Draaiboek voor onderzoek naar. de effecten van Nordic Walking. bij Parkinson patiënten
|
|
- Samuël de Croon
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Draaiboek voor onderzoek naar de effecten van Nordic Walking bij Parkinson patiënten Naam: Jan Hendricks Jan van den Broek Afstudeerkring: F4B Docent: Paul Beenen / Niki Stolwijk SLB: Carin van Gelder 2 de assessor: Joost de Beer Jaar: 2006/2007
2 Voorwoord Dit draaiboek is ontstaan in het kader van ons afstudeerproject aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Gedurende het 4 de studiejaar zijn wij hiermee enthousiast aan de slag gegaan. Aan het begin van dit jaar hadden wij nog een vaag beeld van het onderwerp, waarop wij ons binnen het afstudeerproject wilden richten. Na overleg met onze afstudeerkring en AK-docent zijn wij op het idee gekomen een wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van Nordic Walking op het looppatroon bij Parkinson patiënten te doen. Deze studie was qua tijd en inspanning helaas niet in het kader van een afstudeeropdracht realiseerbaar. Dus hebben wij ervoor gekozen een onderzoeksopzet volgens Baarda en de Goede te schrijven en deze aan de hand van een pilotstudie op hanteerbaarheid te toetsen. Vervolgens zal het onderzoek door twee aankomende 4 de jaars studenten in samenwerking met een gespecialiseerd instituut uitgevoerd worden. Voor de realisering van onze plannen en ideeën bedanken wij ons hartelijk bij het Ambulante Rehazentrum Duisburg (ARZD) en het Physio-Center-Rees voor de ondersteuning bij de planning en uitvoering van de pilotstudie. Verder bedanken wij ons bij de proefpersonen en de Nordic Walking instructors, die gemotiveerd mee hebben gedaan aan het Nordic Walking programma. Zonder hun enthousiasme en motivatie zou de uitvoering van de pilotstudie niet mogelijk geweest zijn. Last but not least bedanken wij bij deze onze familieleden en vrienden voor de steun en begrip gedurende het afgelopen jaar. 2
3 Abstract Draaiboek voor onderzoek naar de effecten van Nordic Walking bij Parkinson patiënten This essay contains a study design based on the explorations of Baarde en de Goede to allow a thorough analysis of the effects caused by Nordic Walking on the walking pattern of Parkinson patients. Due to the technique of Nordic Walking the main thesis is established, stating that Nordic Walking work-out programs might have a positive effect on the walking pattern of Parkinson patients. It is known that Nordic Walking influences the weight bearing, the dynamic roll off of the feet and the body and arm movement during walking. This essay provides a guideline explaining how the main thesis may be examined and supported. Primarily a conceptual model is created to take into account any environmental impacts. In order to support this model and the main thesis a literature study is being done. Furthermore type and structure of the study are established. The participants need to be selected and randomly assigned to either the intervention group or the control group. The Parkinson patients in intervention group receive a Nordic Walking treatment program. This program consists of one hour sessions two times a week for 12 weeks. The Parkinson patients in the control group are treated two times a week according to the KNGF guideline for Parkinson Disease. Well known and sophisticated instruments (UPDRS, PDQ-39 and Nijmegse ganganalyselijst ) have to be used for measurement purposes and data aggregation. The observation method should be chosen to process the data. Data is analysed using a coding scheme and the results of each group (intervention and control group) are compared afterwards using data tables and charts. The end of this essay provides suggestions for the final report of the study which will be done in the future. This finale report summarizes the facts of the study and gives a final conclusion. 3
4 Inhoudsopgave: Inleiding blz. 7 Projectnaam blz Doelstelling en onderzoeksvraag 1.1 Formuleren van de probleem- en doelstelling blz Ethische aanvaardbaarheid van onderzoek blz Formuleren van onderzoeksvragen blz Eenheids- en eigenschapsbegrippen blz Conceptueel model en controlebegrippen blz Uitvoerbaarheid van onderzoek blz Typen onderzoeksvragen blz Informatieverzameling 2.1 Is nadere informatie noodzakelijk? blz Relevante zoektermen blz Randvoorwaarden bij het zoeken naar informatie blz Informatiebronnen blz Hoe maak ik een zoekplan en controleer ik de kwaliteit van de gevonden literatuur? blz Zoekplan blz Relevantie van gevonden literatuur blz Literatuurlijst blz Welke data zijn al voorhanden? blz Onderzoekstype 3.1 Toetsingsonderzoek blz Autoniemtheorie / Causaal Model blz Onderzoeksontwerp 4.1 Experiment blz Pre-experimenten en storende factoren blz Pre-experimentele ontwerpen blz Storende factoren blz Zuiver experiment, randomisatie en matchen blz Zuiver experimentele ontwerpen blz Interne en externe validiteit van experimenten blz Randomiseren, matchen en homogeniseren blz Quasi-experimentele ontwerpen blz Surveyonderzoek blz Causaliteit en ontwerp van onderzoek blz Wat is causaliteit? blz Causaliteit en onderzoeksontwerp blz. 22 4
5 5. Onderzoekspopulatie en steekproef 5.1 Onderzoekseenheden en kenmerken blz Populatie en steekproef blz Aselecte steekproeven blz Meertrapssteekproef blz Selecte steekproeven blz Toevallige steekproef blz Quota-steekproef blz Doelgerichte steekproef blz Hoe kies ik een steekproef en hoe groot moet die zijn? blz Keuze van steekproef blz Steekproefgrootte blz Dataverzameling 6.1 Definiëren en operationaliseren blz Dataverzamelingsmethoden blz Gestructureerde en ongestructureerde dataverzameling blz Directe versus indirecte dataverzameling blz Mogelijkheden voor statistische verwerking: meetniveaus blz Instrumentele betrouwbaarheid blz Instrumentele validiteit blz Bestaande gegevens (N.v.t.) 8. Interviewen (N.v.t.) 9. Observeren 9.1 Voor- en nadelen van observeren blz Wat observeer je en hoe doe je dat? blz Wat observeren? blz Hoe observeren? blz Hoe registreer je observaties? blz Betrouwbaarheid van observaties blz Validiteit van observaties blz Datapreparatie 10.1 Datamatrix en coderen blz Hercoderen van gegevens blz Controle op de kwaliteit van de gegevens blz Controle op de homogeniteit van schalen blz. 35 5
6 11. Data-analyse 11.1 Keuze van een statistische techniek blz Frequentieberekeningen blz Berekenen van verschillen blz Berekenen van samenhangen blz Rapportage en evaluatie 12.1 Het schrijven van je onderzoeksrapport plannen blz Vorm en verspreiding van het rapport blz Inhoud van een onderzoeksrapport blz. 40 Bijlagen 1. Nordic Walking Trainingsprogramma blz Pilotstudie blz Meetinstrumenten blz. 49 Literatuurlijst blz. 66 6
7 Inleiding Dit draaiboek is bedoeld voor een onderzoek naar de effecten van Nordic Walking op het looppatroon bij Parkinson patiënten. Voor het ontwerpen van dit draaiboek werd het boek van Baarda en De Goede (Basisboek Methoden en Technieken: Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwantitatief onderzoek) als leidraad gebruikt. Er werd voor dit boek gekozen, omdat het heel helder en overzichtelijk aangeeft welke stappen men moet doorlopen voor een kwantitatief onderzoek. De taal is goed te volgen en er is een duidelijk stappenplan aangegeven voor het opstellen van een onderzoeksopzet. Aan de hand van dit stappenplan wordt het draaiboek uitgewerkt. Het doel is dat aankomende 4 de jaars studenten in samenwerking met een gespecialiseerd instituut het onderzoek naar de effecten van Nordic Walking op het looppatroon bij Parkinson patiënten aan de hand van dit draaiboek uit kunnen voeren. Projectnaam Ontwerpen van een draaiboek voor een onderzoek naar de effecten van Nordic Walking op het looppatroon bij Parkinson patiënten. 7
8 1. Doelstelling en onderzoeksvraag 1.1 Formuleren van de probleem- en doelstelling Probleemformulering Formuleren gewenste situatie Vergelijken gewenste situatie met huidige situatie Probleemverheldering Behoefte aan nieuwe informatie Formulering voorlopige globale onderzoeksvraag De ziekte van Parkinson is een neurodegenerative aandoening die zich meestal tussen het levensjaar manifesteert. De ziekte kan echter ook al op eerdere leeftijd beginnen. Het beloop is langzaam progressief, maar in de loop van de tijd kan ernstige invaliditeit ontstaan. De oorzaak van de ziekte van Parkinson is nog niet helemaal bekend. Het anatomische substraat is een neuronenverlies in de substantia nigra (een pigment-houdende kern in de middenhersenen) met degeneratie van de nigrostriatale verbindingen en een tekort van de bijbehorende neurotransmitter (dopamine) in het striatum. Men schat dat 70-80% van deze neuronen te gronde moeten zijn gegaan voordat de ziekte klinisch manifest wordt. In mindere mate zijn ook andere dopaminerge neuronen aangedaan, evenals een aantal andere transmittersystemen. 1 De belangrijksten symptomen van Parkinson zijn hypokinesie (bewegingsarmoede), rigiditeit (spiertonus verhoging), rust tremor en een verstoorde houdingscontrole, wat vaak gepaard gaat met evenwichtsstoornissen. De aandoening begint meestal aan één zijde van het lichaam en ook in het beloop van de tijd manifesteren zich de symptomen asymmetrisch. Dit maakt het vroegtijdig herkennen en stellen van de diagnose heel moeilijk. Problemen van Parkinson patiënten zijn veelvuldig en zij hebben b.v. steeds meer moeite met het uitvoeren van hun algemene dagelijkse handelingen. Parkinson patiënten moeten bij al hun bewegingen nadenken, omdat vooral de automatische motoriek is gestoord. Patiënten kunnen moeite hebben bewegingen te starten en vol te houden (akinesie) en/of deze te stoppen. De algemene mobiliteit en het looppatroon veranderen in de loop van de tijd, waardoor Parkinson patiënten steeds minder zelfstandig kunnen zijn. Kenmerken van het looppatroon van mensen met Parkinson zijn het maken van kleine pasjes, een tekort aan bewegingen van romp en armen en een voorovergebogen houding. Een belangrijk gevolg van deze veranderingen is het verhoogde valrisico. Naast motorische verschijnselen kunnen Parkinson patiënten ook autonome stoornissen hebben, zoals b.v. circulatie- en ademhalingsstoornissen. De hoofddoelen van de fysiotherapeutische begeleiding bij Parkinson patiënten zijn ondermeer: preventie van inactiviteit, preventie van angst om te bewegen of te vallen en het onderhouden en/of verbeteren van de fysieke conditie. Het gaat hier dan vooral daarom de patiënt te activeren en hem min of meer kunstmatige bewegingsstrategieën aan te leren of b.v. defecte motorische programma s met behulp van externen (visuele of auditieve) prikkels te faciliteren. De aandacht van de therapeut zal vooral gericht moeten zijn op lopen, houding, draaien, evenwicht en balans. 2,3 Nog een reden, waarom Nordic Walking geschikt lijkt voor mensen met Parkinson. Nordic Walking zou een goede en geschikte manier kunnen zijn om het looppatroon te verbeteren bij Parkinson patiënten Het kan in een rustig tempo uitgevoerd worden, zodat qua tempo niet te hoge eisen aan de patiënten gesteld worden. Met behulp van de poles (NW-stokken) wordt een ritme bepaald, waardoor Parkinson patiënten gestimuleerd worden hun armen en romp mee te bewegen 8
9 tijdens het lopen. De poles werken als een soort externe cue en herinneren de patiënten eraan hun armen mee te bewegen. De patiënten herleren het alternerend lopen, d.w.z. het afwisselend naar voren bewegen van een been en de tegenovergestelde arm. Het veiligheids gevoel neemt door de poles toe en het valrisico voor de patiënten neemt af. Eerste ervaringen hebben al aangetoond, dat Parkinson patiënten in staat zijn de techniek van het Nordic Walking te leren en mee kunnen doen aan een Nordic Walking programma. Patiënten worden gestimuleerd actief bezig te zijn, waardoor het uithoudingsvermogen en de algemene belastbaarheid verbeterd kan worden. 4 Een bijkomend positief effect van Nordic Walking is het trainen in groepsverband. De patiënten trainen samen met lotgenoten en kunnen onderling ervaringen uitwisselen en sociale contacten opbouwen. Ook kan de training buiten plaatsvinden, waardoor de patiënten gestimuleerd worden meer buiten huis te zijn. Veel Parkinson patiënten gaan maar weinig naar buiten, zodat een deficit aan vitamine D niet zelden is. Daarom wordt het als zinvol beschouwt de training buiten te laten draaien. Het is wenselijk om de effecten van Nordic Walking bij Parkinson patiënten in kaart te brengen. De resultaten zouden van grote betekenis kunnen zijn voor mensen met de ziekte van Parkinson, dus bestaat er zeker behoefte aan nieuwe informatie. Het doel van dit studie is te onderzoeken of Nordic Walking effecten op het looppatroon bij Parkinson patiënten heeft. Als er aan de hand van dit onderzoek naar voren komt dat Nordic Walking positieve effecten op het looppatroon bij Parkinson patiënten heeft, zou dit voor de hele patiëntenpopulatie van grote betekenis kunnen zijn. Nordic Walking zou een goede behandeloptie kunnen zijn voor het aanleren (of behouden) van bewegingsstrategieën m.b.t. het looppatroon. Ook zou het effecten kunnen hebben op de houdingscontrole en het evenwicht en dus een preventieve interventie om verder vallen te voorkomen. De voorlopige globale onderzoeksvraag is: Heeft Nordic Walking effect op het looppatroon bij Parkinson patiënten? 1.2 Ethische aanvaardbaarheid van onderzoek Een onderzoek is ethisch verantwoord, wanneer: - de proefpersonen vrijwillig meewerken - aan de proefpersonen geen valse voorstelling van zaken worden gegeven - de gegevens anoniem verwerkt worden - de uitkomsten voor de proefpersonen geen nadelig effect hebben - de onderzoeker het onderzoek op een controleerbare, eerlijke en objectieve manier uitvoert Dit onderzoek voldoet aan deze punten, dus is de uitvoering ervan ethisch verantwoord. Er bestaat wel het risico voor de proefpersonen, dat ze gedurende de training kunnen vallen en een letsel op kunnen lopen of overbelast raken. Het valrisico is door de onderzoeker helaas niet helemaal te vermijden, maar er worden maatregelen ondernomen om dit risico te minimaliseren. Het risico om te vallen bestaat echter ook in het dagelijkse leven, b.v. in de thuissituatie. Er kan door de onderzoeker geen 100% zekerheid worden geboden tijdens de training, maar er kan wel ernaar gestreefd worden het valrisico te minimaliseren. Ten aanzien van het risico voor overbelasting wordt van de onderzoekers verwacht dat ze in staat zijn dit vroegtijdig te herkennen en maatregelen te kunnen 9
10 ondernemen om overbelasting van enkele proefpersonen te voorkomen. Voor ieder training wordt aan de proefpersonen uitgelegd, dat ze vrijwillig meedoen en altijd mogen stoppen te trainen. Bij de trainingsopbouw wordt expliciet rekening gehouden met de belastbaarheid van de proefpersonen. Er worden pauzes in de training opgenomen, zodat de proefpersonen de mogelijkheid hebben uit te rusten en minder snel overbelast raken. 1.3 Formuleren van onderzoeksvragen (Globale onderzoeksvraag specifieker maken) De globale onderzoeksvraag was: Heeft Nordic Walking effect op het looppatroon bij Parkinson patiënten?. Deze vraagstelling is nog te vaag, dus wordt één nieuwe en specifiekere onderzoeksvraag geformuleerd: Wat is het effect van Nordic Walking op / Welke effecten heeft Nordic Walking op het looppatroon bij Parkinson patiënten? 1.4 Eenheids- en eigenschapsbegrippen Eenheidbegrip (Onderzoekseenheden) geeft aan van wie of wat de eigenschappen zijn over wie of wat uitspraken gedaan worden Eigenschapsbegrip kenmerken van de eenheden (iemand, object, situatie of proces) deze kenmerken worden gemeten Eigenschapsbegrippen dienen geoperationaliseerd te worden, voordat ze als variabelen beschouwd kunnen worden. Operationaliseren betekent het vertalen van begrippen in concreet waarneembare/ meetbare termen (variabelen). Onderzoekseenheden: Parkinson patiënten / Nordic Walking Eigenschapsbegrippen: looppatroon Variabelen looppatroon: - algemene variabelen paslengte, tempo, snelheid - specifieke variabelen voetafwikkeling standfase, kniebeweging standen zwaaifase, heupbeweging stand- en zwaaifase, bekken-, romp-, arm- en hoofdbeweging 1.5 Conceptueel model en controlebegrippen Controlebegrip oefent controle uit op het verband tussen twee begrippen Controlevariabelen geoperationaliseerde controlebegrippen CONTROLEVARIABELEN - ziektestadium (Modified Hoehn & Yahr) - mobiliteit (UPDRS) - valangst (PDQ-39) - uithoudingsvermogen (10 minuten wandeltest) - Psychosociale factoren (PDQ-39) - medicijnen gebruik (analyse apart) - leeftijd (analyse apart) - geslacht (analyse apart) 10
11 CONCEPTUEEL MODEL Voor een onderzoek naar de effecten van Nordic Walking op het looppatroon bij Parkinson patiënten is het van essentieel belang alle factoren (variabelen), die van invloed kunnen zijn, weer te geven in een conceptueel model. In het model wordt schematisch weergegeven hoe de verschillende controlevariabelen onderling samenhangen en welk invloed ze uitoefenen op het eigenschapsbegrip (looppatroon). Controlevariabelen kunnen direct en/of indirect invloed hebben, dit wordt in het vervolg nader toegelicht. Het uithoudingsvermogen en de mobiliteit oefenen direct invloed uit op het looppatroon. Mensen met een vermindert uithoudingsvermogen zijn meestal wel in staat over korte afstanden goed en veilig te lopen. Maar zodra ze wat langer bezig moeten zijn, gaat geleidelijk de coördinatie achteruit en zij hebben moeite om adequaat door te blijven lopen. Een verminderde mobiliteit heeft een directe invloed op het looppatroon. Mensen die vanwege bepaalde redenen vermindert mobiel zijn, hebben moeite op een adequate en veilige manier te bewegen en te lopen. De variabelen geslacht en leeftijd oefenen indirect invloed uit op het looppatroon via de controlevariabelen uithoudingsvermogen en mobiliteit. Vrouwen hebben b.v. een heel ander anatomisch lichaamsbouw dan mannen, wat kan leiden tot een vermindert uithoudingsvermogen en/of verminderde kracht en mobiliteit. Ook is het mogelijk dat vrouwen door een zwangerschap of geboorten in het verleden en andere lichamelijke en hormonele processen een vermindert lichamelijk prestatieniveau kunnen hebben. Daarom wordt gesteld dat het geslacht direct invloed uitoefent op het uithoudingsvermogen en de mobiliteit, en via deze variabelen indirect op het looppatroon. Er wordt nog gesteld, dat de leeftijd ook 11
12 een directe invloed op het uithoudingsvermogen en de mobiliteit heeft. Hiermee wordt niet bedoeld dat mensen boven de 60 minder mobiel zijn dan jongeren. Maar het is wel bewezen dat de spiermassa en het uithoudingsvermogen met toenemende leeftijd afnemen, mits er niet voldoende getraind wordt. Daardoor heeft de variabele leeftijd via de variabelen uithoudingsvermogen en mobiliteit indirect invloed op het looppatroon. De controlevariabelen ziektestadium en medicijnen oefenen direct en indirect invloed uit op het looppatroon. Het ziektestadium, met name de mate van de aanwezige symptomen, zoals hypokinesie of freezing, heeft een grote invloed op het looppatroon. Recent onderzoek heeft aangetoond, dat hypokinesie als de meest limiterende factor van het loopvermogen beschouwt. Maar ook het feit dat Parkinson patiënten gemiddeld minder actief zijn, kan nadelig zijn voor iemands loopvaardigheden. 5 Het symptoom freezing is afhankelijk van het ziektestadium en heeft een directe invloed op het looppatroon. De mate van freezing is per patiënt verschillend. Sommige Parkinson patiënten hebben er helemaal of bijna geen last van, terwijl anderen heel erg beperkt worden door de aanwezigheid van dit symptoom. Ten gevolge van freezing gaat de kwaliteit van het lopen achteruit en neemt de loopveiligheid af. 6,7 Aan de hand van het laatst genoemde onderzoek van Giladi et al werd bewezen, dat ziektestadium en het langdurige gebruik van levodopa de grootste risicofactoren voor het ontwikkelen van freezing zijn. In het beloop van de ziekte wordt het uitvoeren van dubbeltaken steeds moeilijker voor mensen met Parkinson. Het uitvoeren van cognitieve processen of praten tijdens het lopen is moeilijk of helemaal niet te doen, omdat ze hun aandacht volledig op het lopen moeten richten. Het uitvoeren van extra taken tijdens het lopen kan het risico om te vallen laten toenemen, doordat de stabiliteit van het looppatroon afneemt. 8,9 Vanuit deze wetenschappelijke informatie wordt geconcludeerd, dat het ziektestadium direct invloed uitoefent op het looppatroon. Omdat het ziektestadium vaak het medicijnen gebruik bepaald, heeft het controlevariabel ziektestadium dus ook nog een indirecte invloed op het looppatroon, via de variabele medicijnen. Eerder onderzoek heeft wetenschappelijk onderbouwd, dat medicijnen zoals levodopa een positieve invloed kunnen hebben op de algemene motoriek en het looppatroon bij Parkinson patiënten. 10,11,12,13,14 Het gebruik van levodopa leidt tot een toename van de paslengte, een verhoging van de loopsnelheid en een toename van de range of motion (ROM) van enkel-, knie- en heupgewricht. Naast levodopa zijn er nog andere medicamenten die tot een verbetering van de mobiliteit en het looppatroon kunnen leiden. Patiënten kunnen meer controle uitoefenen op hun bewegingen, waardoor het valrisico af neemt. Bovendien kunnen ook cognitieve functies positief worden beïnvloed door het gebruik van bepaalde medicamenten. 15,16 Het gebruik van medicijnen heeft dus direct invloed op het looppatroon bij Parkinson patiënten en kan de resultaten van het onderzoek beïnvloeden. Dit is de reden dat de controlevariabele medicijnen opgenomen in het conceptuele model en wordt er bij de analyse van de resultaten rekening met deze variabele gehouden. Vanwege het feit dat het gebruik van medicijnen tot een verbetering van de algemene mobiliteit kan leiden heeft deze variabele ook nog een indirecte werking op het looppatroon via de controlevariabele mobiliteit. De controlevariabelen valrisico en psychosociale factoren hebben direct invloed op het looppatroon bij Parkinson patiënten, maar echter ook bij gezonde mensen. Wie bang is te vallen beweegt minder en anders, waardoor de 12
13 loopvaardigheden achteruit kunnen gaan. Parkinson patiënten hebben vanwege de lichamelijke en geestelijke gevolgen van de ziekte een verhoogd valrisico. Recent onderzoek heeft de eerder opgestelde conclusie bevestigd, dat het valrisico samenhangt met de progressie van de ziekte. 17,18,19,20 Hoe meer de symptomen gemanifesteerd zijn, hoe groter is het valrisico voor Parkinson patiënten. Uit statistisch onderzoek is gebleken, dat bijna de helft van alle Parkinson patiënten tenminste twee keer per jaar vallen. Vandaar is de variabele valrisico bij deze onderzoeksopzet opgenomen in het conceptuele model. Ook depressiviteit, plezier of andere psychosociale factoren kunnen direct invloed uitoefenen op iemands manier van bewegen en het looppatroon. Het is wetenschappelijk onderbouwd, dat psychosociale factoren ook tot een verhoging van het valrisico kunnen leiden. Vermindering van dagelijkse activiteiten en sociale participatie, leid tot een vermindering van de algemene mobiliteit en een verhoging van valrisico. 21,22,23,24 De variabele psychosociale factoren heeft dus ook een indirecte werking op het looppatroon via de variabele valrisico. Daarom wordt geconcludeerd, dat deze variabele bij dit onderzoek in aanmerking moet komen. Er zijn taal van controlebegrippen die nog van invloed kunnen zijn op het looppatroon, maar niet in aanmerking worden genomen bij deze onderzoek/conceptueel model. Het weer is b.v. een variabele die van invloed kan zijn, maar hierop kan de onderzoeker geen invloed uitoefenen. De training zou in principe ook in een sportzaal kunnen plaatsvinden, zodat deze variabele uitgeschakeld kan worden. Maar het is juist een positief effect van de interventie, dat patiënten gestimuleerd worden meer buiten te gaan bewegen en dit effect gaat dan verloren. Een tekort aan vitamine D komt vaak voor bij mensen met de ziekte van Parkinson, dus is het juist belangrijk om buiten te gaan bewegen. Het gelden echter voor alle deelnemers van de training dezelfde omstandigheden, zodat het geen nadelige effecten op de resultaten van het onderzoek heeft. Vandaar wordt ervoor gekozen de training buiten te laten draaien en geen rekening te houden met de variabele weer. De variabele ondergrond is van groot betekenis voor mensen met de ziekte van Parkinson. Tengevolge van de ziekte hebben deze mensen steeds meer moeite op een adequate en veilige manier te lopen. Het is niet mogelijk zo maar met deze mensen de bos in en aan Nordic Walking gaan beginnen. Patiënten hebben moeite met obstakels tijdens het lopen, zodat het trainen in een bos zeker tot een afname van de loopkwaliteit en een verhoging van het valrisico zou kunnen leiden. Bij de trainingsopbouw wordt expliciet rekening gehouden met deze variabele en vooral in het begin alleen maar op vlakke grond getraind. Eerder onderzoek heeft al aangetoond, dat het gebruik van de poles van voordeel kan zijn voor Parkinson patiënten. Patiënten krijgen door de poles meer veiligheid tijdens het lopen en zijn in staat om sneller te lopen, dan zonder poles. 2 Hierdoor zal het mogelijk kunnen zijn in een bos te gaan trainen, als de proefpersonen de techniek beheersen. De ondergrond wordt dus als belangrijke variabele beschouwd, maar er gelden echter ook hier voor alle proefpersonen dezelfde omstandigheden, zodat er geen nadelijke effecten voor de resultaten van het onderzoek zouden ontstaan. Een mogelijke ander variabele is b.v. kleding. Sporten met los zittende kleding is van voordeel voor de uitvoering van de training. Ook schoenen zijn van groot belang voor het uitvoeren van het Nordic Walking programma. De proefpersonen krijgen voor begin van de cursus informatie en adviezen m.b.t. kleding en schoenen. Er wordt ervan uitgegaan dat ze deze gaan bevolgen en de variabele 13
14 kleding geen negatieve effecten op de uitvoering en de resultaten kan uitoefenen. Naast de genoemden variabelen zijn er nog taal van andere factoren die een rol kunnen spelen, maar deze worden als minder belangrijk geacht en blijven dus buiten beschouwing bij het onderzoek. 1.6 Uitvoerbaarheid van onderzoek De uitvoerbaarheid van een onderzoek is afhankelijk van de volgende punten: - tijd - budget - bereidheid van proefpersonen Het is de bedoeling dat het onderzoek uitgevoerd wordt binnen een afstudeerproject van twee 4 de jaars studenten fysiotherapie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Dat betekent 680 uren beschikbare tijd per persoon, dus in totaal 1360 uren. Er is dus voldoende tijd voor de uitvoering van het project. Vanwege organisatorische redenen is het wel aan te bevelen om het onderzoek in samenwerking met een gespecialiseerd instituut te doen. Volgens een artikel uit Stiftung Warentest (test 8/2005) bedragen de kosten voor Nordic Walking beginners Dit houdt in de koop van sportkleding, schoenen en poles. De kosten alleen voor kwalitatief hoogwaardige poles bedragen tussen de 18 en 90. Daarbij komen nog de individuele reiskosten en mogelijke verzorgingskosten (b.v. water). Een inschatting hiervan is niet mogelijk, omdat de individuele verschillen te groot zijn. Het trainingsprogramma is voor de proefpersonen gratis en er ontstaan verder geen kosten. Voor de onderzoekers gelden dezelfde kosten, plus de eventuele kosten voor een voorafgaande Nordic Walking cursus. Het wordt geëist dat de onderzoekers deskundig op het gebied van Nordic Walking zijn en de techniek beheersen. Vandaar dat een voorafgaande cursus van belang is voor iemand met onvoldoende kennis over Nordic Walking. De kosten voor een cursus bedragen gemiddeld 80, de kosten voor een instructor cursus bedragen rond de 200. Zoals beschreven, is het trainingsprogramma voor de proefpersonen gratis en de vooraf eenmalig ontstane kosten zouden voor iedereen draagbaar moeten zijn. Het zou een extra motivatie voor mogelijke proefpersonen zijn, dat het trainingsprogramma bedoeld is voor mensen met de ziekte van Parkinson. Uit deze redenen zou het mogelijk zijn in samenwerking met een gespecialiseerd instituut, voldoende patiënten te motiveren mee te doen aan het onderzoek. 1.7 Typen onderzoeksvragen Er zijn in principe drie soorten onderzoeksvragen: - frequentievragen (Hoe veel?hoe vaak?) - verschilvragen (Is er een verschil tussen twee dingen?) - samenhangvragen (Is er een relatie tussen twee dingen?) De onderzoeksvraag van dit project ( Welke effecten heeft Nordic Walking op het looppatroon bij Parkinson patiënten? ), valt onder de rubriek verschilvragen. Er wordt het verschil onderzocht tussen een behandeling volgens de KNGF-richtlijn: Parkinson en het interventieprogramma Nordic Walking en de effecten ervan op het looppatroon bij Parkinson patiënten. 14
15 2. Informatieverzameling 2.1 Is nadere informatie noodzakelijk? Voor het opzetten van een onderzoek naar de effecten van Nordic Walking op het looppatroon bij Parkinson patiënten is nadere informatie vereist. Men kan niet zo maar aan een onderzoek beginnen, zonder bestaande informatie erbij te betrekken. Er dient van te voren bruikbare en evidente literatuur bestudeerd te worden, die verdere informatie kan geven voor de planning en uitvoering van het onderzoek. 2.2 Relevante zoektermen Engels: - Parkinson Disease[*drug therapy, *physiopathology, *rehabilitation] - Gait [*drug effects, *physiology] - Levodopa [*therapeutic use] - Antiparkinson Agents [*therapeutic use] - Motor activity [drug effects] - Motor control - Psychomotor Performance [drug effects] - Problem Solving [drug effects] - Attention [drug effects] - *Exercise Therapie - Endurance - Agility - Performance - Pilot Projects - Research Support - Prospective Studies - Nordic Walking 2.3 Randvoorwaarden bij het zoeken naar informatie - recente literatuur (2001-heden) - 13 november 2006 t/m 23 december tijd: 180 uur (Jan B.) / 120 uur (Jan H.) - taal: Engels, Nederlands en Duits 2.4 Informatiebronnen Internet sites: Deskundigen en gespecialiseerde instituten: - Soemmerring Institut für Bewegungsstörungen und Verhaltensneurologie - Frau Mareike Schwed (sportwetenschappees) 15
16 Auteur: Giladi N, Auriel E, Hausdorff JM, Schaafsma JD, Balash Y, Canning CG, Yogev G, Franchignoni F, Means KM, Shan DE, Bastian AJ Tijdschrift: - Movement of Disorders - Physical therapy - NeuroRehabilitation - Experimentel brain research - The European Journal of neuroscience - Journal of geriatric psychiatry and neurology - Clinical neuropharmacology - Journal of the neurological sciences - Parkinsonism and related disorders - Journal of occupational rehabilitation - Journal of rehabilitation research and development - Journal of Neurology Archives of Physical Medicine and Rehabilitation Meest recente artikel: november 2006 Boek: - Basisboek: Methoden en Technieken; Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwantitatief onderzoek (Baarda&de Goede) 2.5 Hoe maak ik een zoekplan en controleer ik de kwaliteit van de gevonden literatuur? Zoekplan Doel literatuuronderzoek: - Verzamelen van evidente en betrouwbare literatuur ter onderbouwing van het conceptuele model en de geformuleerde hypothese - Verzamelen van adequate meetinstrumenten voor de uitvoering van het onderzoek - Literatuur m.b.t. trainingsopbouw en uitvoering Stappenplan: 1. beschikbaarheid van algemene informatie? (medische bibliotheek, chochrane, pubmed) 2. doelgericht literatuur zoeken (mesh-terms, boolian operators, truncaties) 3. toetsen op validiteit van de gevonden informatie (discussie, onderzoeksopzet, betrouwbaarheid...) 4. inbouwen in de tekst en opnemen in literatuurlijst (volgens Havard- en Vancouver methode) Relevantie van gevonden literatuur De gebruikte literatuur is relevant omdat ze aansluit bij het onderzoek en van recente datum zijn. De kwaliteit van de gevonden informatie werd getoetst aan de hand van de volgende criteria: kwaliteit tijdschrift, uitgever, auteur, inhoud en actualiteit. 16
17 2.5.3 Literatuurlijst De literatuurlijst wordt opgesteld volgens de Vancouver methode, voor verder uitleg hierover wordt verwezen na de internetsite van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg (CBO) Welke data zijn al voorhanden Er zijn geen data voorhanden over het effect van Nordic Walking op het looppatroon bij Parkinson patiënten. 17
18 3. Onderzoekstype 3.1 Toetsingsonderzoek Het gaat om een toetsingsonderzoek, omdat een vooraf opgestelde hypothese geconfronteerd wordt met de empirie. Een hypothese wordt afgeleid uit een theorie en is een voorlopig antwoord op de geformuleerde vraagstelling. De hypothese heeft betrekking op de veronderstelde samenhang tussen kenmerken van onderzoekseenheden. Men zou ook van een evaluatieonderzoek in plaats van een toetsingsonderzoek kunnen spreken. Bij een evaluatieonderzoek gaat het erom het effect van een behandeling naar te gaan en te weten te komen. Dit geldt ook voor deze onderzoeksopzet, want de vraag naar de effecten van Nordic Walking op het looppatroon bij Parkinson patiënten staat centraal. 3.2 Autoniemtheorie/ Causaal model Een autoniemtheorie is een geheel van proposities of beweringen over een deel van de werkelijkheid, die......logisch samenhangen en dus onderling niet strijdig zijn...uit elkaar voortvloeien en in zich waar zijn...zo zijn geformuleerd dat er minstens één empirisch toetsbare hypothese uit af te leiden is...inclusief een mechanisme dat het waarom van de bewering in de hypothese verklaart (plausibiliteit kunnen aangeven)...hypothese zo formuleren, dat er concreet verifieerbare voorspellingen uit af te leiden zijn (een voorspelling is een vertaling in concreet meetbare termen, ook operationaliseren genoemd) [verifiëren= waarmaken / falsifiëren=niet waarmaken van een voorspelling]...een hypothese kan grafisch weergegeven worden in een causaal model Propositie 1: De ziekte van Parkinson is langzaam progressief en kan op de duur tot ernstige invaliditeit leiden. De belangrijksten symptomen van Parkinson zijn hypokinesie (bewegingsarmoede), rigiditeit (spiertonus verhoging), rust tremor en een verstoorde houdingscontrole, wat vaak gepaard gaat met evenwichtsstoornissen. Deze symptomen kunnen negatieve gevolgen voor de algemene mobiliteit en het looppatroon met zich mee brengen. Mensen met de ziekte van Parkinson bewegen minder en hun looppatroon gaat achteruit. Tijdens het lopen maken ze kleine passen, bewegen hun armen en romp minder mee, lopen schuifelend en vaak in een voorovergebogen lichaamshouding. Propositie 2: Als mensen minder mobiel zijn gaan ze steeds minder dingen doen en minder bewegen. De valangst en het valrisico gaan omhoog en patiënten komen in een soort vicieuze cirkel terecht. Ze worden steeds afhankelijker van anderen, waardoor de kwaliteit van hun leven achteruit kan gaan. Het doel van de fysiotherapeutische behandeling is het doorbreken van deze vicieuze cirkel d.m.v. activatie van patiënten met de ziekte van Parkinson en het voorkomen van inactiviteit. De aandacht van de therapeut zal vooral gericht moeten zijn op lopen, houding, draaien, evenwicht en balans. 2,3 18
19 Propositie 3: Parkinson patiënten hebben, ook in een later stadium van de ziekte, het vermogen door middel van training en oefentherapie nieuwe bewegingsstrategieën te leren en te behouden. Recent onderzoek heeft reeds aangetoond, dat het trainen van houding, lopen en balans tot een verbetering van het looppatroon bij Parkinson patiënten kan leiden en het valrisico kan verminderen. 26,27,28 Propositie 4: Nordic Walking lijkt vanwege meerdere reden heel geschikt te zijn voor Parkinson patiënten. Het kan in een rustig tempo uitgevoerd worden, zodat qua tempo niet te hoge eisen aan de patiënten gesteld worden. Met behulp van de poles wordt een ritme bepaald, waardoor Parkinson patiënten gestimuleerd worden hun armen en romp mee te bewegen tijdens het lopen. De poles werken als een soort externe cue en herinneren de patiënten eraan hun armen mee te bewegen. De patiënten herleren het alternerend lopen, d.w.z. het afwisselend na voren bewegen van een been en de tegenovergestelde arm. Het veiligheidsgevoel neemt door de poles toe en patiënten hebben minder angst om te vallen. Hypothese: Een trainingsprogramma Nordic Walking heeft positieve effecten op het looppatroon bij Parkinson patiënten. 19
20 4. Onderzoeksontwerp 4.1 Experiment Een experiment is bij uitsteek geschikt om te toetsen of er een causaal verband tussen twee kenmerken bestaat. Het gaat erom, de causale invloed aan te tonen van een onafhankelijke variabele (ook wel experimentele variabele genoemd) op een afhankelijke variabele (ook wel effectvariabele genoemd). De onderzoeker moet systematisch variatie kunnen aanbrengen in de onafhankelijke variabele. onafhankelijke(experimentele) variabele Trainingsprogramma Nordic Walking afhankelijke(effect)variabele Looppatroon Aan de hand van dit onderzoek wordt getoetst, of er een causaal verband bestaat tussen de experimentele variabele (deelnemen aan een cursus Nordic Walking) en de effectvariabele (looppatroon). Er wordt verwacht dat patiënten, die deelnemen aan het Nordic Walking trainingsprogramma, na afloop van het programma een verbetert looppatroon hebben in vergelijking met patiënten, die niet mee hebben gedaan bij het Nordic Walking programma. 4.2 Pre-experimenten en storende factoren Pre-experimentele ontwerpen Een pre-experimenteel ontwerp is minder geschikt, omdat er geen betrouwbare vergelijkingsbasis bestaat. Op grond daarvan is het niet mogelijk een verantwoorde uitspraak te kunnen doen over het effect van de experimentele variabele op de afhankelijke variabele in termen van oorzaak en gevolg. Voor een uitgebreide verklaring wordt naar hoofdstuk 4 uit het boek van Baarda en de Goede verwezen Storende factoren Bij pre-experimentele ontwerpen kan men niet zonder meer de conclusie trekken, dat een verbetering van het looppatroon kan worden toegeschreven aan het beoefenen van Nordic Walking. Verschillende andere factoren, die bij een pre-experimenteel ontwerp niet of nauwelijks onder controle te houden zijn, kunnen namelijk van invloed zijn en eventueel tot hetzelfde effect leiden als de onafhankelijke variabele. Vandaar vormen pre-experimentele ontwerpen geen solide basis om uitspraken te doen over een causaal verband tussen een onafhankelijke en een afhankelijke variabele. Baarda en de Goede noemen de volgende factoren: - tussentijdse gebeurtenissen - groei-effect - testeffect - instrumentatie - regressie-effect - selectie - uitval Het is echter zo dat de onderzoeker voortdurend alert op mogelijke andere factoren moet zijn. Hij moet stuk voor stuk moeten kunnen uitsluitend alvorens tot een conclusie te komen, of het geconstateerde effect daadwerkelijk is toe te schrijven aan de experimentele variabele. 20
21 4.3 Zuiver experiment, randomisatie en matchen Zuiver experimentele ontwerpen Bij zuiver experimentele ontwerpen wordt geëist, dat de onderzoekseenheden op toevalsbasis in groepen ingedeeld worden en op toevalsbasis wordt bepaald welke daarvan als experimentele groep fungeert en welke als controlegroep. Bij deze onderzoek is dit helaas niet realiseerbaar, omdat de onderzoekseenheden (de Parkinson patiënten) vooraf aan een aantal voorwaarden moeten voldoen om mee te kunnen doen. Niet iedere Parkinson patiënt is in staat om zo maar mee te doen aan een Nordic Walking programma. Het prestatievermogen kan van patiënt tot patiënt enorm verschillen en het lijkt zinvol om hiermee rekening te houden bij de indeling van de groepen. Een zuiver experimenteel ontwerp komt dus niet in aanmerking voor een onderzoek naar de effecten van Nordic Walking op het looppatroon bij Parkinson patiënten Interne en externe validiteit van experimenten Men spreekt van interne validiteit, als bij de nameting naar voren komt dat de experimentele variabele het verwachte effect heeft op de afhankelijke variabele. Als generalisatie daarvan mogelijk is naar andere plaatsen, tijden en omstandigheden spreekt men van externe validiteit Randomiseren, matchen en homogeniseren Randomiseren, matchen en homogeniseren zijn manieren voor het vergelijkbaar maken en aanpassen van de experimentele en de controlegroep. Als een externe variabele van invloed kan zijn op de afhankelijke variabele, kan men deze variabele elimineren, door de groepen zo homogeen mogelijk te selecteren. Als de onderzoeker b.v. verwacht, dat de leeftijd een storende invloed heeft bij het bepalen van het effect van de experimentele variabele kan hij het experiment tot een bepaalde doelgroep beperken. Precisiematching houdt in, dat per groep exact dezelfde verhouding bestaat, dus b.v. in elke groep twee jonge mannen en twee middelbare vrouwen enzovoort. Globale matching houdt in, dat in elke groep het gelijke aantal mannen en vrouwen is en het gelijke aantal jongeren en ouderen. Een combinatie van deze kenmerken is niet vereist, de groepen zijn slechts per afzonderlijk kenmerk aan elkaar gelijk en niet in combinatie. Het zou dus b.v. kunnen dat in de experimentele groep twee middelbare vrouwen en twee jonge mannen zijn terwijl in de controlegroep maar twee jonge vrouwen en twee middelbare mannen zijn. 4.4 Quasi-experimentele ontwerpen Quasi-experimentele ontwerpen nemen een plaats in tussen pre-experimentele en zuiver experimentele ontwerpen. Soms is het mogelijk de experimentele variabele systematisch te variëren, maar soms ook niet. De onderzoeker heeft bij een quasiexperimenteel ontwerp echter minder controle op de vermelde storende factoren, doordat randomisatie vaak niet mogelijk is. Voor het onderzoek naar de effecten van Nordic Walking op het looppatroon bij Parkinson patiënten wordt voor een quasi-experimenteel ontwerp gekozen. De experimentele variabele (het Nordic Walking trainingsprogramma) kan door de onderzoeker gevarieerd worden, zodat de onderzoeker beter kan inspelen op eventueel storende variabelen. Bij de indeling van de experimentele groep en de controlegroep wordt naar zo veel mogelijk homogeniteit gestreefd, op basis daarvan 21
22 kan men een betrouwbare uitspraak doen over het effect van de experimentele variabele op het looppatroon bij Parkinson patiënten. 4.5 Surveyonderzoek Er zijn verschillende typen survey onderzoeken, maar deze zijn minder geschikt ter toetsing van causale veronderstellingen. Een vorm die enigszins lijkt op een experimenteel ontwerp is het prospectief surveyonderzoek. Het nadeel hiervan is, dat de onderzoeker de experimentele variabele niet manipuleren kan en weinig controle heeft over mogelijke storende factoren. 4.6 Causaliteit en ontwerp van onderzoek Wat is causaliteit? Om van een causaal verband tussen een experimentele en een afhankelijke variabele te kunnen spreken, moet aan drie voorwaarden worden voldaan: 1) covariatie of statistisch samenhang 2) tijdsvolgorde 3) geen derde verklarende kenmerk in het spel Bij het quasi experimenteel ontwerp van het onderzoek naar de effecten van Nordic Walking op het looppatroon bij Parkinson patiënten is het mogelijk aan deze voorwaarden te voldoen, omdat: 1) het statistische verband kan worden nagegaan door de scores op de effectvariabele (looppatroon) van de experimentele en de controlegroep met elkaar te vergelijken 2) de tijdsvolgorde kan door de onderzoeker bepaald worden, doordat de onderzoeker zelf de experimentele variabele (Nordic Walking) toedient en het moment van de metingen kan bepalen 3) door randomisering, homogeniseren en matchen worden eventuele effecten van externe variabelen gereduceerd tot toevalsfouten Causaliteit en onderzoeksontwerp De meest geschikte onderzoeksgrondvorm om aan causaliteitsvoorwaarden te kunnen voldoen is het zuivere experiment, gevolgd door het quasi experimenteel ontwerp. Een zuiver experimenteel ontwerp is in het kader van dit onderzoek niet realiseerbaar, vandaar dat er gekozen wordt voor het quasi experimentele ontwerp. 22
23 5. Onderzoekspopulatie en steekproef 5.1 Onderzoekseenheden en kenmerken Onderzoekseenheden: - Parkinson patiënten (Zie inclusie- en exclusiecriteria) - Nordic Walking 5.2 Populatie en steekproef Een populatie is de afbakening van de eenheden die in het onderzoek worden betrokken. Het totaal van alle voorkomende onderzoekseenheden is de theoretische populatie, dus b.v. alle Parkinson patiënten die in Nederland leven. Als men deze ruime populatie b.v. inperkt tot alle Parkinson patiënten in de regio Nijmegen, Amsterdam en Utrecht, dan spreekt men van een operationele populatie. Als men slechts een deel van de populatie in een onderzoek betrekt, is er sprake van een steekproef. 5.3 Aselecte steekproeven Bij een aselecte steekproef worden de onderzoekseenheden willekeurig uit de gehele populatie getrokken. Dit kan b.v. gebeuren door een random getallengenerator of de loterijmethode. De kans om in de steekproef getrokken te worden zijn voor alle eenheden uit de populatie gelijk. Een groot voordeel van een aselecte steekproef is, dat de resultaten een grote externe validiteit hebben. Men kan analyseren in hoeverre de verkregen resultaten op basis van onderzoek met een steekproef ook gelden voor de gehele onderzoekspopulatie, waaruit de steekproef is getrokken. 5.4 Meertrapssteekproef Het is vaak niet mogelijk rechtstreeks uit een bestand eenheden voor de steekproef te trekken, maar wel stap voor stap met behulp van de meertrapssteekproef. Bij een meertrapssteekproef worden b.v. eerst aselect een aantal gemeenten, vervolgens daarin aselecte praktijken en dan aselecte onderzoekseenheden getrokken. Deze selectievorm is minder geschikt voor dit onderzoek met Parkinson patiënten. 5.5 Selecte steekproeven Toevallige steekproef In het kader van dit onderzoek ligt het trekken van een toevallige steekproef niet voor de hand. De Parkinson patiënten die mee doen aan het onderzoek moeten vooraf aan een aantal voorwaarden voldoen. Een toevallige steekproef houdt in, dat de onderzoeker op toevalsbasis de onderzoekseenheden uitkiest. Vandaar is het trekken van een toevallige steekproef minder geschikt voor dit soort onderzoek Quotasteekproef Een quotasteekproef lijkt sterk op een toevallige steekproef. Bij een quotasteekproef wordt de populatie eerst in deelpopulaties verdeeld en vervolgens eruit een selecte steekproef getrokken. Voor elke deelpopulatie wordt vooraf bepaald hoe groot deze toevallige steekproef moet zijn. Het quotum betekent de hoeveelheid eenheden per deelpopulatie, vandaar de naam quotasteekproef. Evenals de toevallige steekproef is ook deze vorm van een selecte steekproef minder geschikt voor dit onderzoek met Parkinson patiënten. 23
24 5.5.3 Doelgerichte steekproef De doelgerichte steekproef lijkt het meest geschikt voor een onderzoek naar de effecten van Nordic Walking op het looppatroon bij Parkinson patiënten. 5.6 Hoe kies ik een steekproef en hoe groot moet die zijn? Keuze van steekproef Bij deze onderzoeksopzet wordt voor een doelgerichte steekproef gekozen. Er worden vooraf aan het trekken van de steekproef inclusie- en exclusie criteria geformuleerd, waaraan de proefpersonen moeten voldoen om mee te kunnen doen. Aan de hand daarvan worden de proefpersonen ingedeeld in de experimentele groep of de controlegroep. Bij deze indeling streeft de onderzoeker naar zo veel mogelijk homogeniteit tussen deze twee groepen. De proefpersonen in de experimentele groep worden vervolgens afhankelijk van hun prestatievermogen gesplitst in twee trainingsgroepen. Voor het geven van de training is dit van voordeel, omdat het niveau van de groepsleden niet zo heel erg verschilt. Inclusiecriteria: - Hoehn-Yahr 1,5 t/m 3 (betrouwbaarheid minder, maar de onderzoeker acht het niet als zinvol gegevens te verzamelen van patiënten zonder ziekteverschijnselen en patiënten die in een rolstoel zitten) - 10 minuten kunnen lopen/walken (10 minuten wandeltest) Exclusiecriteria - dementie - bijkomende orthopedische klachten - bijkomende ernstige cardiologische of pulmonale verschijnselen - ernstige valrisico - te lage belastbaarheid zodat zij een Nordic Walking programma niet kunnen vol houden - Hoehn-Yahr score 0, 1, 4 en Steekproefgrootte De omvang van de steekproef hangt af van de volgende factoren: 1) heterogeniteit van de populatie, naarmate een populatie heterogener is moet ook de steekproefomvang groter zijn 2) vereiste nauwkeurigheid, waarmee de onderzoeker uitspraken wil doen 3) het karakter van onderzoek (bij een experiment heeft men minder proefpersonen nodig dan voor een survey) Op pragmatische gronden wordt de steekproef bepaald op minimaal 100 proefpersonen. Het uitgangspunt hiervoor is de haalbare steekproefomvang gezien tijd, geld en beschikbaarheid van de proefpersonen. De proefpersonen worden zo homogeen mogelijk opgesplitst in interventie- en controlegroep. De aantaal proefpersonen is in beide groepen even groot, dus bij een minimale steekproefgrootte van 100 proefpersonen, 50 per groep. Vervolgens wordt de interventiegroep opgesplitst in meerdere trainingsgroepen met maximaal 10 proefpersonen per groep en een programma Nordic Walking uitgevoerd. De proefpersonen in de controlegroep worden behandeld volgens de KNGF-richtlijn: Parkinson. 24
25 6. Dataverzameling 6.1 Definiëren en operationaliseren Eigenschapbegrippen: looppatroon Variabele: looppatroon: - algemene variabelen paslengte, tempo, snelheid - specifieke variabelen voetafwikkeling standfase, kniebeweging standen zwaaifase, heupbeweging stand- en zwaaifase, bekken-, romp-, arm- en hoofdbeweging 6.2 Dataverzamelingsmethoden Er zijn drie verschillende dataverzamelingsmethoden: - bestaande gegevens - interviewen - observeren Bij bestaande gegevens wordt gebruikt gemaakt van eerder verworven informatie uit andere onderzoeken. Er zijn nog geen dergelijke onderzoeken naar de effecten van Nordic Walking op het looppatroon van Parkinson patiënten gedaan, daarom kan deze mehtode niet gebruikt worden bij dit onderzoek. Als er geen informatie voorhanden is, moet men gebruik maken van een ander dataverzamelingsmethode. Als het om gevoelens of attitudes gaat is interviewen de meest aangewezen methode. Deze methode is voor dit onderzoek niet geschikt, omdat het om het looppatroon gaat. Het looppatroon is qua definitie een gedrag, dus lijkt er bij de dataverzameling observeren de meest geschikte methode voor dit onderzoek te zijn. Wel hebben de vragenlijsten een interviewend karakter, maar dienen ze als hulpmiddel om ongewenste invloeden op de metingen en de resultaten (zie ook 6.6 en 6.7) van het onderzoek door controlevariabelen uit te kunnen sluiten. Er worden geen uitgebreid interviews afgenomen en het accent ligt op het observeren van het looppatroon. Het gedrag lopen speelt in het ADL van Parkinson patiënten een belangrijke en frequente rol. Het gedrag is reproduceerbaar tijdens de dataverzameling en representatief voor het ADL-gedrag, omdat bij het looppatroon geen sprake is van een sporadisch, ongewenst of intiem gedrag. Dit zou namelijk negatieve invloed op de validiteit van de dataverzameling kunnen hebben. Vanwege deze redenen wordt bij dit onderzoek gebruik gemaakt van de dataverzamelingsmethode observeren. Het zou wel kunnen, dat er afwijkingen of verschillen tussen het gedrag tijdens de dataverzameling en het gedrag in het dagelijkse leven van de proefpersonen optreden. Om dit te voorkomen worden er maatregelen genomen, die in hoofdstuk 9 nader worden uitgelegd. 6.3 Gestructureerde en ongestructureerde dataverzameling Er bestaat een gestructureerde en ongestructureerde manier van dataverzameling. Gestructureerde dataverzameling houdt in, dat men van tevoren precies weet wat men wil gaan meten. Bij ongestructureerde dataverzameling zijn de onderwerpen niet exact bepaald en is de informatie niet altijd voorspelbaar. Als men over weinig informatie beschikt verdient de aanbeveling om ongestructureerd te beginnen en door afbakening meer gestructureerd te gaan worden. 25
Auteurs: Baarda e.a. isbn: 978-90-01-80771-9
Woord vooraf Het Basisboek Methoden en Technieken biedt je een handleiding voor het opzetten en uitvoeren van empirisch kwantitatief onderzoek. Je stelt door waarneming vast wat zich in de werkelijkheid
Nadere informatieBasisboek methoden en technieken
Basisboek methoden en technieken Deel 2 van 3 : Hoofdstuk 4 t/m 7 Ook verkrijgbaar : Deel 1 : Hoofdstuk 1 tot en met 3 Ook verkrijgbaar : Deel 3 : Hoofdstuk 8 tot en met 12 Bronvermelding: Titel: Basisboek
Nadere informatieVoorwoord... iii Verantwoording... v
Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...
Nadere informatieWorkshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data
Workshop Dataverzameling Van onderzoeksvraag naar data Even voorstellen: Suzanne van de Groep 24 jaar Promovendus (PhD-kandidaat) Universiteit Leiden Hoe gaan jongeren met andere mensen om? Hoe werkt dat
Nadere informatieVoorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi
Inhoudsopgave Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker
Nadere informatieMethodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee
Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,
Nadere informatieWorkshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data
Workshop Dataverzameling Van onderzoeksvraag naar data Even voorstellen: Suzanne van de Groep 23 jaar Promovendus (PhD-kandidaat) Universiteit Leiden Hoe komt het dat sommige mensen aardiger zijn dan anderen?
Nadere informatieBEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk
Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk BEGRIP VAN BEWIJS Herman Schalk Vragenlijst Toelichting bij de vragenlijst p. 3 Vragen bij de elementen van begrip van bewijs p. 4 vrije Universiteit amsterdam
Nadere informatieBij gebrek aan bewijs
Bij gebrek aan bewijs kennis is macht! internet in de spreekkamer P.A. Flach Bedrijfsarts Arbo- en milieudienst RuG 09-10-2006 1 3 onderdelen 1. Wat is EBM 2. Zoeken in PubMed 3. Beoordelen van de resultaten
Nadere informatietudievragen voor het vak TCO-2B
S tudievragen voor het vak TCO-2B 1 Wat is fundamenteel/theoretisch onderzoek? 2 Geef een voorbeeld uit de krant van fundamenteel/theoretisch onderzoek. 3 Wat is het doel van fundamenteel/theoretisch onderzoek?
Nadere informatieMethodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee
Methodologie voor onderzoek in marketing en management Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,
Nadere informatieBij deze danken we collega-docenten in het hoger onderwijs voor het delen van hun ervaringen en expertise.
Woord vooraf Het Basisboek Methoden en Technieken biedt je een handleiding voor het opzetten en uitvoeren van empirisch kwantitatief onderzoek. Je stelt door waarneming vast wat zich in de werkelijkheid
Nadere informatieMethodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Foeke van der Zee
Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt, in
Nadere informatieDe Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.
RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede
Nadere informatiePrognostische factoren bij de ziekte van Parkinson. Daan Velseboer Afdeling Neurologie AMC, 29 November 2013
Prognostische factoren bij de ziekte van Parkinson Daan Velseboer Afdeling Neurologie AMC, 29 November 2013 Nut van prognostische data De patiënt wil (vaak) weten: Hoe snel zullen mijn klachten toenemen?
Nadere informatieMethodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee
Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde Foeke van der Zee Inhoudsopgave 1. Onderzoek, wat is dat eigenlijk... 1 1.1 Hoe is onderzoek te omschrijven... 1 1.2 Is de onderzoeker een probleemoplosser
Nadere informatieBegrippenlijst Anders Dit is onderzoek
Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst door F. 1080 woorden 15 april 2016 9,1 2 keer beoordeeld Vak Anders Dit is onderzoek! 2.4 Steekproef Onderzoek met een kleine groep met de bedoeling
Nadere informatieCOGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS
COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking
Nadere informatieFysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten
Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten 5 april 2017 Sarcoïdose ontsporing afweersyteem ophoping afweercellen: granulomen overal in lichaam: longen, lymfesysteem, huid,
Nadere informatieSamenvatting Methoden en Technieken
Samenvatting Methoden en Technieken Samenvatting van het basisboek Methoden en Technieken van Baarda en De Goede (tweede, herziene druk. Derde oplage, 1997) Inhoud 1 Wat is onderzoek? 2 2 Wat is mijn doelstelling
Nadere informatieDe ziekte van Parkinson. Ria Noordmans Margreeth Kooij
De ziekte van Parkinson Ria Noordmans Margreeth Kooij - Oorzaak - Verschijnselen - Symptomen - Psychische verschijnselen - Diagnose - Parkinsonisme - Medicatie - Therapieën - Met elkaar in gesprek gaan
Nadere informatieStudiehandleiding Onderzoeksmethoden
Studiehandleiding Onderzoeksmethoden Modulenaam: Onderzoeksmethoden Afdeling: Pedagogiek Studiejaar: 1 Semester: 1 Ects: 5 Docenten: Mieke de Waal (vt), Peter Karstanje (dt), Hans Steenvoorden (vkrt) Datum:
Nadere informatieKinesitherapie bij personen met de ziekte van Parkinson. Katrijn D Hondt
Kinesitherapie bij personen met de ziekte van Parkinson Katrijn D Hondt Inhoud Doel van kinesitherapie bij Parkinson Richtpunten en onderzoek Behandeling Samenvattende tips 2 Inhoud Doel van kinesitherapie
Nadere informatie- 172 - Prevention of cognitive decline
Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING DUTCH SUMMARY
NEDERLANDSE SAMENVATTING DUTCH SUMMARY Introductie De ziekte van Parkinson werd als eerste beschreven door James Parkinson in 1817. Inmiddels is er veel onderzoek gedaan naar de ziekte van Parkinson, maar
Nadere informatieOnderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education
Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen Master Innovation & Leadership in Education Leerdoelen Aan het eind van deze lesdag heb je: Kennis van de dataverzamelingsmethodes vragenlijstonderzoek,
Nadere informatieBedoeling van dit werkcollege:
PSYCHOLOGISCHE DIAGNOSTIEK Veld Klinische en Gezondheidspsychologie Oktober 2005 Cécile Vandeputte- v.d. Vijver Bedoeling van dit werkcollege: Bespreking van de stappen van het psychodiagnostisch proces
Nadere informatieWERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?
WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE
Nadere informatieBijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan
Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Naam student: Joost den Hollander Naam afstudeerbegeleider: Ceciel Zandee Naam tweede beoordelaar: Winifred paulis Datum: 9-0-05 Voorlopige titel onderzoek
Nadere informatieop zoek naar good practices
Werken met psychische klachten op zoek naar good practices Presentatie Congres Mensenwerk 9 februari 2015 Philip de Jong en Femke Reijenga Agenda 1. Het onderzoek 2. De bevindingen 3. De betekenis 4. Discussie
Nadere informatieMethodologie voor de sociale wetenschappen. Voorwoord. Deel 1 Algemeen: basisbegrippen 1. H1 Waarom sociaalwetenschappelijk onderzoek?
Methodologie voor de sociale wetenschappen Voorwoord XI Deel 1 Algemeen: basisbegrippen 1 H1 Waarom sociaalwetenschappelijk onderzoek? 3 1.1. Inleiding 4 1.2. Enkele voorbeelden 6 1.2.1. De opwarming van
Nadere informatieBasisboek methoden en technieken
Basisboek methoden en technieken Deel 1 van 3 : Hoofdstuk 1 t/m 3 Ook verkrijgbaar : Deel 2 : Hoofdstuk 4 tot en met 7 Ook verkrijgbaar : Deel 3 : Hoofdstuk 8 tot en met 12 Bronvermelding: Titel: Basisboek
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20183 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20183 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Rooden, Stephanie Maria van Title: Clinical patterns in Parkinson s disease Date:
Nadere informatieSamenvatting Samenvatting
Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal
Nadere informatieHet voorspellen van de kans op vallen de hoeveelheid en kwaliteit van het alledaags lopen als risicofactoren
amenvatting 123 amenvatting 125 Het voorspellen van de kans op vallen de hoeveelheid en kwaliteit van het alledaags lopen als risicofactoren Vallen is één van de meest belangrijke oorzaken van letsel
Nadere informatieKinesitherapie bij personen met de ziekte van Parkinson. Katrijn D Hondt
Kinesitherapie bij personen met de ziekte van Parkinson Katrijn D Hondt Inhoud Doel van kinesitherapie Richtpunten en onderzoek Behandeling Samenvattende tips 2 Inhoud Doel van kinesitherapie Richtpunten
Nadere informatieIntroductie stage-scriptie combi. Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011
Introductie stage-scriptie combi Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011 Welkom toekomstige Scientist-Practitioners Achtergrond Vanuit Orthopedagogiek:GenG steeds meer accent op scientist-practitioner model
Nadere informatieHoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15
Inhoud Voorwoord 11 Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Voorbeelden 16 1.2.1 Leiden problemen in welbevinden tot voortijdig schoolverlaten? 16 1.2.2 Beter
Nadere informatieBijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan
Bijlage. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Naam student: Dominique van Maas Naam afstudeerbegeleider: Ceciel Zandee Naam tweede beoordelaar: Winifred Paulis Datum: 19-01-014 Voorlopige titel onderzoek
Nadere informatieClinical Patterns in Parkinson s disease
Clinical Patterns in Parkinson s disease Op 28 november 2012 promoveerde Stephanie van Rooden aan de Universiteit van Leiden op haar proefschrift Clinical Patterns in Parkinson s disease. Haar promotor
Nadere informatieZiekte van Parkinson. 'shaking palsy' ofwel 'schudverlamming
Ziekte van Parkinson 'shaking palsy' ofwel 'schudverlamming Aantal patienten Naar schatting zijn er op dit moment tussen de 40.000 en 45.000 mensen in Nederland die aan de ziekte van Parkinson lijden.
Nadere informatieZeker bewegen met Parkinson
1 EB 0 Zeker bewegen met Parkinson Tips om zelf uw klachten te verminderen en informatie over wat de fysiotherapeut voor u kan doen U ervaart elke dag de gevolgen van de ziekte van Parkinson, voornamelijk
Nadere informatieMeten van Resultaat. Carine van Schie 22 april 2014
Meten van Resultaat Carine van Schie 22 april 2014 Outline 1 Onderzoek 2 Gedragsverandering 3 Resultaat en (effect) metingen 4 Vragenlijst 5 Observatie 6 Respondenten 7 Analyse Onderzoek: Wat wil je weten
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.
Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden
Nadere informatieAan de slag met vakdidactisch onderzoek: methodologische aspecten
Aan de slag met vakdidactisch onderzoek: methodologische aspecten Geraldine Clarebout 09-09-2010 Contact: geraldine.clarebout@kuleuven-kortrijk.be Inhoud Kiezen van methoden: verschillende types Steekproeftrekking
Nadere informatieWorkshop meetinstrumenten
Workshop meetinstrumenten Producten richtlijn ziekte van Parkinson Product Engelse versie Richtlijn Deel voor verwijzers (ENG) Deel voor patiënten (ENG) Wetenschappelijke onderbouwing (ENG) Waar te vinden
Nadere informatieParkinson anno 2015 23 april 2015
Parkinson anno 2015 23 april 2015 Kinesitherapeutische testen en behandeling bij de ziekte van Parkinson Isabelle Pollet, kinesitherapeute AZ ST REMBERT Belang kinesitherapie Gunstig effect sommige motorische
Nadere informatieSamenvatting. Effectiviteit van ergotherapie: stand van zaken
Samenvatting Effectiviteit van ergotherapie: stand van zaken Ergotherapie is een paramedisch beroep dat gericht is op het verbeteren van het zelfstandig functioneren door het individu in de voor die persoon
Nadere informatieMASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands
MASTERCLASS De datateam methode Examenresultaten Nederlands Taal op koers 29 oktober 2014 Cindy Poortman en Kim Schildkamp Uitdagingen in de onderwijspraktijk Voortijdige schooluitval Gebrek aan praktische
Nadere informatieDe Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering
De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent
Nadere informatieMethoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97
Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk
Nadere informatieBeoordelingscriteria scriptie Nemas HRM
Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus
Nadere informatieVAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE
VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE Drs. Willemke Stilma Docent verpleegkunde HvA Mede met dank aan dr. Anne Eskes 1 INHOUD 5 stappen EBP Formuleren van een klinische vraagstelling PICO Zoekstrategie
Nadere informatieAppendix. Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary)
Appendix Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary) 93 87 Inleiding Diabetes mellitus, kortweg diabetes, is een ziekte waar wereldwijd ongeveer 400 miljoen mensen aan lijden. Ook in Nederland komt de
Nadere informatieBent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.
Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten
Nadere informatieErkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie
Interventie: Families First Deelcommissie: 1 Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier Datum vergadering: 11 april 2014 Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie De commissie
Nadere informatiebehandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.
Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan
Nadere informatieRunning head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders
Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1 De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress en Energie bij Moeders The Effect of MBSR-training on Mindfulness, Perceived Stress
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients
Nadere informatieBio Impedantie Spectroscopie. Medisch Centrum Zuid (Oedeem) fysiotherapie 2013
Bio Impedantie Spectroscopie Medisch Centrum Zuid (Oedeem) fysiotherapie 2013 Lymf oedeem Verminder het risico dankzij vroege ontdekking en behandeling. Lymfoedeem Lymfoedeem ontstaat wanneer de lymflast
Nadere informatieBeoordelingscriteria scriptie Nemas HRM
Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus
Nadere informatieExecutief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression
Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:
Nadere informatie10/10/2014 ZIEKTE VAN PARKINSON. Ziekte van Parkinson. Inhoud. De ziekte van Parkinson. Ergotherapeutische behandeling van Parkinsonpatiënten
ZIEKTE VAN PARKINSON ERGOTHERAPIE BIJ DE ZIEKTE VAN PARKINSON 1 Inhoud De ziekte van Parkinson van Parkinsonpatiënten Algemene behandeling Concrete voorbeelden 2 Ziekte van Parkinson 3 1 Ziekte van Parkinson
Nadere informatieKinesitherapie bij personen met de ziekte van Parkinson
Kinekring Land van Aalst Kinesitherapie bij personen met de ziekte van Parkinson Van richtlijnen naar de praktijk Ziekte van Parkinson - ICF bradykinesie akinesie ( freezing ) posturale instabiliteit Niet-motorische
Nadere informatieGeslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieRunning head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD
1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational
Nadere informatieBijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel
Bijlagen (2008-2009) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Het onderzoeksvoorstel dat na vier weken bij de begeleider moet worden ingediend omvat een (werk)titel, een uitgewerkte probleemstelling (die een belangrijke
Nadere informatieKaren J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon
Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety
Nadere informatieOnderzoeksdesigns. Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis
Onderzoeksdesigns Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis Inhoud Inleiding Wetenschappelijk bewijs Opdracht Verschillende onderzoekdesigns De drie componenten van evidence-based practice Wetenschappelijk
Nadere informatieOpleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3
Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de
Nadere informatieDe Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie
De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine
Nadere informatieDe relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.
De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment
Nadere informatieDe Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten
De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work
Nadere informatieInvloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders
Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy
Nadere informatieHardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde
Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Kennisbericht over een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift: Hardell L, Carlberg M, Söderqvist F, Hansson Mild K, Meta-analysis of long-term
Nadere informatieSummery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers
ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen
Nadere informatieA. Business en Management Onderzoek
A. Business en Management Onderzoek Concepten definiëren Een concept (concept) is een algemeen geaccepteerde verzameling van betekenissen of kenmerken die geassocieerd worden met gebeurtenissen, situaties
Nadere informatieFysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50
De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and
Nadere informatieOnderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving
Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van
Nadere informatieTips om zelf uw klachten te verminderen en informatie over wat de fysiotherapeut voor u kan doen
Tips om zelf uw klachten te verminderen en informatie over wat de fysiotherapeut voor u kan doen U ervaart elke dag de gevolgen van de ziekte van Parkinson, voornamelijk door problemen in denkprocessen
Nadere informatieEffecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training. op Existentiële Voldoening. Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program
Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training op Existentiële Voldoening Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program on Existential Fulfillment Y. Ducaneaux-Teeuwen Eerste begeleider:
Nadere informatieSamenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie
Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder
Nadere informatieDe invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.
De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. The influence of resilience on the relationship between pain and psychological symptoms
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Het is een uitdaging om ouderen te identificeren die baat kunnen hebben bij een interventie gericht op de preventie van beperkingen in het dagelijks leven op het moment dat dergelijke
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals
Nadere informatieOuderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit
1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan
Nadere informatie23-1-2014. Classificeren en meten. Overzicht van de officiële definities van de meter sinds 1795. Raymond Ostelo, PhD. Klinimetrie
Raymond Ostelo, PhD Professor of Evidence-Based Physiotherapy Dept. Health Sciences EMGO+ Institute for Health and Care Research VU University Amsterdam, the Netherlands r.ostelo@vumc.nl 1 Classificeren
Nadere informatieRunning head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN
Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Het Effect van Online Cognitieve Gedragstherapie op Seksuele Disfuncties bij Vrouwen The Effectiveness of Internet-based Cognitive-Behavioural
Nadere informatieInvloed van Bewegen op Depressieve Klachten in de. Fysiotherapie Praktijk. Influence of Movement on Depression in the. Physiotherapy Practice
Invloed van Bewegen op Depressieve Klachten in de Fysiotherapie Praktijk Influence of Movement on Depression in the Physiotherapy Practice J.A. Michgelsen Eerste begeleider: dr. A. Mudde Tweede begeleider:
Nadere informatieEvaluatiestudie naar de Beweegprogramma s in Gezondheidscentrum. Gein, Determinanten van Beweeggedrag. Evaluation Study on Exercise Programs in
Evaluatiestudie naar de Beweegprogramma s in Gezondheidscentrum Gein, Determinanten van Beweeggedrag Evaluation Study on Exercise Programs in Healthcare Centre Gein, Determinants of Physical Activity Melie
Nadere informatieElke dag opnieuw een gevecht
Ergotherapie bij personen met de Ziekte van Parkinson Studiedag 16 oktober 2014 Hilde Vandevyvere en Nadine Praet Elke dag opnieuw een gevecht https://www.youtube.com/watch?v=g8z04kqzmp4 Commercial Parkinson
Nadere informatiehoofdstuk 4 & 7 hoofdstuk 3 & 6 hoofdstuk 2 hoofdstuk 5 Hoofdstuk 2 tot en met 5 hoofdstuk 6 en 7 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 hoofdstuk
Samenvatting De Lokomat is een apparaat dat bestaat uit een tredmolen, een harnas voor lichaamsgewichtondersteuning en twee robot armen die de benen van neurologische patiënten kunnen begeleiden tijdens
Nadere informatieFormulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.
Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor
Nadere informatiewaardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.
amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum
Nadere informatieDynamic Gait Index (DGI)
Dynamic Gait Index (DGI) Shumway-Cook & Woollaccott, 995; KNGF-richtlijn Parkinson, 7 De DGI evalueert de dynamische balans tijdens het lopen door middel van verschillende opdrachten zoals hoofdbewegingen,
Nadere informatieDingen zien die er niet zijn bij psychotische stoornissen. Even voorstellen.. Inhoudsopgave. Introductie. Doel onderzoek.
Dingen zien die er niet zijn bij psychotische stoornissen Even voorstellen.. Marouska van Ommen Promotie-onderzoek tijdens studie Geneeskunde Onderzoek bij afdelingen Neurologie en Psychiatrie, UMC Groningen
Nadere informatieHoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het
Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve
Nadere informatieWORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN
WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN INHOUD Kwantitatieve onderzoeksmethoden Algemene kenmerken Enquête Experiment Kwalitatieve onderzoeksmethoden Algemene kenmerken Observatie Interview Kwaliteit van het onderzoek
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatieCollege 4 Experimenteel Onderzoek en Experimentele Controle
College 4 Experimenteel Onderzoek en Experimentele Controle - Leary: Hoofdstuk 9 en 10 - MM&C: Hoofdstuk 2.4 (p.129-130), 2.6 en 3.1 - Aanvullende tekst 4 Jolien Pas ECO 2012-2013 Doel experimenteel onderzoek:
Nadere informatie