Op 1 augustus 2000 is een revisievergunning conform artikel 8.4 van de Wet milieubeheer verleend. kg NH 3 /dierpl aats.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Op 1 augustus 2000 is een revisievergunning conform artikel 8.4 van de Wet milieubeheer verleend. kg NH 3 /dierpl aats."

Transcriptie

1 Burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland, hebben besloten een nieuwe, de gehele inrichting omvattende vergunning te verlenen als bedoeld in artikel 8.4 van de Wet milieubeheer naar aanleiding van het op 2 juni 2006 ontvangen verzoek van Maatschap L. en J. en N. Severt-Zemann,, 7156 NK in Beltrum om een nieuwe, de gehele inrichting omvattende vergunning voor een melkrundvee- en vleesvarkenshouderij, gelegen aan de in Beltrum, kadastraal bekend: gemeente Eibergen, sectie T nr Naam : Maatschap L. en J. en N. Severt-Zemann Adres : Postc. + woonplaats : Adres inrichting : Postc. + woonplaats : Kenmerk : Wm ONTVANKELIJKHEID De ingediende aanvraag voldoet aan het gestelde in hoofdstuk 5 gegevensverstrekking van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer en levert derhalve voldoende informatie op voor een goede beoordeling van de aanvraag. Het wordt van belang geacht de volgende bescheiden deel uit te laten maken van onderhavige milieuvergunningaanvraag: Het aanvraagformulier d.d. 1 juni 2006, bij ons binnengekomen d.d. 2 juni 2006; De plattegrondtekening d.d. 8 mei 2006, laatst gewijzigd 18 mei 2006, kenmerk MV 1; 2. PROCEDURE De procedure is uitgevoerd overeenkomstig hoofdstuk 13 van de Wet milieubeheer en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. De aanvraag is getoetst aan de criteria die zijn gesteld in artikel 8.8 van de Wet milieubeheer. De ontwerpbeschikking heeft vanaf 16 augustus 2006 gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage gelegen. Tegen het ontwerp zijn geen zienswijzen ingediend. De definitieve beschikking ligt vanaf 1 november 2006 tot en met 12 december 2006 voor een ieder ter inzage. De ter inzage legging zal worden gepubliceerd in het Achterhoeks-Nieuws. 3. BEOORDELING GEVOLGEN VOOR HET MILIEU 3.1 Beschrijving bedrijfsactiviteiten Onderhavig bedrijf betreft een melkrundvee- en vleesvarkenshouderij. Het bedrijf is gelegen in het buitengebied van Beltrum. Tevens is het bedrijf gelegen in een verwevingsgebied zoals bedoeld in de Reconstructiewet Bestaande situatie Op 1 augustus 2000 is een revisievergunning conform artikel 8.4 van de Wet milieubeheer verleend. Er is vergunning verleend voor het houden van de volgende aantallen dieren: Ammoniakemissie Geuremissie Diercategorie Rav-code Aantal dieren kg NH 3 /dierpl aats Totaal kg NH 3 mve factor Totaal mve Melkkoeien A ,0 836,0 Jongvee A ,9 120,9 Vleesvarkens D ,5 975,0 1,0 390, ,9 390,0 Mts. Severt-Zemann Pagina 1 van 27

2 3.1.2 Nieuwe situatie Op 2 juni 2006 is een aanvraag om een nieuwe, de gehele inrichting omvattende, vergunning (revisievergunning) als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid van de Wet milieubeheer ingediend. De veranderingen ten opzichte van de bestaande situatie binnen de inrichting bestaan hoofdzakelijk uit: - het uitbreiden van het aantal de houden dieren 43 melkkoeien (beweiden), 1x jongvee en 11 fokstieren; - het uitbreiden van een bestaande ligboxenstal; Er wordt nu vergunning aangevraagd voor het houden van de volgende aantallen dieren: Ammoniakemissie Geuremissie Diercategorie Rav-code Aantal dieren kg NH 3 /dierplaats Totaal kg NH 3 mve factor Totaal mve Melkkoeien A ,5 408,5 Melkkoeien A ,0 836,0 Jongvee A ,9 124,8 Overig rundvee ouder dan A ,5 104,5 2 jr Vleesvarkens D ,5 975,0 1,0 390, ,8 390,0 Overige niet nader omschreven bedrijfsveranderingen zijn van ondergeschikt belang en worden om die reden dan ook niet nader genoemd. 3.2 Nationale regelgeving Wet milieubeheer (Wm) Op 1 maart 1993 is de Wet milieubeheer in werking getreden. In het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Ivb), welke op basis van de Wet milieubeheer in werking is getreden, worden categorieën van inrichtingen aangewezen die nadelige gevolgen voor het milieu kunnen veroorzaken. In categorie 8 wordt het (bedrijfsmatig of qua omvang als zijnde bedrijfsmatig) houden van dieren als een zodanige activiteit aangewezen. Onderhavig bedrijf valt verder onder de categorieën 1.1 lid a. en b., 5.1, 7.1 lid a. en 8.1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer. Indien geen algemene regels (titel 8.2 Wm) van toepassing zijn, zijn deze activiteiten op basis van artikel 8.1 Wm vergunningplichtig. Binnen de inrichting is een mestsilo aanwezig. Deze mestsilo valt onder de voorwaarden van het Besluit mestbassins milieubeheer. Op het mestbassin zijn dus Algemene regels van toepassing. Het mestbassin dient te voldoen aan de voorschriften gesteld in voornoemd besluit. De overige activiteiten van het bedrijf zijn vergunningplichtig. Artikel 8.10, lid 1 Wm bepaalt dat de vergunning slechts in het belang van de bescherming van het milieu kan worden geweigerd. Ingevolge Artikel 8.11, lid 2 Wm kan een vergunning in het belang van de bescherming van het milieu onder beperkingen worden verleend. Artikel 8.11, lid 3 Wm bepaalt dat aan een milieuvergunning die voorschriften verbonden worden, die nodig zijn ter bescherming van het milieu. Voorzover door het verbinden van voorschriften aan de vergunning de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, niet kunnen worden voorkomen, worden aan de vergunning de voorschriften verbonden, die de grootst mogelijke bescherming bieden tegen die gevolgen, tenzij dat redelijkerwijs niet kan worden gevergd. Mts. Severt-Zemann Pagina 2 van 27

3 Uit dit samenstel van bepalingen volgt dat de vergunning moet worden geweigerd, indien de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken door het stellen van voorschriften en beperkingen niet kunnen worden voorkomen dan wel niet voldoende kunnen worden beperkt. In onderhavige situatie kan door het stellen van voorschriften het milieu, volgens de huidige normen en inzichten, in voldoende mate worden beschermd Wet ammoniak en veehouderij (Wav) De beoordeling van de aanvaardbaarheid van de door de veehouderij veroorzaakte ammoniakemissie bij beslissingen inzake de vergunningverlening vindt plaats aan de hand van de Wet ammoniak en veehouderij (Wav) (Stbl. nr. 207, 7 mei 2002), de brief van de minister van VROM (d.d. 26 maart 2002, kenmerk BWL/ ) en de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) (Stct. nr. 82, 1 mei 2002, laatst gewijzigd 15 juli 2005). Artikel 3, lid 1 Wav geeft aan dat bij de beslissing inzake een vergunning voor de oprichting of verandering van een veehouderij, de gevolgen van de ammoniakemissie uit de tot de veehouderij behorende dierenverblijven dient te worden betrokken. Dit uitsluitend op de wijze, aangegeven bij of krachtens de artikelen 4 tot en met 7 van de Wav. Artikel 3, lid 2 Wav geeft aan dat er bij de beslissing inzake het oprichten of veranderen van een veehouderij rekening dient te worden gehouden met directe ammoniakschade. Onder directe ammoniakschade wordt verstaan de directe opname door planten en bomen van ammoniak, afkomstig uit dierenverblijven. Dergelijke schade wordt beoordeeld op basis van de Wet milieubeheer. Van directe ammoniakschade is volgens het IPO-rapport R-254, Stallucht en planten, van 1981 vooral sprake bij coniferen en fruitbomen dichtbij varkens- of kippenstallen. Binnen en nabij de inrichting aan de Waterdijk is dergelijke begroeiing niet aanwezig. Artikel 6, lid 1 Wav geeft aan dat een vergunning voor het veranderen van een veehouderij wordt geweigerd, indien de aanvraag betrekking heeft op een uitbreiding van het aantal dieren van een of meer diercategorieën en een tot de veehouderij behorend dierenverblijf geheel of gedeeltelijk is gelegen in een kwetsbaar gebied, dan wel in een zone van 250 meter rond een zodanig gebied. Artikel 6, lid 2 Wav geeft aan dat indien geen van de tot de veehouderij behorende dierenverblijven geheel of gedeeltelijk is gelegen in een kwetsbaar gebied, dan wel in een zone van 250 meter rond een zodanig gebied, een vergunning voor het veranderen van een veehouderij wordt geweigerd, indien: - de veehouderij onder de reikwijdte van Richtlijn nr EG van de Raad van de Europese Unie van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (PbEG L 257) valt, en: - de toename van de ammoniakemissie uit de dierenverblijven als gevolg van de uitbreiding een belangrijke toename van de verontreiniging veroorzaakt. Het bedrijf ligt volgens de kaart behorend bij het besluit van GS, d.d. 1 juli 2003, niet binnen een kwetsbaar gebied, danwel binnen een zone van 250 meter van een kwetsbaar gebied. Tevens vallen de bedrijfsactiviteiten niet onder de reikwijdte van Richtlijn nr. 96/61/EG van de Raad van de Europese Unie van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (PbEG L 257) Ontwerpbesluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (AMvB Huisvesting) Op grond van het Ontwerpbesluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij mag, indien in de veehouderij dieren worden gehuisvest van een categorie waarvoor in de bijlage bij het besluit een maximale emissiewaarde is aangegeven, voor die dieren geen huisvestingssysteem worden toegepast met een emissiefactor die hoger is dan de maximale emissiewaarde. Tot het moment van inwerkingtreden van het voornoemde besluit, dienen de emissiewaarden uit de Regeling ammoniak en veehouderij te worden toegepast. Mts. Severt-Zemann Pagina 3 van 27

4 3.2.4 Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) De regeling is in werking getreden op 8 mei 2002, de datum waarop de Wet ammoniak en veehouderij in werking is getreden en laatst gewijzigd op 15 juli Ingevolge artikel 5 Rav gelden, tot op het moment van het van kracht worden van een algemene maatregel als bedoeld in artikel 8.44 van de Wet milieubeheer met betrekking tot de maximale emissiewaarden, voor de toepassing van de Wav de waarden die zijn opgenomen in bijlage 2 van de Regeling ammoniak en veehouderij. Nieuw te bouwen stallen dienen direct te voldoen aan de in bijlage 2 van de Rav genoemde maximale emissiewaarden. In de onderhavige inrichting vindt uitbreiding plaats in dieren, namelijk 43 melkkoeien (met weidegang), 11 overig jongvee ouder dan 2 jaar en 1 jongvee. De inrichting maakt voor een deel, de reeds vergunde melkkoeien gebruik van permanent opstallen. Bij de uitbreiding heeft de vergunningaanvrager aangegeven dat het aantal uit te breiden melkkoeien over de zomermaanden weidegang krijgen. Voor melkrundvee wordt ingeval van beweiding geen emissiearme stalsystemen voorgeschreven. De vereiste emissiereductie moet door middel van voermaatregelen worden gerealiseerd. Het stalsysteem blijft echter gelijk (permanent opstallen), bij dit systeem is de ammoniakemissie 11,0 kg NH3 per jaar. Aangezien de 43 melkkoeien over weidegang beschikken, namelijk 9,5 kg NH3 per jaar, kan worden gestel dat de nadelige gevolgen voor het milieu worden beperkt. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste voor de inrichting in aanmerking komende best beschikbare technieken worden toegepast (artikel 8.11, Wet milieubeheer). Aan de huisvesting voor fokstieren zijn (nog) geen emissie-eisen gesteld. Verder zijn nog geen staltypen voor fokstieren bekend waarvan wetenschappelijk is vastgesteld dat deze een verminderde ammoniakemissie kennen (een zogenoemde Groen labelstal). Een dergelijk staltype kan ons inziens dan ook niet in redelijkheid worden gevergd. 3.3 Europese regelgeving IPPC-richtlijn De richtlijn inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (IPPC-richtlijn 96/61/EG) is opgesteld om te komen tot een geïntegreerd EU-milieubeleid en is gericht op de industrie. Ook een deel van de intensieve Nederlandse veehouderijbedrijven vallen onder de richtlijn. De richtlijn geldt voor nieuwe installaties, oude hebben een overgangstermijn van 8 jaar en moeten in 2007 voldoen. Voor de landbouw heeft de richtlijn betrekking op de intensieve veehouderijbedrijven met: Aantal Diersoort plaatsen voor pluimvee plaatsen voor vleesvarkens (zwaarder dan 30 kg) 750 plaatsen voor zeugen De aangevraagde situatie betreft het houden melkkoeien, overig rundvee ouder dan 2 jaar en jongvee op het bedrijf zijn 390 vleesvarkens (zwaarder dan 30 kg) aanwezig, de vleesvarkens nemen niet in aantal toe. De drempelwaarde van 2000 vleesvarkens genoemd in de IPPC-richtlijn wordt hierbij niet overschreden. De IPPC-richtlijn is niet van toepassing op de aangevraagde situatie MER-richtlijn Op 6 juli 1999 is het gewijzigde Besluit milieu-effectrapportage 1994 (mer) in werking getreden (Staatsblad 224, 199). In de bijlage van dit besluit worden de activiteiten beschreven waarvoor een mer-plicht of mer-beoordelingsplicht geldt. Mts. Severt-Zemann Pagina 4 van 27

5 2 Bijlage behorend bij het Besluit Milieu-effectrapportage 1994 Onderdeel Activiteiten Mer-plicht Mer-beoordelingsplicht C/D 14 De oprichting van een inrichting voor het fokken, mesten of houden van pluimvee of varkens In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een inrichting met meer dan: plaatsen voor mesthoenders, plaatsen voor hennen, plaatsen voor mestvarkens, of 900 plaatsen voor zeugen. In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op: of meer plaatsen voor mesthoenders, of meer plaatsen voor hennen, of meer plaatsen voor mestvarkens, of 350 of meer plaatsen voor zeugen. De aangevraagde situatie betreft het realiseren van 43 melkkoeien, 11 overig rundvee ouder dan 2 jaar en 1 stuks jongvee. Het aantal vleesvarkens binnen de inrichting blijft gelijk. De drempelwaarde van 2200 plaatsen voor vleesvarkens, zoals genoemd in het Besluit milieu-effectrapportage 1994, wordt hierbij niet overschreden. Derhalve is het Besluit milieu-effectrapportage 1994 niet van toepassing op de aangevraagde situatie Habitatrichlijn De aanvraag dient getoetst te worden aan de Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitat en de wilde flora en fauna (de Habitat-richtlijn). De Habitat-richtlijn bepaalt in artikel 6 lid 3: Voor elk plan of project dat niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van het gebied, maar afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor een dergelijk gebied, wordt een passende beoordeling gemaakt van de gevolgen voor het gebied, rekening houdend met de instandhoudingsdoelstellingen van dat gebied. Gelet op de conclusies van de beoordeling van de gevolgen voor het gebied en onder voorbehoud van het bepaalde in lid 4, geven de bevoegde nationale instanties slechts toestemming voor dat plan of project nadat zij de zekerheid hebben verkregen dat het de natuurlijke kenmerken van het betrokken gebied niet zal aantasten en nadat zij in voorkomend geval inspraakmogelijkheden hebben geboden. In de nabijheid van de inrichting (> 3 kilometer) zijn geen habitatgebieden gelegen. Er is hier geen sprake van een project zoals omschreven in de Richtlijn 85/337/EEG betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (zie paragraaf 3.3.2). Tevens is hier geen sprake van een toename van een belangrijke verontreiniging in de zin van de IPPCrichtlijn (zie paragraaf 3.3.1). Gezien het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat het bedrijf geen noemenswaardige nadelige invloed heeft op de natuurlijke kenmerken van dit gebied Stankhinder Algemeen Op 1 mei is de 2003 is de Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden en verwevingsgebieden in werking getreden. De werkingssfeer van deze wet is beperkt tot reconstructiegebieden waarvoor een reconstructieplan is bekend gemaakt. Voor de gemeente Berkelland is genoemd reconstructieplan op 30 mei 2005 bekend gemaakt zodat de bepalingen van deze wet dienen te worden toegepast. In de Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden wordt verwezen naar een bijlage, de Regeling stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelings- en verwevingsgebieden. Deze regeling is op 28 april 2003 gepubliceerd (Stcrt. 81). Op 28 augustus 2003 is er een wijziging op de regeling gepubliceerd (Stcrt. 165). In de regeling zijn nieuwe omrekenfactoren voor het bepalen van het aantal mestvarkeneenheden (mve) en de wijze van afstandsbepaling van veehouderijen tot een stankgevoelig object opgenomen. Mts. Severt-Zemann Pagina 5 van 27

6 3.4.2 Individuele stankhinder Voor veehouderijen die geheel of gedeeltelijk zijn gelegen in een landbouwontwikkelingsgebied, verwevingsgebied of een extensiveringsgebied met het primaat natuur geldt op basis van de Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden regels inzake stankemissie. De stankemissie van de dierenverblijven wordt omgerekend in mestvarkenseenheden. Aan de hand van het totaal aantal mestvarkenseenheden van het bedrijf wordt de minimale afstand tot een voor stank gevoelig object bepaald. In onderstaande tabel is de omschrijving van stankgevoelige objecten weergegeven volgens de stankwet van 16 mei 2002 (artikel 1, lid 2): Categorie Omschrijving stankgevoelig object I a. bebouwde kom met een stedelijk karakter; b. ziekenhuizen, sanatoria, internaten; c. objecten van verblijfsrecreatie (campings, hotels); II a. bebouwde kom of aangesloten woonbebouwing van beperkte omvang in een overigens agrarische omgeving (buurtschap, lintbebouwing); b. objecten van dagrecreatie (zwembaden, speeltuinen, sportvelden); III a. verspreid liggende niet-agrarische bebouwing die aan het betreffende buitengebied een overwegende woon- of recreatiefunctie verleent; IV a. verspreid liggende niet-agrarische bebouwing; b. woning behorende bij een agrarisch bedrijf, nietzijnde een veehouderij waar 50 of meer mestvarkenseenheden op grond van de vergunning aanwezig mogen zijn; V a. woning behorende bij een veehouderij waar 50 of meer mestvarkenseenheden op grond van de vergunning aanwezig mogen zijn. Het aantaal mestvarkenseenheden van de vergunningaanvraag is 390,0. Afstandseisen op basis van 390 mestvarkenseenheden: Categorie Gevoelig object Afstand Min. Afstand bij 390,0 mve I Niet aanwezig in directe omgeving > 250 meter 161 II Niet aanwezig in directe omgeving > 250 meter 129 III Niet aanwezig in directe omgeving > 250 meter 89 IV Waterdijk 2 78 meter 50 V Niet aanwezig in directe omgeving > 250 meter 50 Voor melkrundvee en jongvee zijn geen omrekeningsfactoren naar mestvarkeneenheden vastgesteld. Voor deze dieren gelden minimale afstanden. Afstandseisen op basis van vaste afstanden: Categorie Gevoelig object Afstand Min. Afstand I Niet aanwezig in directe omgeving > 250 meter 100 II Niet aanwezig in directe omgeving > 250 meter 100 III Niet aanwezig in directe omgeving > 250 meter 50 IV Waterdijk 2 78 meter 50 V Niet aanwezig in directe omgeving > 250 meter 50 Geconcludeerd kan worden dat het bedrijf voldoet aan de minimale afstandseisen. De vergunningaanvraag voldoet aan de Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden en verwevingsgebieden. 3.5 Bodem Het preventie bodembeschermingsbeleid is vastgesteld in de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten (NRB). Dit beleid is gericht op het realiseren van een verwaarloosbaar bodemrisico voor de reguliere bedrijfsvoering binnen de afzonderlijke bedrijfsonderdelen/installaties van een inrichting. Het bodemrisico is afhankelijk van de aard van de Mts. Severt-Zemann Pagina 6 van 27

7 activiteit en van de doelmatigheid van de getroffen of te treffen combinatie van bodembeschermende maatregelen en voorzieningen. Ter bestrijding van de effecten van grootschalige incidenten en ter beperking van de kans op afstromen van verontreinigde stoffen naar oppervlakte water worden in CPR-richtlijnen reps. het RIZAdocument Stand der Veiligheidstechniek bepaalde voorzieningen ook in die kaders afdoende bescherming bieden. In de Nederlandse Richtlijn Bodembeschermende voorzieningen (NRB) is een lijst opgenomen met activiteiten die als bodembedreigend worden beschouwd. Op grond van lijst 2 en tabel 3.2 van de NRB is de opslag van dierlijke meststoffen een bodembedreigende activiteit. Ook de opslag van dieselolie wordt in de NRB gezien als een bodembedreigende activiteit. Op grond van de NRB zou daarom in de vergunning een verplichting tot een nulsituatie-onderzoek moeten worden opgenomen. Voor een (intensief) veehouderijbedrijf met reguliere activiteiten heeft de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 21 januari 1997 in een uitspraak (E ) aangegeven dat, indien toereikende gedragsregels en voorzieningen met het oog op de bescherming van de bodem zijn voorgeschreven in een vergunning, zij ervan uitgaat dat er bij naleving van die voorschriften de kwaliteit van de bodem en het grondwater niet relevante mate nadelig zal worden beïnvloed. Een nul-situatie-onderzoek acht zij in dat geval niet noodzakelijk. Dit standpunt heeft zij herhaald in haar uitspraak van 15 januari 1998 (E ). De aangevraagde activiteiten kunnen worden gezien als regulier voor de agrarische bedrijfstak. In de vergunning zijn toereikende gedragsregels en voorzieningen met het oog op de bescherming van de bodem voorgeschreven, waarbij als uitgangspunt bodemrisico A van de NRB is gehanteerd, hetgeen neerkomt op een verwaarloosbaar risico op bodemverontreiniging. 3.6 Geluid In de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (1998) is bepaald dat bij het vaststellen van grenswaarden voor inrichtingen een drietal elementen te onderscheiden zijn, namelijk de streefwaarden, de grenswaarde van 50 db(a) en ontheffingen. De streefwaarden zijn afhankelijk van de aard van het gebied en het activiteitenniveau. Voor het vaststellen van een norm in een vergunning wordt onderscheid gemaakt in nieuwe en bestaande inrichtingen. De voornaamste geluidsbronnen binnen het bedrijf zijn de verkeersbewegingen van auto s en tractoren. Daarnaast zijn er activiteiten op het bedrijf die extra geluidsoverlast zouden kunnen geven, Het laden en lossen van dieren, het leveren van voer, het opzuigen van mest, het laden van afval en kadavers. Aan- en afvoerbewegingen (laden en lossen) kunnen vanwege het incidentele karakter in de dagperiode uitgesloten worden van toetsing aan het toelaatbare piekniveau. Om de geluidsproductie te bewaken is het noodzakelijk geluidseisen te stellen aan het agrarische bedrijf. De etmaalwaarde van het omgevingsgeluid is een maat voor de te stellen geluidsgrenswaarden. Met inachtneming van het karakter van de omgeving (landelijk gebied) bedragen (conform de Circulaire industrielawaai) de streefwaarden van het langtijdgemiddelde geluidsniveau (L Ar,LT ) de volgende: - 40 db(a) tussen en uur (dagperiode); - 35 db(a) tussen en uur (avondperiode); - 30 db(a) tussen en uur (nachtperiode). 3.7 Verruimde reikwijdte Energie Bij de beoordeling van de vergunningaanvraag is rekening gehouden met aspect zuinig omgaan met energie. Deze inrichting behoort niet tot een branche-organisatie waarmee een Meerjarenafspraak (MJA) energie-efficiency is afgesloten. De voorschriften met betrekking tot energie (registratie en onderzoek) zijn gebaseerd op de circulaire Energie in de milieuvergunning (bron: Ministerie van VROM/ Ministerie van EZ) Het energie verbruik van de inrichting is normaal. Het energieverbruik van de inrichting bestaat in hoofdzaak uit elektriciteit voor verlichting, warmwater en een heteluchtkanon op dieselolie voor Mts. Severt-Zemann Pagina 7 van 27

8 ruimteverwarming. Het elektriciteitsverbruik is minder dan kwh en het gasverbruik is lager dan m3 per jaar. Uit de vragenlijst veehouderijen behorend bij de aanvraag blijkt dat er binnen de inrichting reeds diverse energiebesparende maatregelen zijn getroffen. Gelet op het bovenstaande is het niet noodzakelijk een energieonderzoek voor te schrijven (Circulaire Energie in de milieuvergunning). Er worden wel voorschriften opgenomen waardoor men verplicht wordt het energieverbruik te registreren. Registratie van het gebruik wordt nuttig geacht om omvang en veranderingen in het energieverbruik te kunnen waarnemen. Er kan een stimulerende werking van uitgaan om in voorkomende gevallen kritisch het eigen verbruik door te lichten en zo nodig aanvullende voorzieningen te treffen. Een registratieverplichting is eenvoudig en niet onnodig bezwarend Water Onderhavige inrichting loost het spoel- en reinigingswater, het waswater van voertuigen en machines en het reinigingswater afkomstig van de melkinstallatie op de mestkelders. Het sanitaire afvalwater wordt op de gemeentelijk riolering geloosd. In de vergunningvoorschriften zijn bedrijfsspecifieke voorschriften inzake het lozen van dergelijk afvalwater opgenomen. Afvalwater dat mestresten bevat moet worden uitgereden volgens de uitrijdbepalingen voor mest. In het Besluit gebruik dierlijke meststoffen zijn hieromtrent regels opgenomen. Het bedrijf streeft naar de waterbesparing die mogelijk is omdat alle water dat in de mest terechtkomt als mest moet worden afgezet Grondstoffen De grondstoffen voor het bedrijf bestaan in hoofdzaak uit veevoer. Het bedrijf streeft ernaar de voerkosten zo laag mogelijk te houden. Aan het aspect van zuinig gebruik van grondstoffen wordt uit het oogpunt van kostenbesparing voldoende aandacht besteed Afvalstoffen De inrichting dient in het algemeen zo te worden gedreven dat er zo weinig mogelijk afval ontstaat. In de voorschriften wordt aandacht besteed aan de onderdelen opslag/overslag, scheiding en afvoer van (gevaarlijke) afvalstoffen. 4. CONCLUSIE Het vorenstaande geeft ons geen aanleiding de gevraagde milieuvergunning op grond van de Wet milieubeheer te weigeren. De mogelijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen worden voorkomen danwel tot een acceptabel niveau worden beperkt door aan de vergunning voorschriften te verbinden. 5. ANDERE ASPECTEN Bij de besluitvorming door het college van burgemeester en wethouders zijn de volgende aspecten betrokken: - de bestaande toestand van het milieu - de gevolgen voor (onderdelen van) het milieu, die de inrichting kan veroorzaken - toekomstige ontwikkelingen van de inrichting/in de omgeving - mogelijkheden tot bescherming van het milieu Tevens is bij de besluitvorming, voor zover van toepassing, rekening gehouden met de volgende aspecten: - het gemeentelijk milieubeleid - geldende richtwaarden De volgende aspecten zijn in acht genomen: - geldende grenswaarden - geldende instructieregels inzake de vergunningverlening - de provinciale milieuverordening Mts. Severt-Zemann Pagina 8 van 27

9 6 BESLUITEN Gezien de aanvraag en de daarin aangegeven middelen om de nadelige gevolgen voor het milieu te zoveel mogelijk te beperken, in combinatie met de door ons aan de vergunning te verbinden voorschriften, zijn wij van mening dat de gevraagde activiteiten op deze plaats toelaatbaar is. Het college van burgemeester en wethouders van Berkelland besluit, gelet op de desbetreffende bepalingen van de Wet milieubeheer, de Wet ammoniak en veehouderij, de Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden en verwevingsgebieden, de Regeling ammoniak en veehouderij, de regeling stankemissies veehouderijen in landbouwontwikkelings- en verwevingsgebieden en de Algemene wet bestuursrecht de gevraagde vergunning te verlenen overeenkomstig de bij de aanvraag ingediende stukken (1 bijlage), onder de bijgevoegde gewaarmerkte voorschriften (1 bijlage). De vergunning wordt in hoofdzaak verleend voor: a. het houden van: - 43 stuks melkkoeien (Rav-code A.1.6.1) - 76 stuks melkkoeien (Rav-code A.1.6.2) - 32 stuks jongvee (Rav-code A.3) - 11 overig rundvee ouder dan 2 jaar (Rav-code A.7) vleesvarkens (Rav-code D.3.4.1). Borculo, 24 oktober 2006 namens burgemeester en wethouders van Berkelland, A.G. Ottens, Vergunningverlener grondgebied/milieu Mts. Severt-Zemann Pagina 9 van 27

10 INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN Gedragsvoorschriften AFVALSTOFFEN Behandeling van afvalstoffen Opslag van afvalstoffen Afvalscheiding Registratie ELEKTRISCHE INSTALLATIE Algemeen AGRARISCH AFVALWATER Lozing bedrijfsafvalwater Schrobwater stallen Afvalwater melkstal Percolatiewater en perssap uit de opslag van veevoeders Schrobwater veewagens Lozen van reinigings- en ontsmettingsafvalwater Schrobwater kadaverplaats BODEM Algemeen Rapportage NRB BRANDVEILIGHEID Blusmiddelen algemeen ENERGIE Niet-MJA bedrijven GELUID EN TRILLINGEN Representatieve bedrijfssituatie Aanvullende voorschriften transport, laden en lossen LUCHT Algemeen PGS 30: OPSLAG AARDOLIEPROD. IN EEN BOVENGRONDSE TANK, INPANDIG Algemeen Opslag- of werkruimte Constructie, installatie, gebruik, inspectie en onderhoud Registratie en bewaring van documenten AFLEVERINSTALLATIE VOOR MOTORBRANDSTOF Algemeen Kleinschalige aflevering OPSLAG VAN VLOEISTOFFEN IN EMBALLAGE Algemeen HET HOUDEN VAN RUNDVEE Algemeen Behandeling en bewaring van drijfmest Behandeling en bewaring vaste mest Opslag van veevoeder in een silo Kuilvoer / natte bijproducten Koelinstallatie van de melktank Kadaverplaats/kadaveraanbiedvoorziening Reinigings- en ontsmettingsplaats voor veewagens BIJLAGE: BEGRIPPEN Mts. Severt-Zemann Pagina 10 van 27

11 VOORSCHRIFTEN 3 ALGEMEEN 3.1 Gedragsvoorschriften De inrichting moet schoon worden gehouden en in goede staat van onderhoud verkeren Alle binnen de inrichting aanwezige machines, installaties en voorzieningen moeten overzichtelijk zijn opgesteld en altijd goed bereikbaar zijn Het aantrekken van insecten, knaagdieren en ongedierte moet worden voorkomen. Zo vaak de omstandigheden daartoe aanleiding geven, moet doelmatige bestrijding van insecten, knaagdieren en ander ongedierte plaatsvinden Degene die de inrichting drijft, is verplicht aan een daartoe door het bevoegd gezag aangewezen ambtenaar op diens eerste verzoek alle berekeningen ten behoeve van leidingen, tanks, appendages, akoestische gegevens, emissiegegevens en dergelijke, en periodieke onderhoudsschema's en inspecties ter inzage te geven De in de inrichting aangebrachte of gebruikte verlichting moet zodanig zijn afgeschermd dat geen directe lichtstraling buiten de inrichting waarneembaar is In geval van een langdurige onderbreking van de werkzaamheden (langer dan 12 maanden), bij bedrijfsbeëindiging of bij een faillissement moeten alle in de inrichting aanwezige afvalstoffen c.q. gevaarlijke (afval)stoffen volgens de hierop van toepassing zijnde wet- en regelgeving worden afgevoerd. 4 AFVALSTOFFEN 4.1 Behandeling van afvalstoffen Afvalstoffen mogen niet in de inrichting worden verbrand, gestort of begraven Afvalstoffen mogen in de inrichting niet worden verbrand, behoudens in die gevallen waar volgens een gemeentelijke verordening verbranden van de betrokken uit de inrichting afkomstige afvalstoffen is toegestaan Afvalstoffen mogen niet in de bodem worden gebracht of terecht kunnen komen. Het bewaren of bezigen van afvalstoffen op de bodem moet zodanig plaatsvinden dat geen verontreiniging van de bodem kan optreden Afvalstoffen, waaronder met afvalstoffen verontreinigd water of water waaraan warmte is toegevoegd mogen niet in de bodem worden gebracht of terecht kunnen komen. Het bewaren of bezigen van afvalstoffen op de bodem moet zodanig plaatsvinden dat geen verontreiniging van de bodem kan optreden. Mts. Severt-Zemann Pagina 11 van 27

12 4.1.5 Afvalstoffen, niet zijnde snoeihout, bladeren en soortgelijke afvalstoffen moeten zo vaak als nodig uit de inrichting worden afgevoerd. Het afvoeren moet zodanig plaatsvinden dat zich geen afval in of buiten de inrichting kan verspreiden Gemorste vaste gevaarlijke afvalstoffen moeten direct worden aangeharkt of aangeveegd en worden opgeslagen in een daarvoor bestemde container van doelmatig materiaal of in daarvoor bestemde doelmatige emballage In de inrichting moet nabij de opslag van (vloeibaar) gevaarlijk afval, voor de aard van de opgeslagen stoffen geschikt materiaal aanwezig zijn om gemorste of gelekte stoffen te neutraliseren, indien nodig te absorberen en op te nemen. Gemorste gevaarlijke afvalstoffen moeten zonodig worden geneutraliseerd. Zij moeten onmiddellijk worden opgenomen en behandeld als omschreven onder het hoofdstuk gevaarlijke stoffen. De opgenomen gemorste (vloei)stof moet worden opgeslagen in daarvoor bestemde, voor de aard van de stof geschikte, gesloten emballage. Toelichting: Als absorberend materiaal kan worden gebruikt perlite of vermiculite. 4.2 Opslag van afvalstoffen Het bewaren van afvalstoffen moet op ordelijke en nette wijze plaatsvinden. Van de afvalstoffen afkomstige geur mag zich niet buiten de inrichting kunnen verspreiden De verpakking van gevaarlijk afval moet: a. Dicht en voldoende sterk zijn en geschikt zijn voor de desbetreffende stof; b. Zijn voorzien van een etiket, waarop, op een altijd duidelijk te onderscheiden wijze, is aangegeven welke categorie afvalstof zich in de verpakking bevindt Het bewaren van afvalstoffen moet op ordelijke en nette wijze plaatsvinden. Van de afvalstoffen afkomstige geur mag zich niet buiten de inrichting kunnen verspreiden. Daartoe moet dierlijk afval, zoals visafval, vleesafval en beenderen worden bewaard: a. In een ruimte met een temperatuur beneden 0 C, of b. In een besloten ruimte alwaar de temperatuur beneden 10 C is, maar moeten dan daaruit ten minste eenmaal per week worden afgevoerd, of c. in een besloten, ongekoelde ruimte, maar moeten dan daaruit dagelijks worden afgevoerd Vloeibare gevaarlijke afvalstoffen, zoals afgewerkte olie, moeten worden bewaard in doelmatige emballage of tanks. De emballage moet vloeistofdicht zijn, voldoende stevig, gesloten worden gehouden en bestand zijn tegen de opgeslagen vloeistoffen Vloeibare afvalstoffen in emballage moeten zijn geplaatst op een vloeistofdichte vloer of in een vloeistofdichte lekbak in het bebouwde deel van de inrichting Een vloeistofdichte lekbak moet, indien het (licht) ontvlambare vloeistoffen betreft, de gehele inhoud van de totale hoeveelheid opgeslagen vloeistoffen kunnen bevatten. In de overige gevallen moet de bak een inhoud hebben van ten minste de grootste verpakkingseenheid vermeerderd met 10% van de inhoud van de overige emballage. Mts. Severt-Zemann Pagina 12 van 27

13 4.2.7 Boven een vloeistofdichte lekbak met vloeibare afvalstoffen in emballage moet, indien deze buiten het bebouwde deel van de inrichting ligt, een afdak aanwezig zijn. Het afdak moet zo groot zijn dat regenwater niet binnen de vloeistofdichte lekbak kan komen Verontreinigde emballage moet worden behandeld als gevulde emballage. Voor de bepaling van de opvangcapaciteit van een vloeistofdichte bak hoeft de opslagcapaciteit van de verontreinigde emballage niet meegerekend te worden. 4.3 Afvalscheiding Vergunninghouder is verplicht de volgende afvalstromen te scheiden, gescheiden te houden en gescheiden aan te bieden: Papier; Wit- en bruingoed; Plastic; Gevaarlijk afval. 4.4 Registratie In de inrichting moet een centraal registratiesysteem aanwezig zijn waarin informatie omtrent onderhoud, metingen, keuringen, controles en gegevens van relevante milieu-onderzoeken worden bijgehouden. In het registratiesysteem moet ten minste de volgende informatie zijn opgenomen: - De schriftelijke instructies voor het personeel; - De resultaten van in de inrichting uitgevoerde milieucontroles, keuringen, inspecties, metingen, registraties en onderzoeken (zoals afvalpreventie-onderzoek, keuringen van brandblusmiddelen, visuele inspectie van bodembeschermende voorzieningen, bodemonderzoek, energiebesparingsonderzoek, akoestisch onderzoek, (periodieke) keuring LPG-installatie, keuringen van tanks, keuringen van stookinstallaties, etc); - Meldingen van ongewone voorvallen, die van invloed zijn op het milieu, met vermelding van datum, tijdstip en de genomen maatregelen; - Afgiftebewijzen van (gevaarlijke) afvalstoffen; - Registratie van het energie- en waterverbruik; - Een afschrift van de vigerende milieuvergunning(en) met bijbehorende voorschriften en meldingen; Degene die de inrichting drijft is verplicht aan een daartoe door het bevoegd gezag aangewezen ambtenaar op diens eerste verzoek het registratiesysteem ter inzage te geven. 5 ELEKTRISCHE INSTALLATIE 5.1 Algemeen De elektrische installatie in de inrichting moet voldoen aan NEN AGRARISCH AFVALWATER 6.1 Lozing bedrijfsafvalwater In het openbaar riool mag geen bedrijfsafvalwater worden gebracht dat: a. Grove of snel bezinkende afvalstoffen bevat; b. Bedrijfsafvalstoffen bevat die door apparatuur zijn versneden of vermalen ; Mts. Severt-Zemann Pagina 13 van 27

14 c. Stankoverlast buiten de inrichting veroorzaakt; d. Stoffen bevat die brand- of explosiegevaar kunnen opleveren Onverminderd het gestelde in bovenstaande voorschriften, moet het geloosde afvalwater aan de onderstaande voorwaarden voldoen. - De ph is gelegen tussen 6,5 en 10; - De temperatuur mag niet hoger zijn dan 30 C; - De sulfaatconcentratie mag niet hoger zijn dan 300 mg/l; - De chloride concentratie mag niet hoger zijn dan 300 mg/l; - De gemiddelde korreldiameter van in het afvalwater aanwezig zand of andere bezinkbare bestanddelen mag niet groter zijn dan 0,5 mm. 6.2 Schrobwater stallen Het waterverbruik moet worden beperkt. Hiertoe moet, tenzij dit om technische of organisatorische redenen niet mogelijk is, gebruik worden gemaakt van een hogedrukreiniger Afvalwater afkomstig van het schoonmaken van stallen mag niet in de riolering worden gebracht Schrobwater afkomstig van het schoonspuiten van stallen moet worden afgevoerd naar de mestput. 6.3 Afvalwater melkstal Afvalwater afkomstig van het reinigen van de melkstal en melkput moet worden afgevoerd naar de mestput Afvalwater afkomstig van de hoofd- en naspoeling van de melktank (tank en leidingen), moet worden hergebruikt, bijvoorbeeld als schoonmaakwater in de melkstal De hoeveelheid afvalwater moet worden beperkt door bijvoorbeeld het gebruik van hogedrukreinigers en good housekeeping. 6.4 Percolatiewater en perssap uit de opslag van veevoeders Het vrijkomen van percolatiewater moet worden voorkomen door middel van het goed afdekken van een sleufsilo of voederkuil. 6.5 Schrobwater veewagens Het verontreinigd spoel- en schrobwater afkomstig van de reinigings- en ontsmettingsplaats voor veewagens moet via een gesloten leiding kunnen afwateren naar een niet van een overstort voorziene opslagruimte. De leiding en de vloer en de wanden van de opslagvoorziening moeten vloeistofdicht zijn en bestand zijn tegen de inwerking van het toe te passen reinigingsmiddel. De capaciteit van de opslagvoorziening moet voldoende groot zijn om het afvalwater van de reinigings- en ontsmettingsplaats voor veewagens gedurende de winterperiode te kunnen bergen. Toelichting: De reinigings en ontsmettingsplaats voor veewagens mag worden voorzien van een afsluiter (voor de opslagvoorziening) zodat schoon hemelwater op de sloot geloosd kan worden. Mts. Severt-Zemann Pagina 14 van 27

15 6.5.2 De opvanggoot (slibvang) in de wasplaats moet na elke reiniging worden ontdaan van (vaste) mestdelen, zaagsel etc Het rechtstreeks lozen van het opgevangen (verontreinigd) afvalwater op of in de bodem (puntlozing), op het oppervlaktewater en/of op de riolering is niet toegestaan Het transport van het opgevangen (verontreinigd) afvalwater moet geschieden in volledig gesloten tankwagens. 6.6 Lozen van reinigings- en ontsmettingsafvalwater Het vrijkomende reinigings- en ontsmettingswater mag niet op de riolering worden geloosd Het vrijkomende reinigings- en ontsmettingswater moet via de bedrijfsriolering worden afgevoerd naar een mestput of opvangput Het afvalwater in de mestput of opvangput moet worden uitgereden over de landbouwgronden overeenkomstig het Besluit gebruik meststoffen. 6.7 Schrobwater kadaverplaats Reinigingswater dat vrijkomt bij het reinigen van de kadaverplaats moet worden afgevoerd naar een opvangput. De leiding en de vloer en de wanden van de opslagvoorziening moeten vloeistofdicht zijn en bestand zijn tegen de inwerking van het toe te passen reinigingsmiddel. De capaciteit van de opslagvoorziening moet voldoende groot zijn om het afvalwater van de kadaverplaats gedurende de winterperiode te kunnen bergen Het rechtstreeks lozen van het opgevangen (verontreinigd) afvalwater op of in de bodem (puntlozing), op het oppervlaktewater en/of op de riolering is niet toegestaan. 7 BODEM 7.1 Algemeen Het is verboden vloeistoffen definitief op of in de bodem te brengen. Toelichting: Oppervlaktewater, hemelwater of drinkwater zijn hiervan uitgezonderd, indien daaraan geen verontreinigende stoffen zijn toegevoegd, de concentratie verontreinigende stoffen niet door een bewerking van het water is toegenomen en indien daaraan geen warmte is toegevoegd. 7.2 Rapportage NRB Voor elke bedrijfsactiviteit waarbij volgens de NRB een risico op bodemverontreiniging bestaat, moeten dusdanige bodembeschermende voorzieningen en maatregelen zijn/worden getroffen dat de activiteit, overeenkomstig de NRB, voldoet aan de bodemrisicocategorie A (een verwaarloosbaar risico). Indien het niet mogelijk is voor bestaande bodembedreigende activiteiten voorzieningen en maatregelen te treffen zodat wordt voldaan aan bodemrisicocategorie A, mag worden volstaan met maatregelen en voorzieningen dusdanig dat wordt voldaan aan bodemrisicocategorie A* (een Mts. Severt-Zemann Pagina 15 van 27

16 aanvaardbaar risico), nadat een gemotiveerd verzoek daartoe door het bevoegd gezag is goedgekeurd Degene die de inrichting drijft is verplicht om bij constatering van een bodembelasting de bodem te herstellen gebruikmakend van hersteltechnieken overeenkomstig de Stand der Techniek. 8 BRANDVEILIGHEID 8.1 Blusmiddelen algemeen Blusmiddelen moeten voor een ieder duidelijk zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar zijn, voor direct gebruik gereed zijn en in goede staat van onderhoud verkeren De in de aanvraag en in de daarbij overgelegde stukken aangegeven blusmiddelen moeten aanwezig zijn Brandblusmiddelen, waaronder slanghaspels, moeten ieder kalenderjaar op deugdelijkheid zijn gecontroleerd en in orde zijn bevonden. Slanghaspels moeten voldoen aan NEN-EN 671 deel 1. Het onderhoud van draagbare blustoestellen moet overeenkomstig NEN 2559, NEN-EN 671 deel 3 en ISO plaatsvinden. Onderhoud en inspectie moeten plaatsvinden door bedrijven die beschikken over een REOB-erkenning. Na inspectie moeten blusmiddelen en slanghaspels worden voorzien van een label of sticker met datum. Draagbare blustoestellen moeten bovendien worden voorzien van een zegel. Toelichting: Een lijst van erkende onderhoudsbedrijven is te vinden op de site van het Nationaal Centrum voor Preventie ( onder brandbeveiliging/kleine blusmiddelen.) In de inrichting moet bij de dieselolietank een poederblusser aanwezig zijn met een inhoud van ten minste 12 kg blusstof Een draagbaar blustoestel moet zijn voorzien van een rijkskeurmerk met rangnummer. 9 ENERGIE 9.1 Niet-MJA bedrijven Het jaarlijks energieverbruik moet worden geregistreerd. Er kan worden volstaan met het bewaren van de energienota's. De vergunninghouder houdt deze gegevens drie jaar in het bedrijf ter inzage voor het bevoegd gezag. 10 GELUID EN TRILLINGEN 10.1 Representatieve bedrijfssituatie Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau L Ar,LT veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties en door de in de inrichting verrichte werkzaamheden of activiteiten in de representatieve bedrijfssituatie, mag ter plaatse van de gevel van woningen van derden en andere geluidgevoelige bestemmingen niet meer bedragen dan: Mts. Severt-Zemann Pagina 16 van 27

17 - 40 db(a) in de uren gelegen tussen en uur; - 35 db(a) in de uren gelegen tussen en uur; - 30 db(a) in de uren gelegen tussen en uur Het maximale geluidsniveau L Amax veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, door de in de inrichting verrichte werkzaamheden of activiteiten in de representatieve bedrijfssituatie, mag ter plaatse van de gevel van woningen van derden en andere geluidsgevoelige bestemmingen niet meer bedragen dan: - 60 db(a) in de uren gelegen tussen en uur; - 55 db(a) in de uren gelegen tussen en uur; - 50 db(a) in de uren gelegen tussen en uur Het meten en berekenen van de geluidsniveaus en het beoordelen van de meetresultaten moet plaatsvinden overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai, uitgave Op zondagen en algemeen erkende feestdagen gelden tussen en uur de niveaus van de periode tussen en uur Aanvullende voorschriften transport, laden en lossen Het in deze vergunning met betrekking tot het maximale geluidniveau gestelde is niet van toepassing op het laden of het lossen ten behoeve van de inrichting voor zover dit plaatsvindt tussen uur en uur. Toelichting: Onder laad- en losactiviteiten worden ook aanverwante activiteiten verstaan zoals het op en van het terrein van de inrichting rijden, het slaan van autoportieren, het starten en wegrijden van de voertuigen. Het rijden van interne transportmiddelen, zoals vorkheftrucks, met als doel op- en overslag van goederen wordt niet gerekend onder laad- en losactiviteiten Verbrandingsmotoren van voertuigen moeten zijn voorzien van doelmatige en in goede staat van onderhoud verkerende geluiddempers Het warmdraaien van motoren van vrachtwagens op het terrein van de inrichting mag uitsluitend ten doel hebben het leveren van remlucht en mag niet eerder beginnen dan vijf minuten voor het vertrek van de auto Motoren van bevoorradingsvoertuigen of -vaartuigen mogen alleen in werking zijn, wanneer dit voor het transport, koelen en het laden of lossen strikt noodzakelijk is Gedurende het laden of het lossen mag de motor van het voertuig waarin wordt geladen of waaruit wordt gelost niet in werking zijn tenzij het in werking zijn van de motor noodzakelijk is voor het laden en het lossen Het laden en lossen van goederen mag uitsluitend plaatsvinden op het terrein van de inrichting. 11 LUCHT Mts. Severt-Zemann Pagina 17 van 27

18 11.1 Algemeen Uitmondingen in de buitenlucht van afvoeren van ventilatiesystemen, luchtbehandelingsinstallaties of afzuigsystemen, ten aanzien waarvan in deze vergunning geen andere voorschriften zijn gesteld, moeten zodanig zijn gesitueerd dat een afdoende verspreiding van de dampen is gewaarborgd, zonder dat hinder buiten de inrichting wordt veroorzaakt Indien op een afvoerleiding voor de gereinigde afgassen een regenkap is aangebracht, moet deze zodanig zijn uitgevoerd dat de uittredende afgassen naar boven gericht blijven. 12 PGS 30: OPSLAG AARDOLIEPROD. IN EEN BOVENGRONDSE TANK, INPANDIG 12.1 Algemeen In de inrichting moeten vloeibare (aardolie)producten met een vlampunt dat hoger ligt dan 55 o C, zoals bijvoorbeeld dieselolie, inpandig worden opgeslagen in uitsluitend hiertoe bestemde bovengrondse tanks Opslag- of werkruimte Een tank moet zijn opgesteld in een opslag- of werkruimte in het bebouwde deel van de inrichting. Een opslag- of werkruimte moet zijn uitgevoerd en in gebruik zijn overeenkomstig paragraaf 4.8 van PGS 30, van welke paragraaf de artikelen 4.8.2, en niet van toepassing zijn op een opslagof werkruimte en van welke paragraaf (sub)artikel is uitgezonderd Constructie, installatie, gebruik, inspectie en onderhoud Een tank, opvangvoorziening, leidingen en appendages moeten voldoen aan PGS 30, van welke richtlijn de artikelen 4.1.2, 4.1.5, 4.2.6, en niet van toepassing zijn op een bovengrondse tank die is opgericht voor 1 oktober Daar waar in PGS 30 is bepaald dat door of namens KIWA beproevingen en keuringen worden uitgevoerd of certificaten, bewijzen, keuren en dergelijke aan het bevoegde gezag worden overgelegd, moeten mede zijn begrepen andere door de Raad voor de Accreditatie erkende certificeringsinstellingen Degene die de inrichting drijft, moet door middel van een globale visuele controle met regelmatige intervallen een vloeistofdichte opvangvoorziening controleren. De frequentie van deze controles moet door de deskundige inspecteur zijn vastgesteld Registratie en bewaring van documenten Van een tank, opvangvoorziening, leidingen en appendages moet een registratie zijn bijgehouden van: - de wijze van elke beproeving, meting of inwendige inspectie; - de bevindingen van alle keuringen, inspecties, beproevingen en controles. Deze documenten of een kopie daarvan moeten ten minste vijf jaar na dagtekening in een logboek of kaartsysteem worden bewaard De certificaten van leidingen en appendages en installatiecertificaten en bewijzen moeten zolang zij Mts. Severt-Zemann Pagina 18 van 27

19 geldig zijn, in een logboek of kaartsysteem worden bewaard. 13 AFLEVERINSTALLATIE VOOR MOTORBRANDSTOF 13.1 Algemeen Binnen een afstand van 2 m van een afleverinstallatie mag geen ander kunstlicht worden gebruikt dan elektrisch licht Bij het afleveren van motorbrandstof aan een voertuig mag niet worden gerookt of open vuur aanwezig zijn. Op of nabij een afleverinstallatie moet met betrekking tot dit verbod een veiligheidsteken duidelijk zichtbaar zijn aangebracht Bij het afleveren van motorbrandstof aan een voertuig mag de motor van het voertuig niet in werking zijn. Op of nabij een afleverinstallatie moet met betrekking tot dit verbod een bord duidelijk zichtbaar zijn aangebracht Aflevertoestellen en vulpunten moeten zodanig zijn gelegen dat geen gevaar voor aanrijding noch anderzins gevaar of schade in de omgeving kan ontstaan Kleinschalige aflevering Bij kleinschalige aflevering van brandstoffen moet ter plaatse van het afleverpunt de opstelplaats van de voertuigen over een oppervlakte van ten minste 3 X 5 meter zijn voorzien van een aaneengesloten verharding (bijvoorbeeld stelconplaten of aaneengesloten bestrating), waarmee gedurende beperkte tijd het doordringen van gemorst product in de bodem wordt verhinderd. Gemorst product moet met behulp van absorptiemateriaal zo spoedig mogelijk worden verwijderd, tenzij de verharding vloeistofdicht is uitgevoerd en een voorziening is getroffen waarbij het hemelwater via een een olieafscheider wordt afgevoerd. In de nabijheid van het afleverpunt moet een daarop afgestemde hoeveelheid absorptiemateriaal in voorraad worden gehouden. 14 OPSLAG VAN VLOEISTOFFEN IN EMBALLAGE 14.1 Algemeen Chemicaliën moet worden bewaard in goed gesloten emballage Lege, niet gereinigde emballage moet worden behandeld als volle. Toelichting: Voor de bepaling van de opvangcapaciteit van een vloeistofdichte bak hoeft de opslagcapaciteit van de niet gereinigde emballage niet meegerekend te worden De emballage moet zijn opgeslagen in een vloeistofdichte lekbak. De inhoud van de lekbak moet ten minste gelijk zijn aan de inhoud van de grootste in de lekbak opgeslagen emballage, vermeerderd met 10% van de overige emballage. De lekbak moet bestand zijn tegen de inwerking van de opgeslagen vloeistoffen. Mts. Severt-Zemann Pagina 19 van 27

20 Toelichting: Een lekbak kan onder meer worden gevormd door een vloeistofdichte vloer met opstaande randen. Het is mogelijk om emballage met brandbare vloeistoffen in een lekbak op te slaan die reeds voor andere opslagen van (licht) ontvlambare of brandbare vloeistoffen is gerealiseerd, zoals bijvoorbeeld de lekbak van een dieselolietank. Voorwaarde hiervoor is dat de stoffen die bij elkaar worden opgeslagen geen gevaarlijke chemische reacties kunnen veroorzaken als zij met elkaar in aanraking komen In de inrichting moet nabij de opslag van vloeistoffen in emballage, voor de aard van de opgeslagen stoffen geschikt materiaal aanwezig zijn om gemorste of gelekte stoffen te neutraliseren, indien nodig te absorberen en op te nemen. Gemorste vloeistoffen moeten zonodig worden geneutraliseerd. Zij moeten onmiddellijk worden opgenomen en behandeld als omschreven onder het hoofdstuk gevaarlijke stoffen. De opgenomen gemorste (vloei)stof moet worden opgeslagen in daarvoor bestemde, voor de aard van de stof geschikte, gesloten emballage. Toelichting: Als absorberend materiaal kan worden gebruikt perlite of vermiculite. 15 HET HOUDEN VAN RUNDVEE 15.1 Algemeen In de inrichting mogen ten hoogste de volgende aantallen dieren aanwezig zijn: - 43 melkkoeien (Rav-code A.1.6.1) - 76 melkkoeien (Rav-code A.1.6.2) - 32 stuks jongvee (Rav-code A.3) - 43 stuks overig jongvee ouder dan 2 jaar (Rav-code A.7) vleesvarkens (Rav-code D.3.4.1) Van de eisen, die in enig voorschrift zijn gesteld, mag niet worden afgeweken tenzij een alternatieve voorziening wordt toegepast, die tenminste even doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord is. Een alternatieve voorziening moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan een alternatieve voorziening Dierlijk afval mag niet op het terrein van de inrichting worden begraven. Het afval moet zo spoedig mogelijk, volgens de bij of krachtens de Destructiewet en het Destructiebesluit gestelde regels, uit de inrichting worden verwijderd. Het bewaren van dierlijk afval, in afwachting van afvoer naar een destructiebedrijf, moet zodanig geschieden dat geen geurhinder optreedt, het aantrekken van ongedierte wordt voorkomen en geen vermenging met ander afval of materiaal optreedt. Verder mag het dierlijk afval geen visuele hinder veroorzaken Wanneer in de stallen dan wel op of bij het erf ongedierte (zoals ratten, muizen of insecten) voorkomt, moeten doelmatige bestrijdingsmaatregelen worden getroffen Ramen en deuren van stallen moeten gesloten worden gehouden voor zover ze geen functie hebben voor luchtinlaat of het doorlaten van personen, dieren, vaste mest of goederen Op het terrein van de inrichting mag geen mest worden verbrand Behandeling en bewaring van drijfmest Mts. Severt-Zemann Pagina 20 van 27

Kadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485

Kadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485 Bijlage 1: Overwegingen m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) Bijlage behorende bij de omgevingsvergunning: Nummer: 20110227/129546 Bedrijfsgegevens Naam: Mts IJken Adres: Middendorp 17 Plaats: Wachtum

Nadere informatie

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Aanvrager: Dhr. W.A. Maalderink Akkermansstraat 11 7021 LW ZELHEM INHOUDSOPGAVE Uitwerking melding op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor het bedrijf

Nadere informatie

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Aanvrager: VOF Looman Hebbink Hogeveldweg 6 & 6a 7021 MS ZELHEM INHOUDSOPGAVE Uitwerking van de melding Activiteitenbesluit milieubeheer, voor de veehouderij van

Nadere informatie

Beschikking Wet milieubeheer

Beschikking Wet milieubeheer Beschikking Wet milieubeheer Besluit van burgemeester en wethouders van Woensdrecht. Datum beschikking: 16-12-2008 Onderwerp aanvraag Op 3 juli 2008 is een aanvraag om vergunning ingevolge de Wet milieubeheer

Nadere informatie

MILIEUVOORSCHRIFTEN. 60 db(a) tussen en uur (nachtperiode);

MILIEUVOORSCHRIFTEN. 60 db(a) tussen en uur (nachtperiode); Zaaknummer: 590653 Vergunninghouder: Maatschap J. Wilting, H. Wilting-Cremer en A.A. Wilting Projectomschrijving: het veranderen of veranderen van de werking van de inrichting (revisie). MILIEUVOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm VOORSCHRIFTEN behorende bij de veranderingsvergunning Wm betreffende het voornemen tot het reinigen van afvalwater van derden in de bestaande Biologische Voorzuivering Installatie (BVZI) Attero Noord BV

Nadere informatie

Vergunning Wet milieubeheer

Vergunning Wet milieubeheer Vergunning Wet milieubeheer Op 5 december 2003 hebben wij, burgemeester en wethouders van Ede, het verzoek ontvangen van J. van Ginkel, Driestweg 3 te Bennekom om een vergunning Wet milieubeheer voor het

Nadere informatie

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Aanvrager: Gj Wunderink, Gj Wunderink-Gotink, Gd Wunderink en Be Wunderink Strodijk 23 7251 RS VORDEN INHOUDSOPGAVE Uitwerking van de melding Activiteitenbesluit

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Sunny-Egg-Systems BV te Rogat

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Sunny-Egg-Systems BV te Rogat 1 VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Sunny-Egg-Systems BV te Rogat INHOUDSOPGAVE 1 AFVALSTOFFEN 3 1.1. Afvalscheiding 3 2 BODEM 3 2.1. Doelvoorschriften

Nadere informatie

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen Datum : 17 september 2013 Onderwerp : Vormvrije Mer beoordeling Opsteller : Arie Johannes Vormvrije Mer beoordeling Inleiding Op 2 september 2013 is een aanvraag

Nadere informatie

*15.182956* 15.182956

*15.182956* 15.182956 omgevingsvergunning wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) Beschikking 236848 *15.182956* 15.182956 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Nadere informatie

DEFINITIEF. BESLUIT ex artikel 8.4, eerste lid, van de Wet Milieubeheer. (Revisievergunning) Kenmerk: MA2007031

DEFINITIEF. BESLUIT ex artikel 8.4, eerste lid, van de Wet Milieubeheer. (Revisievergunning) Kenmerk: MA2007031 DEFINITIEF BESLUIT ex artikel 8.4, eerste lid, van de Wet Milieubeheer (Revisievergunning) Kenmerk: MA2007031 Betreffende de vleeskalveren-, schapen- en paardenhouderij van: De heer G. Brons 7151 HP EIBERGEN

Nadere informatie

WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING

WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING Gegevens aanvrager Naam aanvrager : De heer Van Manen namens Kloosterboer Elst Bv Adres : Handelsweg 5 Postcode en plaats : 6662 NH ELST Gegevens inrichting Naam inrichting

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN:

VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN: Voorschriften milieu Zaaknummer: 607098 Vergunninghouder: Maatschap H. en E. Brink Projectomschrijving: Wijzigen stalinrichting en plaatsen mestloods VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN:

Nadere informatie

Pluimveehouderij Bouma

Pluimveehouderij Bouma Voorschriften die behoren bij de beschikking d.d. 3 januari 2011 betreffende de revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer voor Pluimveehouderij Bouma, De Trije Roeden 4, Boelenslaan VOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Algemene wet bestuursrecht/wet milieubeheer INLEIDING Op 6 juni 2006 hebben wij het verzoek van De Jong Gameren B.V.

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning UV

Ontwerp omgevingsvergunning UV Ontwerp omgevingsvergunning UV 20160092 Aanvraag Op 17 juni 2016 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een varkenshouderij op het adres Nieuwstraat 31 te Ospel.

Nadere informatie

CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN

CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN 1. Gegevens bedrijfsdossier 1.1 Algemeen Naam bedrijf Adres Plaats / postcode Telefoon Contactpersoon Inrichtingsnummer Procedurenummer Gecontroleerd door Datum controle

Nadere informatie

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Anthonie Fokkerstraat 1 a 3772 MP Barneveld (0342) 47 42 55 (0342) 47 42 81 info@vanwestreenen.nl Varsseveldseweg 65d 7131 JA Lichtenvoorde (0544) 37 97 37 (0544) 37 83 64 info@vanwestreenen.nl Melding

Nadere informatie

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN BESCHIKKING D.D. 4 DECEMBER 2009 TEERDE STATEN VAN GELDERLAND - NR. MPM18173/2009-015262 VAN GEDEPU- Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN Onderwerp aanvraag Op 10 augustus 2009 hebben wij een

Nadere informatie

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Melder: Maatschap van der Gun De Steegde 14 9417 TE Spier Locatie: De Steegde 14 9417 TE Spier Versie: 1 Juli 2016 Inhoudsopgave 1. Algemeen... 3 1.1 Korte beschrijving

Nadere informatie

Wet milieubeheer. Besluit burgemeester en wethouders van Moerdijk. Datum 9 augustus 2004.

Wet milieubeheer. Besluit burgemeester en wethouders van Moerdijk. Datum 9 augustus 2004. Pastoor van Kessellaan 15 4761 BJ Postbus 4 4760 AA Tel.: 01 68 37 36 O0 Fax: 0168 37 35 80 E-mail: gem.moerdijk@moerdijk.nl Wet milieubeheer mae e Besluit burgemeester en wethouders van Moerdijk. Datum

Nadere informatie

Memo. In afbeelding 1 is de herontwikkelingslocatie globaal aangegeven. EGD-190613-RM000888

Memo. In afbeelding 1 is de herontwikkelingslocatie globaal aangegeven. EGD-190613-RM000888 Aan E. Douma Van P. van der Sande & T. Breugel Projectnummer RM000888 Kenmerk EGD-190613 Onderwerp impact inpassing herontw. prov. weg 24 vwbt lucht en geluid Datum 1 oktober 2013 Inleiding In onderhavige

Nadere informatie

BIJLAGE HOOFDLIJNEN NIEUWE AMMONIAKWETGEVING

BIJLAGE HOOFDLIJNEN NIEUWE AMMONIAKWETGEVING BIJLAGE HOOFDLIJNEN NIEUWE AMMONIAKWETGEVING Hoofdlijnen Wet ammoniak en veehouderij 1. Werkingssfeer De Wet ammoniak en veehouderij (Wav) is een lex specialis ten opzichte van de Wet milieubeheer (Wm).

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OV 20140031

Omgevingsvergunning OV 20140031 Omgevingsvergunning OV 20140031 Aanvraag Op 28 februari 2014 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een paardenhouderij (inclusief camping) op het adres Grasdijk

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor H. Smit v.o.f. Schroot- en Metaalhandel te Borger ONTWERPBESLUIT

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 31 januari 2008 bij hen ingekomen aanvraag van gemeente Drimmelen om een vergunning krachtens artikel 8.1 Wet milieubeheer voor het veranderen

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr

ONTWERPBESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr ONTWERPBESCHIKKING Omgevingsvergunning beperkte milieutoets datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr. 2016-0629 Aanvraag Op 24 maart 2016 heeft u een aanvraag voor een omgevingsvergunning beperkte milieutoets

Nadere informatie

Beschikking. Besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Achtkarspelen op de aanvraag van:

Beschikking. Besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Achtkarspelen op de aanvraag van: VOF De Jong - Klaver t.a.v. de heer B. de Jong Blauwhuisterweg 25 a 9231 AB SURHUISTERVEEN Afdeling : RTV Behandeld door : mw. G.G. Hemkes Doorkiesnummer : (0511) 548273 E-mail : gemeente@achtkarspelen.nl

Nadere informatie

Programma. Activiteitenbesluit. Introductie Activiteitenbesluit (landbouw) Inhoud. Landbouwbedrijven in het Activiteitenbesluit

Programma. Activiteitenbesluit. Introductie Activiteitenbesluit (landbouw) Inhoud. Landbouwbedrijven in het Activiteitenbesluit 14 maart 2013 Programma Activiteitenbesluit Agrarische activiteiten 10.00 Activiteitenbesluit agrarische activiteiten 11.30 Pauze 11.45 Agrarische lozingen 12.45 Lunch 13.15 Glastuinbouw 14.15 Pauze 14.30

Nadere informatie

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER ONDERWERP Op 30 november 1993 is voor L.W.M. de Bruijn, Jac. Thijssenstraat 24 te Nederasselt, een oprichtingsvergunning verleend voor een machinale houtbewerkingsinrichting

Nadere informatie

MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER

MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER Gemeente Emmen, dienst Publiek, afdeling Vergunningen. MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER betreffende Europaweg 17a te Nieuw Schoonebeek I. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer Melding

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders van Raalte; hebben op 23 november 2006 een verzoek om een vergunning krachtens de Wet milieubeheer van:

Burgemeester en wethouders van Raalte; hebben op 23 november 2006 een verzoek om een vergunning krachtens de Wet milieubeheer van: W E T M I L I E U B E H E E R BESCHIKKING Raalte, Nr. 2006-90 Burgemeester en wethouders van Raalte; hebben op 23 november 2006 een verzoek om een vergunning krachtens de Wet milieubeheer van: Naam : Mts.

Nadere informatie

Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu)

Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) Bijlage 3: Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN: Mts. Vroege Burg. ten Holteweg 39 7751 CR

Nadere informatie

De directe omgeving wordt gekenmerkt door een enkele burgerwoning met een enkele of meerdere agrarische bebouwingen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door een enkele burgerwoning met een enkele of meerdere agrarische bebouwingen. Jaar 2007 Nr. 3363 Wet milieubeheer BESCHIKKING Aanvraag Op 10 november 2006 hebben wij een aanvraag ontvangen van maatschap D. en J. Bronkhorst voor een revisievergunning op grond van de Wet milieubeheer

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Jellice Pioneer Europe te Kapitein Antiferstraat 31 te Emmen 2 INHOUDSOPGAVE 1 OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN

Nadere informatie

Beschikking maatwerkvoorschriften

Beschikking maatwerkvoorschriften Wet milieubeheer Beschikking maatwerkvoorschriften Inrichtingdrijver : Kuehne + Nagel Logistics B.V. Activiteiten van de inrichting : 2e fase maatwerk Locatie : Lippestraat 15 te Zwolle Datum beschikking

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Avebe u.a. te Gasselternijveen

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Avebe u.a. te Gasselternijveen 1 VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Avebe u.a. te Gasselternijveen 2 INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 3 1.1. Algemeen 3 2 AFVALSTOFFEN 3 3 BODEM

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning UV

Ontwerp omgevingsvergunning UV Ontwerp omgevingsvergunning UV 20150044 Aanvraag Op 13 april 2015 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een rundveehouderij op het adres Stokershorst 5 te Nederweert-Eind.

Nadere informatie

BESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER

BESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: BESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER Aanvraag en besluit Met ingang van 28 juni 2018 ligt met bijbehorende

Nadere informatie

AANMELDINGSNOTITIE M.E.R.- BEOORDELING. VAN: Mts. K. en M. en K. Hellinga Hegedyk 4 9089 BN Wytgaard

AANMELDINGSNOTITIE M.E.R.- BEOORDELING. VAN: Mts. K. en M. en K. Hellinga Hegedyk 4 9089 BN Wytgaard AANMELDINGSNOTITIE M.E.R.- BEOORDELING VAN: Mts. K. en M. en K. Hellinga Hegedyk 4 9089 BN Wytgaard 6 november 2012 INHOUDSOPGAVE 1. INITIATIEFNEMER... 2 2. DE BEOOGDE ACTIVITEITEN... 3 Hoofdactiviteit...

Nadere informatie

Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets

Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets 1. Procedurele overwegingen 1.1. Gegevens aanvrager Wij hebben op 3 december 015 een aanvraag ontvangen voor een omgevingsvergunning als bedoeld in

Nadere informatie

(ONTWERP) BESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER

(ONTWERP) BESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: (ONTWERP) BESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER Ontwerpbesluit Met ingang van 5 april 2018 ligt met bijbehorende

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Van Gansewinkel Nederland B.V. Aangevraagde activiteiten : Ambtshalve wijziging in verband met IPPC toets Locatie

Nadere informatie

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3)

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) 1 Veranderingen Beschrijf de voorgenomen veranderingen van de inrichting. 1. De volgende afvalwaterstromen

Nadere informatie

(ontwerp) MAATWERKBESLUIT. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit)

(ontwerp) MAATWERKBESLUIT. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) (ontwerp) MAATWERKBESLUIT Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) Virol Metaal B.V. (Locatie: Kartonbaan 29 te Winschoten) Groningen, 28 mei 2013 Nr. 2013-20.456 Zaaknr.

Nadere informatie

Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen

Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen voor de inrichting gelegen aan Molenhuisweg 10 Vlierden Vlierden INHOUDSOPGAVE 1 GEGEVENS INRICHTING 1 2 GEGEVENS VERANDERING (NIET TECHNISCH) 1 3 MER-(BEOORDELINGS)PLICHT

Nadere informatie

Vragenlijst controle autobedrijven

Vragenlijst controle autobedrijven Opslag van afvalstoffen inclusief autowrakken Bewaart u gevaarlijke en niet-gevaarlijke afvalstoffen gescheiden? Ja Nee Voert u afvalstoffen gescheiden af naar een erkend inzamelaar? Ja Nee Slaat u accu

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 10 mei 2006 bij hen ingekomen aanvraag van Van Gansewinkel Nederland BV aan Spaarpot 6 te Geldrop om een vergunning krachtens artikel 8.1

Nadere informatie

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 26 januari 2010 Team Milieubeheer Nummer 2010INT255457

Nadere informatie

1 ALGEMEEN Algemeen BODEMBESCHERMING Voorzieningen en beheermaatregelen Nulsituatiebodemonderzoek 17

1 ALGEMEEN Algemeen BODEMBESCHERMING Voorzieningen en beheermaatregelen Nulsituatiebodemonderzoek 17 INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 17 1.1 Algemeen 17 2 BODEMBESCHERMING 17 2.1 Voorzieningen en beheermaatregelen 17 2.2 Nulsituatiebodemonderzoek 17 3 AFVALSTOFFEN 18 3.1 Toegestane activiteiten 18 4 GELUID 18

Nadere informatie

Pagina 1 van 50 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 50 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Ontwerpbeschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 11 augustus 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Melkveebedrijf

Nadere informatie

Te verwachte ontwikkelingen Activiteitenbesluit Beste beschikbare technieken Naam document Jaartal

Te verwachte ontwikkelingen Activiteitenbesluit Beste beschikbare technieken Naam document Jaartal Bijlage 1 - Overwegingen voor de activiteit Inrichting oprichten (Milieu) - (horen bij en maken deel uit van de omgevingsvergunning onder nummer 130492, verleend op... april 2014 aan Veehouderij Kruiswijk,

Nadere informatie

MMV190/06 BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER. Burgemeester en wethouders van Montferland

MMV190/06 BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER. Burgemeester en wethouders van Montferland MMV190/06 BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER Burgemeester en wethouders van Montferland verlenen een revisievergunning op grond van het bepaalde in artikel 8.4 van de Wet milieubeheer aan Reuling Vethuizen B.V.,

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE MILIEUSTRAAT GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE, EURSING 2A TE BEILEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE MILIEUSTRAAT GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE, EURSING 2A TE BEILEN ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw Y. Oostelbos (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor de Milieustraat gemeente Midden-Drenthe, Eursing 2a

Nadere informatie

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en voorschriften, afwijkingen en nadere eisen Nr. Activiteiten in waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden 1. zorgplicht 1. dat

Nadere informatie

De inrichting ligt aan de Bredeweg 65 in Hulshorst, kadastraal bekend gemeente Nunspeet, sectie H, nummer 3238.

De inrichting ligt aan de Bredeweg 65 in Hulshorst, kadastraal bekend gemeente Nunspeet, sectie H, nummer 3238. Jaar 2008 Nr. 3501 WET MILIEUBEHEER Definitieve beschikking actualisatie Op 28 oktober 1987 is aan varkens- en rundveehouderij Van Klompenburg, Bredeweg 65 in Hulshorst, een oprichtingsvergunning verleend

Nadere informatie

TOELICHTING AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING. Aanvrager: Nieuw Scheurlink VOF Eibergseweg 7/7a 7156 NR BELTRUM

TOELICHTING AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING. Aanvrager: Nieuw Scheurlink VOF Eibergseweg 7/7a 7156 NR BELTRUM TOELICHTING AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING Aanvrager: Nieuw Scheurlink VOF Eibergseweg 7/7a 7156 NR BELTRUM INHOUDSOPGAVE Uitwerking aanvraag voor een omgevingsvergunning Wabo voor het wijzigen van het pluimvee-

Nadere informatie

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Ontwerpbeschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 11 juli 2016 bij hen ingekomen aanvraag van J.P. Hendriks te

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V. te Maastricht Zaaknummer: 2017-206587 Kenmerk: 2018/2142 d.d. 11 januari 2018

Nadere informatie

VAN DER MEER. Inwerkingtreding Besluit Huisvesting. Oosterwolde, 11 augustus 2008

VAN DER MEER. Inwerkingtreding Besluit Huisvesting. Oosterwolde, 11 augustus 2008 Inwerkingtreding Besluit Huisvesting Oosterwolde, 11 augustus 2008 Op 1 april jongstleden is het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (Besluit huisvesting) inwerking getreden. Het Besluit huisvesting

Nadere informatie

MAATWERKBESLUIT *D * D

MAATWERKBESLUIT *D * D *D170309949* D170309949 MAATWERKBESLUIT Aanvrager : Opfokbedrijf Groesbeek Datum besluit : 18 juli 2017 Onderwerp : Maatwerkvoorschriften opslag pluimveemest Gemeente / locatie : Gemeente Berg en Dal/

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting OMGEVINGSVERGUNNING voor: het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Berger Recycling B.V. locatie:

Nadere informatie

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 16 oktober 2007 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

Ontwerp besluit UV

Ontwerp besluit UV Ontwerp besluit UV 20160070 Aanvraag en verzoek Op 3 mei 2016 is voor het adres Aan 't Ven 6 te Nederweert ingekomen: 1. Een omgevingsvergunning aanvraag voor het veranderen van een pluimveehouderij (OBM)

Nadere informatie

BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING

BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING Onderwerp Burgemeester en wethouders van de gemeente Uden besluiten, gelet op paragraaf 2.6 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), cot het

Nadere informatie

Wet milieubeheer. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Melding artikel ENCI te Maastricht. Zaaknummer:

Wet milieubeheer. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Melding artikel ENCI te Maastricht. Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Wet milieubeheer Melding artikel 8.19 ENCI te Maastricht Zaaknummer: 2015-0968 Kenmerk: 2015/48998 d.d. 16 juli 2015 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Melding 3 1.1

Nadere informatie

... V O O R S C H R I F T E N I N H O U D BEGRIPPEN...2

... V O O R S C H R I F T E N I N H O U D BEGRIPPEN...2 BIJLAGE 1 Gewaarmerkte voorschriften omgevingsvergunning (Milieu) Behoort bij de beschikking van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenbergen van: CZAV, Havenweg 67-69 te Dinteloord.

Nadere informatie

de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verweerder.

de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verweerder. Essentie uitspraak: In de inrichting worden niet meer dan 10.000 kg aan gevaarlijke stoffen per opslagplaats opgeslagen zodat de inrichting aldus niet behoort tot de categorie van inrichtingen als bedoeld

Nadere informatie

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) 495 402 Postbus 63 fax: (0342) 495 376 3770 AB BARNEVELD e-mail: gembar@barneveld.nl Datum toetsing Toetsing melding 20 november 2009 Nummer 759/2009 Inspecteur

Nadere informatie

(ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER

(ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER (ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER verleend aan Smurfit Kappa Solid Board B.V. ten behoeve van het wijzigen van een inrichting bedoeld voor productie van karton (Locatie: De

Nadere informatie

Maatwerkvoorschriften

Maatwerkvoorschriften *D170775693* D170775693 Maatwerkvoorschriften Aanvrager : Grutters V.O.F. Datum besluit : 15 december 2017 Onderwerp : Maatwerkvoorschriften geluid Gemeente / locatie : Gemeente Berg en Dal, Ketelstraat

Nadere informatie

Aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente: Naam drijver van de inrichting Adres en telefoonnummer Postcode en plaats

Aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente: Naam drijver van de inrichting Adres en telefoonnummer Postcode en plaats RM16 - Meldingsformulier InfoMil Besluit mestbassins milieubeheer Vooraf Dit formulier is bedoeld voor degene die van plan is een bedrijf op te richten, uit te breiden of te wijzigen, dan wel de werking

Nadere informatie

Ontvankelijkheid De aanvraag voldoet aan de in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer gestelde eisen.

Ontvankelijkheid De aanvraag voldoet aan de in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer gestelde eisen. Wet milieubeheer Jaar 2007 Nr. 3360 Definitieve beschikking Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet. Onderwerp Op 27 november 2006 is een aanvraag ontvangen van maatschap Polinder,

Nadere informatie

Maatschap Van Hooijdonk Weg naar Wouw 38 Huijbergen

Maatschap Van Hooijdonk Weg naar Wouw 38 Huijbergen Maatschap Van Hooijdonk Kadastraal gemeente, sectie D nummer 169. VOORSCHRIFTEN behorende bij nieuwe, de gehele inrichting omvattende vergunning ingevolge de WET MILIEUBEHEER INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN...

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN Groningen, 2 oktober 2001 Nr. 2001-16006/40, RMM Verzonden: 10 oktober 2001 Beslissen bij dit besluit op de aanvraag tot het veranderen van de vergunning ingevolge

Nadere informatie

Het kleinschalig houden van dieren

Het kleinschalig houden van dieren Het kleinschalig houden van dieren Een handreiking bij het beoordelen van situaties waarbij sprake is van het hobby- danwel bedrijfsmatig houden van dieren Heerde, november 2002 Inleiding Binnen de gemeente

Nadere informatie

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 10 november 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT250700

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aut3e4ci92n

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aut3e4ci92n Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aut3e4ci92n Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

Besluit Burgemeester en wethouders van Uden besluiten om vergunning te verlenen voor:

Besluit Burgemeester en wethouders van Uden besluiten om vergunning te verlenen voor: omgevingsvergunning wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) Beschikking 236848 *16.003995* 16.003995 OMGEVINGSVERGUNNING nr. 236848

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 2 december 2016 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van R. Verburgt

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2140613/3540209 op aanvraag om een omgevingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van Van Gansewinkel

Nadere informatie

BIJLAGEN OBM Melkvee- en loonbedrijf De Molswaerd Heulenslag 36 A 2971 VG BLESKENSGRAAF. Projectleider Bouw Rundvee C. de Ruijter

BIJLAGEN OBM Melkvee- en loonbedrijf De Molswaerd Heulenslag 36 A 2971 VG BLESKENSGRAAF. Projectleider Bouw Rundvee C. de Ruijter BIJLAGEN OBM Melkvee- en loonbedrijf De Molswaerd Heulenslag 36 A 2971 VG BLESKENSGRAAF Projectleider Bouw Rundvee C. de Ruijter 06 53 16 91 75 Datum 31-05-2017 Inhoudsopgave 1. Rubriek Gegevens inrichting...

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet milieubeheer 1 AANPASSING VERGUNNING 1.1 Algemeen Op 20 februari 2008 hebben wij het voornemen kenbaar gemaakt tot (ambtshalve) wijziging over

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer. voor de inrichting. G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer. voor de inrichting. G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht VOORSCHRIFTEN behorende bij het besluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht 2 INHOUDSOPGAVE VOORSCHRIFTEN BESLUIT BEHEER AUTOWRAKKEN 3

Nadere informatie

WET MILIEUBEHEER Beschikking

WET MILIEUBEHEER Beschikking WET MILIEUBEHEER Naam inrichting : Locatie : Ierstweg 2 te Hattem Activiteit : Veehouderij Aanvrager : Datum ontvangst : 17 oktober 2006 Nummer : WM722 INHOUDSOPGAVE 1. Aanvraag....2 2. Ontvankelijkheid...2

Nadere informatie

Wet milieubeheer. Jaar 2007. Nr. 3420. Definitieve beschikking. Besluit van burgemeester en wethouders van Nunspeet;

Wet milieubeheer. Jaar 2007. Nr. 3420. Definitieve beschikking. Besluit van burgemeester en wethouders van Nunspeet; Wet milieubeheer Jaar 2007 Nr. 3420 Definitieve beschikking Besluit van burgemeester en wethouders van Nunspeet; Onderwerp Op 25 juli 2007 ontvingen wij een aanvraag van AMRON Machinebouw BV om een oprichtingsvergunning

Nadere informatie

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant c2ļ2223073472392 Van Gansewinkel Milieutechniek BV, Middenweg 15 te Moerdijk. t9mgevingsdí'm.sŕÿ Midden-

Nadere informatie

Inhoud. Activiteitenbesluit agrarische activiteiten. Landbouwinrichtingen type B. Introductie Activiteitenbesluit (landbouw)

Inhoud. Activiteitenbesluit agrarische activiteiten. Landbouwinrichtingen type B. Introductie Activiteitenbesluit (landbouw) Inhoud Activiteitenbesluit agrarische activiteiten RWS Leefomgeving Kenniscentrum InfoMil Frences van de Ven Introductie Landbouwinrichtingen type B en C Veehouderijen: OBM, melding, ammoniak & geur Agrarische

Nadere informatie

De inrichting ligt aan de Kleine Kolonieweg 166 in Elspeet, kadastraal bekend gemeente Nunspeet, sectie F, nummers 4154 en 4417.

De inrichting ligt aan de Kleine Kolonieweg 166 in Elspeet, kadastraal bekend gemeente Nunspeet, sectie F, nummers 4154 en 4417. Jaar 2008 Nr. 3504 WET MILIEUBEHEER Definitieve beschikking actualisatie Op 25 november 1977 is aan kalvermesterij Mulder, Kleine Kolonieweg 166 in Elspeet, een oprichtingsvergunning verleend op grond

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING Nr 5A05 De raad van de gemeente Menaldumadeel; overwegende dat het door de inwerkingtreding van de Algemene Wet Bestuursrecht noodzakelijk is om de verordeningen en regelingen aan te passen aan deze wet;

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND nr. MPM12072 Wet milieubeheer 1 AANVRAAG 1.1 Algemeen Op 3 augustus 2007 hebben wij een aanvraag ontvangen van het college van burgemeester en

Nadere informatie

Dorpsstraat 7 5113 TE, Ulicoten

Dorpsstraat 7 5113 TE, Ulicoten VOORSCHRIFTEN behorende bij een omgevingsvergunning op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting aan het adres Hondseindsebaan 2 in

Nadere informatie

Bijlage 2: Maatwerkbeleid in het kader van het Activiteitenbesluit

Bijlage 2: Maatwerkbeleid in het kader van het Activiteitenbesluit Bijlage 2: Maatwerkbeleid in het kader van het Activiteitenbesluit Deze bijlage maakt deel uit van de Beleidsregel VTH 2016 provincie Groningen Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze beleidsregel

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk rsd.431.N001, revisie 2 3 april 2009 R. Cornelis/JBr

Referentienummer Datum Kenmerk rsd.431.N001, revisie 2 3 april 2009 R. Cornelis/JBr Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 263723.rsd.431.N001, revisie 2 3 april 2009 R. Cornelis/JBr Betreft Akoestisch onderzoek Boomkwekerij P. Versmissen te Eersel Inleiding De opdrachtgever is voornemens

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant a. op de op 17 november 2004 bij hen ingekomen aanvraag van Gebr. Aldenzee aan Ampèrestraat 7 te Deurne om een vergunning krachtens de Wet milieubeheer

Nadere informatie

Workshop bodem. Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal. Mlieudienst IJmond. Programma

Workshop bodem. Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal. Mlieudienst IJmond. Programma Workshop bodem Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal Mlieudienst IJmond 1 Programma Korte herhaling Bodemonderzoek, hoe en wat Uitwerking NRB in Activiteitenbesluit Normdocumenten en Kwalibo Casus

Nadere informatie

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Nummer : 2009.09833V Venlo, Bijlage(n) : Het Dagelijks Bestuur heeft op 12 augustus 2009 een aanvraag om vergunning op grond van de Wet verontreiniging

Nadere informatie

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat:

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat: Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 www.provincie-utrecht.nl Datum 26 augustus 2008 Team Milieubeheer

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan: Salt voor: solid soda dosering activiteiten: milieuneutraal veranderen (fase 1) locatie: Oosterhorn 4, Farmsum kenmerk bevoegd gezag: GR-VERG-2018-000460 kenmerk

Nadere informatie