Samenvatting Economie Hoofdstuk 2
|
|
- Frederik Bauwens
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december ,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het leveren van diensten Producenten zijn alle bedrijven en de overheid Wat heb je nodig om te produceren? De 4 productiefactoren: (KANO) Kapitaalgoederen gebouw, ovens, scooters Arbeid werknemers, pizzabakkers Natuur deeg, groente, vlees, ananas, vis Ondernemersactiviteit eigenaar, directeur Nationaal product: alle formele productie van arbeid en bedrijven per jaar = officieel bijgehouden in door het CBS CBS: het centraal bureau van statistiek Informele productie: - zwart werken en illegale handel - vrijwilligerswerk & zelfvoorziening (= het grijze circuit, wel legaal) 2.2 markten Markt: een geheel van vraag en aanbod Concrete markt: aanwijsbare geografische plaats (kraampjes) Abstracte markt: ontastbare handel zonder vaste plaats of tijd (bijv. huizenmarkt, marktplaats) Hoe ontstaan prijzen? Als de oogst slecht is, daalt het aanbod de prijs zal dan waarschijnlijk stijgen Als het slecht weer is daalt de vraag. De prijs zal dan waarschijnlijk dalen Arbeid De prijs van arbeid noemen we loon Op de arbeidsmarkt komt de vraag naar arbeid van de werkgevers Het aanbod van arbeid komt van de werknemers Als er weinig aanbod is, zullen de lonen waarschijnlijk stijgen Als de vraag daalt, zullen de lonen waarschijnlijk dalen Kapitaal Investeringen worden vaak gedaan met geleend geld Pagina 1 van 7
2 De prijs van geld noemen we rente Als bedrijven veel willen lenen zal de rente waarschijnlijk stijgen Natuur De prijs voor het gebruik van grond noemen we pacht of huur Als de ruimte schaars is, is de huurprijs hoger Ondernemersactiviteit De beloning voor ondernemersrisico noemen we winst 2.3 de arbeidsproductiviteit Arbeidsproductiviteit (apt): productie per werknemer per tijdseenheid Hoe kan een supermarkt de apt meten? Aantal klanten per caissière per uur Omzet per personeelslid per uur Bijv. de apt per uur in euro s Omzet tussen 9 en 10 uur = = Aantal aanwezige personeelsleden 5 Hoe kan een supermarkt de apt verhogen? Interne arbeidsverdeling (=specialisaties) ieder zijn taak Scholing van werknemers nog beter worden Beter werkomstandigheden pauzes Meer of betere kapitaalgoederen zelf scankassa s INVESTEREN DUS! Breedte-investeringen Meer machines in dezelfde soort Bijv. Meer kassa s in de supermarkt Eerst: 6 kassa s met 6 caissières Nu: 8 kassa s met 8 caissières Diepte-investeringen Kapitaalintensiever produceren. Minder arbeid (personeel) nodig -> de apt stijgt! Bijv. investeren in zelf scankassa s Eerst: 6 kassa s met 6 caissières Nu: 3 gewone kassa s met 3 caissières 3 zelf scankassa s met 1 caissière + 4 caissières Verhouding kapitaal/ arbeid was 6/6 = 1 Deze verhouding word nu 6/4 = 1,5 Dus 1,5 kapitaalgoed per werknemer 2.4 welvaart Economische groei: stijging van reëel nationaal product Nominale stijging: stijging van de productie in geld Reële stijging: stijging die is gecorrigeerd voor prijsstijgingen (als alles duurder wordt stijgt de productie niet perse) Jaar Nationaal product x 1 miljard Nominale stijging Procentuele stijging Prijs -stijging Pagina 2 van 7
3 in % Economische groei % ,4 20,4 4 2,5% 1,5% Nationaal inkomen: alle ontvangen beloningen voor de productiefactoren per jaar Voor arbeid loon Voor natuur pacht en huur Voor kapitaal rente Voor ondernemerschap winst + Nationaal inkomen Nationaal inkomen = nationaal product Meel, deeg -> 0,43 -> bakker -> 1,40 -> consument Beloning voor arbeid = 0,46 personeelskosten / loon voor personeel Beloning voor natuur en kapitaal = 0,41 overige kosten Beloning voor ondernemerschap = 0,10 + winst Productie bij bakker = 0,97 Deze 0,97 bestaat uit: 1) inkomen personeel 2) inkomen voor eigenaar van het pand 3) inkomen voor de bakker zelf 4) inkomen voor de bank waar de bakker geld geleend heeft 2.5 het nationaal product Zie 2.4 Per brood betaalt een bakker 0,43 aan grondstoffen. De verkoopprijs voor 1 brood is 1,40. De bakker voegt 0,97 aan de waarde toe aan het product. De 0,43 is omzet voor andere bedrijven, zoals de leverancier van het meel. Toegevoegde waarde: 1,40-0,43 = 0,97 per brood De bakker produceert per jaar broden Afzet = stuks Omzet = afzet x prijs = x 1,40 = Bruto toegevoegde waarde = x 0,97 = De bakker koopt elke 4 jaar een nieuwe oven. Deze oven kost hem De oven is na 4 jaar niets meer waard. Zijn oven wordt dus jaarlijks minder. Dit bedrag noem je: afschrijving. Bruto toegevoegde waarde Afschrijvingen Netto toegevoegde waarde De bakker kocht in 2007 van 2e oven voor zijn voorraad meel heeft hij verdubbeld, kosten Voorraadmutatie (=investering in vlottende activa) Uitbreidingsinvestering (=in vaste activa) Vervangingsinvestering (=afschrijving oude oven) (=afschrijving nieuwe oven) Bruto investering: Pagina 3 van 7
4 Bruto investeringen Afschrijvingen Netto investeringen Bekijk schema op blz. 65 Nieuw = netto ( 56) extra voorraad ( 8) Bruto investeringen ( 80) Uitbreidingsinvesteringen ( 48) Oud = afschrijvingen ( 24) 2.6 de economische kringloop Geldstromen tussen de 5 deelnemers aan het economisch verkeer Gezinnen Overheid Banken Bedrijven Buitenland (teken de pijlen) Noteer bij elke pijl de juiste letter. C = consumptie I = investeringen O = overheidsbestedingen E = opbrengsten van de export M = kosten van import S = spaargeld B = belastingen Y = nationaal inkomen 2.7 De economische kringloop als gesloten systeem Gezinnen besteden hun inkomen maar op 3 manieren: Consumptie ( naar bedrijven) Sparen ( naar de banken) Belasting ( naar de overheid) Y = C + S + B Bedrijven krijgen 4 geldstromen binnen, namelijk: Consumptie van gezinnen, Investeringen van de banken, Overheidsinvesteringen van de overheid, Export vanuit het buitenland Dit zijn allen bestedingen! Bedrijven besteden dit geld aan 2 dingen, namelijk: Nationaal inkomen van de gezinnen Import aan het buitenland Y + M = C + I + O + E, dus: Y = C + I + O + E - M Y = (C+S+B) = (C+I+O+E-M) Pagina 4 van 7
5 (S-I) + (B-O) = (E-M) S I = spaarsaldo van de particuliere sector B O = spaarsaldo van de overheid E M = uitvoersaldo, of: saldo lopende rekening Het Nationaal Inkomen Y is zowel (C+S+B) als (C+I+O+E-M). Dus: (C+S+B) =(C+I+O+E-M) S+B = I+O+E-M S-I+B = O+E-M S-I+B-O = E-M Y = (C+S+B) = (C+I+O+E-M) (S-I) + (B-O) = (E-M) In het voorgaande voorbeeld was het spaarsaldo van de particuliere sector (S-I) positief, namelijk +28 mld. De overheid leende 8 mld. hiervan voor haar extra uitgaven. De overige 20 mld. blijft dus bij de banken liggen. Dit bedrag had best geïnvesteerd kunnen worden. S = 50 O >B 8 I = 22 Nationale spaarsaldo = (S-I) + (B-O) = 20 mld. Hoeveel sparen de gezinnen en de bedrijven, plus: hoeveel spaart de overheid? Nationale bestedingen = C+I+O = mld. Alle bestedingen vanuit het eigen land, dus zonder export. Nationale bestedingen + nationaal spaarsaldo =??? 2.8 productiecapaciteit = de maximale productie van een bedrijf in een land. Op de korte termijn is de apt constant, omdat je niet op 1 dag een nieuwe fabriek kan bouwen. Bijvoorbeeld Philips produceert met 2 fabrieken spaarlampen per dag. De bezettingsraad is hiermee 80%. Wat is de apt van Philips? 80% = % + 20% = 100% 1% = > 100% = Bestedingen Hoe meer bestedingen, hoe hoger de bezettingsraad De 4 soorten bestedingen zijn Consumptie van gezinnen (C) Investeringen door bedrijven (I) Overheidsbestedingen (O) Export (E) Bijvoorbeeld: Door een verhoogd milieubewustzijn is de afzet van spaarlampen in de EU is fors toegenomen. Consumptie stijgt, Pagina 5 van 7
6 exportopbrengsten ook. Bezettingsraad: Werkelijke productie Productiecapaciteit X 100% 2.9 conjunctuur en structuur Conjuncturele ontwikkeling Korte termijn. Hoe groot is de vraag naar goederen en diensten (bestedingen) Dalende bestedingen: laagconjunctuur Toenemende bestedingen: hoogconjunctuur Structurele ontwikkeling Hoe groot is het aanbod naar de goederen en diensten (En dus: productiecapaciteit) 2.10 de verandering van de Nederlandse productiecapaciteit Op de lange termijn stijgt onze productiecapaciteit (= de structurele ontwikkeling uit 2.9). we kunnen steeds meer produceren dan een jaar eerder. Maar: de capaciteit kan ook krimpen. Dan is er iets structureel mis met de economie van je land. Buiten oorlog en natuurgeweld kan de oorzaak ook liggen bij de internationale concurrentiepositie Concurrentievermogen -> hoe sterk staan onze bedrijven vergeleken met andere landen? Waarom zou een buitenlands bedrijf in Nederland willen investeren? We hebben in de les Nederland met Estland en Soedan vergeleken oorzaken en gevolgen van de conjunctuurbeweging Oorzaken van hoogconjunctuur Hoogconjunctuur: stijging van het nationaal inkomen Y = C + I + O + E M C kan stijgen door consumptievertrouwen I kan stijgen door een lage rentestand en subsidies (milieusubsidie) O kan stijgen door de werkloosheid te minderen E kan stijgen door specialisaties (economische groei van buurlanden) Gevolgen van hoogconjunctuur Prijzen stijgen consumenten willen meer kopen dan er geproduceerd wordt (= overbesteding) Lonen stijgen er is veel vraag naar goed opgeleide werknemers (en werknemers willen extra geld vanwege de gestegen prijzen) Rente door het gestegen vertrouwen in de toekomst gaan consumenten en producenten makkelijker en vaker geld lenen. Hierdoor stijgt de rente. Vergelijk dit weer met het marktmechanisme bij sinasappels 2.12 indexcijfers Pagina 6 van 7
7 Indexcijfers geven de verhouding weer van een grootheid (zoals prijsniveau, verkochte goederen) vergeleken met een basisperiode. De waarde van een basisperiode is 100 Voorbeeld 1 In 2000 verkocht Tromm 480 fietsen, een jaar later 600 fietsen en in fietsen. De basisperiode was (basisjr.) Aantal Verkochte Indexcijfer , Nieuwe waarde _ Indexcijfer = waarde in de basisperiode X 100% In 2001 verkoopt Tromm 25% meer fietsen dan in 2000 (indexcijfer 125) In 2002 verkoopt Tromm 33% meer fietsen dan in 2001 (indexcijfer 133) Voorbeeld 2 In 2003 kost een fiets bij Tromm gemiddeld 260,-. Wat was de gemiddelde prijs in 2000? Gemiddelde prijs 200,- 260,- indexcijfer Procent 100 nieuw = procent X oud : 100 Procent = nieuw X 100 : oud Nieuw oud oud = nieuw X 100 : procent 2.13 ordening en sturing De rijksbegroting: overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van de overheid in het komende jaar Hoe grijpt de overheid in het economische leven in? 1. Producent van goederen en diensten (nieuwe wegen, de brandweer) 2. De overheid maakt wetten en regels (koopzondagen) 3. De overheid heft belasting en geeft subsidies (BTW, milieusubsidies) 4. Overheid beïnvloed de inkomens (door hogere belastingen voor hoge inkomens)(door inkomensoverdrachten = uitkeringen) 2.14 Economische politiek Wat wil de overheid bereiken met de Nederlandse economie? 1. Evenwicht op de arbeidsmarkt Vraag naar arbeid = aanbod van arbeid 2. Prijsstabiliteit (lage inflatie) Het CBS = centraal bureau voor statistiek berekend de prijsstijgingen 3. Rechtvaardige inkomensverdeling Via uitkeringen en belastingen (zie 2.13) 4. Evenwicht op de belastingsbalans exportopbrengst Nederland kosten import 5. Duurzame economische groei Groei van het nationaal product zonder dat het milieu teveel wordt belast Pagina 7 van 7
H2: Economisch denken
H2: Economisch denken 1 : Produceren Produceren: Het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van de productiefactoren door bedrijven en de overheid. Alleen bedrijven en de overheid kunnen produceren
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 2139 woorden 16 oktober 2005 7,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Paragraaf 1 Micro-economie: als we de productie door 1
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting door D. 1403 woorden 18 januari 2014 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuurbeweging/Conjunctuur: Het patroon van het stijgen
Nadere informatieH1: Economie gaat over..
H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen
Nadere informatieBruto binnenlands product
Bruto binnenlands product Binnenlands = nationaal Productie bedrijven Individuele goederen Omzet Inkoop van grond- en hulpstoffen - Bruto toegevoegde waarde Afschrijvingen- Netto toegevoegde waarde = Beloningen
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de
Nadere informatieWelvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?
1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte
Nadere informatieSamenvatting Economie Toetsweek 2
Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN
Nadere informatieProduceren is het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van productiefactoren van overheid en bedrijven
Samenvatting door een scholier 2043 woorden 8 april 2004 7,4 17 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 2 Produceren is het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van productiefactoren van overheid
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Modellen
Samenvatting Economie Lesbrief Modellen Samenvatting door een scholier 1385 woorden 6 mei 2006 6,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H. 1, Crisis. Conjunctuurtheorie = theorie over crisis met
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /03
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2 en 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2 en 4 Samenvatting door een scholier 1453 woorden 14 januari 2006 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Hoofdstuk 1 Maatschappelijk vraagstuk: Het gaat
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen en groei
Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2020 woorden 10 maart 2009 8,2 49 keer beoordeeld Vak Economie Productie en ruilen. Als je zelfvoorzienend bent dan produceer je goederen
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie
Nadere informatieHoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid
Samenvatting door Een scholier 2055 woorden 2 november 2003 5.7 113 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie Modellen H3 t/m 7 Hoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid Y inkomensevenwicht
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen en groei
Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2696 woorden 8 januari 20 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Economie inkomen en groei Luna H5A HOOFDSTUK. Vroeger waren de mensen zelfvoorzienend.
Nadere informatieMicronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden
Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:
Nadere informatieSamenvatting Economie Nationale Rekeningen
Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting door een scholier 1747 woorden 18 november 2004 4,8 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie 1.1 Macro-economie Kenmerk macro-economie
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18
Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting door Suzanne 4057 woorden 20 september 2017 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 16,17,18 Paragraaf 16.1
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2006-II
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: kosten van politie-inzet
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 5+6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting door Sanne 1542 woorden 11 april 2017 7,5 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 5 - Werkt dat zo? Paragraaf 5.1 - Aan de slag! Als je
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen Samenvatting door een scholier 1329 woorden 12 maart 2004 7,8 37 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie Inkomen hoofdstuk 1: Inkomen in natura:
Nadere informatieSamenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen
Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen Samenvatting door een scholier 1239 woorden 30 oktober 2003 6,6 81 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 Beroepsbevolking= werkgelegenheid
Nadere informatieAls de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.
Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie
Nadere informatieSamenvatting Economie Economische groei H1 t/m H3
Samenvatting Economie Economische groei H1 t/m H3 Samenvatting door een scholier 2598 woorden 19 februari 2007 6,4 9 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economische groei: Welvaart: De mate waarin
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt
Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1291 woorden 7 maart 2004 8,4 13 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 'de Arbeidsmarkt' Hoofdstuk 1 Concrete markt: een vaste
Nadere informatie5,3. Samenvatting door K. 811 woorden 21 oktober keer beoordeeld. Economie in context
Samenvatting door K. 811 woorden 21 oktober 2013 5,3 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context De volledige word (.docx) versie zit bijgevoegd als bestand! Productie: Grondstoffen Hulpstoffen
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatieAntwoorden stencils OPGAVE 1 11.313 pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten
Antwoorden stencils OPGAVE 1 1. Nominaal Inkomen 1996 = 25,34 miljard pond x 1,536 = 38,92224 miljard pond Bevolkingsomvang 1996 = 3.340.000 x 1,03 = 3.440.200 Nominaal Inkomen per hoofd = 38,92224 miljard
Nadere informatieDoor arbeidsverdeling werd ruil noodzakelijk en daarmee het hebben van een ruilmiddel.
LESBRIEF INKOMEN EN GROEI Hst. 1 De vorming van inkomen Door arbeidsverdeling werd ruil noodzakelijk en daarmee het hebben van een ruilmiddel. Directe ruil: Indirecte ruil: ruil van goed tegen goed. ruil
Nadere informatieRuilen over de tijd (havo)
1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6
Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1640 woorden 19 januari 2004 7,8 48 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Directe ruil=
Nadere informatie1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieModule 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging
Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatieDomein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl
Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die
Nadere informatie5,8. Praktische-opdracht door een scholier 1585 woorden 12 december keer beoordeeld
Praktische-opdracht door een scholier 1585 woorden 12 december 2007 5,8 10 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuur Deze praktische opdracht gaat over conjunctuur. Ik beantwoord een aantal vragen in mijn
Nadere informatieEconomische conjunctuur
Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. Ontstaat door veel vraag naar producten Trend (Gemiddelde groei over groot aantal jaren) laagconjunctuur
Nadere informatie5.1 Wie is er werkloos?
5.1 Wie is er werkloos? Volgens het CBS behoren mensen tot de werkloze beroepsbevolking als ze een leeftijd hebben van 15 tot en met 64 jaar, minder dan 12 uur werken, actief op zoek zijn naar betaald
Nadere informatieGroep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115
Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken
Nadere informatieAntwoorden Economie index hoofdstuk 1 & 2
Antwoorden Economie index hoofdstuk 1 & 2 Antwoorden door een scholier 4442 woorden 8 november 2010 5 29 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE INDEX HAVO 4 Hoofdstuk 1 1.2 Productie en inkomen in Nederland
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vakbonden, werkgeversbonden, individuele
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2007-I
4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 twee van de volgende voorbeelden
Nadere informatieAntwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)
Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren
Nadere informatieGoede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen
Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte
Nadere informatieEindexamen economie havo II
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 import: 250 + 29 + 139 + 415 460
Nadere informatieIndexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100
Samenvatting door een scholier 1391 woorden 3 juni 2005 7 34 keer beoordeeld Vak Economie Economie de arbeidsmarkt hoofdstuk 4 en 5 Hoofdstuk 4 4.1 Werkgelegenheid in Nederland Alleen een opdracht 4.2
Nadere informatieEconomie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie
3.1 Wat zijn de kosten? Toegevoegde = extra waarde die ontstaat door de bewerking van een product waarde Toegevoegde waarde = verkoopwaarde inkoopwaarde Productiefactoren = productiemiddelen die een producent
Nadere informatieINLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land
INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land A. Inleidende begrippen 1. Het begrip BBP Het BBP is de som van alle bruto toegevoegde waarden geproduceerd door alle ondernemingen in 1 land in een
Nadere informatieDomein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)
1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom
Nadere informatie7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op
Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari 2002 7,5 813 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief: Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op Concrete markt: een plek waar vragers en aanbieders
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 23
Samenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 23 Samenvatting door H. 1617 woorden 18 november 2012 6,5 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hfd 17 Het Bruto Binnenlands Product (blz 24 & 25) 17.1 Een
Nadere informatieNetto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden
Paragraaf 1 Nationaal inkomen en welvaart Economie samenvatting H8 Om de welvaart in een land te meten gebruik je het bbp (bruto binnenlands product). Dat is de omvang van de totale productie in het hele
Nadere informatieGroei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2
Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2002-I
4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn:
Nadere informatieArbeid = arbeiders = mensen
Vraag van en aanbod naar arbeid Arbeid = arbeiders = mensen De vraag naar mensen = werkenden Het aanbod van mensen = beroepsbevolking Participatiegraad Beroepsbevolking / beroepsgeschikte bevolking * 100%
Nadere informatieUIT groei en conjunctuur
Economische groei. Economische groei drukken we uit in de procentuele groei van het BBP op jaarbasis. De groei van het BBP heeft twee oorzaken. Het BBP kan groeien omdat de prijzen van producten stijgen
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7
Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7 Samenvatting door een scholier 1525 woorden 14 februari 2007 7,6 5 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: Een inkomen in natura: een inkomen in goederen Arbeidsverdeling:
Nadere informatieDumpjehuiswerk.nl 2009
Algemene Economie hoofdstuk 2 Vraag Bij de analyse van het consumentengedrag zijn ondernemingen op zoek naar de oorzaken die ten grondslag liggen aan de vraag naar hun producten. Deze oorzaken worden ook
Nadere informatieUIT theorie ASAD
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is een samenvoeging van de theorie van Keynes met de oude klassieke modellen. In verschijningsvorm
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 van het aanbod van arbeid
Nadere informatie5.2 Wie is er werkloos?
5.2 Wie is er werkloos? Volgens het CBS behoren mensen tot de werkloze beroepsbevolking als ze een leeftijd hebben van 15 tot en met 64 jaar, minder dan 12 uur werken, actief op zoek zijn naar betaald
Nadere informatieRendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als %
Inflatie Stijging algemene prijspeil Consumenten Prijs Indexcijfer Gewogen gemiddelde Voordeel: Mensen met schulden Nadeel: Mensen met loon, spaargeld Reële winst bedrijven daalt Rentekosten bedrijven
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur
Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling
Nadere informatieSamenvatting Economie Rekonomie
Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting door een scholier 1570 woorden 24 oktober 2011 5,3 76 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Rekonomie Hoofdstuk 1 De cijfers achter de komma worden ook
Nadere informatie6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.
Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober 2015 6,7 9 keer beoordeeld Vak Economie De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Productiefactoren: arbeid, ondernemerschap, kapitaal
Nadere informatieKeuzeonderwerp. Keynesiaans model. Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt. fransetman.nl
Keuzeonderwerp Keynesiaans model Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt Vraag op de goederenmarkt Alleen gezinnen en bedrijven kopen op de goederenmarkt. C = 0,6 Y Aa = 4 mln mensen
Nadere informatieEconomie module 4 Ruilen in de tijd. goederen kopen
Economie module 4 Ruilen in de tijd 27 blz. werkboek = 1 ½ blz. per les H1 par 1 & 2 vb.1 O O sparen om tijd storting + rente iets te kopen goederen kopen vb.2 O O geld lenen om tijd aflossing + rente
Nadere informatie6,3. Samenvatting module 4 Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2. Praktische-opdracht door een scholier 2041 woorden 6 juni keer beoordeeld.
Praktische-opdracht door een scholier 2041 woorden 6 juni 2003 6,3 7 keer beoordeeld Vak Economie Opdracht A Samenvatting module 4 Hoofdstuk 1 Er is een verschil tussen conjunctuurwerkloosheid en structuurwerkloosheid
Nadere informatie1 De economische kringloop
1 De economische kringloop Wat is Marco-economonie? Studie van het verband tussen Gezinnen Bedrijven Overheid Buitenland Welke soorten economische vraagstukken hebben we? Productie Werkloosheid Inflatie
Nadere informatie20.1 Wat is economische groei?!
20.1 Wat is economische groei? Om te beoordelen of er geproduceerd is, moet het BBP worden gecorrigeerd voor de inflatie. BBP is de totale product door binnenlandse sectoren. We vinden dan de toename van
Nadere informatie6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:
Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari 2016 6,9 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1 Actieven en inactieven: Actieven; mensen die betaald werk
Nadere informatieDeze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5 opgaven en omvat 21 vragen.
SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 2471 woorden 20 juni keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 2471 woorden 20 juni 2009 6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie, Hoofdstuk 6 6.1 Een eenvoudige kringloop Micro-economie: De productie bekeken door 1
Nadere informatiebruto inkomen (per persoon)
Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen
Nadere informatieM * V = P * T (T kan ook Y (reëel inkomen zijn)
Centrale bank leent aan banken geld. Banken kunnen geld uitlenen aan gezinnen en bedrijven. Gezinnen consumeren meer, bedrijven investeren meer. De bedrijven gaan meer produceren. (Er ontstaat meer welvaart
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opgave 1 Hoe verdelen we de zorgkosten? 1 maximumscore 2 Stel het bbp op 100 en het totaal van de zorgkosten op 9 9 1,035 24 = 9 2,283328 = 20,55 1 100 1,0132 24 = 136,99 20,55 136,99 100% = 15% (en dat
Nadere informatieSamenvatting Economie Boek 1
Samenvatting Economie Boek 1 Samenvatting door een scholier 987 woorden 31 maart 2004 6,1 89 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Samenvattingen Economie: Boek 1 Hoofdstuk 1: 1 t/m 12: Belang=
Nadere informatieEconomie. Boekje Conjunctuur Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud:
Boekje Conjunctuur Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets Economie Inhoud: Wat? blz. h1 & h2 samengevat 2 h3 samengevat 3 h4 samengevat 4 wat moet weten 5 Begrippen 6 & 7 Links 7 Test je
Nadere informatieHet rendement van een belegging is de opbrengst uitgedrukt in procenten van het belegde bedrag.
Samenvatting door een scholier 1412 woorden 18 juli 2015 6,7 33 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO De klassieken Keynes Lange termijn/geen termijn Korte termijn Prijsmechanisme: vraag en aanbod
Nadere informatieRelatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))
Samenvatting door een scholier 421 woorden 11 maart 2002 6 51 keer beoordeeld Vak Economie Economie Lesbrief Welvaart Hoofstuk 1 Goederen Diensten Materieel Immaterieel Stoffelijk
Nadere informatieCPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25
CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 ConsumentenPrijsIndexcijfer Consumenten Prijsindexcijfer in
Nadere informatieDOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later
DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij
Nadere informatie4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst
4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst De arbeidsvoorwaarden van veel werknemers zijn vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst. Dit is een overeenkomst die per bedrijf of bedrijfstak wordt afgesloten
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave
Nadere informatieBij produceren gaat echt om alle activiteiten die gericht zijn op het maken van producten of het verrichten van diensten.
Verslag door F. 1863 woorden 23 juni 2012 8,8 5 keer beoordeeld Vak Economie 7.1 productie en behoeften Bij produceren gaat echt om alle activiteiten die gericht zijn op het maken van producten of het
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2007-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 q v = 200 1,25 + 450 = 200 q a
Nadere informatieHoofdstuk 1: Waar produceren
Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het buitenland, importeert & exporteert veel Er is meer keuze aan goederen of diensten dan in een gesloten economie Concurrentiepositie
Nadere informatieStatistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012
Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren
Nadere informatie6,1. Samenvatting door M. 884 woorden 28 december keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 5
Samenvatting door M. 884 woorden 28 december 2015 6,1 5 keer beoordeeld Vak Economie Economie Hoofdstuk 5 1 Stroomgrootheden: meten tijden een bepaalde periode sparen, lenen, inkomen etc Voorraadgrootheden:
Nadere informatieProeftoets Economische Bedrijfsomgeving
Proeftoets Economische Bedrijfsomgeving 1. Schaarste heeft in de economie een andere betekenis dan in het normale spraakgebruik. We spreken in de economie van schaarste als: a. De behoeften beperkt en
Nadere informatieAanpassingen lesbrieven havo
Aanpassingen lesbrieven havo 2012-2013 Lesbrief Vervoer blz. 5, na 5 e regel onder foto:..is aangesloten bij TCA. Toevoegen: Vanwege het grote marktaandeel mag TCA de marktleider genoemd worden. blz. 5,
Nadere informatieDe optelsom van alle bruto toegevoegde waarden die in een land gedurende een jaar zijn gemaakt, is gelijk aan het bbp.
Boekverslag door P. 2397 woorden 24 september 2013 7.7 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1 Paragraaf 1; Binnenlands product De macro-economie kijkt naar de optelsom
Nadere informatieEconomische Modellen. Hoofdstuk 1: Conjunctuur en Structuur. Hoofdstuk 2: Klassieken en Keynes. Samenvatting door Job 3058 woorden 27 juli 2017
Samenvatting door Job 3058 woorden 27 juli 2017 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economische Modellen Hoofdstuk 1: Conjunctuur en Structuur EV= C+I+O+E-M Bezettingsgraad = Productie/Productiecapaciteit
Nadere informatieExamen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatieVroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding / ruilverhouding te schatten.
Samenvatting door een scholier 1593 woorden 27 juni 2003 4,4 11 keer beoordeeld Vak Economie Leerstof Economie 1: Hoofdstuk 4: Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatie