Introduction: Meet Okki the DJ

Transcriptie

1 thema 1 animals Dit eerste thema is een introductiethema waarin Okki de DJ wordt voorgesteld aan de kinderen en waarin het thema dieren centraal staat. Dit is het eerste thema in groep 3-4. De woorden die in dit thema aan bod komen zijn: lion.... leeuw giraffe.... giraf elephant.... olifant zebra.... zebra monkey.... aap bear.... beer kangaroo.... kangoeroe tiger.... tijger parrot.... papegaai mouse.... muis eleven, twelve, thirteen, fourteen, fifteen, sixteen, seventeen, eighteen, nineteen, twenty De getallen 1 tot en met hebben de kinderen al geleerd in groep 1-2. Als je start met Engels in groep 3-4, neem dan ook de getallen 1 tot en met mee en doe die eerst met de kinderen. De zinnen die in dit thema aan bod komen zijn: What is your favourite animal?.. Wat is jouw lievelingsdier? My favourite animal is Mijn lievelingsdier is De uitbreidingswoorden en -zinnen die in dit thema aan bod komen zijn: tail.... staart hair.... haar run.... rennen jump.... springen swim.... zwemmen fly.... vliegen It is brown.... Het is bruin. It has a long tail.... Het heeft een lange staart. It can jump.... Het kan springen. It is a kangaroo..... Het is een kangoeroe. In de Algemene lesvoorbereiding lees je hoe je werkt met Groove.me in de onderbouw. 1

2 Quickstart Hieronder vind je een beschrijving van de activiteiten bij de onderdelen in de Quickstart. Wij adviseren om te beginnen met de introductie en daarna van links naar rechts te werken. Introduction: Meet Okki the DJ Introductie 5 Hallo, ik ben Okki. Ik vind muziek super leuk. Maar ik wil graag begrijpen wat ze zingen. Daarom leer ik Engels. Doe je mee? Come on, let s go! Kijk en luister samen naar de clip. Vraag aan de kinderen of ze Okki kennen. Wellicht hebben ze het tijdschrift Okki thuis. Vraag ook of ze begrijpen wat Okki bedoelt. Leg uit dat jij tijdens de Engelse les alleen maar Engels spreekt. De kinderen mogen ook proberen Engels te praten, maar een keer Nederlands tussendoor is niet erg. Het is namelijk belangrijk om de drempel laag te houden zodat kinderen ook dúrven te spreken. Vraag: What is this theme about? (animals, numbers) Het is geen probleem als een kind in het Nederlands antwoordt, herhaal het antwoord dan in het Engels. 2

3 Song Everything at once WOORDEN fox, ox, hare, bear, bird, mouse, wolf, toad, whale Songtekst As sly as a fox, as strong as an ox As fast as a hare, as brave as a bear As free as a bird, as neat as a word As quiet as a mouse, as big as a house. All I wanna be, all I wanna be, oh All I wanna be is everything As mean as a wolf, as sharp as a tooth As deep as a bite, as dark as the night As sweet as a song, as right as a wrong As long as a road, as ugly as a toad As pretty as a picture, hanging fom a fixture Strong like a family, strong as I wanna be Bright as day, as light as play As hard as nails, as grand as a whale All I wanna be, all I wanna be, oh All I wanna be is everything, everything at once Zeg: Listen to the song. Luister met de kinderen naar een fragment van het lied Everything at once van Lenka. Laat het fragment twee keer horen en zien. Vraag welke dieren de kinderen gehoord hebben: Which animals did you see and hear? Look and listen tiger, parrot Bekijk samen de praatplaat. Laat de kinderen om beurten op een dier tikken. Luister naar de audio en zeg het na met de groep. Vraag welk dier ze weleens (in de dierentuin) gezien hebben: Which animal have you seen before? Het is geen probleem als een kind in het Nederlands antwoordt, herhaal het antwoord dan in het Engels. 3

4 Talk Talk ZINNEN What is your favourite animal? My favourite animal is Okki: Lila: What s your favourite animal? My favourite animal is a kangaroo. Luister samen naar het gesprekje tussen Okki en Lila. Houd vervolgens zo n zelfde gesprekje met de groep. Vraag een kind: What is your favourite animal? Herhaal het antwoord in het Engels als het kind in het Nederlands antwoordt. Probeer de kinderen in hele zinnen te laten antwoorden: My favourite animal is Comic WOORDEN monkey, lion, mouse, parrot Comic 1. Bik is walking in the jungle. 2. He is listening. What s that noise? 3. It s a monkey. 4. Oh no! It s a lion! 5. Huh... is it a mouse? 6. Hahaha! It is a parrot that is imitating all the animals! Lees en bekijk samen de strip. Stel vragen over de strip: Which animals did Bik hear? (monkey, lion, mouse) Which animal did Bik see? (parrot) What does a monkey sound like? What does a lion sound like? What does a mouse sound like? 4

5 Listen to the story Story There goes a bear. He sees a monkey on a big, grey elephant. 2. The bear climbs up the elephant. The bear and the monkey, are sitting on the big, grey elephant. 3. A parrot climbs up the elephant. The bear, the monkey and the parrot, are sitting on the big, grey elephant. 4. A mouse climbs up the elephant. The bear, the monkey, the parrot and the mouse, are sitting on the big, grey elephant. 5. And you know what? They all fall asleep. How cute is that! 6. Oh no, look at that. They all fall down! De kinderen luisteren en kijken naar het verhaal The story of the bear. Laat dit verhaal twee keer horen en zien met behulp van het digibord. Bespreek het verhaal kort na om te controleren of de kinderen begrepen hebben waar het verhaal over gaat. Which animals were sitting on the elephant? (bear, monkey, parrot, mouse) What happened at the end? (They fall asleep. en They fall on the ground.) Flashcards tiger, parrot, eleven, twelve, thirteen, fourteen, fifteen, sixteen, seventeen, eighteen, nineteen, twenty Bied de nieuwe woorden van dit thema aan met behulp van de flashcards. Laat het woord horen met behulp van de audio-knop en laat de kinderen het woord herhalen. De flashcards zijn ook heel geschikt om tussentijds de woorden nog een keer te herhalen of om de kinderen voor te bereiden op een van de andere onderdelen. 5

6 Memory tiger, parrot, eleven, twelve, thirteen, fourteen, fifteen, twenty Deze activiteit bestaat uit twee memory s. Laat een kind telkens twee kaartjes omdraaien. Laat de groep de woorden hardop in het Engels nazeggen. Okki geeft feedback en zegt of het goed is of niet. Leg eerst uit wat Okki zegt bij de feedback omdat het de eerste keer is dat de kinderen dit horen. Als een antwoord fout is, zegt Okki: No, that s not right. Als een antwoord goed is, zegt Okki: Yes, that s right! Ga door tot alle kaartjes zijn omgedraaid. Guess the animals tiger, parrot Laat de kinderen in tweetallen werken. Om de beurt doen ze een dier na. De ander raadt, in het Engels uiteraard, welk dier er uitgebeeld wordt. 6

7 Week 1 Activity 1 Meet Okki the DJ Introductie 5 Hallo, ik ben Okki. Ik vind muziek super leuk. Maar ik wil graag begrijpen wat ze zingen. Daarom leer ik Engels. Doe je mee? Come on, let s go! Kijk en luister samen naar de clip. Vraag aan de kinderen of ze Okki kennen. Wellicht hebben ze het tijdschrift Okki thuis. Vraag ook of ze begrijpen wat Okki bedoelt. Leg uit dat jij tijdens de Engelse les alleen maar Engels spreekt. De kinderen mogen ook proberen Engels te praten, maar een keer Nederlands tussendoor is niet erg. Het is namelijk belangrijk om de drempel laag te houden zodat kinderen ook dúrven te spreken. Vraag: What is this theme about? (animals, numbers, colours) Het is geen probleem als een kind in het Nederlands antwoordt, herhaal het antwoord dan in het Engels. Activity 2 Flashcards WOORDEN fox, ox, hare, bear, bird, mouse, wolf, toad, whale 5 De kinderen gaan in de volgende activiteit luisteren naar een popsong met dieren erin. Laat als voorbereiding de foto s zien en de daarbij behorende audio horen. Laat de kinderen de woorden nazeggen. Wijs een foto aan en vraag de kinderen om het Engelse woord. Laat daarna het woord nog een keer horen. Vraag: Which other animals do you know in English? Het is geen probleem als een kind in het Nederlands antwoordt, herhaal het antwoord dan in het Engels. 7

8 Activity 3 Song Everything at once WOORDEN fox, ox, hare, bear, bird, mouse, wolf, toad, whale Songtekst As sly as a fox, as strong as an ox As fast as a hare, as brave as a bear As free as a bird, as neat as a word As quiet as a mouse, as big as a house. All I wanna be, all I wanna be, oh All I wanna be is everything As mean as a wolf, as sharp as a tooth As deep as a bite, as dark as the night As sweet as a song, as right as a wrong As long as a road, as ugly as a toad As pretty as a picture, hanging fom a fixture Strong like a family, strong as I wanna be Bright as day, as light as play As hard as nails, as grand as a whale All I wanna be, all I wanna be, oh All I wanna be is everything, everything at once Zeg: Listen to the song. Luister met de kinderen naar een fragment van het lied Everything at once van Lenka. Laat het fragment twee keer horen en zien. Vraag welke dieren de kinderen gehoord hebben: Which animals did you see and hear? Vraag de kinderen of ze de dieren ook zelf in het Engels kunnen benoemen. What is it in English? It is a... Activity 4 Guess the animals WOORDEN mouse, bird, hare, fox, monkey, toad, wolf, bear Deze activiteit bevat drie vragen. Bekijk samen de fantasiedieren. Vraag welke dieren de kinderen herkennen: Which animals do you see? Luister naar de audio voor de juiste antwoorden. Laat de kinderen antwoorden in volledige, Engelse zinnen: I see a... Nodig een kind uit om zelf een dier op het bord te tekenen of uit te beelden. De groep raadt welk dier het is en zegt: I see a...! 8

9 Activity 5 Look and listen tiger, parrot Bekijk samen de praatplaat. Laat de kinderen om beurten op een dier tikken. Luister naar de audio en zeg het na met de groep. Vraag welk dier ze weleens (in de dierentuin) gezien hebben: Which animal have you seen before? Het is geen probleem als een kind in het Nederlands antwoordt, herhaal het antwoord dan in het Engels. Er staan meer dieren op de praatplaat. Weten de kinderen hoe deze dieren heten? Do you know which animal this is? (Nijlpaard = hippo, haas = hare, vos = fox, haai = shark, slang = snake) Introduceer de begrippen big en small. Laat de kinderen in korte zinnen benoemen welke dieren big en welke dieren small zijn: An elephant is big. A mouse is small. Activity 6 Which animal is missing? tiger, parrot Deze activiteit bevat vier vragen. Verdeel de groep in groepjes van vijf. Bekijk het eerste scherm. Vraag welk dier ontbreekt: Which animal is missing? Het groepje dat als eerste het dier in het Engels benoemt, krijgt een punt! Klik door naar het volgende scherm om het goede antwoord te zien. Doe hetzelfde bij de volgende schermen. Het groepje met de meeste punten wint. Verdeel de groep in groepjes van ongeveer vier kinderen. Laat elk groepje dieren bedenken die niet op deze plaat staan, maar waarvan ze wel het Engelse woord weten, bijvoorbeeld: ox, wolf, whale, fish, cow, cat, dog. De groepjes mogen om beurten een dier noemen. Welk groepje is als eerste af? Welk groepje weet de meeste woorden? Activity 7 Guess the animals tiger, parrot Laat de kinderen in tweetallen werken. Om de beurt doen ze een dier na. De ander raadt, in het Engels uiteraard, welk dier er uitgebeeld wordt. Laat de kinderen onthouden welke dieren er uitgebeeld zijn. Wanneer een nieuw kind een dier uitbeeldt, moet dat dier genoemd worden maar ook de dieren die daarvoor al uitgebeeld waren. Zo herhalen de kinderen vaak de Engelse woorden voor dieren. 9

10 Week 2 Activity 8 Flashcards tiger, parrot Herhaal de Engelse woorden voor dieren uit dit thema. Laat het woord horen met behulp van de audio-knop en laat de kinderen het woord herhalen. Vraag de kinderen eerst het Engelse woord voor het dier te noemen. Gebruik de audio-knop om te controleren of de kinderen het goede antwoord hebben gegeven. Activity 9 Comic WOORDEN monkey, lion, mouse, parrot Comic 1. Bik is walking in the jungle. 2. He is listening. What s that noise? 3. It s a monkey. 4. Oh no! It s a lion! 5. Huh... is it a mouse? 6. Hahaha! It is a parrot that is imitating all the animals! Lees en bekijk samen de strip. Stel vragen over de strip: Which animals did Bik hear? (monkey, lion, mouse) Which animal did Bik see? (parrot) What does a monkey sound like? What does a lion sound like? What does a mouse sound like? Stel vragen die niet direct betrekking hebben op de dieren uit de strip. Which other animals do you know? What does a... sound like?

11 Activity Drag and drop WOORDEN monkey, lion, mouse, parrot In deze activiteit herhalen de kinderen de dieren die ze geleerd hebben bij activiteit 9. Laat een kind een audio-knop naar keuze aanklikken. Vraag: Do you know what animal this is? Drag and drop. Doe een keer voor hoe je een audio-knop oppakt en loslaat bij de juiste afbeelding, daarna kunnen de kinderen het zelf doen. Telkens als een goed antwoord wordt gegeven, verschijnt een stukje van de beloningsplaat. Vraag vooraf aan de kinderen welke dieren ze al kennen. Wijs een afbeelding aan en laat de kinderen de naam van het dier in het Engels uitspreken. Activity 11 Memory tiger, parrot, eleven, twelve, thirteen, fourteen, fifteen, twenty 5 Deze activiteit bestaat uit twee memory s. Laat een kind telkens twee kaartjes omdraaien. Laat de groep de woorden hardop in het Engels nazeggen. Okki geeft feedback en zegt of het goed is of niet. Leg eerst uit wat Okki zegt bij de feedback omdat het de eerste keer is dat de kinderen dit horen. Als een antwoord fout is, zegt Okki: No, that s not right. Als een antwoord goed is, zegt Okki: Yes, that s right! Ga door tot alle kaartjes zijn omgedraaid. Laat de kinderen na ieder omgedraaid kaartje hardop het woord in het Engels herhalen. Activity 12 Acting like animals WOORDEN lion, giraffe, elephant, zebra, monkey, bear, kangaroo, tiger, parrot Print het werkblad (bladzijde 20) en knip de plaatjes van alle dieren los. Laat een kind blind een kaartje trekken. Het kind beeldt het dier uit voor de rest van de groep. Het geluid van het dier maken mag ook. Vraag aan de groep welk dier wordt uitgebeeld: Which animal is this? Maak er een spel van. Zet een timer/stopwatch/kookwekker op 3. De kinderen gooien met een dobbelsteen. Degene die zes gooit, moet een kaartje pakken en dat dier uitbeelden. Tijdens het uitbeelden zegt het kind: Hi, I am a [dier invullen]. De andere 11

12 kinderen blijven dobbelen. Degene die uitbeeldt, doet dat totdat iemand anders zes gooit. Dan is dat kind aan de beurt. Het kind dat aan het uitbeelden is op het moment dat de wekker gaat, wint het spelletje. Activity 13 Talk ZINNEN What is your favourite animal? My favourite animal is Talk Okki: What s your favourite animal? Lila: My favourite animal is a kangaroo. Luister samen naar het gesprekje tussen Okki en Lila. Houd vervolgens zo n zelfde gesprekje met de groep. Vraag een kind: What is your favourite animal? Herhaal het antwoord in het Engels als het kind in het Nederlands antwoordt. Probeer de kinderen in hele zinnen te laten antwoorden: My favourite animal is Laat de kinderen in tweetallen het gesprekje houden. Het ene kind vraagt: What is your favourite animal? Het andere kind geeft antwoord: My favourite animal is Daarna draaien ze de rollen om. Activity 14 Choose the right answer WOORDEN eleven, twelve, thirteen, fourteen, fifteen, sixteen, seventeen, eighteen, nineteen, twenty 5 Deze activiteit bevat zes vragen. Klik in elk scherm op de audio-knop. Laat de kinderen op het digibord hun antwoord aantikken. Bij zowel een goed als fout antwoord geeft Okki feedback in het Engels. Laat bij een fout antwoord de audio nogmaals horen en laat opnieuw antwoord geven. Laat de kinderen in het Engels de cijfers noemen die fout waren. 12

13 Week 3 Activity 15 Listen to the story Story 1. There goes a bear. He sees a monkey on a big, grey elephant. 2. The bear climbs up the elephant. The bear and the monkey, are sitting on the big, grey elephant. 3. A parrot climbs up the elephant. The bear, the monkey and the parrot, are sitting on the big, grey elephant. 4. A mouse climbs up the elephant. The bear, the monkey, the parrot and the mouse, are sitting on the big, grey elephant. 5. And you know what? They all fall asleep. How cute is that! 6. Oh no, look at that. They all fall down! De kinderen luisteren en kijken naar het verhaal The story of the bear. Laat dit verhaal twee keer horen en zien met behulp van het digibord. Bespreek het verhaal kort na om te controleren of de kinderen begrepen hebben waar het verhaal over gaat. Which animals were sitting on the elephant? (bear, monkey, parrot, mouse) What happened at the end? (They fall asleep. en They fall on the ground.) Laat het verhaal nogmaals zien. Vraag na afloop van ieder stukje tekst aan de kinderen om de dieren die ze gehoord hebben in het verhaaltje aan te wijzen en te zeggen hoe ze heten. Which animal do you hear? 13

14 Activity 16 True or false? WOORDEN bear, mouse, monkey, elephant, parrot 5 Deze activiteit bevat vijf vragen. Luister met de kinderen naar de audio die bij elke afbeelding hoort. Klopt het? Laat de kinderen hun duim omhoog steken als ze denken dat het klopt, en hun duim omlaag als ze denken dat het fout is. Laat vervolgens één kind op Bik met de duim omhoog (= true) of Okki met de duim omlaag (= false) tikken. Kijk naar de feedback. Laat de kinderen, vóórdat je de audio afspeelt, zelf vertellen wat ze op het plaatje zien. Activity 17 What do you see? WOORDEN bear, monkey, parrot, mouse, elephant Deze activiteit bevat vijf vragen. Bekijk de eerste illustratie uit het verhaal. Stel de vraag: What do you see? Laat een kind antwoord geven: an elephant. Herhaal indien nodig de hele zin: I see an elephant. Controleer het antwoord met de audio-knop. Klik met de pijl door naar het volgende scherm. Stel de vraag: What do you see? Laat een kind antwoorden: an elephant and a bear. Herhaal indien nodig de hele zin: I see an elephant and a bear. Controleer weer met de audio-knop. Ga zo verder met de overige drie schermen. Streef ernaar dat de kinderen de hele zin uitspreken: Scherm 3: I see an elephant, a monkey and a bear. Scherm 4: I see an elephant, a monkey, a bear and a parrot. Scherm 5: I see an elephant, a monkey, a bear, a parrot and a mouse. Maak de zinnen moeilijker door te vragen: Which animal sits on the elephant? Laat de kinderen antwoorden met korte Engelse zinnen: The bear sits on the elephant. of The bear and the monkey are sitting on the elephant. Activity 18 Flashcards WOORDEN tail, hair, jump, run, swim, fly 5 De kinderen gaan in activiteit 20 een gesprekje over dieren voeren. Laat als voorbereiding de afbeeldingen zien en de daarbij behorende audio horen. Laat de kinderen de woorden nazeggen. Wijs een foto aan en vraag: What is it in English? Laat daarna het woord nog een keer horen. 14

15 Activity 19 Choose the right answer WOORDEN tail, hair, jump, run, swim, fly 5 De kinderen oefenen opnieuw met de woorden die ze nodig hebben in de volgende activiteit. Deze activiteit bevat vier vragen. Klik in elk scherm op de audio-knop. Laat de kinderen op het digibord hun antwoord aantikken. Bij zowel een goed als fout antwoord geeft Okki feedback in het Engels. Laat bij een fout antwoord de audio nogmaals horen en laat opnieuw antwoord geven. Laat de kinderen in het Engels een omschrijving geven van de dieren die fout waren. Activity 20 Talk together WOORDEN tail, hair, jump, run, swim, fly 5 Talk Okki: Lila: What s your favourite animal? My favourite animal is a kangaroo. It s brown. It has a long tail. It can jump. Herhaal het gesprekje tussen Okki en Lila. Maar let op: het gesprekje is uitgebreid met een paar zinnen. Laat de kinderen in tweetallen het gesprekje voeren met elkaar. Ze wisselen de rol van Okki en Lila af. Laat de kinderen hun eigen antwoord geven. Wat is hun eigen favoriete dier? Activity 21 Flashcards WOORDEN ten, eleven, twelve, thirteen, fourteen, fifteen, sixteen, seventeen, eighteen, nineteen, twenty 5 Bekijk samen de afbeeldingen en luister naar de audio. Laat de kinderen de getallen nazeggen. Wijs een getal aan en vraag: What is this in English? Laat daarna het woord nog een keer horen. Waarschijnlijk kunnen een aantal kinderen al (deels) in het Engels tellen. Probeer dan zonder ondersteuning van het digibord samen tot twintig te tellen. 15

16 Activity 22 Listen what to do WOORDEN one, two, three, four, five, six, seven, eight, nine, ten, eleven, twelve, thirteen, fourteen, fifteen, sixteen, seventeen, eighteen, nineteen, twenty 5 Geef de kinderen opdrachten met een getal. Bijvoorbeeld: Clap your hands five times. Herhaal dit een aantal keer met verschillende getallen. Stamp your feet fifteen times. Herhaal dit een aantal keer met verschillende getallen. Jump ten times. Herhaal dit een aantal keer met verschillende getallen. Turn around eleven times. Herhaal dit een aantal keer met verschillende getallen. Stand up and sit down fourteen times. Herhaal dit een aantal keer met verschillende getallen. Als het goed gaat, kun je de opdrachten door elkaar keer geven (bijvoorbeeld eerst handen klappen, dan springen). Laat een kind de groep of laat kinderen elkaar in tweetallen opdrachten geven en uitvoeren. 16

17 Week 4 Activity 23 Do you know these animals? tiger, parrot 5 Bekijk met de kinderen de afbeelding. Laat een kind een audio-knop aantikken. Luister en laat het kind het woord herhalen. Daarna mag hij/zij de audio-knop naar de juiste plek op de afbeelding slepen. Vraag aan de kinderen of ze nog meer Engelse benamingen van dieren kennen die op de afbeelding staan. Laat de kinderen eerst in het Engels alle dieren aanwijzen en benoemen in het Engels. Maak er een klassikale prestatie van: lukt het om sámen alle dieren te benoemen zonder de audio-knoppen te gebruiken? Activity 24 Drag and drop tiger, parrot 5 Hi. I m Leo the lion. I m the king of the jungle. Hi. I m Tom the tiger. I m hungry, grrrr Hi. I m Bill the bear. I m brown. I ve got four legs. Hi. I m Ginny the giraf. My neck is very long. I m Kanga the kangaroo. I have a long tail. And I can jump very well. Hi. I m Elly the elephant. I m big. And I have a long nose. Hi. I m Zelda the zebra. I have black and white stripes. 17

18 Hi. I m Poppy the parrot. I fly around. Hi. I m Mona the monkey. I swing around in trees. Onder elke audio-knop zit een dier dat zichzelf beschrijft. Luister naar de audio en laat een kind de audio-knop naar de juiste plek slepen. Telkens wanneer er een goed antwoord gegeven wordt, verschijnt een stukje van de afbeelding eronder. Laat de kinderen eerst de dieren in het Engels benoemen voordat de audio-fragmenten worden beluisterd. Activity 25 Find the animal tiger, parrot 5 Print het werkblad (bladzijde 21) en knip de afbeeldingen los. De hoeveelheid kaartjes is afhankelijk van de groepsgrootte. Zorg er in ieder geval voor dat er van elk dier minstens twee kaartjes zijn. Doe alle losgeknipte kaartjes in een bak. Laat de kinderen er één voor één een kaartje uitpakken. Ze moeten kijken wat erop staat maar het niet aan de andere kinderen laten zien. Herhaal indien nodig de Engelse woorden voor alle dieren nog eens met behulp van de plaat op het digibord. Laat de kinderen vervolgens kriskras door elkaar lopen. Ze moeten op zoek naar hun maatje die hetzelfde dier heeft. Ze herhalen telkens het Engelse woord voor het dier. Door goed te luisteren komen ze erachter wie hetzelfde dier heeft. Het spel eindigt als iedereen zijn of haar maatje gevonden heeft. Verdeel de kaartjes opnieuw en speel het spel nog een keer. In plaats van het telkens herhalen van het Engelse woord voor het dier stellen de kinderen elkaar de vraag: Which animal are you? Ze antwoorden met: I am a [naam dier]. Activity 26 Memory WOORDEN eleven, twelve, thirteen, fourteen, fifteen, sixteen, seventeen, eighteen, nineteen, twenty 5 Deze activiteit bestaat uit twee memory s. Laat een kind telkens twee kaartjes omdraaien op het digibord. Okki geeft feedback en zegt of het goed is of niet. Ga door tot alle kaartjes zijn omgedraaid. 18

19 Laat de kinderen het getal herhalen voordat het tweede kaartje wordt omgedraaid. Laat het kind daarbij een dier noemen bijvoorbeeld: twelve bears. Activity 27 True or false? WOORDEN tail, hair, run, jump, swim, fly Deze activiteit bevat vijf vragen. Luister met de kinderen naar de audio die bij elke afbeelding hoort. Klopt het? Laat de kinderen hun duim omhoog steken als ze denken dat het klopt, en hun duim omlaag als ze denken dat het fout is. Laat vervolgens één kind op Bik met de duim omhoog (= true) of Okki met de duim omlaag (= false) tikken. Kijk naar de feedback. Laat de kinderen, vóórdat je de audio afspeelt, zelf vertellen wat ze op het plaatje zien. Activity 28 Everything at once WOORDEN fox, ox, hare, bear, bird, mouse, wolf, toad, whale Kijk en luister als afsluiting nog eens samen naar het popliedje Everything at once van Lenka. De dierenwoorden in het liedje zouden de kinderen nu mee moeten kunnen zingen. Evalueer met de kinderen het thema. Welke woorden hebben ze allemaal geleerd? Kunnen ze al een gesprekje voeren in het Engels? 19

20 Werkblad bij Activity 12 Acting like animals 20

21 Werkblad bij Activity 25 Find the animal 21