Studentenmonitor thematisch eindrapport
|
|
- Louisa Baert
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Studentenmonitor thematisch eindrapport Associate degrees Buitenlandse studenten Kiezen voor bèta Onderzoek in opdracht van het ministerie van OCW Anja van den Broek Matthijs Brink Carlijn Braam Lynn van Vugt ResearchNed februari 2014
2 2014 ResearchNed Nijmegen in opdracht van het ministerie van OCW. Alle rechten voorbehouden. Het is niet geoorloofd gegevens uit dit rapport te gebruiken in publicaties zonder nauwkeurige bronvermelding. ResearchNed werkt conform de kwaliteitsnormen NEN-EN-ISO 9001:2008 voor kwaliteitsmanagementsystemen en NEN-ISO 20252:2012 voor markt-, opinie- en maatschappelijk onderzoek. 1 Studentenmonitor thematisch eindrapport v1.1
3
4 Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 2 Associate degree Inleiding en vraagstelling De omvang van AD-programma s en het profiel van de AD-student Kennis van het AD-programma Geen kennis van het AD-programma Samenvatting 14 3 Buitenlandse studenten Blijfkans van buitenlandse studenten Redenen om al dan niet in Nederland te blijven Toetreding tot de arbeidsmarkt en arbeidsmarktsector Kans op blijven in Nederland naar achtergrondkenmerken Samenvatting 27 4 Kiezen voor een bètatechnische opleiding Inleiding en vraagstelling De keuze voor een bètastudie Redenen om af te zien van een bètastudie Profiel van de student die kiest voor een bètatechnische opleiding Conclusie 36 Overzicht van tabellen en figuren 37 3 Studentenmonitor thematisch eindrapport v1.1
5
6 1 Inleiding Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft ResearchNed gevraagd de Studentenmonitor Hoger Onderwijs uit te voeren in De Studentenmonitor is opgezet met het doel structureel zicht te krijgen op de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en na te gaan in welke mate specifieke doelgroepen in dit kader problemen ondervinden. Op de website vindt u alle gegevens uit de Studentenmonitor sinds 2001 terug in tabelvorm, uitgesplitst naar achtergrondkenmerken. De tabellen kunnen bovendien worden ingezien apart voor voltijd- en deeltijdstudenten en voor beide groepen tezamen. Eveneens zijn via deze website alle rapportages van de Studentenmonitor te vinden. Voor de totstandkoming van het trendbestand op basis waarvan de tabellen zijn gegenereerd, zijn de gegevens bewerkt. Over deze bewerkingen, de responsoverzichten en de uitvoering van het veldwerk is verslag gedaan in de meest recente onderzoeksverantwoording, inclusief een overzicht van de factor- en clusteranalyses. De verantwoording wordt elk jaar na afloop van de upload van de nieuwe gegevens ververst. In deze rapportage doen we verslag van een aantal inhoudelijke analyses, te weten: Associate Degree (het aantal studenten in een AD-programma, achtergrond van AD-studenten en de bekendheid met AD-programma s): zie hoofdstuk 2; Buitenlandse studenten (de blijfkans van buitenlandse studenten in Nederland en de redenen om al dan niet te blijven): zie hoofdstuk 3; Kiezen voor een bètatechnische opleiding (redenen van studenten met bètatoegang om niet te kiezen voor een bètaopleiding): zie hoofdstuk 4. 5 Studentenmonitor thematisch eindrapport v1.1
7
8 2 Associate degree 2.1 Inleiding en vraagstelling In dit hoofdstuk proberen we inzicht te krijgen in de kennis over en deelname aan Associate degreeprogramma s (AD-programma s). In 2006 is gestart met het aanbieden van AD-programma s door onderwijsinstellingen. Dit zijn tweejarige programma s die deel uitmaken van een hbo-opleiding. De ADprogramma s richten zich op mbo ers die reeds een baan hebben en in deeltijd verder willen studeren. Voor een AD gelden dezelfde toelatingseisen als voor hbo-opleidingen. Het programma sluit af met een afzonderlijk diploma, de Associate degree. In het Raad van Staten-advies over het wetsvoorstel Kwaliteit in verscheidenheid 1 wordt gesuggereerd dat de AD-instroom een risico vormt voor de borging van het eindniveau van de bachelor. In de AD-monitor 2 is onder andere onderzocht in hoeverre de instroom in AD-opleidingen significant afwijkt van die in reguliere hbo-opleidingen. Daartoe is gekeken naar achtergrondkenmerken van de studenten en hun eindexamencijfers. De monitor laat daarin geen significante verschillen zien. Aangezien het ministerie waarde hecht aan de (mogelijke) verschillen tussen AD-programma s en reguliere bacheloropleidingen is gevraagd deze te blijven monitoren. Dit doen we aan de hand van de Studentenmonitor Hoger Onderwijs We zullen ingaan op het studiekeuzeproces van eerstejaars bachelorstudenten in het hbo: de motieven die studenten leiden in hun keuze om voor een hbo opleiding te kiezen in plaats van een AD-programma en de bronnen die zij raadpleegden. Daarbij zoeken wij antwoord op de volgende vragen: 1. Hoeveel studenten hebben gekozen voor een AD-programma en wat is hun profiel? 2. Hoeveel eerstejaars hbo-studenten zijn op de hoogte van het bestaan van AD-programma s en hoe zijn zij hierover geïnformeerd? 3. Hoeveel studenten hebben een AD-programma overwogen? 4. Wat heeft de doorslag gegeven om voor een bacheloropleiding te kiezen en niet voor een ADprogramma? 5. Van de studenten die niet afwisten van het bestaan van AD-programma s: voor hoeveel studenten zou een AD-programma een optie zijn geweest? 6. Wat is het profiel van de studenten die niet afwisten van het bestaan van AD-programma s? Voor de Studentenmonitor 2013 is een extra steekproef van ruim AD-studenten aangeschreven. Deze studenten zijn schriftelijk benaderd via DUO. In tabel 1 is te zien dat van de totaal benaderde groep achttien procent meewerkte aan het onderzoek. Na opschoning van de gegevens bleek een deel van deze groep niet tot de doelgroep te behoren (46 studenten); in totaal 58 studenten vulden een dermate klein deel van de vragenlijst in, dat de gegevens niet zijn opgenomen. Hiermee resteert een netto-respons van dertien procent. 1 OCW (2011). Kwaliteit in verscheidenheid: Strategische Agenda Hoger Onderwijs, Onderzoek en Wetenschap. 2 Graaf, D. de en Berg, E. van den (2011). Monitor Associate-degree Amsterdam: SEO. 7 Studentenmonitor thematisch eindrapport v1.1
9 Tabel 1: Respons AD-studenten n % Niet bereikt 9 0% Onvolledig niet opgenomen 58 3% Respons buiten doelgroep 46 2% Non-respons % Onvolledig opgenomen 22 1% Volledige respons % Totaal % Bron: Studentenmonitor Hoger Onderwijs De omvang van AD-programma s en het profiel van de AD-student In dit hoofdstuk besteden we kort aandacht aan de huidige AD-studenten. We kijken naar het aantal ADstudenten maar ook of er verschillen zijn in achtergrondkenmerken tussen AD-studenten en eerstejaars hbo-studenten. Op basis van het 1CijferHo is allereerst gekeken hoe zich het aantal studenten in een AD-programma heeft ontwikkeld. Hiervoor is een selectie gemaakt van alle hoofdinschrijvingen hbo in het hoger onderwijs. De instroom in de AD is vergeleken met de instroom in de reguliere bachelor. Van alle hbo-studenten volgt één procent een AD-programma: het gaat hier om 238 studenten in 2006 (tabel 2). Tot 2012 is dit aantal gestegen naar ruim studenten, zeventien keer zoveel als in Tabel 2: Aantal studenten (hoofdinschrijvingen ho) in een AD-programma en in een reguliere bachelor (alleen hbo) AD Aantal Aandeel 0% 0% 1% 1% 1% 1% 1% Ontwikkeling 0,00 4,48 9,46 11,13 12,65 15,24 17,54 Bachelor Aantal Aandeel 100% 100% 99% 99% 99% 99% 99% Ontwikkeling 0,00 0,02 0,05 0,10 0,13 0,16 0,15 Totaal Aantal Aandeel 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Ontwikkeling 0,00 0,02 0,05 0,10 0,14 0,17 0,16 Bron: 1CHO , alleen hoofdinschrijvingen binnen het domein hoger onderwijs, hbo. De AD-opleidingen zijn overduidelijk aantrekkelijk voor studenten met een mbo-vooropleiding (van alle AD-studenten is 46% afkomstig uit het mbo vs. 14% in de hbo-bachelor 3 ). Daarnaast5 zien we een verschil in deelname van studenten met een deficiënte vooropleiding (uit vbo en vmbo: 3,2% vs. 1,2% in de hbo-bachelor). In de AD zien we verder een oververtegenwoordiging van mannen (54% in de AD vs. 48% in de hbo-bachelor) en een oververtegenwoordiging van autochtone studenten (81% in de AD vs. 74% in de hbo-bachelor). De gemiddelde leeftijd van de AD-student ligt beduidend hoger dan die van de reguliere hbo-bachelor (27,1 vs. 22,9 jaar). 3 Bron: 1CHO, alle jaren samengenomen, alleen hbo-bachelor en AD (hoofdinschrijvingen). 8 Studentenmonitor thematisch eindrapport v1.1
10 Ook in de Studentenmonitor volgt, als we de AD-studenten en de bachelorstudenten in het hbo samennemen, ongeveer één procent een AD-programma ( hbo-bachelors en 225 AD-studenten). Om te achterhalen welke groepen studenten kiezen voor een AD-programma in plaats van een volledige hbo-opleiding of iets anders is een logistische regressieanalyse uitgevoerd met als achtergrondkenmerken: geslacht, sociaaleconomische status, vooropleiding, doubleren, gemiddeld eindexamencijfer voortgezet onderwijs, inschatting van kans op arbeidsmarkt, studentprofiel (voor een uitleg hiervan zie overzicht 1), woontevredenheid, studenten met een functiebeperking en studenten met kinderen. Overzicht 1: Studentprofielen Idealisten Idealisten zijn intrinsiek gemotiveerd: ze zien hun studie als een kans op het verder ontplooien van zichzelf en de maatschappij. Ze zijn sociaal geëngageerd, willen mensen helpen. De studie is een uitdaging voor Idealisten, ze houden van afwisseling, zelfstandigheid, zijn kritisch en willen zich niet aan regels houden. Net als de Zelfontplooiers, zijn de Idealisten van mening dat studeren niet het allerbelangrijkste is omdat je jezelf ook met andere dingen kunt ontwikkelen. Idealisten zijn erg op mensen gericht, niet alleen om hen te helpen, maar ook voor het sociale contact en de gezelligheid. Dat is heel belangrijk voor hen. Vakgeïnteresseerden Vakgeïnteresseerden hebben een intrinsieke motivatie voor een bepaald vak en studeren om (nog meer) kennis te vergaren die daaraan verbonden is. Ze zijn toegewijd en ze zijn doelgericht. Vaak zijn het vak en de studie verbonden met hun hobby, bijvoorbeeld een student wiens hobby computers is die Informatica gaat studeren om daar nog meer over te weten te komen. Ze vinden contact met anderen belangrijk, maar niet per se om hier zelf van te leren (zoals de Zelfontplooiers). Zij willen juist kennis overdragen op anderen in relatie tot hun vakgebied. Zelfontplooiers Zelfontplooiers worden gedreven door een innerlijke behoefte aan kennis, het leren van nieuwe dingen, zichzelf als mens te ontwikkelen. Studeren is geen middel tot een bepaald achterliggend doel (baan, status et cetera) maar een doel op zichzelf. Zij zijn dus intrinsiek gemotiveerd. Zij hechten waarde aan het zichzelf onderscheiden van de massa en een eigen mening te hebben, zijn kritisch en zijn op zoek naar dynamiek, uitdaging, verandering/afwisseling en vrijheid. Ze staan open voor nieuwe dingen en vinden contact met medestudenten belangrijk, vanwege het sociale maar ook omdat zij hier zelf weer van kunnen leren. Normatieven Normatieven zijn extrinsiek gemotiveerd en op anderen gericht: zij studeren omdat het hoort (verwachting van hun sociale omgeving en/of de maatschappij). De studie biedt hen zekerheid voor hun bestaan, het biedt hen betere kansen in de toekomst dan wanneer zij meteen zouden zijn gaan werken na de middelbare school. Dit geeft hen een veilig gevoel ten aanzien van de toekomst. Zij vinden studeren niet echt leuk, ze zien het als een noodzakelijk kwaad waar je niet echt om heen kunt. Contact met anderen is belangrijk voor hen. Statuszoekers Statuszoekers zijn op zichzelf gericht en hebben een extrinsieke motivatie: de studie is voor hen louter een instrument voor het bereiken van een gouden toekomst. Dit betekent een beroep met veel aanzien/status en/of waarin zij veel geld kunnen verdienen. Tabel 3 toont de resultaten van de analyses. Hieruit komt naar voren dat studenten met een mbovooropleiding en studenten met een lager gemiddeld eindexamencijfer sneller zullen kiezen voor een AD-programma dan overige studenten. Net zoals vakgeïnteresseerden, zelfontplooiers en normatieven dat vaker doen in vergelijking met idealisten, en studenten met kinderen vaker dan studenten zonder kinderen. 9 Studentenmonitor thematisch eindrapport v1.1
11 Tabel 3: Kans dat studenten kiezen voor een AD-programma naar achtergrondkenmerken (alleen hbobachelors) Exp(B) AD wordt vaker gevolgd door. Geslacht (ref=man) (n.s.) Sociaaleconomische status (ref=laag) (n.s.) Vooropleiding (ref=havo) Mbo 3,45**...studenten met een mbo-vooropleiding Vwo 0,78 Doubleren vo (0=nee) (n.s.) Eindexamencijfer vo 0,69*...studenten met een lager eindexamencijfer in het vo Studentprofiel (ref=idealist) Vakgeïnteresseerde 2,52**...vakgeïnteresseerden Zelfontplooier 2,37**...zelfontplooiers Normatieve 2,28**...normatieven Statuszoeker 1,68 Inschatting kans op arbeidsmarkt (ref=slecht) (n.s.) Etniciteit (ref=autochtoon) (n.s.) Kinderen (0=nee) 4,20**...studenten met kinderen Functiebeperking (0=nee) (n.s.) Constant 0,09 Bron: Studentenmonitor Hoger Onderwijs 2013; n=7.259; Nagelkerke R Square=0,11; * p 0,05; ** p 0, Kennis van het AD-programma In deze sectie richten wij ons op de vraag of eerstejaars hbo-studenten op het moment van de enquête op de hoogte waren van het AD-programma. Allereerst bekijken we het percentage studenten dat de AD-programma s kent, alsook de informatiebronnen die zij hiervoor geraadpleegd hebben. Verder besteden we aandacht aan de mate waarin AD-programma s overwogen zijn en wat de redenen zijn om voor een hbo-bacheloropleiding te kiezen in plaats van een AD-programma. Om te achterhalen in hoeverre studenten al afwisten van het bestaan van AD-programma s is dit aan studenten gevraagd in de Studentenmonitor. Uit de analyse komt naar voren dat één op de vijf eerstejaars hbo-studenten op de hoogte is van het bestaan van AD-programma s. Figuur 1 toont de informatiebronnen die de studenten raadpleegden. We zullen de eerste vijf resultaten bespreken. Allereerst zien we dat van de studenten die bekend zijn met AD-programma s 45 procent deze informatie (onder andere) heeft verkregen via de site van een hogeschool. Daaropvolgend heeft een kwart van de studenten kennisgemaakt met AD-programma s via voorlichtingsdagen op hogescholen. Hieruit kunnen we concluderen dat de meerderheid van de studenten op de hoogte is geraakt van ADprogramma s via een hogeschool. Verder blijken naast de websites van DUO en het ministerie van Onderwijs ook andere internetsites ertoe te doen: 23 procent heeft informatie opgedaan elders op het internet. Daarnaast heeft 22 procent informatie over AD-programma s gekregen via een studieadviseur of decaan en negentien procent via vrienden, familie en/of bekenden. 10 Studentenmonitor thematisch eindrapport v1.1
12 Site van een hogeschool 45% Voorlichtingsdag van een hogeschool Elders op internet Studieadviseur/decaan Vrienden/familie/bekenden Site van de DUO Docent 26% 23% 22% 19% 16% 13% Tijdschrift/krant 8% Site van het ministerie van OCW Studiebeurs Via mijn werkgever Via ISO, LSVB of JOB Anders 3% 2% 1% 1% 5% 0% 10% 20% 30% 40% 50% Figuur 1: Informatiebronnen AD-programma s (alleen eerstejaars hbo; n=100) Van de groep studenten die bekend is met het AD-programma studenten ongeveer een kwart een ADprogramma (zeer zeker) overwogen; in totaal 60 procent heeft een AD (zeer zeker) niet overwogen (figuur 2). 50% 40% 39% 30% 20% 21% 15% 16% 10% 9% 0% Zeer zeker niet Niet Neutraal Wel Zeer zeker % AD overwogen Figuur 2: Percentage studenten dat een AD heeft overwogen (alleen eerstejaars hbo; n=568) Het percentage studenten dat zeer zeker niet een AD-programma heeft overwogen, bedraagt bijna veertig procent. Daarom kijken we naar de overwegingen om te kiezen voor een vierjarige hbo-opleiding in plaats van een tweejarig AD-programma (figuur 3). Deze vraag is gesteld als een open vraag, die later is gecategoriseerd op basis van een inhoudsanalyse. 11 Studentenmonitor thematisch eindrapport v1.1
13 Te duur 2% Anders 22% Te weinig bekend 3% Te moeilijk 9% Slechtere baankansen 11% Bachelor is beter 44% Te weinig keuze 19% Figuur 3: Redenen om niet te kiezen voor een AD-programma (alleen eerstejaars hbo; n=140) Allereerst valt op dat 44 procent van de studenten aangeeft dat zij denken dat het behalen van een hbobachelordiploma beter is dan een AD-diploma. Een toelichting op deze vraag: Ik wilde een volledig bachelordiploma omdat je daar later meer mee kunt. Verder komt naar voren dat negentien procent van de studenten een AD-programma wellicht wel zou overwegen als dit programma in hun huidige opleiding zou bestaan. Dit blijkt echter voor meerdere studies niet het geval te zijn. Zo geeft een student aan: Er was geen AD die aansluit bij de opleidingsbehoefte die ik had. Geen combi tussen bedrijfskunde en IT. Daarnaast geeft elf procent van de studenten aan dat zij bang zijn voor slechtere baankansen wanneer zij zouden (gaan) solliciteren met een AD-diploma. Zo antwoordt een student als volgt: Een diploma van een bacheloropleiding heeft meer waarde dan een certificaat van een AD. Het afmaken van een bacheloropleiding maakt meer indruk bij de toekomstige werkgever. Negen procent verwacht dat een AD-programma moeilijker zal zijn dan een bacheloropleiding omdat zij minder tijd hebben om de opleiding af te ronden en bang zijn belangrijke kennis te missen: Ik wilde er liever meer tijd aan besteden en alles van de basis tot het eind leren. Daarom heb ik gekozen voor een bacheloropleiding. Ook laat drie procent weten dat er nog te weinig bekend is over AD-programma s en zij daardoor niet gekozen hebben voor een AD-programma. Een andere reden is dat zij er pas tijdens hun huidige studie achter zijn gekomen dat het bestaat; bij hun keuze voor een studie hadden zij nog geen kennis over ADprogramma s. Tot slot geeft twee procent aan dat zij liever een bachelorstudie doen omdat een ADprogramma te duur zou zijn. 2.4 Geen kennis van het AD-programma Tachtig procent van de eerstejaars hbo-studenten is niet op de hoogte van het bestaan van ADprogramma s. Dit hoofdstuk is gericht op deze groep eerstejaars hbo-studenten. We gaan na of, nadat studenten in de enquête informatie hebben gekregen over AD s zij het volgen van een AD-programma alsnog zouden hebben overwogen. 12 Studentenmonitor thematisch eindrapport v1.1
14 Vier procent geeft aan dat een AD-programma zeker een optie zou zijn geweest en twintig procent zegt een AD-programma zeker niet te overwegen (figuur 4). De meerderheid geeft aan niet te weten of zij een AD-programma zouden overwegen, waarschijnlijk omdat zij nog over onvoldoende kennis beschikken over AD-programma s. 50% 40% 38% 30% 20% 20% 24% 14% 10% 0% Zeer zeker niet 4% Niet Neutraal Wel Zeer zeker % Met kennis van nu, AD optie geweest Figuur 4: Percentage studenten dat nu een AD-programma zou overwegen (alleen eerstejaars hbo; n=1.752) In Tabel 4 worden de resultaten weergegeven van een logistische regressieanalyse betreffende de kans om van het bestaan van AD-programma s af te weten. Hierbij zijn het geslacht, de sociaaleconomische status, vooropleiding, het al dan niet hebben gedoubleerd in het vo, het gemiddeld eindexamencijfer in het vo, het studentprofiel, het hebben van een functiebeperking en het hebben van kinderen opgenomen als verklarende kenmerken. Voor deze analyse zijn alleen hbo-bachelorstudenten geselecteerd uit de Studentenmonitor. Tabel 4: Kans dat studenten op de hoogte zijn van het bestaan van AD-programma s naar achtergrondkenmerken(alleen hbo-bachelors) Exp(B) Studenten die beter op de hoogte zijn van AD zijn. Geslacht (ref=man) 0,66**...mannen Sociaaleconomische status (ref=laag) (n.s.) Vooropleiding (ref=havo) Mbo 1,53**...studenten met een mbo-vooropleiding Vwo 0,88 Doubleren vo (0=nee) (n.s.) Eindexamencijfer vo 1,35**...studenten met een hoger eindexamencijfer in het vo Studentprofiel (ref=idealist) (n.s.) Inschatting kans op arbeidsmarkt (ref=slecht) (n.s.) Etniciteit (ref=autochtoon) (n.s.) Kinderen (0=nee) (n.s.) Functiebeperking (0=nee) (n.s.) Constant 0,04 Bron: Studentenmonitor Hoger Onderwijs 2013; n=1.818, Nagelkerke R Square=0,04; * p 0,05; ** p 0,01. Uit de resultaten blijkt dat vrouwen minder vaak kennis hebben van AD-programma s dan vrouwen. Daarnaast zijn mbo-studenten vaker op de hoogte van de AD-programma s dan studenten die havo hebben gevolgd. Verder zien we dat naarmate studenten een hoger gemiddeld eindexamencijfer in het vo haalden, zij een grotere kans hebben om op de hoogte te zijn van AD-programma s. 13 Studentenmonitor thematisch eindrapport v1.1
15 Wellicht zijn betere studenten ook beter op de hoogte van verschillende manieren om door te studeren. Sociaaleconomische status, doubleren, studentprofiel, het hebben van een functiebeperking of het hebben van kinderen blijken geen significante invloed te hebben op de kans om wel of niet af te weten van het bestaan van AD-programma s. 2.5 Samenvatting Een onderdeel in de Studentenmonitor is de monitoring van de positie van studenten die hebben gekozen voor een AD-programma. In samenhang hiermee is eveneens gekeken naar de kennis van reguliere bachelorstudenten over AD-programma s en de redenen waarom zij kozen voor een bachelor in plaats van voor een AD-programma. In deze samenvatting geven we antwoord op de deelvragen. Hoeveel studenten hebben gekozen voor een AD-programma en wat is hun profiel? Het aantal studenten dat gekozen heeft voor een AD-programma is in de afgelopen jaren gestegen. In 2006 volgde 238 studenten een AD-programma en in 2012 ruim studenten. Uit een nadere logistische regressieanalyse blijkt dat de kans om een AD-programma te volgen groter is voor studenten met een mbo-diploma. Ook bleek de kans kleiner naarmate studenten een hoger gemiddeld eindexamencijfer hadden. Verder hebben vakgeïnteresseerden, zelfontplooiers, normatieven en studenten met kinderen een verhoogde kans om een AD-opleiding te volgen. Hoeveel eerstejaars hbo-studenten zijn op de hoogte van het bestaan van AD-programma s en hoe zijn zij hierover geïnformeerd? Van de eerstejaars hbo-studenten geeft tachtig procent aan niet op de hoogte te zijn van het bestaan van AD-programma s. Twintig procent van de studenten is wel op de hoogte van AD-programma s. Zij melden kennis over de AD-programma s opgedaan te hebben via een site of voorlichtingsdag van een hogeschool, elders op internet, via een studieadviseur/decaan, vrienden/familie of bekenden, of via de site van DUO. Hoeveel studenten hebben een AD-programma overwogen? Wanneer we kijken naar studenten die afwisten van het bestaan van AD-programma s, blijkt een kwart van de eerstejaars hbo-studenten een AD (zeer zeker) overwogen te hebben. In totaal negen procent heeft het zeer expliciet overwogen. Zestig procent gaf aan een AD-programma (zeer zeker) niet overwogen te hebben. Wat heeft de doorslag gegeven om voor een bacheloropleiding te kiezen en niet voor een ADprogramma? Voor het niet kiezen voor een AD-programma geven de studenten verschillende redenen op. Zo geven studenten aan dat zij denken dat een bacheloropleiding beter is. Ook gaan de meeste studenten ervan uit dat een AD-programma te duur is. Verder komt naar voren dat de keuze in de AD-programma s te beperkt is; studenten kunnen hierdoor niet de opleiding volgen die ze eventueel wel hadden willen doen als deze er was geweest in een AD-programma. 14 Studentenmonitor thematisch eindrapport v1.1
16 Van de studenten die niet afwisten van het bestaan van AD-programma s: voor hoeveel studenten zou een AD-programma een optie zijn geweest? Van de studenten die door het invullen van de Studentenmonitor globaal informatie hebben gekregen van het bestaan van een AD-programma, zou vier procent zeer zeker een AD-programma hebben overwogen. Eén op de vijf studenten zou dit zeer zeker niet overwegen en bijna veertig procent geeft aan het niet te weten. De grootte van deze groep is waarschijnlijk te verklaren doordat de studenten nog steeds maar weinig kennis hebben over de AD-programma s. Zo weten zij na het invullen van de Studentenmonitor bijvoorbeeld nog niet welke studies een AD-variant hebben. Wat is het profiel van de studenten die niet afwisten van het bestaan van AD-programma s? Om na te gaan wat het profiel is van studenten die geen kennis hebben van AD-programma s is een logistische regressieanalyse uitgevoerd. Hieruit komt naar voren dat vrouwelijke hbo-studenten minder vaak op de hoogte zijn van het bestaan van AD-programma s dan mannen. Studenten met een vooropleiding in het mbo hebben vaker kennis over AD-programma s dan anderen. Daarnaast blijkt dat naarmate studenten een hoger eindexamencijfer hadden in het voortgezet onderwijs, zij ook vaker kennis hebben van AD-programma s. 15 Studentenmonitor thematisch eindrapport v1.1
17
18 3 Buitenlandse studenten In dit hoofdstuk schenken we aandacht aan het aantal buitenlandse studenten dat in Nederland studeert voor een diploma 4 en van plan is om in Nederland te blijven. Het verzoek van OCW om een analyse te doen naar de blijfkans van buitenlandse studenten in Nederland vloeit voort uit een onderzoek van het CPB uit naar de economische gevolgen van internationale studentmobiliteit. Hieruit kwam als voornaamste conclusie naar voren dat internationale studentmobiliteit gunstige (financiële) gevolgen heeft voor de Nederlandse samenleving. Hoe sterk deze gevolgen zijn, is afhankelijk van de blijfkans van buitenlandse studenten in Nederland. De blijfkans definieert het CPB als de kans dat een buitenlandse student na het afronden van zijn studie in Nederland blijft werken. Recent is door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een artikel gepubliceerd (2013) 6 over de blijfkans van buitenlandse studenten in Nederland en de voordelen daarvan. Hierin werd geconcludeerd dat zeventig procent van de buitenlandse studenten na afstuderen in Nederland wil blijven, maar dat slechts 27 procent ook daadwerkelijk blijft. In dit artikel beschrijft men een actieplan om internationaal talent uit te dagen om na de studie een carrière in Nederland te beginnen. Wanneer dit gebeurt, zal de kwaliteit van het onderwijs en het studiesucces in Nederland verbeteren. Ook zal het de arbeidsmarkt versterken in topsectoren en levert het economische baten op. Door het CPB zijn ook andere bronnen aangehaald waarin inschattingen gemaakt zijn over de blijfkans van studenten. Het blijkt echter moeilijk om de blijfkans goed in te schatten omdat er weinig goede gegevens beschikbaar zijn. De beste schatting daarvan is volgens het CPB gegeven door Bijwaard (2010) 7 die in zijn onderzoek gebruik heeft gemaakt van een koppeling tussen het Centraal Register Vreemdelingen en de Gemeentelijke Basisadministratie om de blijfkans te bepalen op basis van alle niet- Nederlandse migranten die tussen naar Nederland zijn gekomen. Studenten zijn hierin te identificeren op basis van hun migratiemotief dat eveneens in dit register is opgenomen. Er kan daarbij geen onderscheid worden gemaakt naar diploma- of studiepuntenmobiliteit. De blijfkans werd vervolgens bepaald aan de hand van een rekenmodel. Hierbij is men uitgegaan van twee soorten migranten. De movers, die na verloop van tijd weer teruggaan of verder migreren, en de stayers, die voor altijd in Nederland blijven. In het gehanteerde model zijn alle movers tot op het moment van meten waargenomen. Iedereen die toen nog in Nederland was, werd als stayer gezien. Deze stayers kunnen later nog movers worden. In het rekenmodel is ook gekeken naar verschillende achtergrondkenmerken zoals geslacht, burgerlijke staat en aantal maanden verblijf in Nederland. Voor de gemiddelde studieimmigrant is een blijfkans berekend voor permanent verblijf in Nederland van negentien procent. De kans lag hoger voor vrouwen en gehuwden en verschilt per land van herkomst. 4 In dit hoofdstuk gaat het niet om buitenlandse studenten die naar Nederland komen om slechts een deel van hun studie hier te volgen. 5 Elk, R. van (2012). De economische effecten van internationalisering in het hoger onderwijs. Den Haag: Centraal Plan Bureau. 6 Busseman, J., (2013). Make it in the Netherlands. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 7 Bijwaard, G. ( 2010). Immigrant migration dynamics model for The Netherlands, Journal of Population Economics, Vol. 23, pp Studentenmonitor thematisch eindrapport v1.1
19 Een andere bron die het CPB aanhaalt, is een door het CPB zelf uitgevoerd onderzoek op basis van een koppeling van diplomagegevens van DUO (buitenlandse studenten die tussen 1998 en 2007 een diploma hebben behaald aan een Nederlandse hogeschool of universiteit) met gegevens over banen in de polisadministratie van het UWV. Doordat in dit onderzoek van 63 procent van de buitenlandse studenten het BSN ontbrak kan er sprake zijn van een vertekening van de resultaten. De gemiddelde blijfkans is destijds geschat tussen 34 procent en 38 procent (afhankelijk van het aantal jaar na afstuderen). Het doel van deze analyse is de blijfkans van buitenlandse studenten de daarmee samenhangende factoren en achtergrondkenmerken in beeld te brengen. De centrale vraag in dit hoofdstuk luidt: In hoeverre zijn buitenlandse studenten die in Nederland studeren (voor een diploma) van plan om na afronding van de opleiding in Nederland te blijven? Het gaat hierbij om de vraag of buitenlandse studenten willen blijven, wat de redenen zijn om al dan niet te willen blijven en of er een samenhang is tussen het blijven in Nederland en het vinden van een baan. Vervolgens kijken we of er bepaalde patronen zijn die erop wijzen dat bepaalde groepen vaker een andere keuze maken dan andere buitenlandse studenten. Om deze patronen te achterhalen, is een logistische regressieanalyse uitgevoerd. Hierbij is gekeken naar de volgende achtergrondkenmerken: geslacht, sociaaleconomische status, de inschatting van de baankans, etniciteit, studentprofiel, studenten met een functiebeperking en studenten met kinderen. De centrale vraag is uitgewerkt naar de volgende concrete onderzoeksvragen: 1. Hoeveel studenten willen na hun afstuderen in Nederland blijven (blijfkans)? 2. Wat zijn de belangrijkste redenen voor studenten om al dan niet in Nederland te blijven? 3. Hoeveel studenten zijn van plan na het afronden van hun studie werk te zoeken in Nederland en welke arbeidsmarktsectoren zijn hierbij favoriet? 4. Welk type student heeft de grootste kans om in Nederland te blijven? In het 1CijferHo zijn op basis van de definitie van de VSNU alle buitenlandse studenten geïdentificeerd. Het betreft hier alle studenten die geen Nederlandse nationaliteit hebben of waarvan de nationaliteit onbekend is en die geregistreerd zijn onder één van onderstaande vooropleidingen voorafgaand aan het hoger onderwijs: overig getuigschriften; overig buitenlands diploma / Europees baccalaureaat; overig beschikking College van Bestuur; overig ministeriële beschikking; overig toelatingsexamen; overig colloquium doctum / vo; de vooropleiding vóór het hoger onderwijs is onbekend. In totaal is een groep van internationale studenten aangeschreven. De respons van de buitenlandse studenten die zijn geselecteerd op basis van het 1CHO is te zien in tabel 5. Van twaalf procent kregen we een reactie. Naast deze steekproef is een panel van studenten via benaderd. Dit panel bevatte ook buitenlandse studenten. 18 Studentenmonitor thematisch eindrapport v1.1
20 Na opschoning van de databestanden, waarbij is vastgesteld waar de studenten hun vooropleiding hebben afgerond, resteerde een groep van in totaal studenten die hun vooropleiding in het buitenland hebben doorlopen. In de totale respondentgroep (van de Studentenmonitor) betreft het hier ruim zeven procent van de studenten die hebben deelgenomen aan de Studentenmonitor in 2013 (andere missende waarden buiten beschouwing gelaten). Dit komt goed overeen met het aandeel buitenlandse studenten in Nederland (zie tabel 6). Tabel 5: Respons DUO buitenlandse studenten n % Niet bereikt 248 3% Onvolledig niet opgenomen 197 2% Respons buiten doelgroep 50 1% Non-respons % Onvolledig opgenomen 56 1% Volledige respons 681 7% Totaal % Bron: Studentenmonitor Hoger Onderwijs 2013 In 2012 was volgens bovenstaande definitie ongeveer acht procent van de studenten in het Nederlandse hoger onderwijs afkomstig uit het buitenland (tabel 6). Dit aandeel is hoger in het wo dan in het hbo en hoger in de masterfase dan in de bachelorfase. Er is met name in het wo sprake van een duidelijke stijging van het aandeel buitenlandse studenten sinds Tabel 6: Buitenlandse studenten in de studentenpopulatie ho-nederland naar soort hoger onderwijs Buitenlandse studenten (N) Hbo-bachelor Hbo-master Buitenlandse studenten (%) Hbo-bachelor 5% 5% 6% 6% 6% 6% 6% Hbo-master 7% 8% 8% 8% 8% 9% 10% Buitenlandse studenten (N) Wo-bachelor Wo-master Buitenlandse studenten (%) Wo-bachelor 5% 6% 6% 7% 7% 8% 9% Wo-master 13% 13% 14% 15% 16% 17% 17% Totaal hbo-wo ba en ma 6% 6% 7% 7% 8% 8% 8% Studentpopulatie (N) Hbo-bachelor Hbo-master Wo-bachelor Wo-master Bron: 1CHO 19 Studentenmonitor thematisch eindrapport v1.1
Tevredenheid over uitdagend onderwijs onder studenten Een korte notitie op basis van de Studentenmonitor Hoger Onderwijs
Tevredenheid over uitdagend onderwijs onder studenten Een korte notitie op basis van de Studentenmonitor Hoger Onderwijs Robert Tholen Mark van Hees Nijmegen, ResearchNed augustus 2015 2015 ResearchNed
Nadere informatieMonitor beleidsmaatregelen 2014. Anja van den Broek
Monitor beleidsmaatregelen 2014 Anja van den Broek Maatregelen, vraagstelling en data Beleidsmaatregelen Collegegeldsystematiek tweede studies uit de Wet Versterking besturing inclusief uitzonderingen
Nadere informatieSubsector overig. Subsector overig
Subsector overig Samenvatting... Grote subsector... 2 Veel switchende studenten... 3 Hoge uitval onder mbo ers... 4 Hoog wo-diplomarendement... 4 Minste studenten van hbo naar wo... 4 8 accreditaties na
Nadere informatieCijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour
Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour In deze bijlage zijn feiten en cijfers opgenomen over het hoger onderwijs die illustratief kunnen zijn voor de discussies in de
Nadere informatieDit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.
Na nominaal plus 1 jaar 45 procent een diploma... 2 Rendement wo stijgt, hbo-rendement daalt... 4 Hbo-ontwerpopleidingen laagste rendement van de sector... 6 Hoger rendement wo biologie, scheikunde en
Nadere informatieUitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs,
Studenten sector Onderwijs vallen vaker uit... 2 Veel uitval bij 2 e graads hbo... 3 Meer uitval van pabo studenten met mbo-achtergrond... 5 Steeds meer mannen vallen uit bij pabo... 7 Studenten met niet-westerse
Nadere informatieVeranderen van opleiding
Veranderen van opleiding Veel hbo-psychologie studenten door naar een wo-opleiding... 2 Havisten in Gedrag & Maatschappij stappen vaker over naar wo... 3 Mbo ers en havisten in psychologie-opleidingen
Nadere informatieAdviezen voor studiekiezers op basis van de Startmonitor
Adviezen voor studiekiezers op basis van de Startmonitor Conclusies en aanbevelingen op basis van jaarlijks onderzoek naar studiekeuze en studiesucces Jules Warps ResearchNed mei 2012 2012 ResearchNed
Nadere informatieSubsector sociale wetenschappen
Samenvatting... 2 Weinig opleidingen... 2 Kleinste aantal instromende studenten... 3 Uitval lager... 3 Veel switch... 3 Diplomarendement beter dan sector, slechter dan totaal ho... 3 Accreditaties met
Nadere informatieSubsector pedagogische opleidingen
Samenvatting... 2 Gemiddeld in aantal en inschrijvingen... 2 Meeste instroom in hbo-... 3 Weinig uitval... 3 Relatief minder switchers... 3 Hoog rendement in hbo-bachelor en wo-master... 3 Accreditatie-uitkomsten:
Nadere informatieSubsector psychologie
Samenvatting... 2 Gemiddeld qua aantallen opleidingen... 2 Groot aantal studenten... 3 Grotendeels wo-subsector... 3 Weinig mbo-instroom in hbo-bachelor... 3 Weinig uitval... 3 Minste switch... 3 Diplomarendement
Nadere informatieBaan op niveau en in richting
Baan op niveau en in richting Studenten Onderwijs meer kans op baan gemiddeld... 2 Pabo had sterkste terugloop baankansen in 2012... 3 Hbo-studenten in sector vaker baan op niveau en in richting... 4 Voltijd
Nadere informatieVoltijd hbo ers sinds twee jaar weer vaker een baan binnen achttien maanden
Een baan Voltijd hbo ers sinds twee jaar weer vaker een baan binnen achttien maanden... 2 Geen dip in baankansen voor wo-afgestudeerden... 3 Geen dip in kans op baan voor deeltijdstudenten... 4 Hbo bachelor
Nadere informatieSteeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs
Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs
Nadere informatieInschrijvingen en Instroom
Veel studenten... 2 Minder studenten beginnen aan deeltijdopleiding... 3 Behoorlijk minder hbo-masterstudenten bij deeltijdopleidingen... 4 Veel instroom in maatschappelijke hulp en dienstverlening...
Nadere informatieInstroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden
Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden Groei bij gezondheidszorg, aantal studenten in het hbo stabiliseert, aandeel allochtonen blijft groeien, 5% groei in diploma s, aantal Ad-studenten
Nadere informatieSubsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs,
Samenvatting... 2 Minst aantal opleidingen... 2 Minst aantal studenten... 3 Instroom neemt af... 3 Laagste uitval... 3 Lager diplomarendement... 3 Daling in switch... 3 Twee nieuwe opleidingen... 4 Weinig
Nadere informatieSubsector politicologie en bestuurskundige opleidingen
Subsector politicologie en bestuurskundige Samenvatting... 2 Weinig deeltijd... 2 Wo-instroom... 3 Weinig uitval iets toegenomen... 3 Veel switch... 3 Vier in herstel... 3 Veel studenten raden opleiding
Nadere informatieFeiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs
Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs 2010 1 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs 2010 Ten opzichte van 2009 is de instroom stabiel: -0,3 procent
Nadere informatieVan mbo en havo naar hbo
Van mbo en havo naar hbo Dick Takkenberg en Rob Kapel Studenten die naar het hbo gaan, komen vooral van het mbo en de havo. In het algemeen blijven mbo ers die een opleiding in een bepaald vak- of studiegebied
Nadere informatieTOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS HBO d.d. mei 2017
TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS HBO d.d. mei 2017 Studie in Cijfers (vaak ook studiebijsluiter genoemd) geeft een beeld van hoe een opleiding aan een hogeschool het doet in vergelijking met dezelfde
Nadere informatieInstroom en inschrijvingen
Instroom en inschrijvingen Minder studenten beginnen aan opleidingen in de sector Onderwijs... 2 Instroom pabo keldert in 2015 maar herstelt zich deels in 2016... 3 Minder mbo ers naar sector Onderwijs...
Nadere informatieVeranderen van opleiding
Totale switch na stijging weer op 20 procent... 3 Switchers pabo oorzaak stijging in 2012 en 2013... 4 Meer switch van mbo ers in sector Onderwijs in 2013... 5 Bij tweedegraads lerarenopleidingen meer
Nadere informatieFactsheet. Samenvatting
Studiesucces en uitval 2018 Deze factsheet bevat de belangrijkste ontwikkelingen in het hbo op het gebied van studiesucces, studieduur, uitval en studiewissel van voltijd bachelorstudenten uitgesplitst
Nadere informatieInstroom en Inschrijvingen
Instroom en Inschrijvingen Meer instroom van studenten in de sector Techniek... 2 Veel instroom in ontwerp-opleidingen... 3 Meer havisten en minder mbo ers in hbo-bacheloropleidingen... 5 Groeiende instroom
Nadere informatieSubsector maatschappelijke hulp en dienstverlening
Subsector maatschappelijke hulp en dienstverlening Samenvatting... Grootste subsector... Gemiddeld meer studenten per opleiding... 3 Weinig instroom in relatief veel deeltijdopleidingen... 3 Mbo-instroom
Nadere informatieDiploma behaald. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs,
Mbo ers doen het beter dan havisten... 2 55 procent behaald -diploma na vijf jaar... 2 62 procent behaald -diploma na vier jaar... 3 Wo psychologie heeft bovengemiddeld rendement... 4 Rendement van master
Nadere informatieToelichting bij _Arbeidsmarktaanbod_studierichting_onderwijssoort_regio.csv
Migratieachtergrond van uitgestroomde studenten naar regio, onderwijssoort en studierichting Uitstroom na studiejaar 2016/ 17 pilot Barometer culturele diversiteit CBS Januari 2019 Vragen over deze publicatie
Nadere informatieStudenten aan lerarenopleidingen
Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor
Nadere informatieOndezoeksverantwoording Studentenmonitor 2001-2014 Beschrijving databestand voor DANS
Ondezoeksverantwoording Studentenmonitor 2001-2014 Beschrijving databestand voor DANS Onderzoek in opdracht van het Ministerie van OCW Anja van den Broek Matthijs Brink ResearchNed februari 2015 2015 ResearchNed
Nadere informatieFactsheet Toelatingstoets PABO
Pabo-opleidingen zitten in de lift De pabo s hebben de afgelopen jaren veel stappen gezet om de kwaliteit verder te versterken, onder meer door de invoering van de toelatingstoetsen. Deze maatregelen betalen
Nadere informatieResultaten WO-monitor 2013
Resultaten WO-monitor 2013 Samenvatting: De WO-Monitor is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (1-1,5 jaar na afstuderen) van de universiteiten in Nederland. De WO-monitor wordt
Nadere informatieTOELICHTING INDICATOREN OP STUDIEKEUZE123.NL I.V.M. DATA-AANPASSING SEPTEMBER 2017 d.d. september 2017
TOELICHTING INDICATOREN OP STUDIEKEUZE123.NL I.V.M. DATA-AANPASSING SEPTEMBER 2017 d.d. september 2017 Achtergrond Eind september heeft Studiekeuze123 de opleidingspagina s op haar website vernieuwd. Naast
Nadere informatieZoek het uit! Studiekeuze123
Zoek het uit! Opdrachten Studiekeuze123 Naam: Klas: Wat denk je zelf? Het maken van een studiekeuze is belangrijk, maar kan best lastig zijn. Er zijn ruim 1.700 bacheloropleidingen waaruit je kunt kiezen
Nadere informatieDeelname-effecten van de invoering van het sociaal leenstelsel in de bachelor- en masterfase
CPB Notitie 18 januari 2013 Deelname-effecten van de invoering van het sociaal leenstelsel in de bachelor- en masterfase Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap CPB
Nadere informatieEen baan. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs, 2015 1
Een baan Hbo-deeltijders minst last van afnemende baankansen... 2 Afgestudeerde pedagogen minste last van afnemende baankansen... 3 Hbo-afgestudeerden minder vaak baan na één maand... 4 Wo-afgestudeerden
Nadere informatieTECHNISCH RAPPORT SECTORHOOFDSTUK HOGER ONDERWIJS. De Staat van het Onderwijs 2014/2015. April 2016
TECHNISCH RAPPORT SECTORHOOFDSTUK HOGER ONDERWIJS De Staat van het Onderwijs 2014/2015 April 2016 INHOUD Inleiding 3 Belangrijkste bevindingen en aandachtspunten 4 1 Databronnen en definities 5 1.1 Databronnen
Nadere informatieAchtergrondinformatie
BIJLAGE 3 Achtergrondinformatie Diplomarendement Daling diplomarendement voltijd hbo-bacheloropleidingen De trend die de Inspectie van het Onderwijs de afgelopen jaren signaleerde in het hbo zet door:
Nadere informatieFeiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2010
Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs februari 2010 1 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie over het
Nadere informatieOordeel over de opleiding
Steeds meer studenten raden hun opleiding aan... 2 Niet-bekostigd: studenten tweedegraads hbo raden studie vaker aan... 3 Minder ulo-studenten raden opleiding aan... 5 Uitkomsten inspectie onderzoek vergelijkbaar
Nadere informatieFactsheet. Samenvatting
Afgestudeerden en uitvallers 2017 In deze factsheet staan de belangrijkste kengetallen en ontwikkelingen met betrekking tot uitval, studiewissel en studiesucces. Alle cijfers betreffen voltijd hbo-bachelorstudenten
Nadere informatieSamenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO
Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel
Nadere informatieTOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS WO d.d. mei 2017
TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS WO d.d. mei 2017 Studie in Cijfers (vaak ook studiebijsluiter genoemd) geeft een beeld van hoe een opleiding aan een universiteit het doet in vergelijking met
Nadere informatieVan de 367 Wageningse respondenten zijn er 156 man (43%) en 211 vrouw (57%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 27 jaar.
Resultaten NAE 2015 Samenvatting: De NAE (vroeger: WO-Monitor) is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (1-1,5 jaar na afstuderen) van de universiteiten in Nederland. De NAE wordt
Nadere informatiePrestatie-indicatoren uit 1 cijfer ho en het algemeen studentenoordeel over de opleiding (nse).
pagina: 1 (v6) Nummer instelling Naam instelling Plaats instelling : 21CW : HAS Hogeschool : S HERTOGENBOSCH Aantal opleidingen vt/dt/du, aantal unieke opleidingen, aantal hoofd- en neveninschrijvingen
Nadere informatieDOORSTROOM VAN VMBO NAAR HAVO Onderzoek onder ruim vmbo-scholieren naar hun intentie om voor de havo te kiezen
DOORSTROOM VAN VMBO NAAR HAVO Onderzoek onder ruim 20.000 vmbo-scholieren naar hun intentie om voor de havo te kiezen Februari 2019 Surrounded by Talent 2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Onderzoeksvragen
Nadere informatieDe hbo er aan het werk
De hbo er aan het werk Hogescholen leiden op voor de arbeidsmarkt. Dat doen zij met succes. Het overgrote deel van de studenten vindt binnen 3 maanden een baan op minimaal hbo-niveau. Beroepen en functies
Nadere informatieInstroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden
Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden Groei bij gezondheidszorg, aantal studenten in het hbo stabiliseert, aandeel allochtonen blijft groeien, 5% groei in diploma s, aantal Ad-studenten
Nadere informatieErratum. In dit artikel zijn helaas enkele onnauwkeurigheden geslopen.
Erratum In dit artikel zijn helaas enkele onnauwkeurigheden geslopen. In figuur 1, pagina 19, is de legenda onjuist weergegeven, waardoor de categorieën en verwisseld zijn. De juiste grafiek is hieronder
Nadere informatieAanbod van opleidingen
Techniek grote sector... 2 450 opleidingen aangeboden in 600 varianten... 4 Veel lege opleidingsvarianten... 5 Minder deeltijdvarianten in Techniek... 6 In dit deel van het factsheet geven we een overzicht
Nadere informatieFactoren die van invloed zijn op uitval van eerstejaarsstudenten noordoost Nederland. Werkgroep Aansluitingsmonitor noordoost Nederland.
Factoren die van invloed zijn op uitval van eerstejaarsstudenten noordoost Nederland. Werkgroep Aansluitingsmonitor noordoost Nederland. Definitief. 15 Juni 2012. Groningen/Zwolle Juni 2012 1 Inhoud 1
Nadere informatieHET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN
HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN - eindrapport - Drs. Janneke Stouten Dr. Marga de Weerd
Nadere informatieVeelgestelde vragen opleiding Tandheelkunde
Veelgestelde vragen opleiding Tandheelkunde Wat zijn de toelatingseisen voor Tandheelkunde? De volgende voortrajecten voldoen aan de toelatingseisen voor Tandheelkunde: VWO diploma met profiel (vanaf 2010)
Nadere informatieUit huis gaan van jongeren
Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan
Nadere informatieVeranderen van opleiding
Switch in het wo neemt toe... 2 Soorten switch... 4 Mbo ers switchen minder vaak... 5 Naar een opleiding in de sector Economie of Natuur... 6 studenten minder vaak van hbo naar wo... 7 Studenten wiskunde,
Nadere informatieGebruik en invloed Studie in Cijfers Eindrapportage op basis van Startmonitor t/m
Gebruik en invloed Studie in Cijfers Eindrapportage op basis van Startmonitor 2013-2014 t/m 2015-2016 Onderzoek in opdracht van Ministerie van OCW Jules Warps ResearchNed februari 2017 2017 ResearchNed
Nadere informatieBiologie, scheikunde en medische opleidingen
Biologie, scheikunde en medische opleidingen... 2 Wiskunde, natuurkunde en informatica... 2 Bouwkunde en civiele techniek... 3 Ontwerpopleidingen... 4 Techniek en maatschappij... 4 Biologie, scheikunde
Nadere informatieSectoren ho vergeleken profiel Dit overzicht bevat de volgende grafieken:
Sectoren ho vergeleken profiel 2016 Dit overzicht bevat de volgende grafieken: Aanbod Sectoren ho vergeleken: aantal opleidingsvarianten (brin-isat, naar voltijd en deeltijd/duaal) in het hoger onderwijs,
Nadere informatieLerarenbeurs en het aantal masteropgeleide leraren in het po 14 september 2016 Joost Schaacke
Lerarenbeurs en het aantal masteropgeleide leraren in het po 14 september 2016 Joost Schaacke Inleiding Aanleiding van deze notitie is de vraag waarom het masterpercentage niet harder stijgt ondanks dat
Nadere informatieTEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.
ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1
Nadere informatieDit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.
Na vijf jaar 38 procent met hbo-diploma Onderwijs... 2 Hbo-rendement tot voor kort dalend... 3 Wo-rendement stijgt... 4 Mbo ers in Onderwijs hoger rendement dan havisten... 6 Vrouwen halen hoger rendement
Nadere informatieOnderzoek: Studiekeuze
Onderzoek: Studiekeuze Publicatiedatum: 31-01- 2014 Over dit onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 29 t/m 31 januari 2014, deden 712 scholieren en 1064 studenten mee. De uitslag van de peiling
Nadere informatie5. Onderwijs en schoolkleur
5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone
Nadere informatieOnderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol
1 (19) Onderzoek Inwonerspanel Auteur Tineke Brouwers Respons onderzoek Op 5 december kregen de panelleden van 12 tot en met 18 jaar (280 personen) een e-mail met de vraag of zij digitaal een vragenlijst
Nadere informatie7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs
7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/
Nadere informatieOnderzoek Alumni Bètatechniek
Onderzoek Alumni Bètatechniek 0 meting - Achtergrond Eén van de knelpunten op de Nederlandse arbeidsmarkt is een tekort aan technisch geschoolden. De Twentse situatie is hierin niet afwijkend. In de analyse
Nadere informatieTest: Je ouders als studie oriëntatiecoach
Test: Je ouders als studie oriëntatiecoach Je ouders kunnen perfecte last minute studie oriëntatiecoaches zijn, maar weten ze eigenlijk wel wat je dromen en ambities zijn? En omgekeerd: weet jij hoe jouw
Nadere informatieFeiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015
Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Mei 2015 Feiten en cijfers 2 Inleiding Op 19 mei 2015 hebben de hogescholen hun strategische agenda #hbo2025: wendbaar & weerbaar1
Nadere informatieAls studenten na één jaar studie niet meer staan ingeschreven in het bekostigd hoger onderwijs worden zij gerekend tot de groep van uitvallers.
Uitval studenten... 2 Hbo ers in vallen minder uit... 3 Uitval in technische wo-masters lager... 5 Studenten met mbo-vooropleiding vallen minder uit... 6 Als studenten na één jaar studie niet meer staan
Nadere informatieDutch survival kit. Vragen hoe het gaat en reactie Asking how it s going and reaction. Met elkaar kennismaken Getting to know each other
Dutch survival kit This Dutch survival kit contains phrases that can be helpful when living and working in the Netherlands. There is an overview of useful sentences and phrases in Dutch with an English
Nadere informatieUitval en studiesucces van Avans studenten vergeleken met de landelijke cijfers in 2017
Leer- en Innovatiecentrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk IR21062018 contactpersoon Daniël Rijckborst datum 21-06-2018 telefoon 0610359505 onderwerp Factsheet Vereniging Hogescholen
Nadere informatieTECHNISCH RAPPORT SECTORHOOFDSTUK HO. Onderwijsverslag 2013/2014
TECHNISCH RAPPORT SECTORHOOFDSTUK HO Onderwijsverslag 2013/2014 April 2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Databronnen en definities... 4 3. Aantal bekostigde en niet bekostigde opleidingen per 1 oktober 2013...
Nadere informatieDeze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.
ONDERWIJSVISIE OP HO OFDLIJNEN Geachte collega s, 1 Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. We
Nadere informatieAantrekkelijkheid van het leraarschap Rapportage
Aantrekkelijkheid van het leraarschap Rapportage ResearchNed Nijmegen Sil Vrielink 26 september 2007 2007 ResearchNed Nijmegen. Alle rechten voorbehouden. Het is geoorloofd gegevens uit dit rapport te
Nadere informatieAandeel meisjes in de bètatechniek VMBO
Vrouwen in de bètatechniek Traditioneel kiezen veel meer mannen dan vrouwen voor een bètatechnische opleiding. Toch lijkt hier de afgelopen jaren langzaam verandering in te komen. Deze factsheet geeft
Nadere informatieBekendheid Harde Knip
Bekendheid Harde Knip Eindrapportage Onderzoek in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs Froukje Wartenbergh-Cras Joyce Bendig-Jacobs Marc Thomassen ResearchNed juni 2012 2012 ResearchNed Nijmegen
Nadere informatieVan de 293 Wageningse respondenten zijn er 109 man (37%) en 184 vrouw (63%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 28 jaar.
Resultaten NAE 2016 Samenvatting: De NAE is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (1-1,5 jaar na afstuderen) van de universiteiten in Nederland. De NAE wordt uitgevoerd door DESAN,
Nadere informatieAanbod van opleidingen
Onderwijs de grootste sector... 2 Minder tweedegraads- en universitaire lerarenopleidingen... 4 Ruim 900 opleidingsvarianten... 5 Nieuwe opleidingsvarianten in sector Onderwijs... 7 Ontwikkelingen in voltijd-
Nadere informatieMeting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ]
Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [12-3-2018 ] 1. Inleiding Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid Straus een motie ingediend om een indicator voor de tevredenheid van werkgevers
Nadere informatieJongeren & hun financiële verwachtingen
Nibud, februari Jongeren & hun financiële verwachtingen Anna van der Schors Daisy van der Burg Nibud in samenwerking met het 1V Jongerenpanel van EenVandaag Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet Het Nibud doet
Nadere informatieDe hbo er aan het werk
De hbo er aan het werk Hogescholen leiden op voor de arbeidsmarkt. Dat doen zij met succes. Het overgrote deel van de studenten vindt binnen 3 maanden een baan op minimaal hbo-niveau. Beroepen en functies
Nadere informatieFACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013
FACTSHEET Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht Platform Beleidsinformatie Mei 2013 Samenstelling: Pauline Thoolen (OCW/Kennis) Rozemarijn Missler (OCW/Kennis) Erik Fleur (DUO/IP) Arrian Rutten
Nadere informatieMet een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt
Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal
Nadere informatieFeiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2009
Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs februari 2009 1 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie over het
Nadere informatieOnderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO
Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO 1 - Onderwijs in Kaart 2018-hbo.docx - 16-6-2017 Transvorm Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Hbo Gezondheidszorg en Sociale Studies
Nadere informatieTechnisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen
Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen De hoofdlijnen Na een jarenlange daling stabiliseert de totale doorstroom vanuit
Nadere informatieGap Year onderzoek. 1. Uitkomsten Jongeren
Samenvatting Gap Year onderzoek Mei 2012 Gap Year onderzoek In april 2012 hebben het Europees Platform en de Nuffic onderzoek gedaan naar de toekomstplannen van leerlingen na hun eindexamen. De focus van
Nadere informatieUitleg van de figuren VO 1
Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren - VO In dit document worden de verschillende figuren nader toegelicht die in het NCO rapport Waar blijven uw oud-leerlingen? worden getoond. Voor ieder
Nadere informatieStuderen na het HBO. stand van zaken 2014-2015. Informatie van het Avans Studentendecanaat
Studeren na het HBO stand van zaken 2014-2015 Informatie van het Avans Studentendecanaat 1 Studeren na het HBO: onderwerpen 1. Wat moet je weten over het collegegeld als je kiest voor een nieuwe bachelor
Nadere informatieTevredenheid over docenten
Minder tevreden over didactische kwaliteit van docenten... 2 Wo-studenten minder tevreden over didactische kwaliteit... 3 Masterstudenten vaker tevreden over inhoudelijke deskundigheid... 4 Een overzicht...
Nadere informatieBegroting 2014 Meta-data Monitor streefdoelen onderwijs
Begroting 2014 Meta-data Monitor streefdoelen onderwijs Overzicht per indicator: 1. De prestaties van leerlingen en studenten gaan omhoog Gemiddelde score Cito-eindtoets omhoog Gemiddeld eindcijfer (Centraal
Nadere informatieDOORSTUDEREN NA HET HBO
DOORSTUDEREN NA HET HBO Met welke financiële gevolgen moet je rekening houden? Informatie van het Avans Studentendecanaat Stand van zaken 2015-2016 Kenmerk: 14 september 2015 Studeren na het HBO: onderwerpen
Nadere informatieTUSSENBERICHT SELECTIE VAN VOLTIJD MASTEROPLEIDINGEN IN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS EN STUDENTENSTROMEN
TUSSENBERICHT SELECTIE VAN VOLTIJD MASTEROPLEIDINGEN IN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS EN STUDENTENSTROMEN December 2016 In de wet Kwaliteit in Verscheidenheid is met ingang van het studiejaar 2014/2015
Nadere informatieInleiding sectorbeeld Gedrag & Maatschappij
Inleiding sectorbeeld Gedrag & Maatschappij Het sectorbeeld Gedrag & Maatschappij geeft de belangrijkste ontwikkelingen en de stand van zaken weer binnen alle opleidingen in deze sector. Dan kunt u denken
Nadere informatieContextschets Techniek
Contextschets Techniek Nationaal Techniekpact 2020... 2 Welke activiteiten ondernemen de hbo-instellingen?... 2 Welke activiteiten ondernemen de universiteiten?... 3 Welke activiteiten onderneemt de 3TU?...
Nadere informatieALPHENPANEL OVER ZONDAGSOPENSTELLING
ALPHENPANEL OVER ZONDAGSOPENSTELLING nieuwsbrief Februari 2015 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de peiling met het. Deze peiling ging over de zondagsopenstelling. De gemeenteraad
Nadere informatieOnline leren dat is wat we willen! Online trainingen overtuigend op nummer 1-positie in Nederland GoodHabitz
Online leren dat is wat we willen! Online trainingen overtuigend op nummer 1-positie in Nederland. 2016 GoodHabitz Over het onderzoek Populatie: 960 respondenten in de leeftijd van 25 t/m 55 jaar met een
Nadere informatieJongeren op de arbeidsmarkt
Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding
Nadere informatieEnquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid
Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid www.qompas.nl Januari 2015 Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid 1 Oordeel studenten/scholieren over Qompas en tevredenheid met betrekking tot
Nadere informatieMeerdere keren zonder werk
Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook
Nadere informatie