Hoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid
|
|
- Godelieve Bogaerts
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting door Een scholier 2055 woorden 2 november keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie Modellen H3 t/m 7 Hoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid Y inkomensevenwicht EV = nationaal inkomen (Y): wordt bereikt doordat ondernemers de productie aanpassen. Evenwichtsvoorwaarde EV = nationale productie (W) / S = I inkomensevenwicht Exogenen: van buitenaf, niet afhankelijk van Y Endogenen: binnen t model. Autonoom: niet afhankelijk van een andere factor. Gemiddelde consumptie quote = C Marginale consumptie quote = ΔC Y Δ Y Multiplier = gevolg / oorzaak 1 / (1-c) De nawerking van een verandering van een autonome grootheid in het model noemt men de multiplierwerking.de kracht van de multiplierwerking wordt bepaald door de hoogte van de marginale consumptiequote: een deel van het extra verdiende inkomen dat wordt besteed. Het andere deel wordt gespaard en lekt weg uit de kringloop: het spaarlek. Hoe groter het deel van het nationaal inkomen dat wordt geconsumeerd, des te hoger is de waarde van de multiplier en des te krachtiger is de kettingreactie die volgt op een verandering van de autonome bestedingen. Als een groter deel van het nationaal inkomen wordt geconsumeerd wordt er minder gespaard; het spaarlek is in dat geval kleiner. De omvang van productiecapaciteit is afhankelijk van de kwantiteit en de kwaliteit van de vier productiefactoren: arbeid, natuur, kapitaal en ondernemersactiviteit. Productie capaciteit wordt bepaald door de meest schaarse productiefactor knelpuntfactor Gemiddelde apt = productie kwaliteit aantal arbeiders Reëel apt = uitgedrukt in goederen Nominaal apt = uitgedrukt in geld. Y of EV = Y* bestedingsevenwicht volgens klassieken via prijsmechanisme Pagina 1 van 8
2 Laagconjunctuur EV < apt onderbesteding, dus werkloosheid, ruime arbeidsmarkt conjuncturele werkloosheid. Hoogconjunctuur EV > apt overbesteding, gespannen arbeidsmarkt bestedingsinflatie. Oplossing: bestedingen veranderen, 3 manieren: 1: Δ van de autonome investeringen (Io) 2: Δ in de autonome consumptie (Co) 3: Δ van de marginale consumptie quote. Bestedingsevenwicht alle productiefactoren volledig ingeschakeld moet overheid op ingrijpen via die 3 manieren. Als iedereen inzetbaar is Conjunctureel Seizoenswerkloosheid enz. Structureel, deze mensen krijg je niet aan het werk door de bestedingen te beïnvloeden, je hebt kwantitatieve en kwalitatieve. Structurele werkloosheid is het verschil tussen het totale arbeidsaanbod en het inzetbare deel hiervan. Conjuncturele werkloosheid = (Y* - Y) / apt Breedte investering verhouding arbeid/ kapitaal blijft gelijk. Diepte investering meer kapitaal, minder arbeid apt neemt toe Y = C + S Av = Y / apt apt = Y Av Y* = productiecapaciteit EV = NNI = NNP = totale bestedingen = netto toegevoegde waarde = C+I+O+E-M = C+S+B = loon/pacht/huur/rente/winst = Y = W= productie (waarde) = totaal primair inkomen. Hoofdstuk 4 De gesloten economie met overheid Belastingen (B) zijn endogeen afhankelijk van het nationaal inkomen (Y) en ook voor een deel exogeen, omdat de hoogte van de belastingtarieven en de belastingvrijstellingen door de politici wordt vastgesteld. Overheidsbestedingen (O) zijn exogeen worden namelijk bepaald door overheidsbeleid. Totale bestedingen (EV) Nationale consumptie Nationale investeringen Particuliere Overheids Overheids Particuliere consumptie (C) consumptie investeringen investeringen (I) Overheidsbestedingen (O) B = by + Bo b = marginale belastingquote, B = autonome belastingheffing; het zijn belastingen die worden geheven ongeacht de hoogte van het nationaal inkomen. Overheidsuitgaven bestaan uit overheidsbestedingen en overdrachtsuitgaven (subsidies en uitkeringen) Voor Bo Voor Co, Io, Oo Het is c, omdat als de belasting omlaag gaat, je Y stijgt. Pagina 2 van 8
3 Wanneer de autonome belastingen worden verlaagd, krijg je een kettingreactie: Netto inkomen stijgt, consumenten gaan daardoor meer consumeren, deel daarvan wordt ook gespaard (lekt dus weg). De overige consumptie leidt tot: stijging van de EV, daardoor stijging van W, dus ook Y, daarom stijgt C weer, en wordt er weer meer gespaard (spaarlek) en leidt het tot hogere belastingen. Evenwichtsvoorwaarde in dit model: (S-I) + (B-O) = 0 S-I particulier spaarsaldo, B-O overheidssaldo/ financieringssaldo/ begrotingssaldo. Bij elkaar opgeteld is het het nationaal spaarsaldo. Deze is 0 als er inkomensevenwicht is. Een begrotingstekort verhoogt de EV, dus werkt vraagvergrotend. Conjuncturele werkloosheid kan in dit model alleen worden opgelost door de autonome consumptie en/ of de autonomie investeringen te verhogen. Bij onderbesteding gaat Oo omhaag, Bo omlaag en de marginale belastingquote daalt ook. Bij Bij onderbesteding en overbesteding stimuleren is een anticyclisch beleid. In slechte tijden: Oo verhogen, Bo verlagen overheidstekort wordt groter In goede tijden: bezuinigen overheidstekort daalt. Inverdieneffect: wanneer de overheid bv de BTW verlaagd, krijgt ze minder belasting binnen. Maar omdat de prijzen dalen zal de EV stijgen waardoor een deel vd belastingverlaging wordt terugverdiend (inverdiend). Berekening daarvan: 1) wat was B-O? 2) wat wordt B-O? 3) ΔB-O 4) Stel ΔB was -8, stel ΔB-O is -4 5) Inverdieneffect 4 miljard. Bestedingsevenwicht ook bereikt dmv: verlaging vd marginale belastingquote of autonome belasting. Gemiddelde belasting druk is: B / Y Iedereen evenveel belasting: proportioneel belastingstelsel Hoe meer inkomen, hoe meer belasting betalen: progressief belastingstelsel Hoe meer inkomen, hoe minder belasting betalen: degressief belastingstelsel. Als de autonome belasting (Bo) negatief is heffingskorting gaat pas betalen als je daar boven uit komt. B= 0 belasting vrij inkomen. Hoofdstuk 5 De open economie met overheid Nederland heeft een zeer open economie veel economische betrekkingen met t buitenland. Nu import en export erbij. Export = vraag vanuit het buitenland bij Nederlandse ondernemingen. Meer export stijging EV. Is autonoom. Import is het deel van de vraag in het binnenland dat leidt tot aankopen in het buitenland. EV = C+I+O+E-M In dit model nu ook importlek: deel van het verdiende inkomen wordt besteed aan producten uit het Pagina 3 van 8
4 buitenland, lijdt tot stijging EV in buitenland en niet in NL. Multiplier wordt nu: Voor Co, Io, Oo, Eo: Voor Bo: De betalingsbalans is een overzicht van alle betalingen aan en ontvangsten van het buitenland over een periode van 1 jaar. Inkomenstransacties staand op de lopende rekening van de betalingsbalans bestaan uit export en import van goederen, diensten en productiefactoren. Inkomen = periode grootheid Vermogen = tijdstipgrootheid Betalingsbalans moet altijd in evenwicht zijn: - NL overschot op lopende rekening buitenland tekort, kapitaal exporteren vraagvergrotend. - NL tekort op lopende rekening buitenland overschot, kapitaal importeren vraagverkleinend. De evenwichtsvoorwaarde wordt nu: S-I + B-O = E-M Particulier overheids saldo lopende rekening/ nationaal spaarsaldo saldo spaarsaldo/ betalingsbalans saldo Nationaal spaarsaldo Hoofdstuk 6 De economische kringloop Reële sfeer goederen, diensten, productiefactoren Geldsfeer de in geld uitgedrukte waarde vd goederen, diensten en productiefactoren. Ex ante geplande grootheden. Ex post achteraf, dus gedwongen. Gesloten economie zonder overheid: In een gesloten economie zonder overheid, geldt: W=EV of S=I Schema blz 113: In werkelijkheid: gezinnen sparen deel van hun inkomen (beleggen in bedrijven). Bedrijven gebruiken dat geld om te investeren. Schema blz 114: Totale productie = toegevoegde waarde bruto nationaal product, bestaat uit de consumptie, uitbreidingsinvesteringen, voorraadinvesteringen en de vervangingsinvesteringen. De 1e twee zijn netto investeringen. Bruto investeringen zijn alle investeringen. De productie die tot inkomen voor de gezinnen leidt wordt netto nationaal product genoemd. Nationaal inkomen = nationaal product. Aan de productiezijde vormen de vervangingsinvesteringen het verschil tussen het bruto en het netto nationaal product. Aan de inkomenszijde zijn de afschrijvingen het verschil tussen het bruto en netto nationaal inkomen. Pagina 4 van 8
5 Vervangingsinvesteringen Vaste kapitaalgoederen Bruto investeringen Uitbreidingsinvesteringen Netto investeringen Vlottende kapitaalgoederen =Voorraadinvesteringen Gesloten economie met overheid: De overheid verkrijgt haar inkomsten voornamelijk via belastingheffing: 1: directe belastingen: worden gedragen door degenen die ze betalen. Drukken op de primaire inkomens: loon, huur/pacht, rente en winst. Bv: inkomstenbelasting. 2: indirecte belastingen: worden niet gedragen door degenen die ze betalen aan de overheid. Ze worden doorberekend in de prijs kostprijsverhogende belastingen. Bv: BTW, acijns. Overheidsuitgaven bestaan uit: 1: overdrachtsuitgaven: dat zijn uitgaven aan de gezinnen en de bedrijven zonder een zichtbare tegenprestatie van deze sectoren aan de overheid. Bv: huursubsidie. Subsidies verlagen de kostprijs dus kostprijsverlagende subsidies. 2: overheidsbestedingen: a: overheidsinvesteringen: uitgaven voor de aanschaf van vaste kapitaalgoederen door de overheid bij de bedrijven. Bv: wegen. b: overheidsconsumptie: - materiele overheidsconsumptie: uitgaven aan de bedrijven voor de aanschaf van vlottende kapitaalgoederen. Bv: pennen, potloden. - personele overheidsconsumptie: salarissen van de ambtenaren De toegevoegde waarde van de overheid wordt gelijkgesteld aan het loon dat de overheid haar ambtenaren uitbetaalt, immers de productie is altijd gelijk aan het inkomen. Het tekort van de overheid bestaat uit het verschil tussen de overheidsuitgaven en de overheidsinkomsten geld lenen staatsobligaties: bewijs dat je geld hebt uitgeleend aan de staat. Besparingen = netto investeringen bedrijven + overheidstekort. Dan nog 3 opmerkingen: 1: de overheid doet geen vervangingsinvesteringen dus schrijft niet af. 2: in een gesloten economie zonder overheid is het inkomen van de bedrijven gelijk aan het nationaal inkomen (Y). Het NNI is nu het inkomen dat gezinnen ontvangen van de bedrijven en het inkomen dat ze ontvangen van de overheid. 3: de overheid heeft vrijwel altijd een tekort. Open economie met overheid Bij een open economie stellen de gezinnen de productiefactoren ook ter beschikking aan buitenlandse bedrijven krijgen ze primair inkomen uit het buitenland hiervoor. Het nationaal inkomen bestaat nu uit het binnenlands inkomen + saldo van de primaire inkomens uit het buitenland. Pagina 5 van 8
6 Het saldo van de export van goederen en diensten en de primaire inkomens uit het buitenland enerzijds en de import van goederen en diensten anderzijds wordt het saldo op de lopende rekening van de betalingsbalans genoemd. E > M overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans buitenland heeft dan een tekort wat gefinancierd wordt door besparingen van gezinnen, dus kapitaalexport. Bij een tekort gebeurt natuurlijk het omgekeerde. S+B = I+O+E-M Gezinnen stellen productiefactoren ter beschikking, overheid betaalt daarvoor factorkosten / basisprijzen (loon, rente, huur/pacht, winst). Netto binnenlands inkomen tegen factorkosten = inkomen bedrijven + inkomen overheid Gezinnen stellen productiefactoren aan het buitenland ter beschikking: Netto nationaal inkomen tegen factorkosten = netto binnenlands inkomen tegen factorkosten + saldo primair inkomen uit het buitenland. Indirecte belastingen werken kostprijsverhogend, subsidies werken kostprijsverlagend. Netto nationaal inkomen tegen marktprijzen = netto nationaal inkomen tegen factorkosten + indirecte belastingen subsidies Het verschil tussen bruto en netto wordt gevormd door de afschrijvingen: Bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen = netto nationaal inkomen tegen marktprijzen + afschrijvingen. Om te produceren heb je de 4 productiefactoren nodig daardoor ontstaat t netto nationaal product dat gelijk is aan t netto nationaal inkomen (W=Y) Middelen = nationaal product (Y) en import (M). Deze middelen worden aangewend voor de bestedingen: particuliere consumptie (C), particuliere investeringen (I), overheidsbestedingen (O) en export. Middelen = bestedingen, daarom geldt: Y+M=C+I+O+E (staat vaak in een tabel) Y=C+I+O+E-M, het inkomen (Y) is gelijk aan de effectieve vraag (EV), dan is er inkomensevenwicht. Ook geldt er: Y=C+S+B C+S+B=C+I+O+E-M dus: (S-I) + (B-O) = (E-M) Hoofdstuk 7 De categoriale inkomensverdeling Dit is de verdeling van het nationaal inkomen over de verschillende inkomensgroepen. Nationaal inkomen = loon + winst + pacht + huur + rente. Je kunt berekenen hoeveel procent iedere inkomenscategorie uitmaakt van het nationaal inkomen: Loonquote = lonen x 100% nationaal inkomen Inkomen uit bezit kapitaalinkomen. Inkomen uit arbeid arbeidsinkomen. Maar: niet al het inkomen wordt beloond in de vorm van loon: bij zelfstandigen wordt hun inkomen tot de Pagina 6 van 8
7 winst gerekend. Om t toch te berekenen: per zelfstandige trekken we het gemiddelde loon af van de winst. Het totale bedrag waarmee de winst wordt verminderd Toegerekend Loon Zelfstandigen (TLZ) Dat is het deel van de winst dat de eigenaar gebruikt voor privé uitgaven, de overige winst is voor investeringen. Arbeidsinkomen = lonen + TLZ Kapitaalinkomen = (winst TLZ) + rente + huur + pacht Nationaal inkomen = arbeidsinkomen + kapitaalinkomen Het deel van het nationaal inkomen dat door arbeid verdiend wordt noem je de arbeidsinkomensquote (AIQ ) In politiek: als de AIQ te hard stijgt, blijft er van de winsten niets over, dus kan er niet geïnvesteerd worden, dat is een negatief verband. AIQ = lonen + TLZ x 100% Netto TW bedrijven (NNI) De AIQ zal stijgen doordat: - de teller stijg en/of de noemer daalt - als de teller harder stijgt dan de noemer - als de teller minder hard daalt dan de noemer. Nominaal inkomen = reële inkomen x prijspeil dus: reële inkomen = nominaal inkomen prijsindex De AIQ kan je als volgt herformuleren: AIQ = Arbeidsinkomen x 100% = L x A x 100% = L x (Aw + Az) x 100% Y P x y P x y Y = nominaal nationaal inkomen L = loonkosten per arbeider A = aantal arbeiders Aw = aantal werknemers Az = aantal zelfstandigen P = prijspeil Y = reële nationaal inkomen = productievolume. Als je in de formule teller en noemer deelt door het aantal arbeider krijg je: AIQ = L x 100% P x a Hierin is a de arbeidsproductiviteit en deze vind je dus door het reële nationaal product te delen door het aantal arbeiders. Pagina 7 van 8
8 Als L even hard stijgt als P x a dan blijft AIQ gelijk en daarom noemt men de groei van dat product (P x a) ook wel de loonruimte. Dit is de maximale loonsverhoging die een bedrijf kan geven zonder dat de winst daalt. Als je in de bovenstaande formule teller en noemer deelt door het prijspeil dan krijg je: AIQ = l x 100% a Hierin is l: reële loonkosten per arbeider. Als deze harder stijgen dan de apt, dan zal de AIQ stijgen. De reële winsten dalen dan; want de arbeiders krijgen een groter deel dan de ondernemers er zal minder worden geïnvesteerd werkgelegenheid zal niet meer toenemen. En er wordt gekozen voor diepte investeringen arbeiders vervangen voor kapitaal. Pagina 8 van 8
Samenvatting Economie Lesbrief Modellen
Samenvatting Economie Lesbrief Modellen Samenvatting door een scholier 1385 woorden 6 mei 2006 6,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H. 1, Crisis. Conjunctuurtheorie = theorie over crisis met
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Modellen
Samenvatting Economie Lesbrief Modellen Samenvatting door A. 1723 woorden 2 juni 2011 6 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H1 Crisis: Keerpunt of beslissend stadium. Economische Crisis: Een periode
Nadere informatieSamenvatting Economie Modellen
Samenvatting Economie Modellen Samenvatting door een scholier 1766 woorden 21 februari 2006 6,5 70 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO MODELLEN Hoofdstuk1 Crisis= een periode waarin de groei van
Nadere informatieModellen. Hoofdstuk 3
Modellen Hoofdstuk 3 Keynes in model Vereenvoudigde weergave van de economische werkelijkheid met geaggregeerde grootheden. Economische modellen worden gebruikt voor voorspellingen en daarop wordt overheidsbeleid
Nadere informatieEconomische Modellen. Hoofdstuk 1: Conjunctuur en Structuur. Hoofdstuk 2: Klassieken en Keynes. Samenvatting door Job 3058 woorden 27 juli 2017
Samenvatting door Job 3058 woorden 27 juli 2017 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economische Modellen Hoofdstuk 1: Conjunctuur en Structuur EV= C+I+O+E-M Bezettingsgraad = Productie/Productiecapaciteit
Nadere informatieSamenvatting Economie Toetsweek 2
Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 2139 woorden 16 oktober 2005 7,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Paragraaf 1 Micro-economie: als we de productie door 1
Nadere informatieWelvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?
1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte
Nadere informatieProductie=toegevoegde waarde= omzet-geldswaarde ingekochte grond en hulpstoffen
Samenvatting door een scholier 2167 woorden 14 december 2012 0 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1crisis 1.2 wat is een crisis Crisis in economische zin: Een periode waarin de groei van de productie
Nadere informatie1.6 Die aankopen kan je niet meten, een onderzoeker kan niet vaststellen wat consumenten bij andere consumenten kopen.
Hoofdstuk 1 Conjunctuur en structuur 1.1 Het tekortschieten van de effectieve vraag ten opzichte van de productiecapaciteit. Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland besteden minder dan de productiecapaciteit
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het
Nadere informatieKeynesiaanse modellen hebben betrekking op de korte termijn, klassieke modellen op de lange termijn.
Samenvatting door E. 2316 woorden 27 april 2013 9 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 8: Een model van een economie 8.1 Verschillende modellen Macro-economische modellen kunnen
Nadere informatieSamenvatting Economie Modellen Hoofdstuk 1 tm 6
Samenvatting Economie Modellen Hoofdstuk 1 tm 6 Samenvatting door een scholier 2204 woorden 14 december 2012 6,9 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1crisis 1.2 wat is een crisis Crisis
Nadere informatieAantekeningen VWO-6 Economie Lesbrief Economische Modellen
Aantekeningen VWO-6 Economie Lesbrief Economische Modellen Hoofdstuk 1 + 2 Een model is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. Bedoeld om de werkelijkheid te verklaren Bedoeld om voorspellingen
Nadere informatieKeuzeonderwerp. Keynesiaans model. Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt. fransetman.nl
Keuzeonderwerp Keynesiaans model Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt Vraag op de goederenmarkt Alleen gezinnen en bedrijven kopen op de goederenmarkt. C = 0,6 Y Aa = 4 mln mensen
Nadere informatieEconomie. Boekje Conjunctuur Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud:
Boekje Conjunctuur Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets Economie Inhoud: Wat? blz. h1 & h2 samengevat 2 h3 samengevat 3 h4 samengevat 4 wat moet weten 5 Begrippen 6 & 7 Links 7 Test je
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting door D. 1403 woorden 18 januari 2014 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuurbeweging/Conjunctuur: Het patroon van het stijgen
Nadere informatieSamenvatting Economie Nationale Rekeningen
Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting door een scholier 1747 woorden 18 november 2004 4,8 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie 1.1 Macro-economie Kenmerk macro-economie
Nadere informatieBruto binnenlands product
Bruto binnenlands product Binnenlands = nationaal Productie bedrijven Individuele goederen Omzet Inkoop van grond- en hulpstoffen - Bruto toegevoegde waarde Afschrijvingen- Netto toegevoegde waarde = Beloningen
Nadere informatieEconomie Samenvatting H11
Paragraaf 1 Inkomens- en productiebegrippen Economie Samenvatting H11 Toegevoegde waarde = de waarde die tijdens het productieproces met behulp van productiefactoren aan gebruikte grond- en hulpstoffen
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2 en 3 boek 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2 en 3 boek 2 Samenvatting door een scholier 2565 woorden 29 januari 2005 7,3 45 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Hoofdstuk 1 1.1 Macro-economie
Nadere informatieH2: Economisch denken
H2: Economisch denken 1 : Produceren Produceren: Het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van de productiefactoren door bedrijven en de overheid. Alleen bedrijven en de overheid kunnen produceren
Nadere informatieSamenvatting Economie Modellen
Samenvatting Economie Modellen Samenvatting door een scholier 4545 woorden 31 mei 2011 2,8 8 keer beoordeeld Vak Economie Modellen HOOFDSTUK 1 CRISIS 1.2 Wat is een crisis Crisis: keerpunt of beslissend
Nadere informatieSamenvatting Economie samenvatting overheid + hfdst 1 consumenten en producenten
Samenvatting Economie samenvatting overheid + hfdst 1 consumenten en producenten Samenvatting door J. 1607 woorden 28 augustus 2012 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index H1: De omvang van de
Nadere informatieAntwoorden stencils OPGAVE 1 11.313 pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten
Antwoorden stencils OPGAVE 1 1. Nominaal Inkomen 1996 = 25,34 miljard pond x 1,536 = 38,92224 miljard pond Bevolkingsomvang 1996 = 3.340.000 x 1,03 = 3.440.200 Nominaal Inkomen per hoofd = 38,92224 miljard
Nadere informatie5,3. Samenvatting door K. 811 woorden 21 oktober keer beoordeeld. Economie in context
Samenvatting door K. 811 woorden 21 oktober 2013 5,3 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context De volledige word (.docx) versie zit bijgevoegd als bestand! Productie: Grondstoffen Hulpstoffen
Nadere informatieAls de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.
Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE Maandag 27 juni 2016 B / 9 2016 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (20 punten)
Nadere informatieHet rendement van een belegging is de opbrengst uitgedrukt in procenten van het belegde bedrag.
Samenvatting door een scholier 1412 woorden 18 juli 2015 6,7 33 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO De klassieken Keynes Lange termijn/geen termijn Korte termijn Prijsmechanisme: vraag en aanbod
Nadere informatie6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:
Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari 2016 6,9 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1 Actieven en inactieven: Actieven; mensen die betaald werk
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatieModule 4. aanvulling theorie pag. 2. opgaven uit werkboek.. pag. 12 *** oefenopgaven. pag. 13 ***
Module 4 aanvulling theorie pag. 2 opgaven uit werkboek.. pag. 2 *** oefenopgaven. pag. 3 *** Aanvulling theorie European economies Vroom, sputter, sputter, bang Nov 2th 2004 Is the European recovery over
Nadere informatieNetto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden
Paragraaf 1 Nationaal inkomen en welvaart Economie samenvatting H8 Om de welvaart in een land te meten gebruik je het bbp (bruto binnenlands product). Dat is de omvang van de totale productie in het hele
Nadere informatieHet primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.
Samenvatting door R. 1396 woorden 17 februari 2014 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 personele inkomensverdeling Het besteedbaar uitkomen per huishouding. De besteedbarde inkomens
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur
Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling
Nadere informatieBegrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.
Samenvatting door een scholier 919 woorden 20 juni 2007 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 4 Productie door de overheid 4.1 De sector overheid - Overheid: Onder overheid
Nadere informatieProductie is het voortbrengen van goederen en diensten met als doel het verwerven van een inkomen door de verkoop van deze producten.
Lesbrief Modellen Productie is het voortbrengen van goederen en diensten met als doel het verwerven van een inkomen door de verkoop van deze producten. Productie = Toegevoegde Waarde = Omzet geldswaarde
Nadere informatieHOOFDSTUK 21: DE VRAAGZIJDE DE REELE SFEER
1 HOOFDSTUK 21: DE VRGZIJDE DE REELE SFEER Uitgangspunt: J. M. Keynes Bestaan van werkloosheid en niet benutte productiecapaciteit productie kan stijgen zonder dat de prijzen van de productiefactoren stijgen
Nadere informatieVoorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur
Economische wetenschappen 1 en recht Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur 19 99 Dit examen bestaat uit 34 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 23
Samenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 23 Samenvatting door H. 1617 woorden 18 november 2012 6,5 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hfd 17 Het Bruto Binnenlands Product (blz 24 & 25) 17.1 Een
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen en groei
Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2696 woorden 8 januari 20 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Economie inkomen en groei Luna H5A HOOFDSTUK. Vroeger waren de mensen zelfvoorzienend.
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen en groei
Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2020 woorden 10 maart 2009 8,2 49 keer beoordeeld Vak Economie Productie en ruilen. Als je zelfvoorzienend bent dan produceer je goederen
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vakbonden, werkgeversbonden, individuele
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18
Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting door Suzanne 4057 woorden 20 september 2017 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 16,17,18 Paragraaf 16.1
Nadere informatieSamenvatting Economie Economische groei H1 t/m H3
Samenvatting Economie Economische groei H1 t/m H3 Samenvatting door een scholier 2598 woorden 19 februari 2007 6,4 9 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economische groei: Welvaart: De mate waarin
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de
Nadere informatieDe optelsom van alle bruto toegevoegde waarden die in een land gedurende een jaar zijn gemaakt, is gelijk aan het bbp.
Boekverslag door P. 2397 woorden 24 september 2013 7.7 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1 Paragraaf 1; Binnenlands product De macro-economie kijkt naar de optelsom
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Economische Groei, H1 t/m H4
Samenvatting Economie Lesbrief Economische Groei, H1 t/m H4 Samenvatting door een scholier 2087 woorden 18 maart 2004 7,9 163 keer beoordeeld Vak Economie Economie 1,2 Economische Groei Hoofstuk 1 Par.
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6 en 7: Nationale boekhouding & Groei en conjunctuur
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 en 7: Nationale boekhouding & Groei en conjunctuur Samenvatting door een scholier 2122 woorden 8 januari 2003 6,6 66 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Toetsperiode
Nadere informatie1 De economische kringloop
1 De economische kringloop Wat is Marco-economonie? Studie van het verband tussen Gezinnen Bedrijven Overheid Buitenland Welke soorten economische vraagstukken hebben we? Productie Werkloosheid Inflatie
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 2471 woorden 20 juni keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 2471 woorden 20 juni 2009 6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie, Hoofdstuk 6 6.1 Een eenvoudige kringloop Micro-economie: De productie bekeken door 1
Nadere informatieSamenvatting Economie Hst. 4 Het Buitenland
Samenvatting Economie Hst. 4 Het Buitenland Samenvatting door een scholier 1280 woorden 21 juli 2009 8 1 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Hst. 4 HET BUITENLAND Je moet iets weten over de verschillende
Nadere informatieProeftoets Economische Bedrijfsomgeving
Proeftoets Economische Bedrijfsomgeving 1. Schaarste heeft in de economie een andere betekenis dan in het normale spraakgebruik. We spreken in de economie van schaarste als: a. De behoeften beperkt en
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave
Nadere informatieEconomische conjunctuur
Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. Ontstaat door veel vraag naar producten Trend (Gemiddelde groei over groot aantal jaren) laagconjunctuur
Nadere informatieInhoud. 1 Inleiding. Markt of overheid. 1 wat is economie? 11 Productiefactoren 11 Schaarste en welvaart 12 2
Inhoud 1 Inleiding 1 wat is economie? 11 Productiefactoren 11 Schaarste en welvaart 12 2 modellen 12 2 Markt of overheid 1 de vraag 14 Prijzen en gevraagde hoeveelheid 14 D De vraagfunctie 14 D Verschuiving
Nadere informatieUIT theorie ASAD
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is een samenvoeging van de theorie van Keynes met de oude klassieke modellen. In verschijningsvorm
Nadere informatieEconomische effecten van een verlaging van de administratieve lasten
CPB Notitie Datum : 7 april 2004 Aan : Projectdirectie Administratieve Lasten Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten 1 Inleiding Het kabinet heeft in het regeerakkoord het
Nadere informatieINLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land
INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land A. Inleidende begrippen 1. Het begrip BBP Het BBP is de som van alle bruto toegevoegde waarden geproduceerd door alle ondernemingen in 1 land in een
Nadere informatieUitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag.
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is daarmee een macro-economisch model. Het model maakt sterk gebruik van het marktmodel uit
Nadere informatieDomein Welvaart en Groei
Domein Welvaart en Groei Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Welvaart Welvaart Hoe je jouw wensen kan vervullen met producten. Dat is thuistaal. Voor een toets schrijf je op: de mate van behoeftebevrediging
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7
Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7 Samenvatting door een scholier 1525 woorden 14 februari 2007 7,6 5 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: Een inkomen in natura: een inkomen in goederen Arbeidsverdeling:
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 van het aanbod van arbeid
Nadere informatie4. Welke uitspraak is fout? In het Solow-groeimodel leidt technologische achteruitgang tot:
Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie Prof. dr. Jan Bouckaert Prof. dr. André Van Poeck 12-15 december 2014 1. Stel dat het bruto nationaal inkomen 200 miljard euro bedraagt. Hoeveel bedraagt
Nadere informatieInleiding We hebben gezien uit welke componenten het nationaal product en het nationaal inkomen bestaat.
Bestedingsevenwicht - 1 van 15 MACRO-ECONOMISCH BESTEDINGSEVENWICHT Welke factoren bepalen de grootte van het nationaal inkomen? Inleiding We hebben gezien uit welke componenten het nationaal product en
Nadere informatieEindexamen economie vwo II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een
Nadere informatieHoofdstuk 15 Economische relaties
Hoofdstuk 15 Economische relaties Open vragen 15.1 Gegeven is de onderstaande economische kringloop: Verder is nog gegeven dat de afschrijvingen van bedrijven gelijk zijn aan 200. De overheid schrijft
Nadere informatieGezinnen. Overheid. Bedrijven. Buitenland
Hoofdstuk 2 Basisinzichten Opgave 1 NBP fk 990 S = 120 Gezinnen Bg = 50 C = 820 Overheid NBPov = 90 Indir. Bel. = 70 Cov = 50 Iov = 10 NBPb = 900 Bedrijven I = 110 X = 910 M = 930 Buitenland B NBPfk Bg
Nadere informatieEconomische crisis vragen
Economische crisis vragen 1. Op welke manier kan je de toegevoegde waarde van een bedrijf berekenen? Omzet ingekocht van derden = toegevoegde waarde/productie 2. Leg uit dat productie en inkomen aan elkaar
Nadere informatieModule 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging
Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit
Nadere informatieDoor arbeidsverdeling werd ruil noodzakelijk en daarmee het hebben van een ruilmiddel.
LESBRIEF INKOMEN EN GROEI Hst. 1 De vorming van inkomen Door arbeidsverdeling werd ruil noodzakelijk en daarmee het hebben van een ruilmiddel. Directe ruil: Indirecte ruil: ruil van goed tegen goed. ruil
Nadere informatieDumpjehuiswerk.nl 2009
Algemene Economie hoofdstuk 2 Vraag Bij de analyse van het consumentengedrag zijn ondernemingen op zoek naar de oorzaken die ten grondslag liggen aan de vraag naar hun producten. Deze oorzaken worden ook
Nadere informatieDomein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)
1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom
Nadere informatieDomein Welvaart en Groei
Domein Welvaart en Groei Zie steeds de eenvoud!! havo Frans Etman Welvaart Welvaart Hoe je jouw wensen kan vervullen met producten. Dat is thuistaal. Voor een toets schrijf je op: de mate van behoeftebevrediging
Nadere informatieGroep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115
Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken
Nadere informatieArbeid = arbeiders = mensen
Vraag van en aanbod naar arbeid Arbeid = arbeiders = mensen De vraag naar mensen = werkenden Het aanbod van mensen = beroepsbevolking Participatiegraad Beroepsbevolking / beroepsgeschikte bevolking * 100%
Nadere informatieRelatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))
Samenvatting door een scholier 421 woorden 11 maart 2002 6 51 keer beoordeeld Vak Economie Economie Lesbrief Welvaart Hoofstuk 1 Goederen Diensten Materieel Immaterieel Stoffelijk
Nadere informatieindexcijfers geven de verhouding weer tussen de omvang van een grootheid in een bepaalde periode en de op 100 gestelde omvang
Samenvatting door een scholier 1001 woorden 1 oktober 2003 3,9 15 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Module 4 Economie 1: Hoofdstuk 1: productiegroei => toeneming van het binnenlands product reële
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /04
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M 3 benaderingen van het begrip inkomen : F economisch: - nominaal inkomen (in geld uitgedrukt) - reëel
Nadere informatieH1: Economie gaat over..
H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /03
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,
Nadere informatieDomein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl
Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die
Nadere informatie20.1 Wat is economische groei?!
20.1 Wat is economische groei? Om te beoordelen of er geproduceerd is, moet het BBP worden gecorrigeerd voor de inflatie. BBP is de totale product door binnenlandse sectoren. We vinden dan de toename van
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2007-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 q v = 200 1,25 + 450 = 200 q a
Nadere informatieDeze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5 opgaven en omvat 21 vragen.
SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI 2015 14.45 UUR 16.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene Economie 22 juni 2015 B / 11 2015 NGO - ENS B / 11 Opgave 1 (21 punten) Vraag
Nadere informatieProduceren is het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van productiefactoren van overheid en bedrijven
Samenvatting door een scholier 2043 woorden 8 april 2004 7,4 17 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 2 Produceren is het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van productiefactoren van overheid
Nadere informatieSamenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen
Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen Samenvatting door een scholier 1239 woorden 30 oktober 2003 6,6 81 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 Beroepsbevolking= werkgelegenheid
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2004-I
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Rek in het arbeidsaanbod 1 maximumscore 2 Doordat het aanbod van
Nadere informatie1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen & Groei - H1 t/m H4
Samenvatting Economie Inkomen & Groei - H1 t/m H Samenvatting door een scholier 5097 woorden 2 december 2010 8, 17 keer beoordeeld Vak Economie Economie samenvatting Inkomen & Groei Hoofdstuk 1 De vorming
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10
Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 2188 woorden 14 februari 2016 8,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 9: Schommelingen in de economie 9.1 Schommelingen
Nadere informatieExamen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6
Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1640 woorden 19 januari 2004 7,8 48 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Directe ruil=
Nadere informatie