Tubbergen %« gemeente &RCHÏEF. cfm. besloten. aangehouden

Transcriptie

1 gemeente Tubbergen %«NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der gemeente Tubbergen, gehouden op maandag 6 februari 2012, aanvang uur, in de raadszaal van het gemeentehuis, Raadhuisplein 1, Tubbergen. Aanwezig: De voorzitter: mr. M.K.M. Stegers, burgemeester griffier: de heer F.G.S. Droste Leden: G.H.M. Bekhuis, W.G.J. Beute, F.H.G. Broekhuis, A.G.E. Busscher, B. Geerink, M. Groothuis, P.H.G.M. Hannink,, H. te Kolsté, P.G.M. Kooiker, H.H.W. Lentferink, H. Plegt, H.B.J. Oude Luttikhuis, E.F.G. Stamsnieder, E.J. Volmerink, H.J.A. Weeink, H. Wessels, W.J.M. Weultjes-Horenber &RCHÏEF Witte. J.C.M. Woesthu s Op uitnodiging van Wethouders J.E.F. Harmelink, G.J. Ophof, T. VleerbjSad fj.d. 0 5 MRT 2ÖI2 de raad aanwezig: Afwezig: Agendapunt 1: Opening De voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom. Excuses dat we wat later zijn maar we hadden een zware taak om een aantal leden voor de commissie tot het onderzoek van de geloofsbrieven samen te stellen. We zijn er uitgekomen en dit wordt straks voorgesteld. Het is een beetje een feestelijke bijeenkomst voor beëdiging van een nieuw raadslid. Ik wil u verzoeken te gaan staan voor het lezen van het openingsgebed. Agendapunt: 2 Benoeming raadslid de heer H.J.A. Weeink De voorzitter: Voor de benoeming van raadslid de heer Weeink dient eerst een commissie te worden benoemd voor het onderzoek van de geloofsbrieven. Het voorstel is om daarin zitting te laten nemen de heren Wessels, Lentferink en Woesthuis. Ze mogen zelf bepalen wie van hen de voorzitter wordt. In dit geval gaat bijna het adagium op: oefening baart kunst want we hebben het kunstje al zo vaak gedaan. Het gaat wel heel snel deze keer. Wie van u is voorzitter? De heer Wessels. De heer Wessels: Volgens de goede democratische principes ben ik als voorzitter gekozen in het driemanschap waarin wij zaten. Wij hebben ondanks de korte tijd toch zeer intensief de stukken bekeken. We hebben alles van het begin tot het eind doorgespit en zijn uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat de heer Weeink op 16 januari 2012 benoemd kan worden tot lid van de raad van de gemeente Tubbergen. Er staat hier een datum van 16 januari 2012 maar laten we houden op vandaag, 6 februari Gebleken is dat alle stukken in orde bevonden zijn en dat alles voldoet aan de in de gemeentewet gestelde eisen en we adviseren als commissie om de heer Weeink toe te laten als lid van de raad van de gemeente Tubbergen. De voorzitter: Dank u wel voor het zware werk dat u hebt ondernomen. Overigens, 16 januari 2012, zal zijn de datum waarop de beschikbaarheid kwam van de zetel. De heer Weeink wordt uitgenodigd voor de beëdiging. De voorzitter: Behalve de felicitaties hoop ik datje heel veel voldoening zult hebben aan het raadswerk en datje een goede inbreng kunt hebben voor de kwaliteit van deze raad. Die kwaliteit is hoog, de verwachtingen liggen even hoog als van de anderen. Agendapunt: 3 Vaststelling agenda De voorzitter: De agenda wordt vastgesteld. cfm. besloten aangehouden Agendapunt 4: Vragenuurtje

2 De voorzitter: de heer Beute heeft ooit schriftelijke vragen gesteld met het verzoek die mondeling te behandelen in de eerstkomende raadsvergadering. Die hebben wij schriftelijk afgehandeld. Wilt u naar aanleiding van het antwoord het woord over voeren of een vraag stellen? De heer Beute: In eerste instantie bedankt voor het antwoord, weliswaar niet op de wijze waarop ik dat gewenst had. Ik moet zeggen, enige voortvarendheid kan ik dit college niet ontzeggen. Ik zag in de openbare besluitenlijst dat jullie met burgerparticipatie al voortvarend aan de gang waren. Dat doet ons als fractie GBAA/D deugd, dat was ook de intentie van de vraag. Burgerparticipatie is tevens een belangrijk onderdeel van ons coalitieakkoord. Het Bruisend Hart is daar een prachtig voorbeeld van. Op zich ben ik, maar ook mijn fractie tevreden met het antwoord. De voorzitter: Er zijn drie vragen binnengekomen en zijn alle drie tijdig en op de juiste wijze binnengekomen. De eerste vraag is van de CDA-fractie. Ik geef graag het woord aan de heer Weeink. De heer Weeink. Dank u wel voor de installatie en voor het feit dat u mij als eerste in de gelegenheid stelt om het vragenuurtje te openen. Het gaat over de kosten van Het Bruisend Hart Tubbergen. Van: CDA fractie Ontvangen: 3 februari 2012 Onderwerp: Kosten Bruisend Hart Tubbergen Aan de voorzitter van de raad, De raad van de gemeente Tubbergen in vergadering bijeen d.d. 6 februari 2012 Vragen gericht aan: het college van b&w Als CDA hebben we een aantal vragen bij de realisering van Bruisend Hart Tubbergen. We hebben een aantal schitterende presentaties gezien in de commissie Ruimte en Economie. Het herstel van het historisch centrumkarakter welke als basis dient voor versterking van de lokale identiteit is een prachtig streven. Ook aspecten als duurzaamheid en ruimtelijk kwaliteit, versterking van elementen als kunst, archeologisch en geologisch erfgoed, spreken ons aan. Kortom het belooft iets heel moois te gaan worden. Echter, dit project gaat veel geld kosten en daar willen we de hand aan houden. Als CDA fractie willen we graag antwoord op onderstaande vragen: 1) Waarom is er gekozen voor een bouwteam en niet voor een openbare aanbesteding? 2) Hoe is de overeenkomst met Roelofs (hoofdaannemer) tot stand gekomen? 3) Is dit gebeurd via een openbare of een meervoudige onderhandse aanbesteding of op nog een ander wijze en waarom op deze manier? 4) Hebt u zicht op de totale eindkosten en kunt u prijstechnisch vergelijken met onderaannemers? Zo ja waar blijkt dat uit? 5) In hoeverre komen onze plaatselijke aannemers uit de gemeente Tubbergen voor onderhands werk in aanmerking? Kan dit afgedwongen worden en op welke manier dan? 6) Hoe kunnen de kosten in het bouwteam tot een minimum beperkt worden zonder verlies aan kwaliteit en duurzaamheid? 7) Op welke manier vindt daar controle op plaats? 8) Financiële aspecten kunnen nu alle kanten uit bijvoorbeeld: Welke uurtarieven hanteert de hoofdaannemer of onderaannemer; Wat is de prijs per m 2 voor bestrating leggen; Hoe wordt dit onder controle gehouden? Namens de fractie CDA H.J.A. Weeink De voorzitter: Dank u wel. Ik zal proberen ze kort en bondig te beantwoorden. Over de manier van werken, de aanbesteding, daarvoor heeft u in april 2011 een raadsbrief gekregen met de reden waarom dat was. Het was namelijk zo dat voor het verkrijgen van de subsidie van de provincie voor 1 januari 2012 de schop in de grond moest zitten. Als we dat zouden doen door eerst een stedenbouwkundig bureau het werk te laten doen, vervolgens een bestek te maken aan de hand 2

3 van datgene dat uitgedacht wordt en dan gaan aanbesteden dan zouden we te laat zijn. Dat hadden we in tijd niet gehaald. Nu hebben we dat wel kunnen halen en is in ieder geval de subsidie daardoor veilig gesteld. Dat is de hoofdreden geweest waarom wij op deze manier in een bouwteam hebben gewerkt. Ook omdat het eigenlijk nog van onderaan moest worden opgebouwd blijkt op dit moment dat het ook een goede keuze is geweest want het betekent dat we tijdens de besteksfase al zaken kunnen inbrengen die ook haalbaar zijn. We merken nu dat voorstellen vanuit het bureau Khandekar worden aangepast aan de mogelijkheden van het bestek. Overigens is Khandekar op precies dezelfde wijze geselecteerd. Dat ging met een meervoudige, onderhandse aanbesteding. Wij zijn niet verplicht in dit geval tot een Europese aanbesteding en gezien de tijd hebben we dat op deze wijze gedaan. De vraag of er zicht is op de totale eindkosten, nee. We hebben natuurlijk wel een raming gemaakt en die begint steeds meer verfijnd te worden. Dat betekent dat we steeds beter kunnen zeggen dat het ligt binnen de mogelijkheden zoals we die hebben voorgesteld binnen de begroting. Is het prijstechnisch te vergelijken met onderaannemers? Nee. Dat kan ook niet gebeuren. Wat we wel hebben is een voorbehoud voor de uitvoering door de hoofdaannemer. Op het moment dat we komen aan de invulling van het bestek betekent het dat bestek en prijzen die daartegenover staan in het bouwteam, overigens ondersteund door een externe kostendeskundige, tegen het licht worden. gehouden. Als we er niet uitkomen met de hoofdaannemer dan betekent het dat we uit elkaar gaan en dat alsnog het bestek moet worden aanbesteed. Kunnen we afdwingen dat er lokale onderaannemers bij betrokken worden? Nee. Het is wel zo dat er inmiddels in ieder geval één zich heeft gemeld bij de hoofdaannemer, het is aan de hoofdaannemer om daar wel of niet op in te gaan. Het is wel ter beoordeling van de gemeente of die onderaannemer aan bepaalde kwaliteitscriteria voldoet. In de eerste aanbesteding zijn er hele duidelijke richtlijnen voor gegeven. Daar moet een onderaannemer aan voldoen. Hoe kunnen de kosten van het bouwteam tot een minimum worden beperkt zonder verlies aan kwaliteit en duurzaamheid? Ten eerste door samen op te werken en de beste mogelijkheden te zoeken voor het uiteindelijke bestek en daar de slimme combinaties in te maken. Bijvoorbeeld hergebruik van bestaande klinkers, LED verlichting, maar ook het feit dat we ons extern laten ondersteunen door een kostendeskundige, iemand die heel goed weet wat de marktprijzen op dit moment zijn. Hoe vindt daar de controle plaats? Het bouwteam komt eens in de veertien dagen bij elkaar. Minder vaak zou niet verantwoord zijn, dus eens in de veertien dagen zeker. Als meer nodig is dan kan dat altijd nog maar in ieder geval eens in de veertien dagen waarbij de financiën en de kwaliteit uiteraard een heel belangrijk puntvormen. Kan het alle kanten uit? Nee, want op een gegeven moment moet aan de hand van het bestek een bedrag worden samengesteld met richtprijzen dus daarin staan dan de kosten per vierkante meter voor zowel de materialen als het werk. Als we daar niet met de hoofdaannemer op een goede manier uitkomen dan gaan we weer terug naar de aanbesteding. Dan verliezen we wel tijd maar dan hebben we in ieder geval de eerste slag gewonnen. De heer B(Wte: Dank u voorzitter, tot mijn tevredenheid beantwoord. De voorzitter: Dan voortgang EHS. Het woord is aan de heer Hannink. Van: GBA/VD fractie Ontvangen: 3 februari 2012 Onderwerp: Voortgang EHS Aan de voorzitter van de raad, De raad van de gemeente Tubbergen in vergadering bijeen d.d. 6 februari 2012 Vragen gericht aan: het college van b&w De provincie Overijssel werkt momenteel aan een plan om de vorming van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) weer op te pakken en de definitieve grootte en begrenzing te bepalen. Toeristische en recreatieve ontwikkelingen zouden in combinatie met het waterbeheer een onderdeel van de aanpak moeten worden. Het EHS-project, dat een aaneenschakeling van natuurgebieden in Nederland beoogt, kwam ruim een jaar geleden goeddeels tot stilstand omdat de provincie de benodigde grondaankopen staakte. Dat kwam omdat het kabinet daar toen niet langer geld voor beschikbaar stelde. 3

4 Overijssel heeft eind vorig jaar ingestemd met het natuurakkoord, dat de regie over het landelijk gebied bij de provincies legt. Met een aantal provincies, waaronder Overijssel, heeft het rijk overeenstemming bereikt. Voor de provincie Overijssel is dat aanleiding de eerder stilgevallen EHSontwikkeling weer op te pakken. Vragen: 1. Wat vindt het college van bovenstaande ontwikkeling en wat is de visie van het college m.b.t. de ontwikkeling van EHS-gebieden in de gemeente Tubbergen? 2. Hoe verhoudt zich bovenstaande ontwikkeling met de op 1 november 2010 door de raad aangenomen motie waarin uw college o.a. is opgeroepen om (op korte termijn) in overleg te treden met het college van gedeputeerde staten van Overijssel, met als doel: a. Dat het actuele beleid van de provincie inzake de begrenzing van de EHS in ruimtelijk opzicht aangepast en ingedikt dient te worden; b. Dat de natuurclaims die op de betreffende gronden rusten van de kaart worden gehaald; 3. Wat heeft uw college ondernomen teneinde uitvoering te geven aan hiervoor genoemde motie en/of gaat het college alsnog doen? Ondertekening en naam: Namens de fractie GB/WD P.H.G.M. Hannink Wethouder Ophof: Ik beantwoord drie vragen in een want het is complex wat er op dit moment gebeurt en ik denk dat het goed is om de visie hier neer te zeggen, dat wil ik dan ook graag proberen. Het klopt mijnheer Hannink, zoals u in uw inleiding aangeeft, dat het provinciebestuur op dit moment de ideeën met betrekking tot de EHS ontwikkeling met alle betrokken partners verder uitwerkt. Dat is proces dat nu op dit moment loopt. Een definitief plan over de EHS is er nog niet, die komt waarschijnlijk in mei 2012 richting de staten, zoals we met elkaar weten. Zoals het zich laat aanzien zal ze economische ontwikkelingen en projecten koppelen aan natuurontwikkelingen. U kent het project dealmaking Markgraven, dat sluit daar redelijk op aan, wat dat betreft zitten we daar redelijk op die lijn. De provincie denkt ook in dat geheel. Binnen dit krachtenveld handelt het college van B&W conform de motie, op 7 november 2011 aangenomen door de gemeenteraad alhier is aangenomen over de EHS binnengebiedsontwikkeling Reutum. Ik moet zeggen dat uw vraagstelling nu een stapje verder gaat maar dat vinden we geen punt. Het college heeft de opdracht gekregen om in overleg te treden met het college van GS met als doel EHS in Reutum in ruimtelijk opzicht verwijderd dient te worden. U geeft dat nog eens duidelijk aan. Deze motie is raadsbreed aangenomen zoals ik al zei, het college voert de motie nu uit en in engere zin als verwoord in de motie. Hier is namelijk alleen gesproken over Reutum en het college zet zich in voor verdere indikking van de EHS dan alleen Reutum. Dat laatste ligt in de lijn van hetgeen u in uw vragen oppert denk hierbij aan het gebied Markgraven maar ook aan de omgeving bij Vasse. In de aan u gerichte raadsbrief van 14 december jl., u vraagt eigenlijk naar antwoorden die u ook al eens een keer toegezonden hebt gekregen, is u aangegeven op welke wijze wij uitvoering hebben gegeven aan de genoemde motie. Namelijk op 29 november 2011 is er een vooroverleg geweest met ambtenaren van de provincie Overijssel en vervolgens op 5 december 2011 is overleg geweest met de verantwoordelijk gedeputeerde mevrouw Maij. Gezamenlijk is toen geconcludeerd dat de gemeente Tubbergen zich niet actief gaat inzetten voor de realisatie van de EHS in Reutum en de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de kavelruil Reutum teruggeeft. Dat terugkomend op Reutum. In gebiedsprogramma is overeengekomen dat de gemeente Tubbergen als bestuurlijke trekker verantwoordelijk is voor deze opgave. Hiervoor heeft de gemeente een beschikking ontvangen van de provincie Overijssel voor het realiseren van deze opgave. Met veel moeite is het afgelopen jaar een kavelruil uitgevoerd, dat is wel een hele beperkte realisatie van de doelen moeten we stellen. In dezelfde periode is de realisatie van de EHS opgeschort door geen nieuwe verplichtingen eerst aan te gaan. Hiermee zijn een aantal ondernemers teleurgesteld omdat ze geen gebruik konden maken van particulier natuurbeheer in ruil voor grond in Poppink. Dus was de een zijn voordeel is dat is de ander zijn nadeel, maar dat wisten we al een tijdje dat die uitspraak leefde. Op basis van deze verwachtingen heeft PS op 26 oktober jl. besloten om 35 hectare EHS voor Reutum open te stellen. Hiervoor zal door de provincie een ambitiekaart natuur worden opgesteld voor realisatie hydrologie, waterschap Regge & Dinkel heeft hiervoor informatie aangeleverd. Zeer waarschijnlijk zijn de juridische afspraken die in dit kader nagekomen zullen worden 11 hectare juridisch geoormerkt. Hetgeen inhoudt dat er nog voor 24 hectare op dit moment kan worden aangevraagd. Dat kunnen mensen doen dus laten we alle partijen goed inlichten en niet alleen de agrarische sector maar ook mensen die hier mogelijk belangen bij hebben. Zo steken we dat in op dit moment, er is een kaart 4

5 van. Niet dat wij dit uitmaken maar de Provinciale Staten hebben die 35 hectare opengesteld en hebben daar niet een veranderende rol in gespeeld de afgelopen tijd. U weet, Nederland zette zich op Rijksniveau in om de ÈHS te sturen met alle ambities van dien en nu de financiële middelen bewerkt zijn heeft de economie een belangrijke rol toebedeeld gekregen. EHS staat ter discussie, dat merken we hier vanavond ook weer. Het wordt stevig ingedikt en de economie, denk ook aan de agrarische sector, krijgt voorrang. Als portefeuillehouder agrarische zaken heb ik namens B&W mevrouw Maij aangegeven de kavelruil niet verder uit te voeren, zoals u dat ook hebt aangegeven. De gemeente Tubbergen is van mening dat landbouw in Reutum niet gebaat is bij planologische beperkingen EHS in belang van de economie en de leefbaarheid. En ook de komende tijd, dat is nu ook het geval er zijn weer nieuwe kaarten, blijven we ons inzetten om de EHS ingedikt te krijgen oftewel te verwijderen. Het is maar net wat haalbaar is. Daar zijn we dus mee bezig om dit na te streven. De heer Hannink: Dank voor de beantwoording tot zover. Toch speelt volgens mij een aantal zaken door elkaar waardoor het allemaal niet goed helder is. U combineert een aantal zaken met Reutum met betrekking tot de motie die we hebben aangenomen. Desalniettemin hebben wij in de motie die eerder hier is aangenomen alle gebieden bedoeld. Dus daar zit wat mij betreft toch een beetje een scheefgroei in de beantwoording. Wij willen alle gebieden zo klein mogelijk hebben, dat hebben we duidelijk aangegeven omdat het negatieve invloeden heeft op de economische ontwikkeling van het gebied. Dat de provincie gelden ter beschikking stelt voor afwaardering, dat zij dan zo. Dat is ons niet volledig onbekend. We merken toch dat een en ander, ook bij de gedeputeerde, volgens ons niet geheel helder is hoe Tubbergen er nu insteekt. Ik zou dan eigenlijk willen vragen of u binnenkort nog een keer krachtig, met ondersteuning van de betreffende twee moties, het bericht overbrengen wat we hier als raad wensen. Wethouder Ophof: Dat laatste willen we best doen. Vrijdag 10 februari a.s. spreek ik mevrouw Maij, de gelegenheid is dichtbij. Wat dat betreft zitten we op één lijn dus volgens mij zit er niet echt een meningsverschil in dit fenomeen. De doelen die we moeten bereiken zullen we ook met de provincie moeten bereiken. De partners in het veld worden gehoord, het wordt behandeld in de gebiedscommissies, in al dat soort plaatsen komt dit aan de orde en is ons standpunt in lijn van uw opmerkingen. Uiteraard gaan wij niet over de exacte invulling van de EHS maar we zetten ons er wel voor in om het ingedikt te krijgen en sommige zeggen, verwijderen. Of dat allemaal haalbaar is dat zien we in de tijd wel. In 2012 zullen we daar volledig van op de hoogte zijn denk ik. Maar in mei a.s. zien we weer een voorstel richting de Provinciale Staten en zal duidelijk worden hoe het er uit gaat zien. Maar ook belangengroep LTO, waar u ook wel deelgenoot van bent die zullen daarbij worden geraadpleegd. De heer Hannink: Ik ben geen deelgenoot van LTO, ik heb er wel geregeld contact mee. We zijn in ieder geval blij met uw toezegging dat u dat vrijdag 10 februari a.s. dit sterk onder de aandacht wil brengen ondersteund met een motie bij de betreffende gedeputeerde. Er is wat mij betreft mening aanleiding meer voor om deze toch zo klein mogelijk te maken, namelijk het volgende: ik heb het debat van Natüra 2000 bijgewoond in de Tweede Kamer op 24 januari jl. die daarover is gevoerd. Staatssecretaris Bleker heeft toen aangegeven dat bufferzones rond de natuurgebieden niet meer nodig is en wel om de volgende reden dat er een akkoord ligt tussen de staatssecretaris en de LTO om 10 kiloton aan ammoniak in een missie naar beneden toe te brengen. Dat beperkt fors de kosten en ik denk dat het in deze economische tijd buitengewoon zinvol is en daarom extra een beroep op de natuurgebieden niet verder uit te breiden dan strikt noodzakelijk. De heer Volmerink: Staat u mij toe? Uit de beantwoording van de wethouder, dat was een motie die toen alleen voor Reutum gelde, volgens mij komen de vragen uit de motie gezamenlijk ingediend door Busscher/Hannink op 1 november Daar is aan u gevraagd om de motie ter kennis te brengen aan het ministerie van ELI, vaste kamercommissie, PS, algemeen bestuur Waterschap, raden Overijsselse gemeenten en de VNG. Uit de raadsbrief op 14 december 2011 blijkt dat u alleen maar met de ene motie van Reutum bent bezig geweest maar de andere motie, dat blijkt niet uit uw antwoorden, dat u daar aan heeft voldaan. Ik krijg dat ook niet duidelijk in uw beantwoording. Er zijn destijds twee moties ingediend. Een in 2010 gezamenlijk door het CDA-GB/WD en van Reutum exact hetzelfde. Daar ging uw beantwoording over, niet over de motie, een aantal vragen staan ook letterlijk in de motie van Volgens mij schiet u tekort in uw beantwoording en het gaat mij even te kort door de bocht op dit moment. Wethouder Ophof: U gaat terug naar 1 december 2010, dat is wel een heel eind terug. Ik heb dat niet nagekeken, laat ik daar duidelijk in zijn. 5

6 De voorzitter: Het staat in de vraag, 1 november De heer Volmerink: In het vragenuurtje staat een motie op 1 november 2010, dat is een motie waar ik net op doelde. U zou de motie bij vijf, zes verschillende besturen ter kennisneming aanbrengen. Een aantal vragen die in het vragenuurtje staan die staan ook in de motie. U antwoordt alleen maar op de motie van Reutum die een paar maanden geleden is ingediend, maar dit vragenuurtje gaat ook over de motie die een jaar eerder is ingediend. Daar hoor ik geen antwoorden op. Wethouder Ophof: Ja, u duidt dus op een motie van 1 november 2010 en ik heb geantwoord op een motie van november 2011, dat klopt. Die van 2010 zal ik exact nog weer nakijken, ik kan me niet voorstellen dat we er niets mee hebben gedaan. Ik ga dat niet u een beetje uit mijn hoofd doen. Ik weet dat we gesproken hebben met Tweede Kamer fracties, dat we met het Waterschap hebben gesproken, dat we in de gebiedscommissie hier aandacht aan hebben besteed maar ik zal er voor zorgen dat u dat schriftelijk exact in beeld krijgt hoe dat in elkaar steekt. Het is wel even anderhalfjaar verder. De heer Volmerink: Ja, dan had u ondertussen waarschijnlijk ook actie kunnen ondernemen. Ik ben geen raadsbrief tegengekomen... De voorzitter: U gaat er vanuit dat het niet is gebeurd. U hebt er geen antwoord op gegeven maar volgens mij is het gebeurd en is die brief ook ruim verspreid, u krijgt daar een afschrift van. De heer Volmerink: Misschien de volgende keer in de commissie alsnog even ter aandacht brengen, dan hoef ik deze vraag ook niet meer te stellen. De voorzitter: Misschien heeft u hem wel ontvangen. De heer Hannink: Ter afronding, ik heb ook bedoeld richting de wethouder dat hij komende vrijdag 10 februari a.s. de motie van 1 november 2010 en de motie van Reutum ter kennisgeving aan de gedeputeerde nogmaals aanbiedt met de nodige toelichting. Wethouder Ophof: Dat zeg ik graag toe. Ik ga er uiteraard aandacht aan besteden. Ik wil er wel bij opmerken dat 1 november 2010 dus even iets te ver voor mij weg ligt om nu precies te weten wat de geschiedenis daarvan is. De heer Hannink: Dat vinden wij niet erg, we zien het antwoord vanzelf. De voorzitter: Dan de derde vraag, eveneens van de CDA-fractie. Het woord is aan de heer Busscher. Van: CDA fractie Ontvangen: 5 februari 2012 Onderwerp: Stortkosten afval Aan de voorzitter van de raad, De raad van de gemeente Tubbergen in vergadering bijeen d.d. 6 februari 2012 Vragen gericht aan: het college van b&w Namens de CDA fractie hebben we een aantal vragen omtrent de kosten voor afval die de burgers zelf naar het afvalpunt brengen. In de afvalwijzer die vorige maand bij elke burger thuis is bezorgd staan de tarieven voor de stortkosten van o.a. asbest, vlakglas en schoon hout. Voor vlakglas wordt nog steeds een bijdrage gevraagd terwijl de burger dit al betaald bij aankoop van vlakglas, de zogenaamde verwijderingsbijdrage. Voor het storten van asbest moet men nog 260,- per ton betalen, terwijl de stortbelasting 108,- per ton per 1 januari 2012 afgeschaft is. Inzamelen van schoon hout kost 160,- per ton. Mede door het realiseren van een biomassacentrale door Twence zijn de kosten voor dit materiaal fors gedaald, de prijs van 160,- per ton is wel 5 keer of 6

7 meer dan het bedrag dat hier in de markt voor gevraagd wordt. Wij als CDA vinden juist van belang dat dit soort tarieven niet te hoog worden, om te voorkomen dat dit soort afval op onjuiste wijze afgevoerd wordt (dumping in het buitengebied). We zijn van mening dat we onze burgers niet onnodig meer moeten laten betalen dan nodig is. Als CDA fractie willen we dan ook graag antwoord op een aantal vragen omtrent inzameling van afval. 1) Waarom laat de gemeente de burger nog steeds betalen voor het storten van vlakglas, terwijl de burger dit allang betaald heeft via de verwijderingsbijdrage. 2) Waarom is het tarief voor asbest inzameling in Tubbergen niet met hetzelfde bedrag verlaagd als ook de stortbelasting verlaagd is. 3) Hoe is de controle van de gemeente op de tarieven die de vergunninghouder hanteert voor het inzamelen van afval. Wordt er nog wel gecontroleerd? 4) Gaat de gemeente de tarieven die nu in de afvalwijzer staan voor 2012 terugdraaien? 5) Wat gaat de gemeente doen om te voorkomen dat dit soort oneigenlijk gebruik (misbruik) maken van de situatie door de vergunninghouder niet meer plaats zal vinden. Ondertekening en naam: Namens de fractie CDA A.G.E. Busscher Wethouder Harmelink: Voordat ik de vragen ga beantwoorden wil ik toch in het kort even ingaan op de context, om voor het juiste begrip te zorgen. Zoals bij de raad bekend is het afvalbrengpunt in 2005 geprivatiseerd. De kosten van grof huishoudelijk afval zijn toen volledig buiten de afvalstoffenheffing gelaten. Dit conform het principe: de vervuiler betaalt. Het afvalbrengpunt is verhuurd en met opbrengst van de huur zijn de kapitaallasten afgedekt en die zijn meteen verrekend in de afvalstoffenheffing zodat iedere inwoner hiervan profiteert. Dit verklaart waarom wij een scherp tarief hebben voor de afvalstoffenheffing. Bij het verhuren van het afvalbrengpunt lagen de tarieven destijds beduidend lager, omdat Van Ganzenwinkel - destijds was dat Ophof, het afval als bedrijfsafval kon storten. Overigens hebt u meegekregen, toen we elkaar hebben gesproken over de privatisering, we hebben hierover met Twence een redelijke discussie omdat Twence het niet eens is dat ons grof huishoudelijk afval als bedrijfsafval wordt aangeboden. Zoals u weet liggen die tarieven behoorlijk lager. We betalen zelf 120,- en een bedrijf betaalt denk ik zoiets rond de 60,-, 70,- per ton. In het contract met Ophof is opgenomen dat de tarieven jaarlijks aangepast kunnen worden. Die noodzaak was er voor ons nooit, juist vanwege de concurrerende tarieven. Ophof had zich ieder jaar, ook vanwege de indexering en gestegen brandstofkosten, kunnen melden, dat is nooit gebeurd. De enige wijziging die heeft plaatsgevonden is de verhoging van het tarief van het asbest. Tarief van het asbest is verdubbeld een paar jaar terug door de gestegen kosten. Ik kan u nu meedelen dat de kosten nu weer teruggebracht kunnen worden tot de helft omdat inderdaad de belasting die daar over wordt geheven niet meer van toepassing is. In november jl., toen de folder is gedrukt, hadden we er nog geen zekerheid over maar ik kan u toezeggen dat wij inmiddels, dat zat al in de planning, een gesprek hebben gehad met Ophof om de tarieven terug te brengen. Daarmee heb ik vraag twee beantwoord. De kwestie van het vlakglas. De burger kan de glaszetter inderdaad vragen om het oude glas weer mee te nemen, dat is hij verplicht door de verwijderingsbijdrage. Dat gebeurt ook heel vaak. Maar, als men het glas toch aanbiedt op de werf dan gaat het niet alleen om de verwerkingskosten van glas, want die zijn inderdaad heel laag maar het gaat wel om de kosten van het inzamelen en transport naar de verwerkingslocatie. Het tarief van 30,- is een heel reëel tarief. De controle op de tarieven. Ondanks het feit dat het afvalbrengpunt geprivatiseerd is, is in het contract vastgelegd dat wij de tarieven jaarlijks opnieuw vaststellen. Dat dit nog niet is gebeurd heeft te maken met gebrek aan urgentie. Ik heb het net ook al aangegeven dat het in verband met concurrerende tarieven nog niet nodig was. Gaat de gemeente de tarieven die op de afvalwijzer staan terugdraaien? We gaan op de website en op de gemeentepagina melden dat het tarief voor asbest omlaag gaat, dat staat al in de planning. Dat heb ik u bij dezen toegezegd. De andere tarieven willen we eerst even tegen het licht houden. Het moet niet zo zijn dat we ergens gaan drukken en dat het op een andere plek pijn gaat doen want daar schieten we met zijn allen niets mee op. De laatste vraag: wij zijn heel tevreden over de wijze waarop het afval wordt ingezameld. Niet alleen het huishoudelijk afval, ook het grof huishoudelijk afval. We hebben een uitstekend functionerend afvalbrengpunt en daar zijn we heel content over. Daar wordt op een goede wijze gebruik van gemaakt, ik denk dat dit de woorden zijn die passen bij de wijze waarop wij ook het constructief overleg met Van Ganzenwinkel en Ophof altijd voerden. 7

8 De heer Busscher: Allereerst zijn we er content mee dat het tarief van het asbest verlaagt. Maar het verbaast ons wel dat in de miljoenennota, in september jl. toen bekend werd dat de stortbelasting verlaagd zou worden en dat in december jl. door de Eerste Kamer de goedkeuring was. Dat we nu als fractie dit aankaarten en dat de wethouder nu zegt het tarief te gaan verlagen, het zat al in de planning. Het verbaast ons, want als we hier niet op hadden gereageerd dan was misschien het tarief nog wel gehanteerd. Voor wat betreft het vlakglas. Recycling kan. De vergunninghouder kan via de gemeente containers laten komen en via het recyclingbedrijf kan er gratis een container worden geplaatst en kan er gratis worden gestort. Ik vraag me af waarom dan nog dit bedrag gehanteerd moet worden. De andere tarieven tegen het licht houden, we hebben de andere tarieven ook tegen het licht gehouden, daar zit niet zo heel veel in. Maar deze drie viel ons echt op. Dat we onze burgers dit laten betalen. Dat het nu wordt teruggedraaid, puur alleen voor asbest oké, maar we vinden dat wel een beetje te laat als de afvalwijzer u bekend was in december jl., dat het verlaagd werd per 1 januari We dringen er nu op aan en nu kan het, daar zijn we verbaasd over. De heer Oude Luttikhuis: Volgens mij hebben we de tarieven van al die dingen die u noemt gezamenlijk vastgesteld. Waar ik me hogelijk over verbaas is dat u in die periode niet de opmerking hebt geplaatst die u nu plaatst. Bovendien is het vlakglas, iedereen is gerechtigd om op die plaatsen die aangewezen zijn als afvalbrengpunt voor glas gratis te storten, dat mag. Maar de gemeente moet wel aanvragen of ze mee kan doen in de pot. Als dat niet gebeurt worden er kosten in rekening gebracht. De heer Busscher: de gemeente kan containers bestellen, de vergunninghouder kan die laten plaatsen en dan kan het vlakglas gratis worden gestort. Nu wordt in de afvalwijzer aangegeven dat er een bedrag voor moet worden betaald. Zo gaat het met asbest net zo. We hebben nu de afvalwijzer gezien en daar valt ons die bedragen op terwijl op 1 januari jl. de stortbelasting is afgeschaft. De heer Oude Luttikhuis: Dat begrijp ik. U verwijt nu iemand anders dat hij de kennis toen niet heeft ingezet. U was zelf bij het beslissen en het vaststellen van de tarieven. Daar bent u zelf bij geweest, het is in de raad vastgesteld. Toen heb ik u niet gehoord en nu moet in een keer alles met terugwerkende kracht. Ik begrijp het, ik vind het een nobel streven maar ik vind het wel een beetje raar om de zwarte piet in een keer naar de andere kant van de tafel te schuiven. U mag het uzelf ook aantrekken volgens mij. De heer Busscher: U ook maar op 20 december jl. is in de eerste kamer de stortbelasting afgeschaft. Dan is het bevestigd dat 1 januari 2012 de tarieven omlaag zouden gaan. De heer Oude Luttikhuis: Je maakt op een bepaald moment een tarief en als raad stel je die vast. Ik heb u toen niet gehoord. Als de wethouder aangeeft door middel van voortschrijdend inzicht toch een aantal dingen te willen aanpassen, nobel streven. Zelfs nobeler dan ik zou hebben gedaan. Maar ik vind wel, je hebt het gezamenlijk vastgesteld en ik vind niet datje iemand nu kan gaan afrekenen op iets datje gezamenlijk hebt vastgesteld. Dan moetje zelf die broek ook aantrekken, dat hoor ik u steeds niet doen. De heer Busscher: Dat is ons toen niet opgevallen. Dat hoeven we ons ook niet aan te trekken. Maar ik mag blij zijn- en dat de wethouder dat ook aangeeft, het inzamelen van asbest met 108,- verlaagd gaat worden. En dat hij ook wat kan doen aan het vlakglas. Dus willen we dat nu ook vragen. We vragen dit ook in het vragenuurtje. Wethouder Harmelink: Nog even voor de helderheid. Ik heb juist geprobeerd aan te geven dat we de afgelopen jaren, vanaf 2005, heel content zijn geweest over de inzameling van grof huishoudelijk afval. Er was geen urgentie om de tarieven te wijzigen. Als we dat zouden doen zou dat hoogstwaarschijnlijk leiden tot hogere tarieven vanwege de indexering die contractueel is vastgelegd. Daar heeft Ophof geen gebruik van gemaakt. Wij krijgen voor het bruin- en witgoed een vergoeding uit het afvalfonds. Hetzelfde geldt ook voor het inzamelen van consumentenglas. We krijgen dat niet voor vlakglas. De enige kosten, als mensen het glas dan toch brengen, zijn de transportkosten en inzamelkosten, dat brengt Ophof in rekening en dat is een reëel tarief. Dat verhaal over het asbest klopt. Daar is ambtelijk in januari jl. al contact over geweest dat het aangepast moet worden. Ik heb u toegezegd dat we dat gaan aanpassen, het staat in de planning en het wordt gepubliceerd op de website en we zullen het ook in de Op en rond de Essen plaatsen. 8

9 Vaststelling tarieven. Het afvalbrengpunt is geprivatiseerd. In feite hebben we het daarmee buiten de deur gezet. Toch hebben we met zijn alle kunnen bedingen dat we nog wel over de tarieven iets te zeggen hebben. Dat hebben we met elkaar goed afgedekt. We gaan er naar kijken, er vindt binnenkort weer een gesprek plaats met de vergunningverlener en ik zal dat in de commissie terugkoppelen maar ik ben en blijf van mening dat we een uitstekende afvalinzamelaar hebben. We zijn er gewoon trots op en de relatie is ook altijd heel uitstekend. De heer Busscher: We zijn content met het antwoord van de wethouder. Ik ben blij dat het voor de burger goedkoper kan. Agendapunt 5: Mededelingen De voorzitter: Er zijn van onze kant geen mededelingen. Zijn er van uw kant mededelingen? Wethouder Vleerbos: Ik heb een mededeling over de inkomensgrens collectief vervoer. In de verordening van de gemeente Tubbergen is opgenomen dat voor het gebruik van collectief vervoer een inkomensgrens geldt. Deze is in het financiële besluit vastgesteld op anderhalf maal het bijstandsinkomen. Meerdere gemeenten voeren dit beleid gelijkluidend. In december 2011 is door de staatssecretaris met steun van VNG, dus de gemeenten, aangegeven dat het niet de bedoeling is dat gemeenten een eigen inkomenspolitiek bedrijven. En helemaal niet in het kader van de Wmo. De uitspraak van de staatssecretaris in december 2011 wordt nog eens bekrachtigd door de centrale raad van beroep die op 19 december 2011 en 19 januari 2012 een uitspraak heeft gedaan waarin duidelijk wordt dat het stellen van een inkomensgrens in strijd is met de Wmo. Wij zullen de komende tijd die uitspraken van de raad en de staatssecretaris tegen ons beleid houden want het lijkt met elkaar in conflict te zijn. Daarmee komen wij zo snel mogelijk met een alternatief voorstel uw richting uit. Maar dan weet u alvast dat het eraan zit te komen. We realiseren ons dat we daarmee wellicht in strijd met de uitspraak van de centrale raad ons beleid hebben vastgesteld, in ieder geval de verordening. Agendapunt 6: Vaststellen van de notulen van de vergadering van 9 januari 2012 De voorzitter: Iemand inhoudelijk? De heer Te Kolsté: Op pagina 13 praten we over het cafébedrijf Fortkamp, hier staat Vodkamp en dat is Twents voor wegwezen en dat is niet de bedoeling. Dus graag wijzigen in Fortkamp. De voorzitter: Dit wordt aangepast. Met die aanpassing worden de notulen vastgesteld. Agendapunt 7: De voorzitter: Akkoord. Vaststellen lijst ingekomen stukken Agendapunt 8: Vaststellen van de energievisie en de aanbevelingen voor duurzame energie opnemen in een uitvoeringsplan De heer Volmerink: De energievisie geeft een goed beeld op welke terreinen de grootste winst valt te behalen, dat zijn namelijk de huishoudens in de gemeente Tubbergen. Deze verbruiken tweemaal zoveel energie dan de rest van de takken. Tevens geeft het rapport goed aan hoe je duurzame energie kunt gaan behalen in de toekomst. Namelijk de zon, de biomassa en binnen de gemeente Tubbergen hebben we mest en hout op dit moment voldoende aanwezig maar we willen als CDA op dit moment geen gewassen zoals mais als biomassa in de vergisting hebben omdat het valse concurrentie kan geven op de voedselprijzen. Wat betreft hout, als ik zie hoe goed het loopt met de groene diensten, met de contracten voor de boomwallen en bij het opsnoeien, bij het onderhoud komt ook voldoende hout vrij, dan zou dat inderdaad een hele goede optie kunnen zijn. De wind, er wordt gezegd dat het een goede optie is, maar niet in een nationaal landschap. Ik vind het wel heel kort door de bocht. De vraag is of misschien kleinere windmolens wel voor eigen gebruik kunnen voor bedrijven die misschien wat achteraf gelegen zijn waarvan de buurman minder last heeft of misschien langs de grens. Ik vind het antwoord nee vrij snel gegeven. De vierde mogelijkheid is de aardwarmte en de warmte/koude opslag. Het zou wel kunnen maar volgens mij is het wel vrij prijzig maar voor een aantal bedrijven kan het een goede optie zijn. We hopen straks dat voor deze energievisie een goed uitvoeringsplan gemaakt kan worden. Als CDA willen we de komende jaren duurzaamheid als speerpunt gebruiken en naast energie besparing ook nog eens kijken naar duurzamere energie. Dat is ook altijd een van onze grondbeginselen geweest, namelijk goed rentmeesterschap. We zien voor de zonnepanelen voor de komende vijf tot tien jaren toch een goede toekomst hier in de gemeente Tubbergen. Zowel voor kleinschalig, voor huishoudens maar ook bijvoorbeeld voor agrarische bedrijven die relatief 9

10 veel dakoppen/lak hebben. Kijk bijvoorbeeld eens naar Vasse. Vasse is met een pilot bezig: Duurzaam Vasse. Ze is bezig met een uitwerking zowel voor huishoudens als zonnepanelen op boerenschuren in het buitengebied. Aan de andere kant zou het een hele goede optie kunnen zijn want dit kan natuurlijk ook nog een extra economische impuls geven in het buitengebied. Als je de krant een beetje in de gaten houdt zie je dat zonnepanelen de laatste tijd steeds goedkoper worden omdat veel bedrijven zich in deze, blijkbaar aantrekkelijke markt, gaan storten en een aantal terugverdienmodellen geven aan datje tussen acht en tien jaar je de zonnepanelen zou kunnen terugverdienen. Dan kun je de tweede tien jaar echt verdienen. Als bedrijf kun je soms in aanmerking komen voor de EIA, de Energie Investeringsaftrek. Dat is een bijkomend pluspuntje. We hopen als CDA dat er straks nadrukkelijk meegekeken wordt door de gemeente met een vergunningstraject voor diverse installaties. We praten wel iedere keer over een vergisting voor mest of hout maar past dat ook in ons vergunningsbeleid of stelsel? Als we dit willen promoten dan moeten we ook hier dus wat soepeler mee omgaan, dat wil niet zeggen datje ze alles moet gunnen maar dan wel misschien als voorbeeldfunctie dus sneller kunnen helpen om het traject te doorlopen. Wij wachten eigenlijk met spanning het uitvoeringsplan af. Wanneer kunnen we dit eventueel verwachten? Want met de ambitie dat deze gemeente in % duurzame energie moet hebben dat zien we met vertrouwen tegemoet. We wachten af, we gaan akkoord met het raadsvoorstel. De heer Groothuis: De opgestelde energievisie voor de gemeente Tubbergen geeft ons een realistische doorkijk voor wat betreft de energiebehoefte en de mogelijkheden die nu en meer in de toekomst naar ons toekomen om in deze behoefte te voorzien. We kregen in de commissie ruimte en economie een en ander toegelicht. Als fractie zijn we bekend met nut en noodzaak om het bewustwordingsproces, dat zeker ook bij de burger zelf ligt, langzamerhand gestalte te geven. Daarom ook is de fractie GBAA/D verheugd dat na jaren van goedbedoelde woorden uit vele hoeken het huidige college de handvatten die de energievisie biedt oppakt en overgaat tot een uitvoeringsplan. Onze fractie is blij met de huidige ingeslagen weg van het college en wil hen hiermee complimenteren. U begrijpt dat de fractie GBAA/D dit raadsvoorstel van harte ondersteunt. We hebben nog wel een enkele vraag. Kan de portefeuillehouder aangeven of er inmiddels definitieve toezeggingen van de provincie zijn afgegeven? Bij duurzame energie denken wij ook aan elektrische laadpunten. Ziet de portefeuillehouder kansen voor de diverse kernen? Inmiddels bereiken ons berichten dat enkele Twentse gemeenten een nachtelijke warmtescan hebben laten uitvoeren. Is dat een optie voor de gemeente Tubbergen? Eventueel in samenwerking met Dinkelland? De heer Te Kolsté: Onze fractie, waar het milieu hoog in het vaandel staat, is blij met deze energievisie van de firma Twence. Een goed stuk met actuele en relevante informatie over de energiebalans in onze gemeente. De visie geeft ook duidelijke aanbevelingen en een uitvoeringsplan voor nu en in de toekomst. Maar dat niet alleen, de doelstelling om de autonome ontwikkeling, het percentage duurzame energie naar 31% naar 2020 spreekt onze fractie zeer aan. Een bruikbare visie die niet alleen gericht is op huishoudens ondanks dat deze de meeste energie verbruiken maar ook is er veel aandacht voor de bespaarmogelijkheden in de zakelijke markt. We hebben in de commissie ruimte en economie een duidelijke presentatie over de energievisie gehad. Tijdens deze presentatie is toegezegd dat de items op pagina 8 van het stuk C02 compensatie en opslag alsnog in de visie verwerkt zullen worden en daar vertrouwen we op. U begrijpt het al, onze fractie is content met deze energievisie en daarmee ook met uw voorstel. Wethouder Ophof: Allereerst wil ik iedereen danken voor de complimenten die aan ons adres zijn gestuurd. Uiteraard blijft het altijd voor verbetering vatbar, dat merken we ook op het moment dat de opmerkingen langskomen. Dan weten we dat we er nog niet zijn met elkaar. Er is nog een hele tijd te gaan. We zijn slechts sinds kort vreselijk begaan met dit onderwerp. Ik bedoel met vreselijk begaan dat we daar fors op inzetten. U hebt daar zelf de middelen voor beschikbaar gesteld en dat maakt het dat we er ook mee aan de slag zijn gegaan. Twence heeft een goed stuk geleverd, dat geeft u ook helder aan. Er wordt nog eens een vraagteken gevraagd door de heer Volmerink van het CDA hoe het nu met de windmolens en de kleinere windmolens zit. Ik wil u toezeggen dat we even proberen de zaken die we nu in gang hebben gezet die voortvarend ter hand te blijven nemen. U weet, met vier uur ambtelijke inzet per week houdt het wel een keer op. Ik wil u wel toezeggen om daar weer eens aandacht voor te vragen. Want dat is gewoon aan de orde en zinnig om te doen. uiteraard is het zo dat de gehele ruimtelijke ordening insteek van de provincie zo maar grote windmolens en plaatsen daarvan niet mogelijk maakt. 10

11 Dat in Vasse maar ook in Fleringen veel energie en tijd is gestopt in een duurzaam dorp, dat is ons duidelijk. U zit daar nu nog de vruchten van te plukken. Met betrekking tot Vasse ook met het centraal inkopen van zonnecellen. Daar wordt voortvarend aan gewerkt, u kunt zich daar ook voor aanmelden. Van de andere kant, ook dat is duidelijk, wordt aangegeven dat biomassa een belangrijk item is. Op dit moment loopt er een project Mooi Nederland. Daarin is Aequator samen wel Weihuis bezig om voor een heel groot bedrag een onderzoek te doen, ,-. De helft is betaald door VROM, ,- door de provincie en als ik u mag zeggen dat de gemeente Tubbergen zelfs 1.500,- daarin bijdraagt dan moet u toch blij zijn dat we zo een fantastisch project in de benen hebben geholpen met zo weinig middelen van de gemeente Tubbergen. Als u het toch over multiplier hebt dan is dit ook wel een mooi voorbeeld. Daarmee willen we graag bereiken dat we de biomassa die we kennen met elkaar ook optimaal weten in te zetten in het toepassen en het gebruik ervan. U vraagt hoe het met mais zit mijnheer Volmerink. Dat is een heel vervelend componentje in het geheel. We willen dat ook graag anders maar wet- en regelgeving, waar we met elkaar wel eens over spreken op allerlei plekken, daar moeten we op blijven inzetten om te voorkomen dat dit soort waardevolle voedingsstoffen in de biovergister verdwijnt. U noemt de vergunningen en de installaties en alles er bij komt kijken. Ik mag u zeggen dat we nog niet zo lang geleden een vergunning hebben gegeven voor een bedrijf aan de Oldenzaalseweg in Fleringen om een tweede biovergisting te plaatsen. Ik weet dat er nieuwe aankomen. Ik kan u toezeggen dat we proberen hier voortvarend aan te werken. Daar horen wel wet- en milieuregels bij uiteraard maar dat begrijpen we met elkaar. De warmtescan werd aangegeven door de heer Groothuis. Ik heb het niet in beeld maar volgens mij hebben wij hem niet aangevraagd. Ik heb wel gedacht of een warmtescan nodig is deze dagen. Als er nog een beetje sneeuw gaat vallen geloof ik dat we ook een andere manier hebben om dat te beoordelen, tenminste ik heb het in het verleden wel eens zo zelf gekeken waar nu mijn ventilatie in mijn dak zit. Ik zou de burgers in Tubbergen ook daartoe willen oproepen. Ik wil nog wel kijken wat de kosten hiervan zijn en of het zinnig is om te doen. Uiteraard is de opmerking helder. Hoe zit het met de elektrische laadpunten? Ik kan u aangeven dat we in gesprek zijn met een bedrijf over elektrische laadpunten. Je kunt er een aantal gesubsidieerd krijgen afhankelijk van het aantal inwoners dat er is, eventueel bij aanschaf van elektrische auto's en we zijn bezig om dat in beeld te krijgen. Toevallig woont de directeur van een dergelijk bedrijf hier in onze gemeente en we hopen daar nog enige honneurs van te mogen ontmoeten. Het zou mooi zijn als we elektrische laadpunten krijgen in elke kerk, alleen al voor de uitstraling. Daar zijn we mee aan de slag. De provincie Overijssel, de heer Groothuis vraagt hoe het zit met de financiële middelen want we gingen voor een forse subsidie in de buurt van de ,- tot ,-. Als u raad vanavond toezegt dat u akkoord bent met deze plannen die langskomen dan is de provincie akkoord met de financiering. Uw cofinanciering maakt dat we met elkaar ongeveer ,- kunnen gaan besteden aan duurzame middelen voor onze burgers. Als u dan weet dat het waarschijnlijk vast komt te zitten op ongeveer een derde deel van de subsidiabele kosten dan heb je weer een multiplier van drie daarbovenop. Met uw ,- maakt u er ongeveer ,-van. Dat is mooi voor de werkgelegenheid en goed voor de duurzaamheid in onze gemeente. Dus we maken met elkaar een mooie slag. Ik snap alles bij elkaar dat u lovend bent over dit stuk en dat wordt in dank aanvaard. De heer Volmerink: Helemaal mee eens. De heer Groothuis: Ik heb er niets aan toe te voegen. Het rapport van Twence, de heer Volmerink maakt er een opmerking over mais- of andere gewassen, is daar heel helder in. Ze beschrijft op pagina 14 expliciet dat de term biomassa niet mag concurreren met de voedselteelt. De heer Te Kolsté: Een kleine opmerking. Ik heb in mijn betoog geplaatst dat de C02 opslag in compensatie is toegezegd door Twence om die te verwerken. Ik hoop dat de wethouder er op toe wil zien dat die dan ook in de visie komt te staan. Wethouder Ophof: Dat gaan we doen mijnheer Te Kolsté. Het was toegezegd, dat weet ik, alleen moet het nog wel even gebeuren. De voorzitter: Ik constateer dat u akkoord gaat met het voorstel. Het voorstel is bij dezen aangenomen. Agendapunt 9. Beschikbaar stellen krediet energieloket en financiering subsidieregeling energiebesparende maatregelen 11

12 De heer Te Kolsté: Onze fractie kan zich volledig vinden in het voorstel zoals het nu voorligt. Een energieloket voor onze inwoners, een vraagbaak voor diegenen die energie wil besparen en daarmee het milieu een warm hart toedraagt. Of, dat mag wat ons betreft ook, een advies wil voor meer comfort in of rond zijn woning. Een energieloket dat niet alleen voorlichting geeft maar ook nog de uitvoering van energiebesparende maatregelen kan stimuleren door middel van de thans beschikbare subsidiegelden. Voor onze fractie gaat hiermee een wens in vervulling. Zoals ik al zei, uw raadsvoorstel is duidelijk en ook de presentatie in de commissie ruimte en economie liet niets aan onduidelijkheden over. Maar toch nog even een opmerking. Om energiebesparende doelstellingen te halen wordt veel gebruik gemaakt van techniek, isolerende beglazing, spouwmuurvulling, warmte terugwininstallaties enzovoort. Deze kosten veel energie om te maken en gebruiken ook veel energie. Te weinig wordt er naar onze mening stil gestaan bij het gedrag van mensen en het hun beschikbare energiepotentieel. Onze fractie zal dan ook graag zien dat het energieloket proactief voorlichting zal geven over energiebesparingmogelijkheden en gedragsveranderingen in de praktijk. De heer Volmerink: Het CDA gaat akkoord met het voorliggende raadsvoorstel. Destijds, eind 2011, heb ik zelf het energieloket als motie namens het CDA ingediend. In dezelfde vergadering is ook in een bredere motie reserve Cogas-gelden raadsbreed aangenomen. Dit toont aan dat binnen de raad ook de duurzame neuzen dezelfde kant op wijzen, dat doet ons deugd. De ,- subsidie vanuit de provincie is een uitstekend begin om bij de huishoudens de energie besparing te promoten en daadwerkelijk aan te pakken. Voorlichting geven en vragen beantwoorden door middel van een energieloket is de eerste stap om particulieren enthousiast te maken om het eigen huis te verduurzamen door onder andere beter te isoleren bij glas, muur en dak en te wijzen op eigen gedrag. Het vergt eerst een investering maar dat bespaart jaarlijks straks wel op de energierekening. Om ook eerst de oudere woningen aan te pakken krijgt u onze steun want zo maak je de snelste slagen en in een nieuwere woning heb je toch altijd te maken met scherpere energieprestatie regelgeving. Daar wordt het toch al wat lastiger. Om hiervoor ,- uit de reserve Cogas-gelden te halen is prima want daarvoor waren deze ook bedoeld. We willen de desbetreffende ambtenaren bedanken voor een adequaat handelen en de snelheid waarmee dit project van start gaat. Voor vier uur ,- binnen halen, waar vindt je dat nog? Nogmaals, wat het energieloket betreft, deze aanjaagsubsidie is om energieverbruik eerst te verlagen en hierdoor burgers enthousiast te maken voor verduurzaming. We hopen eigenlijk dat ook de plaatselijke bouwgerelateerde bedrijven hier op in willen springen dan geeft dit de economie ook weer een stimulans. Je praat toch in potentie over woningen. Ik snap best, we hopen hier de eerste 250 tot 300 woningen als eerste enthousiast te maken met deze aanjaagsubsidie maar wie weet, wat het CDA betreft kunnen geïnteresseerde bedrijven, ik weet niet of het van u mag wethouder, melden bij het gemeentehuis en we hopen eigenlijk dat daarna een hele grote groep gaat volgen. Heel veel succes met dit voorliggende raadsvoorstel. Nog wel een vraag over de motie destijds, reserve Cogas-gelden, er stond ook nog als een van de laatste opdrachten van die motie een multipier zoeken voor duurzaamheidplannen en eventueel hieruit de cofinanciering voor ook duurzaamheidplannen. Kunt u aangeven of hier al subsidies voor zijn? Zo efficiënt voor vier uur ,- ik weet het niet maar... Het is een onderdeel van de motie destijds gezamenlijk ingediend. De heer Groothuis: Alle woorden die ik in gedachten had zijn inmiddels uitgesproken. We hebben een aardige presentatie gehad in de commissie. Goed dat mensen actief worden begeleid in het bewustwordingsproces dat energie besparen bij jezelf begint en daarvan dan ook een loket aangeboden krijgen waar ze die hulp en ondersteuning krijgen. Wat ons betreft gaan we akkoord met dit raadsvoorstel. Wethouder Ophof: Wat wil een portefeuillehouder nu nog meer? Dit overkomt ons niet vaak, de algehele instemming, prachtig allemaal. We gaan er gewoon flink mee aan de slag, dat is u duidelijk. Het plan wordt uitgebreid aan u getoond. Uiteraard, als de Cogas-gelden er niet waren geweest hadden we dit met elkaar niet kunnen bedenken. Althans dan waren er geen middelen voor geweest. Wat dat betreft ook dank daarvoor. Het zijn wel de centjes van de mensen zelf zeg ik altijd maar voorzichtig. We gaan er mooie dingen mee doen en daar gaat het uiteindelijk om zoals een energieloket. Er wordt vooral gevraagd te zorgen dat mensen hun gedrag laten beïnvloeden. Er komt een ruime voorlichtingscampagne vanuit het energieloket naar de dorpen toe. Dus dat wordt op korte termijn opgestart in maart a.s. Er komt een website waar mensen op kunnen zien waar de subsidiemogelijkheden zijn die geboden kunnen worden. Ze kunnen zich aanmelden. Dat is allemaal in het traject al voorbereid. Ik moet u zeggen mijnheer Volmerink dat het niet in de vier uur zit maar wel in het bedrag dat u nu beschikbaar stelt. Dus die website wordt gekoppeld uiteraard aan de website van de gemeente Tubber- 12

13 gen. Het telefoonnummer zal het telefoonnummer van het energieloket zijn en ons ambtelijk apparaat zal daar niet mee worden belast. Dat is de houding van het college van iets meer samenleving en iets minder overheid. Dus men komt terecht bij een heel bekend loket hier in Tubbergen, oftewel het Twentse subsidiebureau dat samen met Zienergie dit tot uitvoering brengen. Wat ook wel boeiend is dat het naast voorlichting energieloket ook een subsidieloket aan is gekoppeld. Een subsidieloket houdt in subsidieloket voor de particuliere mensen, zeg maar de particuliere woningbezitters. Maar ook bedrijven kunnen daar terecht. Dus als u een bedrijf hebt en u vraagt zich af of u in aanmerking komt voor een subsidieregeling dan hebt u de gelegenheid om aan te kloppen bij het Twents subsidiebureau en die kunnen u daar in leiden om er voor te zorgen dat we met elkaar, welk bedrijf u ook hebt of welke invalshoek u ook kiest, voor die subsidie gelden ontmoet die u nodig hebt en wenst. Wat dat betreft sluit het ook netjes aan, dat is een groot voordeel. De multiplier hebben we net ook al aan gerekend, een bedrag van in totaal ,- als je daar 33% van aan subsidiegeld uitgeeft dan zit u aan de ,- die wordt geïnvesteerd. Dan geeft de heer Volmerink aan dat het mogelijk is tot de multiplier maar ook tot de werkgelegenheid. Dat klopt, onze bedrijven kunnen hier op inspelen. Ik moet u zeggen dat ze al op het vinkentouw zitten. Ze Twitteren, ze melden zich aan en wij verwijzen ze ook. Ze kunnen ook weer gebruik maken van die website om zichzelf ook daarmee op de kaart te zetten. U hebt nog gevraagd hoe het zit met de duurzaamheidsplannen en u dacht aan stichtingen en verenigingen en aanverwante instellingen in onze gemeente. Ik moet u zeggen dat er ondertussen al twee verenigingen uit onze dorpen zijn die al de zaak hebben ingeleverd, zonder dat we ook maar een officieel formulier daar van het licht hebben laten zien. Die zijn al een beetje op de hoogte van wat er speelt. Die dachten weetje, als er toch geld komt voor duurzaamheidsplannen dan dienen we die maar alvast in namens onze vereniging. Dat geeft maar aan dat het heel erg leeft en er ook grote behoefte voor is. Ik kan u aangeven dat we proberen in de commissie van april a.s. om die duurzaamheidsplannen, maar daar moeten we toch nog wel even goed over nadenken hoe we dat wil insteken want langzamerhand gaat het geld ook weer op natuurlijk. We hebben al een toezegging gedaan voor het dorpshuis in Vasse, Reutum en Langeveen als daar ontwikkelingen komen. Die bedragen moetje hier ook in meenemen. Dan blijft er nog een X bedrag over per kern, zo wordt een beetje gedacht. Op dat bedrag kunnen mensen een beroep doen. Hoe je dat in een tender wilt wegzetten, daar wordt nu op dit moment over nagedacht maar in april 2012 krijgt u dat voorgeschoteld en dan moet u toch maar weer eens gaan nadenken over de volgende financiële middelen want daar kan deze portefeuillehouder natuurlijk heel goed werk mee doen. De heer Oude Luttikhuis: Ik vind nergens in dit stuk iets over eindigheid van de regeling. Ik ga ervan uit dat de provincie niet oneindig het geld ter beschikking blijft stellen tot ze op zijn. Ik denk ook datje als gemeente zelf gebaat bent bij een eindigheid van de regel waardoor je mensen gaat stimuleren om het op een korte termijn ook in te vullen. Ik denk dat daar het grootste belang ook ligt. Wethouder Ophof: Dat klopt mijnheer Oude Luttikhuis. Op deze regeling kan men inschrijven tot 1 juli Dus in de tijd van maart tot juli 2012 zetten we dit hele proces weg. Dat gaat het energieloket samen met Zienergie inzetten. De uitvoering kan dan nog plaatsvinden tot 1 juli De reden van dit alles is dat 1 juli 2012 de provincie met een nieuwe regeling komt. Men wil geen stapeling van regelingen dus 1 juli a.s. de regeling afgeschaft maar vervolgens komt er een nieuwe regeling en dat gaat meer op basis van hele lage rentevoet om geld te kunnen lenen. Dat wil men niet stapelen dus vandaar dat de einddatum 1 juli 2012 is. De voorzitter: Dan constateer ik dat het krediet ten behoeve van het energieloket met algemene stemmen beschikbaar is gesteld. Agendapunt 10. Beschikbaar stellen krediet herinrichting openbare ruimte in de omgeving van basisschool Kadoes in Albergen De heer Te Kolsté: Een kleine vraag aan de wethouder, misschien even een kritische vraag maar hij heeft vanavond al zoveel veren gehad. Het gaat over het feit dat we blij zijn dat de school inmiddels voltooid gaat worden en dat ook daarbij de omgeving wordt aangepakt. De infra rondom de school wordt aangepakt, de veiligheid rondom de school wordt aangepakt en dat soort zaken. Dat spreekt ons als fractie bijzonder aan. De veiligheid van de kinderen staat natuurlijk op de eerste plaats. Wij lezen ook dat de afwateringsvijver vergoot wordt. Maar wordt die dan ook verdiept? Hoe gaat dat met de veiligheid van die vijver? U weet best dat water kinderen aantrekt. Als we enerzijds qua veiligheid voor de komende en gaande leerlingen naar de school toe alle zorg hebben dan moeten we ook een beetje voorzichtig zijn als we in de direc- 13

14 te nabijheid een afwateringsvijver gaan aanleggen. Ik heb begrepen dat hij er inmiddels al is en dat hij niet zo heel groot is. Maar hoe groot gaat hij worden en wordt er nog iets gedaan ter beveiliging? Wethouder Ophof: Ik heb niet de exacte vierkante meters in gedachten. Ik weet wel dat we het geheel hebben afgerasterd met hekken. Kinderen kunnen er in principe niet bij. U weet hoe kinderen zijn dus het is geen garantie dat er nooit iemand overheen zou kunnen klimmen. Er zijn wel maatregelen voor getroffen en de sleutel is bij de school en uiteraard bij het onderhoud van de openbare ruimte van het geheel. Dat is wel nodig. Maar het is netjes afgerasterd. Meer kunnen we niet voor u betekenen. Ik moet ook zeggen dat je rond andere dorpen, dan zie je ook allerlei bergingsvijvers en zo, dat is geen excuus. Dit zit dicht bij de school en ik snap uw zorgen daarin. Dat is er dus als maatregel uitgezet. De heer Te Kolsté: Prima, daar ging het ons een beetje om. Als die vijver nu ook nog keurig wordt afgezet en ik ga er vanuit, ja het zijn kinderen, het klopt inderdaad, hoever ga je daarin. Ik zou er ook geen gevangenis van maken dat beseffen wij ons ook. Ik denk dat we tevreden moeten zijn dat u in ieder geval de toezegging doet dat er een afrastering omheen komt, dat is prima, dank u wel. De voorzitter: Dan constateer ik dat dit voorstel ook is aangenomen. Agendapunt 11. Beschikbaarstellen krediet voor het afkoppelen van verhard oppervlak, vervanging van riolering en het herinvesteren in de openruimte in Geesteren De heer Bekhuis: De riolering is nu bijna 50 jaar oud en moet worden vervangen. Hiermee is de noodzaak voor deze forse investering voor onze openbare ruimte gegeven. GBAA/D vindt het een goede zaak dat er dan werk wordt gemaakt en dat alles in een keer goed wordt aangepakt. Met de voorgestelde maatregelen maken we de Zurinkstraat, de Broenenstraat, de Gerard Kockstraat, de Harmelinkseweg en tenslotte het Herminkstuk en een deel van de Huyerenseweg weer up to date, zowel qua ondergrondse als bovengrondse infrastructuur. We vragen het college om de suggestie van de PvdA, die suggestie is gemaakt in de raadscommissie, over te nemen om in elk geval mantelbuizen voor glasvezel aan te leggen. Het zou immers te gek zijn als het nieuwe straatwerk straks direct weer open moet voor glasvezel. Verder willen we graag dat er tijdig en adequaat met de bewoners wordt gecommuniceerd over de werkzaamheden. En over de werkzaamheden vorig jaar in de Pastoor Cramerstraat en de Zouavestraat horen wij eigenlijk alleen maar positieve berichten van de bewoners en niet alleen over het mooie resultaat maar ook over de goede communicatie. Dat heeft het college toen goed aangepakt en we gaan er dan ook vanuit dat ook nu weer alles in goed overleg met de bewoners zal worden aangepakt. GBA/VD gaat dan ook van harte akkoord met het beschikbaar stellen van het krediet van ,-. De heer Stamsnieder: Ook de CDA fractie is content met dit voorstel. Er is door college Bekhuis al gezegd alles wordt tegelijkertijd aangepakt, dat leidt maar een keer tot overlast en tot zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. Verder hebben wij ook begrepen dat het verleden jaar in de communicatie prima is verlopen dus we hopen dat dit wederom zo gaat verlopen. Kijken naar de glasvezel is in de commissie toegezegd. Ook dat is prima en verstandig om te doen. Verder wachten wij natuurlijk met interesse de aanbesteding af. Het geld voor de duurzaamheidsprojecten was bijna op zei wethouder Ophof al. Verder content met het voorstel en we hopen dat het weer net zo verloopt als in 2011 want dat is prima gegaan. De heer Te Kolsté: Eigenlijk laat ik het hierbij want alles is gezegd. Met name de heer Bekhuis heeft verwoordt wat ook wij hadden willen zeggen. Dat hebben we ook al in de commissie gedaan. Ik sluit af dat onze fractie volledig voor dit voorstel is. Dit moet gewoon gebeuren, dus ik zou zeggen: begin er zo snel mogelijk mee en veel succes. De voorzitter: Ik stel vast dat het krediet beschikbaar is gesteld. Agendapunt 12. Vaststellen bestemmingsplan Tubbergen, Uelserweg De heer Busscher: Voor ons ligt de vaststelling van het bestemmingsplan Tubbergen, Uelserweg Het gaat hier om een principeverzoek om van twee bouwblokken een volledig bouwvlak te maken zodat het mogelijk wordt dat hier drie woningen in de toekomst gerealiseerd kunnen worden. De CDAfractie is voorstander van herverkaveling van bouwblokken. Dit hebben we ook voorgesteld richting het college voor het plan Peddemors in Manderveen, de Steenbrei 3 in Vasse. Dit om zodoende kleinere en betere verkoopbare kavels voor de aspirant-bouwers te kunnen realiseren. Echter, hier gaat 14

15 het om een verzoek van een projectontwikkelaar. Met dit verzoek vinden we dat we wel kritisch moeten zijn. Kunnen we in de toekomst hier nog meer verzoeken van krijgen of zijn er verzoeken om dit ook te kunnen realiseren? Er waren voor deze kavels gegadigden om dit eveneens voor elkaar te kunnen krijgen. Zo ja, dan horen we dat graag. De heer Lentferink: Het aanpassen van de grootte van de bouwkavels past in het beleid van onze gemeente om in te spelen op de vraag van de koper c.q. de bouwer. Onze fractie kan zich dan ook volledig vinden om op verzoek van de projectontwikkelaar, want het maakt ons weinig uit wie dat verzoek doet, de beide kavels te herverkavelen van twee naar drie woningen. We gaan dan ook akkoord om het bestemmingsplan Uelserweg ongewijzigd vast te stellen. De heer Te Kolsté: Ook onze fractie is akkoord met het vaststellen van het bestemmingsplan Uelserweg en ook ons maakt het niet zoveel uit of het een projectontwikkelaar is of een particulier. Het gaat er ons om dat grote kavels opgedeeld kunnen worden en dat ze beter verkoopbaar zijn zodat ook anderen die alleen maar grote kavels kunnen kopen ook kunnen wonen binnen onze gemeente. Al met al zijn we voor dit voorstel. Wethouder Harmelink: Eigendomsverhoudingen doen er inderdaad niet toe als het gaat om de beoordeling van dit soort plannen. Ongeveer drie jaar geleden is er een zelfde verzoek geweest en afgewezen omdat het plan destijds onvoldoende was gemotiveerd. Nu zit de markt anders in elkaar. De moeilijke verkoopbaarheid van deze kolossale kavels, want daar heb je het over, heeft het college er toe gebracht om dit voorstel aan u voor te leggen. Overigens blijven het nog kavels van 700 m2, dus het zijn nog geen kleine kavels. De heer Busscher: Waren er voor deze twee kavels, bouwblokken, gegadigden om daar drie van te maken? Wethouder Harmelink: Er is een soortgelijk verzoek ingediend. Dat verzoek is toen niet gehonoreerd omdat onvoldoende gemotiveerd was. De heer Busscher: Gegadigden, gewoon aspirant bouwers die voor die twee bouwblokken ook drie kavels wilden maken. Wethouder Harmelink: Dat weet ik niet, dat interesseert me trouwens ook niet. De heer Busscher: Maar het gaat wel om maatschappelijk geld. Het is natuurlijk mal datje daar straks drie woningen kunt realiseren en dat daar ook een verkoopplaatje aan zit, of dat het er twee zijn. Wethouder Harmelink: Wij doen de planologische beoordeling of een projectontwikkelaar er wel of niet beter van wordt. Er staat ook iets in over de exploitatie. Daar gaan we niet over. Het gaat ons er om of dat plan planologisch de toets der kritiek kan doorstaan. De eerste kon het niet en deze is wel goed gemotiveerd en daarom in behandeling genomen. Overigens drie jaar later. Ik sluit niet uit dit verzoek drie jaar terug met de woonvisie van destijds in het achterhoofd, het bestemmingsplan De Haarboer, dat het verzoek toen wel was afgewezen. U moet het wel in de tijd zien. De heer Kooiker: Mag ik daar een vraag over stellen? Stelt u voor dat deze projectontwikkelaar was gekomen en die had gevraagd om ze beiden te splitsen en er vier woningen van te maken, doet u dan ook zo makkelijk? Wethouder Harmelink: Hoezo makkelijk? Wat hebben we nu in Manderveen gedaan? Wat doen we nu overal? De heer Kooiker: Ik vraag het alleen maar. Is het dan ook net zo makkelijk om te zeggen we gaan zelf. Wethouder Harmelink: Het is niet gemakkelijk, het moet worden gemotiveerd. En de vraag die nu voorligt, is volkomen hypothetisch. Ik kan er nu geen antwoord op geven. Of ook stedenbouwkundig het daar verantwoord is om de vier woningen te bouwen in plaats van twee, dat weet ik niet. Ik weet wel dat deze drie er wel passen. Die toets hebben we gedaan, die andere toets van vier, of zes, dat weet ik niet, appartementen, ik weet niet of het daar past. 15

16 De heer Kooiker: Ik vraag dit alleen maar, er zitten grote stukken in ontwikkeling waar in het verleden nooit goedkeuring is gegeven en waar verzoeken zijn geweest om kavels te splitsen of om extra woningen toe te voegen en hier doe je dat dus ook. Hier geeft eigenlijk de gemeente een woning weg. Wij verkopen als gemeente straks een kavel minder. Hier wordt een extra gemaakt dus ook een woning minder. Gaan we dat straks ook doen en kun je dan zeggen van daar waar er vroeger drie geprojecteerd waren komen er straks negen. Is dat ook te onderbouwen en kan dat ook? Wethouder Harmelink: Dat hangt van heel veel factoren af. Het gaat ons om het realiseren van onze woningbouwopgave, niet zozeer of wij daar wel of geen geld aan verdienen. Die discussie speelt hier helemaal niet. Met die intentie voer ik hem niet. De samenleving heeft op dit moment behoefte aan kleinere kavels, kleinere dan die grote die er lagen. Dat is de motivatie die achter het verzoek ligt. Daarom is dat verzoek in behandeling genomen, los van wie ook eigenaar is, dat interesseert ons helemaal niet. De heer Busscher: Wij zijn ook voorstander van herverkaveling van kavels als ze te groot zijn. We hebben dat in Vasse en Manderveen gehad. Maar we hebben hier wel te maken met een projectontwikkelaar, dat is wel iets anders als gewone mensen die een kavel kopen. Wethouder Harmelink: Nee, daar kan het college zich niet mee inlaten. Dat zou helemaal verkeerd zijn. De heer Kooiker: Dat zegt u nu wel zo makkelijk maar dat is het dus niet. Als de ene projectontwikkelaar die drie jaar geleden heeft gevraagd om te splitsen het niet voor elkaar krijgt en nu komt er een andere projectontwikkelaar, die heeft het gekocht en die lukt het wel. Wethouder Harmelink: Maar ik heb u aangegeven waarom het afgewezen is. Als iemand een A4 indient met de mededeling dat hij van twee nu drie woningen wil maken en dat is het dan, er zit verder niets achter, wat moetje dan als college. Moetje dan gaan vragen waarom? Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor het verzoek. U moet het in de tijd zien. Dit is drie jaar terug gebeurd, in de vorige collegeperiode. Toen was er net als in Noordoost Almelo behoefte aan grote kavels. Die tijd ligt achter ons, het is niet anders. De heer Pleqt: Ik kijk een beetje op van deze discussie. Drie jaar geleden, ik zat hier toen nog niet, ook toen ging de raad over verzoeken om bestemmingsplan herziening. Dus kennelijk... De heer Kooiker: Het is nooit in de raad geweest. De heer Pleqt: Los daarvan, ik zie dat het CDA zich op andere momenten opwerpt als de kampioen beschermer van de kleine kavels. Nu is er een initiatief dat in die richting gaat en dan hebben we het nog steeds niet over superkleine kavels maar in ieder geval op een verbetering en waarschijnlijk een grotere verkoopbaarheid. Dan vindt onze fractie het totaal niet gek dat we daar aan meewerken. Dan doet het er wat ons betreft volstrekt niet toe waar die kavel van is. Als dat verschil zou maken dan zou je nooit meereen goed besluit kunnen nemen in deze raad. De heer Kooiker: Ik heb volgens mij ook aangegeven dat dit niet het verschil maakt. Wij zijn het ook erg eens met het verkleinen van kavels. Daarom heb ik ook even de vraag gesteld, stel dat hij nu was gekomen om er vier van te maken in plaats van drie, hadden we dat ook gehonoreerd? Wellicht ook dus hoor ik nu, misschien was dat wel een beter plan geweest. Wethouder Harmelink: Dat mag u niet zeggen want daarvoor is een stedenbouwkundige toets nodig. Voorzitter, misschien moeten we de discussie in de commissie nog eens verder voeren maar ik weet nog steeds niet welke kant jullie op willen. Ik weet niet waar dit over gaat, wat is nu het probleem dan weer? De heer Busscher: Het gaat om een projectontwikkelaar. Dus een projectontwikkelaar kan straks m2 aan kavels kopen. De voorzitter: Ik snap de discussie ook niet als voorzitter van deze raad. We hebben hetzelfde gezien in Langeveen, ook een projectontwikkelaar, die heeft ook het verzoek ingediend en dat is ook gehono- 16

17 reerd. In Manderveen was het exact hetzelfde. Ook een projectontwikkelaar, die heeft het ook gevraagd, toen bent u ook akkoord gegaan. De heer Busscher: Dus als straks een gewone burger of een aantal aspirant bouwers daar bij elkaar komen en die zeggen ik wil bij de gemeente nu twee kavels kopen en ze gaan later een verzoek indienen om er vier woningen op te maken met een goede onderbouwing, dat zou een mogelijkheid zijn? Wethouder Harmelink: Ja, het maakt niet uit wie de eigenaar is. De voorzitter: Ik stel vast dat u akkoord gaat met het voorstel. Agendapunt 13. Vaststellen beleidsplan verlichten openbare ruimte gemeente Tubbergen De heer Lentferink: Sinds medio 2011 is de nationale richtlijn voor de verlichting van de openbare ruimte vervangen door een nieuwe richtlijn die ook voor Tubbergen leidend zal worden. In het beleidsplan is duidelijk en helder in beeld gebracht wat we in onze gemeente aan openbare verlichting hebben en waar we naartoe willen. We kunnen lezen dat er in de afgelopen jaren al behoorlijk is geïnvesteerd in energiebesparing van de lichtpunten en dat de huidige lichtkwaliteit toereikend is. Met vervanging in dergelijke van bestaande lichtpunten en armaturen gaat onze gemeente reeds weloverwogen om. Er bereiken ons positieve signalen over reeds toegepaste energiezuinige LED-verlichting. De gemeente heeft momenteel het grootste deel van de verlichting langs provinciale wegen in beheer en onderhoud. We zijn het eens dat onze gemeente daar, samen met een aantal andere gemeenten, vanafwil en het onderhoud en beheer over wenst te dragen aan de provincie. Degene die bepaalt c.q. gebruikt die betaalt is hierbij ons credo. Naast verkeersveiligheid is de sociale veiligheid voor onze burgers zeer belangrijk. Zo zijn in de beleidsplannen een aantal locaties in beeld gebracht waar de verlichting gedurende bepaalde tijden uit zou kunnen. Hierbij wil ik de volgende opmerking plaatsen. Veel van de geplaatste lichtpunten in het buitengebied hebben een historie vanwege ernstige tot zeer ernstige ongelukken waarvan zelfs enkele met dodelijke afloop. We moeten ons daarom afvragen of we bij dergelijke plekken wel minder willen verlichten. We moeten door niet meer of minder te verlichten onveilige situaties laten ontstaan. Het Kerkepad bij onze Basiliek is daarvan een voorbeeld. Het is een plek die veel mensen in de donkere uren een onveilig gevoel geeft. Dat moeten we voorkomen. Goed overleg met aan- en omwonenden is daarom belangrijk. Het is goed dat daarbij ook de dorpsraden worden ingeschakeld en dat er door de gemeente een of meerdere inloopavonden worden georganiseerd. We kunnen ons vinden in de vertrekpunten van het beleidsplan en gaan ervan uit dat er na afloop van de inloopavonden er een terugkoppeling in onze commissies en raad zal plaatsvinden. Donker waar mogelijk, licht waar nodig. We gaan voor precies genoeg licht en dat is oké. De heer Weeink: Zoals in de commissievergadering al is gebleken en uitgesproken is de mening van onze CDA fractie dat we zijn ingenomen met het beleidsplan. Duurzaamheid, het terugdringen van het energieverbruik en de beheersing van de onderhoudskosten staan bij onze fractie hoog op de prioriteitenlijst. Ook is het goed om te horen dat de verlichting langs de openbare wegen wordt vervangen door LED-verlichting en dat er door samenwerking met zes andere gemeenten wordt bespaard op onderhoud en vervanging. Wel willen we als CDA net als GBAA/D de volgende kanttekening maken. De verkeersveiligheid en de sociale veiligheid mogen niet ten koste gaan van de uitwerkingen die in het beleidsplan zijn voorgesteld. In een gezamenlijk overleg met de politie is vast te stellen welke plekken in de gemeente bovenaan de lijst moeten worden geplaatst en waar dus voldoende licht aanwezig moet zijn om de verkeers- en sociale veiligheid te waarborgen. Het CDA is akkoord met het voorstel. De heer Te Kolsté: In grote lijnen is ook onze fractie akkoord met het stuk zoals het voor ons ligt. We hebben een goede uiteenzetting gehad tijdens de commissievergadering. Maar er zijn enkele zaken op tafel gekomen die ik ook hier graag toch nog even ten gehore wil brengen. Met name gaat het ons er om dat de sociale veiligheid en natuurlijk ook de verkeersveiligheid, maar met name de sociale veiligheid niet in het gedrang komt. Het Kerkepad is net genoemd. Dat is gewoon belangrijk. Als ik dan het beleidsplan lees dan zal het Kerkepad in het donker komen. Dat lijkt ons geen goede zaak. Ik heb ook bepleit om meer techniek te gaan gebruiken, dimmers en bewegingsmelders. Daarvan is in de commissie gezegd als er niet een terugverdientijd van vijfjaar is dan schaffen we ze niet aan. Ik kan u vertellen dat de gemeente Hoogeveen hier een tijd mee bezig is geweest en die doet het wel, die plaatst wel techniek. Die doet dat in samenwerking met de netbeheerder. De netbeheerder helpt hun 17

18 daarbij om dimmers te plaatsen en ook bewegingsmelders te plaatsen. Dat heeft inmiddels een besparing van 30% opgeleverd. Met name als ik dan lees ook in Geesteren, dan zou je daar 's avonds na elf uur niet meer door een park kunnen lopen omdat er gewoon geen verlichting is. Maar ook hier weer het Kerkepad, wat is het voor een moeite om een bewegingsmelder te plaatsen, we praten toch echt over weinig geld, ik ben er van overtuigd dat het binnen vijfjaar terug is verdiend. Zodat op het moment dat er iemand aan komt lopen dat daar gewoon de verlichting aangaat, dat lijkt ons een goede zaak. Het is ook al genoemd, de provinciale wegen. Ik mis dat eigenlijk een beetje in het voorstel zoals dat voor ons ligt. Er wordt een aantal zaken genoemd en die worden dan uit het beleidsplan genoemd en dat is ook prima, je kunt ook niet alles noemen maar ik wil toch even duidelijk stellen dat het wel voor ons van belang is dat inderdaad, zoals de heer Lentferink ook zegt, wie gebruikt die betaalt. Dat geldt dus ook voor die provincie. Ook onze fractie zou er bij u op willen aandringen om toch te bekijken en in ieder geval met de provincie in overleg te gaan of die kosten voor die openbare verlichting daar naar toe kunnen. Misschien tot slot, in het stuk staat duidelijk dat we het buitengebied donker willen houden. Op zich is daar niets mis mee. Er zijn om huiswaarts te keren openbare straten genoeg, dus binnendoor en achteraf hoeft niet altijd. Het mag een beetje donker zijn en dat waarderen we dan ook best. Maar, als je daar, dat lees ik dat er behoorlijk wordt ingehakt, de Mekkelenbergweg moeten zeven masten verdwijnen. De Gravendijk daar staat er maar één en die gaat nog weg ook. Ik denk dat oriëntatieverlichting, ook in het buitengebied, de heer Lentferink doelt er op, de mensen weten het gewoon, er heeft jarenlang verlichting gestaan en die verlichting is er vaak niet voor niets gekomen om toch eens te bekijken of die verlichting dan zo maar even weg moet. We hebben geopperd om daarvoor in overleg te gaan met de dorpsraden. Natuurlijk, het plan ligt er. Watje er ook van vindt maar wij vinden duidelijk wel dat er wat moet gebeuren en of het plan helemaal volledig is daar hebben we een beetje onze twijfels over. Maar ik kan u gerust stellen dat wij wel achter het voorstel staan zoals het hier ligt, daar gaat het ons niet om. We denken op dit moment dat u verlichting wilt verwijderen uit een kern van onze gemeente dat het denk ik goed is, dat advies geef ik mee om dan even in overleg te gaan met de desbetreffende dorpsraad. Wethouder Harmelink: Ik kan de raad toezeggen dat we geen enkele mast zullen weghalen zonder dat daar over volstrekte overeenstemming is met de dorpsraden en met u als raad want het wordt uiteraard ook naar de commissie teruggekoppeld wat we gaan doen met het project Bewust Verlichting. Net als met de gladheidbestrijding geldt ook hier sober en doelmatig. We halen ruimschoots de doelstelling van de taskforce, dat is 30% minder energie in 2020 en dat heeft voornamelijk te maken met het feit dat we vorig jaar een geweldige inhaalslag hebben gemaakt door de invalswegen te voorzien van LED-verlichting. Met subsidie van de provincie van ,-. Daar hebben we een enorme slag mee gemaakt. Daarnaast hebben we aan de wat oudere armaturen voorschakelapparatuur geplaatst waardoor ook het energieverbruik sterk naar beneden is gegaan. Om een getal te noemen: bij de invalswegen zijn we teruggegaan van 73 watt naar 19 watt lampen. Die energiebesparing halen we. Feit is en we doen niet voor niets mee met het project Bewust Verlichten van de regio en de provincie, lichtvervuiling is slecht voor natuur en milieu. Daar waar het donker moet zijn en we hebben inderdaad een donkerste plek in deze gemeente. Twee jaar geleden is door Hennie Oude Geerdink en Piet Jansen een excursie geweest op zaterdagavond naar het donkerste plekje in het Springendal van onze mooie gemeente. Het is fantastisch, we halen die doelstelling ook wel. Maar in het verleden zijn er gewoon met name door toezegging aan dorpsraden masten geplaatst waar ze niet geplaatst hadden hoeven te worden. Dat gaan we nog eens kritisch tegen het licht houden. Komen we daar met elkaar niet uit en moeten die masten gewoon blijven staan dan zeg ik u toe dat die masten gewoon blijven staan omdat ook voor het college de sociale veiligheid prominent bovenaan staat. De opmerking van de heer Te Kolsté over het raadsvoorstel. We zijn met de provincie in gesprek om de verlichting over te dragen. Daar zijn we nog mee bezig. Daar is nog geen overeenstemming over. Als dat wel het geval zou zijn geweest dan hadden we het vermeld in het raadsvoorstel. Daarover zijn we nog in gesprek en daar maken we ook een hele fraaie slag mee denk ik. De heer Oude Luttikhuis: Ik mis de belijning op de straten die toch in een aantal gevallen behoorlijk te wensen over laat waardoor je gewoon een stukje onveiligheid creëert. Als je die belijning gewoon goed hebt kun je met een heel stuk minder intensieve verlichting toe. Dat mis ik in het hele verhaal een beetje. Is daar aandacht voor geweest of moeten we daar aandacht aan schenken bij de provincie? Ik kan een aantal wegen noemen die behoorlijk onder niveau zijn volgens mij. Wethouder Harmelink: Ik ben blij met de suggestie, ik heb hem niet in het beleidsplan gezien. Ik zie dat ook ambtelijk wordt aangegeven dat het niet in het beleidsplan staat. De combinatie is er wel. We 18

19 hebben namelijk vorige week nog een melding gekregen, met een juiste belijning kun je inderdaad al heel veel besparen op energie, we gaan dat nog eens tegen het licht houden. De voorzitter: Ik constateer dat het voorstel is aangenomen. Agendapunt14. Vaststellen nota van uitgangspunten voor het bestemmingsplan Buitengebied 2011 De heer Pleqt: Het stuk is goed. Dat is een vertrekpunt voor het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied. Achteraf bezien viel het ons op dat we er met zijn allen in de raadscommissie zo weinig over hebben gezegd want het is best een belangrijk document. Het geeft misschien ook wel aan dat we met zijn allen, maar laat vooral iedere fractie voor zichzelf spreken, ons hierin konden vinden. Het geldt in ieder geval wel voor onze fractie. Wij kunnen ons vinden in deze uitgangspunten en we stellen ze graag vast. We willen er graag iets aan toevoegen. De beleidsuitgangspunten voor het buitengebied veranderen nog eens. Vaak door toedoen van hogere overheden maar ook wel door allerlei maatschappelijke opvattingen. Als je daar bij telt dat het plan Buitengebied vaak een hele poos onderweg is voordat het bij de eindstreep is dan maakt het dat we graag willen dat die uitgangspuntennotitie wordt gehanteerd met inachtneming van de dynamiek die er in de wereld is. Dat betekent dat als er een goede reden is om eens een keer iets anders te doen dan we nu hebben bedacht dat we het daar in ieder geval met elkaar over hebben. Er is in het totstandkoming proces zoals het in de nota zit niet kenbaar een plekje voor de commissie of raad opgenomen, althans niet anders dan helemaal op het eind bij de vaststelling door de raad. De portefeuillehouder heeft desgevraagd in een commissie aangegeven dat we de tussenstanden nog vaker voor onze neus krijgen dan ons lief is, daar houden we hem graag aan. We wensen het college veel succes met dit omvangrijke project. De heer Busscher: Voor ons ligt de nota van uitgangspunten voor het bestemmingsplan Buitengebied In de genoemde nota die we in de commissie hebben besproken wordt op hoofdlijnen de keuzes aangegeven waarde integrale herziening van het bestemmingsplan Buitengebied 2006 aan moet voldoen. Het CDA vindt dat de uitgangspunten in de nota, die hebben we ook in de commissie verwoordt, meer gericht op het economische belang en de economische ontwikkeling, bedrijvigheid en dus ook werkgelegenheid moet zijn. College houdt daar rekening mee. In de nota wordt teveel de nadruk gelegd op het nationaal landschap. Het is een leidraad maar we vinden dat de nadruk daar teveel op licht. Het CDA vindt dat het uitgangspunt van het nationaal landschap juist meer gericht zou moeten zijn op bedrijfsontwikkeling en die te stimuleren en juist minder regels. In de nota wordt ook aangegeven dat het provinciaal beleid meer is gericht op het behoud van de kernkwaliteiten. Dit zou voorzien moeten worden in de nota van de beschermde regelingen. Als voorbeeld willen we hier noemen de landschappelijke cascobenadering. De CDA-fractie is van mening, voor wat betreft de uitwerking van het beleid, dus ook voor deze nota, dat hier flexibiliteit toegepast dient te worden. Met name wat de heer Plegt ook aangaf, tussentijds verandert er nog wel eens wat. Ook gaat dit op bij de ontwikkeling van nieuwbouw of uitbreiding van bedrijven in het buitengebied. Hier worden extra kwaliteitsprestaties gevraagd met daarnaast nog een flinke financiële bijdrage, de zogenoemde kwaliteitsimpuls groene omgeving. We kunnen instemmen met dit beleidsstuk. We vragen ons wel af, er staat veel in deze nota, in hoeverre het college nog rekening houdt met het coalitieakkoord, het verminderen van regelgeving als belangrijk speerpunt. We zien dat hier in de nota niet terug. Wethouder Harmelink: Er zijn heel veel redenen inmiddels te noemen voor het oppakken van de integrale herziening van het bestemmingsplan Buitengebied. De laatste is vorige week nog binnengekomen van de voorzitter van de bezwaarschriftencommissie die heeft aangegeven dat de redactie van de regels van het bestemmingsplan aan duidelijkheid te wensen overlaat. Daarnaast gaat het inderdaad om meer flexibiliteit om de economische ontwikkelingen mogelijk te maken. Het gaat om het vastleggen van nieuw beleid zodat rechtens heel veel mogelijk is zonder dat er een bestemmingsplanprocedure gevoerd moet worden. De nieuwe wet RO heeft zijn intrede gedaan en over een paar jaar gelden inderdaad de wettelijke eisen op het terrein van digitalisering. Dan moeten we het alsnog. Daarom hebben we gedacht het nu te doen, dan doen we het meteen goed. Het verslag van de commissie ruimte en economie maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. Datgene dat in de commissievergadering is gezegd over de nota van uitgangspunten kunt u zien als ingevoegd bij de vaststelling van deze nota. Daar zijn opmerkingen gemaakt over de nationale landschappen. U weet net als ik dat ze niet meer bestaan. Ze komen waarschijnlijk ook niet meer in het bestemmingsplan buitengebied terecht. Dus dat hebben we dan alvast opgelost. We gaan er mee aan de slag. Heel boeiend, heel uitdagend het biedt ook agrarisch nieuwe kansen. Ik heb morgen een gesprek met de LTO en ik zal dan ook onder de aandacht brengen dat het bestemmingsplan Buitengebied het plan is waar ze 19

20 ARCHIEF f] n MRT 20(2 heel goed even op moeten letten omdat het vaak heel makkelijk is als je wilt bouwen en het bouwblok ligt op de goede plek. Als het nu niet op de goede plek ligt meldt het, dan kunnen we het gewoon meenemen. Dat scheelt heel veel kosten, spaart heel veel tijd en levert heel veel economische impulsen op. Daar doen we het voor. De heer Busscher: Wethouder Harmelink geeft aan dat het nationale landschap niet meer bestaat. Maar hier staat toch het nationale landschap als onderlegger voor de gebiedsbestemmingen. We hebben hier nog nadrukkelijk mee van doen. Wethouder Harmelink: Ik heb zojuist gezegd dat de opmerkingen die door de CDA fractie zijn gemaakt al ingevoegd kunnen worden als zijnde besproken bij de nota van uitgangspunten. Daar zijn opmerkingen over gemaakt. De opmerking van het nationale landschap heb ik teruggenomen in de commissie omdat ik gezegd heb dat ze komen te vervallen en omdat ik nog steeds vindt dat de nationale landschappen als een ontwikkelmacht moeten worden gezien en niet als een hindermacht. Het kan niet zo zijn dat het bestemmingsplan Buitengebied in die zin belemmering met zich mee brengt. Maar dat had u in de notulen kunnen terugvinden. De voorzitter: Akkoord. De nota van uitgangspunten is vastgesteld. Agendapunt 15. Benoeming commissieleden in de raadscommissies De voorzitter: Het gaat om het aangepaste stuk. Met algemene stemmen akkoord. Aldus besloten. Agendapunt 16. Vaststellen derden wijziging van de gemeentebegroting 2012 De voorzitter: Akkoord. Aldus besloten. Agendapunt 17. Rondvraag De heer Lentferink: Heeft misschien de wethouder nog enige informatie over de Oldenzaalseweg? Wethouder Harmelink: Wethouder Ophof en ik hebben de gedeputeerde op bezoek gehad, hij heeft ons verhaal nog een keer tot zich genomen en zal ons berichten zei hij veertien dagen geleden. Dat moet nog komen. Agendapunt 16. Sluiting De voorzitter: Ik wil u nu verzoeken met z'n allen te gaan staan voor het lezen van het sluitgebed. Ik sluit de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 5 maart 2012 de griffier, de voop itter, V\ ] 1 ^yl erslag: kantoorprofs.nl 20