slachtoffers van stralingsincidenten in hun rampenopvangplan beschrijven. In totaal beschrijft 13% van de ziekenhuizen een specifiek rampenopvangplan voor stralingsincidenten (figuur 10). Ruim de helft (57%) beschrijft stralingsincidenten als onderdeel van een plan voor CBRN-incidenten. De resterende 30% van de ziekenhuizen heeft alleen een rampenopvangplan voor chemische en/of biologische incidenten. Deze verdeling is voor kleine, grote en academische ziekenhuizen vergelijkbaar. Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 15

18 Totaal ziekenhuizen n = 56 Specifiek voor ioniserende straling Onderdeel van CBRN Alleen voor CB 30% 13% 57% Kleine ziekenhuizen n = 30 Specifiek voor ioniserende straling Onderdeel van CBRN Alleen voor CB 7% 33% 60% Grote ziekenhuizen n = 18 Specifiek voor ioniserende straling Onderdeel van CBRN Alleen voor CB 17% 28% 55% Academische ziekenhuizen n = 8 Specifiek voor ioniserende straling Onderdeel van CBRN Alleen voor CB 25% 25% 50% Figuur 10: Is er een rampenopvangplan beschikbaar in uw ziekenhuis, dat toepasbaar is bij stralingsincidenten? Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 16

19 2.5 OTO-plan In totaal geeft 84% van de ziekenhuizen aan te beschikken over een OTO (Opleiden, Trainen en Oefenen)-plan (figuur 11). Van de kleine ziekenhuizen, heeft 77% een OTO-plan opgesteld. Bij grote ziekenhuizen is dit bij 94% het geval. Ten slotte heeft 87% van de academische ziekenhuizen een dergelijk plan. Als nadere toelichting gaven enkele respondenten aan dat medewerkers op de Spoedeisende hulp onderwijs krijgen over alle mogelijke CBRN-incidenten. Totaal ziekenhuizen n = 56 Kleine ziekenhuizen n = 30 16% 23% 84% 77% Grote ziekenhuizen n = 18 Academische ziekenhuizen n = 8 6% 13% 94% 87% Figuur 11: Is er een OTO-plan (Opleiden, Trainen, Oefenen)? Oefenen van stralingsincidenten In totaal oefent 29% van alle ziekenhuizen specifiek op stralingsincidenten (figuur 12). Van de kleine, grote en academische ziekenhuizen oefent respectievelijk 20%, 39% en 37% dit. Uit de toelichtingen kwam naar voren, dat het oefenen van stralingsincidenten bij twaalf ziekenhuizen nadrukkelijk in de planning staat. In veel van deze ziekenhuizen worden chemische incidenten al wel geoefend. Daarnaast traint een aantal ziekenhuizen specifiek op decontaminatie van slachtoffers. Ziekenhuizen gaven tijdens de interviews aan dat het rampenbestrijdingsplan als geheel meestal jaarlijks wordt geoefend. Sommige ziekenhuizen zijn begonnen met het aanbieden van opleidingen waarin ioniserende straling naar voren komt. Voorbeelden hiervan zijn cursussen, een instructiefilm en een e-learning voor CBRN-incidenten. Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 17

20 Totaal ziekenhuizen n = 56 Kleine ziekenhuizen n = 30 29% 20% 71% 80% Grote ziekenhuizen n = 18 Academische ziekenhuizen n = 8 61% 39% 63% 37% Figuur 12: Oefent uw ziekenhuis specifiek het opvangen van slachtoffers van stralingsincidenten 2.6 Verdere behandeling Van alle deelnemende ziekenhuizen is 45% in staat om stralingsslachtoffers, die een inwendige besmetting hebben opgelopen, na decontaminatie verder te behandelen (figuur 13). Van de kleine ziekenhuizen kan 20% dit en van de grote ziekenhuizen 57%. Alle acht academische ziekenhuizen zijn in staat om een patiënt die inwendig is besmet met een radioactieve stof te behandelen. Uit toelichtingen die op de enquête- en verdiepingsvragen zijn gegeven blijkt dat dit afhankelijk kan zijn van de complexiteit van de besmetting die het slachtoffer heeft opgelopen en het soort radioactieve stof. De verantwoordelijke medewerkers overleggen in geval van een incident met de GAGS uit de regio of met gespecialiseerde en academische ziekenhuizen over het overplaatsen van slachtoffers voor behandeling Antidota Van alle respondenten gaf in totaal 49% aan te weten dat er een landelijke antidotavoorraad bestaat om inwendige besmettingen te behandelen (figuur 14). Onder respondenten uit kleine ziekenhuizen wist 46% van het bestaan af. Van respondenten uit de grote ziekenhuizen wist 50% dit en van de academische ziekenhuizen 57%. Drie respondenten gaven tevens aan via de GAGS informatie over antidota op te vragen en twee hiervan zeiden ook het NVIC te zullen contacteren. Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 18

21 Totaal ziekenhuizen n = 42 Kleine ziekenhuizen n = 20 55% 45% 80% 20% Grote ziekenhuizen n = 14 Academische ziekenhuizen n = 8 43% 57% 100% Figuur 13: Heeft uw ziekenhuis de mogelijkheid om inwendig besmette slachtoffers te behandelen? Totaal ziekenhuizen n = 53 Kleine ziekenhuizen n = 28 51% 49% 54% 46% Grote ziekenhuizen n = 18 Academische ziekenhuizen n = 7 50% 50% 43% 57% Figuur 14: Weet u dat er een Nationale antidotavoorraad is, voor behandeling van inwendig besmette slachtoffers? Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 19

22 2.7 Rol van het NVIC In 81% van alle deelnemende ziekenhuizen is bekend dat het NVIC, naast informatie over incidenten met chemische stoffen, ook informeert over incidenten met radioactieve stoffen en ioniserende straling (figuur 15). Van de respondenten uit zowel de kleine als grote ziekenhuizen weet respectievelijk 79% en 78% dit. In alle zeven academische ziekenhuizen die deze vraag hebben beantwoord is dit bekend. Uit de nadere toelichtingen op deze vraag werd aangegeven dat het telefoonnummer van het NVIC in het landelijk protocol voor stralingsdeskundigen is opgenomen. Ook gaven twee ziekenhuizen aan altijd het nummer van het NVIC via de meldkamer op te vragen in geval van een CBRN-incident. Daarnaast werd in toelichtingen op de enquête en in de gesprekken met ziekenhuizen aangegeven dat bij aankomst van stralingsslachtoffers eerst interne deskundigen worden oproepen en indien nodig, de GAGS en/of het NVIC worden gebeld. In totaal heeft 60% van alle ziekenhuizen de contactgegevens van het NVIC in een rampenopvangplan opgenomen (figuur 16). In kleine, grote en academische ziekenhuizen is dit respectievelijk een percentage van 54%, 67% en 71%. Totaal ziekenhuizen n = 53 Kleine ziekenhuizen n = 28 19% 21% 81% 79% Grote ziekenhuizen n = 18 Academische ziekenhuizen n = 7 22% 78% 100% Figuur 15: Is in uw ziekenhuis bekend dat het NVIC informeert over behandeling van stralingsslachtoffers? Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 20

23 Totaal ziekenhuizen n = 53 Kleine ziekenhuizen n = 28 40% 60% 46% 54% Grote ziekenhuizen n = 18 Academische ziekenhuizen n = 7 33% 67% 29% 71% Figuur 16: Staan de contactgegevens van NVIC in het rampenopvangplan van uw ziekenhuis? Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 21

24 3 Conclusies en aanbevelingen Van alle Nederlandse ziekenhuizen met een 24/7 bereikbare Spoedeisende hulp heeft 67% (58 van de 87) deelgenomen aan het onderzoek door de online enquête in te vullen. Daarnaast zijn negen van de deelnemende ziekenhuizen (drie kleine, drie grote en drie academische ziekenhuizen) bezocht voor een interview waarin dieper op het onderwerp is ingegaan. Een responspercentage van 67% kan gezien worden als hoog en de resultaten van het onderzoek als representatief. Toch is de kans op informatiebias in de resultaten aanwezig, omdat niet bekend is of en hoe de overige ziekenhuizen zich voorbereiden op de ontvangst van slachtoffers van een stralingsincident. Er kan bijvoorbeeld niet worden nagegaan of respondenten geneigd zijn niet deel te nemen aan het onderzoek indien hun ziekenhuis niet is voorbereid. De resultaten van het onderzoek geven echter wel een beeld van de kennis, mogelijkheden en middelen die Nederlandse ziekenhuizen hebben om slachtoffers van een stralingsincident te kunnen opvangen en behandelen. Het blijkt dat veruit het merendeel van de deelnemende ziekenhuizen rekening houdt met de mogelijkheid van stralingsincidenten. Daarnaast kan een meerderheid van de ziekenhuizen vaststellen dat een slachtoffer besmet is met radioactief materiaal en kan driekwart van de ziekenhuizen slachtoffers met een radioactieve besmetting decontamineren. 3.1 Aanbeveling 1: creëer mogelijkheden voor opvang en decontaminatie van slachtoffers of maak afspraken over doorverwijzing De belangrijkste aanbeveling uit dit onderzoek is dat ziekenhuizen die nog niet zijn voorbereid op stralingsincidenten: zelf mogelijkheden voor opvang en decontaminatie van slachtoffers creëren (doucheruimtes inrichten/decontaminatietent aanschaffen) en persoonlijke beschermingsmiddelen voor personeel aanschaffen, ofwel een plan opstellen voor doorverwijzing van (besmette) slachtoffers en hierover afspraken maken met andere ziekenhuizen in de regio. Elk ziekenhuis dient rekening te houden met ontvangst van stralingsslachtoffers ook al is het ziekenhuis niet aangewezen als specifieke opvanglocatie. Een stralingsincident kan overal in Nederland voorkomen (bijv. tijdens transport van radioactief materiaal of door terroristische aanslagen) en niet alleen in gebieden met een nucleaire installatie. Daarnaast zal er na een stralingsincident een groep slachtoffers zijn die op eigen initiatief het incidentgebied zonder besmettingscontrole verlaat (en zich dus onttrekt aan de triage in het incidentgebied). Deze mogelijk besmette personen kunnen als zelfverwijzers het ziekenhuis bezoeken. Eerste hulp Van de kleine ziekenhuizen die niet over voorzieningen voor decontaminatie van besmette slachtoffers beschikken, geeft 91% (10 van de 11) aan geen eerste hulp zoals stabilisatie van slachtoffers te bieden. In de toelichtingen op de enquêtevraag Indien decontaminatie niet mogelijk is, wordt dan wel eerste hulp geboden? werd door sommige respondenten van kleine ziekenhuizen aangegeven dat hiervoor persoonlijke beschermingsmiddelen voor personeel ontbreken, eerst advies zal worden gevraagd aan een stralingsdeskundige/nucleair geneeskundige of dat terugkoppeling naar de ambulancedienst zou plaatsvinden met het verzoek door te rijden naar het academisch ziekenhuis in de regio. Een Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 22

25 respondent gaf aan dat volgens het gewonden-verspreidingsplan deze slachtoffers niet naar hun ziekenhuis worden vervoerd. Vanuit de Regionale Ambulancevoorzieningen (RAV) kunnen inderdaad slachtoffers beter direct naar goed voorbereide ziekenhuizen worden vervoerd. Hierbij helpen duidelijke regionale afspraken. Het is echter mogelijk dat besmette slachtoffers zichzelf (al dan niet gebracht door particulieren) presenteren bij een ziekenhuis zonder decontaminatiemogelijkheid. Het is hierbij belangrijk om instabiele patiënten te stabiliseren en pas daarna zo nodig door te verwijzen naar een locatie waar zij kunnen worden gedecontamineerd. Uitwendige besmettingen zijn niet direct levensbedreigend voor het slachtoffer en bij gebruik van beschermingsmaatregelen zoals bij infectiepreventie (mondkapje, handschoenen) is er nauwelijks risico voor de hulpverlener. Ook bij decontaminatie geldt: altijd eerst levensreddend handelen / stabilisatie van een instabiele patiënt! Educatie van ziekenhuispersoneel over het lage risico van behandeling van zowel een chemisch als een radioactief besmette patiënt is aan te raden. Dit kan mogelijke angst voor radioactiviteit/straling verminderen. Zie paragraaf 4.4 voor meer informatie over de verschillende blootstellingen van een slachtoffer aan radioactieve stoffen en/of ioniserende straling en het risico voor de hulpverlener in het ziekenhuis. Over het lage risico van behandeling van chemisch besmette patiënten is onlangs een artikel van het NVIC in Medisch Contact verschenen Aanbeveling 2: maak regionale afspraken over opvang van grotere groepen stralingsslachtoffers Het is ook voor ziekenhuizen die wel slachtoffers kunnen opvangen aan te bevelen op regionaal niveau afspraken te maken over de opvang/verdeling van grotere groepen slachtoffers als de eigen capaciteit onvoldoende is. Uit dit onderzoek blijkt dat de decontaminatiecapaciteit bij het merendeel van de ziekenhuizen beperkt is (1 t/m 5 personen/uur). Een aantal respondenten gaf aan dat er periodiek overleg is tussen bijv. coördinerend stralingsdeskundigen of CBRN-aandachtsfunctionarissen uit verschillende ziekenhuizen, soms in combinatie met andere partijen zoals de Regionale Ambulancevoorzieningen (RAV), brandweer en Geneeskundige Hulpverleningsinstantie bij Ongevallen en Rampen (GHOR). Het is aan te raden regionaal opvang en decontaminatie van CBRN-slachtoffers tijdens deze overleggen op de agenda te plaatsen. Een ander nuttig platform voor dit onderwerp zou het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) kunnen zijn. De toelichtingen op enquêtevragen en verdiepingsgesprekken leverden een aantal voorbeelden op van bestaande afspraken en samenwerkingsverbanden bij ziekenhuizen. Zo is er bijvoorbeeld in Noord-Nederland (Groningen, Friesland en Drenthe) een gewondenverspreidingsplan voor CBRNslachtoffers. Ziekenhuizen houden daar rekening met het opvangen van onaangekondigde slachtoffers, die zij vervolgens naar aangewezen ziekenhuizen (één per provincie) doorverwijzen voor decontaminatie. In geval van calamiteiten, aanslagen of grote ongevallen die de reguliere lokale opvangcapaciteit te boven gaan kan ook het Calamiteitenhospitaal in het UMCU worden ingezet. De combinatie van een groot academisch ziekenhuis, een militair ziekenhuis, een traumacentrum en het NVIC biedt niet alleen de infrastructuur, maar ook de benodigde expertise om adequate behandeling van grotere groepen patiënten mogelijk te maken. 1 Medisch Contact, Nr. 24, 11 juni 2015, pagina Gevolgen voor ziekenhuispersoneel worden vaak overschat Risico s chemisch besmette patiënt vallen mee. Medisch Contact Risico's chemisch besmette patient.pdf Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 23

26 3.3 Aanbeveling 3: neem stralingsincidenten op in een rampenopvangplan Uit de enquêteresultaten is gebleken dat een rampenopvangplan voor stralingsincidenten bij ongeveer een derde van de deelnemende ziekenhuizen nog niet aanwezig is. Door een aantal ziekenhuizen wordt daar momenteel wel aan gewerkt. Voor de ziekenhuizen die in een rampenopvangplan alleen nog chemische en/of biologische incidenten hebben beschreven, is de aanbeveling om ook specifiek voor de opvang van stralingsslachtoffers een aantal zaken vast te leggen, zoals o.a.: specifieke taakverdeling voor de opvang van stralingsslachtoffers op de Spoedeisende hulp; de rol van stralingsdeskundigen, nucleair geneeskundigen of de stralingsbeschermingsdienst (indien aanwezig); beschrijving van de beschermende maatregelen voor ziekenhuispersoneel en de beperkte risico s voor het ziekenhuispersoneel; overzicht van aanwezige meetapparatuur en referentiewaarden en wie deze apparatuur bedient om een besmetting vast te stellen en stralingsdoses te meten; contactgegevens van instanties voor informatievoorziening en advisering. Belangrijk hierbij is het vermelden van noodnummers van de Geneeskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS) van de GHOR en van het NVIC (24/7 nummer: ). Zodoende kan direct gezondheidskundige informatie over ioniserende straling en radioactieve stoffen opgevraagd worden of nadere informatie over het incident worden verkregen. Het NVIC verzorgt eveneens de uitgifte van de antidota DTPA en Pruisisch Blauw voor de behandeling van slachtoffers die inwendig zijn besmet met bepaalde radioactieve stoffen. Zie voor meer informatie over deze antidota paragraaf Aanbeveling 4: neem stralingsincidenten op in het OTO-plan en oefen deze specifiek Het specifiek oefenen van de opvang van slachtoffers van stralingsincidenten, maakt momenteel bij minder dan een derde van alle ziekenhuizen (29%) deel uit van het vaste oefenprogramma voor CBRN-incidenten. De meeste ziekenhuizen oefenen wel incidenten met slachtoffers die een chemische besmetting hebben opgelopen. Hierbij worden uiteraard ook procedures geoefend die van toepassing zijn op stralingsincidenten zoals decontaminatie van besmette slachtoffers dat op een vergelijkbare manier plaatsvindt. Het is wel aan te bevelen met enige regelmaat incidenten met radioactief besmette slachtoffers te oefenen. In het ziekenhuis kan zo meer praktijkervaring worden opgedaan met de specifieke werkwijze en taakverdeling bij opvang en decontaminatie van deze slachtoffers en communicatie met (stralings)deskundigen, zowel intern als extern. Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 24

27 4 Achtergrondinformatie Uit de verdiepingsgesprekken kwam naar voren dat in ziekenhuizen nog behoefte bestaat aan aanvullende informatie over de volgende onderwerpen: Stralingsincidenten en ioniserende straling in het algemeen. Beschikbare antidota voor behandeling van inwendige besmetting met radioactieve stoffen. Hoe om te gaan met de verschillende patiëntenstromen na een stralingsincident. Externe mogelijkheden (regionaal/landelijk) voor opschaling bij stralingsincidenten. Dit hoofdstuk geeft achtergrondinformatie over de basisprincipes van radioactiviteit en ioniserende straling, de verschillende soorten straling die kunnen ontstaan bij radioactief verval, de vaststelling van de opgelopen dosis na blootstelling en dosislimieten en referentieniveaus. Eveneens worden de effecten van straling op de mens, de verschillende soorten blootstelling van slachtoffers en het gevaar voor hulpverleners, typen stralingsincidenten en het gebruik van antidota besproken. Voor deze uitleg is o.a. gebruikgemaakt van de leerboeken Praktische stralingshygiëne 2 en Inleiding tot de stralingshygiëne. 3 De afbeeldingen zijn afkomstig van de Radiation Event Medical Management (REMM) website ( Over rampenbestrijding bij stralingsincidenten is meer informatie te vinden in: Nationaal Crisisplan Stralingsincidenten Brochure Crisis Expert Team straling Naast de achtergrondinformatie in dit hoofdstuk kunnen de volgende bronnen van nut zijn in de voorbereiding op ontvangst van slachtoffers van stralingsincidenten: Vergiftigingen.info Via de website van het NVIC hebben professionele hulpverleners toegang tot een uitgebreide toxicologische database. Op dit moment zijn op gebied van radioactiviteit/straling de volgende documenten beschikbaar (Tab Zoek stof of product ): Ioniserende straling, Kobalt (radioactief), Cesium (radioactief), Tritium (radioactief). Bij aanvullende vragen of in geval van ongevallen waarbij andere radioactieve stoffen betrokken zijn kan telefonisch contact worden opgenomen met het NVIC ( ). Triage en eerste opvang van slachtoffers na radiologische incidenten RIVM Rapport /2010 In dit rapport wordt aan de hand van incidenten met een vuile bom en een verborgen radioactieve bron de verschillende patiëntenstromen en benodigde opvang beschreven vanaf het rampterrein tot aan het ziekenhuis. De beoordeling, selectie en eerste opvang van deze slachtoffers met bijbehorende maatregelen is in stroomschema s uiteengezet. Triage_en_eerste_opvang_van_slachtoffers_na_radiologische_incidenten Handreiking Opvang van R&N patiënten op de SEH Netwerk Acute Zorg Zwolle en het Netwerk Acute Zorg Euregio pdf 2 Praktische stralingshygiëne, G. Brouwer, J. van den Eijnde, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegem Inleiding tot de stralingshygiëne, A.J.J Bos, F.S. Draaisma, W.J.C. Okx, C.E. Rasmussen, Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen 2000 Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 25

28 Aandachtspunten stralingsdeskundige bij opvang van radiologische en nucleaire slachtoffers op de SEH NVKF Commissie Stralingshygiëne. Leidraad CBRN Het Academisch Medisch Centrum, het Erasmus MC en Sint Elisabeth Ziekenhuis hebben een Leidraad CBRN ontwikkeld op het terrein van een chemisch, biologisch, radiologisch of nucleaire (CBRN) ramp. De leidraad beschrijft o.a. een aantal varianten voor inrichting van de Spoedeisende Hulp voor ontvangst en decontaminatie van besmette slachtoffers. Triage, Monitoring and Treatment (TMT) Handbook Vooral interessant is het hoofdstuk Medical Management at the hospital. Management of persons contaminated with radionuclides: handbook NCRP Report No Radiation Event Medical Management (REMM) website Van deze website is eveneens een mobiele versie als app beschikbaar voor smartphones en ipads/tablets. Guidance for Radiation Accident Management Radiation Emergency Assistence Center / Training Site (REAC/TS) Vooral interessant zijn de onderdelen: Guidance for Hospital Medical Management (onder Managing Radiation Emergencies ) Procedure Demonstrations met uitleg in de vorm van slideshows over o.a. persoonlijke beschermingsmiddelen en decontaminatie. Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 26

29 4.1 Radioactiviteit en ioniserende straling Radionucliden Een atoom is opgebouwd uit een positief geladen kern met daaromheen een aantal negatief geladen elektronen (figuur 17). De kern is opgebouwd uit positief geladen protonen (aangeduid met Z), en vrijwel even zware deeltjes zonder lading, de neutronen (aangeduid met N). De verschillende atoomsoorten, onderscheiden naar samenstelling van de kern, worden nucliden genoemd. Er zijn 267 stabiele nucliden mogelijk. Alle andere combinaties van protonen en neutronen zijn instabiel en vervallen naar een ander nuclide (het zogenaamde dochternuclide ), waarbij de atoomkern een andere samenstelling krijgt onder uitzending van straling met een zekere energie. Deze instabiele nucliden worden radionucliden genoemd, of ook wel radioactieve stoffen. neutronen protonen elektronen Figuur 17. Opbouw van een atoom Radioactief verval Kernen van instabiele nucliden vervallen spontaan naar een ander nuclide. Als voorbeeld: radioactief jodium-131 (I-131) vervalt onder uitzending van straling naar stabiel xenon (Xe-131). Het is niet voorspelbaar wanneer een kern vervalt, aangezien het een kansproces is. Voor grote aantallen kernen is het proces echter wel goed te beschrijven. De tijd die het kost om het aantal actieve kernen van het betreffende nuclide te halveren is voor een bepaald nuclide constant en wordt de halveringstijd of halfwaardetijd genoemd (T½). De halfwaardetijd is voor sommige radionucliden fracties van een seconde en voor anderen miljarden jaren. Deze fysieke halfwaardetijd moet worden onderscheiden van de biologische halfwaardetijd, die betrekking heeft op de uitscheiding van het nuclide uit het menselijk lichaam Soorten ioniserende straling Kernen kunnen een overschot aan protonen, neutronen of energie bezitten. Elke toestand op zich leidt tot een bepaalde vorm van verval. Er kunnen deeltjes worden uitgezonden of energierijke elektromagnetische straling (fotonenstraling). In de praktijk worden beide straling genoemd. Het doordringend vermogen van straling is sterk afhankelijk van de energie en de materie waar de straling doorheen gaat. Zware elementen zoals bijvoorbeeld lood zijn zeer effectief in het tegenhouden van elektromagnetische straling. De volgende soorten ioniserende straling worden door radioactieve stoffen uitgezonden: Deeltjes-straling β - -deeltje ( bèta min deeltje) Om een neutronenoverschot te compenseren gaat een neutron over in een proton, hierbij wordt een β - -deeltje uitgezonden. Dit deeltje is fysisch gelijk aan een elektron en wordt β - -deeltje genoemd wanneer het door de kern wordt uitgezonden. Het doordringend vermogen van deze deeltjes is meestal beperkt. Er moet worden gedacht aan enkele centimeters door weefsel. Kennis en middelen in ziekenhuizen voor opvang van slachtoffers na stralingsincidenten Pagina 27

Respons op stralingsongevallen: de kern van de zaak Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum

Respons op stralingsongevallen: de kern van de zaak Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum Respons op stralingsongevallen: de kern van de zaak Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum Ronald de Groot (NVIC) Herman Schreurs (RIVM) Inhoud Ronald de Groot NVIC Incidenten en blootstelling Voorbereiding

Nadere informatie

Risico s en maatregelen bij stralingsongevallen

Risico s en maatregelen bij stralingsongevallen Risico s en maatregelen bij stralingsongevallen CBRN symposium 24 januari 2013 Dr. ir. C.H.L. (Chris) Peters Klinisch fysicus Coördinerend stralingsdeskundige JBZ Ioniserende straling Straling die in staat

Nadere informatie

CBRN Opleidingsplan SEH afdelingen Ziekenhuizen 2012-2013

CBRN Opleidingsplan SEH afdelingen Ziekenhuizen 2012-2013 CBRN Opleidingsplan SEH afdelingen Ziekenhuizen 2012-2013 Opgesteld door Regionaal CBRN-OTO project Auteur C. de Groot Versie 1.1 Datum 19 juli 2012 INLEIDING Met het regionale CBRN-OTO project wil TraumaNet

Nadere informatie

Handreiking Opvang van R&N patiënten op de SEH

Handreiking Opvang van R&N patiënten op de SEH Handreiking Opvang van R&N patiënten op de SEH Opvang van patiënten die zijn blootgesteld aan ioniserende straling en daarbij eventueel uitwendig en/of inwendig zijn besmet met radioactief materiaal Auteur:

Nadere informatie

Triage en eerste opvang van slachtoffers na radiologische incidenten

Triage en eerste opvang van slachtoffers na radiologische incidenten Rapport 660003004/2010 R. de Groot G.A. van Zoelen A.J.H.P. van Riel M.E.C. Leenders Triage en eerste opvang van slachtoffers na radiologische incidenten RIVM Rapport 660003004/2010 Triage en eerste opvang

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling

Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling Samenvatting door een scholier 1947 woorden 26 augustus 2006 6,5 102 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Samenvatting Natuurkunde VWO

Nadere informatie

Radioactiviteit werd ontdekt in 1898 door de Franse natuurkundige Henri Becquerel.

Radioactiviteit werd ontdekt in 1898 door de Franse natuurkundige Henri Becquerel. H7: Radioactiviteit Als een bepaalde kern van een element te veel of te weinig neutronen heeft is het onstabiel. Daardoor gaan ze na een zekere tijd uit elkaar vallen, op die manier bereiken ze een stabiele

Nadere informatie

Stabiliteit van atoomkernen

Stabiliteit van atoomkernen Stabiliteit van atoomkernen Wanneer is een atoomkern stabiel? Wat is een radioactieve stof? Wat doet een radioactieve stof? 1 Soorten ioniserende straling Alfa-straling of α-straling Bèta-straling of β-straling

Nadere informatie

OTO LIMBURG. Regionale leidraad. ROAZ-regio Limburg. radioactief materiaal

OTO LIMBURG. Regionale leidraad. ROAZ-regio Limburg. radioactief materiaal OTO LIMBURG rises c n e n e p m a r p o g n i d i e r e b r o Vo Regionale leidraad EH S de op en nt tië pa N & R n va g an pv O eld aan ioniserende straling Opvang van patiënten die zijn blootgest inwendig

Nadere informatie

Notitie ten behoeve van implementatie en OTO-aanpak van de handreiking: Opvang chemisch besmette patiënten op de SEH

Notitie ten behoeve van implementatie en OTO-aanpak van de handreiking: Opvang chemisch besmette patiënten op de SEH Notitie ten behoeve van implementatie en OTO-aanpak van de handreiking: Opvang chemisch besmette patiënten op de SEH In opdracht van Netwerk Acute Zorg Zwolle en haar regionale ziekenhuispartners Versie:

Nadere informatie

Gewondenspreidingsplan 2013

Gewondenspreidingsplan 2013 Gewondenspreidingsplan 2013 Versie: december 2013 vastgesteld in ROAZ Groningen, Friesland en Drenthe Gewonden spreidingsplan per 1 januari 2013. Inleiding Na zo n 10 jaar is het gewondenspreidingsplan

Nadere informatie

1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen.

1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen. SO Straling 1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen. 2 Waaruit bestaat de elektronenwolk van een atoom? Negatief geladen deeltjes, elektronen. 3 Wat bevindt zich

Nadere informatie

OTO LIMBURG. Voorbereiding op rampen en crises. Regionale leidraad Opvang van R&N patiënten op de SEH

OTO LIMBURG. Voorbereiding op rampen en crises. Regionale leidraad Opvang van R&N patiënten op de SEH OTO LIMBURG Voorbereiding op rampen en crises Regionale leidraad Opvang van R&N patiënten op de SEH Opvang van patiënten die zij n blootgesteld aan ioniserende straling en daarbij eventueel uitwendig en/of

Nadere informatie

Basiskennis inzake radioactiviteit en basisprincipes van de stralingsbescherming

Basiskennis inzake radioactiviteit en basisprincipes van de stralingsbescherming Basiskennis inzake radioactiviteit en basisprincipes van de stralingsbescherming Nucleair?? Radioactiviteit?? Ioniserende straling!! Wat is dat? Basisprincipes Waar komen we radioactiviteit/ioniserende

Nadere informatie

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES CONVENANT SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES 2012 Ondergetekenden: 1. Het Slotervaart, gevestigd te Amsterdam, in deze rechtsgeldig

Nadere informatie

Inleiding stralingsfysica

Inleiding stralingsfysica Inleiding stralingsfysica Historie 1896: Henri Becquerel ontdekt het verschijnsel radioactiviteit 1895: Wilhelm Conrad Röntgen ontdekt Röntgenstraling RadioNucliden: Inleiding Stralingsfysica 1 Wat maakt

Nadere informatie

Leidraad Kernongevallenbestrijding

Leidraad Kernongevallenbestrijding Leidraad Kernongevallenbestrijding In deze paragraaf worden enige algemene operationele uitgangspunten beschreven die voor alle betrokken (operationele) diensten van belang zijn. Het gaat hier om de te

Nadere informatie

Procedure communicatie & gewondenspreiding tijdens opgeschaalde zorg / rampopvang

Procedure communicatie & gewondenspreiding tijdens opgeschaalde zorg / rampopvang Procedure communicatie & gewondenspreiding tijdens opgeschaalde zorg / rampopvang Document-informatie onderdeel van het kritische proces opschaling opgesteld door manager MKA & directie Ambulance Amsterdam

Nadere informatie

5,5. Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli keer beoordeeld. Natuurkunde

5,5. Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli keer beoordeeld. Natuurkunde Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli 2006 5,5 66 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde samenvatting hoofdstuk 3 ioniserende straling 3. 1 de bouw van de atoomkernen. * Atoom: - bestaat

Nadere informatie

Landelijk Protocol Coördinatie Grootschalige Brandwonden Incidenten, openbaar

Landelijk Protocol Coördinatie Grootschalige Brandwonden Incidenten, openbaar Landelijk Protocol Coördinatie Grootschalige Brandwonden Incidenten, openbaar Doelstellingen: Het Landelijk Protocol Coördinatie Grootschalige Brandwonden Incidenten (LPCGBI) heeft twee doelstellingen

Nadere informatie

Dosisbegrippen stralingsbescherming. /stralingsbeschermingsdienst SBD-TU/e

Dosisbegrippen stralingsbescherming. /stralingsbeschermingsdienst SBD-TU/e 13 Dosisbegrippen stralingsbescherming 1 13 Ioniserende straling ontvanger stralingsbron stralingsbundel zendt straling uit absorptie van energie dosis mogelijke biologische effecten 2 13 Ioniserende straling

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. ) Zwakker als ze verder

Nadere informatie

21/05/2014. 3. Natuurlijke en kunstmatige radioactiviteit 3.1 3.1. 3.1 Soorten radioactieve straling en transmutatieregels. (blijft onveranderd)

21/05/2014. 3. Natuurlijke en kunstmatige radioactiviteit 3.1 3.1. 3.1 Soorten radioactieve straling en transmutatieregels. (blijft onveranderd) 3. Natuurlijke en kunstmatige radioactiviteit 3.1 Soorten radioactieve straling en transmutatieregels 3.2 Halveringstijd Detectiemethoden voor radioactieve straling 3.4 Oefeningen 3.1 Soorten radioactieve

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 5 Straling Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 5.1 Straling en bronnen Eigenschappen van straling RA α γ β 1) Beweegt langs rechte lijnen vanuit een bron. 2) Zwakker als ze verder

Nadere informatie

Slachtoffers met acute intoxicatie aan de poort van de SEH

Slachtoffers met acute intoxicatie aan de poort van de SEH Project CBRN preparatie Noord- Nederland In opdracht van het programma Cycloon Slachtoffers met acute intoxicatie aan de poort van de SEH Definitie van scenario s en gewondenspreiding Status: definitief

Nadere informatie

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern.

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern. Uitwerkingen 1 protonen en neutronen Opgave negatief positief neutraal positief neutraal Een atoom bevat twee soorten geladen deeltjes namelijk protonen en elektronen. Elk elektron is evenveel negatief

Nadere informatie

Decontaminatie en opvang slachtoffers van gevaarlijke stoffen. Jeanne de Vetter Crisiscoördinator Erasmus MC WES symposium 12 maart 2009

Decontaminatie en opvang slachtoffers van gevaarlijke stoffen. Jeanne de Vetter Crisiscoördinator Erasmus MC WES symposium 12 maart 2009 Decontaminatie en opvang slachtoffers van gevaarlijke stoffen Jeanne de Vetter Crisiscoördinator Erasmus MC WES symposium 12 maart 2009 Beleid / uitgangspunten préhospitaal Veiligheid van hulpverleners

Nadere informatie

Hoofdstuk 9: Radioactiviteit

Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 9: Radioactiviteit Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige

Nadere informatie

BRENGT ZIEKENHUIZEN IN CRISISSIMULATIE TOT LEVEN

BRENGT ZIEKENHUIZEN IN CRISISSIMULATIE TOT LEVEN BRENGT ZIEKENHUIZEN IN CRISISSIMULATIE TOT LEVEN Voordelen van de training met ISEE Hospital online Realistische weergave van afdelingen, personeel, middelen en patiënten Maak eenvoudig training scenario's

Nadere informatie

OTO plan CBRN Noord-Nederland

OTO plan CBRN Noord-Nederland OTO plan CBRN Noord-Nederland Aan: Projectteam CBRN preparatie Noord-Nederland Van: Marc Ruijten, Martin Eggens Versie: 2.5, definitief Datum: 10 maart 2011 Betreft: OTO plan CBRN 1 Opbouw van het OTO

Nadere informatie

Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan. voor de regio s Noord-Holland en Flevoland

Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan. voor de regio s Noord-Holland en Flevoland Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan voor de regio s Noord-Holland en Flevoland Versie 3.0 : 21 juli 2017 Bekrachtigt : ROAZ 16 juni 2017 Auteurs Frank Berg Jan Filippo Corina de Groot Karin Meijer Arjan

Nadere informatie

RICHTLIJN ZWANGERSCHAP EN IONISERENDE STRALING

RICHTLIJN ZWANGERSCHAP EN IONISERENDE STRALING RICHTLIJN ZWANGERSCHAP EN IONISERENDE STRALING Inleiding Aan het werken met radioactieve stoffen of ioniserende straling uitzendende toestellen zijn risico s verbonden. Het is bij de wet verplicht om personen

Nadere informatie

Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan. voor de regio s Noord-Holland en Flevoland

Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan. voor de regio s Noord-Holland en Flevoland Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan voor de regio s Noord-Holland en Flevoland Versie 4.0 : 16 maart 2018 Bekrachtigt : ROAZ 16 juni 2017 Auteurs Frank Berg Jan Filippo Corina de Groot Karin Meijer Arjan

Nadere informatie

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming Continu veiliger

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming Continu veiliger Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming Continu veiliger Continu veiliger De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) ziet er op toe dat de nucleaire veiligheid en

Nadere informatie

Hoeveel straling krijg ik eigenlijk? Prof. dr. ir. Wim Deferme

Hoeveel straling krijg ik eigenlijk? Prof. dr. ir. Wim Deferme Hoeveel straling krijg ik eigenlijk? Prof. dr. ir. Wim Deferme 2 Geschiedenis -500 vcr.: ατοµοσ ( atomos ) bij de Grieken (Democritos) 1803: verhandeling van Dalton over atomen 1869: voorstelling van 92

Nadere informatie

Het Rotterdam-scenario

Het Rotterdam-scenario Het Rotterdam-scenario De directe humanitaire gevolgen van een 12 kiloton nucleaire explosie in de haven van Rotterdam Zoet is de oorlog, voor wie hem niet kent Erasmus van Rotterdam Wilbert van der Zeijden

Nadere informatie

Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen. informatiefiche RADIOACTIVITEIT, EEN INLEIDING

Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen. informatiefiche RADIOACTIVITEIT, EEN INLEIDING Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen informatiefiche RADIOACTIVITEIT, EEN INLEIDING NIRAS Brussel, 01-01-2001 1. Radioactiviteit en ioniserende straling Alles rondom ons

Nadere informatie

PROTOCOLLEN MELDINGEN BESCHIKBAARHEID ZIEKENHUIZEN

PROTOCOLLEN MELDINGEN BESCHIKBAARHEID ZIEKENHUIZEN PROTOCOLLEN MELDINGEN BESCHIKBAARHEID ZIEKENHUIZEN calamiteit, time-out, capaciteitsbeperking Auteur: Opdrachtgever: Werkgroep meldingen beschikbaarheid ziekenhuizen ROAZ Drenthe/Groningen en ROAZ Friesland

Nadere informatie

Fysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum

Fysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum Fysische grondslagen radioprotectie deel 1 dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum rik.leyssen@jessazh.be Fysische grondslagen radioprotectie H1: INLEIDING H2: STRALING - RADIOACTIVITEIT

Nadere informatie

Nucleaire Geneeskunde. Wat is Nucleaire Geneeskunde

Nucleaire Geneeskunde. Wat is Nucleaire Geneeskunde Afdeling: Onderwerp: Nucleaire Geneeskunde 1 Voorwoord In Nederland worden per jaar meer dan honderdduizend mensen verwezen voor een nucleair geneeskundig onderzoek of behandeling. Nucleair geneeskundig

Nadere informatie

Samenhang. GHOR Zuid-Holland Zuid. uw veiligheid, onze zorg

Samenhang. GHOR Zuid-Holland Zuid. uw veiligheid, onze zorg Samenhang GHOR Zuid-Holland Zuid uw veiligheid, onze zorg De GHOR (geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio) is belast met de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening

Nadere informatie

Bent u al besmet? Multidisciplinaire samenwerking tijdens CBRN incidenten

Bent u al besmet? Multidisciplinaire samenwerking tijdens CBRN incidenten Bent u al besmet? Multidisciplinaire samenwerking tijdens CBRN incidenten Van taken naar middelen Dirk de Vries Liaison ICMS/CBRN (GHOR) Joint CBRN School Lunettenkazerne Vught D.d.vries.14@mindef.nl 06-51208607

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Domein B2

Samenvatting Natuurkunde Domein B2 Samenvatting Natuurkunde Domein B2 Samenvatting door R. 1964 woorden 2 mei 2017 7,1 4 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Domein B. Beeld- en geluidstechniek Subdomein B2. Medische beeldvorming 1. Uitzending,

Nadere informatie

Veiligheidregio s en zorginstellingen Samen werken aan zorgcontinuïteit

Veiligheidregio s en zorginstellingen Samen werken aan zorgcontinuïteit Veiligheidregio s en zorginstellingen Samen werken aan zorgcontinuïteit Ivonne Vliek Veiligheidsregio Utrecht i.vliek@vru.nl / 088-878 4137 GHOR BGC Geneeskundige Hulpverlening Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing

Nadere informatie

Naam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A)

Naam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A) Naam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A) Aan het einde van de repetitie vind je de lijst met elementen en twee tabellen met weegfactoren voor het berekenen van de equivalente en effectieve

Nadere informatie

Veilig werken met Gevaarlijke Stoffen

Veilig werken met Gevaarlijke Stoffen Veilig werken met Gevaarlijke Stoffen Checklist leidinggevenden Binnen het ziekenhuis wordt veel gewerkt met gevaarlijke stoffen. Als vuistregel geldt dat een gevaarlijke stof kan worden herkend aan het

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inhoud: 1. Doelstelling pag. 3 2. Realisatie pag. 4 3. Begrippen pag. 5 4. Verantwoordelijkheid pag. 6 5. Pastorale verzorger pag. 7 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

RADIOACTIEF VERVAL. Vervalsnelheid

RADIOACTIEF VERVAL. Vervalsnelheid /stralingsbeschermingsdienst 8385-I dictaat september 2000 RADIOACTIEF VERVAL Voor een beperkt aantal van nature voorkomende kernsoorten en voor de meeste kunstmatig gevormde nucliden wijkt de neutron/proton

Nadere informatie

PROCEDURE AUDITS. Inleiding. Werkwijze. Afspraken en rapportage. Afwijkingen en tekortkomingen

PROCEDURE AUDITS. Inleiding. Werkwijze. Afspraken en rapportage. Afwijkingen en tekortkomingen PROCEDURE AUDITS Inleiding Overeenkomstig de complexvergunning Randwijck 2009/0677-06 en de Regeling Stralingshygiëne Randwijck, worden per toepassing of afdeling schriftelijk interne toestemmingen (SIT)

Nadere informatie

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern.

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern. Uitwerkingen 1 Opgave 1 protonen en neutronen Opgave negatief positief neutraal positief neutraal Opgave 3 Een atoom bevat twee soorten geladen deeltjes namelijk protonen en elektronen. Elk elektron is

Nadere informatie

Bestaand (les)materiaal. Loran de Vries

Bestaand (les)materiaal. Loran de Vries Bestaand (les)materiaal Loran de Vries Database www.adrive.com Email: ldevries@amsterdams.com ww: Natuurkunde4life NiNa lesmateriaal Leerlingenboekje in Word Docentenhandleiding Antwoorden op de opgaven

Nadere informatie

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) Continu veiliger

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) Continu veiliger Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) Continu veiliger Continu veiliger De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) ziet er op toe dat de nucleaire veiligheid

Nadere informatie

Radioactiviteit enkele begrippen

Radioactiviteit enkele begrippen 044 1 Radioactiviteit enkele begrippen Na het ongeval in de kerncentrale in Tsjernobyl (USSR) op 26 april 1986 is gebleken dat er behoefte bestaat de kennis omtrent radioactiviteit voor een breder publiek

Nadere informatie

Onderzoek op de afdeling Nucleaire Geneeskunde

Onderzoek op de afdeling Nucleaire Geneeskunde Onderzoek op de afdeling Nucleaire Geneeskunde Inleiding In Nederland worden per jaar meer dan honderdduizend mensen verwezen voor een nucleair geneeskundig onderzoek of behandeling. Nucleair geneeskundig

Nadere informatie

Protocol Schuilen of ontruimen/evacueren

Protocol Schuilen of ontruimen/evacueren Protocol Schuilen of ontruimen/evacueren Bij incidenten met gevaarlijke stoffen Johan de Cock Kenniscongressen Protocol Leren 2007 Dinsdag 20 februari, Ede Dinsdag 27 februari, Den Haag Dinsdag 6 maart,

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Kernfysica. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Kernfysica. 25 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Kernfysica 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Kennisplatform CBRN Limburg. Opvang zelf verwijzende patiënten met een Chemische, Biologische, Radiologische of Nucleaire Besmetting

Kennisplatform CBRN Limburg. Opvang zelf verwijzende patiënten met een Chemische, Biologische, Radiologische of Nucleaire Besmetting Kennisplatform CBRN Limburg Opvang zelf verwijzende patiënten met een Chemische, Biologische, Radiologische of Nucleaire Besmetting De eerste CBRN coördinatoren Kwaliteitskader Crisisbeheersing en OTO

Nadere informatie

Leids Universitair Medisch Centrum

Leids Universitair Medisch Centrum Leids Universitair Medisch Centrum Afdeling Radiologie drs. Simon van Dullemen stralingsdeskundige Stralingsrisico s: reëel of gezocht? Japan/Fukushima (2011) Aardbeving + tsunami veroorzaakte meer dan

Nadere informatie

B-werknemer: Andere blootgestelde werknemer dan een A-werknemer.

B-werknemer: Andere blootgestelde werknemer dan een A-werknemer. Titel: definities en begripsomschrijvingen zoals gebruikt in de stralingsbeschermingsvoorschriften Nummer:, versie 1 Datum invoering: 1-10-2009 Datum laatste wijziging: 1-10-2009 Gebruikte acroniemen AID

Nadere informatie

Psychosociale opvang geüniformeerden bij CBRN incidenten. Magda Rooze MA/MBA Senior adviseur

Psychosociale opvang geüniformeerden bij CBRN incidenten. Magda Rooze MA/MBA Senior adviseur Psychosociale opvang geüniformeerden bij CBRN incidenten Magda Rooze MA/MBA Senior adviseur Richtlijn psychosociale opvang geüniformeerden Geüniformeerden worden regelmatig blootgesteld aan potentieel

Nadere informatie

Regionale ketenfuncties en afspraken Opvang (verdachte) patiënten Ebola Viraal Hemorhagische Koorts (VHK)

Regionale ketenfuncties en afspraken Opvang (verdachte) patiënten Ebola Viraal Hemorhagische Koorts (VHK) Regionale ketenfuncties en afspraken Opvang (verdachte) patiënten Ebola Viraal Hemorhagische Koorts (VHK) Auteur: Opdrachtgever: Expertgroep Ebola / Infectiecommissie UMCG ROAZ Drenthe/Groningen en ROAZ

Nadere informatie

Crisis Expert Team milieu en drinkwater (CET-md)

Crisis Expert Team milieu en drinkwater (CET-md) Crisis Expert Team milieu en drinkwater (CET-md) Specialistische kennis bij complexe incidenten Bij complexe en grootschalige incidenten zoals ernstige milieuverontreinigingen of verstoringen van de drinkwatervoorziening,

Nadere informatie

SAMENWERKING HUISARTSENPOST + ACUTE GGZ RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS

SAMENWERKING HUISARTSENPOST + ACUTE GGZ RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS SAMENWERKING HUISARTSENPOST + ACUTE GGZ RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS STAND VAN ZAKEN PER 1 APRIL 2015 SAMENWERKING HUISARTSENPOST + ACUTE GGZ Stand van zaken per 1 april

Nadere informatie

Straling. Onderdeel van het college Kernenergie

Straling. Onderdeel van het college Kernenergie Straling Onderdeel van het college Kernenergie Tjeerd Ketel, 4 mei 2010 In 1946 ontworpen door Cyrill Orly van Berkeley (Radiation Lab) Nevelkamer met radioactiviteit, in dit geval geladen deeltjes vanuit

Nadere informatie

Medische stralingstoepassingen en -stralingsbescherming

Medische stralingstoepassingen en -stralingsbescherming Medische stralingstoepassingen en -stralingsbescherming Hoofdstuk 6 van het Besluit stralingsbescherming Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Medische stralingstoepassingen en -stralingsbescherming

Nadere informatie

Han Rozemeijer: sectormanager Ambulancezorg, GGD, veiligheidsregio Kennemerland

Han Rozemeijer: sectormanager Ambulancezorg, GGD, veiligheidsregio Kennemerland RAV S NOORD-HOLLAND EN FLEVOLAND KOMEN MET ÉÉN BOVENREGIONAAL GEWONDENSPREIDINGSPLAN In de provincies Noord-Holland en Flevoland zijn vijf Regionale Ambulance Voorzieningen (RAV s) werkzaam, die ieder

Nadere informatie

Actuele Vraag over Kerncentrale Doel

Actuele Vraag over Kerncentrale Doel Actuele Vraag over Kerncentrale Doel In een bericht aan Provinciale Staten op 3 mei j.l. laat de CdK weten dat hij naar aanleiding van de berichtgeving over de kerncentrale Doel actieve informatie heeft

Nadere informatie

Milieu-incident? BOT-mi staat paraat! De BOT-mi instituten

Milieu-incident? BOT-mi staat paraat! De BOT-mi instituten Milieu-incident? BOT-mi staat paraat! De BOT-mi instituten Milieu-incident? BOT-mi staat paraat! De BOT-mi instituten 03 Bij calamiteiten met gevaarlijke stoffen is snel en deskundig advies essentieel.

Nadere informatie

Samenvatting H5 straling Natuurkunde

Samenvatting H5 straling Natuurkunde Samenvatting H5 straling Natuurkunde Deze samenvatting bevat: Een begrippenlijst van dikgedrukte woorden uit de tekst Belangrijke getallen en/of eenheden (Alle) Formules van het hoofdstuk (Handige) tabellen

Nadere informatie

BRANDWEERTAKEN & SAMENWERKING BIJ

BRANDWEERTAKEN & SAMENWERKING BIJ BRANDWEERTAKEN & SAMENWERKING BIJ CBRNe Multi CBRNe meerdaagse op 16 en 17 oktober 2012 te Ossendrecht Wil & Dick Onderwerpen Landelijke organisatie OGS Diverse piketten brandweer Meetapparatuur brandweer

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/CK/B/KEW No. 2002/3675 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en

Nadere informatie

Fysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum

Fysische grondslagen radioprotectie deel 1. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum Fysische grondslagen radioprotectie deel 1 dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum rik.leyssen@jessazh.be Fysische grondslagen radioprotectie Wat is straling? Radioactiviteit?

Nadere informatie

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanten van Careyn over het consultatiebureau Inhoud: 1. Conclusies 2. Algemene dienstverlening 3. Het inloopspreekuur 4. Telefonische dienstverlening 5. Persoonlijk

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inho ud: 1. Doelstelling pag. 4 2. Realisatie pag. 5 3. Begrippen pag. 6 4. Verantwoordelijkheid pag. 7 5. Pastorale verzorger pag. 8 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

H8 straling les.notebook. June 11, 2014. Straling? Straling: Wordt doorgelaten of wordt geabsorbeerd. Stralingsbron en straling

H8 straling les.notebook. June 11, 2014. Straling? Straling: Wordt doorgelaten of wordt geabsorbeerd. Stralingsbron en straling Stralingsbron en straling Straling? Bron Soorten straling: Licht Zichtbaarlicht (Kleuren violet tot rood) Infrarood (warmte straling) Ultraviolet (maakt je bruin/rood) Elektromagnetische straling Magnetron

Nadere informatie

OPLEIDINGEN STRALINGSHYGIËNE: TRAININGSPRO- GRAMMA VOOR EEN BETER BEGRIP EN EEN GEDEGEN KENNIS VAN RADIOACTIVITEIT EN IONISERENDE STRALING

OPLEIDINGEN STRALINGSHYGIËNE: TRAININGSPRO- GRAMMA VOOR EEN BETER BEGRIP EN EEN GEDEGEN KENNIS VAN RADIOACTIVITEIT EN IONISERENDE STRALING Inhoudsopgave Officiële erkenning van diploma s 2 Cursus basisbegrippen stralingshygiëne 3 Opfriscursus niveau 5B 3 Stralingsdeskundige niveau 5B 4 Stralingsdeskundige niveau 4B 5 Stralingsdeskundige niveau

Nadere informatie

Support. Brengt crisissimulatie tot leven

Support. Brengt crisissimulatie tot leven Support Brengt crisissimulatie tot leven Voordelen van trainen met ISEE online Realistische weergave van locaties, afdelingen, personeel, middelen en patiënten Maak eenvoudig training scenario's om echte

Nadere informatie

Inzetvoorstellen en codes

Inzetvoorstellen en codes Inzetvoorstellen en codes GHOR Groningen en de Meldkamer Ambulancezorg werken bij grootschalige calamiteiten met inzetvoorstellen. Een inzetvoorstel geeft aan hoeveel ambulances, functionarissen en eventueel

Nadere informatie

Veilig werken met Gevaarlijke Stoffen

Veilig werken met Gevaarlijke Stoffen Pagina: 1 / 8 Veilig werken met Gevaarlijke Stoffen Checklist voor leidinggevenden In een Universitair Medisch Centrum wordt veel gewerkt met gevaarlijke stoffen. Als vuistregel geldt dat een gevaarlijke

Nadere informatie

PROCEDURE V1. APR 2017

PROCEDURE V1. APR 2017 PROCEDURE V1. APR 2017 INLEIDING ZWANGERSCHAP EN IONISERENDE STRALING Aan het werken met bronnen van ioniserende straling zijn risico s verbonden. Het is bij de wet verplicht om personen die handelingen

Nadere informatie

Alfastraling bestaat uit positieve heliumkernen (2 protonen en 2 neutronen) met veel energie. Wordt gestopt door een blad papier.

Alfastraling bestaat uit positieve heliumkernen (2 protonen en 2 neutronen) met veel energie. Wordt gestopt door een blad papier. Alfa -, bèta - en gammastraling Al in 1899 onderscheidde Ernest Rutherford bij de uraniumstraling "minstens twee" soorten: één die makkelijk wordt geabsorbeerd, voor het gemak de 'alfastraling' genoemd,

Nadere informatie

LEIDRAADCBRN. Handreiking CBRN OTO-plan voor CBRN Oefenmethodiek voor CBRN

LEIDRAADCBRN. Handreiking CBRN OTO-plan voor CBRN Oefenmethodiek voor CBRN LEIDRAADCBRN Handreiking CBRN OTO-plan voor CBRN Oefenmethodiek voor CBRN In het Kwaliteitsverbeterprogramma Rampenopvang Ziekenhuizen van ZonMw heeft drie jaar lang betere voorbereiding op rampenopvang

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI/UJB/BES No. 2003/94538 DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

Procedure classificatie en eisen aan werknemers. Doel. Toepassingsgebied. Definities. Inhoud

Procedure classificatie en eisen aan werknemers. Doel. Toepassingsgebied. Definities. Inhoud Procedure classificatie en eisen aan werknemers Doel - Classificatie van werknemers. - Overzicht van eisen aan blootgestelde en niet-blootgestelde werknemers. - Vastleggen onder welke omstandigheden een

Nadere informatie

Vragen en antwoorden in verband met het mogelijk tekort aan medische radio-isotopen

Vragen en antwoorden in verband met het mogelijk tekort aan medische radio-isotopen Vragen en antwoorden in verband met het mogelijk tekort aan medische radio-isotopen 1. Wat zijn radio-isotopen? Een radio-isotoop is een atoomkern die niet stabiel is, maar volgens een proces van radioactief

Nadere informatie

natuurkunde havo 2017-I

natuurkunde havo 2017-I Molybdeen-99 In Petten staat een kerncentrale waar isotopen voor medische toepassingen worden geproduceerd. Eén van de belangrijkste producten is molybdeen-99 (Mo-99). Mo-99 wordt geproduceerd door een

Nadere informatie

St. Lucas Ziekenhuis Winschoten

St. Lucas Ziekenhuis Winschoten Rapportage naar aanleiding van het toezichtbezoek aan de afdeling nucleaire geneeskunde van het St. Lucas Ziekenhuis Winschoten op 5 december 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 Bevindingen inspectiebezoek.

Nadere informatie

PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica

PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica Wat zie je? PositronEmissieTomografie (PET) Nucleaire geneeskunde: basisprincipe Toepassing van nucleaire geneeskunde Vakgebieden

Nadere informatie

Ioniserende straling - samenvatting

Ioniserende straling - samenvatting Ioniserende straling - samenvatting Maak eerst zélf een samenvatting van de theorie over ioniserende straling. Zorg dat je samenvatting de volgende elementen bevat: Over straling: o een definitie van het

Nadere informatie

Stand van zaken Gemeentelijke Crisisbeheersing IJsselstein 2011

Stand van zaken Gemeentelijke Crisisbeheersing IJsselstein 2011 Stand van zaken Gemeentelijke Crisisbeheersing IJsselstein 2011 Goed voorbereid zijn, heb je zelf in de hand Ernout van Gils Beleidsadviseur Veiligheid Beleid en Strategie Datum: 1 december 2011 INHOUD

Nadere informatie

Veilig werken met Gevaarlijke Stoffen

Veilig werken met Gevaarlijke Stoffen Veilig werken met Gevaarlijke Stoffen Checklist voor leidinggevenden In een Universitair Medisch Centrum wordt veel gewerkt met gevaarlijke stoffen. Als vuistregel geldt dat een gevaarlijke stof kan worden

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

PRAKTISCHE STRALINGS- DESKUNDIGHEID 4A. Voor Laboranten /MBB ers

PRAKTISCHE STRALINGS- DESKUNDIGHEID 4A. Voor Laboranten /MBB ers PRAKTISCHE STRALINGS- DESKUNDIGHEID 4A Voor Laboranten /MBB ers 5, 12, 19 en 26 maart 2015 2 en 9 april 2015 Toelichting In samenwerking met de Arbo- en Milieudienst van het Radboudumc, de afdelingen Radiologie

Nadere informatie

OPLEIDINGEN STRALINGSHYGIËNE: TRAININGSPRO- GRAMMA VOOR EEN BETER BEGRIP EN EEN GEDEGEN KENNIS VAN RADIOACTIVITEIT EN IONISERENDE STRALING

OPLEIDINGEN STRALINGSHYGIËNE: TRAININGSPRO- GRAMMA VOOR EEN BETER BEGRIP EN EEN GEDEGEN KENNIS VAN RADIOACTIVITEIT EN IONISERENDE STRALING Inhoudsopgave Officiële erkenning van diploma s 2 Cursus basisbegrippen stralingshygiëne 3 Opfriscursus niveau 5B 3 Stralingsdeskundige niveau 5B 4 Stralingsdeskundige niveau 4B 5 Stralingsdeskundige niveau

Nadere informatie

Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015

Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015 Z Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015 Maart 2015 In opdracht van het Transitiebureau Wmo Team Kennisnetwerk Wmo Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Over het onderzoek 3 3. De resultaten 4 3.1 Omvang deelnemende

Nadere informatie

Opleiding Stralingsdeskundige SCK CEN/ XIOS-HL. Programma 2012

Opleiding Stralingsdeskundige SCK CEN/ XIOS-HL. Programma 2012 Opleiding Stralingsdeskundige SCK CEN/ XIOS-HL Programma 2012 Module omvang ECTS Wetenschappelijke basis 6 Kernfysica Stralingsfysica Radiochemie 11 u 15 u Nucleaire meettechniek en dosimetrie in de stralingsbescherming

Nadere informatie

Op de Spoedpost en dan?

Op de Spoedpost en dan? Spoedeisende Hulp / Spoedpost Op de Spoedpost en dan? www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Samenwerking huisartsen en ziekenhuis... 3 Gang van zaken op de Spoedpost... 3 Aanmelding... 3 Eerste inschatting

Nadere informatie

Rekenkameronderzoek Veiligheid

Rekenkameronderzoek Veiligheid Rekenkameronderzoek Veiligheid ONDERZOEK ONDER HET BEWONERSPANEL DORDRECHT Inhoud In hoeverre zijn de bewoners op de hoogte van de voorlichting van de gemeente Dordrecht? Wat weten ze van de veiligheidsrisico

Nadere informatie

Workshop Elementen van het Gedeelde Geneeskundig Beeld (GGB)

Workshop Elementen van het Gedeelde Geneeskundig Beeld (GGB) Workshop Elementen van het Gedeelde Geneeskundig Beeld (GGB) Ontwerpfase Erik-Jan Broeken Lex Bubbers Inhoud Voorstelronde Resultaten vorige workshop Inventarisa?e van informa?e processen en producten:

Nadere informatie