Samenvatting Filosofie Algemene eindtermen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Filosofie Algemene eindtermen"

Transcriptie

1 Samenvatting Filosofie Algemene eindtermen Samenvatting door L woorden 23 april keer beoordeeld Vak Filosofie ALGEMENE EINDTERMEN 1. De kandidaten kunnen verschillende opvattingen en de daarbij behorende begrippen over (a) het nut en het nadeel van de sceptische twijfel, (b) de relatie tussen waarneming en werkelijkheid, (c) de mogelijkheid van kennis, (d) de mogelijkheid van communicatie en (e) de relatie tussen kennis, rationaliteit en integriteit, herkennen, uitleggen, vergelijken, bekritiseren en toepassen aan de hand van voorbeelden en casussen en een beargumenteerd standpunt innemen ten aanzien van deze opvattingen. 2. De kandidaten kunnen antropologische en ethische vooronderstellingen die een rol spelen in het filosofische debat over de status van kennis benoemen en uitleggen. Daarnaast kunnen zij de metafysische, epistemologische vooronderstellingen bij (a) het onderscheid tussen buitenwereld en binnenwereld en (b) het onderscheid tussen binnenwereld en belevingswereld, herkennen en kritisch evalueren De kandidaten kunnen wijsgerige methoden, kennissystemen en wereldbeelden van zichzelf en van anderen aan de hand van sceptische voorbeelden en gedachteexperimenten kritisch evalueren. 4.1 HOOFDSTUK 1 SCEPTICISME OP SCHERP GESTELD 4. De kandidaten kunnen aan de hand van een voorbeeld aangeven wat gerede twijfel inhoudt en uitleggen wat het verband is tussen gerede twijfel en een sceptische houding. Gerede twijfel = zoveel twijfel hebben dat je serieus op een andere manier ergens tegen aan kunt kijken Voorbeeld: Een man is overleden, in de rechtszaal pleit de advocaat van de verdachte dat mishandeling niet tot de dood heeft geleden. De overledene heeft een genetische verzwakking van de slagader, niezen kan hebben gezorgd dat de slagader scheurde waardoor de man is overleden. De jury gaat twijfelen wat nu de juistewerkelijkheid is; overleden door mishandeling of door SMA. Dit staat in verhouding met scepticisme, omdat je vanuit het scepticisme nooit oordelen mag en kan aannemen. Bij scepticisme is er nooit een uiteindelijk oordeel dat zeker waar is. Dit alles is bij gerede twijfel ook zo. 5. De kandidaten kunnen uitleggen wat metafysisch, epistemologisch en conceptueel scepticisme inhouden en deze vormen van scepticisme toepassen, bekritiseren en evalueren. Pagina 1 van 35

2 Metafysisch scepticisme = het werkelijkheidsprobleem, het is niet zeker wat er buiten ons en onafhankelijk van ons bestaat, is er een buitenwereld? Epistemologisch scepticisme = het kennisprobleem, kennis is onmogelijk, voor alles wat men denkt te weten bestaan sceptische alternatieven Conceptueel scepticisme = het probleem van andere geesten, communicatie is onmogelijk, we weten niet of/wanneer anderen ons begrijpen, communiceren langs elkaar door eigen ervaringen/waarden 6. De kandidaten kunnen het onderscheid aangeven tussen pyrronistische en academische scepsis. vinden (dogmatici, dogma = vaste stelling, waarheid gevonden) zoeken stoppen (dogmatici) niet vinden (door)zoeken naar waarheid (sceptici) niets is zeker,waarheid is ongrijpbaar (academici) Pyrronisten kijkt naar twee kanten van een vraag en weegt deze zo nauwkeurig tegen elkaar af. Er zijn geen doorbrekende middelen waardoor de pyrronist geen keuze maakt. Dus academici stellen vast dat de waarheid ongrijpbaar, terwijl pyrronisten niks vast stellen, ze maken geen keuze en maken zich hier niet langer druk om waardoor ze innerlijke rust vinden. 7. De kandidaten kunnen uitleggen wat wordt bedoeld met de pyrronistische problematiek en deze problematiek op theoretisch, psychologisch en dialectisch niveau interpreteren. Psychologisch niveau: Bij elk onderwerp lopen we tegen tegengestelde meningen aan. De pyrronistische problematiek houdt in dat voor beide meningen iets te zeggen valt. Een filosoof kan elke mogelijke mening overtuigend beredeneren. Door gebrek aan onafhankelijke middlene is geen mening goed of fout. Hierdoor is niets zeker. Naarmate we meer tegengestelde meningen tegenkomen, houden we niet langer vast aan onze opvattingen. Het onthechten van de onze opvattingen geeft ons uiteindelijk innerlijke rust. Dus door isothenie (= de gelijkwaardigheid van tegengestelde argumenten) kunnen we geen goede keuze maken en besluiten we om dit dan ook niet te doen, en ons hier niet langer druk over te maken. Dialectisch niveau: Er kan geen rationele keuze gemaakt worden bij meningsverschillen door een neutrale observator. Dit is omdat er bij elke opvatting even krachtige argumenten voor als tegen gegeven kunnen worden. Een keuze maken kan dan alleen als iemand van tevoren al een keuze had, en dus geen neutrale observator meer is. Theoretisch niveau: Het is onmogelijk voor eindige wezens om verantwoorde overtuigingen te hebben. Te verklaren door Agrippa s trilemma (zie punt 8) 8. De kandidaten kunnen uitleggen wat het trilemma van Agrippa inhoudt en de drie opties die daarbij aan de orde zijn benoemen en evalueren. Pagina 2 van 35

3 Het is onmogelijk om je overtuigingen te verantwoorden. Er zijn namelijk drie opties bij het verantwoorden van overtuigingen: 1. Regressie: opvatting verantwoorden door een andere opvatting en die opvatting weer verantwoorden door een andere opvatting etc. (bewijsstuk heeft weer bewijs nodig etc.) 2. Veronderstelling: je stopt met het verantwoorden bij een basisovertuiging die geen verdere verantwoording behoeft. 3. Cirkelredenering: je wilt je probleem bewijzen met iets dat weer bewijs nodig heeft uit het probleem zelf. 9. De kandidaten kunnen uitleggen wat René Descartes met zijn radicale twijfel beoogt en daarbij zijn drie niveaus van twijfel en bijbehorende argumenten onderscheiden en beschrijven. Descartes vond scepticisme bedreiging voor al onze kennis en wetenschap. Daarom ging hij op zoek naar kennis als fundament voor al ons denken. Alles wat ook maar enige vorm tot twijfel aan kan nemen bestempelen als onwaar, dan blijft de waarheid over. Descartes bouwt dus af tot hij de kern van waarheid gevonden heeft, dit doet hij in 3 stappen. 1. Perceptuele vergissingen: niet meer zeker zijn van je waarnemingen, je zintuigen kunnen je bedriegen. Waarneming opschorten. 2. Mogelijkheid dat je aan het dromen bent: als je niet zeker weet of je aan het dromen bent of niet, kun je ook niet zeker weten of de buitenwereld echt bestaat of niet. Bestaan van buitenwereld opschorten 3. Wiskunde (de wereld is wiskundig): het heeft een zekere uitgebreidheid, maar er is een kwaadaardige demon die je bedriegt zodat je niet meer zeker kunt zijn over de wiskundige zekerheden die je denkt te hebben. Wiskundige zekerheden opschorten. Descartes radicale twijfel = waarneming, bestaan van de buitenwereld, wiskundige zekerheden opschorten. Je kunt dus aan alles twijfelen, behalve dat er op dit moment iets is dat twijfelt. Het ik dat denkt moet als denkend ik bestaan à Cogito ergo sum: ik denk, dus ik besta. 10. De kandidaten kunnen de argumentatie reconstrueren hoe Descartes vanuit het ik denk concludeert tot het bestaan van zichzelf als res cogitans, het bestaan van God en het bestaan van de buitenwereld als res extensa. Descartes komt erachter dat hij door middel van zijn twijfel alles opzij kan schuiven op één ding na: wat onbetwijfelbaar is, is dat er iemand is die twijfelt, dat er iemand is die die gedachtes heeft. Descartes concludeert hieruit: Ik besta als een denkend iets (Cogito ergo sum). Dit zekere fundament noemt Descartes res cogitans. Descartes zegt over God het volgende: God is perfect. Perfectie kan geen gebreken hebben, het kan dus ook niet aan bestaan ontbreken. Omdat God perfect is, moet God dus wel bestaan. Als perfect is, dan is hij algoed. Een algoede God zou Descartes niet bedriegen, dus moet de buitenwereld die Descartes waarneemt wel bestaan. Deze buitenwereld noemt Descartes res extensa. 11. De kandidaten kunnen uitleggen hoe David Hume bij bewustzijnsverschijnselen het onderscheid maakt tussen Pagina 3 van 35

4 indrukken (impressies) en denkbeelden (ideeën). Impressies zijn indrukken of gewaarwordingen die wij verwerven door middel van onze zintuigen. Impressies zijn krachtig en hevig en geven alleen de waarneming weer. Bijvoorbeeld de kleur zwart. Ideeën zijn de verwerkingen van de indrukken en gewaarwordingen, oftewel de impressies. Deze verwerking vindt plaats door middel van redeneringen en denkprocessen. Je neemt bijvoorbeeld een kleur zwart waar en door middel van redeneringen kom je tot de conclusie dat het zwart dat je zag het woord zwart was. Het onderscheid is dus dat impressies de waarnemingen zelf zijn, het gevoel dus, en de denkbeelden/ideeën de redeneringen en denkprocessen zijn die volgen uit de impressies, het denken dus. 12. De kandidaten kunnen uitleggen hoe en op grond waarvan Hume een verschil maakt tussen enkelvoudige en complexe denkbeelden (ideeën) en daarbij aangeven dat complexe denkbeelden betrekking kunnen hebben op concrete, abstracte of denkbeeldige zaken. Hume maakt onderscheid tussen enkelvoudige en complexe ideeën door middel van één of meerdere zintuigen en wat ze waarnemen. Enkelvoudige ideeën komen voort uit de waarneming door één zintuig, zoals een bepaalde kleur of een specifieke geur. Deze enkelvoudige ideeën kun je samenvoegen tot een complex idee zoals een boek. Hierbij is een boek een concrete zaak. Ook zijn er abstracte zaken waarbij enkelvoudige ideeën samengevoegd worden tot abstracte ideeën zoals substantie, identiteit en causaliteit. Geen van deze zaken kunnen we echter waarnemen en zouden dus aan het lijstje denkbeeldige zaken kunnen worden toegevoegd, waar ook voorbeelden als gevleugelde paarden, vuurspuwende draken en monsterlijke reuzen inzitten. 13. De kandidaten kunnen uitleggen waarom Hume een sceptische houding inneemt ten opzichte van zowel causaliteit als inductie en daarbij beargumenteren waarom het uniformiteitsprincipe volgens Hume in psychologisch opzicht onvermijdelijk is, maar in filosofisch opzicht niet te verantwoorden valt. Voor Hume dachten de meeste filosofen dat de relatie tussen oorzaak en gevolg (= causaliteit) logisch noodzakelijk moest zijn. Maar volgens Hume bestaat die relatie enkel in het constant samen voorkomen, in een bepaalde vorm in de tijd. De begrippen oorzaak; gevolg en causaliteit kunnen onmogelijk teruggevoerd worden op enkelvoudige impressies en daarom zijn ze onaanvaardbaar voor Hume. Inductie komt een beetje op hetzelfde neer. Ook al hebben we ons hele leven kunnen afleiden dat de zon elke dag opkomt, we kunnen nooit zeker weten of dat morgen weer gebeurd. Deze voorspelling is gebaseerd op ervaringen en abstracte verwachtingen. Deze abstracte verwachtingen ten aanzien van de wereld = het uniformiteitsprincipe. Dit zal je nooit volledig kunnen onderbouwen en zal dus ook nooit een bevredigend antwoord geven. Het betekend dat je voortdurend ergens vanuit gaat. Causaliteit is volgens Hume een abstract idee. Dit kunnen we nooit aannemen, en deze hebben dus dezelfde status als niet bestaande complexe ideeën. Maar aan de andere kant ziet Hume wel het nut van complexe ideeën. Dit zijn de belangrijkste punten van zijn scepticisme. Pagina 4 van 35

5 Psychologisch is dit noodzakelijk anders wordt het leven te ingewikkeld. Psychologisch gezien is het te belangrijk, want zonder, is het niet mogelijk op dingen te begrijpen. Maar filosofisch gezien is ergens vanuit gaan niet verantwoord, want dat kan je niet waarnemen zegt Hume. 14. De kandidaten kunnen uitleggen wat de overeenkomsten zijn tussen het gedachteexperiment van het brein in een vat en de gedachte-experimenten van Descartes. Putnams gedachte-experiment van het brein in een vat (BIV): Je denkt dat je een mens van vlees en bloed bent en dat je vanalles hebt meegemaakt. Maar dat is niet zo, je bent enkel een stel hersenen in een vat met vloeistoffen. Wetenschappers stimuleren je brein zo, dat je niet weet dat je een BIV bent. Hierdoor kun je perfect functioneren, ervaringen hebben en opvattingen vormen. Descartes droom of kwaadaardige demon: Op het derde en diepste niveau van de twijfel, beschouwd Descartes de mogelijkheid dat er een kwaadaardige demon bestaat (genius malignus). Het klassieke idee is dat God almachtig en algoed is. Maar een kwaadaardige demon zou ervoor kunnen zorgen dat alles wat je waarneemt of op een of andere manier gelooft, bedrog of misleiding is. Beide gedachte-experimenten komen op het zelfde neer: je kunt er niet zeker van zijn dat alles wat je waarneemt, werkelijk zo is. Omdat je dit niet zeker kunt weten, kun je niks zeker weten. 15. De kandidaten kunnen in dialogen of bij discussies, de pyrronistische, cartesiaanse en humeaanse wijze om kennisclaims te problematiseren, herkennen, onderscheiden, uitleggen en toepassen. Pyrronistische wijze = inspelen op de onmogelijkheid om argumenten op een neutrale manier tegen elkaar af te wegen (zie 7) Cartesiaanse wijze = sceptische alternatieven in stelling brengen (zie 9 en 10) Humeaanse wijze = zal aan strepen dat de pogingen van degene met een opvatting om deze te onderbouwen, ontoereikend zijn (zie 13) 16. De kandidaten kunnen het verschil uitleggen tussen tegen-feitelijke, conceptuele en evaluatieve gedachteexperimenten en aangeven welke rol ze spelen in argumentaties voor en tegen scepticisme. iegen-feitelijke gedachte-experimenten = hoe zou de situatie of het scenario verder/anders kunnen lopen. Het gaat dus over dingen die niet zo zijn, je kan hierbij vragen stellen die beginnen met wat als? Conceptuele gedachte-experimenten = hoe jij de situatie of het scenario zou beschrijven. Hierbij gaat het eigenlijk over nieuwe concepten. Hierbij kan je vragen stellen als: als je elke plank van een boot vervangt, is het dan nog dezelfde boot? Evaluatieve gedachte-experimenten = wat jij in een bepaalde situatie zou doen. Bijvoorbeeld: er rijdt een trein over het spoor. Een stukje verder zijn vijf mensen op het spoor aan het werken en als de trein doorrijdt, gaan al deze vijf mensen dood. De trein rijdt eerst nog onder een brug door en de enige manier om de trein te stoppen (en dus vijf Pagina 5 van 35

6 mensen te redden) is om een dikke man van de brug af te duwen waardoor de dikke man wordt aangereden en de trein zo zijn vaart zal minderen. Wat doe je in deze situatie? PRIMAIRE TEKST 1: SECTUS EMPIRICUS, HOOFDLIJNEN VAN HET PYRRONISME. BOEK I, IV, VI, VII, VIII, XII EN XV. 17. De kandidaten kunnen de opvatting van Sextus Empiricus over wat scepticisme is weergeven en daarbij aangeven wat daarvan het voornaamste beginsel is. Sextus Empiricus deelt scepticisme op in twee soorten: pyrronisten zijn dogmatici of academici. Dogmatici zeggen het antwoord gevonden te hebben. Academici zeggen dat de waarheid ongrijpbaar is (zie 6). Scepticisme is de kunde om zoveel mogelijk verschijnselen (= zintuigelijk waarneembare zaken) tegenover denkbare zaken te zetten. Pyrronisten onderzoeken niet op welke wijze verschijnselen verschijnen of op welke wijze denkbare zaken gedacht worden, maar ze streven ernaar om deze zaken eenvoudigweg te accepteren. Pyrronisten maken gebruik van tegengestelde argumenten, ook wel tegenstrijdige argumenten, om gelijkwaardigheid tussen argumenten te bereiken. Hierdoor steekt geen van de tegengestelde argumenten boven de ander uit. Wanneer dit is bereikt bevinden we ons op een punt waarbij we noch iets ontkennen, noch bevestigen, waarna we simpelweg onze mening opschorten. Door middel van opschorting probeert de pyrronist onverstoorbaarheid te bereiken, wat tevens het voornaamste beginsel van het scepticisme is, volgens Sextus Empiricus. 18. De kandidaten kunnen uitleggen in welke zin een scepticus volgens Sextus Empiricus een doctrine heeft en in welke zin niet. Een doctrine = een leer. Een scepticus heeft wel een doctrine, als je zegt dat een doctrine een levenshouding is waarmee je evidente dingen aanneemt en doorargumenteert, Een scepticus heeft geen doctrine, wanneer je een doctrine ziet als het hebben van een bepaalde theorie. 19. De kandidaten kunnen de argumentatie van Sextus Empiricus reconstrueren dat onverstoorbaarheid en beheerstheid het einddoel zijn van de sceptische levenshouding en uitleggen welke rol opschorting daarbij speelt. Onverstoorbaarheid = de onbewogenheid en kalme rust van de ziel. We noemen de hoop om onverstoorbaarheid te bereiken met motiverend beginsel van het scepticisme. Het voornaamste beginsel van de sceptische leer is dat er tegenover elk argument een gelijk argument staat. We geloven immers dat we op grond daarvan ten slotte toe komen om geen dogmatische stellingen te betrekken. We zeggen dat een scepticus geen dogma s heeft; waarbij een dogma de instemming met een van de niet-evidente zaken die nog voorwerp van wetenschappelijk onderzoek zijn. Wel kan hij zich in een bepaalde zaak vinden, want de scepticus betuigt wel zijn instemming met de gevoelens die het noodzakelijk gevolg zijn van een voorstelling die hij vormt. Wanneer hij het bijvoorbeeld warm of koud heeft zal hij niet zeggen dat hij gelooft dat hij het niet warm of koud heeft. Bij deze onvermijdelijke zaken komt bij de scepticus beheerstheid voor. Pagina 6 van 35

7 Om tot onverstoorbaarheid te komen zal de scepticus zijn meningen moeten opschorten; opschorting = de stilstand van het verstand op grond waarvan we noch iets ontkennen noch iets bevestigen. Want degene die meent dat iets van nature goed of slecht is, is voortdurend in onrust. Wanneer dat wat goed lijkt niet voorhanden is, meent hij niet alleen geteisterd te worden door zaken die van nature slecht zijn, maar jaag hij ook datgene na wat volgens hem goed is. Als hij dat dan heeft verworven, komt hij in nog grotere onrust terecht, niet alleen omdat hij onredelijk en onmatig opgetogen wordt, maar ook omdat hij, vrezend voor ommekeer van het lot, alles doet om dat wat hem goed lijkt niet te verliezen. Hij die geen oordeel velt aangaande datgene wat van nature goed of slecht is, ontvlucht niets en jaagt ook niets gespannen na. Daarom beweren we dat het einddoel van een scepticus in zaken die schijn en mening betreffen, onverstoorbaarheid is en in onvermijdelijke omstandigheden beheerstheid. 20. De kandidaten kunnen uitleggen wat Sextus Empiricus onder de vijf tropen voor opschorting verstaat en aan de hand van voorbeelden beargumenteren dat elke te onderzoeken zaak in deze vijf tropen kan worden ondergebracht, zowel waarneembare als denkbare zaken. Vijf argumenten voor opschorting: 1. Oneindigheid: gelijkheid in geloofwaardigheid van tegengestelde argumenten. 2. Regressus ad infinitum: bewijsstuk, heeft weer bewijs nodig etc. 3. Relativiteit: jij ziet alles vanuit je eigen oogpunt, maar je weet niet hoe het van nature is. 4. Veronderstelling: zonder het te beargumenteren, neem je een standpunt in. 5. Cirkelredenering: coherente overtuigingen ondersteunen elkaar wederzijds. De vijf tropen gelden voor zowel waarneembare als denkbare zaken. Als je bijvoorbeeld iets waarneembaars wilt bewijzen, moet je dat weer met iets waarneembaars bewijzen etc. (regressus ad infinitum). Als je iets waarneembaars wilt bewijzen met iets denkbaars en het denkbare weer met iets waarneembaars (cirkelredenering). Als je gewoon met iets instemt (veronderstelling) en omdat het waarneembare altijd in betrekking staat tot de waarnemer beland je in de troop relativiteit. Dit geldt ook voor het denkbare. PRIMAIRE TEKST 2: DESCARTES, MEDITATIES OVER DE EERSTE FILOSOFIE, HOOFDSTUK 1: OVER DINGEN DIE IN TWIJFEL KUNNEN WORDEN GETROKKEN. 21. De kandidaten kunnen het twijfelexperiment van Descartes in de verschillende stappen uitleggen: bij de zintuiglijke indrukken, bij het besef van het eigen lichaam en de slaap- en waaktoestand, bij het bestaan van de natuur in het algemeen en bij het bestaan van God. Descartes ging op zoek naar zekere kennis als fundament voor al ons kennen. Alles wat ook maar enige mogelijkheid tot twijfel had moeten we opzij schuiven als onwaar, pas dan weten we wat absoluut waar is. Descartes gaat dus afbouwen tot dat hij bij iets komt wat hij zeker weet (fundament van kennis) en dit doet hij door middel van een twijfelexperiment. Dit doet hij in 3 stappen: Pagina 7 van 35

8 1. Perceptuele vergissingen: niet meer zeker zijn van je waarnemingen, je zintuigen kunnen je bedriegen (denk aan optische illusies). Je kunt iets wat je één keer heeft misleidt niet meer vertrouwen. Waarneming opschorten. 2. Mogelijkheid dat je aan het dromen bent: je weet niet zeker of je aan het dromen bent of niet, dus kun je ook niet zeker weten of de buitenwereld echt bestaat of niet. Bestaan van buitenwereld opschorten 3. Wiskundige zekerheden: Het maakt volgens Descartes niet uit of je nou waakt of slaapt, want 2 plus 3 is altijd 5, waardoor het onmogelijk lijkt aan deze zekerheden te twijfelen. Toch haalt Descartes deze zekerheid onderuit door de mogelijkheid van een kwade geest die hem bedriegt in acht te nemen. Er is dus een kwade geest die Descartes uit alle macht probeert te bedriegen, die niet God kan zijn omdat God algoed is. Een algoed iets zou niet iemand proberen te bedriegen dus daar komt de kwade geest in beeld. (zie 9) Toch weet Descartes één ding zeker: je kunt aan alles twijfelen, behalve dat er op dit moment iets is dat twijfelt. Het ik dat denkt moet als denkend ik bestaan: Cogito ergo sum ( ik denk, dus ik besta). Descartes weet ook door middel van zijn twijfel experiment het bestaan van God te bevestigen. Hij beredeneert dit op de volgende manier: Niet bestaan is niet perfect God is perfect Dus God moet bestaan Een God die niet al goed is, is dus niet perfect. Maar omdat God perfect is, is hij algoed. God zou daarom ook nooit toelaten dat een kwaadaardige geest Descartes constant bedriegt. God zorgt er dus voor dat er wel degelijk een werkelijkheid is die beantwoordt aan Descartes zintuigelijke ervaringen, waaruit je kunt concluderen dat Descartes niet alleen als denkend ding (res cognitans) maar ook maar ook als een uitgebreid ding bestaat (res extensa). (zie 10) PRIMAIRE TEKST 3: HUME,TRAKTAAT OVER DE MENSELIJKE NATUUR. SCEPTICISME TEN AANZIEN VAN DE ZINTUIGEN 22. De kandidaten kunen reconstrueren hoe volgens Hume de noties dat objecten bestendig bestaan en dat ze los van de menselijke perceptie bestaan, psychologisch tot stand komen en met elkaar verbonden zijn. Als een object bestendig bestaat, dan blijft het voortbestaan buiten onze waarneming. Als het los van onze waarneming bestaat, dan blijft het dus voortbestaan van onze waarneming. Er is niets in onze waarneming dat zegt dat het object blijft voortbestaan, ook al nemen we het niet waar. Het is namelijk een psychologische gewenning dat wij het telkens zien van een object koppelen aan het bestendig bestaan van dit object. Dit is dus een psychologisch effect dat zich ontwikkelt door het leven heen. Voorbeeld: Je weet nooit zeker dat je huis er nog staat wanneer je thuiskomt. 23. De kandidaten kunnen de argumentatie van Hume reconstrueren dat het uitwendig bestaan niet met de zintuigen kan worden bewezen en dat daarmee noch de ervaring van de eigen ledematen, noch geluiden, smaken en geuren, noch ons gezichtsvermogen, een bewijs vormen voor een uitwendig bestaan van objecten die los zouden staan van onze percepties. Pagina 8 van 35

9 Hume beweert dat het bestaan van een buitenwereld niet kan worden bewezen door de zintuigen. Dit komt omdat de zintuigen niet buiten het gebied kunnen opereren waarin zij opereren. Dit betekent dat ze niet buiten zichzelf dingen kunnen waarnemen. De zintuigen kunnen net zomin een opvatting geven over het bestaan los van de geest omdat ze er onderdeel van zijn. Dit komt omdat ze geen voorstelling van de geest kunnen laten zien of maken. Ze zouden van de geest dan een object en beeld moeten laten zien en dat lukt ze niet. De ervaring van eigen ledematen is geen bewijs voor het bestaan van de buitenwereld omdat het niet ons lichaam is dat we waarnemen maar bepaalde indrukken die onze zintuigen binnen krijgen. Die indrukken wijzen we dan toe via een mentale handeling aan het hebben van een lichaam. Deze mentale handeling bewijst dus niet dat er een buitenwereld bestaat. Geluiden, smaken en geuren vormen geen bewijs omdat ze geen afmetingen hebben, hoewel de geest ze wel ziet als bestendige en onafhankelijke eigenschappen. Daardoor kunnen ze niet aan onze zintuigen verschijnen als iets van buiten het lichaam. Het gezichtsvermogen is ook geen bewijs voor het bestaan van een uitwendige wereld omdat het ons geen directe informatie geeft over afstandheid of buitenheid zonder verdere argumentatie en ervaring. 24. De kandidaten kunnen de argumentatie van Hume reconstrueren dat er geen onderscheid is in de drie soorten indrukken, te weten (a) gestalte, massa, beweging en vastheid van lichamen; (b) kleur, smaak, geur en (c) ervaringen van pijn en genot, en dat bijgevolg het toekennen van een zelfstandig en bestendig bestaan aan objecten, een product van de verbeelding is. Massa, beweging en vastheid lijken (a) objectief te zijn, maar kleur, geur, geluiden (b) niet, en pijn en genot (c) al helemaal niet. Deze zijn dus subjectief. Kleuren en geuren verschijnen op dezelfde manier aan onze zintuigen als massa en beweging. Pijn door hand in haardvuur is dezelfde waarneming als warmte ervan en de vastheid. Wij zeggen dat we allerlei verschillende dingen ervaren, maar Hume zegt dat het eigenlijk een en dezelfde ervaring is. Pijn dat komt doordat je je hand in een haardvuur steekt, komt bijvoorbeeld doordat je hand er heel warm van wordt. Het is dus dezelfde ervaring. Er is dus geen verschil tussen ervaringen van objectieve en subjectieve dingen (a), (b) en (c), alles hangt samen, want van de ervaring van het ene komt bijvoorbeeld de ervaring van het andere. 4.2 HOOFDSTUK 2 DE BUITENWERELD OP DE HELLING 25. De kandidaten kunnen uitleggen wat naïef realisme inhoudt en aangeven welke twee bezwaren er tegenin gebracht kunnen worden, te weten dat zintuiglijke ervaringen (a) afhankelijk zijn van het standpunt van de waarnemer en (b) illusoir of hallucinatorisch kunnen zijn.naïef realisme: Fysische objecten zijn driedimensionaal Pagina 9 van 35

10 Fysische objecten bestaan ondanks onze waarneming Fysische objecten blijven bestaan ook als niemand kijkt Fysische objecten bevinden zich in de publieke ruimte (voor iedereen te zien; gedachtes, gevoelens bijvoorbeeld niet, dit is niet publiek) Dit geeft problemen voor de filosofie Problemen met naïef realisme a. Welke zintuigelijke ervaringen we precies hebben, hangt niet alleen af van de fysische objecten en hun eigenschappen maar ook van ons standpunt als waarnemer. We hebben zelf invloed op wat we waarnemen, want we zijn er zelf deel van. (Een voorbeeld hiervan is wanneer wij met zijn allen naar mevrouw Nelissen kijken. Sommige zien haar vanaf 2 meter afstand en sommige zien haar van de voorkant of haar profiel. In feite zien we allemaal dezelfde persoon, maar onze zintuigelijke waarneming geeft ons wel een ander beeld.) b. We zijn soms onder hevige illusies/hallucinaties, hoe kunnen we bewijzen dat we dat niet altijd zijn? In hoe verre kun je het onderscheiden van de waarneming? Zintuigelijke waarneming alleen is niet genoeg om te bepalen welke van de drie soorten waarneming je nou eigenlijk hebt. Het enige wat onbetwistbaar is, is het feit dat jij die bepaalde waarneming hebt. Maar wat je ervaart hoeft dus niet de buitenwereld te zijn. Ze hoeven dus niet waar te zijn. 26. De kandidaten kunnen weergeven wat Immanuel Kant beschouwt als het schandaal van de filosofie en beargumenteren hoe de combinatie van empirisme met de notie dat we de buitenwereld niet rechtstreeks waarnemen maar veeleer via afbeeldingen, leidt tot metafysisch scepticisme. Het schandaal van de filosofie volgens Kant: Dat er na zoveel eeuwen filosofie nog steeds geen bewijs voor de buitenwereld gevonden is. Het bestaan van de buitenwereld kunnen we enkel op geloof aannemen. Empirisme: We kennen de wereld enkel en alleen via de waarneming. à We hebben enkel de beelden van de waarneming waarbij we niet weten of het representaties zijn van een ware werkelijkheid. We weten dus niet zeker of de afbeeldingen die wij waarnemen, in de wereld onafhankelijk van ons, ook zo zijn. Hieruit volgt het metafysisch scepticisme. Doordat we de wereld enkel via de afbeeldingen van de waarneming kennen, is het onmogelijk om te weten of de wereld onafhankelijk van ons bestaat. Metafysisch scepticisme is dus het twijfelen aan het bestaan van de buitenwereld. 27. De kandidaten kunnen uitleggen waarom John Locke een klassiek empirist genoemd kan worden en daarbij aangeven hoe hij denkt over het tot stand komen van kennis en over de rol die zintuigen en ideeën daarbij spelen. Klassiek empirisme (Aristoteles): Kennis wordt uit zintuiglijke waarneming gehaald. Hierbij nemen wij de buitenwereld indirect waar, omdat we nooit direct toegang hebben tot een bepaald object. Een waarneming wordt eerst in je hoofd verwerkt tot een product en dit product vormt de kennis. Lockes empirisme: Mens is bij geboorte Tabula Rasa (=onbeschreven blad). We hebben nog geen kennis en hoe ouder we worden hoe meer deze gevuld wordt met zintuiglijke waarnemingen. Deze waarnemingen worden verwerkt door vermogens tot abstracte ideeën, vergelijkingen, vervoeging en abstrahering. Gedachten kunnen wel specifieke dingen vormen door deze vermogens, maar hebben wel eerst waarnemingen nodig om echt kennis te krijgen. Lockes empirisme komt dus sterk overeen met het klassiek empirisme van Aristoteles, want beide filosofen zeggen Pagina 10 van 35

11 dat kennis uit de zintuiglijke waarneming komt en dat kennis een product is van vergelijkingen, abstracte ideeën, vervoegingen en abstrahering (kennis is dus indirect). 28. De kandidaten kunnen Lockes onderscheid tussen primaire en secundaire kwaliteiten maken en het verband aangeven met zijn indirect realisme. Alle kennis die we als mens verkrijgen voorkomt uit zintuiglijke waarnemingen. Locke probeert het bestaan van de buitenwereld daarom te bewijzen door op zintuiglijke aspecten in te gaan. Een argument dat hij geeft is dat onze zintuigen elkaar bevestigen: een banaan ziet er krom uit en voelt ook krom. Het soort argument dat Locke gebruikt voor zijn bewijs, heet afleiding naar de beste verklaring (inference to the best explanation). Deze denkstap wordt abductie genoemd. IBE werkt niet voor waarnemingen als kleur en smaak, omdat deze eigenschappen maar door één zintuig waargenomen kunnen worden. Locke maakt daarom onderscheid tussen primaire kwaliteiten (door meerdere zintuigen waar te nemen) en secundaire kwaliteiten (door één zintuig waar te nemen en daardoor afhankelijk van de waarnemer). 29. De kandidaten kunnen de kritiek van George Berkeley op het indirect realisme van Locke weergeven en kunnen reconstrueren hoe Berkeley beargumenteert dat bestaan is waargenomen worden. Er is een fundamenteel verschil tussen de twee filosofen Locke en Berkeley. Locke trekt als het ware twee soorten eigenschappen uit elkaar wanneer het zich om een voorwerp betreft. Hij onderscheidt hier primaire en secundaire kwaliteiten. Berkeley levert hier kritiek op, voornamelijk door te beweren dat er geen verschillen bestaan tussen primaire en secundaire kwaliteiten. Berkeley meent dat deze theorie direct tot scepticisme leidt. Onze zintuigen zijn niet in staat om bijvoorbeeld kleur en vorm uit elkaar te trekken. Sterker nog, probeer eens om kleur voor te stellen zonder vorm, of vorm zonder kleur. Hierdoor hebben we geen enkele reden om aan te nemen dat wanneer een banaan niet wordt waargenomen wel krom is, maar niet geel, aangezien onze zintuigen ook geen onderscheid maken tussen deze twee eigenschappen. Het zou dus absurd zijn te denken dat primaire kwaliteiten zouden blijven bestaan wanneer ze niet waargenomen worden, en secundaire kwaliteiten niet. Volgens Berkeley geldt voor primaire kwaliteiten wat ook voor secundaire kwaliteiten geldt, zowel de geur, kleur, smaak, vorm bestaan slechts in het hoofd van de waarnemer, ofwel esse est percipi: Bestaan is waargenomen worden. 30. De kandidaten kunnen het onderscheid maken tussen Berkeleys subjectief idealisme en zijn objectief idealisme, en daarbij uitleggen hoe hij de stabiliteit van onze zintuiglijke ervaringen verklaart. George Berkeley is een empirist. Hij vind dat het onmogelijk is om een onderscheid te maken tussen primaire en secundaire kwaliteiten. Wat wij objecten noemen zijn voor hem bundeltjes zintuiglijke ervaringen. Vanuit zijn subjectief idealisme is het Berkeley s grootste probleem om te verklaren waarom die bundeltjes zintuiglijke ervaringen Pagina 11 van 35

12 een hoge mate van stabiliteit en continuïteit lijken te hebben. Hij gelooft dan ook vanuit dit idealisme dat bestaan bestaat in het waargenomen worden. Dat betekent dat iets alleen maar blijft bestaan zolang het wordt waargenomen. Daarom komt hij met het objectief idealisme, waarmee hij zich op god beroept om te verklaren waarom de woonkamer er bijvoorbeeld nog het zelfde uit zien als we even weg zijn geweest. God zorgt hier voor de stabiliteit en continuïteit van onze zintuiglijke ervaringen, door alles tegelijkertijd waar te nemen. 31. De kandidaten kunnen uitleggen hoe volgens Thomas Reid het gezond verstand het scepticisme dat voortvloeit uit het indirect realisme weerlegt. Zij kunnen daarbij twee varianten van het direct realisme uitleggen en met elkaar vergelijken, te weten het naïef realisme en het wetenschappelijk realisme. Volgens Thomas Reid weerlegt het gezond verstand het scepticisme dat voortvloeit uit het indirect realisme. Hij stelt dat er onafhankelijk van ons een buitenwereld is met daarin een heleboel fysische objecten (zoals de banaan), maar dat we die niet waarnemen via de omweg van sensaties of ideeën, maar juist door dit gezonde verstand nemen we die buitenwereld en die fysische objecten direct of onmiddellijk waar. Volgens Reid vormen illusies en hallucinaties de uitzondering en niet de regel en kunnen de verschillen tussen wat we afhankelijk van ons gezichtspunt waarnemen perfect wetenschappelijk verklaard worden met behulp van de regels van de meetkunde en de perspectiefleer. Hiermee is er geen enkele reden aan te nemen dat er tussen onze waarnemingen en de wereld sensaties of ideeën zouden staan. Direct realist neemt ook primaire en secundaire kwaliteiten waar. Een direct realist die gelooft dat objecten werkelijk alle eigenschappen hebben die we waarnemen, wordt een naïef realist genoemd. Voorbeeld: gelooft dat de banaan die niet wordt waargenomen niet alleen krom, maar ook geel en zoet is. Een direct realist die gelooft dat de fysica aantoont dat er in tegenstelling tot zintuigelijke eigenschappen die niet afhankelijk zijn van de waarnemer (zoals vorm) ook zintuigelijke eigenschappen zijn die wel afhankelijk zijn van de waarnemer (zoals kleur en smaak) zijn wordt een wetenschappelijk realist genoemd. Voorbeeld: gelooft dat de banaan die niet wordt waargenomen wel krom is, maar niet geel noch zoet. Direct realisme (zowel naïef realisme als wetenschappelijk realisme) heeft een groot voordeel op indirect realisme, omdat het niet hoeft af te rekenen met de uitdaging van het scepticisme. De buitenwereld bestaat. 32. De kandidaten kunnen de respons van Kant op het metafysisch scepticisme weergeven en vergelijken met de respons van Locke en met die van Berkeley. De reactie van Kant op het metafysisch scepticisme is dat de buitenwereld bestaat. We kunnen het bestaan van de buitenwereld namelijk in twijfel trekken en iets dat je kunt betwijfelen, moet bestaan. We kunnen echter geen kennis hebben van de buitenwereld zoals die onafhankelijk van ons bestaat (noumenale wereld) omdat het een abstract postulaat is. Kant is het dus enerzijds wel met Berkeley eens aangezien ook Berkeley zegt dat de dingen die wij waarnemen niet de buitenwereld zelf is, maar we moeten volgens Kant dan wel het bestaan van de buitenwereld veronderstellen. Dit doet Berkeley niet. Locke zegt net zoals Kant dat er een buitenwereld is. Locke zegt echter dat je wel kennis kunt hebben van de Pagina 12 van 35

13 buitenwereld. Je kunt namelijk kennis hebben over de primaire kwaliteiten die afhankelijk van de waarnemer bestaan. Kant is het hier dus niet mee eens. Hij zei namelijk dat wij geen kennis kunnen hebben van de buitenwereld. 33. De kandidaten kunnen het verband tussen Kants bewijs voor het bestaan van een buitenwereld en zijn transcendentaal idealisme uitleggen en bekritiseren. Hoe bewijst Kant bestaan van buitenwereld?: Onze innerlijke ervaring van ons bestaan in de tijd pas mogelijk wanneer er iets bestendigs buiten ons bestaat. 1. Bewust dat je mentale toestanden een welbepaalde volgorde hebben 2. Bewust zijn van iets bestendigs 3. Bestendigs waar je bewust van bent kan niet jij als subject zijn en evenmin jouw subjectieve impressies dus vergt een van jou onafhankelijk object in de buitenwereld 4. Dus bewust van de buitenwereld want bewustzijn kan niet gebaseerd zijn op verbeelding Kant s transcendentaal idealisme = We kunnen alleen kennis hebben over de dingen die we waarnemen (fenomenale wereld). Dit is Kant zijn idealisme. Zijn transcendentale argument houdt in dat Kant veronderstelt dat er wel een buitenwereld moet zijn omdat als ik twijfel aan het bestaan van de buitenwereld (zegt Kant), moet het wel bestaan. Met zijn transcendentaal idealisme kan Kant het bestaan van de buitenwereld bewijzen. 34. De kandidaten kunnen de argumentatie van Kant reconstrueren waarom het bestaan van een buitenwereld enerzijds niet op empirische kennis berust, maar anderzijds wel via een noodzakelijke redenering bewezen kan worden. Kant zegt dat je niet buiten de waarneming kan treden en naar de wereld kan kijken (= transcendentie). Je kan dus ook nooit weten of wat jij waarneemt correspondeert met het Ding an sich. Je kan dus ook niet empirisch bewijzen of dit correspondeert. Bestendigheid van de waarneming is onderdeel van de waarneming zelf. Als ik twee dingen met elkaar vergelijk, blijft de waarneming bestendig aanwezig terwijl ik het tweede waarneem. Bestendigheid is dus niet van mij zelf, maar van iets buiten mij. 35. De kandidaten kunnen de fenomenalistische opvatting van John Stuart Mill uitleggen en daarbij aangeven in welk opzicht zijn opvatting verschilt van die van Berkeley. John Stuart Mill was de stichter van het fenomenalisme. Mill geloofde dat we geen kennis konden hebben over noumena (= objecten of substanties die op zichzelf staan). Hij geloofde echter dat er fenomenen waren, oftewel zintuigelijke gewaarwordingen. Volgens Mill bestaan fenomenen niet alleen als ze waargenomen worden maar ook als ze waargenomen kunnen worden. Dit betekent dat een fenomeen als nog bestaat ook al neem je hem niet waar. Het verschil met Berkeley is dat Berkeley gelooft dat fenomenen alleen bestaan als ze waargenomen worden en Mill vindt dat fenomenen, naast dat ze bestaan als ze waargenomen worden, ook bestaan als ze in staat zijn waargenomen te kunnen worden. Voorbeeld: er staat een stoel achter een deur die we niet kunnen waarnemen. Pagina 13 van 35

14 Volgens Berkeley zou deze stoel niet bestaan omdat we hem niet kunnen waarnemen. Volgens Mill zou de stoel wel bestaan omdat de stoel waargenomen kan worden als je de deur open doet. 36. De kandidaten kunnen Bertrand Russells onderscheid tussen kennis door beschrijven en kennis door vertrouwdheid uitleggen en in verband brengen met zijn fenomenalisme. Kennis door beschrijving = Logische constructies gebaseerd op de sense-data zoals de fysische objecten en onmiddelijke niet-geïnterpreteerde ervaringen. Kennis door vertrouwdheid = In onze bewustzijnsinhouden kunnen we ons niet vergissen. Bestaan uit onmiddellijk niet geïnterpreteerde ervaringen. Russels fenomenalisme: We kunnen alleen maar zekerheid hebben over onze eigen bewustzijnsinhouden (herinneringen, overtuigingen, zintuiglijke ervaringen). Maar je kan je ook vergissen: Je herinnert je iets dat niet heeft plaatsgevonden Je gelooft ten onrechte dat er fysische objecten aan de basis van je zintuiglijke ervaringen liggen Maar dusdanig zijn we onfeilbaar in onze bewustzijnsinhouden. We kunnen ons onmogelijk vergissen. 37. De kandidaten kunnen beschrijven wat de notie sense-data inhoudt en uitleggen waarom sense-data volgens Russell tegelijk objectief en subjectief zijn. Sense-data zijn volgens Russell pure ongeïnterpreteerde ervaringen. Ze zijn vergelijkbaar met de impressies van Hume. Het is een enkele ervaring zoals roze of vloeibaar. Uit deze sense-data kunnen we fysische objecten afleiden, wat vergelijkbaar is met ideeën. Dit noemt hij kennis door beschrijving. We denken het dus te weten. Sense-data is aan de ene kant objectief, want ze zijn gegeven en onmogelijk om je in te vergissen. Aan de andere kant is het subjectief, omdat het je persoonlijke sense-data is. Het is voor iedereen anders. 38. De kandidaten kunnen uitleggen wat metamerisme inhoudt, waarom het een probleem vormt voor de identificatie van kleuren met fysische eigenschappen en waarom het een argument vormt voor eliminativisme en projectivisme. Metamerisme = dat wat fysisch gesproken veel ingewikkelder is, wordt perceptueel gesproken waargenomen in een beperkt aantal kleurervaringen. Er is een lokaal metafysisch scepticisme. Volgens deze filosofen mag er dan wel een buitenwereld zijn, maar smaken en kleuren bevinden zich daar niet in (= eliminativisme). Smaken en kleuren worden veeleer door ons op de buitenwereld geprojecteerd (= projectivisme). Voorbeeld: in de schaduw is de gele banaan donkerder geel. Kleur is geen kwestie van informatie uit de buitenwereld decoderen, maar eerder een kwestie van informatie uit de buitenwereld encoderen. Decoderen = de informatie zit in de buitenwereld en de waarnemer haalt die eruit. Encoderen = door middel van een relatief beperkt aantal kleurcategorieën kleurt de waarnemer de informatie in. Pagina 14 van 35

15 39. De kandidaten kunnen uitleggen wat een dispositionele analyse van kleur inhoudt en beargumenteren waarom deze benadering een antwoord vormt op het metafysisch scepticisme betreffende kleur. De dispositionele analyse van kleur = een object toont onder normale omstandigheden een bepaalde kleur aan ons. Het object heeft zelf de dispositie om onder die normale omstandigheden een bepaalde kleur over te laten komen aan ons. De dispositie is dus een vermogen dat een object heeft. Een banaan heeft bijvoorbeeld de dispositie om als geel voor te komen. Wanneer de banaan in een boodschappentas zit lijkt de banaan niet geel, omdat hij zich niet in normale omstandigheden verkeert. Dit betekent echter niet dat de banaan niet meer de dispositie heeft om geel voor te komen. Wanneer je de banaan uit de tas haalt zal hij als geel voorkomen. De dispositie van kleur is dus een vermogen wat in de banaan zelf zit en niet vanuit ons komt. Wij zijn nodig in de dispositionele analyse om de kleur te bevestigen. De kleur zit dus niet alleen in de ons hoofd, maar ook in de banaan zelf. We hoeven dus niet het bestaan van kleur (of geur of smaak) in twijfel te trekken en dit ondermijnt het metafysisch scepticisme. Kleur bestaat namelijk wel, maar als dispositie en wij zijn nodig om te bevestigen dat dit zo is. 40. De kandidaten kunnen weergeven wat responsafhankelijkheid inhoudt en uitleggen hoe zowel kleuren als esthetische waarden, als respons-afhankelijke eigenschappen beschouwd kunnen worden. Over het algemeen vinden mensen dat waarden als mooi en lelijk subjectief. Maar we verwijzen wel naar objectieve eigenschappen om onze waarden te onderbouwen. Je zou dan kunnen denken dat waarden objectief zijn. Toch zijn we nooit echt in staat om uit te kunnen waarom zo n objectieve eigenschap nou mooi of lelijk is. Misschien zijn waarden dan wel, net als kleuren, respons-afhankelijk. PRIMAIRE TEKST 4: GEORGE BERKELEY, DRIE DIALOGEN, EERSTE DIALOOG 41. De kandidaten kunnen, uitgaande van een analyse van de kleurwaarneming, uitleggen wat er verstaan wordt onder secundaire kwaliteiten. Kleur zit niet in een object zelf. Het object heeft een eigenschap waardoor het zich als een bepaalde kleur laat voorkomen. Het licht valt op een oppervlak, dat wordt weerkaatst. Dat bepaalt hoe je een kleur ziet. Het kan veranderen als het waargenomen wordt, door iemand anders of op een andere manier. Dus als een kwaliteit afhankelijk is van een waarnemer, en niet in het object zelf zit, dan beschouwen we het als een secundaire kwaliteit. Naar aanleiding van de analyse van de kleurwaarneming, kun je dus concluderen dat kleur een secundaire kwaliteit is. 42. De kandidaten kunnen argumenten bedenken die inzichtelijk maken waarom sommige filosofen de secundaire kwaliteiten onderscheiden van primaire kwaliteiten. Primaire kwaliteiten = kwaliteiten die voor iedereen hetzelfde zijn. Kwaliteiten die onafhankelijk van de waarnemer zijn: uitgebreidheid, vorm, zwaarte, vastheid, beweging en rust. Pagina 15 van 35

16 Secundaire kwaliteiten = kwaliteiten die afhankelijk zijn van de waarnemer. Volgens Berkeley bestaan ze uitsluitend in de geest. Voorbeelden hiervan zijn: geuren, kleuren en smaak. Dus de primaire kwaliteiten zijn onafhankelijk van de waarnemer en secundaire kwaliteiten zijn afhankelijk van de waarnemer. 43. De kandidaten kunnen uitleggen op welke gronden Berkeley het onderscheid tussen primaire en secundaire kwaliteiten verwerpt. Hierbij kunnen ze zijn kritiek op algemene begrippen betrekken. Berkeley verwerpt het onderscheid dat indirect realisten zoals Locke maken tussen primaire en secundaire kwaliteiten, door secundaire kwaliteiten te veralgemenen. Volgens Berkeley bestaan ook primaire kwaliteiten in de geest, neem als voorbeeld uitgebreidheid: een mier ziet een grindkorrel als aanzienlijk groot, terwijl wij mensen een grindkorrel als aanzienlijk klein zien, ondanks dat het dezelfde grindkorrel is. Volgens Berkeley is het, welke waarneembare kwaliteiten we ook waarnemen (bijv. vorm of kleur), in alle gevallen onmogelijk dat deze kwaliteiten zouden bestaan in iets wat haar niet waarneemt. Hiermee verwerpt hij dus het onderscheid tussen primaire en secundaire kwaliteiten. Kritiek hierop is dat bijvoorbeeld groot en klein niets anders inhouden dan de relatie tussen andere uitgebreide voorwerpen en delen van ons eigen lichaam. Berkeley vraagt dan waarin het ene deel van de uitgebreid verschilt van de andere. Hij stelt vervolgens dat groot en klein iets waarneembaars is, zoals een bepaalde grootte of vorm die voor elk kenmerkend is. Deze kwaliteiten die ontdaan zijn van alle waarneembare eigenschappen, bezitten derhalve totaal geen specifieke en numerieke verschillen, zoals de Scholen dat noemen. Dat wil zeggen; zij zijn (bijvoorbeeld) uitgebreidheid in het algemeen. Echter geeft Berkeley ook weer kritiek op die algemene begrippen: het is aanvaard dat alles wat bestaat particulier is, maar hoe kan dan uitgebreidheid in het algemeen bestaan in een lichamelijke substantie? Men is niet in staat om in gedachten een bepaald abstract denkbeeld te vormen van (bijvoorbeeld) uitgebreidheid, wat ontdaan is van alle waarneembare bestaanswijzen, zoals groot of klein (die in de geest bestaan). PRIMAIRE TEKST 5: THOMAS REID, ESSAYS ON THE INTELLECTUAL POWERS OF MAN. 44. De kandidaten kunnen de kritiek van Reid op de opvattingen van Descartes, Locke, Berkeley en Hume weergeven en daarbij verschillende reflecties van Reid betrekken, te weten ten aanzien van (a) het bestaan van een wereld buiten de vermogens van de geest (ideeën) en zintuigen; (b) de opvatting dat ideeën de beelden (images) in de geest als object hebben en niet de objecten zelf; (c) de opvatting dat ideeën het beste begrip opleveren voor de activiteit van de geest. a) Reid heeft de opvatting dat er een wereld bestaat onafhankelijk van onze geest en zintuigen. Locke stelt dat waarneming indirect is en plaatsvindt door vertegenwoordigers. Berkeley stelt dat er niets anders bestaat dan geest en ideeën. Hume stelt zelfs dat er niets anders bestaat dan ideeën. Reid bekritiseert deze filosofen omdat ze het bestaan van ideeën zonder meer aannemen. Dit is in strijd met het gezond verstand volgens hem. Als je het bestaan van ideeën betwijfelt, moet de waarneming direct zijn en bestaat de Pagina 16 van 35

17 buitenwereld dus echt. b) De filosofen die Reid bekritiseert staan voor indirecte waarneming. Zij denken dat ideeën zich vormen t.a.v. afbeeldingen, sensaties of impressies die al in de geest zitten, en niet t.a.v. de objecten zelf. Reid vindt dat die objecten juist direct waargenomen worden, zonder tussenkomst van ideeën en impressies. c) Reid bekritiseert de opvatting dat ideeën het beste begrip opleveren voor de activiteit van de geest, omdat mensen dan allemaal andere ideeën hebben en dus niet zouden kunnen communiceren. Mensen kunnen dat echter wel, en dus kunnen we aannemen dat iedereen dezelfde objecten waarneemt. 45. De kandidaten kunnen de opvatting van Reid uitleggen dat we rechtstreeks toegang hebben tot externe objecten en de buitenwereld en daarbij de argumentatie reconstrueren dat zintuigen verantwoordelijk zijn voor de directe wisselwerking tussen de geest en objecten. Volgens Reid is het onzinnig om aan te nemen dat er dingen zijn als ideeën en impressies, die bemiddelen tussen waarnemer en de buitenwereld. Dat gaat tegen ons gezond verstand in. Er is geen reden om aan te nemen dat die dingen bestaan, en dus kunnen we beter aannemen dat ze niet bestaan. Als er geen bemiddeling is tussen de waarnemer en de buitenwereld, betekent dat dat de waarneming direct is. Reid verantwoordt dit met het idee van het gezond verstand, ofwel sensus communis. Sensus communis verwijst naar de capaciteit die de mens heeft om alle zintuiglijke ervaring op een rijtje te zetten. De zintuigen nemen dus volgens Reid de werkelijkheid direct waar en het gezond verstand zet al deze zintuiglijke indrukken op een rijtje, zodat de geest erover kan nadenken. Reid twijfelt niet aan het feit dat de geest zich dingen kan herinneren of kan verbeelden, maar activiteiten van de geest kunnen slechts plaatsvinden doordat de zintuigen informatie geven over de buitenwereld, omdat zij in direct contact staan met de buitenwereld. 4.3 HOOFDSTUK 3 DE MOGELIJKHEID VAN KENNIS 46. De kandidaten kunnen een beargumenteerd standpunt innemen over het betekenisvol kunnen spreken over de werkelijkheid vanuit het realisme, het antirealisme en het subjectief waarheidsrelativisme. Daarbij kunnen zij aangeven in hoeverre het subjectief waarheidsrelativisme een antwoord biedt op het epistemologisch scepticisme. Realisme = de buitenwereld bestaat en we kunnen daar ook over spreken. Dingen bestaan of wel echt of niet. Anti-realisme = wij hebben geen enkele manier om op een objectieve manier vast te stellen of iets bestaat en wat het betekent om te bestaan. Subjectief waarheidsrealisme = wat waar is, is afhankelijk van diegene die de overtuiging heeft. Er is geen waarheid onafhankelijk van de overtuigingen van het subject. Het probleem is dat het heel moeilijk is om te zeggen of het waarheidsrelativisme zelf nou een absolute regel is. Geldt het waarheidsrelativisme als absolute regel; dan moet je altijd zeggen, niets is absoluut waar, alles is relatief. Dan is er al een ding dat hier niet aan voldoet, namelijk het waarheidsrelativisme zelf. Als het waarheidsrelativisme zelf een absolute waarheid is, dan spreekt het dus zichzelf tegen. Pagina 17 van 35

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opgave 2 Spiritueel scepticisme 6 maximumscore 4 een uitleg dat McKenna in tekst 6 vanuit epistemologisch perspectief over solipsisme spreekt: hij stelt dat de kennisclaim over het bestaan van andere mensen

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts

Vraag Antwoord Scores. Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts 1 maximumscore 3 een uitleg dat de schnauzer vragen stelt die blijk geven van metafysisch scepticisme: hij vraagt zich af of er wel een buitenwereld

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. geesten op metafysisch niveau, omdat er geen andere bewustzijnsvormen bestaan 1

Vraag Antwoord Scores. geesten op metafysisch niveau, omdat er geen andere bewustzijnsvormen bestaan 1 Opgave 1 Scepticisme en film 1 maximumscore 4 geesten op metafysisch niveau, omdat er geen andere bewustzijnsvormen bestaan 1 geesten op epistemologisch niveau, omdat er geen andere bewustzijnsinhouden

Nadere informatie

filosofie vwo 2016-II

filosofie vwo 2016-II Opgave 2 Theoriegeladenheid van de waarneming 5 maximumscore 3 Een goed antwoord bevat een uitleg met de afbeelding van het eend-konijn van: Kuhns Aristoteles-ervaring: plotselinge perspectiefverandering

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Opgave 3 Hoe is het om een vleermuis te zijn?

Vraag Antwoord Scores. Opgave 3 Hoe is het om een vleermuis te zijn? Opgave 3 Hoe is het om een vleermuis te zijn? 11 maximumscore 2 een uitleg met een citaat uit tekst 7 dat Nagels probleem van de vleermuizen een epistemologisch probleem van andere geesten is: we weten

Nadere informatie

naar: Jed McKenna, Jed McKenna s theorie van alles, Samsara, 2014

naar: Jed McKenna, Jed McKenna s theorie van alles, Samsara, 2014 Opgave 2 Spiritueel scepticisme tekst 6 Jed McKenna is de schrijver van verschillende boeken over spiritualiteit. In zijn boeken speelt hij de hoofdrol als leraar van een leefgemeenschap. McKenna is spiritueel

Nadere informatie

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain Rene Descartes René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain Cogito ergo sum, ik denk dus ik ben. Een uitspraak van René Descartes. Een belangrijk wiskundige en filosoof in de geschiedenis. Volgens

Nadere informatie

filosofie vwo 2017-II

filosofie vwo 2017-II Opgave 1 Twijfelen aan kunstmatige intelligentie 1 maximumscore 2 Een goed antwoord bevat een uitleg van: een weergave van het analogieargument: bij vergelijkbaar gedrag zijn er vergelijkbare mentale toestanden

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opgave 1 Twijfel in de rechtbank 1 maximumscore 3 een weergave van het onderscheid dat Peirce maakt tussen echte en artificiële twijfel: echte twijfel is serieuze, levende twijfel en artificiële twijfel

Nadere informatie

Immanuel Kant Kritiek van het oordeelsvermogen

Immanuel Kant Kritiek van het oordeelsvermogen Ten geleide Kants derde Kritiek: hoe kan de vrijheid worden verwerkelijkt? 15 Geraadpleegde literatuur 46 Verantwoording bij de vertaling 49 Immanuel Kant aan Johann Friedrich Reichardt 51 Immanuel Kant

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2018

Correctievoorschrift VWO 2018 Correctievoorschrift VWO 2018 tijdvak 1 filosofie Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Aanleveren scores 6 Bronvermeldingen

Nadere informatie

Verdeling van de samenvattingen van de hoofdstukken:

Verdeling van de samenvattingen van de hoofdstukken: Verdeling van de samenvattingen van de hoofdstukken: deel hoofdstuk Ko René 1 I II.A II.B II.C III.A III.B IV V 2 I II III IV V VI VII VIII IX X Besluit 1 VIA GOD NAAR DE ANDER is een studie van Ko Steketee

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Hoofdstuk 3 Kennen en Weten

Samenvatting Filosofie Hoofdstuk 3 Kennen en Weten Samenvatting Filosofie Hoofdstuk 3 Kennen en Weten Samenvatting door een scholier 2177 woorden 15 juni 2010 5,9 17 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Het oog in de storm 3. Kennen en Weten 2 soorten

Nadere informatie

FILOSOFIE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 (MET EINDTERMEN ONDERWERP SCEPTICISME)

FILOSOFIE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 (MET EINDTERMEN ONDERWERP SCEPTICISME) FILOSOFIE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 (MET EINDTERMEN ONDERWERP SCEPTICISME) Inhoud Voorwoord 6 1 Verdeling examinering CE/SE 7 2 Het centraal examen 8 2.1 Zittingen centraal examen 8 2.2 Vakspecifieke

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie havo I

Eindexamen Filosofie havo I Opgave 2 Denken en bewustzijn 8 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een omschrijving van het begrip bewustzijn 2 argumentatie aan de hand van deze omschrijving of aan Genghis bewustzijn kan

Nadere informatie

DUALISME. René Descartes ( )

DUALISME. René Descartes ( ) DUALISME René Descartes (1596-1650) HET CORPUSCULAIRE WERELDBEELD Galileo Galilei (veroordeling 1633 vanwege Dialogen) Descartes - Le Monde (voltooid in 1633) HET CORPUSCULAIRE WERELDBEELD PRIMAIRE QUALITEITEN

Nadere informatie

Immanuel Kant Kritiek van de zuivere rede 53

Immanuel Kant Kritiek van de zuivere rede 53 Ten geleide Kant en de grenzen van de rede 15 Geraadpleegde literatuur 39 Verantwoording bij de vertaling 41 Immanuel Kant aan Marcus Herz (21 februari 1772) Het 'geboorteuur' van de Kritiek van de zuivere

Nadere informatie

Propositie: inhoud van een uitspraak (In welke taal dan ook, de inhoud blijft hetzelfde).

Propositie: inhoud van een uitspraak (In welke taal dan ook, de inhoud blijft hetzelfde). Boekverslag door L. 1713 woorden 22 januari 2014 6.2 35 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Cogito Scepticisme: geen enkele bron van kennis is betrouwbaar Empirisme: bron van kennis zijn onze zintuigen

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Hoofdstuk 3: Wat is kennis?

Samenvatting Filosofie Hoofdstuk 3: Wat is kennis? Samenvatting Filosofie Hoofdstuk 3: Wat is kennis? Samenvatting door een scholier 2852 woorden 31 maart 2005 6,9 35 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie ViaDELTA Filosofie..wat is kennis? (kennisleer)

Nadere informatie

FILOSOFIE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2017 (MET EINDTERMEN ONDERWERP SCEPTICISME) Versie 2, februari 2015

FILOSOFIE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2017 (MET EINDTERMEN ONDERWERP SCEPTICISME) Versie 2, februari 2015 FILOSOFIE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2017 (MET EINDTERMEN ONDERWERP SCEPTICISME) Versie 2, februari 2015 Inhoud Voorwoord 6 1 Verdeling examinering CE/SE 7 2 Het centraal examen 8 2.1 Zittingen centraal

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Opgave 2 Neuroplasticiteit en wilsbekwaamheid

Opgave 2 Neuroplasticiteit en wilsbekwaamheid Opgave 2 Neuroplasticiteit en wilsbekwaamheid 6 maximumscore 3 een argumentatie dat de opvatting van Kahn niet tot het dualistisch epifenomenalisme kan behoren, omdat daarin bewuste gedachten geen invloed

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Scepticisme

Samenvatting Filosofie Scepticisme Samenvatting Filosofie Scepticisme Samenvatting door een scholier 8978 woorden 10 april 2018 8,5 2 keer beoordeeld Vak Filosofie Het voordeel van de twijfel Hoofdstuk 1 2 Soorten scepticisme Metafysisch

Nadere informatie

Opgave 2 Doen wat je denkt

Opgave 2 Doen wat je denkt Opgave 2 Doen wat je denkt 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom Swaab het bestaan van vrije wil verwerpt op grond van de experimenten van Libet: bewustzijn komt pas na de beslissingen van de hersenen

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Hoofdstuk 3, Wat is kennis?

Samenvatting Filosofie Hoofdstuk 3, Wat is kennis? Samenvatting Filosofie Hoofdstuk 3, Wat is kennis? Samenvatting door een scholier 2877 woorden 26 mei 2006 8 42 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie ViaDELTA Paragraaf 1: soorten kennis Ervaringskennis

Nadere informatie

Spinoza s Visie. Dag 3. Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur?

Spinoza s Visie. Dag 3. Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur? Spinoza s Visie Dag 3 Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur? Module 3 Herhaling Belangrijke lessen dag 1 en 2 Kennis is de bron van ons geluk. Kennis van het hoogst denkbare geeft het grootst mogelijke

Nadere informatie

Pijn Inleiding tot de filosofische benadering http://www.phil.uu.nl/~rob/

Pijn Inleiding tot de filosofische benadering http://www.phil.uu.nl/~rob/ Pijn Inleiding tot de filosofische benadering http://www.phil.uu.nl/~rob/ Rob van Gerwen Subfaculteit Filosofie Universiteit Utrecht www.phil.uu.nl/~rob/2007/guest.shtml Periode 4, 2007 C1 Pijn en het

Nadere informatie

filosofie vwo 2015-II

filosofie vwo 2015-II Opgave 2 Onbewuste discriminatie 6 maximumscore 4 Een beschrijving van de twee groepen waarin bij Descartes de gedachten van de ziel uiteenvallen: acties en passies van de ziel 1 een antwoord op de vraag

Nadere informatie

FILOSOFIE VWO. SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018 (met eindtermen onderwerp scepticisme)

FILOSOFIE VWO. SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018 (met eindtermen onderwerp scepticisme) FILOSOFIE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018 (met eindtermen onderwerp scepticisme) Inhoud Voorwoord 6 1 Verdeling examinering CE/SE 7 2 Het centraal examen 8 2.1 Zittingen centraal examen 8 2.2 Vakspecifieke

Nadere informatie

Examen VWO. filosofie. tijdvak 1 vrijdag 18 mei uur

Examen VWO. filosofie. tijdvak 1 vrijdag 18 mei uur Examen VWO 2018 tijdvak 1 vrijdag 18 mei 9.00-12.00 uur filosofie Dit examen bestaat uit 17 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 46 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Berkely, Hume, Kant

Samenvatting Filosofie Berkely, Hume, Kant Samenvatting Filosofie Berkely, Hume, Kant Samenvatting door een scholier 1736 woorden 8 juni 2003 6,5 67 keer beoordeeld Vak Filosofie George Berkeley (Ier, bisschop) Dacht dat de toenmalige filosofie

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2019

Correctievoorschrift VWO 2019 Correctievoorschrift VWO 2019 tijdvak 1 filosofie Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Aanleveren scores 6 Bronvermeldingen

Nadere informatie

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1 Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1 Deel 1, Hoofdstuk 1 - Dat er iets buiten ons bestaat. Rikus Koops 8 juni 2012 Versie 1.1 In de inleidende toelichting nummer 0 heb ik gesproken

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2016

Correctievoorschrift VWO 2016 Correctievoorschrift VWO 2016 tijdvak 2 filosofie Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen

Nadere informatie

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen. Samenvatting door A. 1576 woorden 4 december 2014 1,3 2 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Paragraaf 2 De ethische optiek 1 inleiding Ethiek gaat over goed en kwaad in het menselijk handelen. Onderscheid

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2017

Correctievoorschrift VWO 2017 Correctievoorschrift VWO 2017 tijdvak 1 filosofie Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Aanleveren scores 6 Bronvermeldingen

Nadere informatie

Leren Filosoferen. Tweede avond

Leren Filosoferen. Tweede avond Leren Filosoferen Tweede avond Website Alle presentaties zijn te vinden op mijn website: www.wijsgeer.nl Daar vind je ook mededelingen over de cursussen. Hou het in de gaten! Vragen n.a.v. vorige keer

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Emoties

Samenvatting Filosofie Emoties Samenvatting Filosofie Emoties Samenvatting door een scholier 1030 woorden 28 mei 2013 3,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Cogito Filosofie samenvatting Emoties (theorie en primaire teksten) THEORIE

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo II

Eindexamen filosofie vwo II Opgave 2 Over wetenschap en religie: zij die uit de hemel kwamen 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom wetenschappelijke kennis niet als probleemloze bron van vooruitgang kan worden beschouwd: wetenschap

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 Het bestaan van God en het voortbestaan van religie 1 maximumscore 3 een uitleg hoe het volgens Anselmus mogelijk is dat Pauw en Witteman het bestaan van God ontkennen: het zijn

Nadere informatie

Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Violette van Zandbeek Social research Datum: 15 april 2011

Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Violette van Zandbeek Social research Datum: 15 april 2011 Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Naam: Violette van Zandbeek Vak: Social research Datum: 15 april 2011 1 Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Als onderdeel van het vak social research

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2017

Correctievoorschrift VWO 2017 Correctievoorschrift VWO 2017 tijdvak 2 filosofie Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Aanleveren scores 6 Bronvermeldingen

Nadere informatie

PROEFEXAMEN SCEPTICISME FILOSOFIE VWO 2016 Het voordeel van de twijfel

PROEFEXAMEN SCEPTICISME FILOSOFIE VWO 2016 Het voordeel van de twijfel PROEFEXAMEN SCEPTICISME FILOSOFIE VWO 2016 Het voordeel van de twijfel Dit tentamen bestaat uit 16 vragen, verdeeld over 3 opgaven. Er zijn 46 scorepunten te behalen. Ga voor een benadering van je eindcijfer

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 Vergeten... 7 Filosofie... 9 Een goed begin... 11 Hoofdbreker... 13 Zintuigen... 15 De hersenen... 17 Zien... 19 Geloof... 21 Empirie... 23 Ervaring...

Nadere informatie

Filosofie VWO. Examenbundel

Filosofie VWO. Examenbundel Filosofie VWO Examenbundel 1999-2017 Inhoudsopgave 2017 I - Filosofie 2017 II - Filosofie 2016 I - Filosofie 2016 II - Filosofie 2015 I - Filosofie 2015 II - Filosofie 2014 I - Filosofie 2014 II - Filosofie

Nadere informatie

Examen VWO. filosofie. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur

Examen VWO. filosofie. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur Examen VWO 2016 tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30-16.30 uur filosofie Dit examen bestaat uit 15 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 45 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een

Nadere informatie

Examen VWO. filosofie. tijdvak 1 maandag 20 mei uur

Examen VWO. filosofie. tijdvak 1 maandag 20 mei uur Examen VWO 2019 tijdvak 1 maandag 20 mei 9.00-12.00 uur filosofie Dit examen bestaat uit 18 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 45 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een

Nadere informatie

Niet-feitelijke waarheden (2)

Niet-feitelijke waarheden (2) Niet-feitelijke waarheden (2) Emanuel Rutten Wat is waarheid? Er zijn weinig wijsgerige vragen die vaker zijn gesteld dan deze. In wat volgt ga ik er niet rechtstreeks op in. In plaats daarvan wil ik een

Nadere informatie

Openingstoespraak Debat Godsargument VU Faculteit der Wijsbegeerte 11 April 2012. Emanuel Rutten

Openingstoespraak Debat Godsargument VU Faculteit der Wijsbegeerte 11 April 2012. Emanuel Rutten 1 Openingstoespraak Debat Godsargument VU Faculteit der Wijsbegeerte 11 April 2012 Emanuel Rutten Goedemiddag. Laat ik beginnen met studievereniging Icarus en mijn promotor Rene van Woudenberg te bedanken

Nadere informatie

Eindexamen havo filosofie 2012 - I

Eindexamen havo filosofie 2012 - I Opgave 2 Emoties op de beursvloer 8 maximumscore 2 een weergave van het verband volgens Aristoteles tussen verdiensten, ambities en aanzien bij een fier mens: door hoge ambitie en hoge verdiensten verdient

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2016

Correctievoorschrift VWO 2016 Correctievoorschrift VWO 2016 tijdvak 1 filosofie Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6 Bronvermeldingen

Nadere informatie

Opgave 1: Vrije wil als zelfverwerkelijking

Opgave 1: Vrije wil als zelfverwerkelijking * PTA code: ED/st/05 * Docent: MLR * Toetsduur: 100 minuten. * Deze toets bestaat uit 11 vragen. Het totaal aantal punten dat je kunt behalen is: 32. * Kijk voor je begint telkens eerst de vraag kort door,

Nadere informatie

Spinoza - ook tafels hebben een ziel

Spinoza - ook tafels hebben een ziel Spinoza - ook tafels hebben een ziel In de zeventiende eeuw kwam de filosoof René Descartes met de beroemde stelling dat alles in de wereld tot twee substanties teruggeleid kan worden: lichaam of geest.

Nadere informatie

Het lichaam-geest probleem

Het lichaam-geest probleem Het lichaam-geest probleem Wouter Bouvy 3079171 November 5, 2006 Abstract Dit artikel behandelt het lichaam-geest probleem. Het bestaat uit een uitleg over het lichaam-geest probleem, en schrijft deze

Nadere informatie

Pijn. Een filosofische benadering. Periode 4, 2011. http://www.phil.uu.nl/~rob/guest.shtml

Pijn. Een filosofische benadering. Periode 4, 2011. http://www.phil.uu.nl/~rob/guest.shtml Pijn Een filosofische benadering Periode 4, 2011 http://www.phil.uu.nl/~rob/guest.shtml Rob van Gerwen Departement Filosofie Universiteit Utrecht http://www.phil.uu.nl/~rob/ Inhoudsopgave 1 Inleiding tot

Nadere informatie

Examen VWO. filosofie. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur

Examen VWO. filosofie. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur Examen VWO 2017 tijdvak 1 vrijdag 19 mei 9.00-12.00 uur filosofie Dit examen bestaat uit 16 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 45 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een

Nadere informatie

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets 11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets Opdracht 1 Wat is de Sokratische methode? Opdracht 2 Waarom werd Sokrates gedwongen de gifbeker te drinken? Opdracht 3 Waarom zijn onze zintuigen

Nadere informatie

DISCUSSIE OVER BEWUSTZIJN BIJ DIEREN EN DE NOODZAAK VAN HET ANALOGIE-POSTULAAT door Titus Rivas In de discussie rond bewustzijn (d.w.z.

DISCUSSIE OVER BEWUSTZIJN BIJ DIEREN EN DE NOODZAAK VAN HET ANALOGIE-POSTULAAT door Titus Rivas In de discussie rond bewustzijn (d.w.z. DISCUSSIE OVER BEWUSTZIJN BIJ DIEREN EN DE NOODZAAK VAN HET ANALOGIE-POSTULAAT door Titus Rivas In de discussie rond bewustzijn (d.w.z. subjectieve beleving) bij dieren wordt soms geopperd dat het analogie-principe

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Kennis en geloof

Hoofdstuk 2. Kennis en geloof Hoofdstuk 2 Kennis en geloof Kennis of dogma Is religieus geloof een vorm van kennis? Is het mogelijk een rationeel bewijs van het bestaan van God te geven? Is religieus taalgebruik betekenisvol? Vormen

Nadere informatie

Handleiding bij Wondere wetenschap

Handleiding bij Wondere wetenschap 18 Handleiding bij Wondere wetenschap Handleiding bij Wondere wetenschap les 1 De kracht en de grenzen van het wetenschappelijk denken 1 De leerlingen kunnen in hun eigen woorden de betekenis uitleggen

Nadere informatie

Anomaal Monisme vergeleken met behaviorisme en functionalisme

Anomaal Monisme vergeleken met behaviorisme en functionalisme Anomaal Monisme vergeleken met behaviorisme en functionalisme Wouter Bouvy 3079171 October 15, 2006 Abstract Dit artikel behandelt Mental Events van Donald Davidson. In Mental Events beschrijft Davidson

Nadere informatie

Een beeld dat ons gevangen houdt. Over de epistemische status van de metafysica in het vertoog van Guido Vanheeswijck

Een beeld dat ons gevangen houdt. Over de epistemische status van de metafysica in het vertoog van Guido Vanheeswijck 1 Een beeld dat ons gevangen houdt. Over de epistemische status van de metafysica in het vertoog van Guido Vanheeswijck Emanuel Rutten Het essay van Vanheeswijck laat zich lezen als een boeiend en gepassioneerd

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2018

Correctievoorschrift VWO 2018 Correctievoorschrift VWO 2018 tijdvak 2 filosofie Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Aanleveren scores 6 Bronvermeldingen

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Opgave 1 Intussen in de wereld van de robots

Vraag Antwoord Scores. Opgave 1 Intussen in de wereld van de robots Opgave 1 Intussen in de wereld van de robots 1 maximumscore 3 een uitleg van de identiteitstheorie: gedachten en ervaringen zijn identiek aan hersentoestanden 1 twee andere redenen waarom de identiteitstheorie

Nadere informatie

Correctievoorschrift. Voorbeeld van een goed antwoord: Nagel volgt Kant door op te merken dat het vreemd en onwenselijk is

Correctievoorschrift. Voorbeeld van een goed antwoord: Nagel volgt Kant door op te merken dat het vreemd en onwenselijk is Toets Vrije Wil en 2 Correctievoorschrift Correctievoorschrift Maximumscore 3 Een correcte uitleg van Kants analyse van morele verantwoordelijkheid Een correcte uitleg van waarom we het bestaan van de

Nadere informatie

Bezoeker: Het is een dagelijkse ervaring dat de wereld plotseling verschijnt als we wakker worden. Waar komt die vandaan?

Bezoeker: Het is een dagelijkse ervaring dat de wereld plotseling verschijnt als we wakker worden. Waar komt die vandaan? 1 Het gevoel Ik ben (7 mei 1970) Bezoeker: Het is een dagelijkse ervaring dat de wereld plotseling verschijnt als we wakker worden. Waar komt die vandaan? Shri Nisargadatta Maharaj: Voordat er iets verschijnt,

Nadere informatie

Proeftentamen 2010-2011 deel Wetenschapsfilosofie. 20102011proef_deel_Wetenschapsfilosofie.pdf

Proeftentamen 2010-2011 deel Wetenschapsfilosofie. 20102011proef_deel_Wetenschapsfilosofie.pdf Proeftentamen 2010-2011 deel Wetenschapsfilosofie 20102011proef_deel_Wetenschapsfilosofie.pdf Tilburg University Sociale Filosofie en Wetenschapsfilosofie Proeftentamen Sociale Filosofie en wetenschapsfilosofie

Nadere informatie

Examen VWO. filosofie. tijdvak 2 maandag 18 juni uur

Examen VWO. filosofie. tijdvak 2 maandag 18 juni uur Examen VWO 2018 tijdvak 2 maandag 18 juni 13.30-16.30 uur filosofie Dit examen bestaat uit 17 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 46 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een

Nadere informatie

Overzicht van vandaag. Filosofie van de geest: WB3027 Joel Anderson ( , blok 2) Het other minds probleem. Het argument from analogy

Overzicht van vandaag. Filosofie van de geest: WB3027 Joel Anderson ( , blok 2) Het other minds probleem. Het argument from analogy Filosofie van de geest: WB3027 Joel Anderson (2006-07, blok 2) Bijeenkomst #4 (23 nov 2006) I feel your pain : Wittgenstein en Malcolm over de identificatie van pijn Overzicht van vandaag Logistiek: BSCW

Nadere informatie

MIRARI Van kritiek naar dialoog.

MIRARI Van kritiek naar dialoog. MIRARI Van kritiek naar dialoog. Door Tomas Serrien Verwondering is het begin van alle wijsheid. (Aristoteles) Mirari - 1 HET WAT en HET WAAROM: Het grondidee van Mirari. Het is tijd voor een filosofisch

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Wijsgerige antropologie

Samenvatting Filosofie Wijsgerige antropologie Samenvatting Filosofie Wijsgerige antropologie Samenvatting door Cristel 1201 woorden 26 juni 2016 3,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Cogito Wijsgerige antropologie 1 Verschillen tussen mens en

Nadere informatie

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Essay Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Ethici onderscheiden zich van gewone mensen doordat zij niet schijnen te weten wat morele oordelen zijn. Met behulp van elkaar vaak uitsluitende ismen trachten

Nadere informatie

Het Beeld van Onszelf

Het Beeld van Onszelf Het Beeld van Onszelf Onze natuurlijke staat van zijn is bewust-zijn, een bewustzijn dat niet van iets is, maar een allesomvattende staat van zuiver ervaren. Binnen dit bewustzijn is onze geest evenwichtig,

Nadere informatie

GELOOF&WETENSCHAP KUNNEN WE WETEN OF GOD BESTAAT? Gerard Nienhuis

GELOOF&WETENSCHAP KUNNEN WE WETEN OF GOD BESTAAT? Gerard Nienhuis GELOOF&WETENSCHAP KUNNEN WE WETEN OF GOD BESTAAT? Gerard Nienhuis De natuurwetenschap levert ons de meest betrouwbare kennis die voor ons toegankelijk is. Geen andere kennisbron levert dezelfde mate van

Nadere informatie

De filosofie van René Descartes

De filosofie van René Descartes De filosofie van René Descartes The new Asian Hemisphere. The Irresistible Shift of Global Power to the East -Kishore Mahbubani The first point [ ] is the end of the era of Western domination of world

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2019

Correctievoorschrift VWO 2019 Correctievoorschrift VWO 2019 tijdvak 2 filosofie Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Aanleveren scores 6 Bronvermeldingen

Nadere informatie

GELOOF WAT IS HET EN HOE WERKT HET?!

GELOOF WAT IS HET EN HOE WERKT HET?! Themadag Zout en Licht Hilversum Maart 2017 GELOOF WAT IS HET EN HOE WERKT HET?! Doel van dit onderwerp: Leren wat geloof volgens de bijbel is; waarom geloof en werken (handelen) samengaan. Wat verkeerd

Nadere informatie

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf Ideeën presenteren aan sceptische mensen Inleiding Iedereen heeft wel eens meegemaakt dat het moeilijk kan zijn om gehoor te vinden voor informatie of een voorstel. Sommige mensen lijken er uisluitend

Nadere informatie

Eindexamen havo filosofie II

Eindexamen havo filosofie II Opgave 2 Het geval Phineas Gage 9 maximumscore 2 een uitleg hoe vanuit de fysiologische benadering van emoties het veranderde gedrag kan worden verklaard: de lichamelijkheid van de hersenschade kan tot

Nadere informatie

Werkstuk Levensbeschouwing Boeddhisme

Werkstuk Levensbeschouwing Boeddhisme Werkstuk Levensbeschouwing Boeddhisme Werkstuk door een scholier 1997 woorden 8 april 2001 5,1 112 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing 1) Geef een korte omschrijving wat het boeddhisme volgens jou voor

Nadere informatie

Inleiding Filosofie en Ethiek Derde Bijeenkomst: De 2e wetenschappelijke revolutie Dinsdag 19 september 2006

Inleiding Filosofie en Ethiek Derde Bijeenkomst: De 2e wetenschappelijke revolutie Dinsdag 19 september 2006 Inleiding Filosofie en Ethiek Derde Bijeenkomst: De 2e wetenschappelijke revolutie Dinsdag 19 september 2006 Freud (1917) Narcistische krenking Copernicus (1543) Darwin (1859/1871) Galileo Galileï (1564-1642)

Nadere informatie

DENKBEER, DE MENSELIJKE NATUUR, 2015 KRITIEK VAN DE ZUIVERE REDE KANT

DENKBEER, DE MENSELIJKE NATUUR, 2015 KRITIEK VAN DE ZUIVERE REDE KANT DENKBEER, DE MENSELIJKE NATUUR, 2015 KRITIEK VAN DE ZUIVERE REDE KANT TRANSCENDENTALE COGNITIEVE PSYCHOLOGIE Input - Via de zintuigen - Indruk van tafel De apperceptie Het zelfbewustzijn, het ik denk De

Nadere informatie

Filosofie VWO 4 periode 1 Dikgedrukt: betekent dat dit woord in de woordenlijst staat

Filosofie VWO 4 periode 1 Dikgedrukt: betekent dat dit woord in de woordenlijst staat Filosofie VWO 4 periode 1 Dikgedrukt: betekent dat dit woord in de woordenlijst staat Het begin van de natuurfilosofie Filosofen beginnen zich dingen af te vragen, waar je gewoonlijk niet zo over na zou

Nadere informatie

Examen VWO. filosofie. tijdvak 1 woensdag 25 mei 9.00-12.00 uur

Examen VWO. filosofie. tijdvak 1 woensdag 25 mei 9.00-12.00 uur Examen VWO 2016 tijdvak 1 woensdag 25 mei 9.00-12.00 uur filosofie Dit examen bestaat uit 15 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 45 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een

Nadere informatie

Leren Filosoferen. Zesde avond

Leren Filosoferen. Zesde avond Leren Filosoferen Zesde avond Het gedachte-experiment Bekende gedachte-experimenten: De grot van Plato De veil of ignorance van John Rawls Achilles en de schildpad van Zeno Jan Bransen: Betono Denkende

Nadere informatie

Kant over het mathematisch verhevene

Kant over het mathematisch verhevene Kant over het mathematisch verhevene G.J.E. Rutten Om te komen tot zijn conceptie van het mathematisch verhevene introduceert Kant eerst het onderscheid tussen groot-zijn (magnitudo) en een-grootte-zijn

Nadere informatie

Eindexamen filosofie havo I

Eindexamen filosofie havo I Opgave 2 Boer zoekt vrouw 8 maximumscore 2 een uitleg van Boer zoekt Vrouw als uiting van emocultuur aan de hand van de twee volgende kenmerken: onbezonnen heftige emoties (teken van oppervlakkigheid)

Nadere informatie

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: filosofie Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 20 06 Tijdvak 1 Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel

Nadere informatie

filosofie vwo 2016-I Opgave 1 Twijfel in de rechtbank

filosofie vwo 2016-I Opgave 1 Twijfel in de rechtbank Opgave 1 Twijfel in de rechtbank tekst 1 De film 12 Angry Men uit 1957 wordt beschouwd als een ode aan het Amerikaanse rechtssysteem. Centraal staat een rechtszaak tegen een jongen van 18 jaar die met

Nadere informatie

Eindexamen filosofie havo I

Eindexamen filosofie havo I 4 Beoordelingsmodel Opgave 1 The Matrix 1 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een uitleg waarom Morpheus opvatting tot het materialisme gerekend kan worden 1 het verband tussen materialisme

Nadere informatie

Wat is realiteit? (interactie: vraagstelling wie er niet gelooft en wie wel)

Wat is realiteit? (interactie: vraagstelling wie er niet gelooft en wie wel) Wat is realiteit? De realiteit is de wereld waarin we verblijven met alles wat er is. Deze realiteit is perfect. Iedere mogelijkheid die we als mens hebben wordt door de realiteit bepaald. Is het er, dan

Nadere informatie

Het haalt je volledig weg bij je intuïtie: de enige plek waaruit je gaat weten wat de juiste relatie is voor JOU.

Het haalt je volledig weg bij je intuïtie: de enige plek waaruit je gaat weten wat de juiste relatie is voor JOU. Vandaag ga je beginnen met een negativiteitsdetox, voor de rest van de tijd dat je met deze modules bezig bent. Door social media en tijdschriften en de gewone media krijg je mega veel beelden van hoe

Nadere informatie

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte.

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Samenvatting door A. 2079 woorden 29 juni 2014 6,4 2 keer beoordeeld Vak Anders H1 Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Moraal

Nadere informatie

Inhoud. 1. Protagoras Gorgias Thrasymachus, Callicles en Hippias 13

Inhoud. 1. Protagoras Gorgias Thrasymachus, Callicles en Hippias 13 Voorwoord XIII Deel 1 Oudheid Historische situering 1 I. De natuurfilosofen of presocratici Inleiding 3 Het veranderlijke en het blijvende 5 II. De sofisten en Socrates Inleiding 9 A. De sofisten 10 1.

Nadere informatie

Opgave 3 De gewapende overval

Opgave 3 De gewapende overval Opgave 3 De gewapende overval 12 maximumscore 2 een argumentatie dat het idee van vrije wil als bovennatuurlijke kracht in het kader van vrije wil als bewuste aansturing voor veel mensen aantrekkelijk

Nadere informatie

Wetenschaps- filosofie. Wolter Kaper AMSTEL-instituut

Wetenschaps- filosofie. Wolter Kaper AMSTEL-instituut Wetenschaps- filosofie Wolter Kaper AMSTEL-instituut Wetenschap en methode Vandaag: Wetenschapsfilosofie Wat is wetenschap? Hoe wordt vooruitgang geboekt? Zoeken naar waarheid? Bestaat er een tijdloze

Nadere informatie

Wijziging pagina 5: het centraal examen duurt 180 minuten FILOSOFIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

Wijziging pagina 5: het centraal examen duurt 180 minuten FILOSOFIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V Wijziging pagina 5: het centraal examen duurt 180 minuten FILOSOFIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V17.09.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens

Nadere informatie

Filosofie voor de Wetenschappen

Filosofie voor de Wetenschappen Date 15-10-2013 1 Filosofie voor de Wetenschappen Presentatie voor de Honours-studenten van de Rijksuniversiteit Gent Jan-Willem Romeijn Faculteit Wijsbegeerte Rijksuniversiteit Groningen Date 15-10-2013

Nadere informatie

filosofie havo 2018-II

filosofie havo 2018-II Opgave 2 Gevoelswerk 9 maximumscore 2 een uitleg dat Tessa s twijfel toont dat ze zich kritisch tot zichzelf kan verhouden, waarin volgens Korsgaard de waarde van authenticiteit ligt 1 een weergave van

Nadere informatie