Het Designer Outlet Centre: een concurrent voor de binnenstad?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het Designer Outlet Centre: een concurrent voor de binnenstad?"

Transcriptie

1

2 Het Designer Outlet Centre: een concurrent voor de binnenstad? Caroline Huszti Universiteit van Amsterdam Maart 2006 Begeleider: Leo de Klerk

3 Inhoud Voorwoord 4 1 Inleiding 5 2 De ruimtelijke detailhandelsstructuur Inleiding De centrale plaatsen theorie Het consumentengedrag De theorie van cumulatie van attractie De ruimtelijke interactietheorie Conclusie 12 3 De ontwikkeling van de detailhandel Inleiding Overheidsbeleid in de Verenigde Staten De Amerikaanse detailhandel Ruimtelijke ordening en overheidsbeleid in Nederland De jaren De jaren De jaren De jaren heden De Nederlandse detailhandel De detailhandel in de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen Het factory outlet centre Conclusie 27 4 Het onderzoeksgebied Inleiding Het Designer Outlet Centre Beleidsvorming ten aanzien van het Designer Outlet Centre Redenen voor de vestigingsplaats en de randvoorwaarden voor het 32 Designer Outlet Centre 4.5 De binnenstad van Roermond Conclusie 35 5 Het winkelgedrag van consumenten in het Designer Outlet Centre Inleiding De huidige situatie van het Designer Outlet Centre Consumenten in het Designer Outlet Centre Nederlandse consumenten Duitse consumenten Overige consumenten Vervoermiddel van consumenten in het Designer Outlet Centre Gezelschap van consumenten in het Designer Outlet Centre Kennismaking met het Designer Outlet Centre Frequentie van het bezoek aan het Designer Outlet Centre Motief en reden voor het bezoek aan het Designer Outlet Centre 51 2

4 5.9 Bestedingen en merkbewustheid van consumenten in het Designer Outlet 54 Centre 5.10 Combinatiebezoek Reisbereidheid van de consumenten in het Designer Outlet Centre Conclusie 59 6 Het winkelgedrag van consumenten in de binnenstad Inleiding De huidige situatie van de binnenstad Consumenten in de binnenstad Vervoermiddel van de consumenten in de binnenstad Gezelschap van de consumenten in de binnenstad Frequentie van het bezoek aan de binnenstad Motief en redenen voor het bezoek aan de binnenstad Gekochte artikelen in de binnenstad Combinatiebezoek Reisbereidheid van de consumenten in de binnenstad Conclusie 71 7 Conclusie 72 Literatuurlijst 76 Bijlagen 80 1 Wegwijzer 80 2 Vragenlijst consumenten Designer Outlet Centre 91 3 Vragenlijst consumenten binnenstad 94 3

5 Voorwoord Dit onderzoek is geschreven naar aanleiding van mijn afstudeerscriptie voor de opleiding Sociale Geografie aan de Universiteit van Amsterdam. Met deze scriptie wil ik bijdragen aan de Nederlandse literatuur over de detailhandel, in het bijzonder het factory outlet centre. Het schrijven van mijn scriptie is niet zonder slag of stoot gegaan. Bij deze wil ik mijn scriptiebegeleider Leo de Klerk danken voor de goede adviezen en engelengeduld. Zijn steun heeft me enorm geholpen. Daarnaast hebben alle respondenten en sleutelpersonen bijgedragen aan het tot stand komen van dit onderzoek. 4

6 Hoofdstuk 1 Inleiding De toegenomen welvaart en vrije tijd zijn enkele oorzaken van de hedendaagse consumptiemaatschappij. Er wordt steeds meer geld uitgegeven aan de vrijetijdsbesteding. Daarbij moet de schaarse vrije tijd optimaal benut worden. De behoefte aan steeds nieuwe, andersoortige ervaringen maakt dat producenten steeds weer aan hun formule moeten sleutelen (Hajer & Reijndorp, 2001). Om deze reden worden er alsmaar nieuwe concepten voor de detailhandel bedacht. Doordat binnensteden vaak vol en moeilijk bereikbaar zijn, worden nieuwe detailhandelsvestigingen vaak in perifeer gelegen gebieden nabij verkeersknooppunten en of openbaar vervoer ontwikkeld. Zo is er hevige concurrentie tussen binnensteden en perifeer gelegen winkelcentra ontstaan. Het al dan niet toestaan van de ongecontroleerde groei van perifere en grootschalige detailhandelsvestigingen staat al enige tijd ter discussie. Volgens David Evers heeft Nederland een fijnmazige detailhandelsstructuur. Dat wil zeggen dat er relatief veel winkels per inwoner binnen een korte afstand te bereiken zijn (Ruimtelijk Planbureau, 2003). Het factory outlet centre (FOC) is een van de laatste concepten in Nederland. Een FOC kan gedefinieerd worden als een winkelcentrum van waaruit fabrikanten rechtstreeks goederen aan consumenten verkopen (Gemeente Roermond, 2001). Vijf jaar geleden deed het FOC zijn intrede in Nederland. Bataviastad is te vinden in Lelystad en Roermond heeft het Designer Outlet Centre (DOC). In Roosendaal is de bouw begonnen aan Rosada. De vrees heerst dat nieuwe detailhandelsvestigingen negatieve effecten zullen hebben op de fijnmazige structuur van de bestaande detailhandel. Volgens Evers (2004) wordt er door wetenschappers weinig aandacht geschonken aan detailhandelsvraagstukken. Door middel van mijn onderzoek wil ik bijdragen aan de schaarse literatuur over het FOC en enkele interessante bevindingen behandelen. Het doel van deze scriptie is te achterhalen of de angst voor de aantasting van de detailhandelsstructuur gegrond is. Om het redelijk nieuwe concept van het FOC te onderzoeken, wordt er in deze scriptie toegespitst op het DOC in Roermond. In het DOC verkopen fabrikanten rechtstreeks gerenommeerde merkartikelen (A-merken) aan consumenten. Om het DOC te beschrijven wordt er naar het verzorgingsgebied gekeken. Een verzorgingsgebied kan gedefinieerd worden als een gebied waaruit de meeste klanten van een bedrijf komen (Struijlaart, 1993). Daarbij wil ik er achter zien te komen of het DOC invloed heeft op de detailhandel in de binnenstad van Roermond. De volgende vraagstellingen staan daarom in deze scriptie centraal: Wat is het verzorgingsgebied van het Designer Outlet Centre in Roermond? Is er sprake van concurrentie tussen het Designer Outlet Centre en de binnenstad van Roermond? Om bovenstaande vragen te kunnen beantwoorden zijn de volgende methoden van onderzoek toegepast: literatuurstudie, interviews, enquêtes en casestudieonderzoek. Allereerst is er nationale en internationale wetenschappelijke literatuur met betrekking tot de detailhandel bestudeerd. Daarnaast zijn relevante ontwikkelingen omtrent herziening van het Nederlandse detailhandelsbeleid onderzocht. Vervolgens zijn er open gesprekken gehouden met winkelpersoneel en consumenten in het DOC en de binnenstad. Naast de open gesprekken hebben er twee interviews over het DOC plaatsgevonden met de volgende sleutelpersonen: J. Engels, projectleider Designer Outlet Centre, werkzaam bij de gemeente Roermond. C. Trapmann, retail manager Designer Outlet Centre. De uitkomsten van de interviews zijn in de scriptie verwerkt. Het casestudieonderzoek gaat over de detailhandel in het DOC en de binnenstad van Roermond. Om dit te bewerkstelligen 5

7 is er gebruik gemaakt van de beschrijvende benadering van het consumentenbeslissingsproces. In het beschrijvende onderzoek wordt het consumentengedrag zo goed mogelijk geïnventariseerd, bijvoorbeeld met behulp van motivatie of attitudes. Daarnaast is er kwalitatief onderzoek gedaan. Dit wordt gekenmerkt door kleinschalig, inhoudelijk, verkennend karakter. De factoren die het consumentengedrag beïnvloeden worden beschreven (Antonides & van Raaij, 1997). Daarbij zijn 500 mondelinge enquêtes afgenomen onder consumenten in het DOC en de binnenstad. Het doel van de enquêtes is het verzamelen en analyseren van gegevens ten behoeve van de oplossing van de vraagstelling. De enquêtes hebben in augustus en september 2005 plaatsgevonden. De vragenlijsten zijn terug te vinden in bijlage 1 en 2. De inhoud van deze scriptie ziet er als volgt uit. De ruimtelijke detailhandelsstructuur vormt het begin van dit onderzoek. Daarbij wordt een omschrijving van de gekozen begrippen en hun onderlinge relaties, ofwel het conceptueel kader, gegeven (Bodaar, 2000). Dit komt in hoofdstuk 2 aan de orde. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 de ontwikkeling van de detailhandel geschetst. Hoofdstuk 4 bespreekt het onderzoeksgebied dat bestaat uit het DOC en de binnenstad van Roermond. Hiermee wordt het literatuurgedeelte van dit onderzoek afgesloten en begint de beschrijving van de enquêtes. In hoofdstuk 5 komt het winkelgedrag van consumenten in het DOC aan bod. Hoofdstuk 6 gaat over het winkelgedrag van consumenten in de binnenstad. Ten slotte worden in hoofdstuk 7 de belangrijkste conclusie getrokken, waaruit enkele aanbevelingen volgen. 6

8 Hoofdstuk 2 De ruimtelijke detailhandelsstructuur 2.1 Inleiding Volgens het MKB (2005) draagt de detailhandel bij aan de stedelijke vitaliteit. Het in goede banen leiden van de ruimtelijke detailhandelsstructuur is van groot belang en kan mogelijk gemaakt worden door een goed detailhandelsbeleid. Enerzijds heeft het overheidsbeleid invloed uitgeoefend op de detailhandel in Nederland, anderzijds het consumentengedrag (VROM, 2001). De detailhandel is zodoende door verschillende factoren gevormd. In dit hoofdstuk worden de theorieën die een rol hebben gespeeld bij de ontwikkeling van de ruimtelijke detailhandelsstructuur uitgewerkt. Daarbij worden belangrijke begrippen toegelicht die in deze scriptie gebruikt worden. Achtereenvolgend komen de volgende onderwerpen aan bod: de centrale plaatsen theorie, het consumentengedrag en winkelcentra, de theorie van cumulatie van attractie en de ruimtelijke interactietheorie. De theorieën zijn zowel op consumenten als producenten gericht. De aangesneden theorieën en begrippen worden in de volgende hoofdstukken gehanteerd om de vraagstellingen te kunnen beantwoorden. 2.2 De centrale plaatsen theorie Een van de belangrijkste theorieën ter verklaring van de vraagstellingen van deze scriptie is de centrale plaatsen theorie van Walter Christaller. Met zijn uit 1933 daterende boek Die zentralen Orte in Süddeutschland heeft hij getracht het belang van geografische afstanden te benadrukken (De Pater & Van der Wusten, 1996). Het werk van Christaller vormt een algemene theorie waarmee patronen van de detailhandel en de stedelijke ontwikkeling verklaard kunnen worden. De theorie verklaart het ruimtelijke spreidingspatroon en de grootte van steden. De centraliteit van een plaats speelt een belangrijke rol in het geheel. Het uitgangspunt is een isotrope vlakte met een gelijkmatig verspreide bevolking dat vanuit alle richtingen even gemakkelijk bereikbaar is. Christaller ging uit van de functionele nodale regio; gebieden die gehecht zijn aan grotere plaatsen en die daarmee functionele relaties onderhouden. Het kan als een schematische weergave van de werkelijkheid gezien worden. Het centrale plaatsen systeem is volgens drie principes geordend: de reikwijdte, de drempelwaarde en het draagvlak. Steden bestaan dankzij hun verzorgingsfunctie, als centrale plaats, voor een omringend gebied. Mensen uit de omliggende gebieden zullen goederen en diensten nodig hebben die ze in hun eigen woonplaats niet kunnen krijgen. Consumenten gaan volgens Christaller altijd naar de dichtstbijzijnde plaats waar de verlangde goederen of diensten aangeboden worden. Dit wordt ook wel de reikwijdte genoemd. Consumenten zijn niet voor alle voorzieningen bereid even ver te reizen. Dit heeft bijvoorbeeld met de reiskosten te maken en deze stijgen naarmate de afstand toeneemt. Tegenwoordig wordt er vaak gekeken naar de reistijd en het geld dat men kwijt is in plaats van de afstand die men moet afleggen. Op dit vlak laat de theorie te wensen over. Daarnaast is de aantrekkelijkheid van centra niet helemaal onbelangrijk. Het aanbod van parkeerplaatsen, de openingstijden of lage prijzen kunnen hierbij een rol spelen. De reikwijdte van een voorziening verschilt dus. Tegenover de vragers naar goederen en diensten staan aanbieders. Goederen en diensten hebben verschillende drempelwaarden. De drempelwaarde zegt iets over het minimum aantal klanten dat nodig is om een bepaalde dienst aan te bieden. Sommige goederen en diensten worden in (heel) veel plaatsen, andere in (heel) weinig plaatsen aangeboden. Het minimum aantal klanten voor een voorziening moet beschikbaar zijn binnen het gebied omschreven door de reikwijdte van de voorziening. De drempelwaarde zal eerder worden gehaald in een 7

9 grote centraal gelegen plaats. Hierdoor ontstaat een cirkelvormig marktgebied rond een stad. Steden die alleen laagwaardige voorzieningen aanbieden, hebben een klein marktgebied en dus ook een kleinere cirkel rond de stad. Steden die voorzieningen van een hogere orde aanbieden, hebben een groter marktgebied. In dit marktgebied vallen ook andere (kleinere) steden die deze voorzieningen niet aanbieden. De volgende figuur geeft de theorie schematisch weer. Figuur 2.2 De centrale plaatsen theorie Het draagvlak omvat het aantal mogelijke consumenten in de omgeving. Het inkomen van de bevolking speelt onder andere een belangrijke rol. Het draagvlak kan relatief klein zijn als het gaat om de dagelijkse producten zoals voedings- en genotmiddelen. Met betrekking tot artikelen die minder frequent worden gekocht, zoals mode- en exclusieve juweliersartikelen, zijn veel grotere draagvlakken noodzakelijk. Het ging bij de interstedelijke benadering van Christaller om centrale plaatsen van de eerste, tweede, derde en vierde orde ofwel de stadscentra van gewestelijk-, regionaal-, streek- en lokaalverzorgend niveau. B.J.L. Berry en W.L. Garrison hebben de centrale plaatsen theorie in termen van de detailhandel in 1963 verder uitgewerkt. Zij wezen Christallers aanname van de isotrope vlakte af door erop te wijzen dat er in de realiteit geen uniforme marktgebieden bestaan waarbinnen de bevolking en de koopkracht evenredig verdeeld zijn. Zo zijn er dichtbevolkte regio s waardoor de marktgebieden minder ver uitgestrekt zijn en de centrale plaatsen een kleinere onderlinge afstand hebben dan in dunbevolkte gebieden. Verder is een rangschikking in gewestelijk verzorgend hoofdcentrum, regionaal verzorgend stadsdeelcentrum, wijkcentrum en buurtwinkelcentrum gemaakt. Ondanks de kanttekeningen is de theorie bruikbaar. Deze planningsmethodiek wordt derhalve nog steeds aangehouden in de Nederlandse detailhandelplanning. Volgens Gantvoort (Evers, 2004) houden Nederlandse consumenten een soort hiërarchisch gedrag hoog. De centrale plaatsentheorie is een nuttig planningsinstrument dat economische ontwikkeling niet remt en kan bovendien bijdragen aan een vermindering van het autogebruik. Er kunnen nog enkele kanttekeningen geplaatst worden bij de theorie. Zo worden concurrerende winkels en centra in de theorie buiten beschouwing gelaten. Daarnaast wordt er geen rekening gehouden met het feit dat sommige consumenten meerdere centra bezoeken in plaats van slechts één. Het consumentengedrag is complex, daarom wordt het begrip in de volgende paragraaf verhelderd. 8

10 2.3 Het consumentengedrag Het consumentengedrag speelt in deze scriptie een belangrijke rol en kan als volgt worden omschreven: alle handelingen van personen die direct te maken hebben met het verwerven, gebruiken en afdanken van producten en diensten ter bevrediging van hun behoeften. Bij deze definitie kunnen de volgende kanttekeningen worden geplaatst. Het gaat niet alleen om de koopdaad zelf, maar om alle handelingen die daarmee te maken hebben. Dit kunnen bijvoorbeeld ook handelingen betreffen die te maken hebben met het beslissingsproces dat de consument doorloopt voordat hij tot zijn keuze komt, zoals rondkijken in winkels, advies inwinnen van andere consumenten of informatie uit de consumentengids raadplegen. De waarneming of perceptie van de consument speelt een belangrijke rol in het keuze- en koopgedrag (Wieringa & van Raaij, 1987). Volgens Terpstra (2002) is de consument en het consumentengedrag aan verandering onderhevig. Aanvankelijk hebben de producenten de lakens uitgedeeld, omdat de vraag van producten groter was dan het aanbod. Naarmate het aanbod van producten is toegenomen, hebben producenten aan macht verloren. Tegenwoordig kan de vraag van de grillige individualistische consument nog maar moeilijk worden voorspeld en moeten de producenten inspelen op de vraag van de consument. De subjectieve waardebeleving is mede bepalend geworden voor het feitelijke consumentengedrag. De consument kan niet meer gecategoriseerd worden naar inkomen en gezinssamenstelling. Het koopgedrag van de consument is afhankelijk van de situatie. Voorheen was het doen van boodschappen puur functioneel. Tegenwoordig is het winkelen een vorm van vrijetijdsbesteding geworden. Dit wordt bevestigd door de begrippen recreatief winkelen of funshoppen van Reijndorp et al. (1998). Deze begrippen worden afwisselend gebruikt in de scriptie. Recreatief winkelen vindt plaats in een context van slenteren, flaneren en rondkijken. Het gaat hier om het beleven van plezier aan het winkelen. Het aankopen van artikelen gebeurt impulsief en vindt niet eens altijd plaats. Consumenten willen hun schaarse vrije tijd optimaal benutten. Daarom vinden combinatiebezoeken plaats. Tijdens het winkelen worden bijvoorbeeld horecagelegenheden of musea bezocht. Het gaat om een dagje uit. Naast werken, onderwijs, huishoudelijke taken, zorg, verzorging, slapen en eten blijft voor de Nederlander volgens het Sociaal Cultureel Planbureau 27 procent van zijn tijd over om te genieten. Een groeiend deel daarvan gaat naar het recreatief winkelen. Uit onderzoek van het Tijdschrift voor Marketing (2005) blijkt dat 54 procent van de Nederlanders van 12 jaar en ouder wel eens recreatief winkelt. Wanneer een nadere uitsplitsing van de vrije tijd naar mannen en vrouwen gemaakt wordt, valt op dat er beduidend meer vrouwen (62 procent) dan mannen (45 procent) recreatief de winkelstraten bevolken. Als er naar leeftijdsverdeling gekeken wordt dan blijkt onder de groep van jaar het funshoppen veruit het populairst. Maar liefst 70 procent van de twintigers vindt dit een aantrekkelijke vrijetijdsbesteding. Uit het Continu Vrijetijds Onderzoek (CVTO) blijkt ook dat funshoppen een zeer favoriete bezigheid is (Sipma, 2005). In dit onderzoek wordt de vrijetijdsmarkt afgebakend tot alle (dag)recreatieve activiteiten die worden ondernomen buiten de eigen woning, waarbij men minimaal een uur van huis is (inclusief reistijd). In figuur 2.3 staan de meest favoriete vrijetijdsbestedingen van Nederlanders in 2005 weergegeven. 9

11 Figuur 2.3 Top-tien vrijetijdsbesteding Bron: CVTO, 2005 NetPanel heeft consumenten via het internet ondervraagd. De aantrekkingskracht van winkelen blijkt een combinatie van sociale interactie, ontspanning en profijt. De noodzaak van het kopen is ondergeschikt aan het plezier dat men eraan beleeft. Voor het merendeel (83 procent) is winkelen een wezenlijke vorm van ontspanning en wordt er veel aan combinatiebezoeken gedaan. Er wordt vaak in gezelschap gewinkeld. Mannen verkiezen meestal hun partner als shopmaatje (42 procent, tegen 22 procent van de vrouwen). Een kwart van de vrouwen zegt liever op stap te gaan met een vriendin. In je eentje winkelen is ook populair: 34 procent zegt dit het liefst te doen (Adformatie, 2003b). De runshopper is de tegenhanger van de funshopper en is doelgericht op zoek gaat naar goedkope, vooral dagelijkse producten. Deze worden vaak via een vast patroon aangeschaft. Doordat deze producten dagelijks nodig zijn moet het aanschaffen ervan zo min mogelijk tijd kosten (Reijndorp et al, 1998). 2.4 De theorie van cumulatie van attractie De laatste decennia zijn we verrijkt met nieuwe winkelcentra. Door de overvloed aan winkels koopt de consument niet het eerste product dat deze tegenkomt. De consument wil het beste product voor de meest gunstige prijs aanschaffen en vertoont hierbij het wik- en weeggedrag. Volgens R.L. Nelson doet de consument aan vergelijkend winkelen. Tijdens het winkelen worden producten met elkaar vergeleken op basis van soort, kwaliteit, vormgeving, kleurstelling, geur en prijs. De prijs van een product vormt niet het hoofdmotief. Of het product al dan niet de persoonlijke voorkeuren honoreert en/ of bijdraagt tot het door de persoon nagestreefde imago speelt een grotere rol. Het winkelen gaat gepaard met een persoonlijke betrokkenheid en een hoge gevoelswaarde bij de keuze van de producten. Men spreekt in zulke gevallen over egoboeiende goederen. Met name modeartikelen zoals kleding, schoeisel en accessoires alsmede stijlgoederen als woninginrichtingsartikelen zijn egointensief. De vergelijking van verschillende artikelen leidt tot de aankoop van het beste product binnen het budget van de consument. Voornamelijk vrouwen houden zich bezig met vergelijkend winkelen. De producten worden aangeraakt, bekeken en eventueel aangepast. Winkelen geeft een prettig gevoel, werkt ontspannend en is een tijdverdrijf. Bij vergelijkend winkelen ten behoeve van bijvoorbeeld kleding, schoeisel en meubelen heeft bijna 90% van 10

12 de consumenten geen vaste winkel. Volwassen Nederlanders bezoeken per jaar 2,5 miljard keer de detailhandel. 70% van deze trips wordt besteed aan boodschappen doen. Vergelijkend winkelen neemt 20% van de gevallen in beslag en doelgericht inkopen doen in de nonfoodsector maar liefst 10%. Nederlanders besteden gemiddeld 4,7 uur per week aan deze activiteiten. Vergelijkend winkelen duidt op funshoppen (Bolt, 2003). De detailhandel speelt in op het consumentengedrag door de concentratie van bedrijven met dezelfde soort koopwaar. Voor deze concentratie komen volgens Nelson de egoboeiende goederen in aanmerking. Consumenten weten daarbij de concentratie van winkels in een winkelcentrum op waarde te schatten. Dit wordt ook wel cumulatie van attractie genoemd. In tegenstelling tot wat Christaller beweert, bezoekt de consument niet altijd de best bereikbare locatie. Voor een concentratie van gelijksoortige winkels is de consument dikwijls bereid verder te reizen. Een combinatie van goede bereikbaarheid en een concentratie van winkels met een breed assortiment verdient de voorkeur. De volgende theorie gaat verder in op de concentratie van winkels. 2.5 De ruimtelijke interactietheorie De ruimtelijke interactietheorie van W.J. Reilly (1933) kan ook worden toegepast op de detailhandel. Reilly onderzocht het te verwachten aantal consumenten van een winkelcentrum. De aantrekkingskracht van twee grotere centra op een tussenliggende kleinere woonkern verhoudt zich evenredig tot de omvang van elk van deze centra en omgekeerd tot het kwadraat van de afstanden van deze centra tot die woonkern. Consumenten laten zich bij de keuze van een winkelcentrum als het ware leiden door het onderlinge verschil in grootte van de centra en de af te leggen afstanden tot die centra. De theorie beweert dat consumenten wonende in een kleinere plaats vaker winkelen in een plaats met een groot winkelcentrum dan in een plaats op gelijke afstand met een kleinere concentratie aan winkels. Mocht een kleinere woonplaats te ver van het grote winkelcentrum af liggen, dan kiezen de consumenten alsnog voor de winkels in een kleiner winkelcentrum of de eigen woonplaats. Het plaatselijk minder gevarieerdere aanbod wordt daarbij voor lief genomen. De lokale ondernemers zullen op hun beurt proberen de consumenten vast te houden door het aanbod te vergroten. Desalniettemin kiezen consumenten bij een evenredige afstand voor een groter centrum met grote keuzemogelijkheid. Consumenten weten grote winkelcentra op hun waarde te schatten door het grote aantal winkels dat hier voorkomt, het ruime aanbod van producten, de aanwezige parkeerplaatsen, de lage prijzen en het vermaak en de exclusiviteit. Kleine winkelcentra worden onder andere gewaardeerd om de nabije locatie, de service en de sociale contacten die er onderhouden kunnen worden. De theorie is enkele malen in de loop der jaren veranderd. Zo is het aantal inwoners in een verzorgingskern vervangen door de totale omzet in deze kern. De af te leggen afstanden om het winkelcentrum te bereiken is vervangen door de reistijd (Bolt, 2003). De centraliteit van plaatsen is tegenwoordig dus minder significant. De consument vindt de reistijd en de bereikbaarheid van de detailhandel belangrijk. Bovenstaande theorieën zullen terug te vinden zijn in de volgende hoofdstukken. 11

13 2.6 Conclusie Om het onderzoek te kunnen uitvoeren is het noodzakelijk te beschikken over een goed theoretisch kader. De behandelde theorieën en begrippen van dit hoofdstuk dienen als theoretisch kader met betrekking tot de vraagstellingen. Het consumentengedrag is aan verandering onderhevig. Uit de term funshoppen valt op te maken dat het winkelen een vorm van vrijetijdsbesteding is geworden. Daar tegenover staat het runshoppen wat functioneel van aard is en vaak dagelijks plaatsvindt. Ook in het onderzoeksgebied van deze scriptie wordt er aan funshoppen en runshoppen gedaan. Dit zal verderop in de scriptie duidelijk worden. Om de ontwikkeling in de detailhandel goed te laten verlopen zijn de theorieën in het verleden dikwijls gebruikt bij het overheidsbeleid. Met behulp van de centrale plaatsen theorie en de ruimtelijke interactietheorie wordt er in deze scriptie getracht het verzorgingsgebied van het DOC te bepalen. Door het bestuderen van het consumentengedrag en het hanteren van de theorie van cumulatie van attractie moet blijken of er sprake is van concurrentie tussen het DOC en de detailhandel in de binnenstad van Roermond. Om de ontwikkelingen in de detailhandel in Roermond te begrijpen wordt er eerst naar de ontwikkelingen van de detailhandel in Nederland gekeken. Dit wordt in het volgende hoofdstuk behandeld. 12

14 Hoofdstuk 3 De ontwikkeling van de detailhandel 3.1 Inleiding In het vorige hoofdstuk is een theoretisch kader geschetst met betrekking tot de vraagstellingen. In dit hoofdstuk worden de theorieën en begrippen gebruikt om de ontwikkeling van de detailhandel schetsen. De mondialisering heeft er voor gezorgd dat de detailhandel in de wereld steeds meer op elkaar begint te lijken. De ontwikkeling van de detailhandel van een land is volgens Evers (2004) afhankelijk van de desbetreffende cultuur, economie, politieke situatie en ruimtelijke ordening. De meeste detailhandelsconcepten zijn in de Verenigde Staten ontwikkeld. De rest van de wereld heeft het grote Amerikaanse voorbeeld gevolgd. Daarom is het voor het begrijpen van de ontwikkeling van de detailhandel in Nederland belangrijk om het Amerikaanse overheidsbeleid en de detailhandel aan te kaarten. De ontwikkelingen in de VS worden echter vluchtig behandeld. Vervolgens wordt er dieper ingaan op het Nederlandse overheidsbeleid en de detailhandel. De detailhandel van de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen wordt ook kort belicht. Verderop in de scriptie zal duidelijk worden dat de consumenten in deze deelstaat een aanzienlijke rol in mijn onderzoek spelen. Als laatste wordt het concept van een factory outlet centre uitgelegd. Het beschrijven van deze onderwerpen moet inzicht bieden in de ontwikkeling van de detailhandel en een aanzet geven voor het beschrijven van het onderzoeksgebied in het volgende hoofdstuk. 3.2 Overheidsbeleid in de Verenigde Staten De industrialisatie in de Verenigde Staten in de negentiende eeuw is gepaard gegaan met een sterke groei van de stedelijke bevolking. Op zoek naar werk is de plattelandsbevolking naar de stad getrokken. De overbevolking en het ontbreken van sanitaire infrastructuur heeft de steden destijds veranderd in ongezonde plaatsen om te wonen. De toegenomen welvaart heeft financiële middelen en transportfaciliteiten doen ontstaan. Hierdoor heeft een nieuwe klasse zich buiten de steden kunnen vestigen. Op deze manier is de suburbanisatie op gang gekomen. Het begin van de suburbanisatie en de trek van winkels naar de periferie gaan volgens Evers (2004) gelijk op met het ontstaan van de shopping mall. Perifere shopping malls zijn niet alleen een nasleep maar ook een belangrijke veroorzaker van de explosieve verstedelijking. Aanvankelijk zijn de suburbs rond treinstations ontstaan. Vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw is het autobezit onder de Amerikaanse bevolking drastisch toegenomen en zijn suburbs voornamelijk langs snelwegen gebouwd. De ontwikkeling van de massamotorisering heeft het autobezit onder alle lagen van de bevolking mogelijk gemaakt. Dit heeft in een enorme suburbanisatie geresulteerd. Aan deze explosieve groei liggen enkele oorzaken ten grondslag. Ten eerste zijn er nieuwe wegen gesubsidieerd door middel van het heffen van belasting op benzine, olie, autobussen en trucks. Ten tweede is het ruimtelijk beleid gericht geweest op de beperking van bepaalde activiteiten, waardoor ongewenst grondgebruik in steden tegen is gegaan. Ten derde heeft de overheid lage hypotheken in voornamelijk suburbane gebieden verstrekt. Als laatste heeft de babyboom na de Tweede Wereldoorlog gezorgd voor de toename van eengezinswoningen. Vanaf de jaren 1970 zijn er om binnensteden nieuw leven in te blazen aldaar ook malls ontwikkeld (Hall, 2000). De auto en de snelweg zijn de middelen geworden om vorm te geven aan de Amerikaanse droom van een natie van vrije, onafhankelijke burgers (Reijndorp et al, 1998). De stedelingen zijn erg gesteld op de autovriendelijke, schone en veilige omgeving van de mall. 13

15 De planningcultuur in de VS is sterk op de markt gericht. Er is een hoge graad van decentralisatie met een lage coördinatie. Elk van de Staten regelt haar eigen lokale bestuur en heft belasting. Detailhandelsvestigingen worden vaak door middel van Publiek-Private samenwerking (PPS) tot stand gebracht. PPS is een samenwerkingsvorm tussen de overheid en een of meer private ondernemingen. Lagere overheden zijn echter in enige mate financieel afhankelijk van deze samenwerking en ontvangen bijna driekwart van hun lokale inkomsten uit onroerend goed belasting. Ontwikkelaars van winkelcentra proberen daarom lokale overheden tegen elkaar uit te spelen om onder de meest gunstige bouwomstandigheden te kunnen opereren. Overheden kunnen daarentegen macht uitoefenen door gebruik te maken van zoning plannen om ontwikkeling tegen te gaan of te stimuleren (Hall, 2000). Er is in het verleden zelden een halt geroepen aan de groei van de Amerikaanse steden en de bijbehorende winkelcentra. De overdaad aan grond heeft dit mogelijk gemaakt (Evers, 2004). Dit alles heeft geresulteerd in een lage bevolkingsdichtheid van 31 inwoners per km2 in 2005 (Wikimedia, 2005). 3.3 De Amerikaanse detailhandel De eerste Europese passages en warenhuizen dateren uit de achttiende en negentiende eeuw. Het winkelcentrum zoals we dat tegenwoordig kennen, is voor de Tweede Wereldoorlog in de VS ontwikkeld (Dawson, 1983). De Amerikaanse termen shopping centre en shopping mall worden in de praktijk afwisselend gebruikt. Bij beide gaat het om een concentratie van winkels. Volgens Jesse Fokkink (2003) valt er een onderscheid te maken tussen een shopping centre en een shopping mall. De mall is overdekt en aanzienlijk groter dan het shopping centre. Malls hebben een regionaal of zelfs een nationaal afzetgebied. Hun grotere schaal gaat vaak gepaard met allerlei recreatieve (leisure) voorzieningen en horeca. Door de suburbanisatie is de behoefte aan winkels buiten de grote steden ontstaan. Ten gevolge daarvan is Highland Park Shopping Village, het eerste regionale shopping centre, in Dallas (Texas) ontstaan. Het shopping centre is in 1931 ontwikkeld door Hugh Prather en is daarbij het eerst geplande in de VS. Dit was destijds een baanbrekend ontwerp in de evolutie van shopping centres en kenmerkend voor de Amerikaanse architectuur van de twintigste eeuw. Het terrein van Highland Park, waarop het eerste shopping centre gebouwd werd, was in het bezit van één eigenaar en werd niet in tweeën gedeeld door de openbare ruimte. Daarbij waren de ingangen van de winkels naar binnen gericht en waren de winkels wat betreft de uitstraling gelijk. Er waren verschillende restaurants, een bioscoop, een garage en een parkeerplaats in het shopping centre te vinden. In 2000 is Highland Park Village uitgeroepen tot nationaal monument (Highland Park Village, 2005). Figuur 3.1 Highland Park Shopping Village Bron: Highland Park Village,

16 De eerste overdekte shopping mall, Southdale Center in Edina (Minnesota), heeft haar deuren in 1956 geopend. Southdale is ontworpen door Victor Gruen en wordt beschouwd als de eerste moderne regionale mall. Gruen is door het ontwerp van de Galleria Vittoria Emanuele in Milaan geïnspireerd. De mall was voorzien van 70 winkels, een parkeergarage, restaurants, café s en airconditioning. De winkels kwamen uit op een binnenplaats met begroeiing waardoor de consument zich op een Europese markt waande. De hedendaagse mall is op dit ontwerp gebaseerd en is over de hele wereld verspreid (Maitland, 1985): The shopping centre had become, in effect, an industrialised product, and the development industry set about equipping the cities of first North America, and then Europe, Australia, Japan, Central and South America and finally the Middle East, with this product, as each country in its turn achieved car ownership levels, at about one car per ten people, which would sustain it One might compare the organization of a shopping centre with the governmental structure of the United States. A strong federal government represents the country as a whole and expresses those concepts and functions which must be exercised for the good of all. Yet, within this federal framework, free expression in many essential matters has been reserved by the individual states. The overall character of the center must be one of corporate strength through the strength of the individuals Figuur 3.2 Southdale Center Bron: Southdale Center, 2005 De grootste mall in de VS is de Mall of America in Bloomington, Minnesota. De mall is ontworpen door de shopping architect Jon Jerde, die ook de Koopgoot in Rotterdam op zijn naam heeft staan. Het m2 grote centrum behelst 520 winkels, parkeerplaatsen, een pretpark, nachtclubs, restaurants en 100 bewakers (Mall of America, 2005). De autoafhankelijke Amerikaanse samenleving prefereert winkelcentra in de suburbs. Deze zijn goed bereikbaar en hebben een overvloed aan gratis parkeerplaatsen. Figuur 3.3 en 3.4 Mall of America Bron: Mall of America, 2005 De West Edmonton Mall (WEM) in Canada overtreft zelfs de Mall of America. De alomvattende mall heeft een oppervlakte van maar liefst m2. In de mall bevinden 15

17 zich 800 winkels waaronder 10 grote warenhuizen. De mall heeft tevens het grootste parkeerterrein van de wereld. Daarnaast zijn er vijf grote attractieparken en een hotel in Disney-achtige architectuur met 300 kamers. Een citaat uit het boek Machine en theater van Kooijman geeft goed aan hoe er naar WEM als nieuw shopping fenomeen gekeken wordt: Tourists will no longer have to travel to Disneyland, Miami Beach, The Epcot Park New Orleans California Sea World, The San Diego Zoo, the Grand Canyon it s all here at the WEM. Everything you ve ever wanted in a lifetime and more (Fokkink, 2003). Figuur 3.5 en 3.6 West Edmonton Mall Bron: West Edmonton Mall, 2005 Gedurende het hoogtepunt van de groei van shopping malls ( ), zijn er in de VS rond de shopping malls ontwikkeld. In 2004 was dit aantal uitgegroeid tot (National Research Bureau, 2005). Andere formules als de megastores en de factory outlet centre hebben deze trend gevolgd. Hoe verschillend de winkelcentra wereldwijd wel niet mogen zijn, ze zijn alle gebouwd voor de consumptie. Het winkelareaal in de VS was in ,9 m2 per inwoner en heeft daarmee de grootste omvang van de wereld (National Research Bureau, 2005). Winkelen en boodschappen doen wordt door de meerderheid van de Amerikaanse bevolking in een shopping mall gedaan. 3.4 Overheidsbeleid in Nederland De eerste suburbanisatie gaat terug tot in de zestiende eeuw. Rond 1800 waren het voornamelijk de gegoeden die uit de steden trokken. Dankzij hun eigen vervoermiddelen konden ze op en neer rijden tussen de woning in de stad en het buitenhuis. Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw kon de gegoede burgerij dankzij de economische bloei en nieuwere en snellere transportmiddelen zich permanent buiten de stad vestigen. Daarnaast ontstond er een groei van de stedelijke bevolking door arbeiders die in de stad op zoek naar werk gingen. De oorzaak hiervan was de industrialisatie die na 1860 op gang is gekomen. Langzamerhand is een sterk uitdijende, stedelijke periferie gevormd. De toename van het autobezit, vanaf 1920, heeft grote invloed gehad op het ruimtelijk spreidingspatroon van Nederland (Reijndorp et al, 1998). Vanaf de jaren dertig wordt het vestigingsbeleid voor de detailhandel geregisseerd. Al wordt het begin van de twintigste eeuw volgens van der Post (2004) gekenmerkt door een afzijdige overheid De jaren Vanaf de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog is er een restrictief beleid gehanteerd. Tijdens de oorlog is er een zeer groot aantal aan woningen verwoest en beschadigd. Een explosieve groei van de bevolking en de teruggelopen woningvoorraad heeft in een enorme woningnood geresulteerd. Dit werd jarenlang als volksvijand nummer één gezien. Om de 16

18 woningnood te verhelpen zijn van overheidswege grootschalige nieuwbouwwijken gepland. Deze nieuwbouwwijken waren keurig voorzien van geplande winkelvoorzieningen. Om er voor te zorgen dat Nederland niet te volgebouwd zou raken en om de uitgaven te beheersen, is lange tijd een jaarlijkse centrale bepaling van het woningbouwprogramma gehanteerd (Van der Cammen & de Klerk, 1999). De overheidsplanning met betrekking tot de opbouw van de detailhandelsstructuur is tot de jaren zestig voornamelijk gebaseerd op de ruimtelijke interactietheorie van Reilly. Daarnaast is de centrale plaatsentheorie van Christaller als uitgangpunt voor de detailhandel gebruikt. Het belangrijkste resultaat van dit beleid is een hiërarchische opbouw en spreiding van winkelvoorzieningen voor het stedelijk gebied in een stelsel van hoofd-, stadsdeel-, wijk-, en buurtcentra. Om het winkelapparaat in goede banen te leiden heeft de overheid zich actief bemoeid met de detailhandelsmarkt. De lagere overheden hebben meer zeggenschap over de detailhandel geëist wat betreft de algemene regelgeving, sluitingstijden en de vestigingspolitiek (van der Post, 2004). In de loop van de jaren zestig sloeg de welvaart op hol. De modernisering van het alledaagse leven vertoonde de trekken van de American way of life, dit kwam mede door de Amerikaanse Marshallhulp tijdens de wederopbouw. Als gevolg van de welvaart ontstond een sterke groei van de steden, het Nederlandse winkelapparaat en een toename van de vrije tijd en de consumptie. De onverwachte en ongeplande spreiding van de bevolking over het hele land moest worden tegengehouden. De bevolking bleef daarom voor werk en stedelijke voorzieningen op de grote kern aangewezen. Alleen de woonfunctie en de dagelijkse voorzieningen zijn gedeconcentreerd. De binnensteden kregen meer een cityfunctie, met de daarbij behorende kantoor- en winkelvoorzieningen. Daarnaast zijn de steden beter bereikbaar voor de auto gemaakt. De Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) uit 1965 vormt de basis van de hedendaagse ruimtelijke ordening. Daar Nederland in 2005 een hoge bevolkingsdichtheid van 482 inwoners per km2 kende (CBS, 2005), is ruimtelijke ordening van groot belang bij het indelen van de schaarse ruimte. Hoe Nederland er nu en in de toekomst uit moet zien, wordt geregeld in ruimtelijke plannen. Het Rijk, de provincies en de gemeente maken dergelijke plannen. De taken zijn verdeeld over drie bestuurlijke niveaus. Het Rijk maakt de nota s, de provincie de streekplannen en de gemeentes de structuur-, en bestemmingsplannen. De nota dient als kader voor de streek-, structuur, - en bestemmingsplannen. In een nota wordt in grote lijnen de te verwachten en de gewenste ruimtelijke ontwikkeling beschreven De jaren In het begin van de jaren zeventig is de eerste perifere detailhandelsvestiging geopend. Om een te grote spreiding van de detailhandel tegen te gaan, is in 1973 het perifere detailhandelsvestigingen (PDV) beleid ingevoerd. Binnensteden en andere bestaande winkelconcentraties zijn door middel van het overheidsbeleid gehandhaafd en ontwikkeld. Nieuwe winkellocaties zijn getoetst aan en ingepast in de reeds bestaande winkelstructuur. Perifere detailhandelvestigingen zijn: vestigingen op alle terreinen of locaties binnen de bebouwde kom die niet binnen een bestaand of gepland winkelgebied of het onmiddellijk daaraan grenzend gebied liggen; zodoende alleen toegestaan op industrieterreinen en aan de rand van de bebouwde kom voor zover zij een complementaire functie vervullen naast de voorzieningen in de binnen(steden); winkelformules die vanwege de omvang en aard van de artikelen een grote oppervlakte nodig hebben voor de uitstalling (auto s, boten, caravans (de zgn. ABC-goederen ), 17

19 tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels); in de buitengebieden (op de groene weide) slechts in het uitzonderingsgeval waarin zij een trekkersrol vervullen voor een aanvaardbare uitbreiding van de woonbebouwing gepermitteerd (Gemeente Roermond, 2001). De winkeliers in de stadsdeel-, wijk-, en buurtcentra voelden zich gedupeerd door het PDVbeleid. De overheid heeft zodoende nieuwe regelgeving voor perifere vestigingen van de detailhandel opgesteld. Eventuele uitbreiding van het winkelapparaat kan slechts binnen strakke overheidsrichtlijnen plaatsvinden. In 1976 is de verplichting van een Distributie- Planologisch onderzoek (DPO) ingevoerd. Een DPO kan omschreven worden als een modelmatig onderzoek dat als doel heeft de regionale ontwikkelingen in koopkracht en bestedingen te tonen op grond waarvan kan worden bekeken welke speelruimte er rest voor uitbreiding van het winkelareaal. Per geval moeten de ruimtelijke consequenties en de mogelijke verstoring bestudeerd worden. Enerzijds moet het duidelijkheid verschaffen over het functioneren van het bestaande winkelbestand, anderzijds moet het inzicht geven in de te verwachten of te stimuleren detailhandelsontwikkelingen. Het beleid dient zowel de belangen van de detaillisten als de belangen van de consumenten te behartigen (van der Post, 2004). De invloed van de theorie van Christaller op de patronen van de detailhandel en de stedelijke ontwikkeling valt terug te vinden in een DPO. De groei van de detailhandel is herhaaldelijk door het overheidbeleid gedwarsboomd met als doel het behoud van de fijnmazige Nederlandse winkelstructuur. De meest effectieve maatregel is de complementariteit van nieuwe winkelcentra aan de bestaande detailhandel geweest. Voornamelijk kleinere winkeleigenaren zijn hiermee gebaat. Als een detaillist zich eenmaal ergens gevestigd had, dan was deze praktisch vrijgesteld van concurrentie. Deze maatregel bracht met zich mee dat ontwikkelaars in onroerend goed en de gevestigde belangen van de detailhandel zich verenigden met de stedenbouwkundigen. Een andere maatregel voor de detailhandel is de Vestigingswet uit Om een bedrijf te kunnen openen moeten vergunningen worden aangevraagd. Deze vergunningen zijn niet eenvoudig te verkrijgen waardoor velen afhaken. De groei van winkels is hierdoor afgeremd. Ook de Winkeltijdenwet uit 1976 is een manier geweest om de detailhandel in de hand te houden. Deze behelst een beperking van de openingstijden van winkels en verbod op winkels om op zon- en feestdagen handel te drijven (Evers, 2004) De jaren Binnen de hiërarchie van winkelcentra en winkelstraten hebben binnenstedelijke winkelgebieden lang aan de top gestaan. De spreiding van nieuwe winkelcentra over de regio, naar de stadsranden en de suburbs heeft er echter toe geleid dat de consument voor steeds minder goederen aangewezen is op de binnenstad. Sinds de jaren tachtig is er een hernieuwde belangstelling voor het binnenstedelijk winkelapparaat (Reijndorp et al, 1998). In het verlengde van deze ontwikkeling is het binnenstadsmanagement ontstaan. Deze instelling houdt zich bezig met de economische ontwikkeling en de leefbaarheid van de binnenstad. Daarnaast is structureel overleg met de gemeente vanuit een goed functionerende winkeliersvereniging van groot belang. Pas vanaf 1986 is de groei van grote detailhandelsvestigingen aan de rand van steden goed op gang gekomen. Het uitvoeren van een DPO is sindsdien namelijk niet meer wettelijk verplicht. Gemeenten en provincies bepalen zelf of er onderzoek moet plaatsvinden. De zogenoemde commerciële suburbanisatie is definitief ingezet. De bereikbaarheid per auto van 18

20 de perifeer gelegen winkelcentra wordt door de consument op waarde geschat (van der Post, 2004) De jaren Vanaf de jaren 1990 heeft een verruiming van het overheidsbeleid plaatsgevonden en worden de maatregelen minder strikt nageleefd. In 1993 werd het PDV-beleid aangevuld met Grootschalige detailhandelsvestigingen (GDV). De volgende eisen werden gesteld: Er moet een detailhandelstructuurvisie voor de betreffende regio zijn opgesteld waaruit blijkt dat er economische ruimte is voor een GDV-locatie. De voorstellen moeten worden ontwikkeld in samenspraak met de Inspectie RO van VROM en het Rijksconsulentschap EZ. De locatie moet passen binnen het Locatiemobiliteitsbeleid. Alleen B-locaties (locaties die zowel per auto als met het openbaar vervoer goed bereikbaar zijn) komen in aanmerking. GDV s zijn winkels met een vloeroppervlakte van 1500 m2 of meer. Ter bescherming van de open ruimte kunnen GDV s slechts op de 13 stedelijke knooppunten gerealiseerd worden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Breda, Eindhoven, Maastricht/Heerlen, Arnhem/Nijmegen, Enschede/Hengelo, Zwolle, Groningen, Leeuwarden en Tilburg). Enkele grote gemeenten krijgen de mogelijkheid om speciale locaties aan te wijzen voor de vestiging en concentratie van grootschalige detailhandel, waarbij geen beperkingen gelden ten aanzien van branche en/of assortiment (Gemeente Roermond, 2001). Het PDV/GDV-beleid is in de loop der jaren aan de veranderende eisen aangepast. Naast de inmiddels bekende doelstelling om het bestaande winkelapparaat te behouden, bestaat er nog een andere doelstelling. Het bevorderen van de dynamiek in de detailhandel met betrekking tot het bieden van ruimte aan nieuwe vormen van detailhandel en het langs deze weg mogelijk maken van kwaliteitsverbetering kan in dit verband genoemd worden (van der Post, 2004). Door de veranderende samenstelling van de huishoudens heeft er in 1996 een verruiming van de Winkeltijdenwet plaatsgevonden. Tweeverdieners en eenpersoons huishoudens kunnen vaak niet tijdens kantooruren winkelen of boodschappen doen. Het is voor de detailhandel tegenwoordig geoorloofd tot laat in de avond en op zondag handel te drijven. In steden als Amsterdam en Rotterdam waar de winkels iedere dag geopend zijn, is zondag tevens de drukst bezochte dag heden In 2001 is de Vijfde Nota over de ruimtelijke ordening verschenen. Het uitgangspunt is decentraal wat kan, centraal wat moet. Het Rijk wil zich meer toeleggen op kaderstelling en minder bemoeienis hebben met de uitwerking van het beleid door de andere overheden. Zo zijn er veel minder regels noodzakelijk (VROM, 2001). Als gevolg van de kritiek op deze nota verscheen de Nota Ruimte in Deze nota heeft grote gevolgen op het detailhandelsbeleid gehad. Het beschreven locatiebeleid is van groot belang voor de detailhandel. De doelstelling van dit beleid luidt: een zodanige vestiging van bedrijven en voorzieningen zodat een optimale bijdrage wordt geleverd aan de versterking van de vitaliteit van stedelijke netwerken en de steden en dorpen. Die vitaliteit heeft verschillende dimensies, te weten de economische ontwikkelingsmogelijkheden, de bereikbaarheid, de ruimtelijke kwaliteit en de kwaliteit van de leefomgeving (Raad Nederlandse Detailhandel, 2005). Sindsdien is er begonnen met de beëindiging van de landelijke regelgeving met betrekking tot 19

21 de PDV en de GDV. De overheid heeft hiermee groen licht gegeven voor de verdere ontwikkeling van de detailhandel. Voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis is er vestigingsvrijheid voor de detailhandel ontstaan. De gemeenten zijn enigszins vrij in de inrichting van hun eigen grondgebied, maar dienen zich te houden aan de randvoorwaarden van het Rijk en de drie dimensies van stedelijke vitaliteit. Nieuwe vestigingslocaties voor de detailhandel mogen echter niet ten koste gaan van de bestaande detailhandelsstructuur in wijkwinkelcentra en binnensteden. In de toekomst moeten lagere overheden streek- en structuurplannen voorzien van een detailhandelvisie (Financieel Dagblad, 2005). Daarbij dienen gemeenten de mogelijkheid te hebben om in bestemmingsplannen een aparte bestemming voor perifere detailhandel op te nemen. Het aantal regels dat het Rijk aan anderen oplegt, wordt verminderd. De ruimte voor decentrale overheden, maar voor ook voor maatschappelijke organisaties, private partijen en burgers wordt als gevolg vergroot. De regievoerende rol van provincies wordt versterkt. De liberalisering van het detailhandelsbeleid werd door de gevestigde middenstand en andere belanghebbende partijen niet toegejuicht wegens de oneerlijke concurrentiepositie van nieuwkomers. Ongeacht de vele maatregelen van de overheid hebben de detaillisten zich benadeeld gevoeld door het PDV/GDV-beleid. Zij vrezen voor nieuwe winkelcentra die als paddestoelen uit de grond rijzen. Zij waren dan ook fel tegen de ontwikkelingen op deze locaties. Daarnaast heeft de overheid fors op de uitgaven bezuinigd. Aangezien Nederland fiscaal gecentraliseerd is, zijn de gemeenten sterk afhankelijk van de uitgaven van de overheid. De recessie heeft de laatste jaren bovendien voor een lagere omzet in de detailhandel gezorgd. De toegenomen PPS bij de ontwikkeling van winkelcentra heeft voor meer financiële middelen gezorgd. Voor een gebiedsgerichte ontwikkeling is een effectieve samenwerking tussen overheden onderling en private partijen en maatschappelijke organisaties onmisbaar. De gemeenten zijn door de PPS niet meer grotendeels afhankelijk van de overheid en kunnen meer op de private markt steunen. Projecten kunnen hierdoor versneld en ruimer opgezet worden. De overheid wil met behulp van wetgeving en beleidsmaatregelen bepaalde collectieve doeleinden bereiken en individuele burgers beschermen. Hiervoor wordt de ruimtelijke ordening en de detailhandel sinds lange tijd door de overheid gestuurd. Het ingrijpen in de detailhandel is er voornamelijk op gericht de geografische spreiding van winkels te beheersen. De voortdurend veranderende perceptie op de ruimtelijke ordening heeft de structuur van de detailhandel bepaald. Het Rijk geeft de voorkeur aan concentratie van de detailhandel. Dit wordt zowel vanuit ruimtelijk als economisch oogpunt wenselijk geacht. Er wordt op planmatige wijze omgegaan met winkelvoorzieningen. Het planningsprincipe, gebaseerd op de gedachte van concentratie van winkels in een functionele hiërarchie, heeft geleid tot het huidige niveau en dichtheid aan voorzieningen. Naast de regulering van de detailhandel heerst de gedachte dat de consument het recht heeft om binnen een aanzienlijke afstand van zijn woning te kunnen winkelen. De versoepeling van het beleid wordt daarom voortgezet, maar er wordt op geacht dat de groei niet te grote vormen aanneemt (van der Post, 2004). 3.5 De Nederlandse detailhandel Het Nederlandse winkelcentrum wordt omschreven als een concentratie van minimaal twee winkels met een winkelverkoopvloeroppervlakte (WVO) van minstens 1500m2 (Bolt, 2003). De winkelcentra in Nederland zijn relatief klein en hebben meestal een lokaal of regionaal afzetgebied. Het eerste geplande winkelcentrum van Nederland aan de Rotterdamse Lijnbaan werd pas in 1953 geopend. Het winkelcentrum is door Van den Broek en Bakema ontworpen als een openbare huiskamer, met bloembakken, bomen, banken, kiosken en een speciale 20

KWART NEDERLANDSE BEVOLKING BEZOEKT FOC

KWART NEDERLANDSE BEVOLKING BEZOEKT FOC KWART NEDERLANDSE BEVOLKING BEZOEKT FOC Trekkracht van Factory Outlet Centres uiteenlopend Veel gemeenten en winkeliersverenigingen staan voor de uitdaging om hun winkelgebieden op peil te houden en winkelsluitingen

Nadere informatie

Detailhandelsstructuur Veenendaal Nu en in de toekomst

Detailhandelsstructuur Veenendaal Nu en in de toekomst Detailhandelsstructuur Veenendaal Nu en in de toekomst Inleiding De gemeente Veenendaal heeft een sterk kernwinkelgebied, vier buurtwinkelcentra en twee woonboulevards. Veenendaal wil de positie van de

Nadere informatie

Notitie Definitie perifere detailhandel

Notitie Definitie perifere detailhandel Notitie Definitie perifere detailhandel Gemeente Apeldoorn Eenheid Ruimtelijke Leefomgeving Mei 2013 2 Inleiding In februari 2010 is door de gemeenteraad het nieuwe beleidskader voor perifere en grootschalige

Nadere informatie

PDV/GDV cluster Eijsden (Gronsveld)

PDV/GDV cluster Eijsden (Gronsveld) PDV/GDV cluster Eijsden (Gronsveld) Effecten op winkelgebieden in omgeving Opdrachtgever: Wyckerveste Adviseurs BV. Rotterdam, 4 november 2010 Over Ecorys Met ons werk willen we een zinvolle bijdrage leveren

Nadere informatie

Detailhandel in Nederland

Detailhandel in Nederland Planbureau voor de Leefomgeving De wetenschap van het winkelen Randstad Koopstromonderzoek Haarlem, 8 februari 2017 www.pbl.nl Onderzoeksinstituut voor de Rijksoverheid Kennis voor beleid Milieu Natuur

Nadere informatie

Koopstromen geven een onthutsend beeld van de toekomst Winkels verdwijnen uit kleine en middelgrote kernen

Koopstromen geven een onthutsend beeld van de toekomst Winkels verdwijnen uit kleine en middelgrote kernen Koopstromen geven een onthutsend beeld van de toekomst Winkels verdwijnen uit kleine en middelgrote kernen Op 24 september werden de koopstromen 2015 van Oost- Nederland gepresenteerd door het onderzoeksbureau

Nadere informatie

Een vergelijkend onderzoek naar de competiviteit van Nederlandse binnensteden versus grootschalige perifere winkelvoorzieningen

Een vergelijkend onderzoek naar de competiviteit van Nederlandse binnensteden versus grootschalige perifere winkelvoorzieningen Een vergelijkend onderzoek naar de competiviteit van Nederlandse binnensteden versus grootschalige perifere winkelvoorzieningen Aanleiding Onderzoeksdoelstelling Onderzoeksmethodologie Resultaten Conclusie

Nadere informatie

Internetwinkelen: bijna iedereen doet het Resultaten uit het Koopstromenonderzoek Randstad 2011 (KSO2011)

Internetwinkelen: bijna iedereen doet het Resultaten uit het Koopstromenonderzoek Randstad 2011 (KSO2011) Internetwinkelen: bijna iedereen doet het Resultaten uit het Koopstromenonderzoek Randstad 2011 (KSO2011) De detailhandel heeft het moeilijk. Daar waar voor veel sectoren geldt dat vooral de economische

Nadere informatie

Actualisering PDV/GDVbeleid. FoodValley. Raadsinformatiebijeenkosmt. 23 november Guido Scheerder

Actualisering PDV/GDVbeleid. FoodValley. Raadsinformatiebijeenkosmt. 23 november Guido Scheerder Actualisering PDV/GDVbeleid FoodValley Raadsinformatiebijeenkosmt 23 november 2016 Guido Scheerder 2 Inhoud presentatie Doel actueel PDV / GDV beleid Projectaanpak Definities Actuele aanbodstructuur Vraag

Nadere informatie

De veerkrachtige binnenstad

De veerkrachtige binnenstad De veerkrachtige binnenstad VVG Congres 25 mei 2016 Auteurs: David Evers, Joost Tennekes, Frank van Dongen Supervisie: Edwin Buitelaar PBL www.pbl.nl Onderzoeksinstituut voor Rijksoverheid 2 Bruisende

Nadere informatie

DATABANKEN OVER HET VERANDERENDE WINKELLANDSCHAP. Beschrijving. Verzorgingsgebieden Verkenner Nederland /

DATABANKEN OVER HET VERANDERENDE WINKELLANDSCHAP. Beschrijving. Verzorgingsgebieden Verkenner Nederland  / DATABANKEN OVER HET VERANDERENDE WINKELLANDSCHAP Beschrijving Verzorgingsgebieden Verkenner Nederland WWW.LOCATUS.COM / INFO@LOCATUS.COM Beschrijving Verzorgingsgebieden Verkenner Nederland Pelmolenlaan

Nadere informatie

Beschrijving. Verzorgingsgebieden Verkenner. Overzicht van winkelgebieden en hun aantrekkingskracht op de consument.

Beschrijving. Verzorgingsgebieden Verkenner. Overzicht van winkelgebieden en hun aantrekkingskracht op de consument. Beschrijving Verzorgingsgebieden Verkenner Overzicht van winkelgebieden en hun aantrekkingskracht op de consument www.locatus.com info@locatus.com Inhoud 1 Inleiding... 1 2 Enkele basisbegrippen... 2 2.1.

Nadere informatie

Begeleidingscommissie

Begeleidingscommissie Bijlage 1 Begeleidingscommissie Bijlage 2 Begrippenlijst mevrouw D. Bogers mevrouw E. Lambooy mevrouw S.N. MinkemaWedzinga de heer J.S. Nota de heer A. van Wanroij Gemeente Soest KvK Gooi en Eemland Gemeente

Nadere informatie

Winkelen in het Internettijdperk

Winkelen in het Internettijdperk Winkelen in het Internettijdperk De (ruimtelijke) gevolgen van internet winkelen dr. Jesse Weltevreden, Hoofd Onderzoek BOVAG 1 Inhoud Winkelgebieden in Nederland Internet winkelen in Nederland E-shoppers:

Nadere informatie

De supermarkt als drager van de Nederlandse winkelstructuur

De supermarkt als drager van de Nederlandse winkelstructuur De supermarkt als drager van de Nederlandse winkelstructuur in verleden, heden en toekomst Aart Jan van Duren Annexum Academy, 28 januari 2014 Opbouw Over mijzelf Over mijn bedrijf Stellingen Over supermarkten,

Nadere informatie

Zondagopenstelling Drechterland Peiling onder inwoners. Gemeente Drechterland Augustus 2013

Zondagopenstelling Drechterland Peiling onder inwoners. Gemeente Drechterland Augustus 2013 Zondagopenstelling Drechterland Peiling onder inwoners Gemeente Drechterland Augustus 2013 Colofon Uitgave : I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel. (0229) 282555 www.ioresearch.nl Rapportnummer

Nadere informatie

Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven

Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Rapportnummer:

Nadere informatie

WINSCHOTER WERELDBAZAR PAPIERBAAN 80

WINSCHOTER WERELDBAZAR PAPIERBAAN 80 Geen bedreiging voor koopcentrum Winschoten Nieuw bloed voor de Winschoter bloedsomloop WINSCHOTER WERELDBAZAR PAPIERBAAN 80 WINSCHOTER WERELDBAZAR Overdekte markt 550 units inpandig van 30, 40 en 50m2

Nadere informatie

Retail en Mobiliteit in de binnenstad

Retail en Mobiliteit in de binnenstad Retail en Mobiliteit in de binnenstad Fietsstad 2016 Symposium Bikenomics - 13 Oktober 2015 Giuliano Mingardo Erasmus Universiteit Rotterdam mingardo@ese.eur.nl 1 Inhoudsopgave De ontwikkeling van mobiliteit;

Nadere informatie

Detailhandel op bedrijventerreinen. Notitie. pagina 1 van 8

Detailhandel op bedrijventerreinen. Notitie. pagina 1 van 8 Notitie Detailhandel op bedrijventerreinen pagina 1 van 8 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding Detailhandel concentreert zich van oudsher in de centra van dorpen en steden. In de Gemeente Nijkerk is dit niet anders.

Nadere informatie

Searching for experiences

Searching for experiences Afstudeerpresentatie 28 oktober 2010 Daniël Spiessens De Koopgoot, Rotterdam Inhoud Introductie Methodologie Bevindingen Conclusie & aanbevelingen 2 Introductie 3 Introductie Aanleiding Concurrentie tussen

Nadere informatie

buurtsupermarkt 4.4 Hoofdgroep winkelen en boodschappen gegeven. Supermarkt Er worden drie typen supermarkten onderscheiden

buurtsupermarkt 4.4 Hoofdgroep winkelen en boodschappen gegeven. Supermarkt Er worden drie typen supermarkten onderscheiden 4.4 Hoofdgroep winkelen en boodschappen Binnen deze hoofdcategorie wordt een groot aantal functies onderscheiden. gegeven. Waar nodig wordt een korte toelichting op de functie Supermarkt Er worden drie

Nadere informatie

Meest Gastvrije Stad 2010

Meest Gastvrije Stad 2010 Meest Gastvrije 200 Colofon Samensteller: Lennert Rietveld Van Spronsen partners horeca-advies Herenweg 83 2362 EJ Warmond T: 07-548867 E: lennertrietveld@spronsen.com W: www.spronsen.com In samenwerking

Nadere informatie

Aanleiding voor het onderzoek

Aanleiding voor het onderzoek Aanleiding voor het onderzoek Gemeente Heerlen, juni 2013, alle zondagen koopzondag; wekelijkse koopzondag Centrum gestart m.i.v. september 2013 Heroverweging wekelijkse koopzondag in 2015 Breed gedragen

Nadere informatie

Detailhandelsvisie centrum Nederweert. Stefan van Aarle 15 juli 2015

Detailhandelsvisie centrum Nederweert. Stefan van Aarle 15 juli 2015 Detailhandelsvisie centrum Nederweert Stefan van Aarle 15 juli 2015 Het verschaffen van inzicht op welke haalbare wijze Nederweerteen sterk en bestendig vitaal centrum gericht op de toekomst kan realiseren,

Nadere informatie

De strijd om de harde A1

De strijd om de harde A1 De strijd om de harde A1 Ontwikkelingen in het A1-winkelgebied november 2014 www.dtz.nl Duidelijk. DTZ Zadelhoff De strijd om de harde A1 In de populairste winkelstraten in Nederland is een strijd gaande

Nadere informatie

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten Waar winkelen de inwoners van de gemeente? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten In opdracht van de SGP Door Studentenpool Bestuurlijke Bedrijfskunde Academie Mens & Organisatie Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3 Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april 2011 9,2 4 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Oefentoets hoofdstuk 3 Globalisering in steden: grootstedelijke gebieden in de VS 1 Bekijk bron 7. De bron

Nadere informatie

Veghel, het voorbeeld voor binnensteden van de toekomst?

Veghel, het voorbeeld voor binnensteden van de toekomst? Veghel, het voorbeeld voor binnensteden van de toekomst? Trots maakte wethouder Jan Goijaards van Veghel de resultaten bekend van de renovatie van het winkelgebied van Veghel: 22 nieuwe winkels erbij in

Nadere informatie

Gebiedskoers Detailhandel Hoek van Holland. Gemeente Rotterdam

Gebiedskoers Detailhandel Hoek van Holland. Gemeente Rotterdam Gebiedskoers Detailhandel 2017-2020 Gemeente Rotterdam Datum Juni 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Situatie van de detailhandel in 4 2.1 Centrum 4 2.2 Verspreide bewinkeling 5 3 Koers detailhandelsstructuur

Nadere informatie

Burgerpanel Capelle aan den IJssel

Burgerpanel Capelle aan den IJssel Burgerpanel Capelle aan den IJssel Resultaten peiling 10: winkelen op zondag maart 2014 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de 10e peiling met het burgerpanel van Capelle aan den IJssel.

Nadere informatie

Nieuwe dynamiek voor binnensteden

Nieuwe dynamiek voor binnensteden Vereniging van Onroerend Goed Onderzoekers Nederland Nieuwe dynamiek voor binnensteden Drs. I.R.M. Ploegmakers MRICS Manager Retail Consultancy bij WPM Groep De binnensteden van de toekomst Ingrid Ploegmakers

Nadere informatie

Gebiedskoers Detailhandel Overschie. Gemeente Rotterdam

Gebiedskoers Detailhandel Overschie. Gemeente Rotterdam Gebiedskoers Detailhandel 2017-2020 Gemeente Rotterdam Datum Juni 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Situatie van de detailhandel in 4 2.1 Burgemeester Baumannlaan 4 2.2 Abtsweg 4 2.3 Park Zestienhoven

Nadere informatie

Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente

Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente 1 Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente Fact sheet augustus 15 Net als Amsterdammers kopen bewoners in de Amsterdamse regio steeds meer niet-dagelijkse producten (kleding, muziek, interieurartikelen)

Nadere informatie

MEMO CENTRUMPLAN REUSEL ADVIES RUIMTELIJK- FUNCTIONELE CONSTELLATIE SUPERMARKTEN

MEMO CENTRUMPLAN REUSEL ADVIES RUIMTELIJK- FUNCTIONELE CONSTELLATIE SUPERMARKTEN MEMO CENTRUMPLAN REUSEL ADVIES RUIMTELIJK- FUNCTIONELE CONSTELLATIE SUPERMARKTEN 13 OKTOBER 2017 Status: Definitief Datum: 13 oktober 2017 Een product van: Bureau Stedelijke Planning bv Silodam 1E 1013

Nadere informatie

Bijlage 2: afwegingskader locatiekeuze supermarkt

Bijlage 2: afwegingskader locatiekeuze supermarkt Bijlage 2: afwegingskader locatiekeuze supermarkt In deze bijlage is het afwegingskader opgenomen voor de locatiekeuze van de supermarkt in Geertruidenberg. De locaties Venestraat en Schonckplein zijn

Nadere informatie

Resultaten RESOLVE passantenenquête Roermond 2017

Resultaten RESOLVE passantenenquête Roermond 2017 Resultaten RESOLVE passantenenquête Roermond 2017 Inleiding Roermond is Lead Partner van RESOLVE, een project waarin acht Europese steden en de Erasmus Universiteit Rotterdam de komende vijf jaar samenwerken.

Nadere informatie

Distributie Planologisch Onderzoek Studenten handleiding

Distributie Planologisch Onderzoek Studenten handleiding Inleiding Distributie Planologisch Onderzoek Deze inleiding vat een aantal concepten samen die uitgebreid worden behandeld in hoofdstuk 2 Waarom staat die winkel daar in Marketing voor Retailers, 2 e editie.

Nadere informatie

Beleidsregels ondersteunende horeca Zaanstad

Beleidsregels ondersteunende horeca Zaanstad Beleidsregels ondersteunende horeca Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd Algemene plaatselijke verordening, art. 2:28, "Gezellig en veilig uitgaan in Zaanstad, integraal

Nadere informatie

MEER HEB JE NIET NODIG

MEER HEB JE NIET NODIG MEER HEB JE NIET NODIG Doemere MEER HEB JE NIET NODIG Grootste in de regio Prima toegankelijk Uniek winkelaanbod Actief promotiebeleid Drukbezochte evenementen Betrokken ondernemers Woondome Buitenmere

Nadere informatie

Gebiedskoers Detailhandel Hoogvliet. Gemeente Rotterdam

Gebiedskoers Detailhandel Hoogvliet. Gemeente Rotterdam Gebiedskoers Detailhandel 2017-2020 Gemeente Rotterdam Datum Juni 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Situatie van de detailhandel in 4 2.1 Winkelcentrum - Binnenban 4 2.2 In de Fuik 5 2.3 Lengweg 5 2.4

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Inleiding. Ervaringen van inwoners met de zondagsopenstelling. Zondagsopenstelling winkels. November 2015

Inleiding. Ervaringen van inwoners met de zondagsopenstelling. Zondagsopenstelling winkels. November 2015 BURGERPANEL CAPELLE OVER Zondagsopenstelling winkels November 2015 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de 17 e peiling met het burgerpanel van Gemeente Capelle aan den IJssel. Deze

Nadere informatie

Factsheets. Profielen gemeentes van Utrecht

Factsheets. Profielen gemeentes van Utrecht Factsheets Profielen gemeentes van Utrecht Leeswijzer Profielen gemeentes van Utrecht Per gemeente van de provincie Utrecht is een profiel gemaakt. Dit profiel is weergegeven op basis van vier pagina s.

Nadere informatie

Rapportage enquête Leidse winkeliers over openstelling op zondag

Rapportage enquête Leidse winkeliers over openstelling op zondag Rapportage enquête Leidse winkeliers over openstelling op zondag Strategie en Onderzoek, september 2013 Inleiding Begin september 2013 is onder Leidse winkeliers een enquête gehouden over de openstelling

Nadere informatie

GEBIEDEN. 4 havo 3 Stedelijke gebieden 1-3

GEBIEDEN. 4 havo 3 Stedelijke gebieden 1-3 GEBIEDEN 4 havo 3 Stedelijke gebieden 1-3 PAR 2 De stad als sociaal centrum * A. De functies van de stad en botsende belangen. * B. Ruimtegebrek in de stad * C. De stad als verzorgingscentrum A. De vier

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Convenant Regionale Detailhandelsafspraken. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Convenant Regionale Detailhandelsafspraken. Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 14 december 2017 17-105 Onderwerp Convenant Regionale Aan de raad, Onderwerp Convenant Regionale Gevraagde beslissing 1. Het Convenant Regionale vast te stellen. Grondslag

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KOOPZONDAG IN DE GEMEENTE SMALLINGERLAND

ONDERZOEK NAAR KOOPZONDAG IN DE GEMEENTE SMALLINGERLAND ONDERZOEK NAAR KOOPZONDAG IN DE GEMEENTE SMALLINGERLAND 5882 inwoners hebben brief gekregen 20 personen hebben de vragenlijst niet afgerond 1920 zijn begonnen aan de online vragenlijst 6 personen zijn

Nadere informatie

Resultaten RESOLVE ondernemersenquête Roermond 2017

Resultaten RESOLVE ondernemersenquête Roermond 2017 Resultaten RESOLVE ondernemersenquête Roermond 2017 Inleiding Roermond is Lead Partner van RESOLVE, een project waarin acht Europese steden en de Erasmus Universiteit Rotterdam de komende vijf jaar samenwerken.

Nadere informatie

Waar plannen we ouderenwoningen?

Waar plannen we ouderenwoningen? P. 182 Gijs Foeken Waar plannen we ouderenwoningen? Door de vergrijzing zullen steeds meer ouderen in de nabije toekomst zelfstandig wonen. In de komende jaren worden daarom tienduizenden ouderenwoningen

Nadere informatie

Onderwerp Evaluatie Verordening winkeltijden gemeente Heerenveen 2014 Voorstel

Onderwerp Evaluatie Verordening winkeltijden gemeente Heerenveen 2014 Voorstel Onderwerp Evaluatie Verordening winkeltijden gemeente Heerenveen 2014 Voorstel Portefeuillehouder van der Laan Datum collegebesluit 31 maart 2015 Opsteller de heer G. van der Veer Registratie GF15.20024

Nadere informatie

13.30u Wijzigingen winkeltijdenwet Karel Trommelen 14.00u Belangen betrokken partijen Jasper Vlek

13.30u Wijzigingen winkeltijdenwet Karel Trommelen 14.00u Belangen betrokken partijen Jasper Vlek Alle dagen (k)open? Masterclass winkeltijden en koopzondagen Droogh Trommelen en Partners (DTNP) Hotel New York Rotterdam, Villa Sonsbeek Arnhem 21 en 23 mei 2013 Programma 13.30u Wijzigingen winkeltijdenwet

Nadere informatie

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2 Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2 1. Inleiding In het collegeakkoord voor de periode 2014-2018 is als één van de doelstellingen geformuleerd: Het college zet zich in voor een florerende

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Onderwerp: Vestigingsbeleid perifere- en grootschalige detailhandel in de Regio FoodValley

Onderwerp: Vestigingsbeleid perifere- en grootschalige detailhandel in de Regio FoodValley Raadsvoorstel nr. 17-27 Barneveld, 24 januari 2017 Afdeling: Bestuur en Dienstverlening Portefeuillehouder: G.J. van den Hengel Onderwerp: Vestigingsbeleid perifere- en grootschalige detailhandel in de

Nadere informatie

Ontwerp Beleidsregel Ondergeschikte horeca bij Detailhandel 24 februari 2015

Ontwerp Beleidsregel Ondergeschikte horeca bij Detailhandel 24 februari 2015 Ontwerp Beleidsregel Ondergeschikte horeca bij Detailhandel 24 februari 2015 1. Waar gaat deze beleidsregel over? Op welke wijze gaat de gemeente Bergen om met ondergeschikte (ondersteunende) horeca of

Nadere informatie

Randstad Koopstromenonderzoek. BELEIDSONDERZOEK I I

Randstad Koopstromenonderzoek. BELEIDSONDERZOEK I I Randstad 2016 Koopstromenonderzoek BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I www.leidenincijfers.nl 1. Inleiding Om de feitelijke ontwikkelingen in de detailhandel te kunnen volgen, hebben

Nadere informatie

'Leefbare wijken' in Australië wat is het effect van het ontwerp van de wijk op het beweeggedrag van de bewoners?

'Leefbare wijken' in Australië wat is het effect van het ontwerp van de wijk op het beweeggedrag van de bewoners? 'Leefbare wijken' in Australië wat is het effect van het ontwerp van de wijk op het beweeggedrag van de bewoners? Mariëlle A. Beenackers, Erasmus MC Sarah Foster, University of Western Australia Frank

Nadere informatie

Wijkraad Leidsche Rijn, de ogen en oren van de wijk

Wijkraad Leidsche Rijn, de ogen en oren van de wijk Datum: 25 oktober 2012 Wijkraad Leidsche Rijn vraagt aandacht voor verbetering ondernemersklimaat in Leidsche Rijn In de afgelopen jaren is de Wijkraad Leidsche Rijn vaak in contact gekomen met ondernemers

Nadere informatie

Distributieve analyse uitbreiding supermarkt Beethovenstraat Heemskerk

Distributieve analyse uitbreiding supermarkt Beethovenstraat Heemskerk Memo Distributieve analyse uitbreiding supermarkt Beethovenstraat Heemskerk Green Development 25 januari 2011 BOR035/Hft/0105 1 Inleiding Green Development is in samenwerking met de gemeente Heemskerk

Nadere informatie

WELKOM. Vormgeven Aan Het Nieuwe Winkelen

WELKOM. Vormgeven Aan Het Nieuwe Winkelen WELKOM Vormgeven Aan Het Nieuwe Winkelen WELKOM Rob de Jong Directeur Leyten & bestuurslid NEPROM Programma 13.10 Retailvisie 2011 13.30 Het Nieuwe Winkelen 14.15 Pauze 14.45 Vormgeven aan het nieuwe winkelen

Nadere informatie

Oosterhout, visie boodschappenstructuur. Presentatie gemeenteraad, 6 december 2016 Aiko Mein

Oosterhout, visie boodschappenstructuur. Presentatie gemeenteraad, 6 december 2016 Aiko Mein Oosterhout, visie boodschappenstructuur Presentatie gemeenteraad, 6 december 2016 Aiko Mein Achtergrond Detailhandel sterk in beweging Opkomst e-commerce Dalende bestedingen Omvallende ketens Leegstand

Nadere informatie

Meest Gastvrije Stad 2010

Meest Gastvrije Stad 2010 Meest Gastvrije 200 Colofon Samensteller: Lennert Rietveld Van Spronsen partners horeca-advies Herenweg 83 2362 EJ Warmond T: 07-548867 E: lennertrietveld@spronsen.com W: www.spronsen.com In samenwerking

Nadere informatie

Woon-werkmonitor 2018 Easy Way. Factsheet

Woon-werkmonitor 2018 Easy Way. Factsheet Woon-werkmonitor 2018 Easy Way Factsheet Doel onderzoek Dagelijks reizen miljoenen Nederlanders van en naar hun werk. Veel van hen hebben gedurende de dag ook afspraken buiten de deur. Werkenden leggen

Nadere informatie

Toeristisch bezoek aan Leiden in 2010

Toeristisch bezoek aan Leiden in 2010 April 2011 ugu Toeristisch bezoek aan in 2010 Al zeven jaar doet mee aan Toeristisch bezoek aan steden, onderdeel van het Continu Vakantie Onderzoek (CVO). Het CVO is een panelonderzoek waarbij Nederlanders

Nadere informatie

Resultaten peiling 17: detailhandel

Resultaten peiling 17: detailhandel Hofpanel Resultaten peiling 17: detailhandel Maart 2013 1. Inleiding Van 10 tot en met 17 maart 2013 is er onder het Hofpanel een peiling gehouden over detailhandel. De gemeente Hof van Twente werkt aan

Nadere informatie

Inleiding. Doel van project

Inleiding. Doel van project Inleiding De supermarkt is een Amerikaanse uitvinding die in Nederland na de Tweede Wereldoorlog aan een opmars begint. In Rotterdam opent Albert Heijn in 1955 haar eerste supermarkt aan de Nieuwe Binnenweg,

Nadere informatie

Programma. 1. 1. Welkom 19:30-19:40. 2. 2. Gemeente Zoetermeer 19:40-19:50. 3. Unibail-Rodamco 19:50-20:30

Programma. 1. 1. Welkom 19:30-19:40. 2. 2. Gemeente Zoetermeer 19:40-19:50. 3. Unibail-Rodamco 19:50-20:30 Unibail-Rodamco Upgrade Kick-off Stadshart meeting Zoetermeer Gemeente Zoetermeer Programma 1. 1. Welkom 19:30-19:40 2. 2. Gemeente Zoetermeer 19:40-19:50 Sfeervolle en bruisende binnenstad Achtergrond

Nadere informatie

Parkeertarieven binnensteden Parkeertarieven en attractiewaarde binnensteden redelijk in evenwicht

Parkeertarieven binnensteden Parkeertarieven en attractiewaarde binnensteden redelijk in evenwicht Parkeertarieven binnensteden Parkeertarieven en attractiewaarde binnensteden redelijk in evenwicht Stijgende parkeertarieven maken binnensteden minder aantrekkelijk voor consumenten en ondernemers, stelde

Nadere informatie

Amersfoort. Euterpeplein. ruimtelijk-economisch onderzoek 04-07-2013 081530.17896.00

Amersfoort. Euterpeplein. ruimtelijk-economisch onderzoek 04-07-2013 081530.17896.00 Amersfoort Euterpeplein ruimtelijk-economisch onderzoek identificatie planstatus projectnummer: datum: 081530.17896.00 04-07-2013 projectleider: opdrachtgever: drs. G. Welten Hoorne Vastgoed R.008/04 gecertificeerd

Nadere informatie

Ruimtelijke patronen rond vrije tijd en recreatie in Flevoland

Ruimtelijke patronen rond vrije tijd en recreatie in Flevoland Ruimtelijke patronen rond vrije tijd en in Flevoland Dr. Roel Rutten (Universiteit van Tilburg) Nienke van Boom MSc. (NHTV Academy for Leisure) Ateliersessie Flevoperspectieven Recreatie en Vrije Tijd

Nadere informatie

Noordoost-Brabant, Agri Food capital Regionale detailhandelsfoto Felix Wigman 19 februari 2014

Noordoost-Brabant, Agri Food capital Regionale detailhandelsfoto Felix Wigman 19 februari 2014 Noordoost-Brabant, Agri Food capital Regionale detailhandelsfoto Felix Wigman 19 februari 2014 204X00472 Opzet presentatie 1. Aanpak en resultaten regionale detailhandelsfoto 2. Algemene trends en ontwikkelingen

Nadere informatie

Beleidsnota 4.2 Bedrijven en werklocaties, onderdeel Retail

Beleidsnota 4.2 Bedrijven en werklocaties, onderdeel Retail Beleidsnota 4.2 Bedrijven en werklocaties, onderdeel Retail Inleiding Deze nota bevat de beleidsuitgangspunten voor retail in de gemeente Peel en Maas. Daarnaast wordt in de nota ingegaan hoe de uitgangspunten

Nadere informatie

indeling winkellocaties

indeling winkellocaties Detail en marketing waar ligt de winkel indeling winkellocaties A1 A2 B1 B2 C hoofdwinkelgebied aanloopstraten naar A1 drukte-index bezoekersdrukte winkelstraat kenmerken: A1-locatie drukte-index 100-76

Nadere informatie

HOLLAND ZUID 1 6 JULI Gedeputeerde Staten. provincie. Raad van Schiedam Postbus EA SCHIEDAM

HOLLAND ZUID 1 6 JULI Gedeputeerde Staten. provincie. Raad van Schiedam Postbus EA SCHIEDAM Gedeputeerde Staten provincie HOLLAND Contact mw L.M.P. Berkemeijer T 070-441 83 72 l.berkemeijer@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T070-441 6611 www.zuid-holland.nl Raad van

Nadere informatie

Gastvrije Stad. Meest. van Nederland

Gastvrije Stad. Meest. van Nederland Meest Gastvrije van Nederland 2009 Meest Gastvrije 2009 is een onderzoek van Van Spronsen Partners horeca-advies in samenwerking met VVV Nederland Top 2 Meest Gastvrije van Nederland De uitkomsten zijn

Nadere informatie

In de bijlagen leest u meer over de kanttekeningen die Detailhandel Nederland plaatst bij het onderzoek.

In de bijlagen leest u meer over de kanttekeningen die Detailhandel Nederland plaatst bij het onderzoek. Gemeente Heerlen T.a.v. de gemeenteraad Postbus 1 6400 AA Heerlen Heerlen, 21 november 2013 Betreft: aanpassing parkeertarieven Geachte leden van de Raad, Vanavond, 21 november zal in de raadsvergadering

Nadere informatie

Hillegersberg - Schiebroek

Hillegersberg - Schiebroek Gebiedskoers Detailhandel 2017-2020 Hillegersberg - Schiebroek Gemeente Rotterdam Datum Juni 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Situatie van de detailhandel in Hillegersberg-Schiebroek 4 2.1 Bergse Dorpsstraat

Nadere informatie

Burgerpanel Zeewolde. Resultaten peiling 8: Winkelen in Zeewolde. Inleiding. Zondagopenstelling winkels. April 2014

Burgerpanel Zeewolde. Resultaten peiling 8: Winkelen in Zeewolde. Inleiding. Zondagopenstelling winkels. April 2014 Burgerpanel Zeewolde Resultaten peiling 8: Winkelen in Zeewolde April 2014 Inleiding In opdracht van de gemeenteraad heeft I&O Research voor de 8 e keer een peiling uitgevoerd met het burgerpanel van Zeewolde.

Nadere informatie

Z/16/031709/60986 *Z00984D687E* Evaluatie Enquête Koopzondagen in de gemeente Leiderdorp

Z/16/031709/60986 *Z00984D687E* Evaluatie Enquête Koopzondagen in de gemeente Leiderdorp Z/16/3179/6986 *Z984D687E* Evaluatie Enquête Koopzondagen in de gemeente Leiderdorp 4 juli 16 Inhoudsopgave 1. Inleiding en aanleiding 2. Onderzoeksvragen en opzet 3. Uitkomsten enquêtes 4. Conclusie 1.Inleiding

Nadere informatie

Meest Gastvrije Stad 2013

Meest Gastvrije Stad 2013 Meest Gastvrije Stad 2013 Onderzoeksrapport BEREIKBAARHEID & INFORMATIE Colofon www.meestgastvrijestad.nl Samensteller: Van Spronsen & Partners horeca - advies Herenweg 83 2361 EJ Warmond T: 071-5418867

Nadere informatie

VRIJBLIJVENDE OBJECTINFORMATIE TE HUUR UTRECHT, HAMMARSKJOLDHOF 40. Ca. 510 m² BVO Winkelruimte UTRECHT - HAMMARSKJOLDHOF 40

VRIJBLIJVENDE OBJECTINFORMATIE TE HUUR UTRECHT, HAMMARSKJOLDHOF 40. Ca. 510 m² BVO Winkelruimte UTRECHT - HAMMARSKJOLDHOF 40 VRIJBLIJVENDE OBJECTINFORMATIE TE HUUR UTRECHT, HAMMARSKJOLDHOF 40 Ca. 510 m² BVO Winkelruimte 1 ALGEMEEN OBJECT Deze prettige ruimte betreft ca 510 m² BVO en is gelegen op de begane grond en ligt aan

Nadere informatie

Startnotitie beleid winkeltijden

Startnotitie beleid winkeltijden Startnotitie beleid winkeltijden Aanleiding Aanleiding voor deze startnota zijn de mogelijkheden, die de wet onze gemeente biedt om winkels open te stellen op zon- en feestdagen. U kunt het zien als discussienota.

Nadere informatie

winkelmarkt zuid-nederland Noord-Brabant en Limburg

winkelmarkt zuid-nederland Noord-Brabant en Limburg Landelijke marktontwikkelingen Veel consumenten nemen een afwachtende houding aan. De economische vooruitzichten zijn immers niet goed en de dalende koopkracht zorgt ervoor dat klanten alleen maar langer

Nadere informatie

Beleidsregel Ondergeschikte horeca op locaties zonder horecabestemming

Beleidsregel Ondergeschikte horeca op locaties zonder horecabestemming Gemeentebestuur Spuiboulevard 300 3311 GR DORDRECHT Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT; B E S L U I T : vast te stellen de Beleidsregel ondergeschikte horeca op locaties

Nadere informatie

KOOPZONDAGEN EN KOOPNACHTEN IN GRONINGEN WINKELIERS AAN HET WOORD

KOOPZONDAGEN EN KOOPNACHTEN IN GRONINGEN WINKELIERS AAN HET WOORD KOOPZONDAGEN EN KOOPNACHTEN IN GRONINGEN WINKELIERS AAN HET WOORD Onderzoek van de SP-Groningen Juni 2011 Voorwoord De SP-afdeling Groningen heeft in de maand mei onderzoek gedaan naar de mening van ondernemers

Nadere informatie

2 Trends en ontwikkelingen

2 Trends en ontwikkelingen 2 Trends en ontwikkelingen 2.1 Landelijke ontwikkelingen Bij winkelbezoek hangt het gedrag van de consument vooral samen met het bezoekmotief. Globaal kunnen we een onderscheid maken tussen boodschappen

Nadere informatie

Beleidsregel Bed & Breakfast in Lelystad

Beleidsregel Bed & Breakfast in Lelystad Beleidsregel Bed & Breakfast in Lelystad Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum

Nadere informatie

Bedrijventerrein Meerpaal. Ruimte en kwaliteit aan de rand van Houten. Bedrijfsvestiging in de gemeente Houten

Bedrijventerrein Meerpaal. Ruimte en kwaliteit aan de rand van Houten. Bedrijfsvestiging in de gemeente Houten Bedrijventerrein Meerpaal Ruimte en kwaliteit aan de rand van Houten Bedrijfsvestiging in de gemeente Houten Kwaliteiten Meerpaal Directe aansluiting op A27 Goede infrastructuur op het terrein Hoogwaardige

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr. 71764. Beleidsnotitie Detailhandel 2014. 5 augustus 2015. Officiële uitgave van gemeente Wijchen.

GEMEENTEBLAD. Nr. 71764. Beleidsnotitie Detailhandel 2014. 5 augustus 2015. Officiële uitgave van gemeente Wijchen. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Wijchen. Nr. 71764 5 augustus 2015 Beleidsnotitie Detailhandel 2014 Detailhandelstructuur en supermarktbeleid Wijchen, vastgesteld 9 juli 2015 1. Aanleiding

Nadere informatie

Detailhandelsvisie A2-gemeenten. Lokale sessie Heeze-Leende 10 februari 2015 Stefan van Aarle

Detailhandelsvisie A2-gemeenten. Lokale sessie Heeze-Leende 10 februari 2015 Stefan van Aarle Detailhandelsvisie A2-gemeenten Lokale sessie Heeze-Leende 10 februari 2015 Stefan van Aarle Vraagstelling visie en uitvoering Regionale visie: Welke kansen zijn aanwezig om de detailhandelsstructuur in

Nadere informatie

De Koppeling Houten. Zichtlocatie te midden van de Houtense voorzieningen. Kantoorvestiging in de gemeente Houten

De Koppeling Houten. Zichtlocatie te midden van de Houtense voorzieningen. Kantoorvestiging in de gemeente Houten De Koppeling Houten Zichtlocatie te midden van de Houtense voorzieningen Kantoorvestiging in de gemeente Houten Kwaliteiten de Koppeling Centrale ligging in Houten Zichtlocatie langs belangrijkste weg

Nadere informatie

Toeristisch bezoek aan Leiden in 2008

Toeristisch bezoek aan Leiden in 2008 Augustus 2009 ugu Feitenblad 2009/1b Toeristisch bezoek aan in 2008 Sinds vijf jaar doet mee aan het Continu Vakantie Onderzoek (CVO), een samenwerking tussen het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen

Nadere informatie

WINKELOPENINGSTIJDEN OP ZONDAG IN PURMEREND

WINKELOPENINGSTIJDEN OP ZONDAG IN PURMEREND WINKELOPENINGSTIJDEN OP ZONDAG IN PURMEREND 2013 Winkelopeningstijden op zondag in Purmerend 2013 Onderzoek onder het internetpanel In opdracht van Team Economie Jeroen van der Weerd Uitgevoerd door Team

Nadere informatie

2017 wordt een goed jaar, maar wie heeft de regie?

2017 wordt een goed jaar, maar wie heeft de regie? 2017 wordt een goed jaar, maar wie heeft de regie? We kijken nog even terug naar 2016 en trekken lering uit de ontwikkelingen. Dit is meteen de basis voor 2017 aangevuld met goede macro-economische verwachtingen.

Nadere informatie

Binnensteden en hun bewoners

Binnensteden en hun bewoners Binnensteden en hun bewoners 11 Bert Raets Publicatiedatum CBS-website: 23 september 211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x

Nadere informatie

Samenvatting Inleiding Werkgelegenheid Brabantse detailhandel Winkelaanbod in Noord-Brabant... 8

Samenvatting Inleiding Werkgelegenheid Brabantse detailhandel Winkelaanbod in Noord-Brabant... 8 Inhoud Samenvatting... 2 1. Inleiding... 5 2. Werkgelegenheid Brabantse detailhandel... 6 3. Winkelaanbod in Noord-Brabant... 8 3.1 Winkels per type winkelgebied... 9 3.2 Winkels in 4 grootste steden,

Nadere informatie

Leefbaarheid: feiten in beeld Commerciële voorzieningen

Leefbaarheid: feiten in beeld Commerciële voorzieningen Leefbaarheid: feiten in beeld Commerciële voorzieningen Zoals u in de eerste uitgave van Leefbaarheid: feiten in beeld heeft kunnen lezen, valt de aanwezigheid van voorzieningen onder één van de thema

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Alles blijft Anders. Het winkellandschap 2003-2011-2020. Gerard Zandbergen CEO Locatus

Alles blijft Anders. Het winkellandschap 2003-2011-2020. Gerard Zandbergen CEO Locatus Alles blijft Anders Het winkellandschap 2003-2011-2020 Gerard Zandbergen CEO Locatus Enkele begrippen Dagelijks aankopen Winkels / Detailhandel Mode & Luxe Wel oppervlak: Vrije Tijd WVO = In en om het

Nadere informatie