Ontvankelijkheid De aanvraag voldoet aan de in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer gestelde eisen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ontvankelijkheid De aanvraag voldoet aan de in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer gestelde eisen."

Transcriptie

1 Wet milieubeheer Jaar 2007 Nr Definitieve beschikking Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet. Onderwerp Op 27 november 2006 is een aanvraag ontvangen van maatschap Polinder, Vicarieweg 58 in Nunspeet om een nieuwe, de gehele inrichting omvattende vergunning ingevolge artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer (WM) voor een gemengde veehouderij met melk- en kalfkoeien, vrouwelijk jongvee, schapen en vleeskuikens, gelegen aan de Vicarieweg 58 in Nunspeet, kadastraal bekend gemeente Nunspeet, sectie I, de nummers 3971 en De aanvraag is in de brief van 20 februari 2007, ingekomen op 5 maart 2007, aangevuld. De aanvullingen bestaan uit een bij de brief behorende bijlage 1 en een nieuwe plattegrond- en situatietekening (nummer 1480, MIL01, gewijzigd op 16 februari 2007). Procedure Op de behandeling van de aanvraag is ingevolge artikel 8.6 van de WM het bepaalde in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (de uniforme openbare voorbereidingsprocedure) en het bepaalde in hoofdstuk 13 van de WM (aanvullende procedure- en coördinatieregels) van toepassing. Ontvankelijkheid De aanvraag voldoet aan de in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer gestelde eisen. Ligging en activiteiten De desbetreffende inrichting ligt in het buitengebied van de kern Nunspeet. In de directe omgeving van de inrichting zijn niet-agrarische woningen van derden gelegen. Voor een verdere beschrijving en situering van de inrichting verwijzen wij naar de aanvraag van 23 november 2006, een plattegrond- en situatietekening van 20 maart 2006, gewijzigd op 16 februari 2007 met nummer 1480, een rapport van het akoestisch onderzoek van 18 oktober 2006, nummer H en een brief van 20 februari 2007 met bijlage. Vergunningensituatie Bij besluit van 14 december 2001 is voor de desbetreffende inrichting een revisievergunning op grond van de WM verleend voor het houden van 40 melk- en kalfkoeien, 34 stuks vrouwelijk jongvee en vleeskuikens. Deze vergunning is inmiddels onherroepelijk en in werking getreden. Bij het vaststellen van de bestaande rechten kan artikel 8.18, eerste lid, van de WM ook nog relevant zijn: De vergunning voor een inrichting vervalt, indien de inrichting niet binnen drie jaar nadat de vergunning onherroepelijk is geworden, is voltooid en in werking gebracht. Dossieronderzoek heeft uitgewezen dat geen sprake is van het (gedeeltelijk) vervallen van de op 14 december 2001 verleende revisievergunning. Het vergunde veebestand is in tabel 1 vermeld, overeenkomend met 918,8 kg NH 3 en 48,6 mestvarkeneenheden.

2 - 2 - Tabel 1 Bestaande rechten Diersoort Rav-code (1) Aantal dieren Emissiefactor (2) kg NH 3 totaal Omrekeningsfactor (3) mve s totaal Melk- en kalfkoeien A , Vrouwelijk jongvee A ,9 132,6 - - Vleeskuikens E ,08 406,2 104,5 48,6 TOTAAL 918,8 48,6 (1) Code als bedoeld in bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij, zoals laatstelijk gepubliceerd in de Staatscourant van 24 oktober 2006, nr (2) Emissie in kg NH 3 per dierplaats per jaar, genoemd in bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij. (3) Aantal dierplaatsen per mestvarkeneenheid, genoemd in bijlage 1 van de Regeling stankemissie veehouderij in landbouwontwikkelings- en verwevingsgebieden, zoals gepubliceerd in de Staatscourant van 28 april 2003, nr. 81, en gewijzigd op 28 augustus 2003, nr Aanvraag Uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager het in tabel 2 genoemde veebestand gaat houden, overeenkomend met 2.233,6 kg NH 3 en 399 mestvarkeneenheden. Tabel 2 Aangevraagd veebestand Diersoort Rav-code (1) Aantal dieren Emissiefactor (2) Kg NH 3 totaal Omrekeningsfactor (3) mve s totaal Melk- en kalfkoeien A ,5 560,5 - - Vrouwelijk jongvee A ,9 159,9 - - Schapen B ,7 35,0 3 16,7 Vleeskuikens E , ,2 104,5 382,3 TOTAAL 2.233,6 399 (1) Code als bedoeld in bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij, zoals laatstelijk gepubliceerd in de Staatscourant van 24 oktober 2006, nr (2) Emissie in kg NH 3 per dierplaats per jaar, genoemd in bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij. (3) Aantal dierplaatsen per mestvarkeneenheid, genoemd in bijlage 1 van de Regeling stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelings- en verwevingsgebieden, zoals gepubliceerd in de Staatscourant van 28 april 2003, nr. 81, en gewijzigd op 28 augustus 2003, nr Coördinatie met de Woningwet en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Er is sprake van het veranderen van de inrichting als dat is aan te merken als bouwen in de zin van de Woningwet: het bouwen van een nieuwe stal voor het houden van vleeskuikens. Zodoende geldt er een coördinatieplicht. De vereiste bouwvergunning is zoals blijkt uit de aanvraag nog niet aangevraagd. Er is geen sprake van een inrichting van waaruit stoffen als bedoeld in artikel 1 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren in het oppervlaktewater worden gebracht. Daarom is een onderlinge afstemming en/of gecoördineerde behandeling tussen deze aanvraag en een aanvraag om een vergunning in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren niet nodig. Vogel- en Habitatrichtlijn De Vogelrichtlijn beoogt de instandhouding van alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten. In 1998 en 2000 zijn de Vogelrichtlijngebieden aangewezen als speciale beschermingszones. Zes van deze gebieden zijn bij besluit van 18 februari 2003 uitgebreid. Vanaf 1 oktober 2005 vallen Vogelrichtlijngebieden onder het beschermingsregime van de Natuurbeschermingswet.

3 - 3 - De Habitatrichtlijn heeft tot doel bij te dragen aan het waarborgen van de biologische diversiteit door het instandhouden van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. Nederland heeft op 19 mei 2003 de Europese Commissie een lijst van 141 Habitatrichtlijngebieden aangeboden. Op 8 december 2004 heeft de commissie bekendgemaakt dat zij deze lijst heeft vastgesteld. Inmiddels heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in ontwerp 111 gebieden aangewezen als zogeheten Natura 2000-gebieden. Vanaf 1 oktober 2005 vallen Habitatrichtlijngebieden ook onder het beschermingsregime van de Natuurbeschermingswet. Het beschermingsregime van de Natuurbeschermingswet geldt alleen voor aangewezen gebieden. Dit houdt in dat de bepalingen van de Habitatrichtlijn tot de aanwijzingsbesluiten definitief zijn genomen een rechtstreekse werking hebben, tenzij de begrenzing van een Habitatrichtlijngebied overeenkomt met de begrenzing van een Vogelrichtlijngebied. De desbetreffende inrichting ligt tussen twee Habitatrichtlijngebieden: De Veluwe en Het Veluwemeer. Beide gebieden zijn ook aangewezen als Vogelrichtlijngebied. Dit betekent dat voor deze gebieden het beschermingsregime van de Natuurbeschermingswet geldt. Recente jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is wat betreft de beoordeling van het gestelde in de Vogel- en Habitatrichtlijn duidelijk. Met de Natuurbeschermingswet is beoogd de gebiedsbeschermingsbepalingen uit de Vogel- en Habitatrichtlijn te implementeren. De Veluwe en Het Veluwemeer zijn aangewezen als gebied ter uitvoering van de Vogelrichtlijn als bedoeld in de Natuurbeschermingswet. Het beoordelen van significant negatieve effecten op deze gebieden moet aan de orde komen bij de vraag of een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet is vereist en zo ja, of die vergunning kan worden verleend en onder welke voorwaarden. Daarbij moeten ook de effecten op De Veluwe en Het Veluwemeer als Habitatrichtlijngebied worden beoordeeld. Er bestaat daarom geen ruimte voor het beoordelen van mogelijke significant negatieve effecten op deze gebieden in het kader van vergunningverlening op grond van de WM. Lozingenbesluit bodembescherming Het definitief in de bodem brengen van vloeistoffen kan ernstige gevolgen hebben voor het milieu, omdat het afvalwater onvoldoende is gezuiverd en/of de manier waarop het water in de bodem wordt geïnfiltreerd te wensen over laat. Daarom verbiedt het Lozingenbesluit bodembescherming in principe alle lozingen van vloeistoffen op of in de bodem. Binnen de desbetreffende inrichting vindt geen bodemlozing plaats. Destructiewet In de Destructiewet worden regels gesteld op welke wijze kadavers moeten worden aangeboden. Ongewone voorvallen Als zich in de inrichting een ongewoon voorval voordoet of heeft voorgedaan, waardoor nadelige gevolgen voor het milieu zijn ontstaan of dreigen te ontstaan, moet de exploitant van de inrichting dit onmiddellijk melden aan het bevoegd gezag. De verplichting om maatregelen te treffen, de meldingsplicht, alsmede de inhoud van de melding zijn afdoende geregeld in de artikelen 17.1 en 17.2 van de WM. Daarnaast wordt erop gewezen dat bij het ontstaan van bodemverontreiniging een meldingsplicht op basis van de Wet bodembescherming bestaat. Ammoniakemissie uit tot de veehouderij behorende dierenverblijven De Wet ammoniak en veehouderij (hierna te noemen: de Wav) De beoordeling van de aanvaardbaarheid van de door een veehouderij veroorzaakte ammoniakemissie bij beslissingen inzake de vergunningverlening vindt plaats aan de hand van de Wav (Stb. 2002, nr. 93). Deze wet is op 8 mei 2002 in werking getreden. Artikel 2, eerste lid, van de Wav, voor zover van toepassing, bepaalt dat als kwetsbaar gebied wordt aangemerkt gebieden die deel uitmaken van de ecologische hoofdstructuur en op grond van de Interimwet ammoniak en veehouderij als voor verzuring gevoelig waren aangemerkt. De ecologische hoofdstructuur moet door gedeputeerde staten van Gelderland op een kaart worden begrensd.

4 - 4 - Zij hebben op grond van de Wav bij besluit van 1 juli 2003 de ecologische hoofdstructuur in Gelderland vastgesteld. Bij besluit van 9 mei 2006 hebben Gedeputeerde Staten deze EHS opnieuw vastgesteld ter vervanging van de op 1 juli 2003 vastgestelde EHS. Bij deze besluiten horen kaarten waarop de kwetsbare gebieden zijn af te lezen. De dierenverblijven van de desbetreffende veehouderij zijn niet gelegen in een kwetsbaar gebied of binnen een zone van 250 meter rond een kwetsbaar gebied. Buiten een zone van 250 meter rond een kwetsbaar gebied is het veranderen van een veehouderij in beginsel toegestaan, mits de inrichting niet onder het toepassingsbereik van de IPPC-richtlijn valt (artikel 6, tweede lid, van de Wav) en het veranderen niet leidt tot een belangrijke toename van de ammoniakemissie. De aanvraag heeft betrekking op een uitbreiding met dieren (19 melk- en kalfkoeien, 7 stuks vrouwelijk jongvee, 50 schapen en vleeskuikens). Deze uitbreiding leidt tot een toename van de ammoniakemissie met 1.314,8 kg. De veehouderij valt buiten de werkingssfeer van de IPPC-richtlijn (Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging, PbEG L257), zodat niet hoeft te worden getoetst of voornoemde uitbreiding met dieren leidt tot een belangrijke toename van de ammoniakemissie. Het aangevraagde veebestand kan dan ook op grond van de WAV worden vergund. Directe opname uit de lucht van ammoniak In de Wav is aangegeven dat deze wet niet geldt voor de gevolgen voor het milieu die worden veroorzaakt door directe opname uit de lucht van ammoniak door planten en bomen. Deze gevolgen vinden in de praktijk vooral plaats bij coniferen en fruitbomen en worden aan de hand van het rapport Stallucht en Planten van het IMAG in Wageningen uit 1981 beoordeeld. Binnen een afstand van 50 respectievelijk 25 meter van de inrichting zijn geen coniferen of tuinbouwgewassen aanwezig, hetgeen betekent dat er geen sprake is van (onaanvaardbare) directe ammoniakschade. Directe opname uit de lucht van ammoniak is daarom geen weigeringsgrond voor vergunningverlening. Algemene regels voor ammoniakemissie uit dierenverblijven In de Wav is ook aangegeven dat deze wet niet geldt voor het weigeren van de vergunning met toepassing van artikel 8.10, tweede lid, van de WM en als er algemene regels voor ammoniakemissie uit dierenverblijven gelden. Op basis van het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (hierna te noemen: het Besluit huisvesting) gaan voor de ammoniakemissie uit veehouderijen algemene regels op grond van BBT gelden. Dit ter beperking van de ammoniakemissie uit dierenverblijven. Concreet houdt dit in dat voor een aantal diercategorieën emissie-eisen geldt, maximale emissiewaarden genoemd, waaraan de huisvesting van dieren moet voldoen. Als een vergunning wordt aangevraagd voor een stal die meer ammoniak emitteert, dan op grond van het Besluit huisvesting is toegestaan, moet het bevoegd gezag de vergunning weigeren. Het Besluit huisvesting is op 28 december 2005 in het Staatsblad (nr. 675) gepubliceerd en treedt in werking op een nog bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Tot inwerkingtreding geldt de toets aan artikel 8.10, tweede lid, van de WM: toepassing van de best beschikbare technieken. Voor deze toepassing wordt aangesloten bij de maximale emissiewaarden uit het Besluit huisvesting. Tabel 3 van dit besluit geeft inzicht in de maximale emissiewaarden voor de aangevraagde diercategorieën, alsmede de emissiefactoren van de aangevraagde stalsystemen voor die diercategorieën.

5 - 5 - Tabel 3: aangevraagde diercategorieën en maximale emissiewaarden Aangevraagde diercategorie (1) Maximale emissiewaarde (2) Emissiefactor aangevraagd huisvestingssysteem (3) Melk- en kalfkoeien (A.1.6.1) Vrouwelijk jongvee (A.3) Schapen (B 1) Vleeskuikens (A 4.3) 9,5 niet vastgesteld niet vastgesteld 0,045 9,5 3,9 0,7 0,037 (1) Categorie als bedoeld in bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij, zoals laatstelijk gepubliceerd in de Staatscourant van 24 oktober 2006, nr (2) Waarde als bedoeld in bijlage 1 van het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij, uitgedrukt in kg NH 3 per dierplaats per jaar. (3) Factor als bedoeld in bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij, zoals laatstelijk gepubliceerd in de Staatscourant van 24 oktober 2006, nr. 207, uitgedrukt in kg NH 3 per dierplaats per jaar. Uit tabel 3 volgt dat voor vrouwelijk jongvee en schapen geen maximale emissiewaarden zijn vastgesteld. De huisvestingsystemen voor melk- en kalfkoeien en vleeskuikens voldoen aan de maximale emissiewaarden uit het Besluit huisvesting voor deze diercategorieën. Gelet op vorenstaande kan de aangevraagde vergunning niet worden geweigerd op grond van artikel 8.10, tweede lid, van de Wm. Stankhinder Op 1 januari 2007 is de Wet geurhinder en veehouderij (hierna te noemen: de Wgv) in werking getreden. De Wgv vormt het exclusieve toetsingskader voor het beoordelen van geurhinder uit dierenverblijven van veehouderijen. Artikel 14, eerste lid, van de Wgv bepaalt dat als een aanvraag is ingediend voor het tijdstip waarop de Wgv in werking treedt, zijnde 1 januari 2007, het voor dat tijdstip geldende recht van toepassing blijft. Zoals is aangegeven, hebben wij de desbetreffende aanvraag op 27 november 2006 ontvangen. Dit houdt in dat de WGV niet mag worden toegepast, maar dat de Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelings- en verwevingsgebieden nog het exclusieve toetsingskader is. De beoordeling van stankhinder bij veehouderijen moet zoals aangegeven plaatsvinden volgens de Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelings- en verwevingsgebieden (hierna te noemen: de Wsv) en de bij deze wet behorende Regeling stankemissie veehouderijen landbouwontwikkelings- en verwevingsgebieden (hierna te noemen: de Rsv). In de Wsv wordt gesteld dat, ter voorkoming van ernstige geurhinder, een bepaalde ruimtelijke scheiding is vereist tussen stallen (en mestopslagruimten) enerzijds en gevoelige objecten, zoals woningen, anderzijds. De vereiste ruimtelijke scheiding is afhankelijk gesteld van het aantal en de soort van de gehouden dieren, het stalsysteem, de aard van het te beschermen object en het soort gebied waarin dit object is gelegen. Als niet wordt voldaan aan de gestelde afstanden kan er sprake zijn van ernstige, dan wel ontoelaatbare stankhinder. Zoals blijkt uit de systematiek van de Wsv moet achtereenvolgens worden bekeken of er binnen de voor de categorieën I, II, III, IV en V aan te houden afstanden objecten uit de desbetreffende categorie zijn gelegen. Dieren met omrekeningsfactoren De aanvraag heeft betrekking op het houden van de in tabel 2 genoemde aantal schapen en vleeskuikens in de aangegeven huisvestingssystemen. In deze tabel zijn eveneens de bijbehorende omrekeningsfactoren (aantal dieren per mestvarkeneenheid (mve)) volgens de Rsv en het totaal aantal mve s weergegeven. Het aangevraagde aantal schapen en vleeskuikens komt overeen met 399 mve s. Voor dit aantal mve s gelden de in tabel 4 genoemde minimaal aan te houden afstanden, bepaald volgens de in de Wsv opgenomen afstandsformules. Voor categorie V geldt volgens de Wsv een vaste afstand van 50 meter. Ook zijn de werkelijke afstanden tot de (tussen haakjes genoemde) dichtstbijzijnde objecten

6 - 6 - uit categorie IV in deze tabel opgenomen. Objecten uit de categorieën I, II, III en V zijn op ruime afstand gelegen en daarom niet in de tabel opgenomen. Tabel 4 Minimaal vereiste afstanden en werkelijke afstanden tot stankgevoelige objecten Categorie Minimaal aan te houden afstand (m) Werkelijke afstand (m) (bedoelde object) IV (Vicarieweg 61) IV (Vicarieweg 52) Uit tabel 4 volgt dat aan de minimaal aan te houden afstanden wordt voldaan. Dieren met vaste afstanden De aanvraag heeft ook betrekking op diercategorieën (melk- en kalfkoeien en vrouwelijk jongvee) waarvoor vast aan te houden afstanden gelden. Deze afstanden staan, gelet op artikel 4, eerste lid, van de Wsv, genoemd in bijlage 2 van de Rsv en bedragen 100 meter tot categorie I- en II-objecten en 50 meter tot categorie III- en IV-objecten. De vaste afstand tot een voor stankgevoelig object categorie V bedraagt eveneens ten minste 50 meter. Binnen 100 en 50 meter van de stallen waar melk- en kalfkoeien en vrouwelijk jongvee worden gehouden, zijn geen voor stankgevoelige objecten gelegen. Dit betekent dat aan de vast aan te houden afstanden wordt voldaan en dat de aangevraagde vergunning voor het houden van melk- en kalfkoeien en vrouwelijk jongvee kan worden verleend. Algemeen Uit artikel 5 van de Wsv volgt dat de afstand van de buitenzijde van een dierenverblijf tot de buitenzijde van een voor stankgevoelig object minimaal bedraagt: categorie I en II: 50 meter; categorie III en IV: 25 meter. Voor een categorie V-object geldt deze algemene afstandseis niet. Zoals aangegeven zijn in de directe omgeving van de inrichting alleen categorie IV-objecten gelegen. De werkelijke afstand tussen de buitenzijde van de stallen binnen de inrichting en het meest nabij gelegen categorie IV-object, zijnde de woning op het perceel Vicarieweg 61, bedraagt meer dan 25 meter. Dit betekent dat aan het gestelde in artikel 5 van de Wsv wordt voldaan. Water In de Leidraad afval- en emissiepreventie in de milieuvergunning (Infomil, 1996, hierna te noemen: de Leidraad) zijn adviezen over waterbesparing gegeven. In december 2005 is de Leidraad vervangen door de Handreiking Wegen naar preventie bij bedrijven (hierna te noemen: de Handreiking Wegen). In de Handreiking Wegen zijn geen ondergrenzen gesteld, omdat de relevantie van waterbesparing sterk afhankelijk is van de lokale situatie. Per situatie moet worden beoordeeld of maatregelen voor het aspect water relevant zijn. Om enig houvast te hebben wordt aansluiting gezocht bij de grenzen uit de Leidraad. Deze adviseert een preventieonderzoek bij een verbruik van grondwater van meer dan m 3 per jaar of een verbruik van leidingwater van meer dan m 3 per jaar. Onderzoek naar besparingsmogelijkheden maakt duidelijk welke preventieve maatregelen zinvol zijn. Uit de aanvraag blijkt dat het jaarlijks verbruik van grondwater wordt geschat op m 3. Het verbruik is minder dan de ondergrenzen uit de Leidraad, zodat wij geen waterbesparingsonderzoek voorschrijven. Wel schrijven wij een registratieverplichting voor om het toekomstig verbruik van grondwater te kunnen beoordelen. Afval Bij het beoordelen van het aspect afval hanteren wij de Handreiking Wegen als uitgangspunt. Afvalpreventie is het voorkomen of beperken van het ontstaan van afval door reductie aan de bron en/of

7 - 7 - door intern hergebruik. Preventie is met name van toepassing op bedrijven waar sprake is van relevante hoeveelheden afval. In de Handreiking Wegen wordt verwezen naar de ondergrenzen zoals deze in de Leidraad waren opgenomen. Bij de indicatie geringe omvang is de aandacht voor preventie van ondergeschikt belang. Afvalscheiding is het zo veel mogelijk vanaf de bron scheiden, gescheiden houden en gescheiden afgeven van afvalstoffen. Hiertoe zijn er in de Handreiking Wegen een aantal afvalcomponenten opgenomen welke altijd moeten worden gescheiden en gescheiden worden gehouden, ongeacht de hoeveelheid en bedrijfssituatie. Het gaat om de afvalstromen: gevaarlijk afval en asbest, papier en karton en elektrische en elektronische apparaten. Voor overige afvalcomponenten is een ondergrens aangegeven. Binnen de inrichting is sprake van het vrijkomen van bedrijfsafvalstoffen, te weten kadavers (3.000 kg per jaar), papier- en karton (250 kg per jaar), landbouwplastic (1.000 kg per jaar) en restafval (500 kg per jaar). Er komen ook gevaarlijke afvalstoffen vrij, te weten TL-buizen (10 kg per jaar). Gelet op de in de aanvraag aangegeven hoeveelheden afvalstoffen die vrijkomen is hier sprake van een geringe omvang. Wij hebben dan ook geen voorschriften opgenomen voor afvalpreventie. Wel is een aantal algemene voorschriften voor afvalstoffen aan de vergunning verbonden, waaronder de verplichting om afvalstoffen te scheiden. Geluid De beoordeling van de geluidsbelasting, veroorzaakt door bronnen binnen (het terrein van) de inrichting, vindt plaats aan de hand van de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening d.d. 21 oktober 1998 (hierna te noemen: de Handreiking). Zolang een gemeente, zoals Nunspeet, nog geen beleid ten aanzien van industrielawaai heeft vastgesteld, moet wat betreft de geluidsnormering bij vergunningverlening nog gebruik worden gemaakt van de normstellingsystematiek zoals opgenomen in hoofdstuk 4 van de Handreiking. In de Handreiking worden richtwaarden aanbevolen die zijn gerelateerd aan de aard van de woonomgeving waarin de inrichting is gesitueerd. Deze richtwaarden staan in tabel 5 vermeld. Tabel 5 Richtwaarden geluid Aard van de woonomgeving Aanbevolen richtwaarden in de woonomgeving in db(a) Dag Avond Nacht Landelijke omgeving Rustige woonwijk, weinig verkeer Woonwijk in de stad Bij de vergunningverlening kan voor het geluidsaspect voor bestaande inrichtingen als volgt worden gehandeld: - bij herziening van vergunningen worden de richtwaarden volgens bovenstaande tabel steeds opnieuw getoetst; - overschrijding van de richtwaarden is mogelijk tot het referentieniveau van het omgevingsgeluid; - overschrijding van het referentieniveau van het omgevingsgeluid tot een maximale etmaalwaarde van 55 db(a) kan in sommige gevallen toelaatbaar worden geacht op grond van een bestuurlijk afwegingsproces, waarbij de geluidbestrijdingskosten een belangrijke rol moeten spelen. Voor het bovenstaande geldt steeds dat een verhoging van de richtwaarden alleen kan worden toegestaan na toepassing van de best beschikbare technieken. Het referentieniveau van het omgevingsgeluid wordt in de Handreiking gedefinieerd als de hoogste waarde van de volgende geluidsniveaus: - het L95 van het omgevingsgeluid exclusief de bijdrage van de zogenaamde niet- omgevingseigen bronnen ; - het optredende equivalente geluidsniveau in db(a), veroorzaakt door zoneringsplichtige wegverkeerbronnen minus 10 db.

8 - 8 - De in de voorschriften opgenomen geluidsgrenswaarden sluiten aan bij de richtwaarden landelijke omgeving van 40 db(a) etmaalwaarde. Uit het bij de aanvraag gevoegde rapport van akoestisch onderzoek is gebleken dat in de representatieve bedrijfssituatie aan deze richtwaarden kan worden voldaan. In de incidentele bedrijfssituatie is er als gevolg van het inkuilen van gras en maïs en het afvoeren van drijfmest (vijf keer per jaar in de dagperiode) en het afvoeren van vleeskuikens (zeven keer per jaar in de avond- en nachtperiode), sprake van een overschrijding van de richtwaarden. Genoemde activiteiten brengen niet met zich dat door het treffen van maatregelen alsnog aan deze waarde kan worden voldaan. Gelet op het feit dat deze activiteiten maximaal twaalf keer per jaar plaatsvinden, zijn deze activiteiten van de richtwaarden van 40 db(a) etmaalwaarde uit te zonderen. In de Handreiking staat dat piekgeluidsgrenswaarden bij voorkeur worden bepaald op 10 db(a) getalswaarde boven de equivalente geluidsgrenswaarden, maar maximaal op 70 db(a) etmaalwaarde (behoudens uitzonderingen). Uit het bij de aanvraag gevoegde rapport van akoestisch onderzoek blijkt dat de maximaal te stellen piekgeluidsgrenswaarden niet worden overschreden. De geluidsbelasting van het verkeer van en naar de inrichting buiten het terrein van de inrichting is beoordeeld overeenkomstig de circulaire Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting d.d. 29 februari 1996 (MBG ). Op grond van deze circulaire geldt een voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) als etmaalwaarde. Uit het bij de aanvraag gevoegde rapport van akoestisch onderzoek blijkt dat hieraan kan worden voldaan. Bodem Voor het bepalen van het risico van bodembedreigende activiteiten en voor het beoordelen van de noodzaak en redelijkheid van bodembeschermende voorzieningen of maatregelen, sluiten wij zo veel mogelijk aan bij de Nederlandse richtlijn bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten (hierna te noemen: de NRB). De NRB beschrijft de risico s van bodembedreigende activiteiten en het effect van bodembeschermende voorzieningen. Binnen de inrichting vinden als bodembedreigende activiteiten plaats: - de opslag van diesel- en gasolie in een bovengrondse tank boven een lekbak; - de opslag van reinigings- en bestrijdingsmiddelen in emballage; - de opslag van dunne mest en afvalwater in mestkelders; - de opslag van vaste mest op een mestplaat; - de opslag van kuilvoer; - Het gebruik van de werkplaats. Door het voorschrijven van bodembeschermende voorzieningen en maatregelen is een verwaarloosbaar risico op bodemverontreiniging van enige relevantie aanwezig als gevolg van de bodembedreigende activiteit. Het doorlopen van het in hoofdstuk 3 van de NRB opgenomen stappenplan leidt in dat geval tot het gewenste bodemrisico: verwaarloosbaar. Op grond hiervan achten wij het voorschrijven van een nulsituatie- en een eindsituatieonderzoek niet noodzakelijk. Energie In de circulaire Energie in de milieuvergunning van oktober 1999 geven de ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieuhygiëne en Economische Zaken een advies over de te volgen aanpak met betrekking tot energiebesparing bij milieuvergunningverlening. Zij adviseren bij een jaarlijks energieverbruik van minder dan kwh elektriciteit of m³ aardgas geen verdergaand onderzoek voor te schrijven. Dit advies hanteren wij bij vergunningverlening, tenzij er een reden is om hier van af te wijken. Uit de aanvraag blijkt dat het jaarlijks energieverbruik op circa kwh elektriciteit en circa m 3 aardgas per jaar wordt geschat. Dit is wat betreft elektriciteit meer dan de ondergrens van kwh uit de circulaire Energie in de milieuvergunning. Toch zien wij af van het voorschrijven van een energiebesparingsonderzoek, gelet op de in de aanvraag genoemde energiebesparende maatregelen die al zijn c.q. nog worden uitgevoerd. Verder hebben wij een registratieverplichting voorgeschreven om het toekomstige verbruik te kunnen beoordelen.

9 - 9 - Veiligheid Bij de beoordeling van het aspect veiligheid binnen de inrichting hebben wij een eigen bevoegdheid en verantwoordelijkheid, naast de verplichting die de vergunninghouder heeft op grond van de artikelen 17.1 en 17.2 van de WM (ongewoon voorval). Binnen de inrichting vindt opslag plaats van reinigings- en bestrijdingsmiddelen, alsmede diesel- en gasolie. Bij deze opslag speelt veiligheid een belangrijke rol. Verder zijn in de inrichting brandblusmiddelen aanwezig. In het kader van veiligheid hebben wij voorgeschreven dat de opslag van meer dan 25 kg of liter aan reinigings- en bestrijdingsmiddelen moet voldoen aan een aantal eisen uit PGS 15 (Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen). Verder hebben wij voorgeschreven dat de opslag van diesel- en gasolie in een bovengrondse tank moet voldoen aan PGS 30 (Vloeibare aardolieproducten. Buitenopslag in kleine installaties). Ook hebben wij voorgeschreven dat de aanwezige brandblusmiddelen periodiek moeten worden gekeurd. Koelinstallatie Binnen de inrichting bevindt zich een koelinstallatie (2 kw) gevuld met koudemiddel (R22). Deze installatie valt onder de werking van het Besluit ozonlaagafbrekende stoffen Wms 2003 en de Regeling Lekdichtheidsvoorschriften Koelinstallaties De voorschriften behorende bij dit besluit en regeling zijn rechtstreeks van toepassing. Aan deze vergunning zijn geen aanvullende voorschriften voor het in werking hebben van een koelinstallatie verbonden. Stookinstallatie Binnen de inrichting is een met aardgas gestookte verwarmingsinstallatie (cv-ketel) aanwezig met een capaciteit van 20 kw. Om een goede werking van de verwarmingsinstallaties te garanderen, is een onderhoudsverplichting voorgeschreven. Overwegende - dat naar aanleiding van de terinzagelegging van de ontwerpbeschikking geen zienswijzen zijn ingebracht; - dat geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om over het ontwerp van de beschikking tijdens een openbare zitting van gedachten te wisselen en gelet op de eerdergenoemde overwegingen alsmede op het gestelde in de Wet Milieubeheer en de Algemene wet bestuursrecht; b e s l u i t e n: burgemeester en wethouders van Nunspeet; aan Maatschap Polinder de aangevraagde revisievergunning zoals bedoeld in artikel 8.4 van de Wet milieubeheer te verlenen voor het houden van 59 melk- en kalfkoeien, 41 stuks vrouwelijk jongvee, 50 schapen en vleeskuikens; Datum: 21 mei 2007 Burgemeester en wethouders van Nunspeet, namens hen, het hoofd van de afdeling Bouw en Milieu, ad interim, H.P.L. van de Zedde

10 Verzonden op: 21 mei 2007 Indienen van beroep Voor de mogelijkheid van het indienen van beroep, verwijzen wij naar de bijgevoegde kopie publicatie. NB 1. De aan de vergunning verbonden voorschriften zijn vermeld in de bij dit besluit behorende bijlage. 2. Er wordt op gewezen dat het verlenen van deze vergunning niet inhoudt dat hiermee is voldaan aan de bepalingen die in andere wetten, verordeningen enzovoorts zijn gesteld dan wel op grond hiervan kunnen worden voorgeschreven. 3. De vergunning geldt voor de aanvrager als ook zijn rechtsverkrijgende. 4. De eerder verleende vergunningen op grond van de Wet Milieubeheer vervallen na het onherroepelijk worden van dit besluit. Een exemplaar van dit besluit is gezonden aan: 1. Maatschap Polinder; 2. Polinder Advies.

11 ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ Voorschriften behorende bij het besluit waarbij aan maatschap Polinder een nieuwe, de gehele inrichting omvattende vergunning op grond van de Wet milieubeheer is verleend voor een veehouderij met melk- en kalfkoeien, vrouwelijk jongvee, schapen en vleeskuikens op het perceel Vicarieweg 58 in Nunspeet ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

12 I. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN A.1. De inrichting moet worden uitgevoerd en in werking zijn conform de aanvraag en de daarbij behorende en als zodanig gewaarmerkte bescheiden, tenzij de volgende voorschriften anders bepalen. A.2. De inrichting moet schoon worden gehouden en in goede staat van onderhoud verkeren. A.3. Installaties of onderdelen van installaties die buiten bedrijf zijn gesteld, moeten zijn verwijderd, tenzij deze in een goede staat van onderhoud verkeren. A.4. Het aantrekken van insecten, knaagdieren en ongedierte moet zo veel mogelijk worden voorkomen. Zo vaak de omstandigheden daartoe aanleiding geven, moet doelmatige bestrijding van insecten, knaagdieren en ander ongedierte plaatsvinden. A.5. Degene die de inrichting drijft is gehouden te doen of na te laten hetgeen redelijkerwijs gevergd kan worden om nadelige gevolgen voor het milieu te voorkomen of te beperken. B. Verlichting B.1. De in de inrichting aangebrachte of gebezigde verlichting moet zodanig zijn afgesteld/afgeschermd dat er geen directe lichtstraling bij woningen van derden kan optreden. B.2. De verlichting moet zodanig zijn dat voortdurend een behoorlijke oriëntatie binnen de inrichting mogelijk is en bij duisternis werkzaamheden, waaronder begrepen controlewerkzaamheden, zowel binnen als buiten de gebouwen van de inrichting kunnen worden verricht. C. Installaties C.1. Alle elektrische installaties moeten zodanig zijn uitgevoerd, dat geen storing optreedt in de radio- en televisieontvangst en in het telecommunicatieverkeer buiten de inrichting. C.2. De bedrijfsvoering van en werkzaamheden aan de elektrische installatie moet, met inbegrip van de elektrische apparatuur, voldoen aan de norm NEN-EN en NEN C.3. Wijzigingen aan of uitbreidingen van de elektrische installatie mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een erkend installateur. C.4. Een stookinstallatie moet zijn voorzien van een GASKEUR- of CE-merk en zo zijn afgesteld dat een optimale verbranding plaatsvindt. Aan een stookinstallatie wordt ten minste één keer per jaar onderhoud verricht door een door het bevoegd gezag erkende deskundige.

13 D. Energie- en waterbesparing D.1. Jaarlijks moet het (grond- en leiding)water- en aardgasverbruik in m 3 en kosten en het elektriciteitsverbruik in kwh en kosten worden geregistreerd in het milieulogboek. D.2. Bij vervanging van de aanwezige energieverbruikende installaties, moet worden gekozen voor installaties die voldoen aan de stand der techniek van dat moment. D.3. De in de aanvraag genoemde energiebesparende maatregelen moeten zijn uitgevoerd. E. Milieulogboek E.1. De vergunninghouder moet een milieulogboek bijhouden waarin alle milieurelevante handelingen worden aangetekend of milieurelevante informatie wordt bewaard. In het milieulogboek moeten in ieder geval de volgende zaken worden bewaard en/of geregistreerd: - de resultaten van in de inrichting uitgevoerde milieucontroles, keuringen, inspecties, metingen, registraties en onderzoeken; - calamiteiten of incidenten die van invloed zijn op het milieu, met vermelding van datum en tijdstip en van de genomen maatregelen; - de afgiftebewijzen van gevaarlijke afvalstoffen; - registratie van het water- en energieverbruik; - afschriften van de vigerende milieuvergunning(en) met bijbehorende voorschriften. E.2. De gegevens van het milieulogboek, zoals genoemd in voorgaand voorschrift, moeten minimaal 5 jaar worden bewaard. E.3. Het milieulogboek moet te allen tijde in de inrichting beschikbaar zijn voor inzage door een toezichthoudend ambtenaar. F. Meldingen F.1. Uitvoering van onderhoudswerkzaamheden aan de inrichting, waarvan redelijkerwijs moet worden aangenomen dat ze buiten de inrichting gevaar of schade kunnen veroorzaken, dan wel dat hiervan meer hinder zal worden ondervonden in de omgeving dan uit de normale bedrijfsvoering voortvloeit, moeten minimaal twee dagen voor uitvoering worden gemeld bij het bevoegd gezag. Ter beperking van gevaar, schade of hinder buiten de inrichting kunnen regels worden gesteld betreffende de uitvoering van deze werkzaamheden. II. AFVALSTOFFEN A.1. In de inrichting (bedrijfsgebouwen en buitenterrein) is het verboden: a. afvalstoffen te verbranden; b. afvalstoffen of met afvalstoffen verontreinigd water in of op de bodem te brengen of in de bodem terecht te laten komen.

14 A.2. Het bewaren van afvalstoffen moet op ordelijke en nette wijze geschieden. A.3. Verontreiniging van het openbare terrein rond de inrichting door uit de inrichting afkomstige afvalstoffen, het zogenaamde zwerfvuil, moet worden voorkomen. Mocht onverhoopt toch verontreiniging plaatsvinden, dan moeten direct maatregelen worden genomen om deze verontreiniging te verwijderen. A.4. Afvalstoffen moeten regelmatig uit de inrichting worden afgevoerd. Gevaarlijke afvalstoffen moeten minimaal eenmaal per jaar uit de inrichting worden afgevoerd. Het afvoeren moet zodanig geschieden dat zich geen afval in of buiten de inrichting kan verspreiden. A.5. Gevaarlijke afvalstoffen moeten zijn geplaatst in of boven een vloeistofdichte lekbak. III. BEDRIJFSAFVALWATER EN HEMELWATER A.1. Het afvalwater dat in de inrichting vrijkomt, bijvoorbeeld schrob- en spoelwater, moet in een hiervoor bestemde mestdichte opslagruimte worden geloosd. A.2. Hemelwater afkomstig van daken en niet ten gevolge van de bedrijfsvoering verontreinigd hemelwater mag niet op het openbaar riool worden geloosd. IV. BODEM A.1. Het is verboden vloeistoffen definitief op of in de bodem te brengen. TOELICHTING: Oppervlaktewater, hemelwater of drinkwater zijn hiervan uitgezonderd, indien daaraan geen verontreinigende stoffen zijn toegevoegd, de concentratie verontreinigende stoffen niet door een bewerking van het water is toegenomen en aan het water geen warmte is toegevoegd. A.2. De inrichting moet zodanig in werking worden gehouden dat de bodem en het grondwater niet (verder) kunnen worden verontreinigd Het olie verversen moet plaatsvinden op een dichte betonnen vloer. De vloer mag niet zijn voorzien van scheuren en naden De vloer waarop het olie verversen plaatsvindt, mag zich niet in de buitenlucht bevinden, zodat de vloer niet onder invloed staat van hemelwater Nabij de vloer moeten voldoende absorptiemiddelen aanwezig zijn Gemorste olie moet worden opgeruimd met de absorptiemiddelen.

15 Afgewerkte olie, oliefilters en gebruikte absorptiemiddelen moeten worden bewaard en afgevoerd als gevaarlijke afvalstoffen. V. OPSLAG DIESEL- EN GASOLIE IN BOVENGRONDSE TANKS A.1. De tanks voor opslag van diesel- en gasolie en de leidingen verbonden aan deze tank moeten voldoen aan de voorschriften uit de PGS 30, de hoofdstukken 2, 3, 4.1 t/m 4.6, hoofdstuk 4.8 en bijlagen. A.2. Dubbelwandige tanks voor de opslag van dieselolie, die zijn geplaatst in een opvangbak, behoeven in afwijking van het gestelde in de PGS 30 niet te zijn voorzien van een lekdetectiesysteem. VI. KLEINSCHALIG AFLEVEREN VAN MOTORBRANDSTOFFEN A.1. Aflevering vindt uitsluitend plaats aan voertuigen die niet bestemd zijn voor wegvervoer en die bestemd zijn voor eigen bedrijfsmatig gebruik. A.2. De afleverslang moet zijn voorzien van een vulpistool met een automatische afslagkraan. Ook indien een handpomp wordt gebruikt moet het vulpistool van een automatische afslag zijn voorzien. Indien het vulpistool buiten gebruik niet hoger is opgehangen dan het hoogste vloeistofniveau in de tank, moet een hevelbreker in de afleverleiding zijn aangebracht. Het vulpistool moet goed weggehangen kunnen worden. A.3. Een automatische afslagkraan van een vulpistool mag niet in geopende stand worden vastgezet. Een vulpistool moet na gebruik met de opening naar boven gericht worden geplaatst op een daarvoor bestemde en geschikte plaats boven de opvangbak. A.4. Ter plaatse van het afleverpunt moet de opstelplaats van de voertuigen over een oppervlakte van ten minste 3 x 5 meter zijn voorzien van een vloeistofkerende voorziening, waarmee gedurende beperkte tijd het doordringen van gemorst product in de bodem wordt verhinderd. Gemorst product moet met behulp van absorptiemateriaal zo spoedig mogelijk worden verwijderd. In de nabijheid van het afleverpunt moet een daartoe afgestemde hoeveelheid absorptiemateriaal in voorraad worden gehouden. A.5. Indien geen toezicht wordt gehouden moet de pomp zijn afgesloten zodat onbevoegden deze niet in werking kunnen stellen. A.6. Vloeistof die zich na gebruik nog in de slang bevindt, moet kunnen worden opgevangen.

16 A.7. Wanneer de afleverslang niet in gebruik is, moet deze knikvrij boven een vloeistofkerende voorziening hangen. A.8. Het afleveren van vloeistof is verboden, indien daarbij wordt gerookt of enigerlei vuur of open kunstlicht aanwezig is, of de motor van het voertuig, waaraan de brandstof wordt afgeleverd, in werking is. A.9. Op of bij een pomp moet met duidelijk leesbare letters het opschrift zijn aangebracht: "VOERTUIGMOTOR AFZETTEN, ROKEN EN VUUR VERBODEN". VII. OPSLAG VAN BESTRIJDINGSMIDDELEN A.1. De aanwezige voorraden bestrijdingsmiddelen moeten, op de tekening aangegeven plaats, worden bewaard in een daartoe bestemde kast. In de kast mogen alleen bestrijdingsmiddelen en/of ongereinigde lege verpakkingen daarvan aanwezig zijn. Alle in voorraad gehouden bestrijdingsmiddelen moeten in de oorspronkelijke verpakking ordelijk en overzichtelijk worden bewaard. A.2. De kast moet van deugdelijke constructie zijn en doelmatig zijn ingericht. A.3. De kast moet in goede staat van onderhoud zijn en doelmatig zijn geventileerd. A.4. De bestrijdingsmiddelen moeten droog en koel worden bewaard. A.5. Vloeibare bestrijdingsmiddelen moeten zijn opgesteld in of boven (een) vloeistofdichte bak(ken), die de gehele voorraad van de daarin of daarboven opgestelde vloeistoffen kan (kunnen) bevatten. A.6. Gemorste vloeibare resten moeten direct in een speciaal daartoe bestemd vat worden gebracht. Hiertoe moeten voldoende materialen, absorberende en neutraliserende middelen, voor onmiddellijk gebruik gereed, aanwezig zijn. A.7. Een lekkende verpakking moet onmiddellijk in een deugdelijke overmaatse verpakking worden overgebracht. A.8. Emballage met restanten bestrijdingsmiddelen, lege verpakkingen daarvan en ander afval dat met bestrijdingsmiddelen in contact is geweest, moeten regelmatig als gevaarlijke afvalstof worden afgevoerd naar daarvoor bestemde en gelegaliseerde inrichtingen met behulp van een daartoe geschikt transportmiddel. VIII. OPSLAG VAN GEVAARLIJKE STOFFEN IN EMBALLAGE A.1. Gevaarlijke stoffen, zoals oliën, vetten en reinigings- en ontsmettingsmiddelen met uitzondering van de werkvoorraad moet worden bewaard in een lekbak of gelijkwaardige voorziening.

17 A.2. De inhoud van de lekbak moet ten minste gelijk zijn aan de inhoud van de grootste in de lekbak opgeslagen emballage, vermeerdert met 10% van de overige emballage. De lekbak moet bestand zijn tegen de inwerking van de opgeslagen vloeistoffen. De lekbak moet zijn beschermd tegen inregenen. A.3. Gevaarlijke stoffen die op het moment zij met elkaar in aanraking komen met elkaar kunnen reageren en waarbij gevaarlijke gassen of dampen kunnen vrijkomen of gevaarlijke situaties als explosies, rondspattende gevaarlijke of excessieve warmte ontwikkeling kunnen ontstaan, moeten van elkaar gescheiden worden. A.4. Gevaarlijke stoffen moeten worden bewaard in gesloten, dichte en voldoende sterke verpakking. A.5. De verpakking moet geschikt zijn voor de desbetreffende stof. A.6. Lege, niet gereinigde emballage moet worden opgeslagen als volle. A.7. Breekbare emballage mag niet worden gestapeld. A.8. Gemorste droge stoffen moeten direct worden opgenomen op een zodanige wijze dat verspreiding wordt voorkomen. A.9. Als emballage lekt, moet de lekkage direct worden verholpen of moet de inhoud van de lekkende emballage onmiddellijk worden overgebracht in niet-lekkende emballage dan wel moet de lekkende emballage worden overgebracht in een overmaats vat. A.10. Gemorste vloeistoffen moeten direct worden geabsorbeerd. Hiertoe moeten nabij de opslagplaats van oliën in vaatwerk voldoende absorptiemiddelen aanwezig zijn. Gebruikte absorptiemiddelen moeten als gevaarlijke afvalstof worden behandeld. IX. BRANDVEILIGHEID EN -PREVENTIE A.1. De plaatsen van de hoofdafsluiters c.q. -schakelaars van energie- en/of watertoevoer moeten duidelijk zijn aangegeven in onuitwisbaar schrift op de toegangsdeur van de ruimten waarin deze zich bevinden. A.2. Stofopeenhoping op de koelribben van elektromotoren en lampen moet door regelmatig schoonmaken voorkomen worden. A.3. De opslag van of werkzaamheden met gevaarlijke stoffen geschieden overeenkomstig de aanwijzingen, waarschuwingen of gegevens op de verpakking en de etiketten of het bij de desbetreffende stoffen behorende veiligheidsinformatieblad. A.4. Indien buiten de werkvoorraden meer dan 25 kg of liter gevaarlijke stoffen in emballage wordt opgeslagen, vindt de opslag plaats in één of meer speciaal daarvoor

18 bestemde losse afsluitbare kasten, voorzien van de juiste veiligheidssymbolen.. A.5. Losse kasten mogen niet binnen één meter afstand van deuren of andere gelegenheden tot ontsnapping zijn geplaatst. A.6. Losse kasten mogen niet zijn geplaatst in een gang die als vluchtweg dienst moet doen. B. Brandblusmiddelen B.1. Teneinde een begin van brand effectief te kunnen bestrijden moeten voldoende draagbare brandblusmiddelen aanwezig zijn. In de mengkeuken van de kalverenstal dient in ieder geval een poederblusser met een inhoud van minimaal 6 kg poeder aanwezig te zijn. B.2. Brandblusmiddelen moeten steeds voor onmiddellijk gebruik beschikbaar zijn, onbelemmerd kunnen worden bereikt en jaarlijks door een REOB (Regeling Erkenning Onderhoudsbedrijven kleine blusmiddelen) erkend onderhoudsbedrijf worden gecontroleerd op hun deugdelijkheid. Een controlesticker waaruit dit blijkt, moet op het blustoestel aanwezig zijn. C. Toegankelijkheid C.1. De inrichting moet zodanig worden onderhouden, dat bij eventuele onregelmatigheden en bij calamiteiten deze onder alle omstandigheden bereikbaar is voor blusvoertuigen, alsmede voor voertuigen van hulpdiensten. X. GELUID A.1. Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L Ar,LT ), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en plaatsvindende activiteiten, gemeten en beoordeeld overeenkomstig de 'Handleiding meten en rekenen industrielawaai' van 1999, mag op de gevel van omliggende woningen van derden niet meer bedragen dan: - 40 db(a) tussen en uur; - 35 db(a) tussen en uur; - 30 db(a) tussen en uur. A.2. In afwijking van voorschrift bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelings-niveau (L Ar, LT ) veroorzaakt door het vier keer per jaar inkuilen van gras en maïs en één keer per jaar voor het afvoeren van drijfmest niet meer dan 45 db(a) tussen en uur. A.3. In afwijking van voorschrift bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelings-niveau (L Ar, LT ) veroorzaakt door het zeven keer per jaar afvoeren van vleeskuikens in de avond- of nachtperiode niet meer dan 40 db(a) tussen en uur en 38 db(a) tussen en uur. A.4. Onverminderd het gestelde in de voorschriften tot en met mogen maximale geluidsniveaus (L Amax ) op de gevel van omliggende woningen van derden niet meer zijn dan:

19 db(a) tussen en uur; - 65 db(a) tussen en uur; - 60 db(a) tussen en uur. A.5. In afwijking van voorschrift bedraagt het maximale geluidsniveau (L Amax ) veroorzaakt door het zeven keer per jaar afvoeren van vleeskuikens in de avond- of nachtperiode niet meer dan 68 db(a) tussen en uur en 65 db(a) tussen en uur. A.6. Het in voorschrift genoemde maximale geluidsniveau (L Amax ) tussen en uur is niet van toepassing op het laden en lossen. A.7. Controle en berekening van de in de voorschriften tot en met vastgestelde geluidsniveaus moet geschieden overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai uitgave 1999, uitgegeven door het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. A.8. Bij vervanging van installaties of aanschaf van nieuwe installaties dient toepassing van het beginsel van best beschikbare technieken ook op basis van geluid plaats te vinden. A.9. Het onnodig in werking hebben van motoren van (vee)transportmiddelen is in de inrichting niet toegestaan. A.10. Radio's, geluids- of omroepinstallaties mogen buiten de inrichting niet hoorbaar zijn. A.11. Deuren en ramen moeten tijdens lawaaimakende werkzaamheden gesloten zijn, behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen. XI. LUCHT A.1. Uitmondingen in de buitenlucht van afvoeren van ventilatiesystemen, luchtbehandelingsinstallaties of afzuigsystemen, ten aanzien waarvan in deze vergunning geen andere voorschriften zijn gesteld, moeten zodanig zijn gesitueerd dat van de hierdoor uittredende lucht en de daarin aanwezige stoffen geen hinder wordt ondervonden buiten de inrichting. A.2. Indien op een afvoerleiding een regenkap is aangebracht, dan moet deze zodanig zijn uitgevoerd dat de luchtstroom naar boven blijft gericht. XII. OPSLAG VAN ZAAGSEL

20 A.1. In gebouw E waar zaagsel wordt opgeslagen, is roken en open vuur verboden. A.2. De opslag van zaagsel moet zodanig plaatsvinden, dat brandbestrijding niet wordt belemmerd. XIII. VEEHOUDERIJ A.1. In de veehouderij mogen maximaal het volgende aantal dieren worden gehouden: - 59 melk- en kalfkoeien (Rav-code A 1.6.1); - 41 stuks vrouwelijk jongvee (Rav-code A 3); - 50 schapen (Rav-code B 1); vleeskuikens (Rav-code E 5.6). A.2. Ramen van de stallen moeten, voor zover zij geen functie hebben voor de luchtverversing in de stal, gesloten worden gehouden. Deuren of hekken moeten gesloten zijn, behoudens gedurende het doorlaten van personen, dieren of goederen. A.3. Las- en slijpwerkzaamheden in de stallen mogen niet worden uitgevoerd, tenzij de mestkelders volledig leeg zijn, of de stal voldoende wordt geventileerd en de roosters volledig zijn afgedekt. B. Mest B.1. Op het terrein van de inrichting mag geen mest worden gedroogd of worden verbrand. B.2. Het terrein van de inrichting mag niet worden bevloeid of op een andere wijze van een laag mest of gier worden voorzien. Deze bepaling is niet van toepassing op het bemesten van grond volgens de normale bemestingspraktijk. B.3. Bij verwijdering van mest en gier mag de omgeving niet worden verontreinigd. Transport van dunne mest en gier moet daarom geschieden in volledig gesloten tankwagens, die in zindelijke staat moeten verkeren. B.4. Dunne mest en gier moeten worden opgeslagen in een hiervoor bestemde mestdichte opslagruimte. Indien de opslagruimte niet onder een stal is gelegen moet het transport naar de opslagruimte geschieden door middel van een gesloten en mestdicht riool of een daaraan gelijkwaardige voorziening. B.5. Behoudens tijdens het ledigen moeten de opslagruimten door middel van goed sluitende deksels, luiken of een daaraan gelijkwaardige voorziening, gesloten worden gehouden. B.6. Ten gevolge van het vullen of ledigen van een kelder of anderszins mag geen verontreiniging van de bodem plaatsvinden. De bewaring van dunne mest in een kelder moet geschieden op ten minste 10 cm onder de rand van de kelder.

Beschikking Wet milieubeheer

Beschikking Wet milieubeheer Beschikking Wet milieubeheer Besluit van burgemeester en wethouders van Woensdrecht. Datum beschikking: 16-12-2008 Onderwerp aanvraag Op 3 juli 2008 is een aanvraag om vergunning ingevolge de Wet milieubeheer

Nadere informatie

Vergunning Wet milieubeheer

Vergunning Wet milieubeheer Vergunning Wet milieubeheer Op 5 december 2003 hebben wij, burgemeester en wethouders van Ede, het verzoek ontvangen van J. van Ginkel, Driestweg 3 te Bennekom om een vergunning Wet milieubeheer voor het

Nadere informatie

Kadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485

Kadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485 Bijlage 1: Overwegingen m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) Bijlage behorende bij de omgevingsvergunning: Nummer: 20110227/129546 Bedrijfsgegevens Naam: Mts IJken Adres: Middendorp 17 Plaats: Wachtum

Nadere informatie

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen Datum : 17 september 2013 Onderwerp : Vormvrije Mer beoordeling Opsteller : Arie Johannes Vormvrije Mer beoordeling Inleiding Op 2 september 2013 is een aanvraag

Nadere informatie

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Aanvrager: Dhr. W.A. Maalderink Akkermansstraat 11 7021 LW ZELHEM INHOUDSOPGAVE Uitwerking melding op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor het bedrijf

Nadere informatie

Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu)

Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) Bijlage 3: Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN: Mts. Vroege Burg. ten Holteweg 39 7751 CR

Nadere informatie

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Aanvrager: VOF Looman Hebbink Hogeveldweg 6 & 6a 7021 MS ZELHEM INHOUDSOPGAVE Uitwerking van de melding Activiteitenbesluit milieubeheer, voor de veehouderij van

Nadere informatie

*15.182956* 15.182956

*15.182956* 15.182956 omgevingsvergunning wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) Beschikking 236848 *15.182956* 15.182956 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Nadere informatie

De verandering van de inrichting betreft het wijzigen van het aantal te houden vleeskalveren.

De verandering van de inrichting betreft het wijzigen van het aantal te houden vleeskalveren. Wet milieubeheer Jaar 2009 Nr. 3563 Definitieve beschikking Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet. Onderwerp Op 12 januari 2009 is een aanvraag ontvangen van de heer L. Vinke,

Nadere informatie

BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Algemene wet bestuursrecht/wet milieubeheer INLEIDING Op 6 juni 2006 hebben wij het verzoek van De Jong Gameren B.V.

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 10 mei 2006 bij hen ingekomen aanvraag van Van Gansewinkel Nederland BV aan Spaarpot 6 te Geldrop om een vergunning krachtens artikel 8.1

Nadere informatie

BIJLAGE HOOFDLIJNEN NIEUWE AMMONIAKWETGEVING

BIJLAGE HOOFDLIJNEN NIEUWE AMMONIAKWETGEVING BIJLAGE HOOFDLIJNEN NIEUWE AMMONIAKWETGEVING Hoofdlijnen Wet ammoniak en veehouderij 1. Werkingssfeer De Wet ammoniak en veehouderij (Wav) is een lex specialis ten opzichte van de Wet milieubeheer (Wm).

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning UV

Ontwerp omgevingsvergunning UV Ontwerp omgevingsvergunning UV 20150044 Aanvraag Op 13 april 2015 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een rundveehouderij op het adres Stokershorst 5 te Nederweert-Eind.

Nadere informatie

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Aanvrager: Gj Wunderink, Gj Wunderink-Gotink, Gd Wunderink en Be Wunderink Strodijk 23 7251 RS VORDEN INHOUDSOPGAVE Uitwerking van de melding Activiteitenbesluit

Nadere informatie

Beschikking maatwerkvoorschriften

Beschikking maatwerkvoorschriften Wet milieubeheer Beschikking maatwerkvoorschriften Inrichtingdrijver : Kuehne + Nagel Logistics B.V. Activiteiten van de inrichting : 2e fase maatwerk Locatie : Lippestraat 15 te Zwolle Datum beschikking

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN:

VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN: Voorschriften milieu Zaaknummer: 607098 Vergunninghouder: Maatschap H. en E. Brink Projectomschrijving: Wijzigen stalinrichting en plaatsen mestloods VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN:

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 31 januari 2008 bij hen ingekomen aanvraag van gemeente Drimmelen om een vergunning krachtens artikel 8.1 Wet milieubeheer voor het veranderen

Nadere informatie

Te verwachte ontwikkelingen Activiteitenbesluit Beste beschikbare technieken Naam document Jaartal

Te verwachte ontwikkelingen Activiteitenbesluit Beste beschikbare technieken Naam document Jaartal Bijlage 1 - Overwegingen voor de activiteit Inrichting oprichten (Milieu) - (horen bij en maken deel uit van de omgevingsvergunning onder nummer 130492, verleend op... april 2014 aan Veehouderij Kruiswijk,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 654 Voorstel van wet tot wijziging van de Wet ammoniak en veehouderij Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Memo. In afbeelding 1 is de herontwikkelingslocatie globaal aangegeven. EGD-190613-RM000888

Memo. In afbeelding 1 is de herontwikkelingslocatie globaal aangegeven. EGD-190613-RM000888 Aan E. Douma Van P. van der Sande & T. Breugel Projectnummer RM000888 Kenmerk EGD-190613 Onderwerp impact inpassing herontw. prov. weg 24 vwbt lucht en geluid Datum 1 oktober 2013 Inleiding In onderhavige

Nadere informatie

(ontwerp) MAATWERKBESLUIT. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit)

(ontwerp) MAATWERKBESLUIT. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) (ontwerp) MAATWERKBESLUIT Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) Virol Metaal B.V. (Locatie: Kartonbaan 29 te Winschoten) Groningen, 28 mei 2013 Nr. 2013-20.456 Zaaknr.

Nadere informatie

(ONTWERP) BESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER

(ONTWERP) BESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: (ONTWERP) BESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER Ontwerpbesluit Met ingang van 5 april 2018 ligt met bijbehorende

Nadere informatie

WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING

WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING Gegevens aanvrager Naam aanvrager : De heer Van Manen namens Kloosterboer Elst Bv Adres : Handelsweg 5 Postcode en plaats : 6662 NH ELST Gegevens inrichting Naam inrichting

Nadere informatie

CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN

CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN 1. Gegevens bedrijfsdossier 1.1 Algemeen Naam bedrijf Adres Plaats / postcode Telefoon Contactpersoon Inrichtingsnummer Procedurenummer Gecontroleerd door Datum controle

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm VOORSCHRIFTEN behorende bij de veranderingsvergunning Wm betreffende het voornemen tot het reinigen van afvalwater van derden in de bestaande Biologische Voorzuivering Installatie (BVZI) Attero Noord BV

Nadere informatie

MILIEUVOORSCHRIFTEN. 60 db(a) tussen en uur (nachtperiode);

MILIEUVOORSCHRIFTEN. 60 db(a) tussen en uur (nachtperiode); Zaaknummer: 590653 Vergunninghouder: Maatschap J. Wilting, H. Wilting-Cremer en A.A. Wilting Projectomschrijving: het veranderen of veranderen van de werking van de inrichting (revisie). MILIEUVOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

Beschikking. Besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Achtkarspelen op de aanvraag van:

Beschikking. Besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Achtkarspelen op de aanvraag van: VOF De Jong - Klaver t.a.v. de heer B. de Jong Blauwhuisterweg 25 a 9231 AB SURHUISTERVEEN Afdeling : RTV Behandeld door : mw. G.G. Hemkes Doorkiesnummer : (0511) 548273 E-mail : gemeente@achtkarspelen.nl

Nadere informatie

Vragenlijst controle autobedrijven

Vragenlijst controle autobedrijven Opslag van afvalstoffen inclusief autowrakken Bewaart u gevaarlijke en niet-gevaarlijke afvalstoffen gescheiden? Ja Nee Voert u afvalstoffen gescheiden af naar een erkend inzamelaar? Ja Nee Slaat u accu

Nadere informatie

De directe omgeving wordt gekenmerkt door een enkele burgerwoning met een enkele of meerdere agrarische bebouwingen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door een enkele burgerwoning met een enkele of meerdere agrarische bebouwingen. Jaar 2007 Nr. 3363 Wet milieubeheer BESCHIKKING Aanvraag Op 10 november 2006 hebben wij een aanvraag ontvangen van maatschap D. en J. Bronkhorst voor een revisievergunning op grond van de Wet milieubeheer

Nadere informatie

AANMELDINGSNOTITIE M.E.R.- BEOORDELING. VAN: Mts. K. en M. en K. Hellinga Hegedyk 4 9089 BN Wytgaard

AANMELDINGSNOTITIE M.E.R.- BEOORDELING. VAN: Mts. K. en M. en K. Hellinga Hegedyk 4 9089 BN Wytgaard AANMELDINGSNOTITIE M.E.R.- BEOORDELING VAN: Mts. K. en M. en K. Hellinga Hegedyk 4 9089 BN Wytgaard 6 november 2012 INHOUDSOPGAVE 1. INITIATIEFNEMER... 2 2. DE BEOOGDE ACTIVITEITEN... 3 Hoofdactiviteit...

Nadere informatie

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3)

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) 1 Veranderingen Beschrijf de voorgenomen veranderingen van de inrichting. 1. De volgende afvalwaterstromen

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor H. Smit v.o.f. Schroot- en Metaalhandel te Borger ONTWERPBESLUIT

Nadere informatie

de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verweerder.

de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verweerder. Essentie uitspraak: In de inrichting worden niet meer dan 10.000 kg aan gevaarlijke stoffen per opslagplaats opgeslagen zodat de inrichting aldus niet behoort tot de categorie van inrichtingen als bedoeld

Nadere informatie

MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER

MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER Gemeente Emmen, dienst Publiek, afdeling Vergunningen. MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER betreffende Europaweg 17a te Nieuw Schoonebeek I. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer Melding

Nadere informatie

Maatwerkvoorschriften

Maatwerkvoorschriften *D170775693* D170775693 Maatwerkvoorschriften Aanvrager : Grutters V.O.F. Datum besluit : 15 december 2017 Onderwerp : Maatwerkvoorschriften geluid Gemeente / locatie : Gemeente Berg en Dal, Ketelstraat

Nadere informatie

* UM * Melk- en fokveebedrijf Graumans

* UM * Melk- en fokveebedrijf Graumans 15 augustus 2012 * UM1209581* Melk- en fokveebedrijf Graumans ons kenmerk : UM1209581 zaaknummer : ZK12000582 uw kenmerk : 522247 uw brief van : 15 augustus 2012 afdeling : Publiekszaken contactpersoon

Nadere informatie

Besluit Burgemeester en wethouders van Uden besluiten om vergunning te verlenen voor:

Besluit Burgemeester en wethouders van Uden besluiten om vergunning te verlenen voor: omgevingsvergunning wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) Beschikking 236848 *16.003995* 16.003995 OMGEVINGSVERGUNNING nr. 236848

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING Nr 5A05 De raad van de gemeente Menaldumadeel; overwegende dat het door de inwerkingtreding van de Algemene Wet Bestuursrecht noodzakelijk is om de verordeningen en regelingen aan te passen aan deze wet;

Nadere informatie

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN BESCHIKKING D.D. 4 DECEMBER 2009 TEERDE STATEN VAN GELDERLAND - NR. MPM18173/2009-015262 VAN GEDEPU- Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN Onderwerp aanvraag Op 10 augustus 2009 hebben wij een

Nadere informatie

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Melder: Maatschap van der Gun De Steegde 14 9417 TE Spier Locatie: De Steegde 14 9417 TE Spier Versie: 1 Juli 2016 Inhoudsopgave 1. Algemeen... 3 1.1 Korte beschrijving

Nadere informatie

BESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER

BESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: BESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER Aanvraag en besluit Met ingang van 28 juni 2018 ligt met bijbehorende

Nadere informatie

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Ontwerpbeschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 11 juli 2016 bij hen ingekomen aanvraag van J.P. Hendriks te

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning UV

Ontwerp omgevingsvergunning UV Ontwerp omgevingsvergunning UV 20160092 Aanvraag Op 17 juni 2016 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een varkenshouderij op het adres Nieuwstraat 31 te Ospel.

Nadere informatie

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 16 oktober 2007 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij)

Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij) (Tekst geldend op: 10-02-2013) Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE MILIEUSTRAAT GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE, EURSING 2A TE BEILEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE MILIEUSTRAAT GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE, EURSING 2A TE BEILEN ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw Y. Oostelbos (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor de Milieustraat gemeente Midden-Drenthe, Eursing 2a

Nadere informatie

Definitieve beschikking Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet.

Definitieve beschikking Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet. Wet milieubeheer Jaar 2006 Nr. 3334 Definitieve beschikking Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet. Onderwerp Op 5 juli 2006 is een aanvraag ontvangen van de heer B. Schouten,

Nadere informatie

ODMH Omgevingsdienst Midden-Holland

ODMH Omgevingsdienst Midden-Holland WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT BESCHIKKING MILIEUASPECT INRICHTINGEN (artikel 3.10 lid 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Datum Nummer aanvraag Gegevens aanvrager Naam aanvrager Postbus

Nadere informatie

Op de voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu van, nr., Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Op de voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu van, nr., Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Besluit van tot wijziging van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, het Besluit bodemkwaliteit, het Besluit lozen buiten inrichtingen, het Besluit omgevingsrecht en het Waterbesluit

Nadere informatie

Programma. Activiteitenbesluit. Introductie Activiteitenbesluit (landbouw) Inhoud. Landbouwbedrijven in het Activiteitenbesluit

Programma. Activiteitenbesluit. Introductie Activiteitenbesluit (landbouw) Inhoud. Landbouwbedrijven in het Activiteitenbesluit 14 maart 2013 Programma Activiteitenbesluit Agrarische activiteiten 10.00 Activiteitenbesluit agrarische activiteiten 11.30 Pauze 11.45 Agrarische lozingen 12.45 Lunch 13.15 Glastuinbouw 14.15 Pauze 14.30

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2024428/2752304 op de op 26 april 2011 bij hen ingekomen aanvraag van FrieslandCampina Consumer Products, om vergunning

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OV 20140031

Omgevingsvergunning OV 20140031 Omgevingsvergunning OV 20140031 Aanvraag Op 28 februari 2014 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een paardenhouderij (inclusief camping) op het adres Grasdijk

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V. te Maastricht Zaaknummer: 2017-206587 Kenmerk: 2018/2142 d.d. 11 januari 2018

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 2 december 2016 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van R. Verburgt

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Sunny-Egg-Systems BV te Rogat

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Sunny-Egg-Systems BV te Rogat 1 VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Sunny-Egg-Systems BV te Rogat INHOUDSOPGAVE 1 AFVALSTOFFEN 3 1.1. Afvalscheiding 3 2 BODEM 3 2.1. Doelvoorschriften

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2039301/2811531 op de op 8 juli 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Caldic Chemie Produktie BV, om vergunning krachtens

Nadere informatie

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) 495 402 Postbus 63 fax: (0342) 495 376 3770 AB BARNEVELD e-mail: gembar@barneveld.nl Betreft : veranderingsvergunning voor een veehouderij en kleinschalig

Nadere informatie

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Anthonie Fokkerstraat 1 a 3772 MP Barneveld (0342) 47 42 55 (0342) 47 42 81 info@vanwestreenen.nl Varsseveldseweg 65d 7131 JA Lichtenvoorde (0544) 37 97 37 (0544) 37 83 64 info@vanwestreenen.nl Melding

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr

ONTWERPBESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr ONTWERPBESCHIKKING Omgevingsvergunning beperkte milieutoets datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr. 2016-0629 Aanvraag Op 24 maart 2016 heeft u een aanvraag voor een omgevingsvergunning beperkte milieutoets

Nadere informatie

Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets

Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets 1. Procedurele overwegingen 1.1. Gegevens aanvrager Wij hebben op 3 december 015 een aanvraag ontvangen voor een omgevingsvergunning als bedoeld in

Nadere informatie

Wijziging Bouwverordening Gemeente Terneuzen. De gewijzigde Bouwverordening van de gemeente Terneuzen vast te stellen.

Wijziging Bouwverordening Gemeente Terneuzen. De gewijzigde Bouwverordening van de gemeente Terneuzen vast te stellen. Lijst agendapunten nummer: Kenmerk: 11b 3869 / 2006016316 Afdeling: Brandweer VERORDENING Datum: 10 mei 2007 Onderwerp: Wijziging Bouwverordening Gemeente Terneuzen De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten Inhoudsopgave 1 ALGEMEEN...3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2. Doelstelling... 3 2 HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN...3 Artikel 3. Aanwijzing inzameldienst...

Nadere informatie

WET MILIEUBEHEER Beschikking

WET MILIEUBEHEER Beschikking WET MILIEUBEHEER Naam inrichting : Locatie : Ierstweg 2 te Hattem Activiteit : Veehouderij Aanvrager : Datum ontvangst : 17 oktober 2006 Nummer : WM722 INHOUDSOPGAVE 1. Aanvraag....2 2. Ontvankelijkheid...2

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 531 Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij)

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Van Gansewinkel Nederland B.V. Aangevraagde activiteiten : Ambtshalve wijziging in verband met IPPC toets Locatie

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet milieubeheer 1 AANPASSING VERGUNNING 1.1 Algemeen Op 20 februari 2008 hebben wij het voornemen kenbaar gemaakt tot (ambtshalve) wijziging over

Nadere informatie

MMV190/06 BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER. Burgemeester en wethouders van Montferland

MMV190/06 BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER. Burgemeester en wethouders van Montferland MMV190/06 BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER Burgemeester en wethouders van Montferland verlenen een revisievergunning op grond van het bepaalde in artikel 8.4 van de Wet milieubeheer aan Reuling Vethuizen B.V.,

Nadere informatie

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER DEFINITIEF Afdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving Registratiekenmerk: VVH/vr/615324 BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN VLISSINGEN ONDERWERP Op 1 januari 2008 is het Besluit

Nadere informatie

1 ALGEMEEN Algemeen BODEMBESCHERMING Voorzieningen en beheermaatregelen Nulsituatiebodemonderzoek 17

1 ALGEMEEN Algemeen BODEMBESCHERMING Voorzieningen en beheermaatregelen Nulsituatiebodemonderzoek 17 INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 17 1.1 Algemeen 17 2 BODEMBESCHERMING 17 2.1 Voorzieningen en beheermaatregelen 17 2.2 Nulsituatiebodemonderzoek 17 3 AFVALSTOFFEN 18 3.1 Toegestane activiteiten 18 4 GELUID 18

Nadere informatie

Omgevingsdienst Brabant Noord

Omgevingsdienst Brabant Noord ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING WIJZIGEN Omgevingsdienst Brabant Noord Onderwerp Gemeente Uden heeft op 16 december 216 een verzoek ontvangen van de Provincie Noord-Brabant (hierna de provincie) voor

Nadere informatie

stortontheffing artikel WET MILIEUBEHEER

stortontheffing artikel WET MILIEUBEHEER stortontheffing artikel 10.63 WET MILIEUBEHEER verleend aan Maatschap Ten Have-Mellema Storten buiten inrichting Groningen, 31 augustus 2010 Nr. 2010-46.167/35, MV Zaaknummer: 263592 Inhoudsopgave 1. WET

Nadere informatie

Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor:

Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor: Watervergunning Datum : 24 september 2018 Documentnummer : 2018033630 Case nr. : WV118.0311 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 6 april 2018 een aanvraag ontvangen van

Nadere informatie

Deze wijziging is vereist voor het opslaan van waterstof en koolzuur in gasflessen.

Deze wijziging is vereist voor het opslaan van waterstof en koolzuur in gasflessen. B E S C H I K K I N G omgevingsvergunning Besluit van het college van burgemeester en wethouders van Papendrecht. Onderwerp van de aanvraag Op 4 oktober 2018 hebben wij van Pon Power B.V. een aanvraag

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. LUMARO Beheer B.V.

OMGEVINGSVERGUNNING. LUMARO Beheer B.V. OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan LUMARO Beheer B.V. ten behoeve van de activiteit het milieuneutraal veranderen van de inrichting "opslag van afgewerkte olie in een tank en opslag van diesel in IBC's "

Nadere informatie

Q,dbn. Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord

Q,dbn. Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Q,dbn Omgevingsdienst Brabant Noord Op het op 1 maart 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR CUBRI PALLET- EN HANDELSMIJ BV TE SCHOONEBEEK

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR CUBRI PALLET- EN HANDELSMIJ BV TE SCHOONEBEEK Assen, 31 mei 2010 Ons kenmerk DO/2010007053 Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Besluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor Cubri Pallet- en Handelsmij BV te Schoonebeek

Nadere informatie

De inrichting ligt aan de Bredeweg 65 in Hulshorst, kadastraal bekend gemeente Nunspeet, sectie H, nummer 3238.

De inrichting ligt aan de Bredeweg 65 in Hulshorst, kadastraal bekend gemeente Nunspeet, sectie H, nummer 3238. Jaar 2008 Nr. 3501 WET MILIEUBEHEER Definitieve beschikking actualisatie Op 28 oktober 1987 is aan varkens- en rundveehouderij Van Klompenburg, Bredeweg 65 in Hulshorst, een oprichtingsvergunning verleend

Nadere informatie

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) 495 402 Postbus 63 fax: (0342) 495 376 3770 AB BARNEVELD e-mail: gembar@barneveld.nl Ontwerpbeschikking Datum aanvraag 20 juli 2009 Nummer 46/2009 Betreft

Nadere informatie

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 10 november 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT250700

Nadere informatie

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat:

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat: Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 www.provincie-utrecht.nl Datum 26 augustus 2008 Team Milieubeheer

Nadere informatie

Pluimveehouderij Bouma

Pluimveehouderij Bouma Voorschriften die behoren bij de beschikking d.d. 3 januari 2011 betreffende de revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer voor Pluimveehouderij Bouma, De Trije Roeden 4, Boelenslaan VOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

Pagina 1 van 50 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 50 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Ontwerpbeschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 11 augustus 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Melkveebedrijf

Nadere informatie

MAATWERKBESLUIT *D * D

MAATWERKBESLUIT *D * D *D170309949* D170309949 MAATWERKBESLUIT Aanvrager : Opfokbedrijf Groesbeek Datum besluit : 18 juli 2017 Onderwerp : Maatwerkvoorschriften opslag pluimveemest Gemeente / locatie : Gemeente Berg en Dal/

Nadere informatie

Aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente: Naam drijver van de inrichting Adres en telefoonnummer Postcode en plaats

Aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente: Naam drijver van de inrichting Adres en telefoonnummer Postcode en plaats RM16 - Meldingsformulier InfoMil Besluit mestbassins milieubeheer Vooraf Dit formulier is bedoeld voor degene die van plan is een bedrijf op te richten, uit te breiden of te wijzigen, dan wel de werking

Nadere informatie

II.O. Stichting Deventer Ziekenhuizen de directie Postbus 5001 7400 GC Deventer. Deventer, Telefoon Faxnummer Bijlage(n)

II.O. Stichting Deventer Ziekenhuizen de directie Postbus 5001 7400 GC Deventer. Deventer, Telefoon Faxnummer Bijlage(n) Stichting Deventer Ziekenhuizen de directie Postbus 5001 70 GC Deventer II.O. Kenmerk Contactpersoon Onderwerp Geachte heer, mevrouw, RMW/MIL/03.25152 Ing. H.F. Beuvink Wet milieubeheer / Awb Ontwerpvergunning

Nadere informatie

Ontwerp besluit UV

Ontwerp besluit UV Ontwerp besluit UV 20160070 Aanvraag en verzoek Op 3 mei 2016 is voor het adres Aan 't Ven 6 te Nederweert ingekomen: 1. Een omgevingsvergunning aanvraag voor het veranderen van een pluimveehouderij (OBM)

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN. Alphense Puin Recycling BV. Vondelingenplaat KL VONDELINGENPLAAT. UW KENMERK BlJLAGEN DATUM

GEDEPUTEERDE STATEN. Alphense Puin Recycling BV. Vondelingenplaat KL VONDELINGENPLAAT. UW KENMERK BlJLAGEN DATUM GEDEPUTEERDE STATEN HOLLAND DIRECTIE GROEN, WATER EN MILIEU afdeling Vergunningen Alphense Puin Recycling BV Vondelingenplaat 17 3196 KL VONDELINGENPLAAT CONTACTPERSOON DOORKIESNUMMER E-MAIL 2006/15124

Nadere informatie

Vloer niet gekeurd Matig Dwangsom p.w. max. 10 x. Licht Zelf laten verwijderen + Dwangsom Ernstig PV+

Vloer niet gekeurd Matig Dwangsom p.w. max. 10 x. Licht Zelf laten verwijderen + Dwangsom Ernstig PV+ Bijlage 1 Leidraad toepassing handhavinginstrument 'last onder ' BODEM Keuring tank niet (op tijd) uitgevoerd Geen vloeistofdichte vloer of (lek)bak aanwezig Vloer of (lek)bak niet bestand tegen chemische

Nadere informatie

Wet milieubeheer. Besluit burgemeester en wethouders van Moerdijk. Datum 9 augustus 2004.

Wet milieubeheer. Besluit burgemeester en wethouders van Moerdijk. Datum 9 augustus 2004. Pastoor van Kessellaan 15 4761 BJ Postbus 4 4760 AA Tel.: 01 68 37 36 O0 Fax: 0168 37 35 80 E-mail: gem.moerdijk@moerdijk.nl Wet milieubeheer mae e Besluit burgemeester en wethouders van Moerdijk. Datum

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Op het op 28 januari 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Avebe u.a. te Gasselternijveen

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Avebe u.a. te Gasselternijveen 1 VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Avebe u.a. te Gasselternijveen 2 INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 3 1.1. Algemeen 3 2 AFVALSTOFFEN 3 3 BODEM

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE HOOGEVEEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE HOOGEVEEN ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor NV Area Reiniging te Hoogeveen ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE

Nadere informatie

Beschikking maatwerkvoorschriften

Beschikking maatwerkvoorschriften Wet milieubeheer Beschikking maatwerkvoorschriften Inrichtingdrijver : Autobedrijf Westerhof VOF Activiteiten van de inrichting : Autodemontagebedrijf Locatie : Zwaferinksweg 5 te Losser Datum beschikking

Nadere informatie

VAN DER MEER. Inwerkingtreding Besluit Huisvesting. Oosterwolde, 11 augustus 2008

VAN DER MEER. Inwerkingtreding Besluit Huisvesting. Oosterwolde, 11 augustus 2008 Inwerkingtreding Besluit Huisvesting Oosterwolde, 11 augustus 2008 Op 1 april jongstleden is het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (Besluit huisvesting) inwerking getreden. Het Besluit huisvesting

Nadere informatie

Bijlagen bij de aanvraag

Bijlagen bij de aanvraag Bijlagen bij de aanvraag Omgevingsvergunning AANVRAGER: Cremerhoeve VOF Minister Cremerstraat 5 9491 TJ Zeijen Onderstaande bijlagen dienen ter ondersteuning aan de aanvraag. BIJLAGE 1: OVERZICHT VERGUNDE

Nadere informatie

Beschikking maatwerkvoorschriften

Beschikking maatwerkvoorschriften Wet milieubeheer Beschikking maatwerkvoorschriften Inrichtingdrijver : Twente Milieu (ABP Zuid) Activiteiten van de inrichting : 2e fase maatwerk Locatie : Vlierstraat 105 te Enschede Datum beschikking

Nadere informatie

ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING, ONDERDEEL MILIEU

ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING, ONDERDEEL MILIEU *D152097259* D152097259 ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING, ONDERDEEL MILIEU Aanvrager : P.C. van Tuijl Kesteren b.v. Datum besluit : Onderwerp : uitbreiding bedrijfsgebouw Van Tuijl Marsdijk Lienden Gemeente

Nadere informatie

Lelystad * Beschikking d.d. 10 mei 2012 Omgevingsvergunning L gemeente. Lisdoddeweg 36 oprichten van een aardappelopslag

Lelystad * Beschikking d.d. 10 mei 2012 Omgevingsvergunning L gemeente. Lisdoddeweg 36 oprichten van een aardappelopslag gemeente Lelystad * Beschikking d.d. 10 mei 2012 Omgevingsvergunning L20110290 Lisdoddeweg 36 oprichten van een aardappelopslag Gemeente Lelystad Stadhuisplein 2 Postbus 91 8200 AB Lelystad U 0320 www.lelystad.nl

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OV

Omgevingsvergunning OV Omgevingsvergunning OV 20130168 Aanvraag Op 06 december 2013 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een varkenshouderij (OBM) op het adres Hennesweg 41 te Ospel.

Nadere informatie

(ONTWERP)BESCHIKKING AMBTSHALVE INTREKKING VOORSCHRIFTEN VAN DE OMGEVINGSVERGUNNING. Schipper Recycling B.V.

(ONTWERP)BESCHIKKING AMBTSHALVE INTREKKING VOORSCHRIFTEN VAN DE OMGEVINGSVERGUNNING. Schipper Recycling B.V. (ONTWERP)BESCHIKKING AMBTSHALVE INTREKKING VOORSCHRIFTEN VAN DE OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Schipper Recycling B.V. Locatie: Schaappad 3 te Weiwerd Groningen, maart 2012 Nr. 2012-11624 Zaaknummer:

Nadere informatie