Samenvatting Economie Modellen
|
|
- Emiel Coppens
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting Economie Modellen Samenvatting door een scholier 1766 woorden 21 februari ,5 70 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO MODELLEN Hoofdstuk1 Crisis= een periode waarin de groei van de productie wordt gestoord. Productie= het maken van goederen en diensten. Doel: inkomen door verkoop van deze producten. Alle producten in een land bij elkaar=nationaal product/nationaal inkomen, dit noemt men aggregatie. subjectieve methode: Dit bestaat uit 4 productiefactoren: 1. loon->arbeid 2. huur, rente->kapitaal 3. pacht->natuur 4. winst->ondernemerskwaliteit objectieve methode je kan het ook van de andere kant zien: dan is het de toegevoegde waarde = wat verkocht wordt, dus alle 4 de productiefactoren. Omzet= afzet * verkoopprijs = toegevoegde waarde +ingekochte grondstoffen Omzet- ingekochte grondstoffen = productie = toegevoegde waarde. Conjunctuur=vraagzijde, komt van gezinnen, overheid, ondernemingen, buitenland. Ev= effectieve vraag C= nationale consumptie Cp= particuliere consumptie Cg= overheidsconsumptie O=overheidsbestedingen I= investeringen Ig= overheidsinvesteringen Pagina 1 van 9
2 Ip= particuliere investeringen E=export M=import (zie blz 16, schema) productiecapaciteit = maximaal haalbare productie met inzet van alle beschikbare productiefactoren. Bezettingsgraad = verhouding productie en productiecapaciteit, hoeveel er daadwerkelijk geproduceerd wordt. Bezettingsgraad = (productie / productiecapaciteit) * 100% De normale bezetting = 85%, ook wel trendmatige ontwikkeling van het reële nationaal product genoemd. Bestedingen= normale bezettingsgraad: bestedingsevenwicht Bestedingen > normale bezettingsgraad: overbesteding meer vraag dan aanbod, veel werkgelegenheid,->krappe arbeidsmarkt Bestedingen < normale bezettingsgraad: onderbesteding meer aanbod dan vraag, werkloosheid->ruime arbeidsmarkt bestedingsinflatie: prijzen stijgen door stijging vraag. Dynamische analyse: bekijken v/d ontwikkeling in het productieproces. Reëel nationaal product: gekeken naar koopkracht, hoeveel goederen je kunt kopen voor je inkomen. Nominaal nationaal product: gekeken naar $$, nog niet gecorrigeerd door evt. inflatie. (zie grafiek blz. 17) Conjunctuurcyclus: golvende beweging van het feitelijk nationaal product tov de trendmatige ontwikkeling. Herhaalt zich om de 7-10jaar. Conjunctureel herstel: stijging van de feitelijke bezetting tot de trendwaarde. arbeidsplaatsen. Vanaf trendgroei tot de top.-> productie ->Hoogconjunctuur: bestedingen lonen. Dit is de groei boven de trendgroei.->tekort arbeidskrachten ->Overbesteding: bedrijven overvraagt, bestedingsinflatie Recessie: ->Veroorzaakt door: overschatting v. Groeimogelijkheden van ondernemers werkloosheid. groei onder de-> faillissementen ->overcapaciteit trendmatige groei. Onderbesteding: vraaguitval van de productie kleiner dan de trendgroei. Depressie: negatieve economische groei. (zie schrift modellen!!) Structuur = aanbodzijde Structuurcyclus: herhaalt zich elke 50 jaar. Conjuncturele werkloosheid = gevolg v. te lage effectieve vraag. Pagina 2 van 9
3 Structurele werkloosheid = gevolg v. verandering aanbodzijde. Hoofdstuk 2 2 theorieën: klassieke theorie: micro economisch: vrije werking v/h marktmechanisme, dit zou vanzelf zorgen voor marktevenwicht (zie grafiek blz. 28). Op lange termijn geen tekorten of overschotten, bij teveel daalt de prijs en stijgt de vraag en andersom. Vb = Say, die zei: Elk aanbod schept zijn eigen vraag, als het maar voor de juiste prijs wordt verkocht. Vakbonden, overheid en samenwerkende ondernemingen zorgen voor verstoring prijsmechanisme, dus crises. Overheid alleen: law&order. alleen structurele werkloosheid.->benadering is vanuit de aanbodzijde Conjuncturele bestaat niet, zorgt prijsmechanisme voor. Prijsmechanisme werkt bij: o goederenmarkt o arbeidsmarkt o vermogensmarkt o valutamarkt (blz. 30) de theorie van keynes: macro economisch: jaren 30 veel werkloosheid door inzakken effectenbeurs in VS. Daardoor wilde men ingrijpen overheid. Zegt: vraag..enz.->koopkracht -> werloosheid -> prod. -> vraag ->conjunctuur als overheid kun je hier eerder op inspelen. Dmv. o Bestedingen overheid veranderen. o inkomsten veranderen (vb. belasting, premies). Overheid stimuleert dan de koopkracht van de vraagzijde, of houdt die nou juist Tegen (contractief, afremmend). Hiervoor lenen ze bij banken, dmv staatsobligaties. Nadruk ligt op vraagzijde. Gaat om effectieve vraag. Hoofdstuk 3 Verklaring van de tekens: W=toegevoegde waarde/nationaal product (waarde die bedrijven toevoegen bij productie) Y=nationaal inkomen C=consumptie S=sparen I=investeren Ev= effectieve vraag 3 manieren om modellen te gebruiken: 1. analytisch (hoe het werkelijk in elkaar zit) 2. voorspellingsmodel 3. beslissingsmodel (aan te geven hoe de economie beïnvloed wordt) In dit hoofdstuk alleen bedrijven + gezinnen, gesloten economie. Pagina 3 van 9
4 inkomens/bestedingseffect v/e investering.->inkomen -> productie ->I= besteden bedrijven Bij dit hoofdstuk is alles op korte termijn, er wordt dus aangenomen dat de productiecapaciteit hetzelfde blijft, omdat het te lang duurt dit te veranderen. Periode/stroomgrootheid= in een bep. Periode. (bv inkomen) Voorraadgrootheid= dit kun je meten op een bepaald tijdstip (bv werkloosheid) Men kan ook investeren in voorraden, dit is als mensen te weinig kopen waardoor er voorraden ontstaan= gedwongen investeringen. Andersom is het voorraadintering. Evenwichtsvoorwaarde: het ene bepaald het andere. W=EV (de vraag bepaald de productie) Identiteit: hierbij zijn beiden hetzelfde bedrag, bijvoorbeeld: Y=W Defenitie vergelijking: het antwoord is de som van het gegeven, bijvoorbeeld: EV= C + Iea Gedragsvergelijking: gaat over het gedrag van de consumenten en de producenten. Dit zijn de consumptie en investeringsfuncties: C= ¾ Y + 20 Iea=25 Endogeen: Deze worden verklaard door het model zelf. Exogeen: deze worden van buitenaf gegeven. Bijvoorbeeld: C= c Y + 20 (of Co) C= endogeen c= coëfficiënt exogeen Y= exogeen 20 (of Co) =autonoom (niet veranderlijk) exogeen c = marginale consumptiequote: dit is welk deel v/h inkomen wordt geconsumeerd. Co= autonome consumptie: omvang hiervan niet afhankelijk van andere cijfers in het model. Gemiddelde consumptiequote: C/Y Marginale consumptiequote: ΔC/ΔY Verschil tussen deze 2 is de autonomie consumptie. Multiplierwerking = de nawerking van een verandering van de autonome grootheid in het model. Pagina 4 van 9
5 Dit kan dmv de eenmalige impuls en de voortdurende impuls. Bij de eenmalige impuls lekt het geld langzaam weg in het spaarlek (het geld dat door de consumenten gespaard wordt). bij de voortdurende impuls komt er elk jaar een investering bij en heb je hier geen last van. Multiplier = gevolg/oorzaak De hoogte van de multiplier wordt veroorzaakt door de quoten (bv marginale consumptiequote). Formule: 1 / 1- c c= marginale consumptiequote Productie wordt bepaald door het schaarste goed, hetgeen dat dan in een model staat is dan ook het schaarste goed, kan kapitaal of arbeid zijn. Arbeidsproductiviteit = productie/ aantal arbeiders. Bestedingen kunnen op 3 manieren veranderen: Δautonome investeringen Δautonome consumptie Δmarginale consumptiequote Inkomensevenwicht: EV=Y. Bestedingsevenwicht: productiecapaciteit volledig benut. Conjuncturele werkloosheid: veroorzaakt door te kleine effectieve vraag. Structurele werkloosheid: veroorzaakt door te weinig machines, verkeerde opleiding werknemers. Productietechniek = manier waarop de ondernemers de 4 prod. Factoren combineren. Hoofdstuk 4: de overheid: O = overheidsbestedingen (exogeen) In een beslissingsmodel zijn ze een instrument variabele: door de verandering van deze grootheid kan de economie worden beïnvloed. Doel: werkloosheid verminderen, dit is de doelvariabele. B = belastingen = gedeeltelijk endogeen, want afhankelijk van Y (inkomensbelasting) en C (BTW). Verder exogeen, want wordt door politici vastgesteld. Belastingfunctie: B = by + Bo b = belastingquote = de multiplier van de autonome belastingen. Bo = autonome belasting. Bij progressief belastingstelsel: Bo < 0 Bij degressief belastingstelsel: Bo > 0 Pagina 5 van 9
6 Bij proportioneel belastingstelsel: Bo = 0 Het netto inkomen is nu Y-B. Institutionele vergelijking: hoogte v/d overheidsuitgaven en belastingen, want deze worden door de overheid (het instituut) bepaald. (blz 84/85) Je kunt zo ook een nieuwe vergelijking maken, want: Y= C + I + O Y= C + S + B S + B = I + O-> (S - I) + (B - O) = 0-> De uitkomst 0 is bij een inkomensevenwicht. De uitkomst is hiervan noemt men het nationaal spaarsaldo. (S-I) = particulier spaarsaldo. (B-O) = overheidssaldo / financieringssaldo / begrotingssaldo. b.-> B ->Bij onderbesteding moet de overheid: O Anticyclisch beleid: overheid gaat tegen de conjunctuurcyclus in. Inverdieneffect: wat de overheid er in $ in stopt komt in grotere mate weer terug. Dit komt doordat zo de EV wordt gestimuleerd, en zo vanzelf ook weer de belastingen. Hoofdstuk 5: Open economie met overheid E = export = autonoom, zo groot dat NL hier geen invloed op heeft. M = my hoe hoger Y hoe meer er wordt geïmporteerd.-> Importlek: doordat er geïmporteerd wordt komt er meer productie in het buitenland, maar niet in NL. De multiplier van de 4 autonome bestedingen is hetzelfde, dit wordt gestart door een kettingreactie bij verandering van de Oo. Multiplier berekenen: Ỹ = (1/ 1-c + c*b + m) + (-c / 1-c + c*b + m) = Co + Oo + Eo = Bo Ỹ = evenwichtsinkomen Hierbij zie je dat veel geld nu ook naar de 3 lekken gaat: importlek, belastinglek en spaarlek, er blijft dus minder over voor C. Pagina 6 van 9
7 Betalingsbalans: overzicht betalingen en ontvangsten van en naar het buitenland. Kun je verdelen in: Inkomenstransacties: periodegrootheid, geld dat in bep. Periode verdiend wordt. Vermogen: tijdstipgrootheid, geld dat je op een bep. Moment hebt. Alleen inkomenstransacties opgenomen op lopende rekening van de betalingsbalans (= export/import v. goederen en diensten), want dit veranderd. Saldo op de lopende rekening van de betalingsbalans: E - M. E > M = overschot op lopende rekening van de betalingsbalans. Buitenland heeft dan een tekort. Geld hiervan leent het buitenland dan van NL. Geld wordt geëxporteerd, heet: kapitaalexport. Besparingen = investeringen bedrijven+ tekort overheid + tekort buitenland. E NL leent van buitenland. Geld geïmporteerd: kapitaalimport. Besparingen + overschot buitenland = investeringen bedrijven + tekort overheid E=M = evenwicht op betalingsbalans. Hierbij zie je nu ook: (S-I) + (B-O) = ( E-M) zie ook HO 4! Hoofdstuk 6 Reële sfeer: goederen/diensten/prod. Factoren Geldsfeer: in geld uitgedrukte waarden van (zie bovenstaande) Uitbreidingsinvesteringen: hiermee vergroot bedrijf de prod. Capaciteit. Voorraadinvesteringen: verandering in voorraden grondstoffen/eindproducten. Voorraadintering: de voorraad wordt kleiner. Vervangingsinvesteringen: kapitaalgoederen die gekocht worden ter vervanging van versleten goederen, de prod. Capaciteit veranderd niet. Worden gefinancierd door afschrijvingen: de bedragen die gereserveerd worden om te zijner tijd nieuwe kapitaalgoederen te kopen die de andere versleten vervangen ( = de vervangingsinvesteringen). Bruto nationaal product: totale productie / toegevoegde waarde van een land = consumptie + uitbreidingsinvesteringen + voorraadinvesteringen + vervangingsinvest. Doordat bedrijven geld reserveren voor vervangingsinvesteringen, gaat dit niet naar de gezinnen. De rest wel, dit is het Netto nationaal product. Investeringen kun je indelen als: Uitbreidingsinvesteringen (prod. Cap ) Voorraadinvesteringen (prod. Cap ) Vervangingsinvesteringen (prod. Cap = gelijk) Pagina 7 van 9
8 Of als: Vaste kapitaalgoederen (gaan langer dan 1 prod. Proces mee) Vlottende kapitaalgoederen (gaan korter dan 1 prod. Proces mee) Belastingen: Directe belastingen: belastingen die gedragen worden door de mensen die ze betalen. is van: loon/huur/pacht/rente/winst. Indirecte belastingen: tegenovergestelde directe belastingen. De bedrijven betalen dit, maar rekenen dit door in de producten, worden (kost)prijsverhogende belastingen genoemd (vb BTW) Tekort overheid = overheidsuitgaven - overheidsinkomsten. Staatslening: overheid leent (bij tekort) geld van gezinnen. Staatsobligatie: bewijs dat je geld uitgeleend hebt aan de staat. Besparingen = netto investeringen bedrijven + overheidstekort. S = I + (O B) S+B = I+O Dit is een identiteit (want het wordt achteraf bekeken, dus is al een feit) Afschrijvingen worden hier nu niet meegeteld. Wordt gerekend op tekort overheid, overschot komt in praktijk haast nooit voor. Open economie: Gezinnen stellen prod. Factoren ook beschikbaar uit buitenland. Primair inkomen uit het buitenland: inkomen dat men ontvangt uit het buitenland dmv prod. Fact. Saldo: primair inkomen uit het buitenland primair inkomen naar het buitenland. Nationaal inkomen = binnenlands inkomen + saldo. Export: verkoop goederen en diensten. Import: aankoop goederen en diensten Saldo op de lopende rekening van de betalingsbalans: saldo export en primaire inkomens buitenland & saldo import en primair inkomens naar het buitenland. Zie blz 120! Hoofdstuk 7 Arbeidsinkomensquote (AIQ) = t.o.v. nationaal inkomen Y= Loon loonquote (werknemers) Huur Rente Winst Pagina 8 van 9
9 deze wordt vastgesteld op een bep. Bedrag.->vergoeding arbeid (TLZ = werkgevers) vergoeding kwaliteit Pacht AIQ = (TLZ+ lonen / Y) * 100 Wanneer je de loonquote hebt, weet je hoeveel van het nationaal inkomen uitgegeven wordt aan lonen. AIQ = arbeidsinkomen / Y AIQ = (L*A) / (P*y) * 100 AIQ = ( L * (Aw + Az)) / (P*y) * 100 Y = nominaal nationaal inkomen L = loonkosten per arbeider A = aantal arbeiders Az = aantal zelfstandigen Aw = aantal werknemers P = prijspeil y = reële nationaal inkomen = productievolume AIQ = L / (P*a) * 100 AIQ = (l / a) * 100 L= nominale loonkosten a = arbeidsproductiviteit l = reële loonkosten per arbeider Pagina 9 van 9
Samenvatting Economie Lesbrief Modellen
Samenvatting Economie Lesbrief Modellen Samenvatting door een scholier 1385 woorden 6 mei 2006 6,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H. 1, Crisis. Conjunctuurtheorie = theorie over crisis met
Nadere informatieHoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid
Samenvatting door Een scholier 2055 woorden 2 november 2003 5.7 113 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie Modellen H3 t/m 7 Hoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid Y inkomensevenwicht
Nadere informatieModellen. Hoofdstuk 3
Modellen Hoofdstuk 3 Keynes in model Vereenvoudigde weergave van de economische werkelijkheid met geaggregeerde grootheden. Economische modellen worden gebruikt voor voorspellingen en daarop wordt overheidsbeleid
Nadere informatieEconomische Modellen. Hoofdstuk 1: Conjunctuur en Structuur. Hoofdstuk 2: Klassieken en Keynes. Samenvatting door Job 3058 woorden 27 juli 2017
Samenvatting door Job 3058 woorden 27 juli 2017 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economische Modellen Hoofdstuk 1: Conjunctuur en Structuur EV= C+I+O+E-M Bezettingsgraad = Productie/Productiecapaciteit
Nadere informatieAantekeningen VWO-6 Economie Lesbrief Economische Modellen
Aantekeningen VWO-6 Economie Lesbrief Economische Modellen Hoofdstuk 1 + 2 Een model is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. Bedoeld om de werkelijkheid te verklaren Bedoeld om voorspellingen
Nadere informatieKeynesiaanse modellen hebben betrekking op de korte termijn, klassieke modellen op de lange termijn.
Samenvatting door E. 2316 woorden 27 april 2013 9 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 8: Een model van een economie 8.1 Verschillende modellen Macro-economische modellen kunnen
Nadere informatieEconomie. Boekje Conjunctuur Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud:
Boekje Conjunctuur Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets Economie Inhoud: Wat? blz. h1 & h2 samengevat 2 h3 samengevat 3 h4 samengevat 4 wat moet weten 5 Begrippen 6 & 7 Links 7 Test je
Nadere informatieProductie is het voortbrengen van goederen en diensten met als doel het verwerven van een inkomen door de verkoop van deze producten.
Lesbrief Modellen Productie is het voortbrengen van goederen en diensten met als doel het verwerven van een inkomen door de verkoop van deze producten. Productie = Toegevoegde Waarde = Omzet geldswaarde
Nadere informatieKeuzeonderwerp. Keynesiaans model. Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt. fransetman.nl
Keuzeonderwerp Keynesiaans model Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt Vraag op de goederenmarkt Alleen gezinnen en bedrijven kopen op de goederenmarkt. C = 0,6 Y Aa = 4 mln mensen
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting door D. 1403 woorden 18 januari 2014 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuurbeweging/Conjunctuur: Het patroon van het stijgen
Nadere informatie1.6 Die aankopen kan je niet meten, een onderzoeker kan niet vaststellen wat consumenten bij andere consumenten kopen.
Hoofdstuk 1 Conjunctuur en structuur 1.1 Het tekortschieten van de effectieve vraag ten opzichte van de productiecapaciteit. Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland besteden minder dan de productiecapaciteit
Nadere informatieProductie=toegevoegde waarde= omzet-geldswaarde ingekochte grond en hulpstoffen
Samenvatting door een scholier 2167 woorden 14 december 2012 0 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1crisis 1.2 wat is een crisis Crisis in economische zin: Een periode waarin de groei van de productie
Nadere informatieSamenvatting Economie Modellen Hoofdstuk 1 tm 6
Samenvatting Economie Modellen Hoofdstuk 1 tm 6 Samenvatting door een scholier 2204 woorden 14 december 2012 6,9 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1crisis 1.2 wat is een crisis Crisis
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2 en 3 boek 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2 en 3 boek 2 Samenvatting door een scholier 2565 woorden 29 januari 2005 7,3 45 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Hoofdstuk 1 1.1 Macro-economie
Nadere informatieSamenvatting Economie Toetsweek 2
Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de
Nadere informatieEconomie Samenvatting H11
Paragraaf 1 Inkomens- en productiebegrippen Economie Samenvatting H11 Toegevoegde waarde = de waarde die tijdens het productieproces met behulp van productiefactoren aan gebruikte grond- en hulpstoffen
Nadere informatieH2: Economisch denken
H2: Economisch denken 1 : Produceren Produceren: Het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van de productiefactoren door bedrijven en de overheid. Alleen bedrijven en de overheid kunnen produceren
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het
Nadere informatieSamenvatting Economie Nationale Rekeningen
Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting door een scholier 1747 woorden 18 november 2004 4,8 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie 1.1 Macro-economie Kenmerk macro-economie
Nadere informatieWelvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?
1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte
Nadere informatieBruto binnenlands product
Bruto binnenlands product Binnenlands = nationaal Productie bedrijven Individuele goederen Omzet Inkoop van grond- en hulpstoffen - Bruto toegevoegde waarde Afschrijvingen- Netto toegevoegde waarde = Beloningen
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 2139 woorden 16 oktober 2005 7,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Paragraaf 1 Micro-economie: als we de productie door 1
Nadere informatieAls de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.
Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie
Nadere informatieSamenvatting Economie Economische groei H1 t/m H3
Samenvatting Economie Economische groei H1 t/m H3 Samenvatting door een scholier 2598 woorden 19 februari 2007 6,4 9 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economische groei: Welvaart: De mate waarin
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen en groei
Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2020 woorden 10 maart 2009 8,2 49 keer beoordeeld Vak Economie Productie en ruilen. Als je zelfvoorzienend bent dan produceer je goederen
Nadere informatieModule 4. aanvulling theorie pag. 2. opgaven uit werkboek.. pag. 12 *** oefenopgaven. pag. 13 ***
Module 4 aanvulling theorie pag. 2 opgaven uit werkboek.. pag. 2 *** oefenopgaven. pag. 3 *** Aanvulling theorie European economies Vroom, sputter, sputter, bang Nov 2th 2004 Is the European recovery over
Nadere informatieHet rendement van een belegging is de opbrengst uitgedrukt in procenten van het belegde bedrag.
Samenvatting door een scholier 1412 woorden 18 juli 2015 6,7 33 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO De klassieken Keynes Lange termijn/geen termijn Korte termijn Prijsmechanisme: vraag en aanbod
Nadere informatieAntwoorden stencils OPGAVE 1 11.313 pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten
Antwoorden stencils OPGAVE 1 1. Nominaal Inkomen 1996 = 25,34 miljard pond x 1,536 = 38,92224 miljard pond Bevolkingsomvang 1996 = 3.340.000 x 1,03 = 3.440.200 Nominaal Inkomen per hoofd = 38,92224 miljard
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen en groei
Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2696 woorden 8 januari 20 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Economie inkomen en groei Luna H5A HOOFDSTUK. Vroeger waren de mensen zelfvoorzienend.
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatie5,3. Samenvatting door K. 811 woorden 21 oktober keer beoordeeld. Economie in context
Samenvatting door K. 811 woorden 21 oktober 2013 5,3 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context De volledige word (.docx) versie zit bijgevoegd als bestand! Productie: Grondstoffen Hulpstoffen
Nadere informatie5.1 Wie is er werkloos?
5.1 Wie is er werkloos? Volgens het CBS behoren mensen tot de werkloze beroepsbevolking als ze een leeftijd hebben van 15 tot en met 64 jaar, minder dan 12 uur werken, actief op zoek zijn naar betaald
Nadere informatieUIT theorie ASAD
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is een samenvoeging van de theorie van Keynes met de oude klassieke modellen. In verschijningsvorm
Nadere informatieModule 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging
Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit
Nadere informatieEconomische conjunctuur
Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. Ontstaat door veel vraag naar producten Trend (Gemiddelde groei over groot aantal jaren) laagconjunctuur
Nadere informatieUIT groei en conjunctuur
Economische groei. Economische groei drukken we uit in de procentuele groei van het BBP op jaarbasis. De groei van het BBP heeft twee oorzaken. Het BBP kan groeien omdat de prijzen van producten stijgen
Nadere informatieHOOFDSTUK 21: DE VRAAGZIJDE DE REELE SFEER
1 HOOFDSTUK 21: DE VRGZIJDE DE REELE SFEER Uitgangspunt: J. M. Keynes Bestaan van werkloosheid en niet benutte productiecapaciteit productie kan stijgen zonder dat de prijzen van de productiefactoren stijgen
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 2471 woorden 20 juni keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 2471 woorden 20 juni 2009 6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie, Hoofdstuk 6 6.1 Een eenvoudige kringloop Micro-economie: De productie bekeken door 1
Nadere informatie5.2 Wie is er werkloos?
5.2 Wie is er werkloos? Volgens het CBS behoren mensen tot de werkloze beroepsbevolking als ze een leeftijd hebben van 15 tot en met 64 jaar, minder dan 12 uur werken, actief op zoek zijn naar betaald
Nadere informatieindexcijfers geven de verhouding weer tussen de omvang van een grootheid in een bepaalde periode en de op 100 gestelde omvang
Samenvatting door een scholier 1001 woorden 1 oktober 2003 3,9 15 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Module 4 Economie 1: Hoofdstuk 1: productiegroei => toeneming van het binnenlands product reële
Nadere informatieUitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag.
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is daarmee een macro-economisch model. Het model maakt sterk gebruik van het marktmodel uit
Nadere informatie1 De economische kringloop
1 De economische kringloop Wat is Marco-economonie? Studie van het verband tussen Gezinnen Bedrijven Overheid Buitenland Welke soorten economische vraagstukken hebben we? Productie Werkloosheid Inflatie
Nadere informatieArbeid = arbeiders = mensen
Vraag van en aanbod naar arbeid Arbeid = arbeiders = mensen De vraag naar mensen = werkenden Het aanbod van mensen = beroepsbevolking Participatiegraad Beroepsbevolking / beroepsgeschikte bevolking * 100%
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /03
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6
Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1640 woorden 19 januari 2004 7,8 48 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Directe ruil=
Nadere informatieDeze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5 opgaven en omvat 21 vragen.
SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5
Nadere informatieDomein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)
1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vakbonden, werkgeversbonden, individuele
Nadere informatieHoofdstuk 1: Waar produceren
Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het buitenland, importeert & exporteert veel Er is meer keuze aan goederen of diensten dan in een gesloten economie Concurrentiepositie
Nadere informatieLoonkosten per product omhoog - Prijzen omhoog - Internationale concurrentiepositie omlaag
Samenvatting Economie Europa Samenvatting door S. 1608 woorden 27 maart 2017 7,5 27 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het
Nadere informatieProeftoets Economische Bedrijfsomgeving
Proeftoets Economische Bedrijfsomgeving 1. Schaarste heeft in de economie een andere betekenis dan in het normale spraakgebruik. We spreken in de economie van schaarste als: a. De behoeften beperkt en
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE Maandag 27 juni 2016 B / 9 2016 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (20 punten)
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18
Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting door Suzanne 4057 woorden 20 september 2017 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 16,17,18 Paragraaf 16.1
Nadere informatieVoorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur
Economische wetenschappen 1 en recht Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur 19 99 Dit examen bestaat uit 34 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven
Nadere informatieGroep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115
Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken
Nadere informatie4. Welke uitspraak is fout? In het Solow-groeimodel leidt technologische achteruitgang tot:
Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie Prof. dr. Jan Bouckaert Prof. dr. André Van Poeck 12-15 december 2014 1. Stel dat het bruto nationaal inkomen 200 miljard euro bedraagt. Hoeveel bedraagt
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7
Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7 Samenvatting door een scholier 1525 woorden 14 februari 2007 7,6 5 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: Een inkomen in natura: een inkomen in goederen Arbeidsverdeling:
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur
Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling
Nadere informatieGoede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen
Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte
Nadere informatieInleiding We hebben gezien uit welke componenten het nationaal product en het nationaal inkomen bestaat.
Bestedingsevenwicht - 1 van 15 MACRO-ECONOMISCH BESTEDINGSEVENWICHT Welke factoren bepalen de grootte van het nationaal inkomen? Inleiding We hebben gezien uit welke componenten het nationaal product en
Nadere informatie5,8. Praktische-opdracht door een scholier 1585 woorden 12 december keer beoordeeld
Praktische-opdracht door een scholier 1585 woorden 12 december 2007 5,8 10 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuur Deze praktische opdracht gaat over conjunctuur. Ik beantwoord een aantal vragen in mijn
Nadere informatiePraktische-opdracht door een scholier 2097 woorden 16 maart keer beoordeeld. Inleiding
Praktische-opdracht door een scholier 2097 woorden 16 maart 2004 5 27 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding De huidige economie gebruikt veel modellen om de toekomst te voorspellen m.b.t. economie. In
Nadere informatieEconomische crisis vragen
Economische crisis vragen 1. Op welke manier kan je de toegevoegde waarde van een bedrijf berekenen? Omzet ingekocht van derden = toegevoegde waarde/productie 2. Leg uit dat productie en inkomen aan elkaar
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 23
Samenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 23 Samenvatting door H. 1617 woorden 18 november 2012 6,5 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hfd 17 Het Bruto Binnenlands Product (blz 24 & 25) 17.1 Een
Nadere informatie6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:
Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari 2016 6,9 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1 Actieven en inactieven: Actieven; mensen die betaald werk
Nadere informatieDoor arbeidsverdeling werd ruil noodzakelijk en daarmee het hebben van een ruilmiddel.
LESBRIEF INKOMEN EN GROEI Hst. 1 De vorming van inkomen Door arbeidsverdeling werd ruil noodzakelijk en daarmee het hebben van een ruilmiddel. Directe ruil: Indirecte ruil: ruil van goed tegen goed. ruil
Nadere informatie1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2003-I
4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening
Nadere informatieDumpjehuiswerk.nl 2009
Algemene Economie hoofdstuk 2 Vraag Bij de analyse van het consumentengedrag zijn ondernemingen op zoek naar de oorzaken die ten grondslag liggen aan de vraag naar hun producten. Deze oorzaken worden ook
Nadere informatieInhoud. 1 Inleiding. Markt of overheid. 1 wat is economie? 11 Productiefactoren 11 Schaarste en welvaart 12 2
Inhoud 1 Inleiding 1 wat is economie? 11 Productiefactoren 11 Schaarste en welvaart 12 2 modellen 12 2 Markt of overheid 1 de vraag 14 Prijzen en gevraagde hoeveelheid 14 D De vraagfunctie 14 D Verschuiving
Nadere informatieProduceren is het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van productiefactoren van overheid en bedrijven
Samenvatting door een scholier 2043 woorden 8 april 2004 7,4 17 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 2 Produceren is het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van productiefactoren van overheid
Nadere informatieINLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land
INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land A. Inleidende begrippen 1. Het begrip BBP Het BBP is de som van alle bruto toegevoegde waarden geproduceerd door alle ondernemingen in 1 land in een
Nadere informatieEindexamen vwo economie 2013-I
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit
Nadere informatieNetto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden
Paragraaf 1 Nationaal inkomen en welvaart Economie samenvatting H8 Om de welvaart in een land te meten gebruik je het bbp (bruto binnenlands product). Dat is de omvang van de totale productie in het hele
Nadere informatieSamenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken
Nadere informatieEindexamen economie vwo II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een
Nadere informatieRuilen over de tijd (havo)
1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieVerboden woord Lesvoorbereiding kaartjes kaartjes achterkant Spelregels Afronding
Verboden woord Lesvoorbereiding Maak de kaartjes (print eerst het (word)document kaartjes op dik papier en vervolgens het (powerpoint)document kaartjes achterkant op de achterzijde. U kunt ook gebruik
Nadere informatieMACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD
pdf18 MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD De macro-vraaglijn of geaggregeerde vraaglijn geeft het verband weer tussen het algemeen prijspeil en de gevraagde hoeveelheid binnenlands product. De macro-vraaglijn
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2004-I
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening
Nadere informatieH1: Economie gaat over..
H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen
Nadere informatieMicronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden
Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:
Nadere informatieAntwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)
Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren
Nadere informatie1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet.
AANVULLENDE SPECIFIEKE TIPS ECONOMIE VWO 2007 1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet. : Leg uit dat loonmatiging in een open economie kan leiden tot
Nadere informatieSamenvatting Economie Boek 1
Samenvatting Economie Boek 1 Samenvatting door een scholier 987 woorden 31 maart 2004 6,1 89 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Samenvattingen Economie: Boek 1 Hoofdstuk 1: 1 t/m 12: Belang=
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave
Nadere informatieSamenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen
Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen Samenvatting door een scholier 1239 woorden 30 oktober 2003 6,6 81 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 Beroepsbevolking= werkgelegenheid
Nadere informatieHet primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.
Samenvatting door R. 1396 woorden 17 februari 2014 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 personele inkomensverdeling Het besteedbaar uitkomen per huishouding. De besteedbarde inkomens
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2007-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 q v = 200 1,25 + 450 = 200 q a
Nadere informatieDomein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl
Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die
Nadere informatieRelatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))
Samenvatting door een scholier 421 woorden 11 maart 2002 6 51 keer beoordeeld Vak Economie Economie Lesbrief Welvaart Hoofstuk 1 Goederen Diensten Materieel Immaterieel Stoffelijk
Nadere informatieDe optelsom van alle bruto toegevoegde waarden die in een land gedurende een jaar zijn gemaakt, is gelijk aan het bbp.
Boekverslag door P. 2397 woorden 24 september 2013 7.7 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1 Paragraaf 1; Binnenlands product De macro-economie kijkt naar de optelsom
Nadere informatieSamenvatting Economie Europa en Conjunctuur
Samenvatting Economie Europa en Conjunctuur Samenvatting door K. 9041 woorden 25 maart 2014 8,1 24 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Europa hoofdstuk 1 Voordelen arbeidsmigratie van Nederlandse
Nadere informatieDomein Welvaart en Groei
Domein Welvaart en Groei Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Welvaart Welvaart Hoe je jouw wensen kan vervullen met producten. Dat is thuistaal. Voor een toets schrijf je op: de mate van behoeftebevrediging
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2007-II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 0,15 0,12 100% = 25%
Nadere informatie