PERSBERICHT Brussel, 23 juli 2014

Transcriptie

1 1/7 PERSBERICHT Brussel, 23 juli 2014 Minder vleesconsumptie in België maar aanzienlijk meer uitvoer Vleesconsumptie daalt in België. De productie van de vleessector blijft echter hoog dankzij de uitvoer. Vleesconsumptie daalt België verbruikte in kg vlees (slachtgewicht) per inwoner of 50 kg zonder been. Dit is 13 kg minder dan in 2005 (8 kg zonder been), of een daling met 13% in 8 jaar. De consumptie daalde in 8 jaar met 22% voor rundvlees, 6% voor varkensvlees en 16% voor kippenvlees. 120 Belgische consumptie van vlees (slachtgewicht) Kg/inw. per jaar Eetbaar slachtafval Wild en konijn Gevogelte Paardenvlees Schapen- en geitenvlees Varkensvlees Rund- en kalfvlees Per inwoner daalde het jaarlijkse vleesverbruik (zonder been) in die 8 jaar respectievelijk met 2 kg voor rundvlees, 2 kg voor varkensvlees en 3 kg voor gevogelte.

2 2/7 In 2013 verbruikte België dus gemiddeld 50 kg vlees per inwoner (eetbaar gedeelte, zonder been) waarvan: 5,9 kg rund per jaar of 112 g per week 24,7 kg varken per jaar of 474 g per week 0,7 kg schaap per jaar of 14 g per week 0,3 kg paard per jaar of 5 g per week 14,8 kg gevogelte per jaar of 284 g per week 2,5 kg wild en konijn per jaar of 47 g per week 1,4 kg eetbare slachtafval per jaar of 20 g per week 50,2 kg vlees per jaar of 962 g per week 70 Belgische consumptie van vlees (zonder been) 60 Kg/inw. per jaar Eetbaar slachtafval Wild en konijn Gevogelte Paardenvlees Schapen- en geitenvlees Varkensvlees Rund- en kalfvlees Nota: extractiefactoren (kg vlees per kg slachtgewicht) volgens Global Footprint Network (2008). National Footprint Accounts 2008 edition, Global Footprint Network

3 3/7 Gevogelte 14,80 29% Vleesconsumptie in 2013: kg/persoon per jaar Wild en konijn 2,46 5% Rund 5,85 12% Eetbaar slachtafval 1,36 3% Varken 24,70 49% Paard 0,28 1% Schaap 0,71 1% Bevoorradingsbalans: meer slachtingen in België en meer uitvoer van vlees Over dezelfde periode steeg de bruto productie van levende dieren met 6%. Rekening houdend met de invoer en uitvoer van levende dieren is ook de netto productie gestegen met 6%. Dit weerspiegelt een toename van de slachtingen in België. Toch daalde de consumptie. Dat door het steeds groter aandeel (al dan niet bereid) vlees dat wordt uitgevoerd. Het activiteitsvolume (productie + invoer) of (consumptie + uitvoer) steeg tussen 2005 en 2013 met 13%, van tot ton.

4 4/ Vleesbalans tussen 2005 en 2013 (ton slachtgewicht) Productie Invoer Consumptie Uitvoer In dezelfde periode steeg zowel de netto productie (+6% of ton), de invoer (+39% of ton) als vooral de uitvoer (+30% of ton) van vlees (geslachte dieren). Die stijging compenseert ruimschoots de afname van de binnenlandse consumptie met ton Ondanks een daling van de binnenlandse consumptie groeit de activiteit in de Belgische vleessector dus snel, dankzij een opmerkelijke toename van de uitvoer.

5 5/7 Bijlage: cijfertabellen Zichtbaar verbruik Slachtgewicht jaar jaar jaar % Kg/i.j % Extr* kg/inwoner kg/kg Rund 19,73 15,77 15,39-22% -4 kg 18% 0,38 Varken 45,91 43,31 43,24-6% -3 kg 50% 0,57 Schaap 2,29 1,24 1,39-39% -1 kg 2% 0,51 Paard 1,10 0,79 0,74-33% 0 kg 1% 0,38 Gevogelte 22,61 20,54 18,98-16% -4 kg 22% 0,78 Wild en konijn 4,32 2,79 3,15-27% -1 kg 4% 0,78 Eetbaar slachtafval 3,91 2,75 3,57-29% -1 kg 3% 0,38 Totaal (slachtgewicht) 99,87 87,19 86,46-14% -14 kg 100% * Eetbaar gedeelte in kg/ kg slachtgewicht, volgens Global Footprint Network (2008). National Footprint Accounts 2008 edition Menselijke consumptie jaar jaar jaar % Kg/i.j % kg/inwoner Rund 7,50 5,99 5,85-22% -2 kg 12% Varken 26,23 24,74 24,70-6% -2 kg 50% Schaap 1,18 0,64 0,71-39% 0 kg 1% Paard 0,42 0,30 0,28-33% 0 kg 1% Gevogelte 17,63 16,02 14,80-16% -3 kg 30% Wild en konijn 3,37 2,17 2,46-27% -1 kg 5% Eetbaar slachtafval 1,49 1,05 1,36-29% 0 kg 2% Totaal (eetbaar gedeelte) 57,81 50,91 50,16-14% -8 kg 100% Algemene balans (alle vleessoorten) in ton ALGEMEEN TOTAAL jaar jaar jaar % Bruto productie % Uitvoer levende dieren % Invoer levende dieren % Netto productie % Beginvoorraad Eindvoorraad Uitvoer (+ bereidingen) % Invoer (+ bereidingen) % Menselijke consumptie % Idem kg/inwoner % -13 % zelfvoorziening % 28

6 6/7 Definities Het geslachte dier is het volledige dier als het het slachthuis verlaat, zonder huid en ingewanden maar met been. Het eetbare slachtafval (lever, enz.) wordt afzonderlijk aangeboden, zodat het totaal overeenkomt met de menselijke consumptie in "slachtgewicht" (het volledige eetbare gedeelte van de dieren). Deze statistieken betreffen enkel het gedeelte voor menselijke voeding en dus niet het gedeelte voor de voeding van huisdieren. De zichtbare verbruikte hoeveelheden zijn de hoeveelheden die in de keuken terechtkomen. We weten echter niet welk aandeel wordt weggegooid of aan huisdieren gegeven. De hoeveelheid "vlees zonder been" is het gedeelte dat we kunnen eten, rekening houdend met een extractiefactor (vleesgewicht/slachtgewicht) uit de literatuur. Dit is geen standaardmanier om de resultaten voor te stellen. De FAO hanteert het slachtgewicht. We gebruiken echter deze schattingen om een eventuele vergelijking met voedingsaanbevelingen mogelijk te maken. In dit persbericht hebben we de benaming van de groepen dieren vereenvoudigd door slechts het meest kenmerkende vlees van elke groep uit de gedetailleerde statistieken te vermelden. Rund = rund- en kalfsvlees Varken = varkensvlees Schaap = schapen- en geitenvlees Paard = paardenvlees Gevogelte = vlees van pluimvee Wild en konijn = wild- en konijnenvlees Eetbaar slachtafval = eetbaar slachtafval

7 7/7 Bijkomende inlichtingen Voor meer inlichtingen kan u terecht bij Stephan Moens: 02/ statpress@economie.fgov.be Bronvermelding Algemene Directie Statistiek Statistics Belgium. Aanvullende cijfergegevens Tabellen met gedetailleerde gegevens zijn terug te vinden: