Onderscheidend geluk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderscheidend geluk"

Transcriptie

1 Onderscheidend geluk Over het meten van geluk, in het bijzonder bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid Auteur Susan te Winkel Studentnummer Plaats/ datum Groningen, februari 2013 Studieonderdeel Opleiding Instituut Vakgroep Masterscriptie (10 EC) Master Wijsbegeerte Faculteit Wijsbegeerte van de Rijksuniversiteit Groningen Ethiek Eerste begeleider Toegevoegd beoordelaar Aantal woorden: prof. mr. dr. A.R. Mackor dr. F.A. Hindriks (zonder appendix)

2 2

3 Voorwoord Iets meer dan een jaar geleden besloot ik om in het kader van mijn filosofiemaster een stage te lopen. Op die manier zou ik praktijkervaring kunnen opdoen over hoe filosofie buiten de academische wereld bedreven wordt. De stage heb ik gelopen bij Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) dr. S. van Mesdag, een kliniek in Groningen waar TBSpatiënten worden behandeld. Het onderwerp van mijn stage was Het Goede Leven en deze scriptie komt voort uit de stage. De verbinding tussen filosofische theorie en de praktijk is soms lastig te maken, zo heb ik geleerd. Een van de doelen van mijn stage was meten hoe goed het leven in het FPC is. Het meten van hoe goed een leven is wordt echter voornamelijk door sociale wetenschappers gedaan; filosofen doen meer aan conceptuele analyse. Een groot deel van de tijd heb ik dan ook besteed aan het zoeken van een geschikt onderwerp voor mijn scriptie; een onderwerp dat relevant is voor de filosofie, maar ook iets zegt over de praktijk, dus over patiënten in het FPC en over geluksmetingen. Uiteindelijk ben ik, met de hulp van mijn begeleiders, uitgekomen bij de filosofische uitgangspunten die ten grondslag liggen aan geluksmetingen. Deze filosofische concepten gaan over gezonde volwassen mensen. Patiënten in het FPC voldoen echter niet aan die beschrijving: het zijn psychiatrische patiënten die verplicht verblijven in een gesloten instelling. De vraag die ik me stelde was: wat betekent dat gegeven voor de conceptualisering van geluk in metingen het algemeen en voor metingen bij deze patiënten in het bijzonder? Ik ben dankbaar voor de mogelijkheid die ik had om een stage te lopen bij het FPC en daar een scriptie over te schrijven. Ondanks, of juist doordat, er veel ups en downs zijn bij het schrijven van een scriptie is het voor mij een erg leerzaam proces geweest. Voor het resultaat dat voor u ligt ben ik veel dank verschuldigd aan mijn begeleiders, vanaf het begin Anne Ruth Mackor en later ook Martin van Hees en Frank Hindriks. Jullie hebben me geholpen door mee te denken, kritische vragen te stellen, aanwijzingen te geven en jullie waardering uit te spreken over het onderwerp. Veel dank daarvoor! Ook wil ik het onderzoeksteam van de Mesdag, Erwin Schuringa, Marinus Spreen, Marlies van den Berg en Sandra Fielenbach bedanken, voor de steun bij lastige momenten, het meedenken en uitwisselen van ideeën en de gezelligheid tussen het 3

4 werken door! Ik kijk positief terug aan de periode dat ik stage heb gelopen bij jullie! In het bijzonder wil ik Swanny Kremer bedanken, mijn begeleider binnen de Mesdag en mede filosofiestudent. Dank voor je steun, motivatie, interessante (filosofische) gesprekken en de mogelijkheden die je me geboden hebt! Ten slotte dank ik mijn familie, mijn vriend en degenen die me hebben geholpen met het verbeteren van de tekst, omdat jullie een grote steun voor me zijn geweest tijdens het schrijven! 4

5 Inhoudsopgave Inleiding Concepten van geluk Filosofische benaderingen van geluk Geluk als cognitie: levenstevredenheid Geluk als affect: hedonisme Een hybride theorie van geluk Metingen van geluk in de sociale wetenschappen Opvatting 1: Metingen van cognitie en affect leveren dezelfde resultaten op Opvatting 2: metingen van cognitie en affect leveren verschillende resultaten op Correlaties tussen resultaten van metingen van cognitie en affect Een nieuwe theorie over het meten van geluk Criteria voor een theorie van het meten van geluk Semantische toepasbaarheid Het functionele criterium Geluk van patiënten met een psychotische kwetsbaarheid Geluk van patiënten met een psychotische kwetsbaarheid in een forensisch psychiatrisch centrum Cognitieve stoornissen bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid Affectieve stoornissen bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid Divergenties in geluksmetingen bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid Hypothesen Testen van de hypothesen Hypothese Hypothese Hypothese Hypothese Conclusies Onderscheidend geluk Semantische toepasbaarheid Het functionele criterium Conclusie Gevolgen voor metingen van geluk Conclusie Bronnen Appendix A

6 Inleiding Geluk is als thema bijna zo oud als de filosofie zelf. Van Aristoteles tot Bentham en van Nussbaum tot Foucault: in de filosofie is veel geschreven over wat geluk is, wat mensen gelukkig maakt en waarom geluk belangrijk is. 1 De meeste, zo niet alle, mensen vinden geluk belangrijk. Het is dan ook niet verwonderlijk dat niet alleen filosofen, maar ook economen, psychologen, sociologen en beleidsmakers geïnteresseerd zijn in geluk en thema s die daarmee samenhangen. Gezien deze grote belangstelling voor geluk is het niet vreemd dat er veel verschillende opvattingen zijn over de juiste definitie van woorden als geluk, levenskwaliteit en welzijn. In deze scriptie richt ik me op de term geluk als mentale toestand die in metingen van subjectief welzijn in de (geestelijke) gezondheidszorg wordt gebruikt. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een hybride opvatting van geluk, waarbij geluk bestaat uit zowel levenstevredenheid als positief en negatief affect. Sinds de opkomst van geluksmetingen is er een discussie over de juiste definitie, indicatoren en methoden om geluk te meten. Ondanks de grote hoeveelheid literatuur over geluk hebben wetenschappers (nog) geen consensus weten te bereiken. Ook filosofen mengen zich sinds een aantal decennia in dit debat en richten zich hierin voornamelijk op conceptuele opheldering van termen als geluk. In dit filosofische debat worden doorgaans drie posities onderscheiden die verschillende uitgangspunten vormen voor geluksmetingen. Ten eerste is er een affectieve opvatting van geluk. Volgens deze opvatting bestaat geluk uit het hebben van positieve affectieve toestanden. Ten tweede is er een cognitieve geluksopvatting, waarbij het uitgangspunt is dat geluk een positief cognitief oordeel over het leven als geheel is. Ten derde wordt er een hybride opvatting onderscheiden; in deze opvatting bestaat geluk zowel uit een cognitieve als een affectieve component. In de sociale wetenschappen, waar deze concepten gebruikt worden, wordt geen onderscheid gemaakt tussen verschillende categorieën mensen bij de keuze van de geluksopvatting in metingen. De standaardopvatting in de sociale wetenschappen is dat er één concept van geluk is dat in alle metingen gebruikt moet worden. Zou het echter niet zo kunnen zijn dat voor metingen bij verschillende mensen verschillende 1 Aristoteles (2005); Bentham (1789); Nussbaum (1993); Foucault (1984). 6

7 geluksconcepten gebruikt moeten worden? In deze scriptie betoog ik, door de laatstgenoemde vraag positief te beantwoorden, dat er naast de huidige theorie over het meten van geluk, een andere theorie moet worden onderscheiden. Volgens deze nieuwe theorie moet onderscheid gemaakt worden tussen categorieën mensen in de keuze van het geluksconcept voor metingen. Het gebruikte begrip van geluk binnen deze theorie is dus afhankelijk van de categorie mensen bij wie de meting plaatsvindt. De hoofdvraag van deze scriptie is: is het zinvol om bij de keuze van een concept van geluk in metingen onderscheid te maken tussen categorieën mensen? De deelvragen om deze vraag te beantwoorden zijn als volgt: 1. Wat zijn de verschillende concepten van geluk? 2. Leidt het gebruik van verschillende concepten van geluk in metingen bij de gemiddelde bevolking tot verschillende uitkomsten? 3. Leidt het gebruik van verschillende concepten van geluk in metingen bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid tot verschillende uitkomsten? 4. Gebruiken verschillende categorieën mensen het concept geluk op verschillende manieren? 5. Geven verschillende doelen van geluksmetingen aanleiding om verschillende concepten van geluk te gebruiken? In het eerste hoofdstuk worden de verschillende concepten van geluk besproken. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk onderzocht of de verschillende concepten van geluk die in metingen gebruikt worden tot verschillende uitkomsten leiden. Dit is belangrijk omdat de filosofische discussie pas empirische relevantie krijgt als verschillende geluksconcepten ook leiden tot verschillende oordelen over de mate waarin mensen gelukkig zijn. Als de uitkomsten van metingen waarin geluk als cognitie en geluk als affect gemeten worden duidelijk van elkaar verschillen dan is de vraag wat je precies wil meten en onder geluk verstaat belangrijk. Ten slotte worden in het eerste hoofdstuk twee criteria besproken waaraan een theorie van het meten van geluk moet voldoen. Dit zijn een semantisch criterium en een functioneel criterium. Volgens het eerste criterium moet het theoretische concept van geluk voldoende aansluiten bij het gebruik van de 7

8 term geluk in het alledaags taalgebruik; volgens het tweede criterium moet een theorie van het meten van geluk passen bij de doelen waarvoor ze gebruikt wordt. Hoofdstuk 2 gaat over de concepten van geluk in metingen bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid. In dit hoofdstuk worden eerst hypothesen opgesteld over de divergentie tussen metingen met behulp van een cognitief geluksconcept en met behulp van een affectief geluksconcept bij deze categorie mensen. Deze hypothesen gaan over de verschillen tussen de uitkomsten van het gebruik van de twee verschillende concepten. Vervolgens wordt de aannemelijkheid van de hypothesen besproken aan de hand van een verkennend onderzoek. In hoofdstuk 3 worden, aan de hand van de criteria uit hoofdstuk 1, conclusies getrokken voor het gebruik van verschillende geluksconcepten in metingen bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid. Tenslotte wordt de hoofdvraag van deze scriptie in dit hoofdstuk beantwoord. 8

9 1. Concepten van geluk In dit hoofdstuk wordt het kader beschreven waarin het debat over het concept geluk zich afspeelt. Als eerste worden drie bestaande filosofische theorieën over geluk beschreven, namelijk een cognitieve, een affectieve en een hybride theorie. Vervolgens worden twee sociaalwetenschappelijke opvattingen uiteengezet over de relatie tussen de uitkomsten van metingen met behulp van een cognitief en een affectief geluksconcept. In de derde paragraaf wordt een nieuwe theorie van het meten van geluk voorgesteld en in de vierde paragraaf wordt ingegaan op criteria waaraan deze theorie moet voldoen. 1.1 Filosofische benaderingen van geluk Geluk wordt in de sociale wetenschappen in verband gebracht met de termen subjectief welzijn, levenskwaliteit en levenstevredenheid. Omdat de begrippen niet eenduidig worden gebruikt in de sociale wetenschappen en de filosofie is het belangrijk om te expliciteren hoe de termen in deze scriptie gebruikt worden. In de sociale wetenschappen wordt vaker over levenskwaliteit en subjectief welzijn gesproken dan over geluk. Levenskwaliteit wordt op ten minste drie verschillende manieren gedefinieerd. 2 Ten eerste wordt het begrip in de (welvaart)economie opgevat als het toegang hebben tot diensten en goederen. Ten tweede wordt levenskwaliteit gedefinieerd als objectief welzijn, zoals het geval is in de Capabilities Approach. Volgens een derde opvatting is levenskwaliteit gelijk aan subjectief welzijn. Concepten van geluk die in de filosofie besproken worden, vertonen overeenkomsten met het concept subjectief welzijn. In metingen van subjectief welzijn staan de ervaring en de evaluatie van het individu van zijn leven centraal. Subjectief welzijn verwijst naar zowel een cognitief als naar een affectief aspect. Mensen worden in metingen zowel naar tevredenheid (over het leven als geheel en over deelgebieden) als naar (positieve en negatieve) gemoedstoestanden gevraagd. In metingen van subjectief welzijn kan echter ook naar 2 Stiglitz, Sen, Fitoussi (2008), p

10 andere variabelen gevraagd worden, zoals coping en optimisme. 3 Echter, een groot gedeelte van metingen van levenskwaliteit als subjectief welzijn vertoont grote overeenkomsten met een geluksmeting; er wordt naar tevredenheid en gemoedstoestanden gevraagd. Door veel wetenschappers wordt subjectief welzijn dan ook gelijk gesteld aan het beleefde geluk van mensen, waarbij wordt verwezen naar zowel een affectief als cognitief concept. Metingen van levenskwaliteit als subjectief welzijn die in deze scriptie gebruikt worden zijn dus, in ieder geval voor een gedeelte, geluksmetingen. Deze scriptie gaat over het psychologische begrip geluk, dat wil zeggen hoe de ervaring van geluk beschreven moet worden. Verschillende definities van dit woord zijn descriptief van aard: ze beschrijven wat mensen met de mentale toestand geluk bedoelen. In deze scriptie worden dus geen normatieve opvattingen over geluk of welzijn besproken. Ik beperk me tot een analyse van geluk als (psychologisch) begrip en de verhouding tussen opvattingen van geluk in uitkomsten van metingen. In deze paragraaf worden de verschillende filosofische benaderingen van geluk besproken Geluk als cognitie: levenstevredenheid Onderzoekers die een cognitieve opvatting van geluk aanhangen stellen geluk gelijk aan levenstevredenheid. Iemand die tevreden is met zijn leven als geheel is volgens deze opvatting een gelukkig persoon. Geluk is dan een positief cognitief oordeel, een evaluatie van je leven. Geluk is in cognitieve opvattingen stabiel in de tijd. Het is longitudinaal omdat tevredenheid doorgaans niet van moment tot moment verandert. John Kekes is een van de filosofen die deze opvatting van geluk verdedigt. 4 Hij stelt dat mensen zowel behoeften als voldoeningen van deze behoeften hebben. Behoeften betreft dingen die we willen doen, hebben en zijn; het betreft dingen die we verlangen in ons leven. Voldoeningen zijn behoeften die bevredigd zijn. Kekes stelt dat er meerdere eerste-ordebehoeften en voldoeningen zijn, maar ook één tweede-orde-behoefte en één tweedeorde voldoening. De tweede-orde-behoefte schept een hiërarchie in de eerste-ordebehoeften ( ik vind het belangrijker om goed te zijn in sport dan om veel bier te drinken ). Eerste-orde-behoeften gaan over (korte) episodes van het leven; een tweedeorde-behoefte is een stabiele houding ten aanzien van je leven als geheel. Een gelukkig 3 Zie voor Ed Dieners uitleg van subjectief welzijn en de relatie tussen subjectief welzijn en geluk. 4 Kekes (1982). 10

11 leven is volgens Kekes niet het hebben van zoveel mogelijk plezierige ervaringen, maar het hebben van een leven waarin je doet wat je belangrijk vindt Geluk als affect: hedonisme Een voorbeeld van een theorie van geluk die stelt dat geluk geen positief cognitief oordeel, maar een positieve affectieve toestand is, is een hedonistische theorie van geluk. 5 Hedonisme als opvatting van het psychologische concept geluk is descriptief. Centraal in deze opvatting staat het idee dat geluk bestaat uit een opeenvolging van positieve ervaringen. Geluk gaat over je goed voelen. In een hedonistische theorie van geluk is geluk een positieve balans tussen plezierige en onplezierige ervaringen. Er zijn veel varianten van hedonisme; de verschillen zijn te vinden in wat plezier is en wat het object van plezier is. 6 Weinig hedendaagse hedonisten vatten plezier op als alleen sensorisch van aard; plezier kan ook geestelijk zijn, zoals genieten van een goed boek. Centraal bij alle hedonisten staat in ieder geval het idee dat geluk een positieve balans is tussen plezierige en onplezierige ervaringen. Geluk is in affectieve opvattingen van het moment afhankelijk, het is dus momentaan; ervaringen kunnen immers snel voorbij gaan Een hybride theorie van geluk Een hybride theorie van geluk stelt dat geluk uit zowel cognitieve als affectieve componenten bestaat. 7 Geluk is niet alleen tevredenheid met je leven, het is ook het hebben van meer plezierige dan onplezierige gemoedstoestanden. In de filosofie is dit concept van geluk nog niet grondig onderzocht, maar het wordt wel veel in de sociale wetenschappen gebruikt. 8 Eén reden om een hybride theorie van geluk te gebruiken is dat beide concepten van geluk (dus cognitief en affectief) samen een volledig beeld van geluk geven; de componenten vullen elkaar aan. 9 Iemand is daarom pas echt gelukkig als diegene volgens zowel een cognitief als een affectief concept gelukkig is. 5 Een hedonistische theorie van geluk is niet hetzelfde als een hedonistische opvatting van ethiek. Deze laatste stelt dat geluk moreel juist is om na te streven. Er zijn ook andere affectieve theorieën van geluk, zoals Haybrons Emotional State Theory. 6 Feldman (2011). 7 Haybron (2011). 8 Andrews & McKennel (1979); Haybron (2008); Lehman (1986). 9 Haybron (2008). 11

12 1.2 Metingen van geluk in de sociale wetenschappen In de sociale wetenschappen gaat de discussie met betrekking tot geluksmetingen niet zozeer over concepten van geluk maar over metingen van geluk. Een belangrijke discussie voor deze scriptie heeft betrekking op de relatie tussen uitkomsten van metingen middels een cognitief concept en metingen middels een affectief concept. Deze discussie is relevant voor deze scriptie omdat ze laat zien hoe belangrijk het filosofische debat is voor de sociale wetenschappen. Als uitkomsten van metingen middels een cognitief concept en van metingen middels een affectief concept duidelijk van elkaar verschillen, is de conceptualisering van geluk empirisch relevant omdat de vraag wat je precies wil meten en onder geluk verstaat in metingen dan belangrijk is. In deze discussie zijn twee verschillende standpunten over de verhouding tussen geluk als cognitie en geluk als affect te onderscheiden. Het eerste standpunt is dat metingen van cognitie en affect hetzelfde resultaat opleveren. Een tweede standpunt is dat deze metingen wel degelijk verschillende uitkomsten opleveren. In deze paragraaf bespreek ik deze twee opvattingen over de divergentie tussen cognitie en affect Opvatting 1: Metingen van cognitie en affect leveren dezelfde resultaten op Een meting met behulp van een hybride geluksconcept wordt in de sociale wetenschap veel gebruikt: de meest gebruikte vragenlijsten bevatten zowel verwijzingen naar een cognitief als een affectief geluksconcept. Een van de voorstanders van dergelijke metingen van geluk is Ruut Veenhoven, oprichter van de World Database of Happiness. 10 Veenhoven zet uiteen hoe er in geluksevaluaties een wisselwerking is tussen cognitie en affect. Geluk is volgens hem een stabiele houding ten opzichte van je leven als geheel, waarbij zowel gevoelens als overtuigingen betrokken zijn. Veenhovens opvatting over de relatie tussen de componenten van geluk wordt duidelijk in figuur Veenhoven (2012). 11 Veenhoven (2009 p. 27). 12

13 Figuur 1. Volgens Veenhoven wordt een evaluatie van het leven als geheel vooral bepaald door affect en minder door cognities. 12 Hij geeft hier verschillende redenen voor. 13 Een daarvan is dat een cognitieve opvatting van geluk een affectieve waardering van het leven veronderstelt (pijl 2 van figuur 1). Volgens Veenhoven is het onmogelijk tevreden te zijn met het leven en je tegelijkertijd slecht te voelen. Daarnaast leidt tevredenheid zonder positieve gemoedstoestanden volgens hem tot absurde conclusies over geluk. Als voorbeeld daarvan noemt hij gelukkig zijn in de hel. 14 Echter, Veenhoven stelt niet dat geluk alleen affectief is; bij het beoordelen van hoe gelukkig je bent maak je ook gebruik van cognitieve oordelen (pijl 1). Cognitie beïnvloedt affect ook doordat je bijvoorbeeld blij kunt worden dat je leven aan een bepaalde levensstandaard voldoet (pijl 1 en 3). Er is dus een wisselwerking tussen cognitie en affect. Op basis van deze opvatting van geluk stelt Veenhoven dat uitkomsten van metingen van cognitie en affect sterk met elkaar correleren. De conceptualisering van geluk is voor Veenhoven dus niet erg interessant: metingen van cognitie en affect 12 Veenhoven (2009: pp ). 13 Veenhoven (2009: pp ). 14 Veenhoven (2009: p. 15). 13

14 leveren dezelfde resultaten op. Veenhoven hangt dus niet één bepaalde theorie van geluk aan Opvatting 2: metingen van cognitie en affect leveren verschillende resultaten op Niet elke sociale wetenschapper deelt de opvatting van Veenhoven over de relatie tussen uitkomsten van metingen van cognitie en metingen van affect. Daniel Kahneman stelt bijvoorbeeld dat er een groot verschil is tussen metingen van een cognitief concept en metingen van een affectief concept. Hij stelt dat de twee concepten niet hetzelfde, maar twee verschillende verschijnselen meten. 15 Deze twee verschijnselen noemt Kahneman being happy with your life en being happy in your life, wat overeenkomt met een cognitief geluksconcept en respectievelijk een affectief geluksconcept. Kahneman verklaart dit door te stellen dat er twee ikken zijn: het ervarende ik en het herinnerende ik, die een andere geluksopvatting hebben. De relatie tussen deze twee is zwak, doordat we ervaringen anders of helemaal niet herinneren. Kahneman stelt dat er dus twee concepten van geluk zijn die niet tot elkaar te herleiden zijn: het momentane, affectieve geluk van het ervarende ik en het cognitieve, evaluatieve geluk van het herinnerende ik Correlaties tussen resultaten van metingen van cognitie en affect Een belangrijke vraag is nu of er tussen metingen met behulp van cognitie en metingen met behulp van affect ook daadwerkelijk een divergentie wordt gevonden. In een onderzoek van de World Values Survey vinden we voor Nederland de relatie tussen geluksgevoel en levenstevredenheid zoals deze beschreven is in figuur Voor deze tabel zijn drie datasets samengevoegd. Er zijn twee assen: een die gevoel van geluk meet op een vierpuntsschaal en een die tevredenheid meet op een tienpuntsschaal (1= ontevreden, 10 = compleet tevreden). 15 Kahneman (2010). 16 Zie ook Haybron (2008). Voor deze tabellen is gebruik gemaakt van de online databank van de World Values Survey (2012). 14

15 Selected countries/samples: Netherlands [1981, 1990, 1999] BASE=3188 Feeling of happiness Quite Not very Not at all Total Weight [with split ups] Very happy happy happy happy 1 Dissatisfied 0.1 % 0.1 % 3.7 % 16.3 % 0.3 % % 0.4 % 5.9 % 13.2 % 0.6 % % 0.8 % 8.5 % 22.4 % 1.0 % % 1.2 % 7.1 % 10.7 % 1.1 % % 5.4 % 24.6 % 14.4 % 4.6 % Satisfaction % 9.9 % 19.5 % 12.9 % 7.0 % with your % 28.3 % 12.5 % % life % 38.5 % 13.2 % 10.1 % 37.7 % % 10.7 % 2.6 % % 10 Satisfied 22.1 % 4.9 % 2.4 % % Total 1320 (100%) 1714 (100%) 132 (100%) 22 (100%) 3188 (100%) Figuur 2 Deze tabel laat zien dat er een relatie is tussen het gevoel van geluk dat mensen zeggen te hebben en hun oordeel over hun levenstevredenheid. Deze relatie is echter niet zo sterk dat er geen enkele divergentie bestaat: 10,1% van de mensen die aangeeft zich zeer ongelukkig te voelen is toch best tevreden met hun leven. Daarnaast zijn er ook mensen die erg gelukkig zijn, maar ontevreden zijn over hun leven. In een analyse van de gegevens uit dezelfde database stellen Suh, Diener, Oisi en Triandis dat er voor Nederland een correlatie van affect met levenstevredenheid van.48 is gemeten. 17,18 Er bestaat dus wel degelijk een verschil tussen affect en cognitie; dit verschil is groter in andere (niet-westerse) culturen. 17 Een correlatie meet de samenhang tussen variabelen en kan variëren van -1 tot +1. Een correlatie van 0 betekent dat er geen verband is; een correlatie van -1 of +1 is een perfecte correlatie. 18 De correlatiegegevens verschillen per land. In individualistische landen blijkt bijvoorbeeld dat de correlatie tussen cognitie en affect groter is dan in collectivistische landen. Suh, Oisi, Diener & Triandis (1998). 15

16 1.3 Een nieuwe theorie over het meten van geluk Op basis van de gegevens uit de vorige paragraaf kunnen we stellen dat metingen van cognitieve oordelen en affectieve toestanden niet altijd dezelfde resultaten opleveren; er wordt immers een matige correlatie gevonden. Resultaten van metingen van cognitie zijn dus te onderscheiden van resultaten van metingen van affect. De filosofische discussie over welke theorie van geluk gebruikt moet worden, een affectieve, een cognitieve of een hybride theorie, is in het licht van deze gegevens een relevante discussie. De correlatiegegevens uit de vorige paragraaf zijn gebaseerd op een representatie, wat betreft leeftijd en geslacht, van de volwassen Nederlandse bevolking. Er is hierbij geen nader onderscheid gemaakt tussen categorieën mensen, bijvoorbeeld tussen mensen met en zonder psychiatrische diagnose. Het kan echter interessant zijn om wel een onderscheid te maken tussen verschillende typen mensen. Een theorie van het meten van geluk die onderscheid maakt tussen mensen wijkt af van de manier waarop nu concepten in metingen worden gebruikt. Wanneer er onderscheid gemaakt wordt tussen categorieën mensen kunnen de correlaties tussen de resultaten van metingen van cognitie en affect heel anders zijn dan wanneer een dergelijk onderscheid niet gemaakt wordt. Dit heeft ten eerste gevolgen voor de relevantie van de conceptualisering van geluk. Ten tweede duidt een afwijkende correlatie op een andere betekenis van geluk voor het betreffende type mensen. Een categorie mensen waarvan ik vermoed dat deze een grotere divergentie tussen cognitie en affect laat zien dan de gemiddelde Nederlandse bevolking is die van patiënten met een psychotische kwetsbaarheid in een forensisch psychiatrisch centrum. In het volgende hoofdstuk wordt besproken waarop deze vermoedens gebaseerd zijn en wordt een verkennend onderzoek besproken waarin deze vermoedens zijn getest. Op basis daarvan kan beslist worden hoe zinvol het is om verder onderzoek te doen naar het onderscheid tussen categorieën mensen in metingen. Voordat we dit doen is het belangrijk om te omschrijven wat de eisen zijn die aan een theorie van het meten van geluk worden gesteld. Deze criteria zullen worden toegepast op geluksmetingen bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid in hoofdstuk 3. Op die manier kunnen we bepalen of het nuttig is om verder filosofisch onderzoek te doen naar de relevantie van het onderscheid tussen categorieën mensen bij geluksmetingen. 16

17 1.4 Criteria voor een theorie van het meten van geluk Waarom zouden we onderscheid maken tussen typen mensen? Om deze vraag te beantwoorden, hebben we eerst criteria nodig waaraan een theorie van het meten van geluk moet voldoen. Er zijn (ten minste) twee criteria waaraan een theorie van het meten van geluk moet voldoen. 19 Ten eerste moet een theorie van het meten van geluk semantisch toepasbaar zijn, dat wil zeggen dat het gebruikte geluksconcept moet aansluiten bij de manier waarop mensen, bij wie de meting plaatsvindt, de term geluk gebruiken. Ten tweede moet een gelukconcept geschikt zijn voor de doelen waarvoor de meting verricht wordt. Door het toepassen van beide criteria op een geluksmeting bij een type mensen kan een geschikt concept voor een meting bepaald worden. Beide criteria zijn hiervoor noodzakelijk. In deze paragraaf zet ik deze twee criteria uiteen Semantische toepasbaarheid Een theorie van het meten van geluk moet recht doen aan hoe de term geluk (impliciet) gebruikt wordt door mensen. Dit criterium heet semantische toepasbaarheid; het begrip moet aansluiten bij het alledaagse gebruik van de term geluk. 20 Met andere woorden: het geluksconcept moet van toepassing zijn op hoe de categorie mensen bij wie de meting plaatsvindt de term gebruikt. Om te testen of dit criterium kan leiden tot het gebruik van verschillende geluksconcepten bij metingen, moeten het volgende bewezen worden. Aangetoond moet worden dat verschillende intuïties van en reflecties op geluk bij verschillende categorieën mensen kunnen leiden tot een andere semantische toepasbaarheid van de term. Dat wil zeggen, dat het begrip geluk, zoals het gebruikt wordt, bij bepaalde typen mensen semantisch niet van toepassing kan zijn. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een categorie mensen het begrip geluk in subjectieve metingen van subjectief welzijn, zoals interviews (de meest gebruikelijke meetmethode), bijvoorbeeld alleen affectief gebruikt. In dat geval is het cognitieve begrip geluk semantisch niet toepasbaar bij deze mensen Het functionele criterium Een theorie van geluk moet aansluiten bij de doelen waarvoor de theorie gebruikt wordt, dit is het functionele criterium. Er zijn verschillende doelen van geluksmetingen 19 Deze criteria zijn ontleend aan Haybron (2008) en Sumner (1996). 20 Sumner (1996); Haybron (2008). 17

18 in de gezondheidszorg. Geluk wordt bijvoorbeeld vaak gemeten om mensen met elkaar te vergelijken ( zijn mensen met schizofrenie of mensen met een persoonlijkheidsstoornis gelukkiger? ) of met zichzelf ( hoe gelukkig zijn deze mensen ten opzichte van een jaar geleden? ). 21 Andere doelen van geluksmetingen zijn het analyseren van de effecten van ziekte en behandeling op de levens van mensen, het controleren of aan een levensstandaard voldaan wordt (in gevangenissen bijvoorbeeld), het achterhalen van gegevens die invloed hebben op iemands geluksbeleving en het berekenen van QALY (de verhouding tussen het aantal verwachte levensjaren en het beleefde geluk in die jaren). 22 Het doel van een geluksmeting kan mede bepaald worden door de categorie mensen waarbij de meting plaatsvindt. Zo kan er voor terminale patiënten een andere reden zijn om geluk te meten dan bij TBS-patiënten. Bij terminale patiënten wordt bijvoorbeeld gestreefd naar zoveel mogelijk geluk op een korte termijn; terwijl bij TBSpatiënten juist het lange termijn perspectief belangrijk is. De doelen van de metingen verschillen en het gebruikte geluksconcept moet daarbij passen: bij terminale patiënten kan een affectief concept nuttiger zijn (gezien het kortdurende aspect van affect) en bij TBS-patiënten een cognitief concept, omdat geluk als cognitie een langdurige stabiele houding is Bouman (2009). 22 Barry, M., M., Crosby, C. (1996), Coid (1993), Goodinson, Singleton, (1989). 23 Ik wil hier niet beargumenteren dat bij terminale patiënten geluk alleen door middel van affect gemeten moet worden, alleen dat het genoemde een argument kan zijn. Wat dit voorbeeld laat zien is dat er voor verschillende categorieën mensen verschillende doelen van geluksmetingen kunnen zijn die kunnen leiden tot het gebruik van een verschillend geluksconcept. 18

19 2. Geluk van patiënten met een psychotische kwetsbaarheid Onderzoek heeft uitgewezen dat er een matige correlatie bestaat tussen de uitkomsten van metingen van cognitie en affect, zo is in het vorige hoofdstuk uitgelegd. De grootte van de correlatie tussen metingen van cognitie en affect hoeft echter niet voor alle mensen hetzelfde te zijn. Wanneer bij een bepaald type mensen een zwakkere correlatie gevonden wordt, betekent dit dat de conceptualisering van geluk, bij deze mensen, nog relevanter is. Hoe sterker de resultaten van metingen van cognitie en affect verschillen, hoe belangrijker de keuze tussen geluksconcepten wordt. In dit hoofdstuk ga ik in op redenen om te denken dat de divergentie tussen cognitie en affect bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid groter is dan bij de gemiddelde bevolking. Vervolgens worden hierover hypothesen opgesteld en worden deze besproken aan de hand van een verkennend onderzoek, uitgevoerd onder een aantal patiënten. Ten slotte worden voorlopige conclusies getrokken over de divergentie tussen cognitie en affect bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid. 2.1 Geluk van patiënten met een psychotische kwetsbaarheid in een forensisch psychiatrisch centrum In deze paragraaf wordt ingegaan op aanwijzingen voor een grotere divergentie tussen metingen van cognitie en affect bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid vergeleken met de gemiddelde bevolking. Hierbij worden eerst enkele cognitieve en affectieve stoornissen die voorkomen bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid besproken. Vervolgens wordt ingegaan op twee verschillende meetmethoden. Psychosen worden gekenmerkt door een aantal cognitieve en affectieve disfuncties. 24 Verschillende stoornissen in het psychotische spectrum worden gekenmerkt door het zich manifesteren van enkele of alle van deze kenmerken, zij het in verschillende mate. 24 Stoornissen in het psychotische spectrum worden op dit moment onderscheiden aan de hand van het standaardwerk DSM-IV-TR. Er zijn verschillende psychotische stoornissen, waaronder schizofrenie, die alle gekenmerkt worden door (in ieder geval een deel van) kenmerken van psychosen. DSM IV-TR(2000). 19

20 2.1.1 Cognitieve stoornissen bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid Drie kenmerken van psychosen hebben betrekking op de cognitieve vermogens van patiënten met een psychotische kwetsbaarheid. Het eerste kenmerk is hallucinaties. Een voorbeeld van een hallucinatie is het horen van stemmen in het hoofd. Sommige patiënten weten dat deze stemmen fictief zijn, anderen weten dit niet en hebben wanen. Wanen zijn overtuigingen die een individu niet deelt met anderen of met weinig anderen (zoals bij een gedeelde psychotische stoornis) en die niet stroken met algemeen geaccepteerde overtuigingen. Iemand met wanen kan bijvoorbeeld denken dat hij uitverkoren is door God of dat er een complot tegen hem wordt gesmeed. In dit laatste geval spreken we van paranoia, ook wel achtervolgingswaan genoemd. Een derde kenmerk van een psychose is verward denken. Mensen die psychotisch zijn hebben een te langzaam, te snel en/of een verward denkproces. Helder denken is moeilijk en de relatie tussen verschillende gedachten is vaak onduidelijk of zelfs incoherent Affectieve stoornissen bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid Psychosen worden naast cognitieve problemen ook gekenmerkt door problemen op het gebied van affect. 25 Hierbij zijn drie kenmerken te onderscheiden. Het eerste kenmerk is het hebben van een verstoord affect. Iemand met een psychose kan emoties versterkt voelen, emoties voelen die niet bij de situatie passen of juist emoties ervaren zonder aanwijsbare reden, zoals spontaan in huilen uitbarsten. Een ander kenmerk van psychosen is het hebben van een afgevlakt affect. Mensen met een psychotische kwetsbaarheid lijken vaak gevoelloos. Dat komt door het vermijden van oogcontact in gesprekken en het gebrek aan uiting van emoties. Dit betekent echter niet dat deze mensen geen emoties kunnen ervaren. Een afgevlakt affect, dus de verminderde ervaring van emoties, kan ook een gevolg zijn van het gebruik van antipsychotica. Een derde symptoom van psychosen heeft ook te maken met het ervaren van emoties, namelijk anhedonie. Anhedonie is een verminderde interesse in activiteiten en het ervaren van minder plezier in activiteiten. Bij sommige mensen met een 25 DSM-IV-TR (2000), Strauss & Gold (2011) Dowed & Barch (2010). 20

21 psychotische kwetsbaarheid komt anhedonie voor. Dit komt onder meer tot uiting in het feit dat depressies vaker voorkomen bij patiënten met een psychotische aandoening dan bij de gemiddelde bevolking. Logischerwijs hebben deze patiënten ook een meer negatieve gemoedstoestand dan niet-patiënten Divergenties in geluksmetingen bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid Een reden om te verwachten dat er bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid een grotere divergentie is tussen van metingen van cognitie en metingen van affect kan worden uitgelegd met het schema van Ruut Veenhoven (paragraaf 1.2.2). Dit schema kan helpen om de correlatie tussen cognitie en affect bij de gemiddelde bevolking (gedeeltelijk) te verklaren. Het is immers bekend dat cognitie en affect voor een deel samengaan; dit schema helpt bij de verklaring hiervan. Wanneer de cognitieve en affectieve stoornissen van patiënten met een psychotische kwetsbaarheid in overweging worden genomen dan zijn de dwarsverbanden tussen cognitie en affect in het schema van Veenhoven minder sterk bij psychotisch kwetsbare patiënten dan bij de normale bevolking. Daarnaast lijken de logische verbanden tussen verschillende cognitieve lagen minder te zijn of zelfs geheel te ontbreken. Naast deze divergentie verwacht ik dat er een divergentie tussen de meting bij de patiënt en de mentor gevonden wordt. Doorgaans worden vragenlijsten over subjectief welzijn afgenomen bij de persoon over wie de vragenlijst gaat. Dit is een subjectieve meting. 26 Objectieve metingen, waarbij de vragenlijst afgenomen wordt bij bijvoorbeeld een familielid of verzorger, zijn minder gebruikelijk. 27 De meeste vragenlijsten over geluk zijn retrospectief; ze vragen iemand naar zijn ervaringen in een afgelopen periode. Het is mogelijk dat patiënten andere informatie gebruiken dan mentoren bij het invullen van een vragenlijst. Een patiënt kan, bij de vragen naar affect, bijvoorbeeld informatie vergeten over zijn leven en denken dat hij de afgelopen tijd heel vrolijk is geweest, terwijl hij in werkelijkheid ook somber was. Hoewel dit mechanisme ook bij de 26 Andrews, F.M., McKennel, A.C. (1980), Atkinson, M., Zibin, S., Chuang, H. (1997), Becchi, A., Rucci, P., Placentino, A., Neri, G., de Girolamo, G. (2004). 27 Atkinson, M., Zibin, S., Chuang, H. (1997), Becchi, A., Rucci, P., Placentino, A., Neri, G., de Girolamo, G. (2004), Epstein, A.M., Hall, J.A., Tognetti, J., Son, L.H., Conant, L. (1989). 21

22 gemiddelde bevolking zichtbaar is, is het sterker aanwezig bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid. 28 Aan de andere kant kan ook de mentor problemen hebben om in te schatten hoe de patiënt zijn leven ervaart. Het kan namelijk lastig zijn voor een mentor zich te verplaatsen in de patiënt en in te schatten wat het is om een hallucinatie of waan te hebben. In een ideale situatie zullen mentor en patiënt dezelfde antwoorden geven, dat zou betekenen dat de patiënt zichzelf en de mentor de patiënt goed kent. Echter, gezien de problematiek van de patiënt is dit niet waarschijnlijk. Ik verwacht wel, dat wanneer patiënt en mentor met elkaar een gesprek hebben over hoe de patiënt zijn leven ervaart (een cognitieve interventie), de antwoorden van patiënt en mentor meer gelijk zullen worden. De mentor kan dan bijvoorbeeld beter begrijpen hoe de patiënt denkt over zijn geluk, de patiënt zou zich door het gesprek bijvoorbeeld bepaalde ervaringen kunnen herinneren. 2.2 Hypothesen Voornoemde redenen geven een verklaring om te denken dat er bij patiënten met psychotische kwetsbaarheid een grote divergentie is tussen affect en cognities, en dus een grote divergentie tussen uitkomsten van verschillende meetmethoden. Op basis daarvan heb ik de volgende hypothesen opgesteld. Hypothese 1: de divergentie tussen uitkomsten van metingen van cognitie en affect is bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid groter dan bij de gemiddelde bevolking Hypothese 2: de divergentie tussen metingen bij de patiënt en zijn mentor is groter dan bij een dergelijke meting bij de gemiddelde bevolking Hypothese 3: de divergentie tussen metingen van cognitie en affect van patiënten met een psychotische kwetsbaarheid is kleiner als de mentor de rapportage invult Hypothese 4: de divergentie tussen metingen, zowel van cognitie als affect, bij mentor en patiënt wordt kleiner na een cognitieve interventie 28 Strauss, G.P., Gold, J.M.(2012). 22

23 2.3 Testen van de hypothesen Om deze hypothesen te testen heb ik een verkennend empirisch onderzoek uitgevoerd onder vijf patiënten en hun mentoren van het FPC Dr. S. van Mesdag in Groningen. Deze patiënten zijn mannen in de leeftijd van 25 tot 55 jaar en zijn allen gediagnosticeerd met een psychotische stoornis. De mentoren van deze patiënten zijn sociotherapeuten. Deze medewerkers kennen hun patiënten een langere tijd en hebben regelmatig, meerdere keren per week, contact met hun patiënten. Aan de hand van een vragenlijst van de Wereldgezondheidsorganisatie, waarin een hybride geluksconcept gemeten wordt, zijn patiënten en mentoren apart geïnterviewd over de levenskwaliteit van de patiënten. De verschillen in antwoorden werden vervolgens samen met de patiënten en hun mentoren besproken, waarbij zowel de patiënten als de mentoren konden reageren op deze verschillen. Na deze cognitieve interventie werden de patiënten en mentoren opnieuw apart geïnterviewd met behulp van de vragenlijst. Het onderzoek wordt besproken in appendix A; daarin staan de werkwijze, achtergrondinformatie en de resultaten van het onderzoek vermeld. Omdat het onderzoek bij slechts vijf koppels van patiënt en mentor is uitgevoerd, geven de resultaten slechts een indicatie voor verder onderzoek. In de komende paragrafen wordt per hypothese besproken of deze aangenomen of verworpen moet worden alsook de redenen om tot deze conclusie te komen Hypothese 1 De beste manier om deze hypothese te testen is door het berekenen van correlaties tussen metingen middels een cognitief en middels een affectief begrip bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid en die te vergelijken met de in hoofdstuk één gevonden correlaties bij de gemiddelde bevolking. Dan zou een conclusie getrokken kunnen worden over de grootte van de divergentie tussen metingen van geluk als cognitie en als affect bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid. Echter, omdat het onderzoek een zeer beperkt aantal deelnemers heeft, zijn statistische correlaties niet bruikbaar, omdat één afwijkend gegeven te veel invloed heeft op de gevonden correlaties. 29 Dit betekent echter niet dat er niets over hypothese 1 gezegd kan worden. Er is namelijk een reden om hypothese 1 niet te verwerpen. In het uitgevoerde onderzoek 29 De correlaties tussen de resultaten van metingen van cognitie en affect, evenals tussen patiënten en mentoren zijn wel berekend. Hier zijn geen eenduidige correlaties gevonden tussen cognitie en affect. 23

24 werden de antwoorden van de patiënten en mentoren van de eerste meting met de tweede meting vergeleken. Uit vergelijking van de antwoorden van de patiënten en mentoren bleek het volgende. Drie van de vijf mentoren scoorden zowel bij de meting van cognitie als de meting van affect lager dan hun patiënten. Bij één koppel scoorde de mentor op één gebied van de vragenlijst (lichamelijke gezondheid en mate van onafhankelijkheid) hoger; bij een ander koppel scoorde de mentor zowel bij de metingen van cognitie als die van affect hoger dan de patiënt. Zowel bij de patiënten als bij de mentoren werden er verschillen gevonden in de antwoorden op vragen naar cognitie en vragen naar affect. Na de bespreking van de eerste resultaten veranderden zowel de patiënten als hun mentoren hun antwoorden: de mentoren veranderden hun antwoorden zowel op de meting van cognitie als de meting van affect meer richting de antwoorden van de patiënten, wat vaak betekende dat de scores iets omhoog gingen. De antwoorden van de patiënten veranderden ook: ze scoren over het algemeen bij de meting van cognitie lager, meer richting de eerste antwoorden van de mentor, maar bij de meting van affect juist hoger. Dit betekent dat de patiënten na de interventie minder tevreden zeggen te zijn over hun leven, maar ze geven ook aan meer positieve en/of minder negatieve gemoedstoestanden te hebben. Als de patiënten met zichzelf vergeleken worden, ontstaat er, zonder duidelijke reden, een grotere divergentie tussen metingen van cognitie en affect. Deze grotere divergentie was bij de mentoren niet te zien. Dit resultaat van het onderzoek geeft geen reden om hypothese 1 te verwerpen Hypothese 2 Er zijn onderzoeken in de psychiatrie die de antwoorden van proxies (bijvoorbeeld familieleden of verplegers) vergelijken met de antwoorden van patiënten zelf. 30 Uit deze studies blijkt dat er een matige correlatie is tussen de metingen bij patiënten en hun proxies. 31 Er zijn soortgelijke onderzoeken geweest bij kankerpatiënten. Uit vergelijking van deze onderzoeken met onderzoeken uit de psychiatrie, blijkt dat in de psychiatrie, om nog onbekende redenen, veel lagere correlaties gevonden worden. 32 Hypothese 2 kunnen we alleen bevestigen als we gegevens hebben over de divergentie tussen subjectieve en objectieve metingen bij de gemiddelde bevolking, iets 30 Atkinson, M., Zibin, S., Chuang, H. (1997), Becchi, A., Rucci, P., Placentino, A., Neri, G., de Girolamo, G. (2004), Epstein, A.M., Hall, J.A., Tognetti, J., Son, L.H., Conant, L. (1989). 31 Becchi, A., Rucci, P., Placentino, A., Neri, G., de Girolamo, G. (2004: p.397). 32 idem pp

25 wat helaas niet onderzocht is. Als we aannemen, op basis van de hiervoor genoemde studies, dat er bij de gemiddelde bevolking een matige correlatie bestaat tussen subjectieve en objectieve meetmethoden, dan is er een reden om hypothese 2 te bevestigen, wat echter niet uit het huidige onderzoek blijkt maar uit andere studies. In het onderzoek werd een divergentie tussen de metingen bij de patiënten en mentoren gevonden, waarbij de mentoren in het algemeen zowel bij metingen van geluk als cognitie als van geluk als affect lager scoren dan de patiënten. Na de interventie werd de divergentie bij twee patiënt-mentor koppels kleiner, maar bij twee andere juist groter. Eén koppel werkte na het afnemen van de eerste interviews niet verder aan het onderzoek. Bij de koppels waar de divergentie groter werd, heeft vooral de patiënt anders gescoord dan bij de eerste meting. Dat lijkt erop te wijzen dat het oordeel van sommige patiënten met een psychotische kwetsbaarheid over hun levenskwaliteit sterk verschilt van moment tot moment. Tevredenheid wordt over het algemeen als een stabiel gegeven gezien en daarom is het aannemelijk dat oordelen over levenskwaliteit bij de gemiddelde bevolking minder veranderen van moment tot moment. Als dat zo is, is er een grotere divergentie tussen subjectieve en objectieve metingen bij deze patiënten dan bij de gemiddelde bevolking. Er is echter in dit onderzoek geen vergelijking gemaakt met de manier waarop de gemiddelde bevolking de levenskwaliteit beoordeelt na een interventie. Om deze hypothesen te bevestigen, is meer onderzoek naar het verschil tussen uitkomsten van subjectieve en objectieve metingen bij de gemiddelde bevolking nodig Hypothese 3 Bij de bespreking van hypothese 1 werd gesteld dat de divergentie tussen metingen van cognitie en affect bij de tweede meting groter is geworden bij de patiënten, maar juist kleiner geworden is bij de mentoren. Wanneer de antwoorden van de eerste en tweede metingen met elkaar worden vergeleken, zijn de mentoren meer richting de antwoorden van de patiënten gaan scoren, zowel bij de meting van cognitie als bij de meting van affect. Sommige patiënten zijn bij de meting van cognitie richting de mentoren gaan scoren, maar bij de meting van affect gaan afwijken. Andere patiënten zijn zowel bij metingen van cognitie als bij die van affect gaan afwijken van de eerste antwoorden van de mentoren. Hieruit blijkt dat de mentoren hun opvattingen over cognitie en affect van 25

26 de patiënt op dezelfde manier veranderen, maar dat de patiënten dit op andere manieren doen. Dit is een ondersteuning van hypothese Hypothese 4 In paragraaf bleek dat van de vier patiënt-mentor koppels die meewerkten aan het hele onderzoek, bij twee koppels de divergentie kleiner is geworden na de interventie en dat bij twee koppels de divergentie juist groter is geworden. Wat betreft de meting van affect hebben twee patiënten hun antwoorden niet veranderd en twee patiënten zijn sterker gaan afwijken van de mentoren. Bij deze meting is de divergentie tussen patiënt en mentor, in tegenstelling tot wat in de hypothese gesteld werd, niet kleiner maar juist groter geworden. Bij de meting van cognitie zijn de bevindingen ambigu: bevindingen ten aanzien van twee koppels ondersteunen de hypothese en ten aanzien van twee koppels juist niet. Hypothese 4 als geheel is dus niet aannemelijk en bij metingen van geluk als affect moet ze, gegeven het huidige onderzoek, verworpen worden. 2.4 Conclusies In deze paragraaf wordt antwoord gegeven op de vraag of de gevonden relaties tussen metingen van cognitie en affect bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid voldoende aanleiding geven om te denken dat bij deze patiënten een grotere divergentie is tussen de metingen dan bij de gemiddelde bevolking. Uit het onderzoek blijkt dat er verschillende divergenties bestaan. Ten eerste is er die tussen metingen van cognitie en affect, die zowel bij patiënten als mentoren voorkomt, Hierbij zijn de divergenties bij de metingen bij de patiënten groter dan bij de mentoren. Daarnaast is duidelijk geworden dat de divergentie tussen patiënt en mentor na een interventie niet kleiner wordt, maar gelijk blijft of juist groter wordt. Deze twee gegevens doen vermoeden dat de correlatie tussen metingen van cognitie en affect bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid anders is dan bij de gemiddelde bevolking. Metingen van geluk als cognitie en geluk als affect lijken bij deze patiënten meer uiteen te lopen dan bij de gemiddelde bevolking. Daarnaast lijken ook objectieve en subjectieve metingen bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid sterker uiteen te lopen dan bij de gemiddelde bevolking. Hierdoor wordt de relevantie van de discussie over het gebruik van geluksconcepten in metingen bij patiënten met een psychotische kwetsbaarheid voor de sociale wetenschappen groter dan voor de 26

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

STABLE LOVE, STABLE LIFE?

STABLE LOVE, STABLE LIFE? STABLE LOVE, STABLE LIFE? De rol van sociale steun en acceptatie in de relatie van paren die leven met de ziekte van Ménière Oktober 2011 Auteur: Drs. Marise Kaper Master Sociale Psychologie, Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Samenvatting. Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6

Samenvatting. Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6 Samenvatting Scores Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6 Zowel uit de beoordelingen in de vorm van een rapportcijfer als de aanvullende opmerkingen, blijkt dat de

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding 9 1.1 Voor wie is dit boek? 9 1.2 Doelstelling 11 1.3 Aanpak 11 1.4 Opzet 13

Inhoud. 1 Inleiding 9 1.1 Voor wie is dit boek? 9 1.2 Doelstelling 11 1.3 Aanpak 11 1.4 Opzet 13 Inhoud 1 Inleiding 9 1.1 Voor wie is dit boek? 9 1.2 Doelstelling 11 1.3 Aanpak 11 1.4 Opzet 13 2 Tevredenheid en beleid 15 2.1 Het doel van tevredenheid 16 2.2 Tevredenheid in de beleidscyclus 19 2.3

Nadere informatie

Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen?

Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen? Beter Oud Worden in Amsterdam - 31 maart 2015 Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen? Dr. Machteld Huber, arts, senior-onderzoeker Louis Bolk Instituut, Driebergen www.louisbolk.nl

Nadere informatie

Dé 14 fundamentele stappen naar geluk

Dé 14 fundamentele stappen naar geluk Dé 14 fundamentele stappen naar geluk Van de Amerikaanse psycholoog Michael W. Fordyce 1. Wees actief en ondernemend. Gelukkige mensen halen meer uit het leven omdat ze er meer in stoppen. Blijf niet op

Nadere informatie

Geluksprogramma. Inhoudsopgave. Inleiding... 1 Wat is geluk?... 2. Geluk en Gezondheid... 5 De betekenis van positieve emoties... 6.

Geluksprogramma. Inhoudsopgave. Inleiding... 1 Wat is geluk?... 2. Geluk en Gezondheid... 5 De betekenis van positieve emoties... 6. Geluksprogramma Inhoudsopgave Inleiding... 1 Wat is geluk?... 2 3 factoren die geluk bepalen... 3 Het als dan principe... 5 Geluk en Gezondheid... 5 De betekenis van positieve emoties... 6 Lijst met de

Nadere informatie

Hoe relevant ook, het begrip wilsbekwaamheid is

Hoe relevant ook, het begrip wilsbekwaamheid is Samenvatting 179 180 Autonomie is de afgelopen decennia centraal komen te staan binnen de geneeskunde en zorg. Daarmee samenhangend is ook de wilsbekwame beslissing van de patiënt steeds belangrijker geworden.

Nadere informatie

Filosofie in de forensische psychiatrie

Filosofie in de forensische psychiatrie Symposium in het kader van het 10-jarig bestaan van de Afdeling Onderzoek FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen Filosofie in de forensische psychiatrie donderdag 8 november 2012, 9.30 uur 16.30 uur 10.00

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie havo I

Eindexamen Filosofie havo I Opgave 2 Denken en bewustzijn 8 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een omschrijving van het begrip bewustzijn 2 argumentatie aan de hand van deze omschrijving of aan Genghis bewustzijn kan

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Pagina 1 Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Je gaat een profielwerkstuk maken. Dan is euthanasie een goed onderwerp. Het is misschien niet iets waar je dagelijks over praat of aan denkt, maar

Nadere informatie

Groepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016

Groepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016 Onderzoeksbureau Groepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016 In opdracht van HeartMath Benelux Periode november 2012 tot en met maart 2016 De stress-rem (Stress Reductie

Nadere informatie

Depressie tijdens de zwangerschap uit de taboesfeer

Depressie tijdens de zwangerschap uit de taboesfeer Depressie tijdens de zwangerschap uit de taboesfeer Depressie en angstklachten tijdens de zwangerschap komen regelmatig voor. Toch wordt dit onderwerp nog vaak als taboe ervaren en is niet duidelijk welke

Nadere informatie

Versnellen melkproducten de ziekte van Huntington? Je bent wat je eet

Versnellen melkproducten de ziekte van Huntington? Je bent wat je eet Wetenschappelijk nieuws over de Ziekte van Huntington. In eenvoudige taal. Geschreven door wetenschappers. Voor de hele ZvH gemeenschap. Versnellen melkproducten de ziekte van Huntington? Is er een verband

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën

Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën Ga je een profielwerkstuk maken? Dan is orgaan- en weefseldonatie een goed onderwerp! Hier vind je allerlei tips, bronnen en ideeën om een profielwerkstuk

Nadere informatie

Naar een nieuw concept van Gezondheid

Naar een nieuw concept van Gezondheid Kwaliteitsinstituut 7 mei 2013 Naar een nieuw concept van Gezondheid Daniëlle Branje MSc. & Machteld Huber, arts Louis Bolk Instituut, Driebergen www.louisbolk.nl Louis Bolk Instituut Sinds 1976 Onderzoek

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Geluk in het onderwijs

Geluk in het onderwijs Geluk in het onderwijs 0+ Biologie Roken Drinken Drugs Zwangerschap HIV/aids Loverboys Anorexia Obesitas Global warming Stijgen van de zeewaterspiegel Mentor-les Pesten Faalangst Criminaliteit Mogelijk

Nadere informatie

Gelukkig ondanks pijn: een online behandelprogramma voor mensen die lijden aan fibromyalgie of andere vormen van chronische pijn

Gelukkig ondanks pijn: een online behandelprogramma voor mensen die lijden aan fibromyalgie of andere vormen van chronische pijn Gelukkig ondanks pijn: een online behandelprogramma voor mensen die lijden aan fibromyalgie of andere vormen van chronische pijn Algemene informatie Dag in dag uit geconfronteerd worden met aanhoudende

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Woord vooraf Opbouw van deze studie

Woord vooraf Opbouw van deze studie Woord vooraf Opbouw van deze studie XIII XVI DEEL I: PROBLEEMSTELLING 1 HOOFDSTUK I ONTWIKKELING EN STAGNATIE IN DE PSYCHIATRIE 2 Inleiding 2 1. 1 Psychiatrie en geestelijke gezondheidszorg - stand van

Nadere informatie

Dr. G.K.M.L. Wilrycx Promotor: Prof. dr. Ch. van Nieuwenhuizen Copromotoren: Dr. A.H.S. van den Broek Dr. M.A. Croon

Dr. G.K.M.L. Wilrycx Promotor: Prof. dr. Ch. van Nieuwenhuizen Copromotoren: Dr. A.H.S. van den Broek Dr. M.A. Croon Dr. G.K.M.L. Wilrycx Promotor: Prof. dr. Ch. van Nieuwenhuizen Copromotoren: Dr. A.H.S. van den Broek Dr. M.A. Croon Je takken worden weggerukt, Hard en meedogenloos, Even lijkt het leven niet meer te

Nadere informatie

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Filosofie voor de Wetenschappen

Filosofie voor de Wetenschappen Date 15-10-2013 1 Filosofie voor de Wetenschappen Presentatie voor de Honours-studenten van de Rijksuniversiteit Gent Jan-Willem Romeijn Faculteit Wijsbegeerte Rijksuniversiteit Groningen Date 15-10-2013

Nadere informatie

Geluk en Capabilities: een filosofische analyse. Ingrid Robeyns Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Wijsbegeerte

Geluk en Capabilities: een filosofische analyse. Ingrid Robeyns Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Wijsbegeerte Geluk en Capabilities: een filosofische analyse Ingrid Robeyns Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Wijsbegeerte Geluk: welke bijdrage door filosofen? De academische filosofie is veel heterogener

Nadere informatie

Werkbladen. Uitdaging! Wat betekent succes en geluk voor mij? Gaat voor jou geluk samen met succes? Of gaat het

Werkbladen. Uitdaging! Wat betekent succes en geluk voor mij? Gaat voor jou geluk samen met succes? Of gaat het Werkbladen Uitdaging! Gaat voor jou geluk samen met succes? Of gaat het één ten koste van het ander? Waar word jij gelukkig van? De uitdaging van deze tool is dat je je eigen antwoorden bepaalt. We raden

Nadere informatie

De gelukkige stad. Openbare ruimte, ontmoeting en welbevinden! LCOR-congres 21 juni 2018, Breda Akshaya de Groot

De gelukkige stad. Openbare ruimte, ontmoeting en welbevinden! LCOR-congres 21 juni 2018, Breda Akshaya de Groot De gelukkige stad Openbare ruimte, ontmoeting en welbevinden! LCOR-congres 21 juni 2018, Breda Akshaya de Groot Even voorstellen Akshaya de Groot, wetenschappelijk geluksdeskundige Wetenschap van geluk

Nadere informatie

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website: www.hdyo.

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website: www.hdyo. Relaties HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website: www.hdyo.org Relaties kunnen een belangrijke rol spelen bij het omgaan

Nadere informatie

Een kritische analyse van de wetenschap van het geluk Valérie De Prycker

Een kritische analyse van de wetenschap van het geluk Valérie De Prycker Een kritische analyse van de wetenschap van het geluk Valérie De Prycker Proefschrift voorgedragen tot het bekomen van de graad van Doctor in de Wijsbegeerte Promotor: Prof. dr. Johan Braeckman Inleiding

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Multidisciplinair Aspecifiek Rugpijn Spreekuur (MARS) Orbis Revalidatie

Multidisciplinair Aspecifiek Rugpijn Spreekuur (MARS) Orbis Revalidatie Multidisciplinair Aspecifiek Rugpijn Spreekuur (MARS) Orbis Revalidatie Inleiding U bent doorverwezen naar het Multidisciplinair aspecifiek rugpijnteam (MARS) bij Orbis Revalidatie. Binnen dit team wordt

Nadere informatie

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de doelstellingen, eindkwalificaties en opbouw van de Masteropleiding Filosofie & Maatschappij.

Nadere informatie

KOPPen bij elkaar en schouders eronder. Informatie voor kinderen van ouders met psychiatrische problemen

KOPPen bij elkaar en schouders eronder. Informatie voor kinderen van ouders met psychiatrische problemen KOPPen bij elkaar en schouders eronder Informatie voor kinderen van ouders met psychiatrische problemen Mama, waarom huil je? Mama, ben je nu weer verdrietig? Papa, gaan we naar het zwembad? Waarom niet?

Nadere informatie

DSM 5 - psychose Dr. S. Geerts Dr. O. Cools 28-11-2014

DSM 5 - psychose Dr. S. Geerts Dr. O. Cools 28-11-2014 DSM 5 - psychose Dr. S. Geerts Dr. O. Cools 28-11-2014 Inhoud DSM IV -> DSM 5 DSM IV: Schizofrenie als kernsyndroom Even stilstaan bij SCHIZOFRENIE Kritiek op DSM IV Overzicht DSM 5 Schizofrenie (1) Epidemiologie:

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

Openingstijden Stadswinkels 2008

Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2008 In opdracht van Publiekszaken afdeling Beleid

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Welbevinden in Nederland

Welbevinden in Nederland Welbevinden in Nederland RUUT VEENHOVEN Het woord welbevinden verwijst naar een subjectieve beleving van positieve aard, maar zegt niets over aard en onderwerp van die beleving. Laten we daarom beginnen

Nadere informatie

VOORBEELD / CASUS. Een socratisch gesprek volledig uitgeschreven

VOORBEELD / CASUS. Een socratisch gesprek volledig uitgeschreven Maakt geld gelukkig? VOORBEELD / CASUS Een socratisch gesprek volledig uitgeschreven Hieronder tref je een beschrijving van een socratisch gesprek van ca. 2 ½ uur. Voor de volledigheid hieronder eerst

Nadere informatie

Yvonne H.A. Bouman, Pompestichting Symposium Kwaliteit van leven in de GGz: verleden, heden en toekomst 29 november 2007

Yvonne H.A. Bouman, Pompestichting Symposium Kwaliteit van leven in de GGz: verleden, heden en toekomst 29 november 2007 Kwaliteit van Leven in de ambulante psychiatrie Een vergelijking tussen patiënten met een psychotische stoornis en patiënten met een persoonlijkheidstoornis Yvonne H.A. Bouman, Pompestichting Symposium

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld NEDERLANDERS OVER DE VIERDAAGSE Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Nienke Lammertink en Koen Breedveld Mei 2016 1 Nederlanders over de

Nadere informatie

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Vragenlijst Behoefte als kompas, de oudere aan het roer Deze vragenlijst bestaat vragen naar uw algemene situatie, lichamelijke en geestelijke gezondheid, omgang met gezondheid

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT?

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? Wim Biemans Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Economie & Bedrijfswetenschappen 4 juni, 2014 2 Het doen van wetenschappelijk onderzoek Verschillende

Nadere informatie

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL Meting maart 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Diagnostiek met vragenlijsten in de eerstelijn

Diagnostiek met vragenlijsten in de eerstelijn Diagnostiek met vragenlijsten in de eerstelijn drs. G.J. Kloens RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN DIAGNOSTIEK MET VRAGENLIJSTEN IN DE EERSTELIJN Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Psychologische,

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Nederlandse Associatie voor Examinering 1 Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Met de scriptie voor Compensation & Benefits Consultant (CBC) toont de kandidaat een onderbouwd advies

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Generalistische Basis GGZ en Specialistische GGZ

Generalistische Basis GGZ en Specialistische GGZ Generalistische Basis GGZ en Specialistische GGZ Informatie voor huisartsen Organisatie voor geestelijke gezondheidszorg GGZ Rivierduinen biedt vele vormen van geestelijke gezondheidszorg voor alle leeftijden;

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

Een oplossingsgerichte methodiek voor koppels die hun seksleven willen verbeteren

Een oplossingsgerichte methodiek voor koppels die hun seksleven willen verbeteren De seksuele handleiding Een oplossingsgerichte methodiek voor koppels die hun seksleven willen verbeteren Overzicht De handleiding in het kort Hoe verlopen seksuele relaties Wie kan de handleiding gebruiken

Nadere informatie

TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems

TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems RapportEvaluatie Online Mediation in Echtscheidingszaken Aanleidingvoorhetonderzoek In 2008 heeft Juripax in opdracht

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Faculteit Geesteswetenschappen BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Onderstaand formulier betreft de beoordeling van het stageverslag en het onderzoeksverslag. Deze wordt door de begeleidende

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Wat is belangrijk bij een onderzoek met een intensieve dagboek methode? Valkuilen en voordelen

Wat is belangrijk bij een onderzoek met een intensieve dagboek methode? Valkuilen en voordelen Wat is belangrijk bij een onderzoek met een intensieve dagboek methode? Valkuilen en voordelen Laura Steenhuis, Hanneke Wigman, Sanne Booij, Roos Willemsen en Marike Fowler Wie zijn wij? Laura Steenhuis

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Naam auteur(s) Nijenhuis, N Vakgebied Natuurkunde Titel Wiskunde bij Natuurkunde: de afgeleide Onderwerp Wiskunde natuurkunde transfer Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Informele helper en o zo gelukkig Alice de Boer en Crétien van Campen

Informele helper en o zo gelukkig Alice de Boer en Crétien van Campen Informele helper en o zo gelukkig Alice de Boer en Crétien van Campen In krantenberichten wordt informele hulp vaak geassocieerd met overbelaste verzorgers die naast een baan ook nog veel tijd besteden

Nadere informatie

Vragenlijst mantelzorg

Vragenlijst mantelzorg Vragenlijst mantelzorg Aanwijzingen bij de vragenlijst Het invullen van de vragenlijst kost u ongeveer twintig minuten Als u leest uw naaste, dan gaat de vraag over de persoon voor wie u mantelzorger bent.

Nadere informatie

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, Meting juni 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl 80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, AL ZIEN MINDER

Nadere informatie

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Mensen zoeken hulp omdat ze overhoop liggen met zichzelf of met anderen. Dit kan zich op verschillende manieren uiten. Sommige mensen worden

Nadere informatie

Verstandelijke beperkingen

Verstandelijke beperkingen 11 2 Verstandelijke beperkingen 2.1 Definitie 12 2.1.1 Denken 12 2.1.2 Vaardigheden 12 2.1.3 Vroegtijdig en levenslang aanwezig 13 2.2 Enkele belangrijke overwegingen 13 2.3 Ernst van verstandelijke beperking

Nadere informatie

Een depressie. P unt P. kan u helpen. volwassenen

Een depressie. P unt P. kan u helpen. volwassenen Een depressie P unt P kan u helpen volwassenen Iedereen is wel eens moe, somber en lusteloos. Het is een normale reactie op tegenvallers, een verlies en andere vervelende gebeurtenissen. Wanneer dit soort

Nadere informatie

Vragenlijst Depressie

Vragenlijst Depressie Vragenlijst Depressie Deze vragenlijst bestaat uit een aantal uitspraken die in groepen bij elkaar staan (A t/m U). Lees iedere groep aandachtig door. Kies dan bij elke groep die uitspraak die het best

Nadere informatie

Hoe gelukkig ben je? Opdracht 1

Hoe gelukkig ben je? Opdracht 1 Hoe gelukkig ben je? Geluk is een veranderlijk iets. Het ene moment kun je jezelf diep gelukkig voelen, maar het andere moment lijkt het leven soms maar een zware last. Toch is voor geluk ook een soort

Nadere informatie

Relatiespel SPEELWIJZE. www.crearepartners.com. SPEELWIJZE RELATIESPEL - Bladzijde 1 / 9

Relatiespel SPEELWIJZE. www.crearepartners.com. SPEELWIJZE RELATIESPEL - Bladzijde 1 / 9 SPEELWIJZE RELATIESPEL - Bladzijde 1 / 9 SPEELWIJZE Relatiespel De meesten van ons besteden een flink deel van hun tijd aan relaties met anderen. Het is dan ook van groot belang deze contacten zo prettig

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Opgave 3 Vreemder dan alles wat vreemd is 12 maximumscore 3 de twee manieren waarop je vanuit zingevingsvragen religies kunt analyseren: als waarden en als ervaring 2 een uitleg van de analyse van religie

Nadere informatie

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Respondent: Johan den Doppelaar Email: info@123test.nl Geslacht: man Leeftijd: 37 Opleidingsniveau: hbo Vergelijkingsgroep: Nederlandse beroepsbevolking

Nadere informatie

De diep verstandelijk gehandicapte medemens

De diep verstandelijk gehandicapte medemens De diep verstandelijk gehandicapte medemens Eerste druk, mei 2012 2012 Wilte van Houten isbn: 978-90-484-2352-1 nur: 895 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Hoewel aan de totstandkoming

Nadere informatie

Vreugde, positieve emoties, geluk, tevredenheid, sereniteit, enzovoort zijn enkele

Vreugde, positieve emoties, geluk, tevredenheid, sereniteit, enzovoort zijn enkele De positieve psychologie is een recente stroming in de psychologie die een sterke opmars kent. Ze onderzoekt op een wetenschappelijke manier de positieve ontwikkeling en het welzijn van mensen en organisaties,

Nadere informatie

Motiverende gespreksvoering

Motiverende gespreksvoering Motiverende gespreksvoering Naam Saskia Glorie Student nr. 500643719 SLB-er Yvonne Wijdeven Stageplaats Brijder verslavingszorg Den Helder Stagebegeleider Karin Vos Periode 04 september 2013 01 februari

Nadere informatie

VITAAL GELUK. Ruut Veenhoven Erasmus Universiteit Rotterdam. Leyden Academy of Vitality and Ageing

VITAAL GELUK. Ruut Veenhoven Erasmus Universiteit Rotterdam. Leyden Academy of Vitality and Ageing VITAAL GELUK Ruut Veenhoven Erasmus Universiteit Rotterdam Leyden Academy of Vitality and Ageing 2e lezing in serie Masters of Vitality 12 december 2012, Erasmus MC, Rotterdam Vitaal geluk 1. Wat is geluk?

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Meentschool - Afdeling SO In opdracht van Contactpersoon De Meentschool - Afdeling SO de heer A. Bosscher Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent

Nadere informatie

Introductie stage-scriptie combi. Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011

Introductie stage-scriptie combi. Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011 Introductie stage-scriptie combi Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011 Welkom toekomstige Scientist-Practitioners Achtergrond Vanuit Orthopedagogiek:GenG steeds meer accent op scientist-practitioner model

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

VAN ZORG NAAR PREVENTIE

VAN ZORG NAAR PREVENTIE VAN ZORG NAAR PREVENTIE Jaap van der Stel Jaap van der Stel Lector GGz Hogeschool Leiden Brijder-Parnassia GGZ ingeest Legitimatie psychische gezondheidszorg Legitimiteit van de psychische gezondheidszorg

Nadere informatie

De kwetsbaarheidsindex: de kristallen bol voor de gezondheid van de ouder wordende cliënt? Michael A. Echteld

De kwetsbaarheidsindex: de kristallen bol voor de gezondheid van de ouder wordende cliënt? Michael A. Echteld De kwetsbaarheidsindex: de kristallen bol voor de gezondheid van de ouder wordende cliënt? Michael A. Echteld Wat is kwetsbaarheid? Het hebben van een sterk verhoogd risico op een neerwaartse spiraal van

Nadere informatie

AUTISME CENTRAAL AUTISME CENTRAAL. Auti goed gevoel vragenlijst

AUTISME CENTRAAL AUTISME CENTRAAL. Auti goed gevoel vragenlijst Auti goed gevoel vragenlijst Achtergrond: De Auti goed gevoel vragenlijst is ontwikkeld naar aanleiding van een artikelenreeks in het tijdschrift Autisme Centraal over het in kaart brengen en het nastreven

Nadere informatie

Werkbeleving 21 maart Bea Voorbeeld

Werkbeleving 21 maart Bea Voorbeeld Werkbeleving 21 maart 2018 Bea Voorbeeld Hoe beleef je je werk? De meeste mensen functioneren het best en beleven het meeste plezier aan hun werk wanneer er evenwicht is tussen de eisen die aan hen gesteld

Nadere informatie

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam. Formeel en informeel Tijdens je stage praat je veel met mensen. Soms is het een officieel gesprek, soms een gezellig praatje met een collega. Dit noem je formele en informele gesprekken. Formeel betekent

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Iedereen heeft een verhaal

Iedereen heeft een verhaal informatie voor jongeren Iedereen heeft een verhaal > Goed om te weten als je tijdelijk naar JJC gaat Iedereen heeft een eigen verhaal. Veel verhalen gaan over waarom het niet allemaal gelopen is zoals

Nadere informatie