Het kameleongedicht Spreektechnische oefeningen

Transcriptie

1 Les 3.1 Het kameleongedicht Spreektechnische oefeningen 1 De kinderen kunnen in functie van de spreektaak hun voorkennis activeren. 2 De kinderen kunnen zich in duidelijk herkenbare rollen en situaties inleven en vanuit de eigen verbeelding en beleving daarop inspelen. 3 De kinderen kunnen zich op basis van de titel van een gedicht, een beeld vormen van de te verwachten inhoud van een tekst en kunnen hun ideeën daarover meedelen. 4 De kinderen herkennen de informatieve boodschap van een gedicht en kunnen de inhoud in grote lijnen weergeven. 5 De kinderen kunnen tong- en mondstanden nabootsen tijdens de spreektechnische oefeningen. communicatievorm teksttype publieksafstand luistervorm dramatiseren polyloog - onderwijsleergesprek van en voor leeftijdsgenoten van bekende volwassenen fictie/poëzie informatieve tekst voorspellend luisteren begrijpend luisteren Kijk- en leesboek 4A pagina 27 Audio-cd luisteren track 24 Les 3.2 Samen lezen met aandacht voor het expressief lezen van tekst tussen aanhalingstekens Tekst: Wablief? Wablaf! 1 De kinderen kunnen moeilijke woorden uit de tekst in wisselrijen lezen. 2 De kinderen kunnen samen lezen met een partner van een ander leesniveau en aanvaarden daarbij elkaars verschillende competentie. 3 De kinderen kunnen de betekenis van moeilijke woorden in de zinscontext of na opzoekwerk in een woordenlijst verklaren. 4 De kinderen kunnen de stukjes tekst tussen aanhalingstekens expressief lezen. Kijk- en leesboek 4A pagina Affiche Opzoeken doe ik zo! Oefenblad bij 3.2 Kopieerblad 1 en 2 pagina 201 en 202 Leesboeken Kameleonbieb (differentiatiemateriaal) Leesboeken klasbieb uit verschillende AVI-niveaus (differentiatiemateriaal) Audio-cd lezen track 9 Voortaak (leerkracht): Maak voldoende kopieën van de kopieerbladen.

2 Les 3.3 Woordsoorten, eigennamen en hoofdletters 1 De kinderen kennen het begrip eigennaam en kunnen dat op hun niveau verklaren. 2 De kinderen herkennen eigennamen in een zin of tekst en kunnen die aanduiden. 3 De kinderen weten dat een eigennaam met een hoofdletter wordt geschreven, met uitzondering van de namen van dagen en maanden. Werkboek 4A pagina 22 Alfabeestje pagina 51 Blauw scheurblok tot en met oefening 7 Groen scheurblok tot en met oefening 7 Cd-rom 3.3 en 3.3 Voortaak (leerkracht): Zorg dat de werktekst en het blanco schema van 2.1 vooraf op het bord staan. Les 3.4 Informatiedragers, een steekkaart van een dier 1 De kinderen kunnen de belangrijkste vormkenmerken van een teksttype (dierenfiche) hanteren. 2 De kinderen kunnen zich vragen stellen die essentieel zijn om een dier te beschrijven. 3 De kinderen kunnen daarbij niet-relevante informatie en woorden elimineren, zowel wanneer die zijn gegeven (sleutelwoorden aanduiden) als wanneer die zelf moeten worden gezocht en verwoord. 4 De kinderen kunnen de informatie ordenen in een gegeven schema met titels. 5 De kinderen kunnen de toegankelijkheid van de informatie verbeteren door een tekst te ordenen in een schema. Werkboek 4A pagina 23 en 24 Kameleon 1, 2, 3b en 4 Infobronnen over de merel

3 Les 3.5 Een paddenverhaal Opdrachten bij een non-fictietekst 1 De kinderen kunnen op basis van een titel mogelijke inhouden van de tekst geven. 2 De kinderen stellen vast dat een titel doelbewust misleidend kan zijn en kunnen mogelijke redenen verwoorden waarom de schrijver dat doet. 3 De kinderen kunnen gegevens in de tekst opzoeken. 4 De kinderen kunnen in een tekst verwijswoorden aan hun antecedent koppelen. 5 De kinderen kunnen op basis van signaalwoorden aanduiden dat het gaat over een feit of een mening. Kijk- en leesboek 4A pagina Werkboek 4A pagina 25 en 26 Affiche met tekstsoorten Audio-cd lezen track 8 Een regionale krant (met reclame en artikels) Les 3.6 Het kameleongedicht Luisteropdrachten 1 De kinderen kunnen genietend luisteren naar een gedicht. 2 De kinderen kunnen op basis van een aantal oriëntatievragen of opdrachten vooraf het gedicht gericht of selectief beluisteren om daarop een antwoord te geven. 3 De leerlingen kunnen aangeven welke bedoelingen de dichter (zender) heeft met het gedicht. 4 De leerlingen kunnen het gedicht expressief, alleen of in groep, voordragen. communicatievorm teksttype publieksafstand luistervorm monoloog (voordragen) polyloog (groepswerk) fictie/poëzie van en voor leeftijdsgenoten genietend luisteren selectief, gericht en begrijpend luisteren Kijk- en leesboek 4A pagina 27 Werkboek 4A pagina 27 Audio-cd luisteren track 24

4 Les 3.7 Samen lezen met aandacht voor het expressief lezen van tekst tussen aanhalingstekens Tekst: Een sprookje voor Heersers 1 De kinderen kunnen moeilijke woorden uit de tekst in wisselrijen lezen. 2 De kinderen kunnen samen lezen met een partner van een ander leesniveau en aanvaarden daarbij elkaars verschillende competentie. 3 De kinderen kunnen de betekenis van moeilijke woorden in de zinscontext of na opzoekwerk in een woordenlijst verklaren. 4 De kinderen kunnen de stukjes tekst tussen aanhalingstekens expressief lezen. Kijk- en leesboek 4A pagina Affiche Opzoeken doe ik zo! Oefenblad bij leesles 3.7 Kopieerblad 3 en 4 pagina 216 en 217 (remediëringsmateriaal) Leesboeken Kameleonbieb (differentiatiemateriaal) Leesboeken klasbieb uit verschillende AVI-niveaus (differentiatiemateriaal) Audio-cd lezen track 10 Les 3.8 Zelfde letter, andere klank Zelfde klank, andere letter 1 De kinderen herkennen klanken die gelijk klinken maar met (een) andere letter(s) worden geschreven en kunnen die aanduiden. 2 De kinderen herkennen verschillende letters die op dezelfde wijze worden uitgesproken en kunnen die aanduiden. 3 De kinderen kunnen de spellingafspraken correct toepassen. Werkboek 4A pagina 28 Kopieerblad 5 pagina 220 Schrijfblaadjes Blauw scheurblok tot en met oefening 8 Groen scheurblok tot en met oefening 8 Cd-rom 3.8 en 3.8 Alfabeestje pagina 47 Voortaak (leerkracht): Als je niet aan het bord werkt, zorg je voor voldoende kopieën van het kopieerblad.

5 Les 3.9 Een nestkastje maken 1 De kinderen kunnen de stappen van een instructie correct interpreteren. 2 De kinderen kunnen de bedoeling van de schrijver verwoorden. 3 De kinderen kunnen verbanden aanduiden door signaalwoorden van tijd en opsomming te gebruiken. 4 De kinderen kunnen tijdsrelaties weergeven door signaalwoorden als eerst, daarna, vervolgens, ten slotte, na te gebruiken. Werkboek 4A pagina 29 Kameleon 1, 2, 3b en 4 Les 3.10 Onderwerp, gezegde en persoonsvorm: herhaling en vastzetting 1 De kinderen kunnen de begrippen onderwerp, gezegde en persoonsvorm in een zin aanduiden. 2 De kinderen weten dat onderwerp en persoonsvorm overeenkomen in persoon en getal (congruentie) en kunnen dat toepassen. 3 De kinderen kunnen een onderwerp uitbreiden van een woord naar een woordgroep. 4 De kinderen kunnen een zin met een onderwerp in het enkelvoud herschrijven in het meervoud. 5 De kinderen kunnen een gezegde uitbreiden met meer informatie. Werkboek 4A pagina 30 Schrijfblaadjes Alfabeestje pagina 63, 64 en 66 Blauw scheurblok tot en met oefening 9 Groen scheurblok tot en met oefening 9 Cd-rom 3.10 en 3.10 Voortaak (leerkracht): Zet eventueel de werkzinnen vooraf op het bord.

6 Les 3.11 Studerend lezen Het thema en de hoofdgedachte van een tekst bepalen en een syntheseschema aanvullen 1 De kinderen kunnen het thema van de tekst afleiden uit de titel en tussentitels bij een informatieve tekst. 2 De kinderen kunnen de hoofdgedachtezin aanduiden in een informatieve tekst. 3 De kinderen kunnen vaststellen dat de hoofdgedachtezin vaak de eerste zin is van een tekst. 4 De kinderen kunnen sleutelwoorden aanduiden in een tekst. Werkboek 4A pagina Rode, gele en groene markeerstiften (eventueel viltstiften) Transparanten met schema (zie bijlage) Overheadprojector Indien mogelijk Piramide Infoboek 4A pagina 33 en 34 Evaluatie 3.1 Evaluatie na thema 1, 2 en 3 1 De kinderen kunnen informatie achterhalen en interpreteren in een voor hen bestemd verhaal. 2 De kinderen kunnen elementen uit het verhaal chronologisch rangschikken. 3 De kinderen kunnen het bijbehorende antecedent koppelen aan het verwijswoord. 4 De kinderen kunnen feiten en meningen onderscheiden. Concordantielijst Doel/ opdracht ET GO OVSG VVKBaO 1/1, 2, leerlijn D 4.1 leerlijn D 2.5 leerlijn D 3.4c Le Le / leerlijn D 3.4c Le Le / leerlijn D 3.5b.2 Le / leerlijn D 1 leerlijn D 5 Le Le Le Tekst volgens niveau Kopieerblad 6 en 7 pagina 238 en 239 Toets Kopieerblad 8-10 pagina Aanstippingslijst Kopieerblad 11 en 12 pagina 243 en 244 Kameleon 1, 2, 3d en 4 Voortaak (leerkracht): Maak voldoende kopieën van de tekst- en toetsbladen.

7 Evaluatie 3.2 Evaluatie na thema 1, 2 en 3 1 De kinderen kunnen klanken analyseren en synthetiseren tot nieuwe woorden. 2 De kinderen kunnen met de letters van een gegeven woord een ander zinvol woord vormen. 3 De kinderen kunnen een woord bedenken dat past volgens een schema met klinkers en medeklinkers. 4 De kinderen herkennen andere letters met dezelfde klank. 5 De kinderen herkennen dezelfde letters met een andere klank. 6 De kinderen kunnen een woord in lettergrepen verdelen. 7 De kinderen herkennen een zelfstandig naamwoord in een zin. 8 De kinderen herkennen een eigennaam in een zin. 9 De kinderen kunnen een passend verwijswoord gebruiken. 10 De kinderen kunnen woorden alfabetisch rangschikken, wanneer de beginletter van het woord dezelfde is. 11 De kinderen kunnen een zin benoemen als een mededelende zin, een vragende zin, een uitroepende zin. 12 De kinderen herkennen een bevelende zin die ook een uitroep is. 13 De kinderen kunnen het onderwerp aanduiden in een zin. 14 De kinderen kunnen het gezegde aanduiden in een zin. 15 De kinderen kunnen de persoonsvorm aanduiden in een zin. 16 De kinderen kunnen het onderwerp aanpassen van een woord naar een woordgroep. 17 De kinderen kunnen een onderwerp kiezen dat past bij een persoonsvorm. (toepassen van de congruentie) Concordantielijst Doel/ opdracht ET GO OVSG VVKBaO 1/ Leerlijn TB 5.14 Tb / Leerlijn TB 5.14 Tb / Leerlijn TB 5.14 Tb / Leerlijn TB 5.12 Tb / Leerlijn TB 5.11 Tb /6 6.3 / Leerlijn TB 5.17 Tb / Leerlijn TB 6.25 Tb / Leerlijn TB 6.37 Tb / Leerlijn TB 6.28 Tb / Leerlijn TB 5.18 Tb / Leerlijn TB 7.31 Tb / Leerlijn TB 7.31 Tb / Leerlijn TB 7.17 Tb / / Leerlijn TB 7.24 Tb / Leerlijn TB 7.16 Tb / / Leerlijn TB 7.14 Tb / Leerlijn TB 7.18 Tb

8 Toets Kopieerblad pagina Aanstippingslijst Kopieerblad 16 en 17 pagina 252 en 253 Kameleon 1, 2, 4 Markeerstiften Alfabeestje Voortaak (leerkracht): Maak voldoende kopieën van de toetsbladen. Facultatief aanbod 3. 1 Camouflage, een spel van kleuren: een titel noteren 1 De kinderen kunnen bij een tekst een passende titel bedenken. 2 De kinderen kunnen het begrip titel passend gebruiken en invullen. 3 De kinderen kunnen de passende woordenschat gebruiken om het schrijfdoel te bereiken. Kopieerblad 18 pagina 256 Woordenboek Kameleon 1, 2, 3b en 4 Stelwand of stelzuil Voortaak (leerkracht): Maak voldoende kopieën van het kopieerblad. Facultatief aanbod 3. 2 Sociale vaardigheden thema 3: samenwerken met anderen 1 De kinderen kunnen onderling overleggen naar aanleiding van een groepsopdracht. 2 De kinderen kunnen toegeven aan de anderen om tot een oplossing te komen. communicatievorm teksttype publieksafstand polylogische gesprekken persoonsgericht spreken en luisteren wervende en beschouwende teksten bekende leeftijdsgenoten luistervorm persoonsgericht luisteren begrijpend, interpreterend luisteren Eindterm sociale vaardigheden 3.0 De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine. Kopieerblad pagina Socialevaardigheidskaart Kopieerblad 23 pagina 265 Voortaak (leerkracht): Maak voldoende kopieën van de kopieerbladen.