Belang Telecom Achterstanden

Transcriptie

1 Ons kenmerk 7 1 van 10 Opgesteld door Bregit Sibma Daniël Okma definitief Belang Telecom Achterstanden Belang Telecom Achterstanden voor Inschatting Betalingsrisico s

2 2 van 10 Inhoud Management Samenvatting 3 1 Inleiding 4 2 Onderzoeksvraag Onderzoeksvraag Onderzoeksvraag Onderzoeksvraag 4 10

3 3 van 10 Management Samenvatting In overleg tussen BKR en vertegenwoordigers van de NVB, VFN, en de Telecom providers is besloten nader onderzoek te verrichten naar het belang van het registreren van informatie over Telecom contracten in het Centraal Krediet Informatiesysteem. Er zijn vier deelonderzoeken verricht. 1- Is de kans van het ontstaan van een achterstand op niet-telecom contracten significant groter bij kredietnemers bij wie eerder een achterstand ontstaan is op een Telecom contract? Er is een sterk verband gevonden tussen een achterstand op een Telecom contract en het ontstaan van een achterstand op de andere niet-telecom contracten. Bij kredietnemers bij wie in 2006 een achterstand op een Telecom contract is ontstaan, is de kans op het ontstaan van een achterstand in de volgende 18 maanden op de andere niet-telecom contracten 12 maal zo groot (26,4%) als bij kredietnemers zonder een dergelijke achterstand. 2- Is de voorspellende waarde significant anders op het ontstaan van een achterstand op niet-telecom contracten naarmate de geregistreerde achterstand op een Telecom contract ouder is? Er is een sterk verband gevonden tussen de leeftijd van deze achterstanden op Telecom contracten en de voorspellende waarde. In het eerste kwartaal van 2007 ontstond bij 8,1% van de kredietnemers een achterstand op de andere niet-telecom contracten, in het tweede kwartaal van 2010 nog bij 1,1%. Bij de controlegroep lag het percentage veel lager en liep over dezelfde periode af van 0,4% tot 0,2% 3- Is de kans significant anders op het ontstaan van een achterstand op de niet- Telecom contracten naarmate het bedrag van de achterstand van het Telecom contract hoger is? In de derde plaats is een verband gevonden tussen de hoogte van het bedrag van de achterstand op een Telecom contract en de kans op het ontstaan van een achterstand op de andere niet-telecom contracten in de periode Q t/m Q Deze kans loopt op van 19% in de laagste categorieën (tot 200 euro) naar 37% in de hoogste categorie (1.500 euro en meer). 4- Is de kans op het ontstaan van een achterstand op een Telecom contract significant groter bij kredietnemers als er al eerder een achterstand ontstaan is op een niet-telecom contract? Tot slot is een sterk verband gevonden tussen een achterstand op een niet-telecom contract en het ontstaan van een achterstand op een Telecom contract. Bij kredietnemers bij wie in 2006 een achterstand werd geregistreerd op een niet- Telecom contract was de kans op het ontstaan van een achterstand in de daaropvolgende 18 maanden op een Telecom contract 9 maal zo groot (23,9%) als bij kredietnemers zonder een dergelijke achterstand.

4 4 van 10 1 Inleiding In overleg tussen BKR en vertegenwoordigers van de NVB, VFN, en de Telecom providers, is besloten nader onderzoek te verrichten naar het belang van het registreren van informatie over Telecom contracten in het Centraal Krediet Informatiesysteem. Naast het onderzoeken van het belang van deze registraties in het algemeen is onderzocht of onderscheid kan worden gemaakt in het nut van het registreren van verschillende groepen van registraties, onderverdeeld naar leeftijd of grootte van de bij de Telecom providers geregistreerde achterstand. Vier onderzoeksvragen zijn geformuleerd, te weten: 1- Is de kans van het ontstaan van een achterstand op bestaande niet-telecom contracten significant groter bij kredietnemers bij wie eerder een achterstand ontstaan is op een Telecom contract? 2- Is de voorspellende waarde significant anders op het ontstaan van een achterstand op niet-telecom contracten naarmate de geregistreerde achterstand op een Telecom contract ouder is? 3- Is de kans significant anders op het ontstaan van een achterstand op de niet- Telecom contracten naarmate het bedrag van de achterstand van het Telecom contract hoger is? 4- Is de kans op het ontstaan van een achterstand op een Telecom contract significant groter bij kredietnemers als er al eerder een achterstand ontstaan is op een niet-telecom contract? Voor onderzoeksvragen 1 t/m 3 zijn dezelfde testgroep en controlegroep gebruikt. Deze groepen zijn als volgt bepaald. Er is bepaald voor welke kredietnemers er contracten geregistreerd zijn op 1 januari Van deze contracten is een selectie gemaakt van kredietnemers die een Telecom contract hebben en daarbij minimaal één niet-telecom contract, zonder dat op de niet-telecom contracten ooit een achterstand is ontstaan. Van deze groep zijn twee selecties gemaakt, een testgroep en een controlegroep. Voor de testgroep zijn de kredietnemers genomen waarop een achterstand is ontstaan in 2006 op een Telecom contract. Voor deze groep is ook het achterstandsbedrag benodigd voor onderzoeksvraag 3. Daarom is voor deze groep gevraagd aan drie Telecomproviders (Telfort, T-Mobile en Vodafone) om deze bedragen toe te voegen aan de aan hen verstuurde bestanden met contractnummers (de laatste 9 cijfers van het mobiele telefoonnummer). Zie voor de aantallen en de gemiddelde achterstandsbedragen van de gebruikte kredietnemers Tabel 1.

5 5 van 10 Aanbieder Kredietnemers Gem. bedrag T-Mobile Telfort Vodafone Totaal TABEL 1 Overzicht testgroep aantallen kredietnemers per aanbieder Voor de controlegroep geldt dat bij deze kredietnemers nooit een achterstand ontstaan is op een Telecom contract. Deze groep bestaat uit kredietnemers. Voor alle contracten die meegenomen zijn geldt dat ze per 1 januari lopend zijn, dus nog niet zijn afgelost. Als over het ontstaan van een achterstand op een contract wordt gesproken in dit rapport wordt er mee bedoeld dat er een achterstand en/of codering geregistreerd wordt op dat betreffende contract.

6 6 van 10 2 Onderzoeksvraag 1 De eerste vraag van dit onderzoek is of de kans van het ontstaan van een achterstand op niet-telecom contracten significant groter is bij kredietnemers bij wie eerder een achterstand ontstaan is op een Telecom contract. Bovenstaande vraag is gemeten door te kijken of in de periode van Q t/m Q een achterstand ontstaan is op de per 1 januari 2007 geregistreerde niet- Telecom contracten in de testgroep en in de controlegroep. In deze meting zijn nieuw ontstane achterstanden op negatief geregistreerde contractsoorten (bijvoorbeeld hypotheken) meegenomen. Het percentage dat van de kredietnemers dat een achterstand ontstaat op een niet- Telecom contract in de periode Q t/m Q staan in Tabel 2. Conclusie Groep Aantal % Achterstand binnen 18 maanden Testgroep ,4% Controlegroep ,2% TABEL 2 Overzicht van de kans op het ontstaan van een achterstand De kans is 26,4% dat bij iemand een achterstand op een niet-telecom contract ontstaat in de periode van 18 maanden na 1 januari 2007 na het ontstaan van een achterstand op een Telecom contract in Bij kredietnemers zonder een dergelijke Telecom achterstand is de kans 2,2%. De kans is dus ruwweg 12 maal zo groot.

7 7 van 10 3 Onderzoeksvraag 2 De tweede vraag kijkt of de voorspellende waarde significant anders is op het ontstaan van een achterstand op niet-telecom contracten naarmate de geregistreerde achterstand op een Telecom contract ouder is. Dit wordt gemeten door te kijken welk percentage van de kredietnemers per kwartaal een achterstand ontstaat op een per 1 januari 2007 geregistreerd lopend niet-telecom contract voor de periodes Q t/m Q Hierbij is uitgegaan van de eerste melding van het ontstaan van een achterstand voor de betreffende kredietnemers. De resultaten van de analyse zijn te zien in Tabel 2 en Grafiek 1. Kwartaal Controlegroep Testgroep Q ,41% 8,10% Q ,38% 5,63% Q ,36% 4,09% Q ,38% 3,44% Q ,38% 3,09% Q ,28% 2,04% Q ,18% 1,67% Q ,20% 1,42% Q ,20% 1,21% Q ,20% 1,36% Q ,18% 1,12% Q ,20% 0,95% Q ,22% 1,12% Q ,20% 1,12% TABEL 2 Overzicht van de kans op het ontstaan van een achterstand per kwartaal

8 Q Q Q Q Q Q Q Percentage Datum 8 van 10 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% Kwartaal Controlegroep Testgroep GRAFIEK 1 Overzicht van de kans op het ontstaan van een achterstand per kwartaal Hierin valt af te lezen dat de kans dat een achterstand wordt geregistreerd op een van de andere niet-telecom contracten bij de testgroep afneemt van 8,10% in het eerste kwartaal van 2007 tot 1,12 % in het tweede kwartaal van De kans neemt bij de controlegroep af van 0,41% tot 0,20%. In deze meting zijn nieuw ontstane achterstanden op negatief geregistreerde contractsoorten (bijvoorbeeld hypotheken) meegenomen. Conclusie Er is een sterk verband tussen de kans dat bij iemand een achterstand op een niet- Telecom contract ontstaat en de ouderdom van het ontstaan van de achterstand op een Telecom contract. Hoe ouder de achterstand hoe kleiner de voorspellende waarde van de achterstand op het Telecom contract.

9 9 van 10 4 Onderzoeksvraag 3 In de één na laatste vraag is gekeken of de kans significant anders is op het ontstaan van een achterstand op de niet-telecom contracten naarmate het bedrag van de achterstand van het Telecom contract hoger is. Deze vraag is berekend door te kijken per groeperingen van bedragen bij welk percentage in Q t/m Q een achterstand ontstaan. Hierbij zijn nieuw ontstane achterstanden op negatief geregistreerde contractsoorten (bijvoorbeeld hypotheken) ook meegenomen. De resultaten zijn weergegeven in grafiek 2. GRAFIEK 2 Kans per achterstandsbedrag op het ontstaan van een achterstand op de niet-telecom contracten Conclusie Er is een verband tussen de kans dat bij iemand een achterstand op een niet- Telecom contract ontstaat en de hoogte van het bedrag. Hoe hoger het bedrag hoe groter de kans op het ontstaan van een achterstand op een niet-telecom contract.

10 10 van 10 5 Onderzoeksvraag 4 De laatste vraag is in grote lijnen het tegenovergestelde van de eerste vraag. Hier wordt gekeken of de kans op het ontstaan van een achterstand op een Telecom contract significant groter is bij kredietnemers als er al eerder een achterstand ontstaan is op een niet-telecom contract. Voor dit onderzoek is een andere testgroep nodig. In deze testgroep is naar kredietnemers gekeken waar in 2006 een achterstand ontstaan is op een niet- Telecom contract en waarbij minimaal één Telecom contract is geregistreerd waarop nooit een achterstand ontstaan is. De controlegroep is hetzelfde als die van de andere onderzoeksvragen, omdat deze uitgaat van geen ontstane achterstanden op niet-telecom en Telecom contracten van een kredietnemer. Deze vraag wordt uitgevoerd door te kijken voor welk percentage van de kredietnemers op een Telecom contract (geregistreerd voor 1 januari 2007) in de periode Q t/m Q een achterstand ontstaat. Groep Aantal Kans op Achterstand Testgroep % Controlegroep % TABEL 2 Overzicht van de kans op het ontstaan van een achterstand Conclusie Er is een groot verschil in de kans dat bij iemand een achterstand op een Telecom contract ontstaat in de periode van Q t/m Q naar het ontstaan van een achterstand op een niet-telecom contract ten opzichte van kredietnemers zonder een dergelijke achterstand. De kans is ruwweg 9 maal zo groot.