Nederlands tijdschrift voor. Ondersteunde communicatie. Alle Taal Centraal Logopedie bij Foetaal Alcohol Syndroom.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nederlands tijdschrift voor. Ondersteunde communicatie. Alle Taal Centraal 2014. Logopedie bij Foetaal Alcohol Syndroom."

Transcriptie

1 Nederlands tijdschrift voor Ondersteunde communicatie Alle Taal Centraal 2014 Logopedie bij Foetaal Alcohol Syndroom februari /2

2 EBRU O FUNCTIE LOGOPEDIST WERKSETTING VRIJE VESTIGING REGIO HET GOOI RETMEN Waarom ben je logopedist geworden? Het is een uitdagend vak met een scala aan stoornisgebieden. Ik wilde sowieso iets in de zorg gaan doen, maar was er nog niet over uit welk beroep ik zou willen uitoefenen. Mijn zusje heeft vroeger een ernstige fonologische articulatiestoornis gehad. Ik weet nog heel goed dat zij zeer slecht verstaanbaar was. Zij heeft toen logopedische begeleiding gekregen en heeft ontzettend veel vooruitgang geboekt in een hele korte periode. Ik kon mijn zusje weer verstaan. Dit heb ik toen heel bijzonder gevonden. Het kunnen communiceren is ontzettend belangrijk. Wanneer dit niet lukt brengt dit voor de patiënt maar ook voor de directe omgeving heel veel frustraties met zich mee. Wat vind je fijn aan je huidige werkplek? Ik werk momenteel in het Gezondheidscentrum Bijvanck te Blaricum. Het Gezondheidscentrum is recent helemaal verbouwd waardoor ik nu een prachtige ruimte heb. Waar heb je je recent in verdiept? Ik heb laatst de cursus Taal Totaal Alles over diagnostiek gevolgd. Ik heb hiervoor gekozen omdat ik mijn diagnostische vaardigheden wilde verbeteren en mijn kennis over de instrumenten waar ik nog niet zoveel kennis over heb wilde vergroten. Wat verwacht je voor de toekomst? Ik hoop dat er veel meer wetenschappelijk onderzoek verricht zal worden, zodat wij onze handelen vaker wetenschappelijk kunnen onderbouwen. Heb je een boodschap voor de lezers van Logopedie? Laat je niet gek maken door alle kwesties rondom de verzekeraars. Ik vind het goed dat er kwaliteitstoetsen ontstaan. Zo kunnen we ons onderscheiden. Oefen je vak verantwoord uit en zorg dat je dit op een goede manier registreert, dan is er niks om je druk om te maken. v/d redactie Koplopers JANNEKE DE WAAL-BOGERS HOOFDREDACTEUR Onlangs reed ik s avonds na een redactievergadering in het donker naar huis. Vlak na de brug bij Gorinchem zag ik hem op het fietspad naast de bijna verlaten snelweg, in het licht van lantarenpalen: de eenzame fietser. Worstelend tegen de wind, de panden van zijn jas flapperend achter hem aan. Helemaal alleen. Was hij wel alleen of was hij een koploper en was ik het peloton eerder gepasseerd en had ik ze over het hoofd gezien omdat een groep fietsers in deze omstandigheden minder opvalt dan een enkele bikkel strijdend met de wind? In je eentje op kop is altijd een hele zware taak. Je vangt alle wind, ieder vliegje en iedere regendruppel in je eentje. Een nobele taak, je behoedt je achterliggers hiervan en baant een weg voor de rest. Onze beroepsgroep kent veel koplopers: collega s met zoveel passie en drive dat zij nieuwe ontwikkelingen aangrijpen en uitzoeken ten goede van de beroepsgroep. Die meedenken, uitproberen, bijdragen en kritisch meekijken. Ik denk dat we niet genoeg kunnen zeggen dat we onze koplopers waarderen. Ik denk dat zij hiervoor erkenning verdienen, een medaille, een gele trui! En een weg vol collega s die ze toejuichen en aanmoedigen. 02 LOGOPEDIE JAARGANG 87

3 Inhoud februari 2015 Berichten Ondersteunde communicatie bij een kind met een ernstige verstandelijke beperking Door de ogen van Testpanel Symposium Alle Taal Centraal 2014 Logopedie bij Foetaal Alcohol Syndroom Xtra Cursus & Congresinformatie Praatpaaltje Colofon NUMMER 1-2, februari

4 404 Terugblik richtlijnen en zorgstandaarden 2014 In 2014 is de NVLF betrokken geweest bij de ontwikkeling van multidisciplinaire en monodisciplinaire richtlijnen en bij de ontwikkeling van zorgstandaarden. Hier leest u een terugblik op het werk dat in 2014 verzet is. Het zal u niet ontgaan zijn dat de monodisciplinaire richtlijn Stotteren bij kinderen, adolescenten en volwassenen in 2014 afgerond is en eind oktober gepresenteerd is op het NVLF jaarcongres. De monodisciplinaire richtlijn Afasie is in 2014 voor een groot deel beschreven door de werkgroep. In het eerste kwartaal van 2015 wil de werkgroep de teksten af gaan ronden en beginnen met de commentaar fase. De richtlijn zal vervolgens een maand open staan voor feedback. Rond mei verwacht de werkgroep de richtlijn aan te kunnen bieden voor autorisatie. De monodisciplinaire richtlijn taalontwikkelingsstoornissen is in 2014 voorbereid; er is onder andere gezocht naar een voorzitter voor de richtlijn, offertes zijn opgevraagd en er zijn verzoeken voor cofinanciering ingediend. In 2015 zal gestart worden met het schrijven van de richtlijn. De richtlijn Parkinson is aan herziening toe. Er is de afgelopen jaren geïnventariseerd welke onderdelen herzien moeten worden en er is voorbereid hoe dat gedaan zou kunnen worden in Zorgstandaarden De zorgstandaarden Noonan Syndroom, Neurofibromatose Type -2 en de zorgstandaard Marshall Smith Syndroom zijn het afgelopen jaar afgerond en als e-book verschenen. Ook de zorgstandaard Traumatisch Hersenletsel bij volwassenen is in 2014 afgerond en te vinden op onze website. Daarna is er in 2014 gestart met de zorgstandaard Traumatisch Hersenletsel bij kinderen. Tot slot is de zorgstandaard Transgender is in 2014 gestart. De ontwikkeling van deze laatste twee zorgstandaarden zal doorlopen in Alle richtlijnen en zorgstandaarden, die geautoriseerde en afgerond zijn, zijn te vinden op de website van de NVLF: Wilt u meer weten over één van de richtlijnen of zorgstandaarden, neem dan contact op met Annika van Hemert via a.vanhemert@nvlf.nl HANZE HOGESCHOOL GRONINGEN START MET WEBSITE OUDEREN ZORG VOOR PARAMEDICI Het lectoraat Transparante Zorgverlening van de Hanzehogeschool Groningen is gestart met een website over ouderenzorg: De nieuwe website is vooral bedoeld om kennis op het gebied van ouderenzorg te delen en de discussie aan te wakkeren over praktische knelpunten, nieuwe ontwikkelingen en de toekomst van het paramedisch vak. Het is dus vooral een plek waar je door kunt linken naar informatie op het gebied van Care en Cure, Healthy Ageing, Evidence Based Practice, vrij beschikbare literatuur (open access tijdschriften) en nog veel meer. Uiteraard is er ook een plek gereserveerd voor de lopende onderzoeken op dit gebied. De site is gestart vanuit de innovatiewerkplaats Active Ageing Ouderen, waarin de Hanzehogeschool Groningen met veel partners (vanuit zorg- en welzijnsinstellingen, maar ook vanuit het bedrijfsleven) samenwerkt aan nieuwe diensten en producten om ouderen te helpen om zo lang mogelijk gezond en actief te blijven. Bron: LOGOPEDIE JAARGANG 87

5 Asjemenou! Jongen van 9 jaar en ik raken in gesprek over zijn voor te bereiden spreekbeurt. Deze gaat over dyslexie, omdat hij zelf ook dyslexie heeft. We hebben het over beroemde en intelligente mensen met dyslexie als Einstein en Walt Disney. Na een poosje verder gewerkt te hebben, vraagt de jongen met serieuze blik: Jeannette, heb jij dyslexie? Na een ontkennend antwoord, vraag ik hem waarom hij dit vraagt. Antwoord: Ik vind jou zooo intelligent! Jeannette Marcus Heeft u ook een asjemenou? Schrijf deze dan in maximaal 100 woorden op en stuur hem naar redactie@nvlf.nl Denkt u wel aan het fingeren van de namen van uw cliënten. WIJZIGING BELEID AANVRAGEN ACCREDITATIE INTERCOLLEGIAAL OVERLEG Vanaf 1 januari 2015 is het voor logopedisten die intercollegiaal overleg voeren, in andere vorm dan een kwaliteitskring, mogelijk om accreditatie aan te vragen. Hiervoor is het niet noodzakelijk om lid van de NVLF te zijn. Het intercollegiaal overleg dient te voldoen aan de volgende criteria: Er is vastgelegd welke methode gebruikt wordt. Het doel van het intercollegiaal overleg is beschreven. Het verbeteren van het paramedisch handelen staat centraal. Er is vastgelegd op welke manier deelname wordt geregistreerd en gearchiveerd. De vorm van verslaglegging is vastgelegd. Er is een groepsbegeleider. Jaarlijks komt de groep minimaal 4 keer bij elkaar. De aanvraag voor accreditatie kan voor een periode van één kalenderjaar digitaal worden aangevraagd bij Accreditatie Deskundigheidsbevorderende Activiteiten Paramedici (ADAP) via Kwaliteitsinstrument van de maand: Kwaliteitscriteria Stage Logopedie DOEL VAN HET INSTRUMENT In dit instrument staan kwaliteitscriteria ten aanzien van de stageverlenende instelling, de praktijkbegeleider (begeleider op de werkvloer) en de docentbegeleider (begeleider vanuit de opleiding). Deze kwaliteitscriteria zijn door de zeven opleidingen logopedie in samenwerking met het beroepenveld tot stand gekomen. GEBRUIK VAN HET INSTRUMENT Het instrument bevat drie lijsten met kwaliteitscriteria die samen de kwalificaties voor stageverlenende instellingen, praktijkbegeleiders en docentbegeleiders omvatten. Daarnaast bevat het instrument ook drie lijsten die richtlijnen geven op welke wijze aan de kwaliteitseisen voldaan kan worden. Accreditatie voor het kalenderjaar 2015 dient voor 1 april 2015 te zijn aangevraagd bij ADAP. De kosten voor de aanvraag van accreditatie bedraagt 30,- voor een periode van één jaar. Meer informatie over het aanvragen van accreditatie staat in de handleiding Accreditatie intercollegiaal overleg van ADAP. Deze handleiding is te vinden op of > kwaliteit > kwaliteitskringen. Vanzelfsprekend blijft het voor kwaliteitskringen ook mogelijk accreditatie aan te vragen. In een kwaliteitskring kan gekeken worden in welke mate elke logopedist die ook praktijkbegeleider is, gebruik maakt van de kwaliteitscriteria. Ook is het interessant om te bekijken of elke stageverlenende instelling aan dezelfde kwalificaties voldoet. Biedt u de juiste leeromgeving voor een stagiaire logopedie? VERKRIJGBAARHEID VAN HET INSTRUMENT De kwaliteitscriteria stage logopedie zijn te vinden op de website > Kwaliteit > Kwaliteitsdocumenten > Overige kwaliteitsdocumenten. NUMMER 1-2, februari

6 Ondersteunde communicatie bij een kind met een ernstige verstandelijke beperking auteurs laura feitsma LOGOPEDIST KENTALIS DE SKELP TE DRACHTEN Dit artikel beschrijft een casestudy over de implementatie van ondersteunde communicatie (OC) binnen een kinderdagcentrum voor kinderen met een verstandelijke beperking (VB). Het doel van de casestudy is in kaart te brengen welke informatie en samenwerking onontbeerlijk is bij het kiezen van een geschikt communicatiehulpmiddel voor kinderen met een VB en autismespectrumstoornis (ASS). Het artikel gaat in op de vraag hoe OC zo effectief mogelijk ingezet kan worden. De onderzoeksvraag van de casestudy was: Op welke wijze is de keuze voor OC in het geval van Hamid tot stand gekomen en in hoeverre wordt deze keuze ondersteund door de literatuur? dr. saakje da costa DOCENT EN ONDERZOEKER HANZE HOGESCHOOL GRONINGEN EN LOGOPEDIST KINDERPRAKTIJK GRONINGEN Ondersteunde communicatie Met de term ondersteunde communicatie (OC) wordt verwezen naar een verzameling technieken ontworpen om de verbale communicatie van mensen met weinig spraaken taalvaardigheden aan te vullen (Wilkinson & Hennig, 2007). Ondersteunde communicatie is sinds de jaren negentig uitgegroeid tot een nieuw vakgebied (Van Balkom & Welle Donker Gimbrère, 1994). Communicatieontwikkeling bij kinderen met een verstandelijke beperking Er wordt gesproken van een VB als er sprake is van tekortschieten op twee gebieden; het intelligentieniveau en de mate van sociale redzaamheid (Kraijer, 2006). Bij kinderen met een VB is de taalverwerving vaak vertraagd (Bates et al., 1995: in Van der Schuit et al., 2010) en zijn de inhoud en mogelijkheden tot verbaal communiceren beperkter (Helmhout, 2012). Doordat kinderen met een VB dikwijls signalen geven die door de omgeving niet als zodanig worden herkend, worden hun communicatie-initiatieven niet altijd beantwoord en raken ze vaak ontmoedigd. Daarnaast hebben ze niet altijd door dat contactinitiatief voor hen bedoeld is en hebben ze veelal een langere verwerkingstijd nodig, waardoor snel opeenvolgende vragen hen in verwarring kunnen brengen (Blokhuis & Van Kooten, 2011) en vaak niet leiden tot het nemen van communicatieve beurten (Heim, 2001). 06 In een kernteam worden de relatieve sterktes en zwaktes van het kind en mensen in zijn directe omgeving omschreven. LOGOPEDIE JAARGANG 87

7 Comorbiditeit VB en ASS Een VB komt in 75-80% van de gevallen voor in combinatie met ASS. Beide aandoeningen leiden tot problemen met socialisatie, communicatie en verbeelding. Kinderen met een VB hebben echter een algeheel en kinderen met ASS een specifiek cognitief tekort. Laatstgenoemden vertonen dus communicatieproblemen ongeacht hun niveau van functioneren (Noens en van Berckelaer- Onnes, 2002). Bij comorbiditeit van VB en ASS is er vaak sprake van een gecompliceerd beeld (Noens et al, 2002): Een VB leidt tot een tekort op alle functiegebieden (Noens & Van IJzendoorn, 2007) en de al vertraagde communicatieontwikkeling raakt daarnaast door ASS-problematiek ernstig verstoord. Focus op het bevorderen van communicatieve redzaamheid is daarom wenselijk, evenals inschakeling van een multidisciplinair team (Van den Dungen, 2006). Diagnostische fase voorafgaand aan keuze voor OC Goede diagnostiek is erg belangrijk, omdat dit kan voorkomen dat kinderen communicatiemiddelen krijgen die zij niet begrijpen, wat kan leiden tot ernstig probleemgedrag (Dijkxhoorn, 2003). Om een beeld te krijgen van de communicatieve vaardigheden van een kind zijn er diverse onderzoeksmogelijkheden, waarvan observeren in het dagelijks leven volgens Helmhout (2012) het allerbelangrijkste is. Daarnaast zou zorgvuldig diagnostisch onderzoek moeten plaatsvinden voordat men OC inzet (Perry & Condillac, 2003). Zo moet onder meer worden gekeken naar aandachtregeling, geheugenfuncties, motoriek, sociaal-emotionele ontwikkeling, taal en communicatiebehoeften (Van Balkom & Van Tartwijk, 2002). Ook moet het taalbegrip onderzocht worden wil men het kind op een correct niveau aanspreken (Light et al., 1998). IN HET KORT Dit artikel is gebaseerd op een casestudy over implementatie van ondersteunde communicatie (OC) bij een vijfjarige jongen, Hamid, met ernstige communicatieve problemen ten gevolge van een verstandelijke beperking (VB) en autismespectrum stoornis (ASS). Het artikel geeft informatie over hoe OC in de praktijk wordt ingezet binnen een kinderdagcentrum en vergelijkt dit met de literatuur. Ook wordt de rol van het multidisciplinair team en de communicatiepartners van Hamid beschreven. De belangrijkste conclusie die zowel uit de literatuur als de praktijk naar voren komt, is dat een multidisciplinaire aanpak met medewerking van alle betrokkenen een voorwaarde is voor het slagen van OC. Tot slot worden aanbevelingen gedaan ter verbetering van het inzetten van OC bij kinderen met een verstandelijke beperking. Een multidisciplinaire aanpak met medewerking van alle betrokkenen is een voorwaarde is voor het slagen van OC. Voordat OC op maat kan worden aangeboden, moeten er twee vragen worden beantwoord: Welke middelen zijn het meest geschikt om de communicatie te ondersteunen en op welk niveau van betekenisverlening moeten de middelen worden ingezet? De ComVoor is een geschikte test die op bovenstaande vragen antwoord kan geven (Noens et al., 2002). Hoewel de ComVoor primair ontwikkeld is voor mensen met autisme die niet of beperkt verbaal communiceren, is de test ook toepasbaar voor anderen met beperkte communicatieve vaardigheden (Helmhout, 2012). Personen met een VB hebben in vergelijking met normale personen een verhoogde kans op een discrepantie tussen kunnen en aankunnen (disharmonisch profiel). Vanuit emotionele kwetsbaarheid ontstaat bij veel personen psychische problematiek of moeilijk verstaanbaar gedrag (Koster 2005; in Braems, ). Daarom is kennis van de normale sociaal-emotionele ontwikkeling noodzakelijk om de afwijkende ontwikkeling te zien en te begrijpen. Došen (2008) ontwikkelde de Schaal van de Emotionele Ontwikkeling (SEO) om een schatting te kunnen maken van de emotionele ontwikkeling van mensen met een VB (Braems, ). Praktische problemen bij de diagnostiek Hoewel Light et al. (1998) adviseren gebruik te maken van de Gouden Standaard voor Taalbegrip (in Nederland is dit de Schlichting Test voor Taalbegrip (Schlichting & Lutje Spelberg, 2010)) om inzicht in de communicatieontwikkeling te verkrijgen, kan dit in de praktijk bij kinderen met complexe meervoudige problematiek voor problemen zorgen. Het gebruik van formele instrumenten is in feite niet haalbaar, omdat de testen waarmee het communicatieniveau van het kind wordt bepaald, gebaseerd zijn op de normale (gesproken) taalontwikkeling van kinderen (Kilkens et al., 2008). Verder geldt dat hoe groter de beperking, hoe moeilijker de taal en communicatie beoordeeld kunnen worden. Momenteel is er geen test beschikbaar om het taalbegrip bij mensen met een VB te meten. Veel logopedisten gebruiken de Schlichting Test voor Taalbegrip als screeningsinstrument (Helmhout, 2012). Interventie Bij de keuze van een ondersteunde communicatiehulpmiddel spelen meerdere factoren een rol. Behalve met de wensen van het kind en diens omgeving dient men rekening te houden met motorische- en sensorische mogelijkheden (Meihuizen-de Regt et al., 2009). Een communicatiesysteem moet vanzelfsprekend niet te hoog gegrepen zijn. Qua niveau is het beter om lager te starten dan te hoog (Egberts en Van der Giessen, 1996). Communicatiesystemen die met een kind mee kunnen groeien zijn daarom te ver- NUMMER 1-2, februari

8 Discipline Test Resultaten Observatiegegevens Kno-arts UMC Gehoortest (2006) Hamid was niet testbaar KL: 11 maanden Orthopedagoog UMC Kinderpsychologisch onderzoek (2006) Ernstige vorm van autisme KL: 11 maanden Orthopedagoog MKD BOS 2-30 (Van der Meulen & Smrkovsky,1983) (2007) Ontwikkelingsniveau van 0;7 jaar bij een kalenderleeftijd van 1;9 jaar Non-verbaal non-actief Geen reactie op prikkels Kinderpsychiater MKD Onbekend Autisme verwante stoornis onbekend Logopedist KDC Observatie (2009) KL: 4;6 jaar Mentor KDC Zich niet kunnen uitdrukken met gedragsproblemen en frustratie tot gevolg Hamid kon niets en sprong overal op. Er was geen spraak aanwezig. Sprake van gillen en schreeuwen Fysiotherapeut KDC Fysieke status (2009) KL: 3;11 jaar licht beperkte dorsaalflexie van de enkels Voorkeurshand is links Ziet geen gevaar, heeft geen rem Houdt van klimmen en balanceren Orthopedagoog (extern van het KDC) BSID-II-NL (B.F. van der Meulen, S.A.J. Ruiter, H.C. lutje Spelberg & M. Smrkovsky). (2010) KL: 5;1 jaar ComVoor (Roger Verpoorten, Ilse Noens & Ina van Berckelaer-Onnes) Observatie Hamid functioneert op een ontwikkelingsniveau tussen 1 en 2 jaar Hamid kan op presentatieniveau betekenis verlenen aan de communicatieve wereld om hem heen Hamid heeft kenmerken van een autismespectrumstoornis; consulenten zien tekorten in contact, communicatie en verbeelding. Ook zien ze een disharmonisch ontwikkelingsprofiel; m.n. grote verschillen in motorische en communicatieve ontwikkeling Nauwelijks sprake van gesproken taal Advies: sensomotorisch onderzoek afnemen TABEL 1. ComVoor (Verpoorten, Noens & van Berckelaer-Onnes, 2004). 08 EN DAN kiezen boven (al te) eenvoudige spraakcomputers, zodat de beperkte capaciteit van het middel en het te weinig uitbreiden van de woordenschat geen belemmering kunnen vormen (Light en Drager, 2007). De best mogelijke communicatie ontstaat wanneer men gebruik maakt van Totale Communicatie (TC); het tegelijkertijd en bewust gebruiken van alle communicatievormen (Helmhout, 2012), waar OC onderdeel van uitmaakt (Oskam & Scheres, 2003). Als OC deskundige is het belangrijk om op de hoogte te zijn van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied. Niet alleen voor logopedisten die op een KDC werken met kinderen met een verstandelijke beperking is multidisciplinaire samenwerking en evidence based werken noodzakelijk om optimale zorg te geven aan kinderen met communicatieve beperkingen. Ook elders in de (gezondheids)zorg wordt de noodzaak van op verantwoorde wijze samenwerken steeds meer gevoeld, omdat het breed dragen van evidence based werken binnen het hele team de kracht ervan versterkt. OC is alleen zinvol wanneer alle betrokkenen zich ervoor inzetten (Noens, 2004). Daarom moet iedereen op de hoogte zijn van de ontwikkelingen en achter de gekozen interventie staan. Onderlinge communicatie is daarnaast van belang omdat de aanwezige beperkingen de diagnostiek negatief kunnen beïnvloeden (Noens et al., 2007). Door elkaars observaties te delen, kan men een objectiever beeld verkrijgen van een kind. Bij twijfel over het niveau van een kind, kan men OC het beste onder zijn of haar topniveau inzetten (Noens, 2004). Frequente evaluatie is volgens Granlund en Olsson (1997) belangrijk omdat de uitingsbehoefte van iemand kan veranderen. Hierbij is betrokkenheid van het gehele team belangrijk (Welle Donker et al., 1995). Casus Inleiding Er is voor deze casus gekozen, omdat bij verschillende zorgverleners van het kinderdagcentrum vragen bestonden over het gedrag en perspectief van een jongen, Hamid (gefingeerde naam). Hamid is van Marokkaanse afkomst en geboren in Nederland. Op moment van onderzoek is hij 5;7 jaar. Voorgeschiedenis Hamid komt uit een gezin met een oudere broer en zus en een tweelingbroertje. Van LOGOPEDIE JAARGANG 87

9 9 8 7 heeft. Ook spreken de zus en broertjes van Hamid Nederlands met hem. Hij begrijpt enkele Arabische woorden. Tijdens de dagelijkse rituelen heeft hij weinig communicatieproblemen Fluit Boek Bal Puzzel Bellenblaas Piano FIGUUR 1. De keuzes van Hamid tijdens logopedie. Totaal aantal beurten: 124. Totaal aantal beurten Hamid: 62 Aanwezig Afwezig Aantal keer Opmerkingen Verbaal Vocalisaties X 33 Ritmische vocalisaties Eénwoordzinnen X 3 ja (2x) en deze Uitroepen / gillen X 1 Non verbaal Wijzen X 1 Naar de voorwerpen Reiken X 2 Naar de voorwerpen en bellen Grijpbeweging X 3 Naar de gsm en de bal Duwbeweging X 2 Tegen bal, bellenblaas Lichaamsbewegingen X 30 Gezichtsuitdrukking X 9 Glimlachen, lachen Huilen X Poging tot oogcontact X 12 Beurtwisseling Initiatief buiten onderwerp X 2 Loopt naar de speelhoek Pakt de telefoon Initiatief binnen onderwerp X 9 Pakt pictogrammen Beurtkansen X 10 Volgt L. Synchroon, asynchroon (1x) TABEL 2. Verbaal- en Non-verbaal Gedrag van Hamid tijdens Logopedie. zijn tweelingbroertje is bekend dat hij ASS heeft, of er daarnaast ook sprake is van een VB is niet opgenomen in het dossier. Hamid is geboren als tweede van de tweeling. Er was sprake van een stuitligging. Zorgen over het gehoor van Hamid begonnen toen hij 6 à 7 maanden was. Toen hij elf maanden was, kwam moeder via de huisarts bij de KNOarts terecht. Daar zijn het adenoïd en de tonsillen verwijderd en is geprobeerd het gehoor te testen; in verband met zijn beperkingen lukte dit laatste niet. Hamid heeft op tweejarige leeftijd buisjes gekregen, waarna de gehoorklachten verdwenen. Thuissituatie Thuis wordt Nederlands en Arabisch gesproken. Vader beheerst het Nederlands minder goed dan moeder; zij spreekt Nederlands met Hamid sinds ze weet dat hij ASS Beginsituatie Toen Hamid op driejarige leeftijd naar het kinderdagcentrum ging, was hij een druk jongetje dat veel chaos om zich heen creëerde. Hij kon dwangmatig zijn, zocht grenzen op en veel van zijn handelen draaide om wat hij zelf wilde. Hij communiceerde alleen non-verbaal en maakte geen gebruik van OC. Er was sprake van een weinig stimulerende omgeving binnen het gezin. Hij heeft een ernstige VB en een ernstige vorm van ASS. De BSID-II-NL is niet volgens de vastgestelde regels afgenomen waardoor het berekenen van een score niet mogelijk was. Wel is bekend dat Hamid op een ontwikkelingsniveau tussen 1 en 2 jaar functioneert. Diagnostiek Tussen 2006 en 2011 zijn er verschillende onderzoeken op diverse ontwikkelingsgebieden gedaan bij Hamid (Tabel 1). Therapieverloop Eind 2009 had Hamid (4;6 jaar) moeite zichzelf uit te drukken wat vaak resulteerde in driftbuien. Er is toen gekozen voor directe logopedie, met een frequentie van twee keer per week zolang het wenselijk is. De logopedist gebruikte Visitaal pictogrammen tijdens de behandeling van Hamid, met als doel dat hij meer begrip van en grip op de wereld zou verkrijgen door aan te kunnen geven wat hij wenst. Visitaal pictogrammen zijn vierkante afbeeldingen van een wit figuur tegen een zwarte achtergrond (Scholte, 2005). Deze vorm van OC kwam tot stand door trial and error. De logopedist heeft gekozen om met Visitaal Pictogrammen te beginnen, omdat deze op het KDC aanwezig waren. Wanneer dit te moeilijk voor hem zou blijken, was de logopedist van plan om een niveau lager gaan. Niet alle vormen van OC, zoals een spraakcomputer leken geschikt voor een druk, onbesuisd en beweeglijk jongetje als Hamid. Andere vormen die geschikt leken voor in de thuissituatie, zoals een fotoboekje, kwamen niet van de grond door het ontbreken van overeenstemming van leden uit het multidisciplinair team. Zo schatte men NUMMER 1-2, februari

10 LOGOPEDIE Zinslengte Vragen stellen Logopedist FIGUUR 2. Taalaanbod door Hamid s communicatiepartners. Sociale functies Groet Hamid? TABEL 3. Communicatieve Functies. de mogelijkheden van Hamid verschillend in en was men het dientengevolge niet eens over de vorm van OC. De logopedist heeft haar keuze voor pictogrammen ongewijzigd gelaten, omdat Hamid de bedoeling van de pictogrammen snel oppikte. De keuze voor pictogrammen is in overleg met de mentor van Hamid tot stand gekomen. Er heeft con- Onverstaanbare Uitingen Klassenbegeleider Moeilijke woorden Item Rangorde Afwezig Soms Vaak Interactie-/Regulatiefuncties Roept Hamid iemand? Vraagt Hamid om verduidelijking of herhaling, wanneer hij iets niet verstaan of begrepen heeft? Controlefuncties Geeft Hamid te kennen dat het iets wil of wenst? Vraagt Hamid gericht om voorwerpen of acties? Weigert Hamid voorwerpen of acties? Geeft Hamid aan wat hij van plan is te gaan doen? Vraagt Hamid om toestemming? Stelt Hamid iets voor om te doen? Vraagt Hamid wat een ander wil? Vraagt Hamid wat een ander is van plan te gaan doen? Vraagt Hamid om een verklaring wanneer iets niet mag? Stelt Hamid zelf regels op? Expressiefuncties Gebruikt Hamid uitroepen? Uit Hamid zijn gevoel? Vraagt Hamid naar het gevoel of de toestand van een ander? Representatiefuncties (ook controle functie ) Vestigt Hamid de aandacht op iets? Geeft Hamid commentaar op wat hij waarneemt? Geeft Hamid commentaar op wat hij zelf aan het doen is? Geeft Hamid nieuwe informatie? Geeft Hamid antwoord op een vraag? Geeft Hamid commentaar op wat een ander doet? Vraagt Hamid om informatie? Vraagt Hamid naar de naam van dingen? Voegt Hamid informatie toe aan iets dat iemand anders zei? Vraagt Hamid om uitleg? Geeft Hamid zelf verklaringen? tact met ouders en orthopedagoog plaatsgevonden waarbij de logopedie globaal besproken is. De ouders dachten dat Hamid geen baat zou hebben bij pictogrammen, omdat zij hem zonder pictogrammen begrijpen, maar vonden het anderzijds goed dat dit onderzocht zou worden. Hamid heeft in één jaar zes pictogrammen leren gebruiken. Hij kan ze linken aan de voorwerpen en doelbewust inzetten. Hamid staat meer open voor de talige boodschap. Methode Het onderzoek betrof een kwalitatief onderzoek, waarbij één kind een half jaar lang binnen de eigen context gevolgd werd. Het onderzoek heeft maatschappelijke relevantie; door de studie kunnen begeleiders van het kinderdagcentrum nieuwe inzichten krijgen over OC bij een VB en wordt de noodzaak voor logopedisten om vanuit evidentie echt te gaan samenwerken benadrukt. Er zijn verschillende informatieverzamelingsmethodes gebruikt, die hieronder worden beschreven. Dossieronderzoek Het doel van dit dossieronderzoek was het verzamelen van informatie over de voorgeschiedenis van Hamid om zo een heldere casusbeschrijving te kunnen maken. Er is gekeken naar de diagnose (zowel medisch als logopedisch), door wie eventuele onderzoeken uitgevoerd zijn en met welke reden. De periode voorafgaand het kinderdagcentrum is beschreven en de reden van aanmelding. Daarnaast werd de gehele ontwikkeling van Hamid beschreven. De informatie is zowel uit het dossier voortgekomen als uit interviews en vragenlijsten voor leden van het paramedisch team en de ouders. Verrichten van observaties De observaties hadden als doel het in kaart brengen van Hamids communicatie met verschillende communicatiepartners in verschillende situaties. Voordat de onderzoeker startte met de observaties heeft zij een tijdspad en observatielijsten gemaakt en verschillende situaties beschreven waarin ze wilde observeren. Afnemen van interviews De onderzoeker heeft, op basis van de literatuur, vragenlijsten opgesteld voor de ouders, logopedist, mentor en orthopedagoog van Hamid. De interviewvragen bestreken de periode voor en na aanmelding bij het KDC. De vragen betroffen het communicatief gedrag van Hamid en het inzetten van OC in verschillende situaties, zijn mogelijkheden en belemmeringen en het gedrag van communicatiepartners. Het doel was enerzijds de JAARGANG 87

11 Multidisciplinair team KDC Arts Orthopedagoog Logopedist Muziektherapeut Kinderfysiotherapeut TABEL 4. Het multidisciplinaire team. casusbeschrijving zo volledig mogelijk te kunnen schrijven en anderzijds verschillende meningen in kaart te brengen. Data-analyse Er is een video-opname gemaakt van de communicatie van Hamid met de logopedist en met de mentor, welke getranscribeerd is op basis van nauwkeurige transcriptievoorbeelden van de communicatie tussen kind en communicatiepartner (Heim, 2001, p ). Ethische aspecten Voorafgaand aan het onderzoek is aan de ouders van Hamid schriftelijke toestemming gevraagd om hem in het onderzoek te mogen betrekken. Voor behoud van privacy is gebruik gemaakt van een gefingeerde naam. Voor het maken van de video-opname is toestemming gevraagd aan de ouders van Hamids klasgenootjes. Daarnaast zijn de interviewuitkomsten ter inzage gegeven aan de geïnterviewden. Resultaten Observaties De logopedist startte met het koppelen van één pictogram aan de bijbehorende activiteit. Daarna werd één ander pictogram aangeboden. Wanneer Hamid individuele pictogrammen kon koppelen aan de activiteit werden er tegelijkertijd meerdere pictogrammen aangeboden. Hamid bleek een sterke voorkeur te hebben voor twee pictogrammen; bal en bellenblaas als hij kon kiezen uit zes pictogrammen die in willekeurige volgorde werden aangeboden (Figuur 1). Hamid uitte zich vooral door middel van vocalisaties en lichaamsbewegingen (Tabel 2). NUMMER 1-2, februari 2015 Rol van de communicatiepartner Er bleken verschillen in taalaanbod tussen de logopedist en de klassenbegeleider: de logopedist verlengde de beurtwisselingspauze op correcte wijze in tegenstelling tot de klassenbegeleider, die juist veel vragen stelde (Figuur 2). Communicatieve functies Hamid beheerst vier van de vijf communicatieve functies, maar laat iedere functie zeer beperkt zien. De sociale functie (5), die normaal gesproken vroeg in de ontwikkeling wordt verworven, is zelden aanwezig. De expressiefunctie is vaak aanwezig (Tabel 3). Interviews Het functioneren van het multidisciplinair team (Tabel 4) is in kaart gebracht door middel van interviews. Hieruit kwam een aantal punten naar voren: 1. Gesprekken worden in subgroepen gehouden, bijvoorbeeld tussen de mentor en de logopedist. Dit wordt als effectief gezien, hoewel het plannen vaak lastig is. Afstemming specifiek over OC rond Hamid in het volledige team heeft niet plaatsgevonden. 2. Binnen het team denkt men verschillend over het communicatieniveau van Hamid. Hierdoor wordt OC niet eenduidig ingezet waardoor verwarring ontstaat bij zowel Hamid als bij de betrokkenen. Enkele zorgverleners geven aan een persoon te missen die de leiding neemt en iedereen op de hoogte stelt van recente ontwikkelingen ten aanzien van de begeleiding van Hamid. Discussie Gedurende dit onderzoek is binnen een kinderdagcentrum (KDC) voor kinderen met een VB de implementatie van OC bij de vijfjarige Hamid onderzocht. Hierbij werd gekeken of het proces van diagnostiek tot evaluatie gebaseerd was op de best beschikbare informatie. Samenvattend zijn de belangrijkste resultaten dat de logopedist te weinig evidence-based (EBP) gewerkt heeft, dat er in de diagnostiekfase onvoldoende onderzoek heeft plaatsgevonden en dat de zorgverleners rond Hamid onvoldoende communiceren met elkaar over hun visie en opvattingen. Uit het onderzoek komt naar voren dat er onvoldoende EBP gehandeld is. Consensus over de communicatieve vaardigheden van Hamid zou de kans vergroot hebben dat het juiste communicatiehulpmiddel gekozen en succesvol geïmplementeerd werd. Het is reëel te veronderstellen dat zich daarmee minder frustratie en communicatienood bij Hamid ontwikkeld had. De volgende diagnostiek heeft niet plaatsgevonden: 1. Het afnemen van de ComVoor. Deze test had inzicht kunnen geven in de betekenis die Hamid kan toekennen aan ondersteunde communicatievormen (Verpoorten, Noens & Van Berckelaer-Onnes, 2004: in Helmhout, 2012). Tevens had deze test informatie kunnen verschaffen over het verbeteren van de communicatiemogelijkheden van Hamid (Kraijer, 2006). 2. Onderzoek naar de sensomotorische informatieverwerking. Dit had informatie kunnen geven over de prikkelverwerking van Hamid om zo oplossingen te kunnen vinden voor zijn onbesuisde gedrag (Helmhout, 2012). 3. SEO, de Schaal van de Emotionele Ontwikkeling (Došen, 2008). De SEO stelt zorgverleners in staat om een vollediger beeld van een kind te schetsen en kan als leidraad worden gebruikt voor zorgverleners en ouders (Braems, ). De SEO had een indicatie kunnen geven van de emotionele ontwikkelingsfase van Hamid, waardoor probleemgedrag verklaard had kunnen worden. Omdat zorgverleners van het kinderdagcentrum verschillen zagen in ontwikkelingsniveau zou de SEO een goede aanvulling zijn geweest op de overige diagnostiek. 4. Analyse van iedere communicatieve situatie van Hamid door middel van observatie. Dit had informatie kunnen geven over Hamids communicatiebehoefte, zijn communicatieve functies en zijn interactie met verschillende communicatiepartners. De zorgverleners van Hamid communiceren onderling onvoldoende over de verschillen die zij zien in zijn communicatieontwikkeling. Hierdoor wordt OC niet eenduidig en systematisch in alle communicatieve situaties ingezet wat haar effectiviteit verkleint (Van Balkom et al, 1994). Voldoende 11

12 12 LOGOPEDIE Een kernteam bestaat uit alle belangrijke communicatiepartners van het kind. onderlinge communicatie is noodzakelijk om een objectief beeld van een kind te verkrijgen (Noens, 2004). Lacroix, Lemmens en Beurskens (2010) beschrijven verschillende belemmerende factoren voor het gebruik van EBP waaronder tijdgebrek en gebrek aan goede vakliteratuur. De logopedist van Hamid droeg vergelijkbare redenen aan voor onvoldoende gebruik van EBP. Zo werden de Visitaal pictogrammen ingezet vanwege hun toevallige aanwezigheid op het kinderdagcentrum en niet op basis van een overwogen keuze op basis van evidentie. Om de juiste begeleiding te geven bij implementatie van OC, moet iedere logopedist werken volgens evidentie waarbij bewuste keuzes worden gemaakt. Aanbevelingen OC is een multidisciplinair en gespecialiseerd vakgebied. Op het KDC van Hamid waren niet alle specialismen vertegenwoordigd. Het multidisciplinair team had daarom een deskundige moeten inhuren die de ComVoor kon afnemen. Ook had een SIspecialist (een logopedist, ergotherapeut, fysiotherapeut of een oefentherapeut die een certificaat heeft behaald bij de Nederlandse Stichting voor Sensorische Informatieverwerking) de sensorische integratie moeten onderzoeken. Het inhuren van expertise is kostbaar en vergt enige organisatie. Een andere optie is dat professionals van het kinderdagcentrum cursussen volgen om zelf de bevoegdheid te verkrijgen dergelijke gespecialiseerde tests af te nemen. De Schaal van de Emotionele Ontwikkeling (SEO) (Došen, 2005) had daarnaast moeten worden afgenomen door een mentor of een gedragsdeskundige. Kennis en ervaring over communicatieontwikkeling en -ondersteuning ontstaan alleen in teamverband, waarbij alle relevante informatie over het communicatief functioneren wordt verzameld en verwerkt tot een integraal plan (het ICP). De orthopedagoog, logopedist en ergotherapeut zouden op zijn minst basiskennis van verschillende communicatievormen moeten hebben (Van Balkom et al., 2002). Gezien de complexe communicatieproblemen van Hamid was dit noodzakelijk. Een kernteam bestaat uit alle belangrijke communicatiepartners van het kind (Welle Donker-Gimbrère, 2010). Ouders worden vaak niet als volwaardige partners van een kernteam gezien, hoewel zij de hele dag met hun kind communiceren en belangrijke kennis bezitten over de communicatiemogelijkheden, behoeften en motivatie van hun kind (Van Balkom et al., 2002). Zij zouden daarom altijd bij de implementatie van OC moeten worden betrokken. In een kernteam worden de relatieve sterktes en zwaktes van het kind en mensen in zijn directe omgeving omschreven. Het kernteam stelt vast welke begeleidings- en ondersteuningsvormen worden ingezet en op welke manier. Een gekozen communicatiehulpmiddel moet geëvalueerd worden. Bij jonge kinderen en in de beginperiode van implementatie van OC zal dit vaker moeten gebeuren dan bij oudere kinderen, hoewel ook bij hen de communicatiemogelijkheden kunnen veranderen. Eenmaal toegewezen communicatiehulpmiddelen worden in de praktijk inhoudelijk nauwelijks aangepast aan de nieuwe mogelijkheden van de betrokkene (Van Zaalen, 2011). Ook bij Hamid werden de Visitaal pictogrammen gedurende langere periode gebruikt zonder te evalueren of dit voor hem gepast was. De logopedist, in de rol van communicatiedeskundige en coördinator, heeft onder andere als taak de manier waarop de interactie tussen Hamid en zijn verschillende communicatiepartners verloopt in allerlei situaties systematisch te evalueren (Boudewijn, 1997). Moeder gaf tijdens het onderzoek aan dat hij thuis wel verbale communicatie laat zien en dat zijzelf weinig vertrouwen had in de Visitaal pictogrammen. Hierbij had het multidisciplinair team meer moeten doorvragen en begeleiding moeten geven, omdat bekend is dat wanneer een kind en zijn omgeving positieve ervaringen opdoen met verbeteringen in de communicatie, zij eerder geneigd zijn ondersteunende vormen te accepteren en te gebruiken (van Geemert & Minderaa, 1997). Als OC deskundige is het belangrijk om op de hoogte te zijn van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied. Deskundigen kunnen de website raadplegen voor recente informatie over OC. Auteurs Laura Feitsma, werkzaam als logopedist bij Kentalis De Skelp te Drachten. Dr. Saakje da Costa, als docent en onderzoeker werkzaam op de Hanzehogeschool Groningen en als logopedist in de Kinderpraktijk Groningen. JAARGANG 87

13 LITERATUURLIJST > Bakker, J.H., Dungen van den, B.E. (2013). Ontwikkelen en onderzoeksprojecten, Koninklijke Kentalis. PDF bestand. > Balkom, H. van, Golsteijn-Kramer, D. & Luiken, H. (2012). Icon Apps, Initiatieven nemen in communicatie ondersteuning met Apps. Nijmegen: Stichting Milo. > Balkom, H. van & Tartwijk, S. van (2002). Communicatie bij mensen met een auditieve en verstandelijke beperking: meer dan de som der delen. Nederlands Tijdschrift voor de Zorg, 28, (4) 244, 246, 248. > Balkom, H. van & Welle Donker Gimbrère, M. (1994, 2004). Kiezen voor communicatie. Een handboek over communicatie van mensen met een motorische of meervoudige handicap. Nijkerk: Uitgeverij Intro. > Blokhuis, A. & Kooten, N. van (2011). Je luistert wel, maar je hoort me niet. Over communicatie met mensen met een verstandelijke beperking. Apeldoorn: Garant-Uitgevers. > Bosch, N. (2006). Communicatie. niet vanzelfsprekend. Verbeteren van de communicatieve pragmatiek bij kinderen met ASS. 14, Verkregen op 20 september, 2010, via Katholieke Hogeschool Kempen (DoKS) Website: FiSe413ebf17093f9ba b836e20088/eindwerkmetvoorbladpdf.pdf;jsessionid=0640F9033BE87C17D707E34011EDE588?recordId=SKHK413ebf 17093f9ba b836e > Braems, K. (2008). De Sociaal-Emotionele Ontwikkeling in kaart. Verkregen op 28 september Thesis > Dijkxhoorn, Y.M. (2003). Unravelling challenging behaviour: A study into the factors that influence the occurrence of challenging behaviour of children with an autistic spectrum disorder. Universiteit Leiden, 152pp.(Leiden, Grafisch Bedrijf UFB) I.A., Berckelaer-Onnes. (dissertatie) > Dungen, L. van den (2006). Taaltherapie voor kinderen met taalontwikkelingsstoornissen. Bussum: Uitgeverij Coutinho. > Egberts, J. & Giessen, M. van der (1996). Communicatie niet vanzelfsprekend. Leuven: Uitgeverij Acco. > Geemert van, G.H, Minderaa, R.B. (1997). Zorg voor mensen met een verstandelijke handicap. Van Gorcum, Assen. p n&lr=&id=s6wsjjk89w8c&oi=fnd&pg=pa134&dq=wanneer+ondersteunde+communicatie+succesvol%3f&ots=5rlbdkpkgc&sig=9_iofhwuzwukynwg C1UAKGphoAo#v=onepage&q=wanneer%20Ondersteunde%20communicatie%20succesvol%3F&f=false > Granlund, M. & Olsson, C. (1997). Eerst observeren, dan communiceren. Utrecht: Elsevier de Tijdstroom. > Heim, M. J. M. (2001). Nauwelijks spreken, veel te zeggen. Een studie naar de effecten van het COCP-programma. Verkregen op 12 december, 2010, via Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam > Website: 30, > Helmhout, S. (2012). Logopedie voor mensen met een verstandelijke beperking. Den Haag: Boom Lemma uitgevers > Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende. > Kalf, H. & De Beer, J. (2004). Evidence-based logopedie. Logopedisch handelen gebaseerd op wetenschappelijke evidentie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. > Kilkens, A., Rietveld, T. & Klatter, J. (2008). Het communicatie Assessment Interventie Systeem voor niet- of nauwelijks sprekende kinderen met meervoudige beperkingen (CAIS); de ontwikkeling van een nieuw instrument. KomCom 3 (2), > Kraijer, D. (2006). Logopedie bij kinderen met een verstandelijke beperking en autismespectrumstoornis. Maak een goede start! [Elektronische versie] Logopedie en Foniatrie, 9, > Light, J.C., Roberts, B., Dimarco, R. & Greiner, N. (1998). Augmentative and alternative communication to support receptive and expressive communication for people with autism. Journal Communication Disorders, 31, , 163, 169. > Light, J. & Drager, K. (2007). AAC Technologies for Young Children with Complex Communication Needs: State of the Science and Future Research Directions. Augmentative and Alternative Communication, 2007 VOL. 23 (3), pp > Meihuizen- de Regt, M.J., Moor de, J.M.H. & Mulders, A.H.M. (2009). Kinderrevalidatie. Assen: Koninklijke Van Gorcum. > Nederlandse Vereniging van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten (1997). Richtlijnen voor diagnostiek en behandeling van visuele stoornissen bij verstandelijk gehandicapten. > Noens, I. L. J. (2004). Pieces of the Puzzle. Sense-making and communication in autism spectrum disorders. Para. Klinische implicaties. Verkregen op 20 december, 2010, via Universiteit Leiden Web site: persvoorlichting.pdf. > Noens, I. L. J. & Berckelaer-Onnes van, I. A. (2002). Communicatie bij mensen met autisme en een verstandelijke beperking: van inzicht naar interventie. Nederlands Tijdschrift voor de Zorg aan Verstandelijk Gehandicapten, > Noens, Il. & IJzendoorn, R. van (2007). Autisme in orthopedagogisch perspectief. Hoofddorp: Boom academic. > Oskam, E. & Scheres, W. (2003). Totale communicatie. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. > Perry, A. & Condillac, R. (2003). Evidence-Based Practices for Children and Adolescents with Autism Spectrum Disorders: Review of the Literature and Practice Guide. Children s Mental Health Ontario, 28, 45. Verkregen op 25 oktober 2010, via > Paul, R. (1997). Facilitating transitions in language development for children using AAC. Augmentative and Alternative Communication, 13. > Pijl, D. J. van der (2007). Verslag van de lezing. The effectiveness of AAC in Autism Spectrum Disorders: A Quantitative Research Synthesis. KomCom, 2 (2), 2-3. > Rowland, C. (2011). Using the Communication Matrix to Assess Expressive Skills in Early Communicators. Communication Disorders Quarterly. sagepub.com/content/32/3/190 > Romski, M. & Sevcik, R. (2005). Augmentative Communication and Early Intervention: Myths and realities. Infants & Young Children, 18 (3), 184. > Scholte, A. (2005). Kennismakingspakket. > Schuit, M. van der; Segers, E.; Balkom, H. van; Stoep, J. & Verhoeven, L. (2010). Immersive Communication Intervention for Speaking and Non-speaking Children with Intellectual Disabilities. Augmentative and Alternative Communication 26 (3) > Stes, R. (2005). Articulatiestoornissen. Fonemen, oorzaken en behandeling. Leuven-Voorburg: Uitgeverij Acco. > Verpoorten, R., Noens, I & Berckelaer-Onnes van, I. (2004). ComVoor: Voorlopers in Communicatie. Geraadpleegd op 15 januari 2015 via test.aspx?id=187. > Welle Donker, M. & Balkom, H. van (1995). Grafische symbolen in ondersteunende communicatie. Baarn, Uitgeverij Intro. > Welle Donker-Gimbrère, M. (2010). > Wilkinson, K. M. & Hennig, S. (2007). The State of Research and Practice in Augmentative and Alternative Communication for Children with Developmental/ Intellectual Disabilities. Mental Retardation and Developmental Disabilities Research Reviews 13, 58, 65. > Zaalen van, Y. (2011). Praten kan ik niet,.. maar communiceren wil ik wel! Gewogen keuze ondersteunende communicatiemiddelen. Fontys Hogescholen, Eindhoven. NUMMER 1-2, februari

14 Aangepaste consistentie als oplossing bij dysfagie ook dat is de Maakt veilig en eenvoudig verdikken haalbaar Mensen met slikklachten hebben weer wat te vieren! Resource ThickenUp Clear is verkrijgbaar in: 900 g en 125 g blikken en portieverpakkingen van 1,2 g (verpakt per 24 stuks). Resource ThickenUp Clear is: veilig 1 en dikt niet na geur- en smaakloos helder klontert niet En makkelijk mee te nemen! eenvoudig te doseren: 1,2,3, nectar, honing, pudding. Altijd de juiste consistentie Ref. 1 Leonard R, Pryor J, White C, McRay M, McKenzie S, Mehdizadeh OB, Belafsky PC. Nestlé HealthCare Nutrition 2011 data on file. Clinical Trial Report for the CLI Study. Voeding. De factor die een verschil kan maken. Nestlé Health Science, Hoevestein 36G, 4903 SC Oosterhout Tel. : Dieetvoeding voor medisch gebruik - Gebruiken onder medisch toezicht.

15 Door de ogen van In de rubriek door de ogen van wordt een aantal vragen voorgelegd aan een persoon die op een of andere manier te maken heeft, of heeft gehad, met logopedie, of een logopedist. Deze persoon kan een patiënt zijn, maar ook een familielid van een patiënt, of een arts, of een leerkracht. Deze maand is een partner van een patiënt aan het woord. AUTEUR LYDEKE FRANSEN Meneer Van der Meer komt sinds een jaar samen met zijn vrouw bij de logopedist. Hij vertelt over de kennismaking: Mijn vrouw heeft een boomtak op haar hoofd gekregen tijdens de storm in oktober Ze was niet bij kennis toen ze haar vonden. Na opname in het ziekenhuis viel het eigenlijk wel mee, maar na een paar dagen begon de linkerhelft van haar gezicht steeds minder te bewegen. In het ziekenhuis is de logopedist al geweest om een paar adviezen te geven. Toen mijn vrouw naar huis mocht, zijn we voor behandeling bij de logopedist blijven terugkomen. Meneer vervolgt: De logopedist waar mijn vrouw in behandeling was, heeft een extra opleiding gedaan, mime-therapie. Ze begeleidde mijn vrouw bij het herstel van haar gezicht. Doordat de zenuw naar de wang en mond en het oog niet meer goed functioneerde na de klap, werd het gezicht van mijn vrouw stijf. Ze kreeg ook steeds meer pijn in de linkerkant van het gezicht. Mijn vrouw kreeg aanwijzingen hoe ze haar gezicht kon masseren, en ze mocht vooral niet te veel oefenen. Dat kostte haar veel moeite, ze is liever actief met iets bezig dan afwachten. Tijdens de behandeling ging het ook vaak over andere dingen waar mijn vrouw mee bezig was. Door de klap waarmee mijn vrouw gevallen was, was er ook een scheurtje in de ruggenwervel ontstaan. Ook was mijn vrouw de hele dag heel erg duizelig waardoor we niet meer konden fietsen samen, wat onze hobby was. De logopedist nam vaak de tijd om te luisteren naar mijn vrouw en adviseerde haar bijvoor- NUMMER 1-2, februari 2015 De logopedist waar mijn vrouw in behandeling was, heeft een extra opleiding gedaan, mime therapie beeld om met de huisarts in gesprek te gaan als mijn vrouw het niet meer zag zitten. Na een paar maanden werd de beweging in de linkerhelft van het gezicht steeds sterker. Wanneer mijn vrouw sprak ging haar oog ook bewegen, het oog werd steeds kleiner. De pijn nam ook nog verder toe. De logopedist hield een scorelijst bij, waarop ze de bewegingen van het gezicht scoorde tussen 0 en 100 (sunnybrookscale, red.). Terwijl eerst de score opliep, werd de score toen steeds lager. De logopedist heeft toen voorgesteld dat we naar het facialis-team in het RadboudUMC in Nijmegen zouden gaan, om advies te vragen. Ze heeft samen met de neuroloog een verwijzing geschreven. Bij het facialis-team is gekeken naar de bewegingen die mijn vrouw kan maken met haar gezicht, en naar het oog dat steeds verder dichtknijpt. Uiteindelijk is een botox-injectie geplaatst bij het oog, waardoor de spier rondom het oog minder actief is. Daardoor is de pijn minder en is het oog iets rustiger. We zijn nu een jaar verder, en de behandeling bij de logopedist is afgerond. We gaan nu om de paar maanden naar Nijmegen om de botox-injectie te herhalen. Voor mijn vrouw heeft het ongeval tot blijvende beperkingen geleid, maar we hebben wel het idee dat we eruit gehaald hebben wat er in zat. 15

16 Testpanel Het Nederlands Articulatie Onderzoek (NAO) AUTEUR ESTHER VAN NIEL In deze rubriek wordt eens per twee maanden nieuw logopedisch materiaal besproken. Verschillende logopedisten geven hun mening en delen hun ervaringen met het nieuwe materiaal. Het verslag daarvan leest u hier. Heeft u suggesties voor materiaal dat in deze rubriek besproken kan worden, aarzel dan niet om deze aan de redactie door te geven. Er zijn verschillende methoden om de spraakproductie van kinderen te onderzoeken. Een van de mogelijkheden in het diagnostisch proces is het afnemen van een driepositie-test (Dijkstra- Buitendijk & van den Engel-Hoek, 2013). In een driepositietest wordt door middel van het benoemen van afbeeldingen de spraakproductie van een kind onderzocht. Om de productie aan het begin, midden of eind van een woord te onderzoeken is voor de meest voorkomende klanken of clusters in het Nederlands een afbeelding in de test opgenomen. Het Nederlands Articulatie Onderzoek (NAO, 2013), opvolger van het LOGO-Art. Articulatieonderzoek, is een dergelijke driepositie-test. In dit testpanel wordt het NAO besproken. Doel en doelgroep Het doel van het NAO is het in kaart brengen van de fonetische articulatievaardigheden van een kind op woordniveau. Er wordt onderzocht welke klanken het kind wel correct uitspreekt en welke niet. In dit fonetische onderzoek gaat het om het motorisch correct realiseren van de klanken. Het NAO geeft géén inzicht in de fonologische verwerving van de Nederlandse fonemen. Het geeft wel enigszins inzicht in bij het kind voorkomende fonologische processen door het maken van een foutenanalyse. Het NAO is een goede eerste stap in het diagnostische proces bij problemen in de spraakproductie. Een aanvullend fonologisch onderzoek (bijvoorbeeld het Metaphon Onderzoek of een FAN-analyse) is zinvol wanneer tijdens de afname van het NAO fonologische vereenvoudigingsprocessen worden waargenomen. Om te beoordelen of een kind een foneem heeft verworven, zijn meerdere producties van een 16 LOGOPEDIE Het Nederlands Articulatie Onderzoek (NAO) Diana Baarda; Neeke de Boer-Jongsma; Wenda Haasjes-Jongsma. NAO compleet: 329,- ; NAO: 199.-; NAO VV: JAARGANG 87

17 klank noodzakelijk. Daarom zijn in fonologische onderzoeken meerdere producties van hetzelfde foneem opgenomen: een verschil met het NAO dat slechts één productie per spraakklank heeft opgenomen. Het NAO kan worden afgenomen bij kinderen met een ontwikkelingsleeftijd vanaf ongeveer 2;6 jaar. Materiaal Het NAO kent twee versies, namelijk het NAO (NAO) en het NAO verwervingsvolgorde (NAO VV). Het complete pakket bevat beide versies. De versies kunnen ook apart besteld worden. In de handleiding worden beide versies beschreven. Het NAO lijkt het meest op het Logo-Art. Articulatieonderzoek. Bij het NAO hoort een afnamemap met 143 kleurenafbeeldingen en een scoreformulier. Het NAO onderzoekt consonanten, clusters, vocalen en tweeklanken. Met het toegevoegde onderdeel woordstructuur wordt de articulatie van meerlettergrepige woorden onderzocht. De doelklanken zijn gerangschikt op articulatieplaats. De doelwoorden en afbeeldingen van het NAO zijn geselecteerd op directe benoembaarheid. Dit zorgt voor een vlotte afname en focus op articulatie. Ook werd bij de keuze van de doelwoorden gekeken naar een zo klein mogelijke invloed van co-articulatie op de doelklank. Men zou zich kunnen afvragen of het combineren van doelklanken in een doelwoord efficiënter zou zijn. Volgens de ontwikkelaars is dit niet zo: deze afnamevolgorde levert de logopedist direct een overzicht van de onderzoeksresultaten op, zonder dat zij achteraf de doelklanken in een overzicht moet plaatsen. Bovendien zou het selecteren van goede doelwoorden, waarin doelklanken worden gecombineerd, lastiger zijn, door bijvoorbeeld de invloed van co-articulatie. Daarnaast is het lang niet altijd mogelijk om doelklanken te combineren in een doelwoord dat goed kan worden afgebeeld. Hierdoor is de vermindering in aantal items gering, en daarmee ook de tijdswinst. De ontwikkelaars zijn van mening dat het onderzoek vanwege de aantrekkelijke en direct benoembare afbeeldingen veelal geen grote belasting is voor het kind. Afhankelijk van de mogelijkheden van het kind kan de logopedist er ook voor kiezen onderdelen van het onderzoek weg te laten. Op het scoringsformulier kan per item worden uitgeschreven hoe het kind het doelwoord NUMMER 1-2, februari 2015 HET TESTPANELl Deze editie is tot stand gekomen in samenwerking met: Jantine van Hedel, Anke Pijpers en Britt Smit uit Kwaliteitskring 288 s Hertogenbosch- Drunen, Ilona Bernoster, Sylvia van der Drift, Ilse Idema, Jantina Kamphuis, Josien Koopman, Isa Thie, Wanda Verbist, Lisanne Zanting. Tevens zijn reacties van mw. Wenda Haasjes-Jongsma (namens de ontwikkelaars en uitgevers) en mw. Mieke Beers (namens de advieswerkgroep) in de tekst verwerkt. In de tekst worden zij aangeduid met de ontwikkelaars. heeft gerealiseerd. Verder kan men aangeven of de realisatie van de doelklank correct is en of deze al dan niet is nagezegd. Ook kan een foutenanalyse per doelklank gemaakt worden. Er kan gekozen worden voor de foutencategorieën omissie, reductie (alleen bij clusters), substitutie, additie en distorsie. Op het voorblad van het scoringsformulier van het NAO kunnen de somscores van de categorieën doelklanken en de foutenanalyse worden ingevuld. De somscores kunnen ook in een staafdiagram worden weergegeven. Het NAO VV heeft een ander afnameboekje, met 125 benoembare kleurenafbeeldingen, en een bijbehorend scoreformulier. In het NAO VV ontbreekt het onderdeel woordstructuur. De doelklanken zijn gerangschikt op fonetische verwervingsvolgorde (volgens Stes en Elen, in: Stes, 2005). Achter de tabbladen zitten, oplopend in kalenderleeftijd, de klanken die door 75% van de kinderen fonetisch correct beheerst worden. Met correct beheerst wordt hier bedoeld zonder distorsies (bijvoorbeeld interdentaliteit) of devoicing (bij /b/, /z/ of /v/). Uitdrukkelijk moet vermeld worden dat het hier niet gaat om fonologische verwervingsvolgorde, zoals vastgesteld door Beers (1995). De fonologische verwerving kan worden onderzocht door middel van een FAN-analyse. Deze FAN-analyse is een mogelijke vervolgstap in het diagnostisch onderzoek. Het scoreformulier van het NAO VV is gelijk aan dat van het NAO op gebied van itemanalyse. De rangschikking van het NAO VV wordt aangehouden op het scoreformulier. Op het voorblad van het NAO VV scoreformulier worden de totaalscores en cumulatieve scores per verwervingsleeftijd ingevuld in een staafdiagram. In de handleiding worden de voordelen en nadelen van elke versie uiteengezet om de logopedist te helpen een keuze te maken bij het inzetten van één van de twee versies. Kort gezegd kan het NAO VV veelal worden ingezet als screening, omdat de afname korter is en alleen de items hoeven worden afgenomen die passen bij de leeftijd van het kind. Het NAO daarentegen duurt langer (als deze in zijn geheel wordt afgenomen), maar geeft een mooi totaalbeeld van waar de problemen zitten. Verschil met Logo-Art. Articulatie onderzoek De drie grootste verschillen met het Logo- Art. Articulatie onderzoek zijn: - De afbeeldingen zijn in kleur weergegeven. Volgens de ontwikkelaars maakt dit het onderzoek niet alleen aantrekkelijker, maar bevordert het ook de benoembaarheid van de afbeeldingen - Op de scoreformulieren is er mogelijkheid tot uitgebreide kwantitatieve en kwalitatieve analyse, waardoor de gegevens Concluderend kan gezegd worden dat het nieuwe Nederlands Articulatie Onderzoek (NAO) een aantrekkelijk instrument is voor de eerstefasediagnostiek in het spraak productieonderzoek. 17

18 meetbaar gemaakt zijn. Deze analyses bieden de mogelijkheid om verschillende afnames beter te vergelijken. - Aan het NAO is een onderdeel woordstructuur toegevoegd Afname, scoring en interpretatie Tijdens de afname van zowel het NAO als het NAO VV worden zoveel mogelijk spontane realisaties van het kind uitgelokt. Wanneer het kind niet spontaan de afbeelding benoemt, kan de onderzoeker met een aanvulzin productie uitlokken. Als dat niet tot productie leidt, mag het doelwoord worden nagesproken door het kind. Hierbij dient gebruik gemaakt te worden van verlate of uitgestelde imitatie. Wanneer een kind de doelklank incorrect realiseert, wordt geprobeerd of het kind de productie kan verbeteren door imitatie. Dit telt niet mee in de scoring, maar geeft een indicatie voor therapiegevoeligheid. Aan de afname zit geen tijdslimiet. De afnametijd van het NAO VV is voor jonge kinderen het kortst. De logopedist beoordeelt de realisatie van de doelklank. Wanneer de realisatie incorrect is, wordt de klank als fout aangetekend. Daarna wordt een foutenanalyse gemaakt op het scoreformulier. Vervolgens worden somscores berekend, die kunnen worden ingevuld op het voorblad. De ontwikkelaars geven aan dat dit overzicht verhelderend werkt in de communicatie met ouders over de uitkomsten van het onderzoek en dat het gebruikt kan worden om vooruitgang aan te tonen na het afnemen van een herhalingsonderzoek. Op basis van de foutenanalyse kan de logopedist een (voorlopige) diagnose stellen en vervolgstappen bepalen. In de handleiding worden verschillende suggesties gegeven. Normgroep De kwantitatieve gegevens van het NAO VV kunnen worden afgezet tegen een normgroep, waarbij uitgegaan wordt van correcte fonetische verwerving. Deze normen geven een indruk van de fonetische ontwikkeling van het kind ten opzichte van leeftijdsgenootjes. De ontwikkelaars geven aan dat deze normen een helpende hand kunnen bieden in de beslissing of een kind logopedische behandeling nodig heeft, maar dat een klinische blik en een totaalbeeld van een kind leidend zijn. Hier wordt nogmaals aangegeven dat het gaat om normen voor fonetische verwerving, niet voor fonologische verwerving. Er zijn klanken die fonologisch eerder verworven zijn dan ze fonetisch correct worden uitgesproken en dus fonetisch verworven zijn. Dit geldt voornamelijk voor de s en s-clusters. Deze klanken kunnen, hoewel al lang fonologisch verworven, nog geruime tijd fonetisch incorrect worden uitgesproken (bijvoorbeeld inter- of addentaal) en daarmee dus nog niet fonetisch verworven zijn. Wanneer een kind van 5 jaar het sp cluster reduceert tot p zou een onterechte conclusie zijn dat het s-cluster pas op 8 jaar verworven hoeft te zijn. Het gaat hier immers om het fonologische proces clusterreductie dat rond een leeftijd van 3;6 jaar verdwenen moeten zijn (Schaerlaekens, 2008). 18 LOGOPEDIE Het NAO of NAO VV moet dus gebruikt worden als eerstefasediagnostiek in de spraakklankprocuctie, waarna de logopedist de vervolgstappen bepaalt. Wanneer er naar aanleiding van de afname fonologische problemen worden vermoed, bijvoorbeeld omdat er veel omissies, reducties of substituties voorkomen, is het verstandig eerst fonolo- JAARGANG 87

19 gisch vervolgonderzoek te doen alvorens de behandeling te starten. Gebruikerservaringen Hieronder worden de gebruikerservaringen van 11 gebruikers van het NAO weergegeven. Wanneer in dit onderdeel wordt gesproken over het NAO wordt zowel het NAO als het NAO VV bedoeld. Er is in de vragen aan de gebruikers geen onderscheid gemaakt tussen de twee versies. De gebruikers zijn unaniem positief over het NAO articulatieonderzoek. Alle gebruikers raden het NAO aan aan collega s of zouden dat doen. Materiaal Het onderzoeksmateriaal wordt mooi gevonden, vooral de gekleurde afbeeldingen worden zeer gewaardeerd. Eén van de gebruikers zegt: Hierdoor wordt het onderzoek zoveel professioneler en aantrekkelijker. Men vindt de afnamemappen handig van formaat en in gebruik. Ook vindt men de harde hoes om de afnamemappen prettig, hierdoor blijft het materiaal langer mooi. Ondanks dat de ringband een vooruitgang is ten opzichte van de multo-mapsluiting van het Logo-Art. Articulatieonderoek, vreest men wel dat ook deze vorm van binden niet slijtvast is, zeker niet bij intensief gebruik. Het dikkere ontspiegelde papier met blauwe achterkant bevalt goed en de structurerende tabbladen vindt men prettig om snel het juiste onderdeel van het NAO op te zoeken. Ook spreekt men lovend over het scoreformulier, waar volgens de gebruikers nu meer opgeschreven kan worden. Het meest gewaardeerd wordt de overzichtspagina, omdat dit een duidelijk en overzichtelijk beeld geeft van de onderzoeksresultaten. Alle gebruikers vinden de handleiding volledig, duidelijk, gestructureerd en goed leesbaar. NUMMER 1-2, februari 2015 Afname, scoring en interpretatie Het afnemen van de test wordt als makkelijk en vertrouwd ervaren, zeker omdat de test overeenkomsten vertoont met zijn voorganger. Eén van de gebruikers zegt dat zij de gehele test binnen één zitting kan afronden, wat haar goed bevalt. De kinderen reageren goed op de test, ze vinden de plaatjes aansprekend: Zelfs de meest verlegen kinderen starten met benoemen als ze de afbeelding van de poes zien, aldus één van de gebruikers. Veel gebruikers noemen dat de plaatjes duidelijk en goed benoembaar zijn. Vier gebruikers geven aan dat de kinderen de plaatjes van het NAO sneller benoemen dan van het Logo-Art. Articulatieonderzoek en dat zij nauwelijks aanvulzinnen hoeven aan te bieden. Men geeft aan dat de scoring en interpretatie in het begin wat meer tijd en werk kostte, maar hier ziet men wel duidelijk de meerwaarde van. Veelvuldig wordt genoemd dat het overzicht met de staafdiagrammen handig is en inzicht geeft. Het is makkelijk om de resultaten aan ouders uit te leggen. Ook heeft het meerwaarde bij het stellen van behandeldoelen en voor het inzichtelijk maken van de vooruitgang bij een evaluatiemoment. Verbetering Alle gebruikers vinden dat het NAO een verbeterd onderzoek is in vergelijking met het Logo-Art. Articulatieonderzoek. Dit komt door de duidelijkere, beter benoembare en gekleurde afbeeldingen in het onderzoek. Maar ook vinden veel gebruikers de toevoeging van het onderdeel woordstructuur een duidelijke meerwaarde, omdat op die manier meerlettergrepige woorden onderzocht kunnen worden. De meerderheid van de gebruikers is blij met de vernieuwde, meetbare scoring en de toevoeging van de foutenanalyse. Ook mogelijkheid om gegevens met een normgroep te vergelijken in het NAO VV vindt men waardevol: het geeft inzicht in de fonetische articulatie mogelijkheden in vergelijking met leeftijdsgenootjes. Verbeterpunten Er worden slechts kleine punten ter verbetering van het NAO genoemd. Enkele gebruikers missen een nummering van de afbeeldingen. Zij ervaren hierdoor moeilijkheden met het berekenen van de percentages en met het invoeren van de uitslagen in het digitale patiëntdossier. Een aantal gebruikers geeft aan dat zij de ringband niet fijn vinden: het papier slijt hierdoor snel en de bladzijden LITERATUURLIJST De gebruikers zijn unaniem positief over het NAO articulatieonderzoek. Alle gebruikers raden het NAO aan aan collega s. scheuren na verloop van tijd uit de afnamemap. Eén van de gebruikers noemt dat zij graag een digitale versie van de afnamemap voor de tablet zou hebben. Dat sommige clusters moeten worden geproduceerd in een relatief moeilijk benoembaar plaatje, noemen sommige gebruikers als nadeel. Bij een paar afbeeldingen zou volgens één van de gebruikers nog beter op de kleur gelet kunnen worden: bijvoorbeeld bij het doelwoord aap de banaan wit laten. Tot slot wordt door een paar gebruikers genoemd dat de normering van fonetische verwerving soms tot verwarring leidt. Concluderend kan gezegd worden dat het nieuwe Nederlands Articulatie Onderzoek (NAO) een aantrekkelijk instrument is voor de eerstefasediagnostiek in het spraakproductieonderzoek. De verbeteringen die door de ontwikkelaars worden aangegeven worden herkend door de gebruikers: door de kleurrijke en de benoembare afbeeldingen is de test aantrekkelijker voor de kinderen. Het onderdeel woordstructuur heeft een duidelijke meerwaarde in het onderzoek naar spraakproductie volgens de gebruikers. Tot slot wordt de toevoeging van de kwalitatieve en kwantitatieve analyse van de onderzoeksresultaten als zeer waardevol ervaren door de gebruikers. Een aanrader volgens de gebruikers die deelnamen aan deze rubriek. > Beers, M. (1995). The Phonology of normally developing and language-impaired children. Amsterdam: University of Amsterdam. Dissertation > Dijkstra-Buitendijk, W., Engel-Hoek, L. van den (2013). Articulatie. > Schaerlaekens, A. (2008). De taalontwikkeling van het kind. Groningen: Wolters-Noordhoff > Stes, R. (2005) Articulatiestoornissen: fenomenen, oorzaken en behandelling. ACCO 19

20 SYMPOSIUM Alle taal centraal 2014 Passend onderwijs en effectieve behandelingen voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) AUTEURS ILVI BLESSENAAR, TINEKE VAN HUIZEN Koninklijke Kentalis en De Taalbrug Eindhoven organiseerden op 13 november 2014 het symposium Alle Taal Centraal met als thema onderwijs en behandeling voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Dit verslag is een impressie van dit symposium. 20 LOGOPEDIE Het symposium werd bezocht door ongeveer 500 deelnemers. Naast logopedisten waren er onder meer leerkrachten, intern begeleiders, ambulant begeleiders, orthopedagogen/psychologen en wetenschappers aanwezig. Na een plenair programma volgden de deelnemers in vier keuzerondes een selectie uit een groot aantal (wetenschappelijke) lezingen en praktijkgerichte workshops. De dagvoorzitters Juliane Cuperus (klinisch neuropsycholoog bij Kentalis Eindhoven) en Bart Willemsen (adjunct-directeur De Taalbrug) heetten de aanwezigen van harte welkom. Zij benadrukten het belang van het verkrijgen van bewijs voor effectieve interventies en benoemden dat dit symposium wil bijdragen aan het leveren van zo goed mogelijke zorg aan kinderen met een TOS. Plenaire lezing Een kind heeft een taalstoornis als er geen sprake is van... De grenzen van SLI Dr. Jan de Jong, linguïst en universitair docent aan de Universiteit van Amsterdam De Jong benadrukte het belang van eenduidige terminologie: een specifieke taalontwikkelingsstoornis (S-TOS) is nog steeds een onderbelichte stoornis, ondanks de hoge prevalentie ervan. Er is minder onderzoeksgeld beschikbaar voor taalontwikkelingsstoornissen dan voor bijvoorbeeld autisme, terwijl S-TOS (Eng: SLI) internationaal de meest voorkomende communicatiestoornis is. De Jong ging nader in op de vraag hoe specifiek taalontwikkelingsstoornissen zijn. Hij gaf aan dat in de definitie van S-TOS een omslag is opgetreden: waar Leonard in 1998 stelde dat factoren zoals gehoorproblemen, lage non-verbale intelligentie en neurologische problemen niet aanwezig mogen zijn om de taalstoornis specifiek te noemen, stelt hij in 2014 dat de taalstoornis niet toegeschreven mag worden aan deze factoren. Dit betekent dus dat één van bovenstaande stoornissen wel aanwezig mogen zijn, maar niet als veroorzakend kunnen worden beschouwd. Hiermee wordt het begrip specifiek tegenwoordig breder gehanteerd. De Jong ging in op een van de uitsluitingscriteria: het non-verbaal IQ zou niet lager mogen zijn dan 85 voor een diagnose S-TOS. In de klinische praktijk wordt veelal cognitive referencing toegepast: scores op taaltesten en non-verbaal IQ worden met elkaar vergeleken. Wanneer er een discrepantie aanwezig is vindt men dit een indicatie voor S-TOS. Uit onderzoek (o.a. Tomblin, 2008) blijkt echter dat er geen verschillen op taalmaten worden gevonden tussen kinderen waarbij taal en non-verbaal IQ op hetzelfde niveau liggen of juist niet. Ook gaat men er in de klinische praktijk vanuit dat kinderen met een laag non-verbaal IQ minder zouden profiteren van therapie, maar volgens Fey, Long en Leave (1994) leidt een verschil in non-verbaal IQ niet tot een (kwalitatief) verschil in taalvermogen. Kinderen met S-TOS en een gemiddeld non-verbaal IQ blijken een lager non-verbaal IQ te hebben dan de kinderen zonder SLI. Uit een meta-analyse blijkt een verschil van SD, ruwweg 10 punten in het nadeel van kinderen met S-TOS (Gallinat & Spaulding, 2014). Uit de vraag hoe specifiek is een taalontwikkelingsstoornis? komt meer onderzoek voort naar de samenhang van S-TOS met andere stoornissen. Redmond (2014) onderzocht de specifieke symptomen van ADHD en S-TOS. Uit zijn onderzoek blijkt dat de aan- of afwezigheid van ADHD weinig invloed heeft op de klinische markeerders van S-TOS, wat aangeeft dat deze klinische markeerders specifiek voor S- TOS zijn. ADHD en S-TOS bleken niet van invloed op elkaar. Een ADHD-diagnose kan (de taal van) een kind wel helpen als het door deze diagnose eerder wordt doorverwezen naar de logopedist en intensievere begeleiding krijgt. Na deze boeiende lezing volgde een muzikaal intermezzo. De 10-jarige Kyra Schepens, leerling van SO de Taalbrug, zong een zelfgeschreven lied en begeleidde zichzelf op keyboard. Haar mooie stem en ontroerende tekst over hoe het is om een taalstoornis te hebben maakten grote indruk. Verder werd Kino Jansonius bedankt voor haar verdiensten voor Kentalis en in het bijzonder voor het ontwikkelen en uitbrengen van de Renfrew Taalschalen Nederlandse Aanpassing (RTNA). Computer Articulatieinstrument (CAI): een gestandaardiseerd assessment van fonologische en spraakmotorische ontwikkeling en stoornissen JAARGANG 87

Ondersteunde communicatie bij een kind met een ernstige verstandelijke beperking

Ondersteunde communicatie bij een kind met een ernstige verstandelijke beperking Ondersteunde communicatie bij een kind met een ernstige verstandelijke beperking auteurs laura feitsma LOGOPEDIST KENTALIS DE SKELP TE DRACHTEN Dit artikel beschrijft een casestudy over de implementatie

Nadere informatie

Logopedie in het cluster 2 onderwijs

Logopedie in het cluster 2 onderwijs Logopedie in het cluster 2 onderwijs mw. E. Cox MA (NVLF) mw. E. Kunst-Verberne (NVLF) mw. M. Schulte (NVLF) dhr. R. Nannes (NVLF) 2 Aanleiding position statement Dit position statement gaat over de logopedische

Nadere informatie

Logopedie in het cluster 4 onderwijs

Logopedie in het cluster 4 onderwijs Logopedie in het cluster 4 onderwijs mw. E. Cox MA (NVLF) mw. E. Kunst-Verberne (NVLF) mw. M. Schulte (NVLF) dhr. R. Nannes (NVLF) 2 Aanleiding position statement Dit position statement richt zich op de

Nadere informatie

Domeinen onderliggend aan de communicatieve ontwikkeling

Domeinen onderliggend aan de communicatieve ontwikkeling ISAAC-NF congres Communicatie in een nieuw perspectief Domeinen onderliggend aan de communicatieve ontwikkeling Prof. Dr. Hans van Balkom, Radboud Nijmegen/Milo/Kentalis Dr. Yvonne van Zaalen, Fontys Paramedische

Nadere informatie

Effectstudie KLINc: Kinderen Leren Initiatieven Nemen in communicatie

Effectstudie KLINc: Kinderen Leren Initiatieven Nemen in communicatie : Kinderen Leren Initiatieven Nemen in communicatie drs. Margje van der Schuit Interreg Benelux Middengebied 4-BMG-V-I=31 Interventie Start bij sociale en cognitieve competenties Sensomotorische, multimodale

Nadere informatie

Logopedie in het cluster 3 onderwijs

Logopedie in het cluster 3 onderwijs Logopedie in het cluster 3 onderwijs mw. M. Boersma (NVLF) mw. E. Cox MA (NVLF) mw. E. Kunst-Verberne (NVLF) dhr. R. Nannes (NVLF) mw. M. Schulte (NVLF) 2 Aanleiding position statement Dit position statement

Nadere informatie

Wat is een specifieke taalontwikkelingsstoornis? dr Ellen Gerrits, logopedist Congres TaalStaal 9 november 2012 Koninklijke Auris Groep

Wat is een specifieke taalontwikkelingsstoornis? dr Ellen Gerrits, logopedist Congres TaalStaal 9 november 2012 Koninklijke Auris Groep Wat is een specifieke taalontwikkelingsstoornis? dr, logopedist Congres 9 november 2012 Koninklijke Auris Groep Over welke kinderen praten we vandaag? Engels: Specific Language Impairment: Is SLI wel zo

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Longitudinale studie van de communicatieontwikkeling van jonge kinderen met een verstandelijke beperking 22/09/2011. Inleiding. Inleiding.

Longitudinale studie van de communicatieontwikkeling van jonge kinderen met een verstandelijke beperking 22/09/2011. Inleiding. Inleiding. Longitudinale studie van de communicatieontwikkeling van jonge kinderen met een verstandelijke beperking Joke Vandereet Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen, Leuven Expertisecentrum Autisme, UZ Leuven

Nadere informatie

gebaren bij jonge kinderen met TOS

gebaren bij jonge kinderen met TOS Het gebruik van gebaren bij jonge kinderen met TOS Karin Wiefferink, Maaike Diender, Marthe Wijs, Bernadette Vermeij Vaak wordt in interactie met jonge kinderen met TOS de gesproken taal ondersteund met

Nadere informatie

Behandeling. Leven zoals jij dat wilt. Rian leerde voor zichzelf opkomen. Ondersteund door SDW

Behandeling. Leven zoals jij dat wilt. Rian leerde voor zichzelf opkomen. Ondersteund door SDW Behandeling Leven zoals jij dat wilt Rian leerde voor zichzelf opkomen Ondersteund door SDW Welke informatie vind je in deze brochure? SDW helpt je verder pagina 3 Therapie pagina 9 Onderzoek en behandelplan

Nadere informatie

17-5-2014 GEFELICITEERD! Evidence-based logopedie. Evidence-based logopedie: 10 jaar! Taakverdeling. Wat ben jij? @hannekekalf

17-5-2014 GEFELICITEERD! Evidence-based logopedie. Evidence-based logopedie: 10 jaar! Taakverdeling. Wat ben jij? @hannekekalf Evidence-based logopedie - wat is er in 10 jaar veranderd? GEFELICITEERD! Dr. Hanneke Kalf hanneke.kalf@radboudumc.nl www.hannekekalf.nl @hannekekalf 15 mei 2014 @hannekekalf Evidence-based logopedie:

Nadere informatie

In contact door ondersteund communiceren

In contact door ondersteund communiceren COCPvg: In contact door ondersteund communiceren Elise Brinkman EMB Congres 6 maart 2014 COCPvg Verbetering van de communicatie tussen niet of nauwelijks sprekende personen met een meervoudige beperking

Nadere informatie

Afasie Informatie voor familieleden. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Afasie Informatie voor familieleden. Ziekenhuis Gelderse Vallei Afasie Informatie voor familieleden Ziekenhuis Gelderse Vallei Een van uw naasten is in de afgelopen periode opgenomen in Ziekenhuis Gelderse Vallei. Er is door de logopedist een afasie geconstateerd.

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd / hals Overige, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd / hals Overige, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument ComVoor Voorlopers in communicatie 31 oktober 2011 Review M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende

Nadere informatie

Met welke vragen. 2 Diagnostisch Centrum

Met welke vragen. 2 Diagnostisch Centrum REINAERDE Diagnostisch Centrum Onderzoek, advies en behandeling Iedereen wordt in het dagelijks leven wel eens geconfronteerd met zijn eigen mogelijkheden én onmogelijkheden. Als die onmogelijkheden uw

Nadere informatie

Diagnostisch centrum

Diagnostisch centrum REINAERDE Diagnostisch Centrum Als uw kind zich anders ontwikkelt De ontwikkeling van kinderen verloopt niet altijd vanzelfsprekend. Bijvoorbeeld als uw kind een ontwikkelingsachterstand of beperking heeft

Nadere informatie

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis.

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. DSM IV interview Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. A.A. Spek Klinisch psycholoog Centrum Autisme Volwassenen GGZ Eindhoven Wanneer

Nadere informatie

Meertalige ontwikkeling Adviezen voor ouders van kinderen met een auditieve / communicatieve beperking die in een meertalige omgeving wonen

Meertalige ontwikkeling Adviezen voor ouders van kinderen met een auditieve / communicatieve beperking die in een meertalige omgeving wonen Meertalige ontwikkeling Adviezen voor ouders van kinderen met een auditieve / communicatieve beperking die in een meertalige omgeving wonen Door: Mirjam Blumenthal Projectleider CLD M.Blumenthal@effathaguyot.nl

Nadere informatie

UMCG Centrum voor Revalidatie Locatie Beatrixoord Communiceren met kinderen die moeilijk of niet kunnen praten

UMCG Centrum voor Revalidatie Locatie Beatrixoord Communiceren met kinderen die moeilijk of niet kunnen praten UMCG Centrum voor Revalidatie Locatie Beatrixoord Communiceren met kinderen die moeilijk of niet kunnen praten Het COCP-programma voor ondersteunde communicatie UMCG Centrum voor Revalidatie Locatie Beatrixoord

Nadere informatie

Advies- en Behandel Centrum

Advies- en Behandel Centrum Advies- en Behandel Centrum Voor wie is deze folder bedoeld? Woon je nog thuis of bij een andere zorgaanbieder dan De Twentse Zorgcentra, heb je een verstandelijke beperking én een behandelvraag? Dan is

Nadere informatie

Leerplaatsomschrijving

Leerplaatsomschrijving Leerplaatsomschrijving Locatie/werkplek: De Campinglaan Onderdeel van KDC de Kleine Beer Adres: Postcode en woonplaats Vastgesteld: Campinglaan 1 a 9727 KH Groningen mei-2016 De Kleine Beer Kinderen/jongeren

Nadere informatie

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Data verzameld in de derde graad van de basisschool en verslag opgesteld door Amber Van Geit Opleiding:

Nadere informatie

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN Blijf kalm; Verzeker je ervan dat je de juiste persoon aan de lijn hebt; Zeg duidelijk wie je bent en wat je functie is; Leg uit waarom je belt; Geef duidelijke en nauwkeurige informatie en vertel hoe

Nadere informatie

Afasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Afasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Afasie Afasie is een taalstoornis ontstaan door hersenletsel. Iemand met afasie heeft moeite met het uiten en het begrijpen van de taal. In deze brochure leest u wat afasie inhoudt en vindt u een aantal

Nadere informatie

UMCG Centrum voor Revalidatie locatie Beatrixoord Pijnrevalidatie voor kinderen en jongeren

UMCG Centrum voor Revalidatie locatie Beatrixoord Pijnrevalidatie voor kinderen en jongeren UMCG Centrum voor Revalidatie locatie Beatrixoord Pijnrevalidatie voor kinderen en jongeren Informatie voor kinderen, jongeren en ouders Wat staat er in deze folder? Inleiding voor ouders 1 Informatie

Nadere informatie

Communicatiestoornissen:

Communicatiestoornissen: Communicatiestoornissen: Hoe herken je ze en hoe ga je ermee om? Dr. Marina Ruiter Docent / Onderzoeker - Radboud Universiteit Spraak- en patholoog / Logopedist Sint Maartenskliniek Inhoud (1) Overzicht

Nadere informatie

Audiologisch centrum, spraaktaalteam

Audiologisch centrum, spraaktaalteam TOS en Meertaligheid Onderwijsdag 25 mei 2016 Maaike Diender, klinisch linguïst Els de Jong, teamleider spraaktaalteam/logo-akoepedist Audiologisch centrum, spraaktaalteam Gehooronderzoek Logopedisch onderzoek

Nadere informatie

RICHTLIJN DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN AFASIE

RICHTLIJN DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN AFASIE RICHTLIJN DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN AFASIE Samenvatting versie voor mensen met afasie en naasten Afasie is een taalstoornis, geen intelligentiestoornis Juli 2017 1 van 23 Inhoud Inleiding... 3 H1:

Nadere informatie

Post-hbo opleiding autismespecialist

Post-hbo opleiding autismespecialist Post-hbo opleiding autismespecialist mensenkennis De docente is duidelijk, enthousiast en motiverend. Ik heb inzicht gekregen in wat ik in mijn rol als hulpverlener kan doen en waar ik rekening mee moet

Nadere informatie

Het Communicatie Identiteitsbewijs: ComID. en de ComID app

Het Communicatie Identiteitsbewijs: ComID. en de ComID app Het Communicatie Identiteitsbewijs: ComID en de ComID app 10 juni 2014 Autismeweek 2014 Kentalis: onderzoek en behandeling bij communicatieproblemen 2 Doelgroep Jongeren met een Autisme Spectrumstoornis

Nadere informatie

AUDIOLOGISCH CENTRUM HOLLAND NOORD ALKMAAR. Het AC als centrum voor Spraaktaaldiagnostiek

AUDIOLOGISCH CENTRUM HOLLAND NOORD ALKMAAR. Het AC als centrum voor Spraaktaaldiagnostiek AUDIOLOGISCH CENTRUM HOLLAND NOORD ALKMAAR Het AC als centrum voor Spraaktaaldiagnostiek Het spraaktaalteam van het ACHN Multidisciplinair team bestaat uit: Gedragswetenschappers (orthopedagogen/psychologen)

Nadere informatie

Wereldstemdag, Uden Evidence-based handelen: richtlijnen of niet? 16 april 2015. (c) Hanneke Kalf 1. Evidence-based handelen: richtlijnen of niet?

Wereldstemdag, Uden Evidence-based handelen: richtlijnen of niet? 16 april 2015. (c) Hanneke Kalf 1. Evidence-based handelen: richtlijnen of niet? Evidence-based handelen: richtlijnen of niet? Handout: downloadbaar via http://www.hannekekalf.nl/ebp @hannekekalf dr. Hanneke Kalf hanneke.kalf@radboudumc.nl www.hannekekalf.nl @hannekekalf Afdeling Revalidatie:

Nadere informatie

Wereldstemdag, Uden Evidence-based handelen: richtlijnen of niet? 16 april 2015. (c) Hanneke Kalf 1. Evidence-based handelen: richtlijnen of niet?

Wereldstemdag, Uden Evidence-based handelen: richtlijnen of niet? 16 april 2015. (c) Hanneke Kalf 1. Evidence-based handelen: richtlijnen of niet? Evidence-based handelen: richtlijnen of niet? Handout: downloadbaar via http://www.hannekekalf.nl/ebp @hannekekalf dr. Hanneke Kalf hanneke.kalf@radboudumc.nl www.hannekekalf.nl @hannekekalf Afdeling Revalidatie:

Nadere informatie

Opvoeding & Ontwikkeling

Opvoeding & Ontwikkeling MEE Utrecht, Gooi & Vecht Ondersteuning bij leven met een beperking Opvoeding & Ontwikkeling Opvoeding & Ontwikkeling MEE is een organisatie voor iedereen met een beperking of chronische ziekte. MEE biedt

Nadere informatie

VISIE OP PROBLEEMGEDRAG

VISIE OP PROBLEEMGEDRAG VISIE OP PROBLEEMGEDRAG INLEIDING Bij het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) kunnen zorgprofessionals en anderen terecht voor expertise over ernstig en aanhoudend probleemgedrag. Het gaat om probleemgedrag

Nadere informatie

Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014. Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1

Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014. Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1 Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014 Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1 Doelstelling Nurses on the Move Bijdragen aan verbetering kwaliteit van zorg in verpleeg- en

Nadere informatie

Onderzoek en behandeling bij kinderen met visuele problemen door stoornissen in hersenfuncties. Informatie voor verwijzers

Onderzoek en behandeling bij kinderen met visuele problemen door stoornissen in hersenfuncties. Informatie voor verwijzers Onderzoek en behandeling bij kinderen met visuele problemen door stoornissen in hersenfuncties Informatie voor verwijzers Zie jij wat ik zie? Kinderen met CVI Visuele problemen en beperkingen in het dagelijks

Nadere informatie

Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Petri Embregts

Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Petri Embregts Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Petri Embregts Inhoud Waarom een kans in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking? Inzetbaarheid en effectiviteit

Nadere informatie

Dagbehandeling individueel aanvullend op dagbehandeling in groepsverband

Dagbehandeling individueel aanvullend op dagbehandeling in groepsverband Onderwerp: Samenvatting: Dagbehandeling individueel aanvullend op dagbehandeling in groepsverband Het onderwerp van dit geschil is of en zo ja, in welke situaties, een verzekerde aangewezen kan zijn op

Nadere informatie

Van Nul tot Taal. Doelgericht stimuleren van taal en communicatie

Van Nul tot Taal. Doelgericht stimuleren van taal en communicatie Van Nul tot Taal Doelgericht stimuleren van taal en communicatie Even voorstellen Nanja de Rooij - Orthopedagoog-Generalist, NVO geregistreerd - Werkzaam bij Auris vanaf 2001 - Leerkracht Speciaal Onderwijs

Nadere informatie

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking Doelgroep s Heeren Loo, Almere: Alle leeftijden: kinderen, jongeren & volwassenen (0 100 jaar) Alle niveaus van verstandelijke

Nadere informatie

Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen

Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen Dit is de inleiding van de psycho-educatie modules. Aan de hand van deze modules geven we meer informatie over hoe autismespectrumstoornissen (ASS) zich uiten

Nadere informatie

De Sensatie van een Goed Leven Workshop Zonder gelijkwaardigheid geen communicatie

De Sensatie van een Goed Leven Workshop Zonder gelijkwaardigheid geen communicatie 31-01-2019 De Sensatie van een Goed Leven Workshop Zonder gelijkwaardigheid geen communicatie Disclosure slide (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met

Nadere informatie

Werkgeversvereniging Oost - Regio IJssel/Vecht

Werkgeversvereniging Oost - Regio IJssel/Vecht Werkgeversvereniging Oost - Regio IJssel/Vecht 1. Welke associaties heeft u bij het begrip Autisme? Contactgestoord, nemen geen initiatief. Beperkt in het sociaal wenselijk gedrag, grotere behoefte aan

Nadere informatie

Spraak & Taal Ambulatorium

Spraak & Taal Ambulatorium Spraak & Taal Ambulatorium Communicatieontwikkeling van het kind weer snel op het goede spoor Hans Kaffener, Gz-psycholoog h.kaffener@kentalis.nl Wendy Boelhouwer, klinisch linguïst w.boelhouwer@kentalis.nl

Nadere informatie

Afasie. Logopedie. Beter voor elkaar

Afasie. Logopedie. Beter voor elkaar Afasie Logopedie Beter voor elkaar Afasie In deze folder leest u wat afasie is en krijgt u adviezen hoe u de communicatie met iemand met afasie kan verbeteren. Ook staat beschreven wat de logopedist kan

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Mondelinge taalvaardigheid: Van pingpongen naar tafelvoetballen WWW.CPS.NL

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Mondelinge taalvaardigheid: Van pingpongen naar tafelvoetballen WWW.CPS.NL Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Mondelinge taalvaardigheid: Van pingpongen naar tafelvoetballen WWW.CPS.NL Wat ben ik? Wat staat bovenaan m n verlanglijst? Het programma: van pingpongen

Nadere informatie

Afasie. Doel voorlichting. Voorbeeld 2. Voorbeeld 1. Inhoud 9-10-2013. Voorlichting RST Zorgverleners. Spraak- en taalproblemen bij ouderen

Afasie. Doel voorlichting. Voorbeeld 2. Voorbeeld 1. Inhoud 9-10-2013. Voorlichting RST Zorgverleners. Spraak- en taalproblemen bij ouderen Voorlichting RST Zorgverleners Inhoud Spraak- en taalproblemen bij ouderen Afasie Dysartrie Verbale apraxie Dysfagie Datum, Instelling Plaats Door Baukje Dijk, logopedist Doel voorlichting Na deze bijeenkomst

Nadere informatie

Samen ondersteund leren communiceren. Met communicatie aan de slag 17 maart 2011

Samen ondersteund leren communiceren. Met communicatie aan de slag 17 maart 2011 COCPvg: Samen ondersteund leren communiceren Met communicatie aan de slag 17 maart 2011 Overzicht COCPvg-project het COCPvg-programma partnerstrategieën ervaringen uit de praktijk 17 maart 2011 Marjan

Nadere informatie

Kwaliteitstoets en audit. Nicole Cremers, HCA Henriëtte Delsing, MSc., Kiwa

Kwaliteitstoets en audit. Nicole Cremers, HCA Henriëtte Delsing, MSc., Kiwa Kwaliteitstoets en audit Nicole Cremers, HCA Henriëtte Delsing, MSc., Kiwa Programma Voorstellen Terugblik Methodisch logopedisch handelen / dossiertoets NVLF richtlijnen Vragen Doel van de Kwaliteitstoets

Nadere informatie

Samen spreken over Herstel bij Hersenletsel. Henriette Visser 23-09-2010

Samen spreken over Herstel bij Hersenletsel. Henriette Visser 23-09-2010 Samen spreken over Herstel bij Hersenletsel Henriette Visser 23-09-2010 Werken aan herstel bij hersenletsel Hoe vanzelfsprekend is het? Marjan en Henk: Ze moeten vragen wat we willen. Je moet zelf ook

Nadere informatie

Training in het gebruik, de scoring en interpretatie van de ADOS

Training in het gebruik, de scoring en interpretatie van de ADOS Training in het gebruik, de scoring en interpretatie van de ADOS ADOS-training Karakter organiseert een training in het gebruik, de scoring en interpretatie van de ADOS. Wat is ADOS? Het Autisme Diagnostisch

Nadere informatie

Wat heeft dit kind nodig?

Wat heeft dit kind nodig? ADHD PDD-NOS Leerstoornis Gedragsstoornis Team Wat heeft dit kind nodig? Lynn leest in haar leesboek. Tegelijkertijd tikt ze constant met haar pen op haar tafel. Dat doet ze wel vaker. De kinderen van

Nadere informatie

Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen

Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen Een speciale uitdaging voor het huisartsenteam en het steunnetwerk Dr. Jany Rademakers, NIVEL Drs. Jeanny

Nadere informatie

Anamnese Meertalige Kinderen

Anamnese Meertalige Kinderen Anamnese Meertalige Kinderen Intervisiewerkgroep Meertalige kinderen Deze anamneselijst staat gratis ter beschikking op www.sig-net.be in PDF-formaat en is ook beschikbaar in het Frans, Engels, Spaans,

Nadere informatie

Taalstimulering voor kinderen en volwassenen. Taal en taalbeleid 3 februari 2014

Taalstimulering voor kinderen en volwassenen. Taal en taalbeleid 3 februari 2014 Taalstimulering voor kinderen en volwassenen Taal en taalbeleid 3 februari 2014 Enkele stellingen Taalontwikkeling 1. Voortalige fase: van 0 tot 1 jaar 2. Vroegtalige fase: van 1 tot 2,5 jaar Eentalige

Nadere informatie

Toetsopdracht. Communicatieve vaardigheden 2 de stage(cova 2S) Naam: Sanne Terpstra. Studentnummer: 500646500. Klas: 2B2

Toetsopdracht. Communicatieve vaardigheden 2 de stage(cova 2S) Naam: Sanne Terpstra. Studentnummer: 500646500. Klas: 2B2 Toetsopdracht Communicatieve vaardigheden 2 de stage(cova 2S) Naam: Sanne Terpstra Studentnummer: 500646500 Klas: 2B2 Datum: 15 januari 2013 Reflectieverslag bijeenkomst 1,2 en 3 Zingevingsgesprekken Dit

Nadere informatie

Onderscheid door Kwaliteit

Onderscheid door Kwaliteit Onderscheid door Kwaliteit 2010 Algemeen Binnen de intensieve overeenkomst fysiotherapie 2010 verwachten wij van u 1, en de fysiotherapeuten vallend onder uw overeenkomst, een succesvol afgeronde toets

Nadere informatie

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan Zorgleefplan, ondersteuningsplan en begeleidingsplan Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan Om goede zorg en/of ondersteuning te kunnen geven aan een cliënt is het werken

Nadere informatie

Even voorstellen: Vanaf 2015 is Pauwer onderdeel van de Amarant Groep

Even voorstellen: Vanaf 2015 is Pauwer onderdeel van de Amarant Groep Even voorstellen: Pauwer biedt zorg op maat aan kinderen, jongeren en volwassenen met een lichamelijke beperking, een meervoudige beperking of met nietaangeboren hersenletsel. Vanaf 2015 is Pauwer onderdeel

Nadere informatie

De nieuwe richtlijn otitis media in de tweede lijn: een synopsys. Roger Damoiseaux

De nieuwe richtlijn otitis media in de tweede lijn: een synopsys. Roger Damoiseaux De nieuwe richtlijn otitis media in de tweede lijn: een synopsys Roger Damoiseaux Otitis Media bij kinderen in de tweede lijn INITIATIEF: Nederlandse Vereniging voor KNO-heelkunde en Heelkunde van het

Nadere informatie

PATIËNTENPARTICIPATIE IN EEN PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS Betekenisgevende processen

PATIËNTENPARTICIPATIE IN EEN PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS Betekenisgevende processen PATIËNTENPARTICIPATIE IN EEN PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS Betekenisgevende processen Door Annelies Verkest Verpleegkundig specialist Kliniek Sint-Jozef Pittem Inhoud van de presentatie 1. Totstandkoming 2.

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Medische Psychologie. Informatie over neuropsychologisch onderzoek

Patiënteninformatie. Medische Psychologie. Informatie over neuropsychologisch onderzoek Patiënteninformatie Medische Psychologie Informatie over neuropsychologisch onderzoek Medische Psychologie Informatie over neuropsychologisch onderzoek U bent door een specialist van het ziekenhuis verwezen

Nadere informatie

Jantine Spilt, Conferentie SBOwerkverband 2012

Jantine Spilt, Conferentie SBOwerkverband 2012 Jantine Spilt, Conferentie SBOwerkverband 2012 Gedragsproblemen in context Gedragsproblemen in context Gedragsproblemen in context Gedragsproblemen in context PROBLEEM Probleemgedrag 5 Faculteit der Psychologie

Nadere informatie

faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB

faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB Datum 22-06-2015 1 Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB Opzet en eerste resultaten Linda Visser Annette van der Putten Gertruud Schalen Bieuwe van der Meulen

Nadere informatie

Developmental Coordination Disorder. Miriam Verstegen Kinderrevalidatiearts

Developmental Coordination Disorder. Miriam Verstegen Kinderrevalidatiearts Developmental Coordination Disorder Miriam Verstegen Kinderrevalidatiearts 11-06-2015 Inhoud Developmental Coordination Disorder Criteria Kenmerken Comorbiditeiten Pathofysiologie Behandeling Prognose

Nadere informatie

Peuterrevalidatie. Bijzondere aandacht voor uw peuter

Peuterrevalidatie. Bijzondere aandacht voor uw peuter Peuterrevalidatie Bijzondere aandacht voor uw peuter Bijzondere aandacht voor uw peuter Op eigen benen staan, de eerste stapjes zetten, de eerste woordjes zeggen. Deze spontane stappen in de ontwikkeling

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Kennismaking VIB en methode CONTACT Hoe contact bevorderen tussen doofblinde personen en hun communicatiepartners?

Kennismaking VIB en methode CONTACT Hoe contact bevorderen tussen doofblinde personen en hun communicatiepartners? Kennismaking VIB en methode CONTACT Hoe contact bevorderen tussen doofblinde personen en hun communicatiepartners? Ingrid Korenstra Bartiméus Expertisecentrum Doofblindheid 19-03-2015 Even voorstellen:

Nadere informatie

Ontwikkelingsrisico s bij het opgroeien met triple X

Ontwikkelingsrisico s bij het opgroeien met triple X Ontwikkelingsrisico s bij het opgroeien met triple X Hanna Swaab Sophie van Rijn Suus van Rijn Hanna, Sophie en Suus werken op de afdeling orthopedagogiek van de universiteit Leiden en op het Ambulatorium.

Nadere informatie

&Ons Tweede Thuis KINDEREN

&Ons Tweede Thuis KINDEREN &Ons Tweede Thuis KINDEREN & & KINDEREN Inleiding Het liefst zorg je als ouder zelf voor je kind maar soms heb je hulp nodig. Bijvoorbeeld als je kind een achterstand in de ontwikkeling of een verstandelijke,

Nadere informatie

Kan een kind meer talen

Kan een kind meer talen Kan een kind meer talen...ook als het een auditieve of co Meertaligheid is geen oorzaak van taalstoornissen de één is er beter in dan de ander dat geldt ook voor kinderen met een zintuiglijke, communicatieve,

Nadere informatie

Wat is kinderfysiotherapie en wanneer is het nodig?

Wat is kinderfysiotherapie en wanneer is het nodig? De Klimboom De Klimboom is een centrum voor hulp aan kinderen die problemen hebben in het bewegen, de communicatie en het gedrag en heeft als visie dat bij kinderen met complexe problematiek een multidisciplinaire

Nadere informatie

Brochure voor ouders/verzorgers en begeleiders van kinderen met het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS).

Brochure voor ouders/verzorgers en begeleiders van kinderen met het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS). Brochure voor ouders/verzorgers en begeleiders van kinderen met het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS). Deze brochure richt zich op kinderen met FAS tussen de 4 en 14 jaar. Hierin worden vooral de begeleidingsbehoeften

Nadere informatie

ASS en ouder worden. praten. met een professional op het gebied van ASS.

ASS en ouder worden. praten. met een professional op het gebied van ASS. ASS en ouder worden Inleiding Vroeger dachten we bij ASS alleen aan kinderen, de laatste tijd beseffen we dat deze kinderen volwassen worden. Pas heel recentelijk wordt ook aandacht besteed aan ASS bij

Nadere informatie

Omgaan met een taalstoornis bij hersenbeschadiging

Omgaan met een taalstoornis bij hersenbeschadiging Logopedie Omgaan met een taalstoornis bij hersenbeschadiging www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl LOG007 / Omgaan met een taalstoornis bij hersenbeschadiging

Nadere informatie

Anne & Ondersteunde Communicatie

Anne & Ondersteunde Communicatie Anne & Ondersteunde Communicatie EMB congres 21 maart 2019 Gerrie Wenninkmeule, moeder van Anne Simone Arissen Persoonlijk begeleidster Maartje ten Hooven orthopedagoog vanuit Radboud Universiteit Normaal

Nadere informatie

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 2015 In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 IN BEWEGING IMPLEMENTATIE VAN EEN BEST PRACTICE BINNEN HET UNO-VUMC. EINDVERSLAG INLEIDING Ouderen in woonzorgcentra

Nadere informatie

Inleiding 3. Post-HBO opleiding Sensorische Informatieverwerking 5. Therapeutisch luisteren 6. Borsteldruktechniek 7

Inleiding 3. Post-HBO opleiding Sensorische Informatieverwerking 5. Therapeutisch luisteren 6. Borsteldruktechniek 7 Inhoud Inleiding 3 Post-HBO opleiding Sensorische verwerking 5 Therapeutisch luisteren 6 Borsteldruktechniek 7 Motorprogramma en Sensorische Dieet 8 Werken aan de Werkhouding 9 2 Inleiding Kenniscentrum

Nadere informatie

De ervaringen met doen alsof van volwassenen met ASS en NT-partners

De ervaringen met doen alsof van volwassenen met ASS en NT-partners De ervaringen met doen alsof van volwassenen met ASS en NT-partners Een kwalitatief onderzoek naar Dramatherapie Rik Koot rik.koot@zuyd.nl Presentatie Introductie Methode Resultaten Discussie Introductie

Nadere informatie

Stappenplan voor artsen en gedragskundigen ter beoordeling van wils(on)bekwaamheid van cliënten IdB, versie 2.0

Stappenplan voor artsen en gedragskundigen ter beoordeling van wils(on)bekwaamheid van cliënten IdB, versie 2.0 Stappenplan voor artsen en gedragskundigen ter beoordeling van wils(on)bekwaamheid van cliënten IdB, versie 2.0 Type document Richtlijn Vastgesteld door Raad van Bestuur Status document Definitief Datum

Nadere informatie

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis.

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. DSM IV interview Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. A.A. Spek Klinisch psycholoog Centrum Autisme Volwassenen GGZ Eindhoven Wanneer

Nadere informatie

http://toelatingsexamen.110mb.com

http://toelatingsexamen.110mb.com Arts-patiëntgesprek Dit onderdeel bestaat uit meerkeuzevragen met 4 antwoordmogelijkheden, waarvan je er meestal al meteen 2 kan elimineren omdat ze te extreem zijn. Je moet eigenlijk op je gevoel afgaan

Nadere informatie

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website: www.stichtingmakkelijklezen.nl.

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website: www.stichtingmakkelijklezen.nl. Chatten Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website: www.stichtingmakkelijklezen.nl. Colofon Een uitgave van Eenvoudig Communiceren

Nadere informatie

Aanmeldingsformulier ouder(s)/verzorger(s) dyslexieonderzoek. Datum invullen. Ingevuld door. Gegevens ouder/verzorger/voogd* Achternaam.

Aanmeldingsformulier ouder(s)/verzorger(s) dyslexieonderzoek. Datum invullen. Ingevuld door. Gegevens ouder/verzorger/voogd* Achternaam. Aanmeldingsformulier ouder(s)/verzorger(s) dyslexieonderzoek Datum invullen Ingevuld door Gegevens ouder/verzorger/voogd* Achternaam Voorletters Telefoonnummer Mobiele nummer E-mail adres Gegevens kind

Nadere informatie

ECTS-fiche. Graduaat Orthopedagogie Module Categoriaal Werken 5

ECTS-fiche. Graduaat Orthopedagogie Module Categoriaal Werken 5 ECTS-fiche Opzet van de ECTS-fiche is om een uitgebreid overzicht te krijgen van de invulling en opbouw van de module. Er bestaat slechts één ECTS-fiche voor elke module. 1. Identificatie Opleiding Graduaat

Nadere informatie

Coördinatiestoornis bij kinderen en jongeren Developmental Coordination Disorder (DCD)

Coördinatiestoornis bij kinderen en jongeren Developmental Coordination Disorder (DCD) Wat staat er in deze folder? UMCG Centrum voor Revalidatie locatie Beatrixoord Coördinatiestoornis bij kinderen en jongeren Developmental Coordination Disorder (DCD) Inleiding voor ouders 1 Informatie

Nadere informatie

Beter teveel dan te weinig: communiceren met ouders. Dr. Suzanne Jansen Gedragswetenschapper

Beter teveel dan te weinig: communiceren met ouders. Dr. Suzanne Jansen Gedragswetenschapper Beter teveel dan te weinig: communiceren met ouders Dr. Suzanne Jansen Gedragswetenschapper Aanleiding onderzoek Goede samenwerking verhoogt kwaliteit geboden ondersteuning -> verhoogt kwaliteit van leven

Nadere informatie

Flitspresentatie afasieconferentie. De ontwikkeling van een communicatiekeuzehulp

Flitspresentatie afasieconferentie. De ontwikkeling van een communicatiekeuzehulp Flitspresentatie afasieconferentie De ontwikkeling van een communicatiekeuzehulp Onderzoeksproject Steffy Stans, Promovenda Lectoraat Autonomie en Participatie voor Chronisch zieken, Docent opleiding Ergotherapie

Nadere informatie

Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016

Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016 Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016 Cecile Blansjaar: orthopedagoog/autisme specialist Gedragskundige Stichting de Waerden Mede oprichter De Sociale Bron Wat is Autisme? In Nederland

Nadere informatie

Symposium Zorg en onderwijs. Annemarie Tadema 8 april 2008

Symposium Zorg en onderwijs. Annemarie Tadema 8 april 2008 Symposium Zorg en onderwijs Annemarie Tadema 8 april 2008 Aanleiding onderzoek Burgerschapsparadigma: participeren in de samenleving KDC: segregatie Onderwijs: integratie/ inclusie Wet op de leerlinggebonden

Nadere informatie

Methodiek en systematiek voor de verpleegkundige beroepsuitoefening

Methodiek en systematiek voor de verpleegkundige beroepsuitoefening Methodiek en systematiek voor de verpleegkundige beroepsuitoefening Helen I. de Graaf-Waar Herma T. Speksnijder Methodiek en systematiek voor de verpleegkundige beroepsuitoefening Houten 2014 Helen I.

Nadere informatie

Zorg. Omdat een andere blik je leven verrijkt

Zorg. Omdat een andere blik je leven verrijkt Zorg vanuit bekeken Omdat een andere blik je leven verrijkt Je kind heeft autisme Je kind blijkt autisme te hebben. Waarschijnlijk had je al langere tijd een vermoeden. Ouders weten vaak al vroeg dat hun

Nadere informatie

SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD. Informatie en advies voor de praktijkbegeleider

SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD. Informatie en advies voor de praktijkbegeleider Informatie en advies voor de praktijkbegeleider SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD Voor een stagiaire met Ernstige Spraak- en taal Moeilijkheden (esm) in de werksituatie Inzicht, herkennen, handelen Stagiaires

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie