ALGEMEEN MIJNWERKERSFONDS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ALGEMEEN MIJNWERKERSFONDS"

Transcriptie

1 JAARVERSLAG ALGEMEEN MIJNWERKERSFONDS VAN DE STEENKOLENMIJNEN IN LIMBURG 2002

2

3 ALGEMEEN MIJNWERKERSFONDS VAN DE STEENKOLENMIJNEN IN LIMBURG VERSLAG OVER HET BOEKJAAR T/M

4

5 INHOUD Pagina Bestuur en organisatie per 31 december 5 Meerjarenoverzicht 7 Bestuursverslag Algemeen 9 Algemene ontwikkelingen 9 Beleggingen 15 Bestemming van het saldo 20 Jaarrekening Balans per 31 december 24 Staat van baten en lasten 26 Kasstroomoverzicht 27 3 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 28 Toelichting op de balans per 31 december 30 Toelichting op de staat van baten en lasten 34 Overige gegevens Financiering 39 Uitvoering 39 Actuariële verklaring 40 Accountantsverklaring 41 Bijlagen Beleggingsoverzichten 43

6 4

7 BESTUUR EN ORGANISATIE PER 31 DECEMBER Bestuur Leden Plv. leden Benoemd door: H.A.G. Reijnders, voorzitter W.T. Hazelhof FNV Bondgenoten J.J.M. Schaffrath, plv. voorzitter Drs L.R.M. Radix DSM Limburg BV Mr L.E.Th. Brands S.A.H. Lauwers Laura BV / DSM Limburg BV H.J.M. Dumont H. van der Land CNV Bedrijvenbond W.M.G. Eijdems R.A.E. Dijkstra FNV Bondgenoten Mevr. A.M.J.L. Nissen-Cremers H. Walravens FNV Bondgenoten F.F. Pfeiffer H. Walravens FNV Bondgenoten Mr G.J.H.M. Wagemans Drs L.R.M. Radix DSM Limburg BV W.A. Wittenbernds L.A.M.G. Noy RegioVakbond ABW Raad van pensioenverzekerden Leden Benoemd door: R.A.E. Dijkstra, voorzitter FNV Bondgenoten J.H. Hoenen, secretaris FNV Bondgenoten W.T. Hazelhof FNV Bondgenoten M.L.J. Hollanders FNV Bondgenoten T. Houkes CNV Bedrijvenbond J.J. Kersten FNV Bondgenoten T.A. van Kesteren FNV Bondgenoten J.L.G. Peulen FNV Bondgenoten H. Scheve RegioVakbond ABW E.M.F. Senden CNV Bedrijvenbond W.H. Smeets RegioVakbond ABW M.C.W. van Tilburg FNV Bondgenoten 5 Gezamenlijke beleggingscommissie AMF - BFM Namens AMF: Namens BFM: Drs L.R.M. Radix, voorzitter F.F. Pfeiffer J.J.M. Schaffrath Mr L.E. Th. Brands G.J.M. Ramakers

8 Scheidsgerecht Leden Mr G.A.M. Stevens, voorzitter Mevr. Mr. B. Corbey-Smits, secretaris Mr H.M.W. Vanmeulebrouk Mr P.J. Voncken Administratie en vermogensbeheer AZL N.V. Postadres: Postbus 4471, 6401 CZ Heerlen Tel.: , Fax Kantoor: Akerstraat 92 Directeur/secretaris Mr H.M.A. Dumont 6 Actuaris Mercer Human Resource Consulting B.V. Accountant Ernst & Young Accountants

9 MEERJARENOVERZICHT Aantallen Actieve deelnemers Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden Financiële gegevens (in duizenden euro) Voorziening pensioenverplichtingen Eigen rekening Reserves Algemene reserve 1) Bestemmingsreserve Bijdragen Pensioenuitkeringen Beleggingen Belegd vermogen Beleggingsopbrengsten 2) Rendement o.b.v. total return 0,0 % 5,0 % 7,0 % 11,5% 7,6% 3) Dekkingsgraad 123,4 % 130,5 % 131,9 % 128,1 % 116,7 % 1) Met ingang van 1 januari 1999 heeft het fonds een algemene reserve gevormd uit de "oude" algemene reserve, de reserve aanpassing grondslagen en de beleggingsreserves. Ter vergelijking is het cijfer van 1998 aangepast. 2) Onder aftrek van kosten vermogensbeheer. 3) Voor het jaar 1998 is het directe rendement inclusief gerealiseerde indirecte beleggingsopbrengsten weergegeven.

10 8

11 BESTUURSVERSLAG ALGEMEEN Statutaire doelstelling De stichting Algemeen Mijnwerkersfonds van de Steenkolenmijnen in Limburg heeft ten doel aan de (gewezen) deelnemers en aan hun betrekkingen, volgens bij pensioenregeling vast te stellen bepalingen, geldelijke uitkeringen te verzekeren. Organisatie van het fonds Het fonds, opgericht bij notariële akte op 16 december 1918, is statutair gevestigd te Heerlen en wordt beheerd door een bestuur, bestaande uit 9personen. De administratie en het vermogensbeheer wordt door AZL N.V. te Heerlen verzorgd. De actuariële werkzaamheden zijn opgedragen aan Mercer Human Resource Consulting. De controle van de jaarrekening is uitgevoerd door Ernst & Young Accountants te Heerlen. Bestuur In de samenstelling van het bestuur is in het boekjaar geen wijziging opgetreden. Raad van Pensioenverzekerden De samenstelling van de Raad bleef in het boekjaar ongewijzigd. De Raad vergaderde op 19 juni 2002 tezamen met het bestuur. Gezamenlijke beleggingscommissie AMF BFM In het verslagjaar besloten de besturen van AMF en BFM tot het instellen van een beleggingscommissie per 1 oktober Aanleiding hiertoe was de behoefte binnen beide besturen aan inbreng van specifieke deskundigheid op beleggingsgebied. Daarbij speelde ook een rol dat de beleggingsstrategie en de portefeuilles (met uitzondering van vastgoed) voor beide fondsen identiek zijn. De commissie heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd adviseren van de besturen AMF en BFM op het gebied van beleggen. ALGEMENE ONTWIKKELINGEN Roerige tijden Het verslagjaar 2002 is in politiek opzicht een jaar van veel commotie en onrust geweest. Ook het aanvullende pensioenterrein heeft daarvan zijn deel gekregen! In het voorjaar was de beëindiging van de ambtstermijn van het tweede kabinet-kok te voorzien. Daardoor viel een belangrijk beleidsvoornemen op het pensioenterrein, de voorbereiding van een nieuwe Pensioenwet, stil. Een richtinggevend debat in de Tweede Kamer over de Hoofdlijnennotitie over voornoemde wet bleef uit. In de notitie waren diverse nieuwe beleidsvoornemens en veranderingen uit de afgelopen jaren verzameld en wat betreft hun realisering juist aan die beoogde Pensioenwet opgehangen. In de in verband met de verkiezingen ontworpen verkiezingsprogramma s van de politieke partijen kon men een nieuw fenomeen ontwaren: de levensloopverzekering. Er volgden vele speculaties of de klassieke pensioenopbouw voor later er qua inkomensbesteding een concurrent bij zou krijgen, ja of zelfs de reeds opgebouwde pensioenvermogens straks voor korte verlofperiodes konden worden besteed. Vooruitlopend op de nieuwe verzekering werd alvast de fiscale faciliëring van pensioenopbouw door het nieuwe kabinet-balkenende beperkt gelukkig werd de doorvoering ervan uitgesteld. Vanwege de korte levensduur van dit kabinet moesten ook de voorbereidingen voor een nieuw pensioenconvenant, onder meer gericht op kostenbeheersing en financiële houdbaarheid, vroegtijdig worden gestaakt. 9

12 10 Het toezicht toont zijn tanden Op het terrein van het toezicht op pensioenfondsen kunnen diverse ontwikkelingen worden gemeld. In de eerste plaats vond er een discussie plaats over de hervorming van het toezicht op de financiële sector, zonder dat daarbij de pensioenfondsen werden betrokken. De scheiding van het toezicht in prudentieel toezicht door De Nederlandsche Bank (DNB) en de Pensioen- & Verzekeringskamer (PVK) en effectentypisch gedragstoezicht door de Autoriteit Financiële Markten werd een feit. Ondertussen werd in het begin van het jaar bekend gemaakt dat de PVK nauwer zou samenwerken met DNB. Kruislingse bestuursbenoemingen werden daar een uiting van. Nog in hetzelfde jaar kondigden beide toezichthouders aan te gaan fuseren. Gegeven deze ontwikkelingen brengen de pensioenfondsen hun eigen identiteit en doelstellingen uitdrukkelijk onder de aandacht: er is behoefte aan een analyse waarom de toezichthervormingen ook op hen zouden moeten worden toegepast. Vooralsnog wordt het huidige toezicht voldoende efficiënt en effectief genoemd en ontbreekt de noodzaak van hervormingen. Gelijktijdig met dreigende institutionele wijzigingen heeft de PVK van zich doen spreken door de besturen van de pensioenfondsen in het najaar te wijzen op hun financiële verantwoordelijkheden. Aanleiding hiervoor waren de aanhoudend tegenvallende beleggingsresultaten op aandelen en als gevolg daarvan dreigende vermogenstekorten. De PVK zette in een uitgebreide circulaire haar uitgangspunten van het financiële toezicht uiteen. Deze circulaire heeft veel stof doen opwaaien. Niet zozeer werd getwijfeld aan de bevoegdheid van de PVK om waarschuwingen af te geven, maar vooral de vaak zeer concrete, gedetailleerde invulling van de uitgangspunten van het toezicht leidde tot veel discussie. Met name betrof dit de korte periode waarbinnen tekorten moesten worden weggewerkt, met enorme macro-economische gevolgen ver buiten de sector van de pensioenfondsen, en onaangekondigd nieuw beleid zonder een ordentelijke invoeringstermijn. Een en ander heeft er inmiddels toe geleid dat de PVK waar nodig maatwerk zal leveren bij pensioenfondsen die tekorten in hun financiële positie moeten inlopen. Gekoppeld aan deze situatie zal het bestuur van het pensioenfonds meer dan ooit alert zijn op dit onderdeel. Inmiddels heeft AZL als administrateur (en vermogensbeheerder), mede fungerend als databank van het pensioenfonds, zijn diensten aangeboden om het bestuur frequenter op de hoogte te houden van de ontwikkeling van de vermogenspositie en de feitelijke pensioenverplichtingen. Wat betreft het toezicht is nog van belang dat de principes interne beheersing, na ontvangen kritische commentaren, nog even onderwerp van nadere studie door de PVK blijven. Tevens zijn de in het afgelopen jaar gepubliceerde regels voor de situatie dat het pensioenfonds werkzaamheden zoals het vermogensbeheer en de pensioenadministratie heeft uitbesteed aan derden door de PVK uitdrukkelijk als concept gepresenteerd. Het pensioenfonds krijgt daardoor voldoende voorbereidingstijd voor de invoering ervan. Gepensioneerden eisen hun plaats en invloed op De veelal van de financiële resultaten afhankelijk gestelde indexaties kwamen in verband met de tegenvallende beleggingsresultaten in het verslagjaar uitdrukkelijk in beeld. Met als gevolg dat de druk om gepensioneerden in het besturen van een pensioenfonds meer invloed en medezeggenschap te geven, in het afgelopen jaar duidelijk is toegenomen. Het uit 1998 daterende convenant tussen de Stichting van de Arbeid en het Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties is inmiddels geëvalueerd en qua resultaat verschillend beoordeeld. D66 speelde hierop in door via het recht van initiatief een wetsvoorstel te ontwerpen met vergaande bevoegdheden voor gepensioneerden. De meeste ouderenorganisaties willen echter nog niet zo ver gaan en streven naar een nieuw, tweede convenant. Aan het einde van het verslagjaar zag het er naar uit hoewel enkele ouderenbonden hun voorkeur hebben geuit voor een meer confronterende strategie en dus dreigen af te haken dat een dergelijk convenant er zal komen.

13 Transparantie en voorlichting hard nodig In het verslagjaar kregen de premiebetalende deelnemers voor het eerst informatie over de pensioenopbouw (aanwas) via het pensioenfonds in het desbetreffende jaar (de zogenaamde factor A ). Aan de hand daarvan moeten zij hun eigen pensioensituatie kunnen beoordelen en nagaan of binnen de fiscale mogelijkheden eventueel nadere, individuele pensioenaanvullingen wenselijk zijn. Het pensioenfonds kan slechts inzicht geven voor zover het de bij het fonds ondergebrachte pensioenopbouw betreft. Wat daarbuiten is opgebouwd, is bij het fonds niet bekend. De factor A heeft daarom de behoefte in een stroomversnelling gebracht dat een ieder begrijpelijke en heldere voorlichting over zijn pensioensituatie wordt gegeven. Voorlichting waar de deelnemer zelf aan de slag kan gaan om de totale pensioensituatie compleet te krijgen. Onderzoeken, onder meer van de Consumentenbond, toonden aan dat hieraan veel verbeterd kan en moet worden. Een beslissing van andere aard, die door de aktieve deelnemers zelf moet worden genomen, betreft de sinds het onderhavige verslagjaar mogelijke uitruil van het nabestaandenpensioen in een hoger ouderdomspensioen. Ook dit aspect van de pensioenregeling vraagt om een duidelijke voorlichting aan de deelnemers over de rechtsgevolgen van hun individuele beslissingen. Goede voorlichting over de zeer complexe pensioenmaterie is een enorme klus, maar tegelijk een uitdaging. Het besef is er dat de bevordering van deskundigheid en professionaliteit zich ook moet uitstrekken tot de public relations en communicatieaspecten van het pensioenfondsbedrijf. Het verslagjaar heeft de basis daarvoor gelegd, waarop in het volgende jaar verder moet worden gebouwd. Komt de bedreiging van Europa? Kapitaalgedekte pensioenstelsels zijn gebaat bij een stabiele euro en een streng monetair beleid van de Europese Centrale Bank en nationale overheden. Steeds meer lidstaten hebben moeite om aan de eisen van het Groei- en Stabiliteitspact te voldoen. De Nederlandse regering ziet deze ontwikkeling met lede ogen aan. Uit Brussel kunnen echter ook positieve ontwikkelingen in het afgelopen jaar worden gemeld. Op het niveau van de Europese Unie zijn de voor de aanvullende pensioenen verantwoordelijke ministers van de lidstaten erin geslaagd een akkoord te bereiken over een pensioenfondsrichtlijn. Na eerdere, onvruchtbare pogingen is een richtlijn nog nooit zo dichtbij gekomen. In het voorjaar van 2003 valt, na toetsing door het Europese Parlement, de definitieve beslissing. Net zo bemoedigend lijkt de ontwikkeling van wederzijds begrip in de Europese Unie voor elkaars pensioensystemen en aanpak van hervormingen in het licht van de vergrijzing. Alle lidstaten hebben in zogenaamde nationale actieprogramma s hun stelsels getoetst aan diverse sociale doelstellingen en daarover naar de Europese Commissie verantwoording afgelegd. De programma s zijn nu onderwerp van nadere studie. Er wordt geprobeerd daaraan best practices te ontlenen, waarvan andere lidstaten kunnen leren c.q. hun voordeel mee kunnen doen. Deze aanpak die ook wel de open coördinatiemethode wordt genoemd, toont wel aan dat de voortgang op Europees niveau er één is van kleine stapjes. Een interne markt van pensioenfondsen en pensioenproducten is nog ver weg. Met name de fiscale belemmeringen zijn een probleem. Desondanks zorgt het Hof van Justitie met een baanbrekende uitspraak af en toe voor een opleving. Overigens zijn in het afgelopen jaar twee nationale wetten op het aanvullende pensioenterrein tot stand gekomen die beide hun grondslag vonden in Europese richtlijnen. Deze wetten hadden betrekking op de gelijke behandeling van werknemers met arbeidscontracten voor bepaalde tijd met werknemers met contracten voor onbepaalde tijd en op de pensioenaspecten bij overgang van ondernemingen. 11

14 12 Slot De onrust was aan het einde van het verslagjaar zeker niet voorbij. Er is, mede als gevolg van de oorlogsdreiging en terroristische aanslagen, nog geen herstel van de aandelenmarkten te zien. Ook de ontwikkeling van nieuwe, internationaal aanvaarde accounting standaarden houdt de gemoederen bezig. Deze standaarden houden onvoldoende rekening met het unieke Nederlandse pensioensysteem en kunnen zelfs als een bedreiging worden opgevat. Het is echter bemoedigend dat er nog geen of nauwelijks bereidheid bestaat om ingrijpende stelselwijzigingen, zoals bijvoorbeeld de overschakeling op beschikbare premiesystemen, door te voeren. Er bestaat nog steeds een groot vertrouwen in het huidige pensioensysteem en het vermogen om zich in economisch slechte tijden aan te passen. Het is met name de politiek die de pensioenfondsbesturen in het afgelopen jaar de algemene opdracht heeft meegegeven dat hun pensioenregelingen onder alle omstandigheden, dus ook in roerige tijden, houdbaar moeten blijven. Fondsspecifieke ontwikkelingen In het afgelopen verslagjaar werd een beschrijving opgesteld van de Administratieve Organisatie van het fonds, zulks als aanvulling op het bestaande algemene Handboek Bestuurlijke Informatie Voorziening. Hierin werd een overzicht gegeven van de werkzaamheden en de processen die voor het fonds op een andere wijze worden uitgevoerd dan in het genoemd handboek zijn beschreven. Verder werden performance-eisen opgesteld ten aanzien van de dienstverlening door AZL met betrekking tot de pensioenadministratie en bestuursbegeleiding. Naar aanleiding van een desbetreffend verzoek werd door het bestuur de regeling betreffende beëindiging van weduwepensioen wegens hertrouwen aan een nader onderzoek onderworpen. In de pensioenregeling is voorgeschreven dat het recht op weduwepensioen eindigt bij hertrouwen van de weduwe. Met hertrouwen wordt volgens de wet gelijkgesteld het aangaan van een wettelijk geregistreerd partnerschap. Het weduwepensioen herleeft na overlijden van degene met wie de weduwe is hertrouwd dan wel een wettelijk geregistreerd partnerschap was aangegaan, met dien verstande dat alsdan op het weduwepensioen in mindering wordt gebracht hetgeen haar wegens overlijden van haar laatste echtgenoot/partner mocht toekomen aan pensioen ingevolge een verzekering in verband met diens dienstbetrekking. De betreffende bepalingen in de pensioenregeling gaan uit van de verzorgingsgedachte, welke ten grondslag ligt aan het nabestaandenpensioen. Bij hertrouwen vervalt dit uitgangspunt. Het bestuur besloot geen wijziging te brengen in bedoeld uitgangspunt. Het bestuur nam kennis van de brief van de PVK d.d. 30 september 2002 met betrekking tot de uitgangspunten voor de financiële opzet en positie van pensioenfondsen. Aanleiding voor deze brief waren de aanhoudend tegenvallende beleggingsresultaten op aandelen en als gevolg daarvan dreigende vermogenstekorten. Ultimo boekjaar was de dekkingsgraad vrijwel gelijk aan de door de PVK aangegeven uitgangspunten, waardoor er geen sprake is van een tekort. Door het Actuarieel Genootschap werden in het verslagjaar nieuwe overlevingstafels gepresenteerd. Overlevingstafels worden binnen de actuariële praktijk gebruikt om de sterftekansen af te leiden op basis waarvan de voorziening pensioenverplichting wordt vastgesteld. Het actuarieel bureau Mercer Human Resource Consulting heeft becijferd dat de omrekening naar de nieuwe overlevingstafels per 31 december 2002 een eenmalige koopsom vergt van circa 7,8 miljoen. Het bestuur besloot om op het hanteren van deze overlevingstafels over te gaan. De pensioenregeling De pensioenregeling verleent aan de deelnemers werklieden in de vroegere mijnindustrie een pensioentoezegging in de vorm van een historische opbouwregeling. De pensioenleeftijd is in de regel 60 jaar. Voor deelnemers met tenminste 25 ondergrondse dienstjaren geldt een lagere pensioenleeftijd van 55 jaar. Bij voortijdige beëindiging van het deelnemerschap is de pensioenleeftijd 55, 60 of 65 jaar, afhankelijk van de duur van de ondergrondse diensttijd respectievelijk van de duur van het deelnemerschap. Afhankelijk van ondergrondse of bovengrondse diensttijd wordt 2% resp. 1,75 % van het jaarloon boven een franchise, die is gebaseerd op het AOW-pensioen voor een gehuwd echtpaar per 1januari van het betreffende jaar, opgebouwd aan levenslang ouderdomspensioen.

15 Naast het levenslange ouderdomspensioen wordt voor (gewezen) deelnemers met een pensioenleeftijd lager dan 65 jaar een tijdelijk ouderdomspensioen toegekend als vervangende uitkering voor de AOW. Als tijdelijk ouderdomspensioen wordt opgebouwd voor elk deelnemersjaar 1/35-ste (bij ondergrondse diensttijd) resp. 1/40-ste (bij bovengrondse diensttijd) deel van het AOW-pensioen geldend in het betreffende jaar. Voor degenen, wier pensioen onmiddellijk aansluit aan de beëindiging van het deelnemerschap, wordt het tijdelijk ouderdomspensioen afgeleid van het actuele AOWpensioen. Het tijdelijk pensioen is maximaal gelijk aan de AOW-uitkering voor een gehuwd echtpaar. Op de volgens het voorgaande berekende opbouwbedragen aan levenslang ouderdomspensioen zijn vanaf 1975 jaarlijks toeslagen verleend. Deze toeslagverhogingen hebben plaatsgevonden zowel in de vorm van een procentuele toeslag als in de vorm van een toeslag met een bedrag per deelnemersjaar. Naast het ouderdomspensioen voorziet de regeling in een weduwepensioen voor de weduwe waarmee de (gewezen) deelnemer tijdens het deelnemerschap gehuwd is geweest. Het weduwepensioen bedraagt 70 % van het te bereiken levenslange ouderdomspensioen. Ten aanzien van de na 1 januari 2002 opgebouwde aanspraak op weduwepensioen bestaat de mogelijkheid deze aanspraak op pensioendatum uit te ruilen tegen ouderdomspensioen. Voor zover op de pensioendatum geen recht bestaat op weduwepensioen vindt omruil automatisch plaats. Jaarlijks neemt het bestuur een besluit of het op grond van de financiële positie van het fonds verantwoord is om een toeslag te verlenen op de pensioenaanspraken volgens de ontwikkeling van de prijsindex. In het verslagjaar werden de tijdelijke pensioenen voor de aansluitend aan de beëindiging van het deelnemerschap gepensioneerden beneden 65 jaar zoals gebruikelijk overeenkomstig de wijziging van de AOW-uitkeringen aangepast per 1 juli 2002 en per 1 januari De laatstgenoten lonen, tot 70 % waarvan het pensioeninkomen voor de aansluitend gepensioneerden tot het bereiken van de 65-jarige leeftijd in voorkomend geval wordt aangevuld door het Aanvullingsfonds, werden per 1 januari 2003 verhoogd met 3,83%, zijnde het percentage van de stijging der CAO-lonen over de periode 1oktober2001 tot 1 oktober De gepensioneerden beneden 65 jaar ontvangen een vergoeding voor de over het tijdelijk pensioen verschuldigde premie AOW/Anw alsmede een vervangende overhevelingstoeslag. Financiële positie en toeslagenbeleid van het fonds Het bestuur streeft er naar een bestendig toeslagenbeleid te voeren. Dit beleid komt er op neer, dat er naar gestreefd wordt jaarlijks een toeslag te geven op basis van de prijsinflatie indien en voor zover de financiële positie van het fonds dit toelaat. Ultimo 2001 bedroeg de dekkingsgraad 130,5%. De financiële positie van het fonds maakte het mogelijk om per 1 juli 2002 een verhoging op de pensioenaanspraken te geven van 4,1%, zijnde de compensatie voor de prijsstijging in het jaar De toeslag per 1 juli 2002 betekende een verhoging van de financiële lasten met 41,9 miljoen. De opbrengst van het vermogen bedroeg in het verslagjaar 0,1 miljoen, terwijl de voorziening pensioenverplichtingen daalde met 25,0 miljoen. Voor pensioenuitkeringen was nodig 105,4 miljoen. De dekkingsgraad ultimo boekjaar daalde tot 123,4%, terwijl de reservetekortgrens conform richtlijnen PVK eveneens op 123,4 % lag. Gezien de bijzondere positie van het fonds, zijnde een pensioenfonds in afbouw, en op basis van de door de actuaris verstrekte verklaring dat het fonds hiertoe over voldoende middelen beschikt, besloot het bestuur om de pensioenen per 1 juli 2003 te verhogen met 2,5 %. Dit percentage compenceert de prijsstijging over de periode januari 2002 januari

16 Verzekerdenbestand Actieve deelnemers Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden Totaal Stand per 31 december Mutaties door: Afkoopsommen -/ /- 453 Waarde-overdracht -/ /- 112 Ingang pensioen -/- 34 -/ Overlijden -/- 2 -/ / / Afloop Andere oorzaken -/- 2 -/ /- 27 -/- 292 Mutaties per saldo -/- 38 -/ / / Stand per 31 december *) *) Waarvan deelnemers met (gedeeltelijke) vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid. 118 Specificatie pensioengerechtigden Ouderdomspensioen Invaliditeitspensioen Weduwepensioen Wezenpensioen 4 4 Totaal Het totale verzekerdenbestand daalde in het verslagjaar met personen (zijnde 4,8 %) en omvatte eind personen.

17 BELEGGINGEN Algemeen Voor het derde achtereenvolgende jaar kan de situatie op de financiële markten in 2002 het beste worden omschreven als turbulent, met als uiteindelijke consequentie voor de meeste pensioenfondsen een duidelijk negatief totaalresultaat. In de twee voorgaande jaren bleven de gevolgen van deze ontwikkeling voor het beleggingsbeleid van pensioenfondsen nog relatief beperkt. Als gevolg van de repercussies van de negatieve resultaten voor de dekkingsgraad van pensioenfondsen, nog versterkt door de maatregelen die de Pensioen- & Verzekeringskamer als reactie hierop eiste, werd het beleggingsbeleid in toenemende mate door de verslechtering van de resultaten beïnvloed. Voor zover het belang in zakelijke waarden aandelen en onroerend goed al niet werd teruggebracht, kwam een uitbreiding van het relatieve belang van deze beleggingscategorie tot boven het normpercentage nauwelijks nog voor. Dit gold ook voor het Algemeen Mijnwerkersfonds van de Steenkolenmijnen in Limburg, waar het totaalresultaat uitkwam op 0,0 %. Het beleggingsbeleid was er aanvankelijk op gericht het belang in aandelen uit te breiden, waartoe zowel de uitkomsten van de in 2001 verrichte ALM studie als de hoogte van de dekkingsgraad de ruimte boden. Een overweging van het belang in zakelijke waarden diende echter zo snel mogelijk naar het strategische normpercentage te worden gereduceerd. Evenals in de voorafgaande twee jaren zijn het met name de aandelenmarkten geweest die zowel voor de turbulentie als voor het uiteindelijke negatieve resultaat verantwoordelijk zijn geweest. Wereldwijd kwam het resultaat op aandelen, uitgedrukt in euro s immers uit op -/- 31,3 %, waarmee de negatieve cijfers van 2000 en 2001 van respectievelijk -/-5,1 % en -/- 11,6 % duidelijk werden overtroffen. De verklaring voor deze negatieve ontwikkeling lag niet zozeer bij het verloop van de conjunctuur. Hoewel er sprake was van een zwakke conjunctuur, kan dit op zichzelf, gelet op de nagenoeg nog overal aanwezige positieve groei, niet het teleurstellende resultaat op aandelen verklaren. Naast de sterkte van de euro, welke ten opzichte van de dollar met 15 % in waarde steeg en waardoor het resultaat op de aandelenbeleggingen in de Verenigde Staten, Japan en het Verenigd Koninkrijk, uitgedrukt in euro s, onder druk kwam te staan, is daarbij met name het wegvallen van het vertrouwen in de aandelenmarkt in zijn algemeenheid van belang geweest. Factoren die daarbij een rol hebben gespeeld zijn onder andere een aantal grote boekhoudschandalen, de twijfel ten aanzien van een spoedig economisch herstel en, tegen het einde van het jaar, de opkomende oorlogsdreiging rond Irak. Opvallend was dat de aandelenresultaten van de onderscheiden regio s, zeker wanneer rekening wordt gehouden met de valutaire ontwikkeling, elkaar weinig ontliepen. Zo lag het aandelenresultaat uitgedrukt in euro s in de eurozone op -/- 32,7 %, in de Verenigde Staten op -/- 34,1 % en in Japan op -/- 23,0 %. Het aandelenresultaat in Zuidoost-Azië stak hierbij met -/- 9,2 % nog gunstig af, waarbij evenwel moet worden opgemerkt dat juist daar in 2001 de grootste tegenvallers werden gerealiseerd. Was de keuze van de regionale verdeling niet zo bepalend voor het uiteindelijk resultaat, dit gold wel voor de verdeling over sectoren en, binnen die sectoren, de selectie van eventuele fondsen. Wat de sectorale verdeling betreft waren het in 2002 met name de sectoren Verzekeringen en Informatietechnologie die met respectievelijk -/- 37,5 % en -/- 48,6 % duidelijk in negatieve zin afstaken, terwijl de meer cyclische waarden, voor een deel als reactie op de slechte gang van zaken in 2001 en, met name in het begin van het jaar, voor een deel als graadmeter voor een verwacht herstel van de conjunctuur met -/- 20,0 % relatief gunstige resultaten lieten zien. Het gevolg was dat een beleid dat gericht was op een voorkeur voor meer defensieve groeiaandelen in 2002 niet aan zijn doelstelling heeft kunnen beantwoorden. Wat de individuele fondsenkeuze betreft leidde een aantal negatieve uitschieters, welke onder meer samenhingen met de al eerder vermelde boekhoudschandalen, tot grote verschillen in performance. Hoewel de vertraging van de economie, zeker tegen het einde van het jaar, onmiskenbaar van invloed is geweest op de resultaten van onroerend goed, is het uiteindelijke beeld van deze beleggingscategorie over 2002 positief. Dit geldt zeker voor de beursgenoteerde vastgoedfondsen in de Eurozone, waarvan het resultaat, met name dankzij een aantal opvallende koersstijgingen in Frankrijk en Spanje, op ruim 16 % uitkwam. Maar ook voor de Nederlandse woningmarkt, waar dankzij het nagenoeg ont- 15

18 16 breken van leegstand en de nog steeds positieve waardeontwikkeling voor beleggers een resultaat van meer dan 12 % bereikbaar was. De commerciële vastgoedmarkt kantoren, winkels en bedrijfsgebouwen begon tegen het einde van het jaar in Nederland wel de tegenwind van de conjunctuur te voelen, zij het dat de gevolgen daarvan, mede dankzij de laagblijvende rente, beperkt bleven, zodat ook hier een duidelijk positief resultaat kon worden gerealiseerd. Het trage verloop van de conjunctuur, gekoppeld aan een in de loop van het jaar afnemende inflatoire druk binnen de Eurozone daalde de inflatie tot 2,1% aan het einde van het jaar leidde ertoe dat de monetaire autoriteiten zowel in Europa als in de Verenigde Staten een verdere versoepeling van het beleid doorvoerden. In de Verenigde Staten, waar in 2001 de rente al van 6 % naar 1,75 % was verlaagd, verlaagde de Federal Reserve de rente zelfs tot 1,25% het laagste niveau sinds veertig jaren, terwijl de Europese Centrale Bank, iets voorzichtiger, de rente naar 2,75 % terugbracht. Mede hierdoor daalde de kapitaalmarktrente in Europa van 5,0 % naar 4,25 %, waardoor het totaal rendement op euro staatsobligaties kon stijgen tot bijna 10 %. De daling van de rente deed zich met name bij staatsobligaties voor, aangezien deze categorie, als vluchthaven voor aandelen als het meest veilig werd beschouwd. De rente op bedrijfsobligaties daalde aanzienlijk minder snel, omdat de belangstelling voor deze categorie, gegeven de grotere conjunctuurgevoeligheid alsmede de in de afgelopen jaren opgetreden verslechtering van de balanspositie, minder was. Toch kon ook hier, mits sprake was van zogenaamde investment grade bonds dit zijn obligaties van bedrijven met een hoge kredietkwaliteit een rendement van circa 8 % worden gerealiseerd. Beleggingsbeleid Het overzicht belegd vermogen op pagina 43 laat zien dat het belegd vermogen van het fonds in het afgelopen boekjaar 2002 met 109 miljoen is afgenomen en ultimo dat jaar op miljoen (inclusief lopende intrest en liquide middelen) uitkwam. Deze vermogensafname werd ten dele veroorzaakt door het gegeven dat het pensioenfonds zich in de afbouwfase bevindt, welke gekenmerkt wordt door het feit dat de jaarlijkse uitkeringen die het fonds moet verrichten groter zijn dan de inkomsten. Op grond daarvan werd voor 2002 rekening gehouden met een daling van het vermogen van circa 45 miljoen. Uiteindelijk bleek de vermogensafname nog duidelijk hoger uit te vallen doordat de beleggingen per saldo een waardedaling vertoonden. Deze waardedaling werd nagenoeg geheel veroorzaakt door de koersdalingen binnen de aandelenportefeuille. De vastrentende portefeuille liet als gevolg van de rentedaling een waardestijging zien, maar deze was niet voldoende om de verliezen binnen de aandelenportefeuille volledig te compenseren. De door het bestuur geformuleerde normpercentages ten aanzien van de verdeling van het vermogen over de diverse beleggingscategorieën zijn in het verslagjaar niet gewijzigd. Voor vastrentende waarden gold derhalve een normpercentage van 65% van het totaal belegd vermogen; voor aandelen en onroerend goed bedragen deze respectievelijk 20 en 15%. Rondom deze strategische normverdeling zijn bandbreedtes geformuleerd die het mogelijk maken om op basis van de verwachtingen ten aanzien van de diverse beleggingscategorieën een tactisch beleid te voeren. Ook binnen de onderscheiden beleggingscategorieën vonden in 2002 geen ingrijpende strategische wijzigingen plaats. Wel was het zo dat de opgerichte gezamenlijke beleggingscommissie AMF-BFM een aantal wijzigingen aan het bestuur adviseerde die met ingang van 1 januari 2003 hun beslag vonden en onder meer betrekking hebben op de geografische verdeling van de aandelenportefeuille en de benchmark voor vastrentende waarden. Uit het overzicht belegd vermogen op pagina 43 blijkt dat de actuele vermogensverdeling aan het einde van het verslagjaar duidelijk afweek van de strategische vermogensverdeling. Een en ander had alles te maken met de dramatische ontwikkelingen op de aandelenmarkten en de dekkingsgraad die dientengevolge onder druk kwam te staan. Aan het begin van het verslagjaar lag het in aandelen belegd vermogen nog licht boven het strategische normpercentage en gedurende het eerste halfjaar werden ook nog middelen in de aandelensfeer belegd toen de aandelenkoersen enigszins onder druk kwamen te staan. Naarmate de koersen en daarmee de dekkingsgraad van het pensioenfonds verder daalden, besloot het bestuur geen investeringen in de aandelensfeer meer te verrichten, ook al betekende dit dat het belang in aandelen onder

19 15 % zakte, hetgeen als minimumpercentage van de bandbreedte voor aandelenbeleggingen is gedefinieerd. Uiteindelijk had dit alles tot gevolg dat het belang in aandelen aan het einde van 2002 op 14,4% van het totaal belegd vermogen uitkwam. Het belang in onroerend goed nam, vooral als gevolg van de verkopen die in 2002 plaatsvonden, licht af en kwam uit op 18,5 % van het totaal belegd vermogen. Het belang van de vastrentende waarden liet in het verslagjaar een duidelijke stijging zien en kwam eind 2002 uit op 66,6 %. De liquiditeiten bedroegen aan het einde van het verslagjaar 0,5% van het totaal belegd vermogen. Ook gedurende het grootste deel van 2002 was het beleid ten aanzien van de vastrentende portefeuille gericht op een portefeuilleduration die zich op of iets boven de benchmarkduration zou bevinden. Dit beleid werd ingegeven door de verwachting dat de kapitaalmarktrente eerder zou dalen dan stijgen. De duration van de totale portefeuille vastrentende waarden bedroeg per 31 december ,48 jaar (2001: 5,58) en was daarmee fractioneel korter dan de benchmarkduration die op dat moment 5,55 jaar bedroeg. Om het gewenste durationbeleid uit te voeren werden binnen de obligatieportefeuille gedurende het jaar ook ruiltransacties uitgevoerd voor een effectief bedrag van ruim 326 miljoen. Daarbij werd de duration met 1,1 jaar verlengd. Wat betreft de valutaire verdeling van de vastrentende portefeuille bleef de blik in het verslagjaar onverminderd op in euro's luidende beleggingstitels gericht. Van de ruimte om een deel van de portefeuille in vreemde valuta s te beleggen werd geen gebruik gemaakt zodat de portefeuille aan het einde van 2002 geheel in euro's luidde. Met betrekking tot de vastrentende beleggingen is voorts vermeldenswaard het feit dat de beleggingen in bedrijfsobligaties met ingang van het vierde kwartaal plaatsvinden middels een daartoe door AZL opgericht beleggingsfonds, genaamd AZL Credits, dat ook voor andere pensioenfondsen toegankelijk is. Overigens belegde het AMF ook reeds daarvoor een deel van het vermogen in bedrijfsobligaties. Er is dan ook geen sprake van een wijziging in het beleid, maar veel meer van een andere invulling van de wijze waarop deze beleggingen plaatsvinden. Door de samenvoeging van kapitaal in een beleggingsfonds kan onder andere een betere spreiding van het risico plaatsvinden. Het AMF bracht in het kader van de toetreding tot dit beleggingsfonds een bedrag van 137,9 miljoen aan bedrijfsobligaties in. Al met al resulteerde het gevoerde beleid in een totaal rendement op vastrentende waarden van 9,8%. Dit rendementscijfer was daarmee 0,2%-punt hoger dan het rendement van de benchmark die over 2002 een performance van 9,6% liet zien. Waar in het eerste kwartaal op de aandelenbeurzen zelfs nog lichte koersstijgingen konden worden gemeld en daardoor ten opzichte van het normpercentage van 20% de overweging van het aandelenbelang nog iets verder opliep, bepaalden vanaf het tweede kwartaal koersdalingen het beeld. Aanvankelijk werd het aandelenbelang door bij-investeringen op het normpercentage gehouden, echter naarmate de aandelenbeurzen steeds verder wegzakten en de dekkingsgraad van het pensioenfonds dientengevolge verder werd aangetast, werden additionele investeringen in de aandelensfeer geheel stopgezet. Daarbij werd de onderschrijding van het door het bestuur vastgelegde minimumpercentage aandelen van 15% als een gegeven beschouwd. Het pensioenfonds hanteert voor de geografische verdeling van de aandelenportefeuille een strategische norm waarbij het zwaartepunt op aandelenbeleggingen in Europa ligt. De daadwerkelijke verdeling van de portefeuille kende gedurende het jaar slechts beperkte afwijkingen ten opzichte van deze normpercentages. Aangezien de Europese aandelenmarkten het over het algemeen nog slechter deden dan het eerdergenoemde wereldwijde gemiddelde lag de performance van de aandelenportefeuille van het fonds met -/- 33,8 % zelfs nog daaronder. Ook in vergelijking met de eigen benchmark van het fonds, die gebaseerd is op de strategische normverdeling, en welke een daling van 30,9% liet zien, bleef de performance achter. Gedurende het gehele jaar was ongeveer eenderde deel van de portefeuille Amerikaanse en Japanse aandelen afgedekt tegen koersdalingen van respectievelijk de Amerikaanse dollar en de Japanse yen. Hieraan lag de onzekerheid ten aanzien van het toekomstig verloop van deze valuta s ten grondslag die uitmondde in de verwachting dat de euro op termijn eerder iets zou versterken dan verzwakken. Aangezien de euro in 2002 duidelijk apprecieerde ten opzichte van deze valuta s resulteerde de afdekkingsoperatie in een positieve bijdrage aan het 17

20 18 totaalrendement van het pensioenfonds. Overigens was er ook aan het einde van het verslagjaar nog steeds sprake van een afdekking van circa eenderde deel van de genoemde valutabelangen. Het beleid van de geleidelijke afbouw van het directe onroerend goed in exploitatie naar een indirecte portefeuille in de vorm van beleggingen in vastgoedmaatschappijen werd in het verslagjaar gecontinueerd. Per saldo werd er dan ook gedesinvesteerd in deze sfeer, waarbij de verkoopopbrengsten ten dele ook werden aangewend ten behoeve van de te verrichten pensioenuitkeringen. Naast voortgaande uitpondingen, die in een aantal complexen al sinds enkele jaren plaatsvinden, werden enkele complexen volledig afgestoten. Op deze wijze werden een woningcomplex te Breda 325 woningen en 85 garages omvattend alsmede het volledige kantorenbezit van het AMF afgebouwd. De complexen werden ingebracht in een tweetal niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen van AZL, te weten AZL Vastgoed Woningen en AZLVastgoed Kantoren, waarbij een deel van de opbrengst in contanten werd ontvangen. De performance op het directe gedeelte van de portefeuille (inclusief het belang in Gemeenschappelijk Bezit) bedroeg over 2002 circa 7,1 %. Bij dit percentage dient wel de kanttekening te worden gemaakt dat het een benadering betreft, aangezien het resultaat op direct onroerend goed niet op dezelfde wijze kan worden berekend als bij effecten. De totale performance op de onroerend goed beleggingen, inclusief de beleggingen in al dan niet beursgenoteerde vastgoedfondsen, kwam uit op 6,6%. De door het fonds gehanteerde benchmark, welke wordt gevormd door het rendement dat pensioenfondsen in het Universum van WM Company op hun Nederlandse direct onroerend goed behaalden alsmede een index voor de ontwikkeling van beursgenoteerde vastgoedbeleggingen, liet over 2002 een stijging van 8,2% zien. Per saldo werd het onroerend goed belang in 2002 met ruim 27 miljoen afgebouwd. Toch daalde het relatieve belang van onroerend goed slechts met 0,5%-punt tot 18,5% van het totaal belegd vermogen. Dit betekende dat gedurende het gehele jaar een overwogen positie ten opzichte van het normbelang van 15 % en zelfs het toegestane maximum van 17% bestond. De bescheiden daling van het relatieve belang was een gevolg van de relatief gunstige ontwikkeling in vergelijking tot de overige beleggingscategorieën en dan natuurlijk met name aandelen. Gegeven de bijzondere omstandigheden die aan deze overschrijding ten grondslag lagen en de relatief gunstige verwachtingen voor onroerend goed beleggingen, lag ook aan het einde van het verslagjaar het onroerend goed belang met 18,5 % van het totaal belegd vermogen nog boven het genoemde maximum van 17 %. De performancecijfers per beleggingscategorie resulteren in een geaggregeerde totale performance over het jaar 2002 van 0,0%. Alhoewel deze performance in absolute termen teleurstellend mag worden genoemd is deze performance wederom duidelijk beter dan die van andere Nederlandse pensioenfondsen. Deze conclusie kan worden getrokken uit een vergelijking van deze performance met die van het WM Universum dat over 2002 een performance van -/- 8,1 % liet zien. Voor een belangrijk deel kan deze relatief gunstige performance wederom worden verklaard door het hogere gewicht van de vastrentende beleggingen vergeleken bij het WM Universum. Deze categorie liet over het verslagjaar in vergelijking met aandelen een duidelijk betere performance zien. De pensioenfondsen die onderdeel uitmaken van het WM Universum beleggen over het algemeen beduidend meer in aandelen waardoor hun performance, evenals in de voorgaande twee jaren, meer werd gedrukt dan die van het AMF. In vergelijking met de eigen benchmarkperformance van het pensioenfonds was daarentegen sprake van een achterblijvende performance. De benchmark kwam op 0,4 % uit zodat de eigen performance dus 0,4%-punt slechter was. Tegenvallende resultaten op de aandelenportefeuille en in mindere mate het onroerend goed in relatie tot de benchmarks voor deze categorieën vormden de belangrijkste verklaring voor deze achterblijvende performance. Het pensioenfonds kent sinds enkele jaren geen afzonderlijke reserves meer ten behoeve van de beleggingsrisico s. Alle risico s dienen te worden opgevangen vanuit de Algemene reserve. Deze reserve had aan het einde van het verslagjaar een omvang van 250,6 miljoen. Daar tegenover heeft de Pensioen- & Verzekeringskamer gedurende het afgelopen jaar in een circulaire verwoord welke omvang de beleggingsbuffers volgens haar zouden dienen te hebben. Voor vastrentende waarden wordt deze omvang bepaald door de hoogte van de kapitaalmarktrente, hetgeen op dat moment een reserve van 9,0% van de

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Eind 2012 liep het herverzekeringscontract met Nationale-Nederlanden

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het jaarverslag legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2013 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2015

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2015 Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum Jaarrapport 2015 Inhoudsopgave Pagina Verslag van het bestuur 2 Doelstelling van de Stichting 2 Economie en financiële markten 2 Beleggingsbeleid Portefeuille 2 Stortingen

Nadere informatie

Stichting Tempel-Zwartsenberg Fonds

Stichting Tempel-Zwartsenberg Fonds Stichting Tempel-Zwartsenberg Fonds JAARREKENING 2015 Stichting Tempel Zwartsenberg Fonds Coehoornsingel 14 9711 BS Groningen 050-3123569 Inschrijfnummer Kamer van Koophandel Groningen: 41009074 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Stichting van Tuikwerd Fonds

Stichting van Tuikwerd Fonds Stichting van Tuikwerd Fonds JAARREKENING 2015 Stichting van Tuikwerd Fonds Coehoornsingel 14 9711 BS Groningen 050-3123569 Inschrijfnummer Kamer van Koophandel Groningen: 02087587 1 Inhoudsopgave pagina

Nadere informatie

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2012 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Beleggingen Het totaal rendement over het afgelopen boekjaar 2010 is uitgekomen op 15,6%. Als we naar de onderverdeling kijken zien we het

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2017

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2017 Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum Jaarrapport 2017 Inhoudsopgave Pagina Verslag van het bestuur 2 Doelstelling van de Stichting 2 Economie en financiële markten 2 Beleggingsbeleid Portefeuille 2 Stortingen

Nadere informatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram 02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Kwartaalbericht 2013 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2013 122,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

publicatie jaarverslag

publicatie jaarverslag publicatie jaarverslag 2014 1 JAARVERSLAG 2014 DR. F.P. FISCHER-STICHTING INHOUD Pagina 1. BESTUURSVERSLAG Doelstelling van de stichting 3 Bestuur in 2014 3 Bestuursvergaderingen 3 Vaststellingen statutaire

Nadere informatie

Halfjaarbericht 2015. Bright LifeCycle Fonds

Halfjaarbericht 2015. Bright LifeCycle Fonds Halfjaarbericht 2015 Bright LifeCycle Fonds Periode: 19 december 2014 tot en met 30 juni 2015 Inhoudsopgave HALFJAARBERICHT BRIGHT LIFECYCLE FONDS... 3 BALANS PER 30 JUNI 2015... 3 WINST- EN VERLIESREKENING

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2017-1 oktober 2017 t/m 31 december 2017 Samenvatting: De (12 maands)beleidsdekkingsgraad is gestegen van 112,7% eind september 2017 naar 115,3%

Nadere informatie

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Samenvatting cijfers per 31 december 2015 Dekkingsgraad (UFR): 100,5% Beleidsdekkingsgraad: 104,4% Belegd vermogen: 19,9 miljard Rendement 4 e

Nadere informatie

Stichting Tempel-Zwartsenberg Fonds

Stichting Tempel-Zwartsenberg Fonds Stichting Tempel-Zwartsenberg Fonds JAARREKENING 2016 Stichting Tempel Zwartsenberg Fonds Coehoornsingel 14 9711 BS Groningen 050-3123569 Inschrijfnummer Kamer van Koophandel Groningen: 41009074 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Stichting van Tuikwerd Fonds

Stichting van Tuikwerd Fonds JAARREKENING 2016 Stichting van Tuikwerd Fonds Coehoornsingel 14 9711 BS Groningen 050-3123569 Inschrijfnummer Kamer van Koophandel Groningen: 02087587 1 Inhoudsopgave pagina Algemeen 3 Balans per 31 december

Nadere informatie

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting DNB-dekkingsgraad 125,2% per 31 december 2012, toename van 3,6%-punt ten opzichte van 30 september 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website Beleggingsrendement

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven

Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund te Eindhoven Jaarrekening 2012 Stichting Bewaarder Holland Immo Group XI/ Retail Residential Fund Jaarrekening 2012 Inhoudsopgave Jaarstukken

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m ultimo juni 2012 Samenvatting: Nominale dekkingsgraad gedaald van 107,6% naar 101,9% Beleggingsrendement is 1,6%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 De maand dekkingsgraad ultimo juni is sterk gestegen t.o.v eind maart De beleidsdekkingsgraad is gedaald van

Nadere informatie

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Samenvatting cijfers per 30 juni 2017 Dekkingsgraad (UFR): 104,9% Beleidsdekkingsgraad: 101,8% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m juni:

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind juni 2017 is 115,7% en is gestegen ten opzichte van

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2016-1 juli 2016 t/m 30 september 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo september is 102,4% en is gestegen ten opzichte van eind juni

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2016 bedroeg 109,6% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2016 bedroeg 5, Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2015 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2015 bedroeg 112,6% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2015 bedroeg -1,6% Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015 Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Dekkingsgraad (UFR): 108,3% Beleidsdekkingsgraad: 110,0% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2015 1 e halfjaar:

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%

Nadere informatie

Stichting van Tuikwerd Fonds

Stichting van Tuikwerd Fonds JAARREKENING 2018 Coehoornsingel 14 9711 BS Groningen 050-3123569 Inschrijfnummer Kamer van Koophandel Groningen: 02087587 1 Inhoudsopgave pagina Algemeen 3 Balans per 31 december 2018 4 Staat van baten

Nadere informatie

Rotterdams Vastgoedfonds VI CV. Halfjaarcijfers 2010

Rotterdams Vastgoedfonds VI CV. Halfjaarcijfers 2010 Halfjaarcijfers 2010 INHOUDSOPGAVE Blad Balans per 30 juni 2010 3 Winst- en verliesrekening over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010 4 Kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni

Nadere informatie

Stichting Steunfonds KansPlus gevestigd te Houten

Stichting Steunfonds KansPlus gevestigd te Houten gevestigd te Houten Rapport inzake de Jaarrekening 2012 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. Accountantsrapport 1.1 Opdracht 2 1.2 Algemeen 3 1.3 Resultaten 4 1.4 Financiële positie 5 2. Jaarrekening 2.1 Balans per

Nadere informatie

Terugblik 2011 in cijfers

Terugblik 2011 in cijfers Terugblik 2011 in cijfers U vindt hier een samenvatting van het jaarverslag 2011. Het volledige jaarverslag kunt u downloaden via www.pensioenfondsricohnederland.nl. Financiële situatie Door de kredietcrisis

Nadere informatie

MAURITS EN ANNA DE KOCK STICHTING TE AMSTERDAM

MAURITS EN ANNA DE KOCK STICHTING TE AMSTERDAM MAURITS EN ANNA DE KOCK STICHTING TE AMSTERDAM Rapport inzake jaarstukken 2012 INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Ontbreken van de verklaring 2 2 Algemeen 2 3 Ontbreken van de verklaring 4 JAARREKENING

Nadere informatie

SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d.

SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d. SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d. 26 juni 2017 Inhoudsopgave 1. Jaarrekening 1.1 Balans per 31 december

Nadere informatie

Stichting Tempel-Zwartsenberg Fonds

Stichting Tempel-Zwartsenberg Fonds Stichting Tempel-Zwartsenberg Fonds JAARREKENING 2018 Stichting Tempel Zwartsenberg Fonds Coehoornsingel 14 9711 BS Groningen 050-3123569 Inschrijfnummer Kamer van Koophandel Groningen: 41009074 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Stichting Sprint Schiedam Westvest BW Schiedam. Jaarrekening 2016

Stichting Sprint Schiedam Westvest BW Schiedam. Jaarrekening 2016 Westvest 26 3111 BW Schiedam INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 2 Samenstellingsverklaring 3 Algemeen 4 Financieel Verslag Bestuursverslag 6 Jaarstukken 2016 Balans per 31 december 2016 8 Staat

Nadere informatie

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2010

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2010 Halfjaarcijfers 2010 INHOUD Blad Balans per 30 juni 2010 3 Winst- en verliesrekening over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010 4 Kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010

Nadere informatie

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website. Beleggingsrendement 4,2%

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2016

VERKORT JAARVERSLAG 2016 VERKORT JAARVERSLAG 2016 2016: wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2016 bij Pensioenfonds TNT Express? U leest het in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2012-1 juli 2012 t/m 30 september 2012 Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad

Nadere informatie

SOCIAAL EDUCATIEF KUNST EN VOLKS ACADEMIE TE DEN HAAG. Rapport inzake jaarstukken 2016

SOCIAAL EDUCATIEF KUNST EN VOLKS ACADEMIE TE DEN HAAG. Rapport inzake jaarstukken 2016 SOCIAAL EDUCATIEF KUNST EN VOLKS ACADEMIE TE DEN HAAG Rapport inzake jaarstukken 2016 INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Algemeen 2 FINANCIEEL VERSLAG 1 Bestuursverslag over 2016 4 JAARREKENING

Nadere informatie

Halfjaarverslag Brand New Day Vermogensopbouw NV

Halfjaarverslag Brand New Day Vermogensopbouw NV Halfjaarverslag 2010 Brand New Day Vermogensopbouw NV Inhoud Halfjaarverslag Balans per 30 juni 2010 2 Winst- en verliesrekening over de periode 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2010 3 Toelichting op

Nadere informatie

JAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK OLST-WIJHE

JAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK OLST-WIJHE JAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK OLST-WIJHE Balans per 31 december (na resultaatbestemming) ACTIVA 2014 2013 1. Vaste activa 1.1 inventaris 7.948 10.358 1.2 machines 738 1.355 1.3 automatisering

Nadere informatie

Halfjaarcijfers per 30 juni 2014

Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 STICHTING BEHEER OIKOCREDIT NEDERLAND FONDS INHOUDSOPGAVE Balans per 30 juni 2014 Staat van baten en lasten over het eerste halfjaar 2014 Toelichting op de halfjaarcijfers

Nadere informatie

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Geef pensioen de aandacht die het verdient Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Vijf mythes over pensioen Over pensioenen zijn meerdere mythes in omloop. Het is belangrijk om te weten hoe het wel zit. De

Nadere informatie

Verkort Jaarverslag 2013

Verkort Jaarverslag 2013 Verkort Jaarverslag Han Thoman: Ons bestuur is zich echt goed bewust van de risico s die het pensioenfonds loopt. Voorzitter Han Thoman Onze financiële positie is redelijk maar moet nog beter Een jaar

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2017

VERKORT JAARVERSLAG 2017 VERKORT JAARVERSLAG 2017 De belangrijkste ontwikkelingen in 2017 bij Pensioenfonds TNT Express op een rij in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige jaarverslag vindt

Nadere informatie

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017 Kwartaalbericht 3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017 Samenvatting cijfers per 30 september 2017 Dekkingsgraad (UFR): 106,4% Beleidsdekkingsgraad: 103,5% Belegd vermogen: 23,9 miljard Rendement 2017

Nadere informatie

Stichting Fonds Willemsen-Ritzema van Ikema

Stichting Fonds Willemsen-Ritzema van Ikema Stichting Fonds Willemsen-Ritzema van Ikema JAARREKENING 2018 Stichting Fonds Willemsen-Ritzema van Ikema Coehoornsingel 14 9711 BS Groningen 050-3123569 Inschrijfnummer Kamer van Koophandel Groningen:

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2016 bedroeg 107,9% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2016 bedroeg 2,3% Het rendement van 1 januari

Nadere informatie

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2011

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2011 Halfjaarcijfers 2011 INHOUD Blad Balans per 30 juni 2011 3 Winst- en verliesrekening over de periode 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011 4 Kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011

Nadere informatie

BESCHIKBARE PREMIE REGELING (DC-Pensioenfonds)

BESCHIKBARE PREMIE REGELING (DC-Pensioenfonds) BESCHIKBARE PREMIE REGELING (DC-Pensioenfonds) BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Artikel 1 1. De pensioenovereenkomst zoals neergelegd in dit reglement draagt het karakter van een premieovereenkomst. 2. De ingevolge

Nadere informatie

STICHTING VUT FONDS ECI VERKORT JAARRAPPORT 2001

STICHTING VUT FONDS ECI VERKORT JAARRAPPORT 2001 STICHTING VUT FONDS ECI VERKORT JAARRAPPORT 2001 INHOUD A. Kerncijfers 2 B. Bestuur en functionarissen 4 C. Jaarverslag 6 ALGEMEEN 7 D. Jaarrekening 8 BALANS PER 31 DECEMBER 2001 9 STAAT VAN BATEN EN LASTEN

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement

Nadere informatie

Stichting Vrienden van Stichting Arq. Jaarrekening 2017

Stichting Vrienden van Stichting Arq. Jaarrekening 2017 Stichting Vrienden van Stichting Arq Jaarrekening 2017 Inhoud 1 Bestuursverslag... 3 1.1 Jaar- en activiteitenverslag... 3 2 Jaarrekening 2017... 4 2.1 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling...

Nadere informatie

AEFIDES INSPIRATIS I BV TE GRONINGEN. Jaarverslag 2011 25 april 2012

AEFIDES INSPIRATIS I BV TE GRONINGEN. Jaarverslag 2011 25 april 2012 AEFIDES INSPIRATIS I BV TE GRONINGEN Jaarverslag 2011 INHOUDSOPGAVE Pagina JAARVERSLAG 1 Opdracht 2 2 Algemeen 3 3 Resultaat 4 4 Financiële positie 5 5 Directieverslag 6 JAARREKENING 1 Balans per 31 december

Nadere informatie

STICHTING STEUNFONDS HAAGS HISTORISCH MUSEUM DEN HAAG Rapport inzake jaarstukken 2012

STICHTING STEUNFONDS HAAGS HISTORISCH MUSEUM DEN HAAG Rapport inzake jaarstukken 2012 STICHTING STEUNFONDS HAAGS HISTORISCH MUSEUM DEN HAAG Rapport inzake jaarstukken 2012 De financiële verantwoording van de Stichting Steunfonds Haags Historisch Museum bestaat uit de volgende onderdelen:

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2019 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2019 bedroeg 118,7%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2019 bedroeg 7,1%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA

BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA JAARREKENING 2016 BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na resultaatbestemming) ====================== 31-12-2016 ---------------- 31-12-2015 ---------------- activa: IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 5.375 6.875 MATERIËLE

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,0% naar 123,6% Reële dekkingsgraad

Nadere informatie

Stichting Merkaz. Utrecht. Financieel verslag 2012

Stichting Merkaz. Utrecht. Financieel verslag 2012 Stichting Merkaz Utrecht Financieel verslag 2012 Inhoudsopgave Pagina Jaarverslag Financiële positie 3 Meerjarenoverzicht 4 Kengetallen 4 Jaarrekening Balans per 31 december 2012 6 Staat van baten en lasten

Nadere informatie

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014 Pensioenfonds Robeco Populair Jaarverslag 2014 2014 was een bewogen jaar voor Pensioenfonds Robeco door de sterk dalende rente en de veranderende wet- en regelgeving. In het jaarverslag blikken wij als

Nadere informatie

JAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK RAALTE

JAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK RAALTE JAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK RAALTE Balans per 31 december (na resultaatbestemming) ACTIVA 2014 2013 1. Vaste activa 1.1 terreinen 13.317 13.317 1.2 inventaris 153.507 157.886 1.3 automatisering

Nadere informatie

De Veste B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2018

De Veste B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2018 JAARREKENING 2018 BALANS PER 31 DECEMBER 2018 (na resultaatbestemming) 31 december 2018 31 december 2017 ACTIVA Materiële vaste activa 62.290 94.446 Financiële vaste activa 31.212 70.986 Vaste activa 93.502

Nadere informatie

Stichting Winkelfonds Duitsland 10. Flight Forum DD EINDHOVEN. Jaarverslag 2016

Stichting Winkelfonds Duitsland 10. Flight Forum DD EINDHOVEN. Jaarverslag 2016 Stichting Winkelfonds Duitsland 10 Flight Forum 154 5657 DD EINDHOVEN Jaarverslag 2016 Stichting Winkelfonds Duitsland 10 Jaarverslag 2016 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. Bestuursverslag 1.1 Algemeen 3 1.2 Fiscale

Nadere informatie

STICHTING WERELDWIJD EVANGELIEWERK JAARVERSLAG 2014

STICHTING WERELDWIJD EVANGELIEWERK JAARVERSLAG 2014 STICHTING WERELDWIJD EVANGELIEWERK JAARVERSLAG 2014 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 2 2 Algemene informatie over de stichting 2 3 Bestuurs- en activiteitenverslag 2014 2 4 Jaarrekening 2014 4 Pagina 1 1. Inleiding

Nadere informatie

AMF een goed geregeld pensioen. Bulletin Algemeen Mijnwerkersfonds 2005

AMF een goed geregeld pensioen. Bulletin Algemeen Mijnwerkersfonds 2005 AMF een goed geregeld pensioen Bulletin Algemeen Mijnwerkersfonds 2005 Het bestuur van het Algemeen Mijnwerkersfonds (AMF) wil haar rechthebbenden van goede en belangrijke informatie voorzien. Leest u

Nadere informatie

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN 22 september 2016 Beleggingsbeginselen De beleggingsbeginselen van het pensioenfonds zijn de uitgangspunten ten aanzien van beleid en uitvoering,

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2017 bedroeg 112,5% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2017 bedroeg 0,8% Het rendement van 1 januari tot

Nadere informatie

Stichting Het Groninger Klokken- en Orgelfonds

Stichting Het Groninger Klokken- en Orgelfonds JAARREKENING 2015 Stichting Het Groninger Klokken- en Orgelfonds Coehoornsingel 14 9711 BS Groningen 050-3123569 Inschrijfnummer Kamer van Koophandel Groningen: 02094746 1 Inhoudsopgave pagina Algemeen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2016-1 oktober 2016 t/m 31 december 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 98,8% naar 105,7%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630 Pensioenfonds Productschappen Bezoekadres Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Postadres Postbus 3042 2280 GA Rijswijk Telefoon 070 4138630 Fax 070 4138650 E-mail info@pbodnl Website wwwpbodnl KvK

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017 Kwartaalbericht 1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017 Samenvatting cijfers per 31 maart 2017 Dekkingsgraad (UFR): 103,3% Beleidsdekkingsgraad: 100,4% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m maart:

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Februari 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Inleidende bepalingen 1.

Nadere informatie

STICHTING STEUNFONDS t.b.v. het KATHOLIEK HOGER ONDERWIJS FINANCIELE GEGEVENS

STICHTING STEUNFONDS t.b.v. het KATHOLIEK HOGER ONDERWIJS FINANCIELE GEGEVENS STICHTING STEUNFONDS t.b.v. het KATHOLIEK HOGER ONDERWIJS FINANCIELE GEGEVENS 2014-2015 Inhoudsopgave Error! Reference source not found.. Algemeen 3 2. Jaarrekening 4 1. Algemeen De Stichting Stichting

Nadere informatie

BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA MATERIËLE VASTE ACTIVA

BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA MATERIËLE VASTE ACTIVA JAARREKENING 2015 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) ====================== 31-12-2015 ---------------- 31-12-2014 ---------------- activa: IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 6.875 8.375 MATERIËLE

Nadere informatie

Stichting Steunfonds Haags Historisch Museum gevestigd te Den Haag

Stichting Steunfonds Haags Historisch Museum gevestigd te Den Haag Accountantsrapport 2014 22 mei 2015 Nummer Kamer van Koophandel: 27274471 Datum: Opgesteld door: 22 mei 2015 J.J. Spaans Aantal exemplaren: 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave pagina Accountantsrapport Opdracht

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2018 bedroeg 119,0%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2018 bedroeg -0,6%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009 Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics Verkort Jaarverslag 2009 Inleiding 2009 is voor de Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics (hierna Pensioenfonds SABIC-IP) weer een bijzonder

Nadere informatie

Stichting Het Groninger Klokken- en Orgelfonds

Stichting Het Groninger Klokken- en Orgelfonds JAARREKENING 2016 Coehoornsingel 14 9711 BS Groningen 050-3123569 Inschrijfnummer Kamer van Koophandel Groningen: 02094746 1 Inhoudsopgave pagina Algemeen 3 Balans per 31 december 2016 4 Staat van baten

Nadere informatie

STICHTING WERELDWIJD EVANGELIEWERK JAARVERSLAG 2013

STICHTING WERELDWIJD EVANGELIEWERK JAARVERSLAG 2013 STICHTING WERELDWIJD EVANGELIEWERK JAARVERSLAG 2013 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 2 2 Algemene informatie over de stichting 2 3 Bestuurs- en activiteitenverslag 2013 2 4 Jaarrekening 2013 5 Pagina 1 1. Inleiding

Nadere informatie

Stichting Stad Rotterdam anno 1720. Jaarverslag 2014

Stichting Stad Rotterdam anno 1720. Jaarverslag 2014 Stichting Stad Rotterdam anno 1720 Jaarverslag 2014 Barendrecht, 10 april 2015 BESTUURSVERSLAG OVER HET BOEKJAAR 2014 ALGEMEEN De stichting Stad Rotterdam anno 1720 is opgericht op 26 juni 2006 en per

Nadere informatie

De Veste Vermogensbeheer B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2017

De Veste Vermogensbeheer B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2017 JAARREKENING 2017 BALANS PER 31 DECEMBER 2017 (na resultaatbestemming) ====================== 31-12-2017 ---------------- 31-12-2016 ---------------- activa: IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 5.375 MATERIËLE VASTE

Nadere informatie

Beleggingsverslag. 1 januari 2017 tot en met 31 december Aegon Levensverzekeringen NV inzake toeslagen Loodswezen

Beleggingsverslag. 1 januari 2017 tot en met 31 december Aegon Levensverzekeringen NV inzake toeslagen Loodswezen 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017 Inhoud 1 Balans per 31 december 2017 3 2 Winst-en-verliesrekening over 2017 4 3 Kasstroomoverzicht over 2017 5 4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Nadere informatie

Rafael gemeente De Rank T.a.v. het bestuur Ringvaartweg 123 3065 AC ROTTERDAM. Jaarrekening 2014

Rafael gemeente De Rank T.a.v. het bestuur Ringvaartweg 123 3065 AC ROTTERDAM. Jaarrekening 2014 Rafael gemeente De Rank T.a.v. het bestuur Ringvaartweg 123 3065 AC ROTTERDAM Jaarrekening 2014 Rafael gemeente De Rank T.a.v. het bestuur Ringvaartweg 123 3065 AC ROTTERDAM Jaarrekening 2014 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Beleggingsverslag. 31 december 2015 tot en met 31 december Aegon Levensverzekeringen NV inzake toeslagen Loodswezen

Beleggingsverslag. 31 december 2015 tot en met 31 december Aegon Levensverzekeringen NV inzake toeslagen Loodswezen 31 december 2015 tot en met 31 december 2016 Inhoud 1 Balans per 31 december 2016 3 2 Winst- en-verliesrekening over 2016 4 3 Kasstroomoverzicht over 2016 5 4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Nadere informatie

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag. 12 vragen over het jaarverslag 2013 De hoofdpunten uit het jaarverslag van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (SPV) behandelen we aan de hand van 12 vragen en antwoorden. Een volledig exemplaar

Nadere informatie

Stichting Diaconessenhuis/Mariastichting tot steun aan het Interconfessioneel Spaarne Ziekenhuis

Stichting Diaconessenhuis/Mariastichting tot steun aan het Interconfessioneel Spaarne Ziekenhuis tot steun aan het Interconfessioneel Spaarne Ziekenhuis Jaarverslag 2013 tot steun aan het Interconfessioneel Spaarne Ziekenhuis 2 Inhoudsopgave: Bestuursverslag 3 Balans per 31 december 2013 4 Resultatenrekening

Nadere informatie

GEEN ACCOUNTANTSCONTROLE TOEGEPAST. Halfjaarcijfers per 30 juni 2018

GEEN ACCOUNTANTSCONTROLE TOEGEPAST. Halfjaarcijfers per 30 juni 2018 Halfjaarcijfers per 30 juni 2018 Inhoud Halfjaarcijfers per 30 juni 2018 Balans per 30 juni 2018 4 Winst-en-verliesrekening over de periode 1 januari 30 juni 2018 5 Kasstroomoverzicht 6 Toelichting op

Nadere informatie