Prevalentie en relevante achtergrondkenmerken van doofheid en ernstige slechthorendheid in Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Prevalentie en relevante achtergrondkenmerken van doofheid en ernstige slechthorendheid in Nederland"

Transcriptie

1 7 Eekhof JAH, Bock GH de, Laat JAPM de, Dap R, Schaapveld K, Springer MP. The whispered voice: the best test for screening for hearing impairment in general practice? Br J Gen Pract 1996;46: Burkey JM, Lippy WH, Schuring AG, Rizer FM. Clinical utility of the 512-Hz Rinne tuning fork test. Am J Otol 1998;19: Stankiewicz JA, Mowry HJ. Clinical accuracy of tuning fork tests. Laryngoscope 1979;89: Brull JNP, Buskens JGVP, Dinant GJ. De Audioscope III in de huisartspraktijk: een geschikt instrument voor het vaststellen van slechthorendheid in vergelijking met de screeningsaudiometer. Ned Tijdschr Geneeskd 1998;142: Aanvaard op 23 maart 1998 Oorspronkelijke stukken Prevalentie en relevante achtergrondkenmerken van doofheid en ernstige slechthorendheid in Nederland r.de graaf, e.w.a.knippers en r.v.bijl Slechthorendheid kan leiden tot een verslechtering van de kwaliteit van het leven en heeft alle kenmerken van een chronische ziekte. 1 Gevolgen van een ernstige auditieve handicap kunnen zijn: een vertraagde ontwikkeling van spraak en taal, beperkte ontwikkeling van kennis, problemen in de sociaal-emotionele ontwikkeling en een verminderd zelfstandig functioneren van betrokkene in de samenleving. 2 Sommige auteurs merken op dat er, in verhouding tot de omvang van het probleem, over slechthorendheid en doofheid weinig betrouwbare prevalentiegegevens zijn. 3 Zij geven als oorzaak dat slechthorendheid niet tot sterfte leidt en in het algemeen niet tot opname in ziekenhuizen of verpleeghuizen, zodat de aandoening niet naar voren komt uit gegevensbronnen die gebaseerd zijn op sterfte en opnamen. In Nederland is een aantal onderzoeken uitgevoerd naar de prevalentie van ernstige slechthorendheid. 4-7 Deze varieerde van 0,5 tot 2,0 per 1000 personen, afhankelijk van de gebruikte methode, de populatie waarin het onderzoek plaatsvond en de gehanteerde definitie. De hierbij gebruikte methoden hebben belangrijke beperkingen: bij bevolkingsenquêtes zijn de gegevens gebaseerd op de subjectieve beleving van de respondent; bij steekproeven blijven de personen die in instituten zijn opgenomen buiten beschouwing; slechthorenden weigeren mogelijk vaker aan onderzoek mee te doen; de rol van het toeval is groot wegens relatief kleine aantallen respondenten met gehoorverlies vergeleken met het totale aantal respondenten. 3 Ons onderzoek had tot doel om vast te stellen wat de omvang van de populatie doven en ernstig slechthorenden in Nederland is en wat de achtergrondkenmerken zijn. Over dit onderwerp werd al in rapportvorm verslag gedaan. 8 Trimbos-instituut, Da Costakade 45, 3521 VS Utrecht. Dr.ir.R.de Graaf, gezondheidswetenschapper; dr.r.v.bijl, socioloog. Instituut voor sociaal-wetenschappelijk beleidsonderzoek en advies (IVA), Tilburg. Mw.drs.E.W.A.Knippers, socioloog. Correspondentieadres: dr.ir.r.de Graaf. Zie ook de artikelen op bl. 1804, 1806, 1813, 1816 en samenvatting Doel. Vaststellen van de prevalentie van doofheid en ernstige slechthorendheid onder de Nederlandse bevolking en van enkele relevante achtergrondkenmerken. Opzet. Dossieronderzoek. Plaats. Nederlandse doven- en slechthorendenscholen. Methode. Het aantal dove en ernstig slechthorende kinderen van 6-12 jaar dat onderwijs of ambulante begeleiding ontving van doven- of slechthorendenscholen werd in de periode november 1996-april 1997 geteld en relevante achtergrondkenmerken werden vastgelegd. Via consultatie van deskundigen werd dit aantal gecorrigeerd voor leerlingen die via de schoolinventarisatie niet konden worden achterhaald. Het totale aantal doven en ernstig slechthorenden in de Nederlandse populatie werd geschat door dit gecorrigeerde aantal te extrapoleren naar oudere en jongere jaarcohorten. Resultaten. Het aantal dove en ernstig slechthorende kinderen in de leeftijdscategorie 6-12 jaar was, na correctie voor gemiste groepen, 0,74 per 1000 personen (95%-betrouwbaarheidsinterval (95%-BI): 0,69-0,78). Bij 9% was de handicap postlinguaal ontstaan; zij ontvingen vaker ambulante begeleiding en kregen vaker slechthorendenonderwijs dan prelinguaal auditief gehandicapte leerlingen. Van de kinderen was 29% van allochtone afkomst; zij ontvingen minder vaak ambulante begeleiding en kregen vaker dovenonderwijs dan autochtone leerlingen. Onder de gehele Nederlandse bevolking werd het aantal doven en ernstig slechthorenden geschat op personen in 1996 (95%-BI: ). Conclusie. De prevalentie van doofheid en ernstige slechthorendheid bedraagt in Nederland ( inwoners in 1996) personen (95%-BI: ). methode Als informatiebron om de populatie te schatten, werden de doven- en slechthorendenscholen genomen. Daar is een zeer aanzienlijk deel van deze populatie van een bepaalde leeftijdscategorie bekend. Eerder is geschat dat het aantal prelinguale dove volwassenen (geboren in ) dat niet op een dovenschool heeft gezeten is. 5 Ned Tijdschr Geneeskd augustus;142(32) 1819

2 Definitie. Als definitie van ernstige auditieve handicap namen wij: op het toonaudiogram is voor de toonhoogten 1, 2 en 4 khz bij minimaal 2 van de 3 toonhoogten een gehoorverlies van minimaal 70 db geconstateerd bij het beste oor. Ouderdomsdoofheid of -slechthorendheid (presbyacusis), het geleidelijk verschuiven van de gehoordrempel bij toenemende leeftijd, 9 lieten wij in ons onderzoek buiten beschouwing. Prevalentieschatting. Uitgangspunt voor onze schatting vormden dove en ernstig slechthorende 6-12-jarigen (geboren in de periode 1 januari december 1990) die onderwijs of ambulante begeleiding van een doven- of slechthorendenschool ontvingen. Hun aantal werd bepaald en geëxtrapoleerd naar oudere en jongere leeftijdsgroepen. Een ondergrens van 6 jaar werd genomen omdat wij verwachtten dat vanaf die leeftijd (bijna) alle dove of slechthorende kinderen bekend zouden zijn bij de scholen; beneden die leeftijd zaten de betrokken kinderen mogelijk nog in een diagnostisch traject. De bovengrens van 12 jaar kozen wij omdat oudere kinderen regulier onderwijs kunnen ontvangen of zich in leer-/werksituaties kunnen bevinden zonder dat zij (nog) ambulante begeleiding krijgen van een doven- of slechthorendenschool. Alle 27 slechthorendenscholen (voor speciaal onderwijs) en de 4 dovenscholen in Nederland verleenden medewerking. De dataverzameling vond plaats in de periode november 1996-april De scholen werd gevraagd van elke leerling die aan de definitie voldeed geanonimiseerd de volgende gegevens te verstrekken: geboortejaar, sekse, het ontvangen van onderwijs of ambulante begeleiding, etnische achtergrond, het recentste toonaudiogram van het beste oor op de frequenties 1, 2 en 4 khz, het moment van ontstaan van het gehoorverlies, de oorzaak ervan, eventuele aanwezigheid van nevenhandicaps, en aanwezigheid van auditieve handicap bij de ouders. Om inzicht te krijgen in de mogelijkheid dat bij deze inventarisatie een aantal kinderen dat wel aan de genoemde definitie voldeed toch ontbrak, consulteerden wij 20 deskundigen, werkzaam als (para)medicus en bij onderwijsinstellingen voor doven en slechthorenden. Kenmerken van ernstig auditief gehandicapte 6-12-jarige leerlingen* kenmerk aantal kinderen (%) (n = 849) sekse man 453 (53,4) vrouw 388 (45,7) onbekend 8 (0,9) geboortejaar in peiljaar (12,6) (15,4) (14,6) (15,0) (11,9) (16,3) (13,5) onbekend 6 (0,7) geboorteland Oost-Europa 12 (1,4) Zuid-Europa 59 (6,9) Azië 51 (6,0) Latijns-Amerika (en Midden-Amerika) 63 (7,4) Afrika 57 (6,7) combinatie van deze 2 (0,2) West-Europa (en Noord-Amerika) 588 (69,3) onbekend 17 (2,0) type onderwijs slechthorendenonderwijs 315 (37,1) dovenonderwijs 534 (62,9) onderwijs versus ambulante begeleiding onderwijs 745 (87,8) ambulante begeleiding 88 (10,4) onbekend 16 (1,9) mate van gehoorverlies ernstig slechthorend 310 (36,5) doof 487 (57,4) onbekend 52 (6,1) oorzaak gehoorverlies erfelijk 110 (13,0) rubella 41 (4,8) meningitis 114 (13,4) complicatie van zwangerschap of bevalling 49 (5,8) ongeval 2 (0,2) andere/combinatie van oorzaken 84 (9,9) onbekend 449 (52,9) moment van ontstaan auditieve handicap prelinguaal 660 (77,7) postlinguaal, geleidelijk ontstaan 26 (3,1) postlinguaal, plotseling ontstaan 47 (5,5) onbekend 116 (13,7) nevenhandicaps ernstige slechtziendheid 37 (4,4) andere lichamelijke handicap 54 (6,4) verstandelijke handicap 153 (18,0) auditieve handicap bij ouders geen van beide ouders 766 (90,2) één of beide ouders 39 (4,6) onbekend 44 (5,2) *Bron: alle 27 slechthorendenscholen (voor speciaal onderwijs) en de 4 dovenscholen in Nederland. Geboorteland van de leerling zelf of van één van de ouders. resultaten Aantal en kenmerken van auditief gehandicapte leerlingen. In totaal voldeden 849 leerlingen aan de definitie, iets meer jongens dan meisjes (tabel). De leeftijdsgroep van 6-12-jarigen bestaat in Nederland uit jongens (51,1%) en meisjes (48,9%). 10 Per 1000 kinderen waren er dan iets meer dove of ernstig slechthorende jongens (0,67) dan meisjes (0,60). Van de leerlingen ontving 37% onderwijs of ambulante begeleiding van een slechthorendenschool en 63% van een dovenschool. Een klein deel ontving ambulante begeleiding (10%). Met betrekking tot de mate van gehoorverlies werden 2 groepen onderscheiden, namelijk dove kinderen, die op alle 3 frequenties een verlies van minimaal 90 db hadden, en ernstig slechthorende kinderen, voor wie dat niet gold. De meeste leerlingen behoorden tot de dove groep. Meningitis werd het vaakst als oorzaak van het gehoorverlies genoemd. Overeenkomstig ander onderzoek, 11 was de oorzaak echter zeer vaak onbekend. Nevenhandicaps bleken frequent voor te komen. Het moment van het ontstaan van de auditieve handicap werd onderscheiden naar prelinguaal (78%); postlinguaal, geleidelijk ontstaan (3%); en postlinguaal, plotseling ontstaan (6%) (bij 14% was het moment onbekend). Prelinguaal auditief gehandicapte kinderen 1820 Ned Tijdschr Geneeskd augustus;142(32)

3 ontvingen vaker dovenonderwijs (67%) dan postlinguaal geleidelijk (19%) of plotseling auditief gehandicapt geworden kinderen (45%) (χ 2 = 33,7; p 0,0001). De eerste groep ontving minder vaak ambulante begeleiding (10%) dan de tweede (32%) en derde groep (16%) (χ 2 = 12,4; p = 0,002). De oorzaak van het gehoorverlies verschilde tussen de groepen (χ 2 = 183,2; p 0,0001). Meningitis was bij beide postlinguale groepen de meest gerapporteerde oorzaak, en erfelijke gehoorstoornis bij de prelinguale groep. Van de onderscheiden nevenhandicaps verschilden de groepen alleen op verstandelijke handicap significant (respectievelijk 17, 0 en 11%) (χ 2 = 6,6; p = 0,04). Een aanzienlijk deel (29%) van de leerlingen had een allochtone achtergrond. Zij ontvingen vaker onderwijs van dovenscholen (71% versus 60%) (χ 2 = 9,3; p = 0,002) dan autochtone kinderen, en minder vaak ambulante begeleiding (3% versus 14%) (χ 2 = 22,0; p 0,0001). Er was geen significant verschil in de oorzaak van het gehoorverlies naar allochtone of autochtone achtergrond. Indien naar de aparte achtergronden van de allochtone kinderen werd gekeken, bleek rubella het vaakst de oorzaak bij kinderen met een Latijns-Amerikaanse achtergrond (55%) en meningitis bij kinderen met een Afrikaanse achtergrond (45%). Van de nevenhandicaps kwam alleen verstandelijke handicap significant vaker voor bij allochtone dan bij autochtone leerlingen (29 versus 15%) (χ 2 = 20,2; p 0,0001). Gemist bij de inventarisatie. Via de gesprekken met deskundigen konden 3 groepen worden onderscheiden, die bij de inventarisatie waren gemist: Kinderen in de diagnostische fase die nog niet bij een doven- of slechthorendenschool waren aangemeld. Eenduidig achtte men het aantal kinderen bij wie de diagnose pas op de leeftijd van 6-12 jaar werd gesteld nihil of zeer klein (n = 0-5). Deze mening gold tevens de geconsulteerde directeuren van deze scholen. Een bijtelling van 5 kinderen werd daarom toegepast. Kinderen die op een reguliere school zaten en die geen ambulante begeleiding ontvingen van een doven- of slechthorendenschool. Over het algemeen achtte men dit aantal eveneens klein (n = 0-50), maar vaak kon men daarover geen uitspraak doen. Deze kinderen konden wel begeleiding krijgen van een audiologisch centrum. Van de 3 geconsulteerde directeuren van een dergelijk centrum rapporteerden er 2 dat men in het afgelopen jaar 5 van deze kinderen had begeleid. Zij functioneerden goed binnen het reguliere onderwijs. Indien per audiologisch centrum gemiddeld 3 van zulke 6-12-jarigen per jaar werden begeleid, was een bijtelling van ongeveer 75 kinderen nodig. Personen die speciaal onderwijs volgden en geen (ambulante) begeleiding ontvingen van een doven- of slechthorendenschool. Dit betrof kinderen met een meervoudige handicap bij wie de primaire problemen van lichamelijke of verstandelijke aard waren. Men achtte het waarschijnlijk dat de kinderen met een lichamelijke handicap of met gedrags- en leerproblemen altijd contact zouden hebben met een slechthorenden- of dovenschool. Voor verstandelijk gehandicapten bestaat echter een speciaal instituut, los van de bestaande dovenscholen, Weerklank te Amsterdam. Hier werd aan ongeveer jarigen die aan de definitie voldeden (ambulante) begeleiding gegeven. In de algemene zorginstellingen blijkt onder verstandelijk gehandicapten slechthorendheid relatief vaak voor te komen, terwijl dit niet altijd wordt onderkend. 12 Over het algemeen schatten de geconsulteerden het aantal kinderen met een verstandelijke handicap die geen ambulante begeleiding ontvingen van een dovenschool, bij de door ons gehanteerde definitie van slechthorendheid, echter op zeer klein (n = 0-10). Het totale aantal kinderen in deze categorie werd door ons geschat op = 50. Schatting van het aantal doven en ernstig slechthorenden in Nederland. Omrekeningsfactoren die aangeven in welke mate een auditieve handicap van genoemde grootte voorkomt in verschillende leeftijdscategorieën in vergelijking tot 6-12-jarigen werden in Nederlandstalige en internationale literatuur niet gevonden. In dossieronderzoek dat uitgevoerd werd bij de doveninstituten bleek het aantal in leven zijnde oud-leerlingen van doveninstituten geboren in een bepaald jaar per aantal in leven zijnde mensen geboren in dat jaar voor de geboortejaren in de loop van de tijd weinig veranderd. 5 Om die reden, en omdat het aantal mensen dat op latere leeftijd aan beide oren ernstig slechthorend of doof wordt relatief klein is (los van ouderdomsslechthorendheid) en er de laatste jaren relatief veel allochtone leerlingen op de betreffende scholen verbleven, stelden wij die omrekeningsfactoren voor de verschillende leeftijdscategorieën op 1. In 1996 waren er jarigen in Nederland. 10 Van hen waren er = 979 doof of ernstig slechthorend. De prevalentie bedraagt dus 0,74 per 1000 (95%-betrouwbaarheidsinterval (95%-BI): 0,69-0,78). Bij een omvang van de Nederlandse bevolking van inwoners in 1996, 10 bedroeg het aantal doven en ernstig slechthorenden volgens onze schatting (95%-BI: ). beschouwing Ons uitgangspunt voor de schatting van het totale aantal auditief gehandicapten was de groep dove en ernstig slechthorende 6-12-jarigen die onderwijs of ambulante begeleiding van een doven- of slechthorendenschool ontvingen. Dit aantal kinderen, gecorrigeerd voor gemiste groepen, bedroeg 0,74 per 1000 inwoners. Opvallende bevindingen waren dat een groot deel van deze 6-12-jarige leerlingen van allochtone afkomst was (29%) en dat het gehoorverlies vaak samenging met lichamelijke (10%) of verstandelijke handicaps (18%). Het totale aantal doven en ernstig slechthorenden in Nederland kon aldus worden geschat op Niet alle kenmerken van de 6-12-jarigen kunnen worden geëxtrapoleerd naar de overige leeftijdsgroepen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de oorzaken van het gehoorverlies, omdat deze in de loop van de tijd veranderd zijn. 13 Over sekse, mate van gehoorverlies, moment van ontstaan van de gehoorproblemen, aanwezigheid van auditieve handicaps bij de ouders en aanwezigheid van Ned Tijdschr Geneeskd augustus;142(32) 1821

4 nevenhandicaps kunnen voorzichtige uitspraken worden gedaan. Van de personen is naar schatting 54% man en 46% vrouw; 39% is ernstig slechthorend en 61% doof. Van de 6-12-jarigen was bij 9% het gehoorverlies postlinguaal ontstaan. Voor alle leeftijdsgroepen tezamen zal dit percentage iets hoger zijn, omdat alle doofheid die na het 12e jaar ontstaat per definitie postlinguaal is. Een ernstig gehoorverlies bij één van de ouders kwam bij 5% van de 6-12-jarigen voor. Erfelijkheidsonderzoek en genetische advisering maken het waarschijnlijk dat het aantal kinderen met aangeboren afwijkingen van het gehoor de laatste jaren is afgenomen. 2 Bij alle leeftijdsgroepen tezamen zal dit daarom bij iets meer dan 5% voorkomen. Lichamelijke of verstandelijke handicaps kwamen bij de 6-12-jarige gehoorgestoorden relatief vaak voor. Het lijkt waarschijnlijk dat deze bij oudere leeftijdsgroepen, om dezelfde redenen als hiervoor genoemd, minstens even vaak voorkomen. Bij een representatieve steekproef van ruim 2000 kinderen die op een consultatiebureau werden gezien, bleek de prevalentie van aangeboren doofheid aan beide oren 2,0 per 1000; 4 dat is hoger dan wij in ons onderzoek vonden. Omdat de prevalentie zeer laag is, zal in dat onderzoek de invloed van het toeval groot zijn geweest, waardoor dat resultaat een relatief grote onbetrouwbaarheid heeft. In de gezondheidsenquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de periode stelde men aan personen vanaf de leeftijd van 5 jaar enkele vragen over gehoorbeperkingen. 6 De prevalentie van zeer ernstige slechthorendheid (gedefinieerd als het onvermogen om (ook) met gehoorapparaat harde geluiden, zoals een claxon, dan wel wat er gezegd wordt in een gesprek met één persoon, te horen) was 0,0% voor 5-14-jarigen, en 0,1% voor , , en jarigen. In de continue gezondheidsenquêtes van het CBS werd gevraagd of men een gesprek kon voeren met één andere persoon. 3 De gemiddelde prevalentie van gehoorbeperkingen over de jaren was in die enquête 0,2%. In het door ons uitgevoerde onderzoek was de prevalentie lager. Waarschijnlijk speelt hierbij een rol dat de in de onderzoeken gehanteerde definities verschillen. Uit dossieronderzoek onder oud-leerlingen van de Nederlandse doveninstituten bleek dat het aantal doven voor de geboortejaren ,46 per 1000 personen bedroeg. 5 Het percentage doven van de auditief gehandicapte populatie uit ons onderzoek (61%) leidt tot een aantal van 0,45 per De cijfers uit beide onderzoeken komen dus goed overeen. Overigens is dat opmerkelijk omdat het dossieronderzoek op eerdere geboortejaren betrekking heeft. Mogelijk houden ontwikkelingen die leiden tot een kleiner aantal auditief gehandicapten (betere gezondheidszorg) en veranderingen die juist leiden tot een groter aantal (instroom van kinderen uit landen met een slechtere gezondheidszorg) elkaar in de loop van de jaren in evenwicht. Omdat betrouwbare incidentie- en prevalentiegegevens ontbreken, wordt gepleit voor regelmatig terugkerend epidemiologisch onderzoek, dat via audiologische centra, gezinsbegeleidingscentra en doven- en slechthorendenscholen plaats zou moeten vinden. 2 Registraties bij audiologische centra, maar soms ook die van scholen, zijn vaak moeilijk toegankelijk. 8 Verbetering van die registraties is dan ook noodzakelijk indien onderzoek daar zou worden uitgevoerd. In toekomstig onderzoek zou men met name ook de factor leeftijd moeten betrekken, evenals veranderingen in de pathogenese in de loop van de tijd, omdat er nauwelijks gegevens bestaan over de mate van ernstig gehoorverlies naar leeftijd. Indien daarover informatie beschikbaar komt, kan de geldigheid van de door ons gebruikte methode toenemen. abstract Prevalence and relevant background characteristics of deafness and severe hardness of hearing in the Netherlands Objective. To determine the prevalence of deafness and severe hardness of hearing among the Dutch population and of some relevant background characteristics. Design. Study of documents. Setting. Dutch schools for deaf and hard-of-hearing children. Method. The number of deaf and severely hard-of-hearing children of 6-12 years who received education or ambulatory supervision at schools for deaf and hard-of-hearing children was counted in the period November 1996-April 1997, and a number of relevant background characteristics were collected. By means of consultation with experts, this number was corrected for children who could not be retrieved by means of the inventory at these schools. To estimate the total number of deaf and severely hard-of-hearing people in the Dutch population, this adjusted number was extrapolated to older and younger year cohorts. Results. The number of deaf and hard-of-hearing children of 6-12 years, after correction for missing groups, was 0.74 (95% confidence interval (95% CI): ) per 1000 persons. In 9% the age of onset of the handicap was postlingual; they more often received ambulatory supervision and more often received education at a school for hard-of-hearing children than those with a prelingual auditive handicap. Of the children 29% had a non-western origin; they less often received ambulatory supervision, and more often received education from a school for deaf children than indigenous pupils. Among the total Dutch population, the number of deaf and hard-of-hearing persons in 1996 was estimated to be 11,400 persons (95% CI: 10,690-12,110). Conclusion. The prevalence of deafness and severe hardness of hearing in the Netherlands (15,490,000 inhabitants in 1996) was 11,400 persons (95% CI: 10,690-12,110). literatuur 1 Grote JJ. Slechthorendheid, een vergeten volksgezondheidsprobleem. Ned Tijdschr Geneeskd 1992;136: Coninx F, Cremers CW. Gehoorstoornissen bij kinderen. In: Ruwaard D, Kramers PG, redacteuren. Volksgezondheid toekomst verkenning: de gezondheidstoestand van de Nederlandse bevolking in de periode Den Haag: Sdu, Chorus AM, Kremer A, Oortwijn WJ, Schaapveld K. Slechthorendheid in Nederland; achtergrondinformatie bij een knelpuntennotitie. Leiden: TNO Preventie en Gezondheid, Reerink JD, Herngreen WP, Verkerk PH, Ruys JH, Verloove- Vanhorick SP. Congenitale afwijkingen in het eerste levensjaar in Nederland. Ned Tijdschr Geneeskd 1993;137: Breed PC, Swaans-Joha BC. Doven in Nederland. Een exploratief onderzoek naar de leefsituatie van volwassen dove mensen in relatie tot opvoeding en onderwijs [proefschrift]. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam, Ned Tijdschr Geneeskd augustus;142(32)

5 6 Centraal Bureau voor de Statistiek/Nederlands Instituut voor Maatschappelijk Werk-Onderzoek. Lichamelijke beperkingen bij de Nederlandse bevolking 1986/1988. Den Haag: Sdu, Leeuwen-Helders C van. Achtjarige kinderen met een ernstige gehoorstoornis in Nederland (geboortejaar 1969). Leiden: Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg TNO, Graaf R de, Knippers EWA, Bijl R. Doofheid en ernstige slechthorendheid in Nederland; mate van voorkomen en relevante achtergrondkenmerken. Utrecht: Trimbos-instituut, Kapteyn TS, Olde Kalter P. Ouderdomsslechthorendheid. In: Ruwaard D, Kramers PG, redacteuren. Volksgezondheid toekomst verkenning: de gezondheidstoestand van de Nederlandse bevolking in de periode Den Haag: Sdu, Centraal Bureau voor de Statistiek. Bevolking van Nederland naar burgerlijke staat en geslacht per leeftijd, 1 januari Maandstatistiek van de bevolking 1996;44: Vermeulen J, Coninx F, Elsendoorn BAG. POOL: Populatie Onderzoek Oud-Leerlingen van het Instituut voor Doven Sint- Michielsgestel uit de periode Sint-Michielsgestel: Instituut voor Doven, Evenhuis HM. Richtlijnen voor diagnostiek en behandeling van slechthorendheid bij mensen met een verstandelijk handicap. Ned Tijdschr Geneeskd 1996;140: Cremers CW, Hageman MJ, Huizing EH. Erfelijke doofheid en slechthorendheid. Utrecht/Antwerpen: Bohn, Scheltema & Holkema, Aanvaard op 11 mei 1998 Oorspronkelijke stukken Vaak slechthorendheid bij patiënten met diabetes mellitus type 2 l.j.boomsma en r.p.stolk Slechthorendheid is voor steeds meer ouderen een gezondheidsprobleem en het percentage (oudere) mensen met een hoorapparaat neemt toe. 1 2 Bij diabetes mellitus neemt slechthorendheid een aparte plaats in door een aantal syndromen waarbij perceptiedoofheid en diabetes samen met andere afwijkingen vóórkomen; onlangs verscheen hierover een goed overzicht in dit tijdschrift. 3 Een bijzondere variant is het syndroom van de maternaal overgeërfde diabetes en doofheid ( maternally inherited diabetes and deafness (MIDD)), dat berust op een puntmutatie in positie 3243 van het mitochondriale DNA. Dit syndroom treft echter slechts 0,5% van de diabetespatiënten. 3 4 Er zijn weinig gegevens over de prevalentie van slechthorendheid bij patiënten met diabetes mellitus type 2. Daar beide aandoeningen frequent voorkomen in de huisartspraktijk, verrichtten wij een onderzoek naar het vóórkomen van slechthorendheid bij patiënten met diabetes mellitus type 2. Ook onderzochten wij of er een verband is tussen diabeteskenmerken en slechthorendheid. L.J.Boomsma, huisarts te Nijverdal. Universiteit Utrecht, Julius Centrum voor Patiëntgebonden Onderzoek, Postbus , 3508 TA Utrecht. Dr.R.P.Stolk, arts-epidemioloog. Correspondentieadres: dr.r.p.stolk. Zie ook de artikelen op bl. 1804, 1806, 1813, 1816 en samenvatting Doel. Vaststellen van de prevalentie van slechthorendheid bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en vergelijken van de diabeteskenmerken tussen diabetici met en zonder slechthorendheid. Plaats. Geautomatiseerde huisartsenduopraktijk te Nijverdal. Opzet. Descriptief transversaal onderzoek. Methode. Bij alle patiënten van 55 jaar en ouder, ingeschreven in de huisartspraktijk (n = 1184), werd de frequentie van diabetes mellitus type 2 en slechthorendheid nagegaan. Slechthorendheid werd gedefinieerd als het bezitten van een hoorapparaat of bij audiometrie meer dan 40 db gehoorverlies. Resultaten. In de patiëntengroep met diabetes mellitus type 2 (n = 86) was 3-4 maal zo vaak een hoorapparaat aangemeten als bij personen zonder diabetes van dezelfde leeftijd (p < 0,001). Onder de diabetespatiënten had 48% een verminderd gehoor. Bij vergelijking van slecht met normaal horende patiënten hadden de slechthorenden langer diabetes (gemiddeld 10,5 jaar (SD: 6,9) versus 6,9 jaar (6,8); p = 0,06 gecorrigeerd voor leeftijd). Zij hadden lagere waarden van geglyceerd hemoglobine en minder vaak hypertensie. Conclusie. Slechthorendheid komt veel voor bij ouderen met diabetes mellitus type 2. Mogelijk is het een uiting van diabetische neuropathie. patiënten en methode Het onderzoek vond plaats bij alle patiënten van 55 jaar en ouder (n = 1184) in een geautomatiseerde huisartsenduopraktijk in Nijverdal, een verstedelijkt plattelandsgebied. De praktijkopbouw verschilde niet van die van de omringende praktijken. Diabetes mellitus. Diabetes mellitus werd gediagnosticeerd volgens de standaard Diabetes mellitus type 2 van het Nederlands Huisartsen Genootschap; 5 alleen bekende diabetespatiënten werden in dit onderzoek betrokken. De gemiddelde HbA 1c -waarde van de voorgaande 2 jaar werd gebruikt als maat voor de diabetesregulatie. Slechthorendheid. Slechthorendheid werd gedefinieerd als het in bezit hebben van een hoorapparaat dat gedurende de afgelopen 2 jaar door de audicien werd afgeleverd of onderhouden. Daarnaast werd alle diabetespatiënten gevraagd in hoeverre zijzelf, dan wel mensen in hun omgeving, hinder ondervonden van hun eventuele gehoorbeperking. 6 Bij twijfel werd een fluister- Ned Tijdschr Geneeskd augustus;142(32) 1823

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Objectieve Diagnostiek. Tympanometrie Oto-Akoestische Emissies BERA Rechts 70 db, Links 90 db

Objectieve Diagnostiek. Tympanometrie Oto-Akoestische Emissies BERA Rechts 70 db, Links 90 db Objectieve Diagnostiek - casuïstiek - Arjan J Bosman en Henriëtte Koch Audiologisch Centrum UMC St Radboud Nijmegen Objectieve Diagnostiek Tympanometrie, stapedius reflexen functionaliteit middenoor Oto-Akoestische

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Inleiding en vraagstellingen

Inleiding en vraagstellingen Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (MW van der Linden, GP Westert, DH de Bakker, FG Schellevis. Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen

Nadere informatie

Indicatie cluster 2 bij kinderen met een CI. Rens Leeuw CI-team Nijmegen Sint-Michielsgestel Viataal

Indicatie cluster 2 bij kinderen met een CI. Rens Leeuw CI-team Nijmegen Sint-Michielsgestel Viataal Indicatie cluster 2 bij kinderen met een CI Rens Leeuw CI-team Nijmegen Sint-Michielsgestel Viataal Inhoud - Historie van regelgeving en huidige regelgeving - Enige resultaten van kinderen met CI - Overeenkomsten

Nadere informatie

Monitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk

Monitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk Monitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk Derek de Beurs Mariëtte Hooiveld Het NIVEL onderzoekt de gezondheidszorg.

Nadere informatie

Audiometrie bij USHER2A patiënten

Audiometrie bij USHER2A patiënten Audiometrie bij USHER2A patiënten J. Leijendeckers, R. Pennings, A. Bosman KNO / Audiologisch Centrum UMC St. Radboud, Nijmegen j.leijendeckers@kno.umcn.nl Achtergrond Onderzoek door R. Pennings naar gehoor

Nadere informatie

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Compensatie eigen risico is nog onbekend Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (M. Reitsma-van Rooijen, J. de Jong. Compensatie eigen risico is nog onbekend Utrecht: NIVEL, 2009) worden gebruikt. U

Nadere informatie

PREVALENTIE EN DIAGNOSTIEK VAN SLECHTHORENDHEID BIJ PERSONEN MET EEN VERSTANDELIJKE BEPERKING EN AUTISMESPECTRUMSTOORNIS

PREVALENTIE EN DIAGNOSTIEK VAN SLECHTHORENDHEID BIJ PERSONEN MET EEN VERSTANDELIJKE BEPERKING EN AUTISMESPECTRUMSTOORNIS Utrecht 2 november 2007 PREVALENTIE EN DIAGNOSTIEK VAN SLECHTHORENDHEID BIJ PERSONEN MET EEN VERSTANDELIJKE BEPERKING EN AUTISMESPECTRUMSTOORNIS CHRIS DE BAL DEP. LOGOPEDIE EN AUDIOLOGIE LESSIUS HOGESCHOOL

Nadere informatie

Verloop pieklatentie vs intensiteit

Verloop pieklatentie vs intensiteit Neonatale screening - OAE Audiometrie bij Jonge Kinderen Mogelijkheden en Valkuilen Arjan J Bosman Audiologisch Centrum UMC St Radboud Nijmegen Neonatale screening - ALGO Objectieve Diagnostiek Tympanometrie,

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Samenvatting. Vitamine D-tekort in een multi-etnische populatie; determinanten, prevalentie en consequenties

Samenvatting. Vitamine D-tekort in een multi-etnische populatie; determinanten, prevalentie en consequenties Samenvatting Vitamine D-tekort in een multi-etnische populatie; determinanten, prevalentie en consequenties Samenvatting 116 In de huid van het menselijk lichaam wordt, bij blootstelling aan zonlicht,

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Doven hebben vaker psychische hulpverlening nodig dan horenden

Doven hebben vaker psychische hulpverlening nodig dan horenden Doven hebben vaker psychische hulpverlening nodig dan horenden ONDERZOEK NAAR ZORGGEBRUIK EN ZORGBEHOEFTE WEGENS PSYCHISCHE PROBLEMEN BIJ DOVE EN ERNSTIG SLECHTHORENDE VOLWASSENEN Onlangs zijn de resultaten

Nadere informatie

Monitor. alcohol en middelen

Monitor. alcohol en middelen Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Monitor www.utrecht.nl/gggd alcohol en middelen www.utrecht.nl/volksgezondheid Thema 3 Gebruik van de verslavingszorg in Utrecht - 2012 1 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht,

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting.

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting. Feiten en cijfers Uitgave van de Nederlandse Hartstichting November 211 Beroerte Definitie Beroerte (in het Engels Stroke ), ook wel aangeduid met cerebrovasculaire aandoeningen/accidenten/ziekte (CVA),

Nadere informatie

Hoorzorg binnen een instelling

Hoorzorg binnen een instelling Hoorzorg binnen een instelling Ingrid Hertgers, logopedist/ M SEN logopedist s Heeren Loo Advisium Ermelo Marrianne van de Glind-Zwart, Logopedist/teamleider Pento AC Amersfoort s Heeren Loo Ermelo wonen

Nadere informatie

Facts & Figures Dementie

Facts & Figures Dementie Facts & Figures Dementie Inleiding Door de demografische ontwikkelingen neemt het aantal mensen met dementie de komende decennia sterk toe. Mensen worden steeds ouder en er komen meer ouderen. Omdat dementie

Nadere informatie

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd oinleiding 1 c Gewichtsstijging ontstaat wanneer de energie-inneming (via de voeding) hoger is dan het energieverbruik (door lichamelijke activiteit). De laatste decennia zijn er veranderingen opgetreden

Nadere informatie

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström 1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström Dr. S.A.M. van de Schans, S. Oerlemans, MSc. en prof. dr. J.W.W. Coebergh Inleiding Epidemiologie is de wetenschap die eenvoudig gezegd

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Leesvaardigheid DSH leerlingen 2000

Leesvaardigheid DSH leerlingen 2000 Na tien jaar leesonderwijs passende resultaten? Loes Wauters Harry Knoors Simeacongres Passende Antwoorden, Lunteren, 12 april 2012 Leesvaardigheid DSH leerlingen 2000 Hoofdstuk 2 laat zien dat de begrijpend

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 217 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk op

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Rijssen-Holten epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Rijssen-Holten en de factoren

Nadere informatie

Samenvatting en beschouwing

Samenvatting en beschouwing Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (MW van der Linden, GP Westert, DH de Bakker, FG Schellevis. Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen

Nadere informatie

5 jaar AABR neonatale gehoorscreening in Nederlandse NICU s

5 jaar AABR neonatale gehoorscreening in Nederlandse NICU s 5 jaar AABR neonatale gehoorscreening in Nederlandse NICU s Irma van Straaten kinderarts-neonatoloog Isala klinieken Zwolle Paul Verkerk arts epidemioloog TNO Kwaliteit van Leven Leiden Mw Dr HLM van Straaten

Nadere informatie

Cijfers over dementie

Cijfers over dementie Cijfers over dementie Inleiding Door de demografische ontwikkelingen neemt het aantal mensen met dementie de komende decennia sterk toe. Mensen worden steeds ouder en er komen meer ouderen. Omdat dementie

Nadere informatie

De Fluisterkaart voor verstandelijk gehandicapten

De Fluisterkaart voor verstandelijk gehandicapten Onderzoek De Fluisterkaart voor verstandelijk gehandicapten Evaluatie van een aangepaste fluisterspraaktest HM Evenhuis, IS Hilgeman, AJ Bosman, JAPM de Laat Samenvatting Evenhuis HM, Hilgeman IS, Bosman

Nadere informatie

Bewegen en overgewicht in Purmerend

Bewegen en overgewicht in Purmerend Bewegen en overgewicht in Purmerend In opdracht van: Spurd, Marianne Hagenbeuk Uitgevoerd door: Monique van Diest Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend mei 2009 Verkrijgbaar

Nadere informatie

SAMENVATTING VOOR DE NIET MEDISCH ONDERLEGDE LEZER

SAMENVATTING VOOR DE NIET MEDISCH ONDERLEGDE LEZER 9 SAMENVATTING VOOR DE NIET MEDISCH ONDERLEGDE LEZER In dit proefschrift zijn de eerste resultaten van de DECIBEL-study besproken. DECIBEL is het acroniem voor DEVELOPMENTAL EVALUATION OF CHILDREN: IMPACT

Nadere informatie

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek Straatintimidatie Amsterdam Factsheet 201 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Directie Openbare Orde en Veiligheid Projectnummer: 11 Beek, Eliza van der Smeets, Harry Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

Samenvatting. 11 Samenvatting

Samenvatting. 11 Samenvatting Samenvatting Cochleaire implantatie (CI) is een ingreep die tot doel heeft de gehoorstoornis van mensen met aangeboren of verworven doofheid te verminderen. Het implantaat stimuleert via elektroden die

Nadere informatie

Inclusief levendgeboren kinderen, doodgeboren kinderen en afgebroken zwangerschappen.

Inclusief levendgeboren kinderen, doodgeboren kinderen en afgebroken zwangerschappen. Factsheet Aangeboren hartafwijkingen bij kinderen Cijfers en feiten Prevalentie Aangeboren hartafwijkingen betreffen aanlegstoornissen in de structuur van het hart en/of de grote vaten. De gemiddelde totale

Nadere informatie

Inhoud. Gelijk aan gele katern Artikel 4 slechthorend:

Inhoud. Gelijk aan gele katern Artikel 4 slechthorend: é!"#$$ Inhoud - Historie van regelgeving en huidige regelgeving - Enige resultaten van - Overeenkomsten en verschillen tussen kinderen met hoortoestellen en met CI - Voorstellen voor toekomstige regelgeving

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40

Nadere informatie

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013 Samenvatting Losser Versie 1, oktober 2013 Lage SES, bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Losser In de gemeente Losser wonen 22.552 mensen; 11.324 mannen en 11.228 vrouwen. Als we de verschillende

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2008

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2008 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Kernboodschappen Gezondheid Losser Kernboodschappen Gezondheid Losser De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Losser epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Losser en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Samenvatting. J. Nachtegaal, S.E. Kramer, J.M. Festen (Amsterdam)

Samenvatting. J. Nachtegaal, S.E. Kramer, J.M. Festen (Amsterdam) Samenvatting Associatie tussen gehoorverlies en psychosociale gezondheid bij 18 tot 70 jarigen: eerste resultaten van de Nationale Longitudinale Studie naar Horen (NL-SH). J. Nachtegaal, S.E. Kramer, J.M.

Nadere informatie

2. De niet-westerse derde generatie

2. De niet-westerse derde generatie 2. De niet-westerse derde generatie Op 1 januari 23 woonden in Nederland tussen de 34 duizend en 36 duizend personen met ten minste één grootouder die in een niet-westers land is geboren. Dit is ruim eenderde

Nadere informatie

KERNCIJFERS ROKEN 2017

KERNCIJFERS ROKEN 2017 OKTOBER 2018 KERNCIJFERS ROKEN 2017 DE LAATSTE CIJFERS OVER ROKEN, STOPPEN MET ROKEN, MEEROKEN EN HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE SIGARETTEN ROKEN IN NEDERLAND 23,1% van de volwassenen (18 jaar en ouder)

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

GHB hulpvraag in Nederland

GHB hulpvraag in Nederland GHB hulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor GHB problematiek in de verslavingszorg 2007-2012 Houten, mei 2013 Stichting IVZ GHB hulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen

Nadere informatie

Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie

Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie C.J. Leemrijse M.Bongers M. Nielen W. Devillé ISBN 978-90-6905-995-2 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 23 oktober 29, week 43 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) verdubbeld

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Ad 1: voor de VTV is gekozen omdat dit de meest toonaangevende en recente voorspelling op dit moment is. Daar waar demografische ontwikkelingen in de

Ad 1: voor de VTV is gekozen omdat dit de meest toonaangevende en recente voorspelling op dit moment is. Daar waar demografische ontwikkelingen in de 1 2 Ad 1: voor de VTV is gekozen omdat dit de meest toonaangevende en recente voorspelling op dit moment is. Daar waar demografische ontwikkelingen in de KAM regio afwijken zal dit kwalitatief worden benoemd.

Nadere informatie

Landelijke abortusregistratie 2011

Landelijke abortusregistratie 2011 Landelijke abortusregistratie 2011 Deze factsheet doet verslag van de abortuscijfers, gebaseerd op gegevens die zijn verzameld voor de Landelijke abortusregistratie (LAR). Als aanvulling hierop wordt ook

Nadere informatie

Auditieve verwerkingsproblemen

Auditieve verwerkingsproblemen Auditieve verwerkingsproblemen definitie, diagnostiek, (be)handelen Jessica van Herel de Frel Logopedist / spraak taalpatholoog Koninklijke Auris Groep, AC Rotterdam j.v.herel@auris.nl 19 april 2012 Inhoud

Nadere informatie

GO Jeugd 2008 Seksualiteit

GO Jeugd 2008 Seksualiteit GO Jeugd 2008 Seksualiteit Samenvatting seksualiteit Uit de gegevens van GO Jeugd 2008 van GGD Fryslân blijkt dat 22% van de Friese 12 t/m 18 jongeren wel eens geslachtsgemeenschap heeft gehad. De helft

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Gebruik van huisartsenzorg bij financieel kwetsbare welzijnszorggebruikers

Gebruik van huisartsenzorg bij financieel kwetsbare welzijnszorggebruikers Gebruik van huisartsenzorg bij financieel kwetsbare welzijnszorggebruikers Annelien Poppe Evelyn Verlinde Prof. dr. Sara Willems Prof. dr. Jan De Maeseneer Onderzoeksthema s Gezondheidstoestand van de

Nadere informatie

Welke allochtonen komen er in de Jeugd-GGZ: toegankelijkheid en diagnostiek. Albert Boon & Anna de Haan

Welke allochtonen komen er in de Jeugd-GGZ: toegankelijkheid en diagnostiek. Albert Boon & Anna de Haan Welke allochtonen komen er in de Jeugd-GGZ: toegankelijkheid en diagnostiek. Albert Boon & Anna de Haan Iedereen met psychiatrische problemen Filter 1 Hulpzoekenden Filter 2 Herkende problemen Filter 3

Nadere informatie

Allochtone doven Zij hebben naast hun doofheid ook nog te maken met een andere cultuur dit maakt hen tot een aparte

Allochtone doven Zij hebben naast hun doofheid ook nog te maken met een andere cultuur dit maakt hen tot een aparte Werkstuk door een scholier 1537 woorden 15 januari 2004 6,7 94 keer beoordeeld Vak ANW Doofheid Soorten doofheid Bij het vaststellen van de soorten doofheid wordt er gekeken naar de volgende afwijkingen:

Nadere informatie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting

Nadere informatie

Achterblijvers in de bijstand

Achterblijvers in de bijstand Achterblijvers in de Paula van der Brug, Mathilda Copinga en Maartje Rienstra Van de mensen die in 2001 in de kwamen, was 37 procent eind 2003 nog steeds afhankelijk van een suitkering. De helft van deze

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Patiëntregistratie. 9.1 Inleiding. 9.2 Variabelen en meetinstrumenten

Patiëntregistratie. 9.1 Inleiding. 9.2 Variabelen en meetinstrumenten 9 Patiëntregistratie 9.1 Inleiding 81 In dit hoofdstuk wordt de patiëntregistratie beschreven. De patiëntregistratie is een van de zes gegevensverzamelingsmodules van de Tweede Nationale Studie. Het doel

Nadere informatie

Suïcide(poging) Inleiding. Methode. Resultaten. Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)( )

Suïcide(poging) Inleiding. Methode. Resultaten. Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)( ) Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)(1978-2017) Inleiding In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt dit onderwerp sinds 1978 in de peilstations onderzocht. Ook

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Tweede primaire tumoren en excessieve sterfte na retinoblastoom

Nederlandse samenvatting. Tweede primaire tumoren en excessieve sterfte na retinoblastoom Nederlandse samenvatting Tweede primaire tumoren en excessieve sterfte na retinoblastoom Retinoblastoom is een kwaadaardige oogtumor die ontstaat in het netvlies. Deze vorm van oogkanker is zeer zeldzaam

Nadere informatie

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 Lian Kösters, Paul den Boer en Bob Lodder* Inleiding In dit artikel wordt de arbeidsparticipatie in Nederland tussen 1970

Nadere informatie

Aangeboren doofblindheid

Aangeboren doofblindheid Aangeboren doofblindheid Het ondersteunen van kinderen en volwassenen met beperkingen in zien en horen sinds de geboorte of vlak daarna Saskia Damen Mijkje Worm Bartiméus wil kennis en ervaring over de

Nadere informatie

Leeswijzer levensverwachting tabellen

Leeswijzer levensverwachting tabellen Leeswijzer levensverwachting tabellen Om inzicht te krijgen in de lokale gezondheidssituatie zijn de levensverwachting (LV) en varianten van de gezonde levensverwachting belangrijke gezondheidsmaten. Dit

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Tuberculosis case finding in South Africa Claassens, M.M. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Tuberculosis case finding in South Africa Claassens, M.M. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Tuberculosis case finding in South Africa Claassens, M.M. Link to publication Citation for published version (APA): Claassens, M. M. (2013). Tuberculosis case finding

Nadere informatie

VWVJ. Karen Van Doorslaer Referatendag - 15/12/2006 ONTWIKKELING VAN STANDAARD GEHOORONDERZOEK IN HET CLB

VWVJ. Karen Van Doorslaer Referatendag - 15/12/2006 ONTWIKKELING VAN STANDAARD GEHOORONDERZOEK IN HET CLB ONTWIKKELING VAN STANDAARD VWVJ GEHOORONDERZOEK IN HET CLB Karen Van Doorslaer Referatendag - 15/12/2006 Inhoud 1. Het opstellen van een screeningsprogramma 2. Ontwikkeling van standaard GEHOOR : Afgelegde

Nadere informatie

Vaccineren tegen Diarree; Wel of Niet? (of een beetje ) Patricia Bruijning-Verhagen

Vaccineren tegen Diarree; Wel of Niet? (of een beetje ) Patricia Bruijning-Verhagen Vaccineren tegen Diarree; Wel of Niet? (of een beetje ) Patricia Bruijning-Verhagen Patient SEH, 10 uur s avonds Joanna, 20 maanden oud Verpleegkundige belt: bedreigd kind Bij binnenkomst: Lethargisch

Nadere informatie

Richtlijn screening op diabetes type 2 goedgekeurd door ALV op 17 september 2015

Richtlijn screening op diabetes type 2 goedgekeurd door ALV op 17 september 2015 Richtlijn screening op diabetes type 2 goedgekeurd door ALV op 17 september 2015 VSG2267-1 - Goedgekeurd door ALV op 17-09-2015 Inhoudsopgave Inleiding 3 Algemeen 3 Meting en nauwkeurigheid 3 Interpretatie

Nadere informatie

Spraakverstaan met CI resultaten en verruimde indicatiecriteria

Spraakverstaan met CI resultaten en verruimde indicatiecriteria Spraakverstaan met CI resultaten en verruimde indicatiecriteria Peter-Paul Boermans Jeroen Briare Janette van Dijhuizen Johan Frijns Centrum voor Audiologie en Hoorimplantaten Leids Universitair Medisch

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Kernboodschappen Gezondheid Enschede Kernboodschappen Gezondheid Enschede De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Enschede epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Enschede en de factoren die hierop van

Nadere informatie

Lichamelijke gezondheid

Lichamelijke gezondheid 1. Ervaren gezondheid en ziekte en aandoeningen De beoordeling van de eigen gezondheid, de ervaren gezondheid, is een indicatie voor de kwaliteit die iemand aan het leven toeschrijft. Afhankelijk van de

Nadere informatie

De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking

De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking Kenmerken van ADHD en de Theory of Mind 1 De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking The Influence of Characteristics of ADHD on Theory

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland en in Nederland Ingrid Beckers In 22 waren er in Nederland ruim anderhalf miljoen arbeidsgehandicapten. Dit komt overeen met 14,7 procent van de 15 64-jarigen. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Hoe verhoudt de psychosociale gezondheid van volwassenen met een CI zich tot die van volwassenen met en zonder gehoorverlies? Resultaten van de NL-SH

Hoe verhoudt de psychosociale gezondheid van volwassenen met een CI zich tot die van volwassenen met en zonder gehoorverlies? Resultaten van de NL-SH Hoe verhoudt de psychosociale gezondheid van volwassenen met een CI zich tot die van volwassenen met en zonder gehoorverlies? Resultaten van de NL-SH Jizzo Bosdriesz Mariska Stam Cas Smits Sophia Kramer

Nadere informatie

CULTURELE HERKOMST VAN CLIËNTEN IN DE GGZ EN VERSLAVINGSZORG

CULTURELE HERKOMST VAN CLIËNTEN IN DE GGZ EN VERSLAVINGSZORG CULTURELE HERKOMST VAN CLIËNTEN IN DE GGZ EN VERSLAVINGSZORG 1 Culturele herkomst van cliënten in de ggz en verslavingszorg Aantal cliënten in de GGZ naar land van herkomst Aantal cliënten in 2006 Aantal

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen In publiceerde de toenmalige oedingsraad de Nederlandse voedingsnormen. Deze waren hoofdzakelijk gericht op de preventie van deficiëntieverschijnselen. De laatste

Nadere informatie

Documentatierapport Persoonskenmerken van alle in de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) ingeschreven personen (GBAPERSOONTAB)

Documentatierapport Persoonskenmerken van alle in de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) ingeschreven personen (GBAPERSOONTAB) Centrum voor Beleidsstatistiek en Microdata Services Documentatierapport Persoonskenmerken van alle in de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) ingeschreven personen (GBAPERSOONTAB) Datum: 29 juli 2015

Nadere informatie

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten The relationship between depression symptoms, anxiety symptoms,

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen

Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Haaksbergen epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Haaksbergen en de factoren die hierop

Nadere informatie

CHAPTER. Samenvatting

CHAPTER. Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting CHAPTER 9 Klachten aan pols en hand komen veel voor; bij 9 tot 12.5% van de Nederlandse volwassenen. Niet alle mensen bezoeken de huisarts voor pols- of handklachten. De huisarts

Nadere informatie

Ervaren hinder omwonenden Rotterdam The Hague Airport

Ervaren hinder omwonenden Rotterdam The Hague Airport Ervaren hinder omwonenden Rotterdam The Hague Airport Gezondheidsmonitor Aanleiding De GGD Rotterdam-Rijnmond heeft in februari 2017 een advies opgesteld over gezondheidseffecten van vliegverkeer van de

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In de tabellen

Nadere informatie

Hoofdstuk 20. Gezondheid en informatie

Hoofdstuk 20. Gezondheid en informatie Hoofdstuk 20. Gezondheid en informatie Samenvatting Bijna de helft van de Leidenaren heeft in de afgelopen 12 maanden wel eens informatie gezocht over gezondheid. Het meest wordt informatie gezocht over

Nadere informatie

1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) ( )

1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) ( ) 1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) (1978-2016) Inleiding In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt dit onderwerp sinds 1978 in de peilstations onderzocht. Ook

Nadere informatie

Te veel type-2-diabetespatiënten worden in de tweede lijn behandeld

Te veel type-2-diabetespatiënten worden in de tweede lijn behandeld Te veel type-2-diabetespatiënten worden in de tweede lijn behandeld dr. Paul Janssen, huisarts Nederlands Huisartsen Genootschap, afd. Richtlijnontwikkeling en Wetenschap 1. Toenemende prevalentie type

Nadere informatie

Basisschooladviezen en etniciteit Onderzoeksverslag, 29 januari 2007

Basisschooladviezen en etniciteit Onderzoeksverslag, 29 januari 2007 Afdeling Onderwijs Team Monitoring & Bedrijfsvoering Basisschooladviezen en etniciteit Onderzoeksverslag, 29 januari 2007 Verwijderd: Bassischooladv iezen Vraagstelling Dit onderzoek is uitgevoerd om antwoord

Nadere informatie

Geleidelijk ontstane sportblessures

Geleidelijk ontstane sportblessures Geleidelijk ontstane sportblessures in Nederland Blessurecijfers Samenvatting In 2013 liepen sporters 1,4 miljoen blessures op die geleidelijk ontstonden. Dat is bijna een derde (31%) van de 4,5 miljoen

Nadere informatie

Toepassing spraak-in-ruis screeningtest voor lawaaislechthorendheid in arbeidsgeneeskunde

Toepassing spraak-in-ruis screeningtest voor lawaaislechthorendheid in arbeidsgeneeskunde Toepassing spraak-in-ruis screeningtest voor lawaaislechthorendheid in arbeidsgeneeskunde Monique Leensen Wouter Dreschler Presentatie NVA-wintervergadering 27-01-2012 Onderzoek i.o.v. Arbouw 1 Achtergrond

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Signaal. Signaal. Mensen met een beperking in Den Haag

Signaal. Signaal. Mensen met een beperking in Den Haag Signaal Signaal Uitgave Auteurs Informatie Onderzoek en Marlies Diepeveen Marlies Diepeveen Integrale Vraagstukken 070-3535386 Nr 9, Jaargang 2007 m.diepeveen@ocw.denhaag.nl Oplage Redactieadres Internet

Nadere informatie

Overgewicht en Obesitas op Curaçao

Overgewicht en Obesitas op Curaçao MINISTERIE VAN Gezondheid, Milieu & Natuur Volksgezondheid Instituut Curaçao Persbericht Overgewicht en Obesitas op Curaçao In totaal zijn 62,6% van de mannen en 67,3% van de vrouwen op Curaçao te zwaar,

Nadere informatie

Audiologische zorg na prenatale CMV infectie Yvonne Simis, Cas Smits, Theo Goverts

Audiologische zorg na prenatale CMV infectie Yvonne Simis, Cas Smits, Theo Goverts udiologische zorg na prenatale CMV infectie Yvonne Simis, Cas Smits, Theo Goverts 22 maart 2013 Zorg bij CMV in het C Eén virus Zeven kinderen Zeven routes van/naar het C Zeven trajecten binnen het C Prenataal

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie

"Een goede oude dag, zo doen wij dat..."

Een goede oude dag, zo doen wij dat... Slechter zien en slechter horen; kijk en luister naar de cliënt een goede oude dag, zo doen wij dat Conny van den Brand, logopediste Sara Clappers, gedragsdeskundige Inhoud Voorstellen Visus: - Visuele

Nadere informatie