Betreft: Advies MER screening RUP Centrum Ursel - Knesselare

Transcriptie

1

2

3

4

5 Wegen en Verkeer Oost-Vlaanderen Koningin Maria Hendrikaplein 70 bus GENT T F VENECO Aan mevrouw Annelies De Clercq Panhuisstraat DESTELBERGEN uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen RUP Centrum Ursel RUP vragen naar/ telefoonnummer datum Sara Kinds mer.wegen.oostvlaanderen@mow.vlaanderen.be Betreft: Advies MER screening RUP Centrum Ursel - Knesselare Geachte mevrouw, We hebben het verzoek tot advies inzake MER-Screening van het RUP Centrum Ursel te Knesselare goed ontvangen. De stelling dat het plan zoals het nu voorligt, geen aanzienlijke milieueffecten zal genereren op basis van mobiliteit kan bijgetreden worden. Bij de verdere uitwerking van het RUP dient voldoende aandacht geschonken te worden aan de parkeerbehoeftes. Een goede en veilige oplossing dient uitgewerkt te worden om het parkeergebeuren te regelen. Vandaag wordt op straat geparkeerd waardoor de fietsers vaak verdrongen of in gevaar gebracht worden. Mogen wij vragen rekening te houden met bovenstaande opmerkingen. Met vriendelijke groeten, ir. Peter De Backer afdelingshoofd Wegen en Verkeer Oost-Vlaanderen pagina 1 van 1

6 directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning vergadering van 18 mei 2017 aanwezig Briers Jan, gouverneur-voorzitter Vercamer Alexander Versnick Geert Hertog Peter Dauwe Jozef Bruggeman Hilde Couckuyt Eddy leden De Smet Albert, provinciegriffier dossiernummer: Besluit van de Deputatie kenmerk betreft verslaggever RUP/2017/GRUP/25/005 Knesselare - gemeentelijk RUP Centrum Ursel. Advies milieuscreening. Geert Versnick 1. Feitelijke en juridische gronden het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM), aangepast door het decreet van 27 april 2007 (planmer-decreet) en het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma's (planmer-besluit) In bovenvermelde decreten en uitvoeringsbesluiten is bepaald dat voor elk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP), of een plan-mer, of een onderzoek tot milieueffectrapportage (screening) dient te gebeuren. zittingnummer: 229 termijn: 27 mei 2017 De initiatiefnemer van een RUP dient in het kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage een aantal instanties te raadplegen, waaronder de deputatie van de provincie waarin het RUP gelegen is. De adviesvraag strekt ertoe te vernemen of het plan in zijn huidige vorm aanzienlijke milieueffecten kan genereren en of de mogelijke milieueffecten van de voorgestelde planopties voldoende beschreven zijn. het op 28 april 2017 ontvangen 'verzoek tot raadpleging' over de screening naar de plan-mer-plicht m.b.t. het gemeentelijk RUP 'Centrum Ursel' te Knesselare In de screening worden de mogelijke milieueffecten van de aangegeven planopties beschreven. Er wordt aangegeven dat er geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn. Bijgevolg wordt voorgesteld om geen plan-mer op te maken voor het RUP 'Centrum Ursel' te Knesselare. 2. Motivering Planinhoud Het plangebied van het RUP Centrum Ursel omvat nagenoeg het volledige grondgebied van de deelgemeente Ursel. Enkel een zone in de kern van Ursel wordt uitgesloten uit het RUP, deze uitgesloten zone betreft het perceel waarop de kerk gelegen is en 2 direct aanliggende percelen. De gemeente Knesselare maakt het RUP Centrum Ursel op omdat zij sturend wenst op te treden inzake bijkomende meergezinswoningen binnen

7 p. 2./... de deelgemeente Ursel, en ook de kleinschaligheid en het karakter van de dorpskern van Ursel wenst te behouden. Het RUP zal opgemaakt worden als een overdruk-rup, waarbij de bestaande bestemmingen behouden blijven en de voorschriften van het RUP zullen aangeven of nieuwe meergezinswoningen al dan niet toegelaten zijn (enkel binnen de geëigende bestemmingen), en welke de kwaliteitseisen zijn waaraan nieuwe meergezinswoningen moeten voldoen. De bedoeling is dat met het RUP nieuwe meergezinswoningen enkel nog mogelijk zullen zijn binnen de eigenlijke centrumzone, en daarbuiten niet meer. (Deze centrumzone omvat de bebouwingslinten omheen de vijf historische centrumstraten.) Het RUP zal voor nieuwe meergezinswoningen binnen deze centrumzone ook voorschriften opnemen inzake maximaal bouwvolume, gesloten straatwand, ritme gevel- en dakvlak, horizontale en verticale gevelgeleding en kwalitatieve parkeeroplossingen. Inhoudelijke opmerkingen Als antwoord op de adviesvraag zijn er specifiek voor de discipline water volgend bemerkingen te maken met betrekking tot de beschrijving van de mogelijke effecten van de planopties op het leefmilieu: o Door de dienst Integraal Waterbeleid wordt aangedrongen om bij realisatie van verharde oppervlaktes van meer dan 1000 m², bovenop de geldende verordening meer gebiedsgerichte maatregelen te nemen om het effect van deze verhardingen te milderen om zo de (versnelde) afvoer naar de waterlopen te vermijden of te beperken. Deze maatregelen houden rekening met de terreinkenmerken (bodemtextuur en grondwaterstand), de overstromingsgevoeligheid van het stroomgebied en de omvang van de verharding. Ze worden opgesomd in het provinciaal beleidskader (zie o Ook volgende richtlijnen zijn belangrijk, en vragen wij op te nemen in de voorschriften waaraan de meergezinswoningen dienen te voldoen: De verharde grondoppervlakten zoals voetpaden, parkings en inritten ongeacht de afmeting, moeten maximaal, afwateren naar een voldoende brede infiltreerbare randzone (minstens 25% van de betrokken verharde oppervlakte) en aangelegd worden zonder boordstenen of afvoerkolken. Indien dit niet mogelijk is dienen de verharde oppervlakken aangelegd worden in waterdoorlatende materialen. Belangrijk hierbij is dat de waterdoorlatende materialen geplaatst worden op een waterdoorlatend funderingsmateriaal en dat infiltratie mogelijk gemaakt wordt door opstaande randen te voorzien en deze verhardingen zonder helling of afvoergoten aan te leggen. Indien dit op zijn beurt niet mogelijk is dient de verharde oppervlakte aangesloten te worden op een infiltratievoorziening Bovengrondse infiltratievoorzieningen (wadi's of grachten) hebben de voorkeur boven ondergrondse infiltratievoorzieningen (infiltratieput, infiltratiebuizen) omdat deze beter te onderhouden en te controleren zijn

8 p. 3./... Er wordt akkoord gegaan met de conclusie dat geen plan-mer dient opgemaakt te worden. Dit besluit houdt geen enkel inhoudelijk planologisch advies in over het gemeentelijk RUP 'Centrum Ursel' te Knesselare. De planopties van dit RUP zullen geadviseerd worden in het kader van de plenaire vergadering. 3. Besluit Artikel 1. Het 'verzoek tot raadpleging' in het kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage voor het gemeentelijk RUP 'Centrum Ursel' te Knesselare wordt gunstig geadviseerd. Er wordt akkoord gegaan met de conclusie dat geen plan-mer dient opgemaakt te worden. Wel wordt aandacht gevraagd voor de gemaakte opmerkingen. Art. 2. Een afschrift van dit besluit zal voor verder gevolg gezonden worden naar: o het college van burgemeester en schepenen van Knesselare. o Veneco² Gent, 18 mei 2017 namens de Deputatie: De provinciegriffier, (get.) Albert De Smet De gouverneur-voorzitter, (get.) Jan Briers

9

10