Los verbos regulares (De regelmatige werkwoorden) Antwoorden van Lección 2: Ejercicio 2A:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Los verbos regulares (De regelmatige werkwoorden) Antwoorden van Lección 2: Ejercicio 2A:"

Transcriptie

1 Lección 3: Los verbos regulares (De regelmatige werkwoorden) Eerst kijken we naar de antwoorden van de oefeningen van de vorige les, lección 2. Wanneer je een fout hebt gemaakt, schrik dan niet maar probeer voor jezelf te ontdekken waar je in de fout bent gegaan. Veelal zul je de fout begrijpen als je terugkijkt naar de theorie van de les of naar de woordenlijst. Kom je er niet uit, stel dan jouw vraag in de rubriek Stel uw vraag op de website van Don Guillermo. In deze derde les leer je de vervoeging van de overige regelmatige werkwoorden van het Spaans. Ook kijken we naar het bijvoeglijk naamwoord, de vorming en de plaats ervan ten opzichte van het zelfstandig naamwoord. Je krijgt een nieuwe lijst met woorden en een nieuw verhaal. We besluiten de les weer met drie oefeningen A, B en C. Antwoorden van Lección 2: Ejercicio 2A: 1. Juan manda a un amigo una carta con una invitación. 2. Juan invita a pasar unos días en Madrid. 3. Sí, Pedro acepta la invitación. 4. Pedro contesta: Acepto la invitación. 5. Pedro llega mañana. 6. En la estación compra un billete para el tren. 7. No, compra un billete de ida solamente. 8. En la taquilla el taquillero entrega el billete. 9. Pedro lleva unas maletas. 10. Necesita un carrito portaequipajes. 11. En la estación Pedro compra un periódico y una revista. 12. En el tren Pedro saca una revista. 13. Saca la revista para pasar el tiempo. 14. El revisor entra en el compartimento. 15. El revisor escanea los billetes. 16. En el andén espera Juan. 17. Juan pregunta: Cómo estás? 18. Pedro contesta: Muy bien Juan, gracias. Y tú? 19. Los amigos pasan a la salida de la estación. 20. A la salida de la estación los amigos toman un taxi.

2 Ejercicio 2B: 1. mandan De vrienden sturen een uitnodiging. 2. Esperamos Wij wachten in de wachtkamer. 3. Camino Ik loop naar het station. 4. escanea De conducteur scant de kaartjes van de reizigers. 5. Compráis Kopen jullie kranten of tijdschriften. 6. entrega De lokettist overhandigt een retourtje. 7. necesitan De jongedames hebben een taxi nodig. 8. llevan De vrienden dragen de koffers naar het perron. 9. Pagas Jij betaalt de prijs van het tijdschrift. 10. Contesta Zij beantwoordt de brief van een vriendin. 11. Preguntáis Vragen jullie naar de weg? 12. saludan, De dames groeten en gaan het station entran binnen. 13. llega, De trein komt aan en de heer en mebajan vrouw stappen uit. 14. Aceptan Neemt U (mv.) de uitnodigingen aan. 15. Tomo Ik neem plaats in de trein naar Madrid. Ejercicio 2C: 1. Mando una carta a un amigo. 2. Manda una invitación al señor Barras. 3. Mañana llegamos a Madrid. 4. Por qué no contestan a las preguntas? 5. No compra usted periódicos o revistas? 6. Un billete de ida solamente o de ida y vuelta, señor? 7. El taquillero entrega el billete. 8. Pagamos el precio de las compras. 9. El revisor necesita los billetes. 10. Por qué no acepta el camarero la propina? 11. El joven espera en el andén. 12. Mañana llegan unos amigos de Sevilla.

3 13. La amiga de Carmen toma un taxi. 14. Preguntamos por los amigos de Pedro. 15. Buenos días, cómo está usted? 16. Tomo un periódico y una revista. 17. Preguntan por el camino de la estación. 18. Las señoritas bajan del tren. 19. Qué necesita usted, señora? Qué busca? 20. El viajero lleva la maleta al andén. 21. Toma usted un carrito portaequipajes, señor? O no? 22. El taxi espera a la salida de la estación. 23. El agente manda venir un taxi para las señoras. 24. Pregunta si usted acepta la invitación. 25. Los viajeros necesitan billetes. 3.1 Lección 3 Los verbos regulares. (De regelmatige werkwoorden) In deze les kijken we naar de andere twee groepen van regelmatige werkwoorden die uitgaan op er en ir. Hieronder zie je twee voorbeelden van de vervoeging: Presente de indicativo (De onvoltooid tegenwoordige tijd) Comer (eten): (Yo) com o (Ik eet) (Nosotros/ as) com emos (Wij eten) (Tú) com es (Jij eet) (Vosotros/ as) com éis (Jullie eten) (Él) com e (Hij eet) (Ellos) com en (Zij eten) (Ella) com e (Zij eet) (Ellas) com en (Zij eten) (Usted) com e (U eet) (Ustedes) com en (U eet (mv.)) De zogenaamde stam van het werkwoord vind je door de uitgang er van het hele werkwoord af te halen. Vervolgens vervoeg je regelmatig verder: o, es, e, emos, éis, en. Partir (vertrekken): (yo) part o (Ik vertrek) (Nosotros/ as) part imos (Wij vertrekken) (Tú) part es (Jij vertrekt) (Vosotros/ as) part ís (Jullie vertrekken) (Él) part e (Hij vertrekt) (Ellos) part en (Zij vertrekken) (Ella) part e (Zij vertrekt) (Ellas) part en (Zij vertrekken) (Usted)part e (U vertrekt) (Ustedes) part en (U vertrekt (mv.))

4 De stam van het werkwoord partir krijg je door de laatste ir van dit werkwoord af te halen. De stam is dus part. De uitgangen die bij de regelmatige werkwoorden op ir achter de stam komen zijn: o, es, e, imos, ís, en. Deze uitgangen zijn hetzelfde voor alle regelmatige werkwoorden die eindigen op ir. Ook bij deze werkwoorden valt de klemtoon bij de 1 e, 2 e en 3 e persoon enkelvoud en bij de 3 e persoon meervoud op de stamklinker. Bij comer is dit de o en bij partir de a. Bij de 1 e en 2 e persoon meervoud (de wij en de jullie vorm) schuift de klemtoon net als bij de regelmatige werkwoorden op ar een lettergreep naar achteren. Bij comer valt hij dan op de e en bij partir op de i. 3.2 El adjetivo (Het bijvoeglijk naamwoord): Het bijvoeglijk naamwoord preciseert het zelfstandig naamwoord waar het betrekking op heeft. Het past zich hierbij, zowel in geslacht als getal, aan dit zelfstandig naamwoord aan. Geslacht: Het bijvoeglijk naamwoord krijgt voor het vrouwelijk een a, maar alleen als het: uitgaat op een o (die dan verandert in een a) p.ej. Un hijo bueno (Een goede zoon) Una hija buena (Een goede dochter) aangeeft een nationaliteit (waarbij een a wordt toegevoegd) p.ej. Un periódico español (Een Spaanse krant) La lengua española (De Spaanse taal) wanneer het eindigt op dor, tor, sor, ín, ón, án wordt voor het vrouwelijk eveneens een a toegevoegd (let op: het accentteken vervalt!). p.ej. Un hombre encantador (Een charmante man) Una colega holgazana (Een luie collega) Maar onveranderd blijven: p.ej. La fruta verde (niet: verda) (Het groene fruit) Una joven muchacha (niet: jovena) (Een jong meisje) Getal: Het bijvoeglijk naamwoord regelt zich in getal (enkelvoud of meervoud) naar het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. Het volgt voor de vorming van het

5 meervoud dezelfde regels als het zelfstandig naamwoord. p.ej. Interesantes periódicos (Interessante kranten) Españoles jóvenes (Jonge Spanjaarden) 3.3 De plaats van het bijvoeglijk naamwoord t.o.v. het zelfstandig naamwoord: In het Spaans kan een bijvoeglijk naamwoord zowel vóór als achter het zelfstandig naamwoord staan. De plaats van het bijvoeglijk naamwoord bepaalt niet zozeer de betekenis van het bijvoeglijk naamwoord maar vooral de gevoelswaarde die de spreker of schrijver eraan wil geven. Het bijvoeglijk naamwoord staat vóór het zelfstandig naamwoord als: Het bijvoeglijk naamwoord en het zelfstandig naamwoord een eenheid vormen. p.ej. La dulce miel (De zoete honing) El cálido verano (De warme zomer) Het bijvoeglijk naamwoord géén extra betekenis toevoegt. p.ej. El misterioso castillo del conde Drácula. (Het geheimzinnige kasteel van graaf Drácula) Er maar één van is. p.ej. La guapa mujer de Pedro. (De knappe vrouw van Pedro) Het bijvoeglijk naamwoord figuurlijk gebruikt is. p.ej. Un pobre hombre (Een arme (beklagenswaardige) man) Het bijvoeglijk naamwoord staat achter het zelfstandig naamwoord als: Het bijvoeglijk naamwoord extra informatie geeft. p.ej. El castillo misterioso del conde. (Het geheimzinnige kasteel van de graaf) Je het bijvoeglijk naamwoord de nadruk geeft. p.ej. Una cantante famosa. (Een beroemde zangeres) Het bijvoeglijk naamwoord onderscheidend werkt. p.ej. El vino español. (De Spaanse wijn) Soms gebeurt het dat in het Spaans een bijvoeglijk naamwoord wordt afgekapt. Zo wordt het bijvoeglijk naamwoord

6 grande afgekort tot gran wanneer het staat voor zowel een mannelijk als vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het enkelvoud. p.ej. Un gran pintor (Een groot schilder) Una gran idea (Een geweldig idee) De Spaanse benaming voor deze afkapping is Apócope. 3.4 Het voorzetsel a voor een lijdend voorwerp(4 e Naamval): Het Spaans gebruikt het voorzetsel a vóór het lijdend voorwerp als dit aangeeft een persoon of personen (dus géén zaken) min of meer bepaald of bekend aan de spreker of het onderwerp van de zin. p.ej. Busco a mi hermana. (Ik zoek mijn zus) bekend of bepaald Busco un empleado. (Ik zoek een werknemer) advertentie Je weet nog niet welke werknemer p.ej. El niño tiene mucha fiebre. Llama al médico! huisarts (Het jongetje heeft hoge koorts. Bel de dokter!) p.ej. Este hombre ha tenido un accidente! Necesita un médico! (Deze man heeft een ongeluk gehad! Hij heeft een dokter het maakt niet uit welke dokter er komt nodig!) 3.5 Lees de onderstaande woordenlijst enkele malen aandachtig door. De woorden horen bij de tekst En un restaurante die erop volgt. schrijven escribir een glas una copa drinken beber een glas wijn una copa de de room la nata vino** ontvangen recibir de rode wijn el vino tinto lezen leer de vader el padre verkopen vender de moeder la madre eten comer de ouders/ los padres de zoon el hijo de vaders de dochter la hija de chocolade el chocolate het restaurant el restaurante de autobus el autobús de kop koffie la taza de café** nog/nog steeds aún/todavía de rekening la cuenta het drinkglas el vaso de verkoper el vendedor het water el agua* mooi bonito het mineraalwa el agua sin gas de ansichtkaart la postal ter de briefkaart la tarjeta het mineraalwa el agua con gas het fruit la fruta met prik

7 groen verde het horloge/ el reloj de familie/ la familia de klok het gezin de wagen el coche het gerecht/ el plato de koffie/ el café het bord het café na/daarna después de pudding el flan voorstellen/ presentar de vla las natillas aanbieden het broodje el panecillo kijken naar/ mirar de thee el té bekijken de suiker el azúcar bezetten ocupar de melk la leche moeten/ver deber het woord la palabra schuldigd zijn de cognac el coñac de fles la botella dichtbij cerca (de) het ijsje el helado allen todos/todas de honger el hambre* lelijk feo de dorst la sed er is/er zijn hay jong joven veel mucho de jongeman el joven weinig poco oud viejo slecht/verkeerd malo de oude man el viejo maar pero nieuw nuevo asegurar verzekeren de zoon en doch geschreven escrito (onredochter/de los hijos gelmatig vd) kinderen het ogenblik el momento de limonade el refresco de het ei el huevo limón het dessert el postre uitzoeken uit escoger de het bedrag el importe leren om te aprender a de knoflook el ajo moeten (moreel) deber het mes el cuchillo komen aanlopen acudir de vork el tenedor gaan naar acudir a de lepel la cuchara vertrekken naar partir a/para de verkoopster la vendedora/ de maaltijd la comida la dependienta altijd/steeds siempre het lepeltje la cucharita de aardappel la patata (on)bezet (des)ocupado het vlees la carne vrij libre de bladgroenten las verduras zo/aldus así de peulvruchten las legumbres bovendien además de soep la sopa dan/toen entonces het zout la sal iets algo de stoel la silla met con de tafel la mesa met mij conmigo het venster la ventana met jou contigo het glaasje la copita met zich consigo opmaken (reke preparar ning) * Vrouwelijke zelfstandige naamwoorden die beginnen met een beklemtoonde a of ha krijgen voor de welluidendheid in het enkelvoud

8 het mannelijk bepaald of onbepaald lidwoord: p.ej. el ama de casa (de huisvrouw) el hambre (de honger) un águila (een arend) ** Na woorden die een hoeveelheid aangeven, komt het voorzetsel de. p.ej. un vaso de cerveza (een glas bier) un kilo de manzanas (een kilo appels) EN UN RESTAURANTE Presentamos a la familia Ramírez: el padre, la madre, un hijo y una hija. La familia entra en un restaurante. Hay todavía unas mesas desocupadas. Además hay una mesa libre cerca de una ventana. El padre llama al camarero. Señor, el menú, por favor. Sí, señor, un momento. El camarero acude con el menú. Señor, tome usted, el menú. Qué hay de comer?. Hay sopa, carne, patatas y verduras. Y de (als) postre hay flan, fruta y helado. La familia escoge unos platos. Todos comen muy bien. Después de la comida el padre bebe una copita de coñac. La madre bebe una taza de té. Los hijos beben un refresco de limón. La señora de Ramírez debe escribir una postal. Señor, vende usted postales? Sí, señora, vendo bonitas postales. Bueno, dos postales entonces, por favor. La madre escribe la postal y el padre lee un periódico. El hijo y la hija leen una revista española. Así aprenden nuevas palabras de la lengua española. El señor Ramírez mira el reloj. Debemos partir. Señor, la cuenta, por favor. Cuánto debo? El señor Ramírez recibe la cuenta y paga el importe que debe por la comida. Ejercicio 3A: Beantwoord schriftelijk onderstaande zinnen in het Spaans. Maak volledige zinnen! 1. Dónde come la familia Ramírez? 2. Dónde hay una mesa libre en el restaurante? 3. A quién llama el señor Ramírez? 4. Con qué acude el camarero? 5. Qué hay de comer? 6. Y qué hay de postre? 7. Come bien la familia Ramírez? 8. Qué bebe el padre después de la comida? 9. Y qué bebe la madre? 10. Y los hijos, qué beben ellos? 11. Qué debe escribir la señora de Ramírez?

9 12. Qué pregunta la señora de Ramírez al camarero? 13. Y qué contesta el camarero? 14. Cuántas postales toma la señora de Ramírez? 15. Qué lee el señor Ramírez? 16. Y qué leen los hijos? 17. Qué aprenden así? 18. Qué mira el señor Ramírez? Y por qué? 19. Qué recibe el señor Ramírez? 20. Y qué importe paga? Ejercicio 3B: Zet de tussen haakjes staande werkwoorden in de juiste vorm van de tegenwoordige tijd en vertaal de zinnen naar het Nederlands. 1. El señor Pérez (escribir) al hijo de un amigo. 2. Las señoritas (beber) en el restaurante una taza de café. 3. (Yo) (recibir) la cuenta del vendedor. 4. Los amigos (leer) revistas españolas. 5. (Vosotros) (vender) bonitas postales. 6. (Nosotros) no (comer) fruta verde. 7. La familia Ramírez (escoger) unos platos. 8. El hijo y la hija (aprender) español. 9. (Tú) (deber) partir después de la comida. 10. (Nosotros) (beber) una copa de vino tinto. 11. Los padres (escribir) cartas a los hijos. 12. No (recibir) ustedes los periódicos españoles? 13. El camarero (acudir) con una taza de chocolate. 14. Los autobuses no (partir) todavía. 15. La madre (beber) un vaso de agua mineral con gas. Ejercicio 3C: Vertaal de onderstaande zinnen naar het Spaans. 1. De vader stelt de zoon en dochter voor. 2. Zij gaan het nieuwe restaurant binnen. 3. Ik roep de oude kelner en betaal de maaltijd. 4. Wij nemen het menú en zoeken enige goede gerechten uit. 5. Na de maaltijd nemen wij nog (=aún) fruit en ijs.

10 6. Vader ontvangt de rekening van de wijn. 7. Wat zijn wij verschuldigd voor de fles rode wijn, mijnheer? 8. Zij verkopen mooie ansichtkaarten. 9. Verkoopt U Spaanse tijdschriften, heren? 10. Na het eten (= de maaltijd) neem ik een kop koffie. 11. Ontvangt u veel brieven, juffrouw? Of niet? 12. Hij schrijft een briefkaart aan de jongeman. 13. Mevrouw Ramírez kijkt naar de klok. 14. Drinkt U thee of koffie, jongedames? 15. Ik koop een nieuw tijdschrift van (= aan) de oude verkoper. 16. Wij betalen het bedrag van de rekening. 17. Wat vraagt u, mevrouw? Of er nog een tafel vrij is? 18. De bus naar Santander vertrekt nog niet. 19. De ober komt aanlopen met het menú. 20. Wij stappen uit dichtbij het café. 21. Wat wenst U, dames? Melk en boter? 22. Bovendien lezen allen nog steeds Spaanse kranten. 23. Zo leren zij nieuwe Spaanse woorden. 24. Er zijn veel ouders met kinderen in het restaurant. 25. Allen drinken een kop warme chocolademelk. Spaans cursuscentrum Don Guillermo, Zeist(NL) oktober 2015.

11

Los verbos regulares (De regelmatige werkwoorden)

Los verbos regulares (De regelmatige werkwoorden) Lección 2 Los verbos regulares (De regelmatige werkwoorden) Aan het begin van deze tweede les bespreken we eerst de antwoorden van de oefeningen van Lección 1. Overtuig jezelf ervan dat je deze eerste

Nadere informatie

SPAANS HERHALINGLES 1 Español

SPAANS HERHALINGLES 1 Español pagina:1 H1-1 Inleiding De eerste herhalingsles. Lees de lessen 1 t/m 5 nog eens rustig door. Niet allemaal achter elkaar! Maak daarna deze herhalingsles. Veel succes! H1-2 Vertaal: Yo soy el pan = Yo

Nadere informatie

Reizen Uit Eten. Uit Eten - Bij de ingang. Uit Eten - Eten bestellen

Reizen Uit Eten. Uit Eten - Bij de ingang. Uit Eten - Eten bestellen - Bij de ingang Me gustaría reservar una mesa para _[número de personas]_ a las _[hora]_. Een reservering doen Una mesa para _[número de personas]_, por favor. Om een tafel vragen Aceptan tarjetas de crédito?

Nadere informatie

Reizen Uit Eten. Uit Eten - Bij de ingang. Uit Eten - Eten bestellen

Reizen Uit Eten. Uit Eten - Bij de ingang. Uit Eten - Eten bestellen - Bij de ingang Me gustaría reservar una mesa para _[número de personas]_ a las _[hora]_. Een reservering doen Una mesa para _[número de personas]_, por favor. Om een tafel vragen Aceptan tarjetas de crédito?

Nadere informatie

Het belang en het gemak van het Spaanse werkwoord

Het belang en het gemak van het Spaanse werkwoord Het belang en het gemak van het Spaanse werkwoord Door: Victor Sánchez Vaak starten Nederlanders heel enthousiast aan een cursus Spaans. Mijn ervaring heeft geleerd dat men vroeg of laat tegen de grammatica

Nadere informatie

SPAANS LES 4 Español

SPAANS LES 4 Español pagina:1 4-1 Inleiding In deze vindt u heel wat bouwstenen voor een dialoog. Die vindt u niet alleen in de beide dialogen maar ook onder het kopje vraagwoorden. Veel succes! 4-2 Zinnen voor een dialoog

Nadere informatie

Tapasroute Valencia. Inclusief 3 tapasroutes

Tapasroute Valencia. Inclusief 3 tapasroutes Tapasroute Valencia...... Inclusief 3 tapasroutes Inleiding Met deze tapasroute krijg je een indruk van de verschillende soorten tapas in Valencia en krijg je de kans deze allemaal te proeven. In de routes

Nadere informatie

diez Iedereen kan Spaans leren Desea algo más? ZIEN EN BEGRIJPEN Taalcursus Spaans Voor beginners

diez Iedereen kan Spaans leren Desea algo más? ZIEN EN BEGRIJPEN Taalcursus Spaans Voor beginners ZIEN EN BEGRIJPEN Voor beginners Taalcursus Spaans Iedereen kan Spaans leren Desea algo más? diez 10 20 30 40 Soy un edificio famoso. Soy una iglesia en Barcelona. Me llamo la Sagrada Familia met audio

Nadere informatie

SPAANS LES 10 Español

SPAANS LES 10 Español pagina:1 10-1 Inleiding De les begint met een dialoog in een restaurant. Verder leert vertellen hoe iemand er uit ziet. En ook nu weer een artikeltje uit de Spaanse krant. Veel succes! 10-2 En un restaurante

Nadere informatie

SPAANS LES 6 Español

SPAANS LES 6 Español pagina:1 6-1 Inleiding Deze keer een klein gedeelte uit de Bijbel, twee dialoogjes en wat grammatica. De opmerking dat de antwoorden aan het eind van de les staan, laten we in het vervolg weg. Veel succes!

Nadere informatie

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere - je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3

Nadere informatie

Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85. Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87. Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89. Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91

Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85. Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87. Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89. Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91 inhoud lente zomer herfst winter Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85 Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87 Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89 Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91 Mode & schoonheid 14 15 40 41

Nadere informatie

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Leraar: Dag Jef. Jef: Dag mevrouw. Hoe gaat het met u? Leraar: Goed, dank je. En met jou? Jef: Ook goed. ----------- Mark: Hallo

Nadere informatie

Bienvenidos - Cuaderno de ejercicios

Bienvenidos - Cuaderno de ejercicios unidad 1 En el aeropuerto Zoek bij elke vraag het bijpassende antwoord. Luister naar de cd van het tekstboek, Oefening 1 van Unidad 1, en let op de uitspraak van de /k/-klank in de woorden equipaje en

Nadere informatie

SPAANS LES 2 Español

SPAANS LES 2 Español pagina:1 2-1 Inleiding U leert weer veel in deze les. U leert hoe u woorden in het meervoud kunt zetten, u leert weer heel wat over werkwoorden en u leert de telwoorden van 1 t/m 10. Veel succes! 2-2 Zinnetjes

Nadere informatie

Reizen Uit Eten. Uit Eten - Bij de ingang. Uit Eten - Eten bestellen

Reizen Uit Eten. Uit Eten - Bij de ingang. Uit Eten - Eten bestellen - Bij de ingang Ik wil graag een tafel reserveren voor _[aantal mensen]_ om _[tijdstip]_. Een reservering doen Een tafel voor _[number of people]_ graag. Om een tafel vragen Neemt u creditcards aan? Vragen

Nadere informatie

Sí, claro! 1.2. Instaptoets. Opgaven. 1. Dos amigos miran el plano de Sevilla. 4. En la oficina de turismo.

Sí, claro! 1.2. Instaptoets. Opgaven. 1. Dos amigos miran el plano de Sevilla. 4. En la oficina de turismo. Sí, claro! 1.2 Instaptoets Opgaven Met behulp van deze toets kan worden bepaald over hoeveel kennis van de Spaanse taal een cursist reeds beschikt. De toets kan worden gebruikt om te bepalen in welke groep

Nadere informatie

Prisma Taalbeheersing. Basisgrammatica. Spaans. Begrijpelijk voor iedereen. drs. E. Slager dr. Y. Rodríguez Pérez

Prisma Taalbeheersing. Basisgrammatica. Spaans. Begrijpelijk voor iedereen. drs. E. Slager dr. Y. Rodríguez Pérez Prisma Taalbeheersing Basisgrammatica Spaans Begrijpelijk voor iedereen drs. E. Slager dr. Y. Rodríguez Pérez Prisma maakt deel uit van Uitgeverij Unieboek Het Spectrum bv Postbus 97 3990 DB Houten Auteurs:

Nadere informatie

Keuzevak Spaans voor beginners 1 - Extra oefeningen

Keuzevak Spaans voor beginners 1 - Extra oefeningen Keuzevak Spaans voor beginners 1 - Extra oefeningen Met deze oefeningen kun je je voorbereiden op het tentamen Spaans voor beginners 1. De uitwerkingen staan op www.keuzevakspaans.com. Het echte tentamen

Nadere informatie

SPAANS HERHALINGLES 3 Español

SPAANS HERHALINGLES 3 Español pagina:1 H3-1 Inleiding Ook van deze herhaling kunt weer veel leren. Bekijk de werkwoordsvormen goed. Zorg dat alle zinnen (zelfstandig) kunt vertalen. Als extra service vindt u nog een aantal extra oefeningen.

Nadere informatie

Wonen. In deze les leert u

Wonen. In deze les leert u 2 Wonen In deze les leert u woorden en zinnen rond het onderwerp wonen: un sofá estupendo de regels voor klemtoon en geschreven accent de meervoudsvormen van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden: cama

Nadere informatie

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1 15/10/14 1 Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1 1. (komen) Waar.... jij vandaan? 2. Uit welk land.... u? 3. Brenda.... vandaag uit Engeland. 4. Wij.... uit België. 5. Wanneer.... zij thee drinken?

Nadere informatie

SPAANS LES 1 Español

SPAANS LES 1 Español pagina:1 1.1 Inleiding Deze cursus is bestemd voor hen die willen kennismaken met de Spaanse taal in woord en geschrift. Voor het volgen van deze cursus is geen speciale vooropleiding noodzakelijk. Wel

Nadere informatie

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere - je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3

Nadere informatie

SPAANS LES 7 Español

SPAANS LES 7 Español pagina:1 7-1 Inleiding We beginnen deze keer met een artikeltje uit de Spaanse krant (elmundo). Verder leren we een nieuwe tijd en de namen van de dagen van de week. Veel succes! 7-2 Uit de Spaanse krant

Nadere informatie

oferta De appels zijn in de a. Ze zijn vandaag extra goedkoop. de arm brazo Ik kan vandaag niet zo goed schrijven, want ik heb pijn in mijn a.

oferta De appels zijn in de a. Ze zijn vandaag extra goedkoop. de arm brazo Ik kan vandaag niet zo goed schrijven, want ik heb pijn in mijn a. Woordenlijst bij hoofdstuk 3 (Spaans) de agenda agenda Ik schrijf de afspraak in mijn a. de aanbieding oferta De appels zijn in de a. Ze zijn vandaag extra goedkoop. de arm brazo Ik kan vandaag niet zo

Nadere informatie

1.1 Las vocales (de klinkers):

1.1 Las vocales (de klinkers): Lección 1 (Les 1): La pronunciación (De uitspraak) In deze eerste les leer je welke klinkers en medeklinkers het Spaans heeft. Je krijgt een overzicht van het Spaanse alfabet. Ook kijken we naar de regels

Nadere informatie

A escribir! Periode 2. Schrijfopdrachten Spaans mavo 4

A escribir! Periode 2. Schrijfopdrachten Spaans mavo 4 1 A escribir! Periode 2 Schrijfopdrachten Spaans mavo 4 2 Schrijfopdracht 1 a Hoe vraag je in het Spaans...? 1 Ben jij Duitse? 2 Spreek je Spaans? 3 Waar woon je? 4 Is dat een dorp? b Hoe antwoord je in

Nadere informatie

SPAANS LES 5 Español

SPAANS LES 5 Español pagina:1 5-1 Inleiding In deze les gaat het voor een belangrijk deel over het weer: U leest een weerbericht uit de bekende krant EL MUNDO. U leert een groot aantal uitdrukkingen over het weer. Maar ook

Nadere informatie

Sí, claro! 1.1. Instaptoets. Opgaven. 4. En un hotel. 1. En un viaje. Perdón, ustedes francés? No, sólo inglés. Hola, cómo? Ernesto, y tú?

Sí, claro! 1.1. Instaptoets. Opgaven. 4. En un hotel. 1. En un viaje. Perdón, ustedes francés? No, sólo inglés. Hola, cómo? Ernesto, y tú? Sí, claro! 1.1 Instaptoets Opgaven Met behulp van deze toets kan worden bepaald over hoeveel kennis van de Spaanse taal een cursist reeds beschikt. De toets kan worden gebruikt om te bepalen in welke groep

Nadere informatie

BEGINNERSCURSUS DAG 2

BEGINNERSCURSUS DAG 2 1 BEGINNERSCURSUS DAG 2 A. FORCING Tekst: Hans en Hilde B. GRAMMATICA Vorming O.T.T. Substantief: de/ het Vraagwoorden Vraagzin (inversie) C. CONVERSATIE Elkaar vragen stellen (cfr. Voorstelling) Een gewone

Nadere informatie

Wat eten we vanavond?

Wat eten we vanavond? 35 35 HOOFDSTUK 3 Wat eten we vanavond? WOORDEN 1 Kies uit: jam school slager boodschappen vegetariër 1 Dorien eet geen vlees. Ze is. 2 Moniek houdt van zoet. Ze eet graag op brood. 3 Johan, ik ga naar

Nadere informatie

Serie de publicaciones - Serie-overzicht

Serie de publicaciones - Serie-overzicht 1 Serie de publicaciones - Serie-overzicht Minicursus voor Spaanstaligen Niveau 1/ Mini curso para hispanohablantes Nivel 1 Formaat pdf / Formato pdf Toegang tot luisteroefeningen en antwoorden op de website

Nadere informatie

Spaans voor zelfstudie

Spaans voor zelfstudie Prisma Taaltraining Spaans voor zelfstudie drs. Gisa Muniz INHOUD Voorwoord 9 Uitspraak 11 Les 1 Tekst 1 14 Begroetingen 14 Mensen ontmoeten 15 Zich voorstellen 16 Vragen hoe iemand heet 16 Zeggen waar

Nadere informatie

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.

Nadere informatie

Comer con gusto 5. b. Sus gustos de comida. Welke van de voedingsmiddelen uit de lijst vindt u lekker of juist niet?

Comer con gusto 5. b. Sus gustos de comida. Welke van de voedingsmiddelen uit de lijst vindt u lekker of juist niet? Comer con gusto 5 1 a. La pirámide de los alimentos. In deze voedingspiramide staan allerlei voedingsmiddelen. Volgens de piramide mogen de producten onderaan in grotere hoeveelheden gegeten en gedronken

Nadere informatie

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk

Nadere informatie

Auditieve oefeningen: thema eten

Auditieve oefeningen: thema eten Auditieve oefeningen: thema eten Boek van de week: 1; Koekjes van Ted van Lieshout en Sieb Posthuma 2; Het pannenkoekenboek van Eric Carle 3; Olifantensoep Ingrid en Dieter Schubert 4; Finn kookt zelf

Nadere informatie

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus ZELFSTANDIG NAAMWOORD Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus meervoud nominativus genitivus accusativus BIJVOEGLIJK

Nadere informatie

januari el/un coche el/un gato la/una casa la/una chica la/una mesa

januari el/un coche el/un gato la/una casa la/una chica la/una mesa januari Woordsoorten: er worden vandaag drie belangrijke woordsoorten behandeld. 1. Zelfstandige naamwoorden. Dit zijn de woorden waar je de, het of een voor kunt zetten. Het zijn dingen, dieren of mensen.

Nadere informatie

Antwoorden van Lección 3:

Antwoorden van Lección 3: Lección 4: Los verbos HABER y TENER (De werkwoorden haber en tener ) In deze les bestuderen wij ons hebben in het Spaans. Je leert hoe je een voltooid deelwoord vormt en wanneer je de voltooid tegenwoordige

Nadere informatie

- je kan me wat - module 3. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 3. tekeningen -

- je kan me wat - module 3. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 3. tekeningen - - je kan me wat - module 3 docere delectare movere tekeningen - 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat ROCvA nt2taalmenu.nl - educatie - ROCvA module 3 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5

Nadere informatie

1OEFENINGEN bij WERKWOORDEN (boek CAMINOS 1, PAG.133 e.v.)

1OEFENINGEN bij WERKWOORDEN (boek CAMINOS 1, PAG.133 e.v.) 1OEFENINGEN bij WERKWOORDEN (boek CAMINOS 1, PAG.133 e.v.) 7.1.1 Regelmatige vormen A. Vul de juiste vorm van het werkwoord in: Dónde...? (vivir, tú) Dónde...? (trabajar, tú) Yo no...muy bien español.

Nadere informatie

SUBJUNTIVO. B. Tú + vos. 1. empezar 2. salir 3. decir 4. hacer 5. oír 6. encontrar 7. venir 8. poder 9. conocer 10. vivir

SUBJUNTIVO. B. Tú + vos. 1. empezar 2. salir 3. decir 4. hacer 5. oír 6. encontrar 7. venir 8. poder 9. conocer 10. vivir SUBJUNTIVO 1. Beantwoord de volgende vragen (op je eigen blad) 1. Hoe vorm je de subjuntivo? 2. Welke personen hebben dezelfde uitgang? 3. Is deze vorm goed? puedamos? 4. Welke schrijfverandering krijgen

Nadere informatie

SPAANS HERHALINGLES 2 Español

SPAANS HERHALINGLES 2 Español pagina:1 H2-1 Inleiding We herhalen de lessen 6 t/m 10. Lees eerst de betreffende lessen door. H2-2 Vertaal: El buen pastor su vida da por las ovejas La vaca muge La conozco Os ven María tiene los libros

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Dos cervezas por favor. Donde está el supermercado? Ga je op vakantie naar Spanje maar weet je niet wat deze zinnen betekenen?

Dos cervezas por favor. Donde está el supermercado? Ga je op vakantie naar Spanje maar weet je niet wat deze zinnen betekenen? Minicursus Spaans Dos cervezas por favor. Donde está el supermercado? Ga je op vakantie naar Spanje maar weet je niet wat deze zinnen betekenen? Het NTI trakteert je op een leuke, gratis minicursus Spaans.

Nadere informatie

Leesboekje eten en drinken

Leesboekje eten en drinken Leesboekje eten en drinken Leesboekje Eten en Drinken Pagina 1 Dit is de groente Dit is het fruit. Dit is de sinaasappel. Dit is de banaan. Dit is de tomaat. Dit is de appel. Dit zijn de druiven. Dit is

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Opdracht 1 bij 2.1 ** Cursist A: vertel wat je eet of drinkt. Vraag wat cursist B eet of drinkt. Cursist B: geef antwoord. Voorbeeld Cursist A: Ik eet een tomaat.

Nadere informatie

Handleiding basiswoordenschat.

Handleiding basiswoordenschat. basiswoordenschat. Inleiding. In de basismodule wordt een basis van ongeveer 80 woorden gelegd. Deze woorden worden aangeboden om de woordenschat, maar ook om de communicatieve vaardigheden van de cursist

Nadere informatie

SPAANS LES 13 Español

SPAANS LES 13 Español pagina:1 13-1 De laatste les van deel 1. Ja dit is de laatste theorieles. Er volgt nog één les, een herhalingsles. In deze laatste theorieles van het eerste deel van deze cursus komen nog een aantal belangrijke

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

Thema 2 Boodschappen. Inhoudsopgave

Thema 2 Boodschappen. Inhoudsopgave Thema 2 Boodschappen Inhoudsopgave 2.1 Eten en drinken 131 2.2 Ontbijt, lunch en avondeten 133 2.3 Ik drink melk. 135 2.4 Aard-ap-pel 136 2.5 Maanden en seizoenen 138 2.6 Op de markt 140 2.7 In de supermarkt

Nadere informatie

- je kan me wat - module 5. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 5. tekeningen -

- je kan me wat - module 5. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 5. tekeningen - - je kan me wat - module 5 docere delectare movere tekeningen - 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan O p e me n wat S c h o o l nt2taalmenu.nl A m s t e r d module a m Z u 5i d - O o s t 1

Nadere informatie

Dinie Ea van Oort Verhaalland Taalleerlijn www.verhaalland.nl

Dinie Ea van Oort Verhaalland Taalleerlijn www.verhaalland.nl E1. De werkwoorden 1. horen: ik hoor 2. zien: ik zie jij hoort jij ziet u hoort u ziet hij hoort hij ziet zij hoort zij ziet het hoort het ziet wij horen jullie horen zij (meer) horen wij zien jullie zien

Nadere informatie

BEELD. op reis. Spaans de koe. Speciaal voor op reis! WOORDENBOEK. Van Dale. BEELDWOORDENBOEK op reis SPAANS. BEELDWOORDENBOEK op reis spaans

BEELD. op reis. Spaans de koe. Speciaal voor op reis! WOORDENBOEK. Van Dale. BEELDWOORDENBOEK op reis SPAANS. BEELDWOORDENBOEK op reis spaans Speciaal voor op reis! Dankzij de beelden én de handige index in twee talen vind je snel het juiste woord. Beelden helpen je bovendien ook om zonder taal duidelijk te maken wat je bedoelt waar ook ter

Nadere informatie

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 103 103 HOOFDSTUK 7 Wat gaan we doen? WOORDEN 1 Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 2 Op 22 november zijn we 25 jaar

Nadere informatie

Reizen Uit Eten. Uit Eten - Bij de ingang. Uit Eten - Eten bestellen

Reizen Uit Eten. Uit Eten - Bij de ingang. Uit Eten - Eten bestellen - Bij de ingang Ik wil graag een tafel reserveren voor _[aantal mensen]_ om _[tijdstip]_. Een reservering doen Een tafel voor _[number of people]_ graag. Om een tafel vragen Neemt u creditcards aan? Vragen

Nadere informatie

Woordenlijst Nederlands Spaans

Woordenlijst Nederlands Spaans Taaltalent deel 1 Methode Nederlands voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Woordenlijst Nederlands Spaans Hoofdstuk 1 De cursus Henny Taks Katja Verbruggen u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2014

Nadere informatie

Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen

Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen www.edusom.nl Opstartlessen Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u iets lekker vindt of ergens van houdt. Praten over eten en drinken. Praten over boodschappen

Nadere informatie

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN Opdracht 1 de groente pinnen de suiker de supermarkt Opdracht 7 Hoi Ramon! Ik eet graag rijst met kip. En ik drink altijd water bij het eten. Maar ik vind

Nadere informatie

Z I N S O N T L E D I N G

Z I N S O N T L E D I N G - 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk

Nadere informatie

Nederlands voor Arabisch taligen A0 A1/A2

Nederlands voor Arabisch taligen A0 A1/A2 Auteur boek: مو لف الكتاب: Vera Lukassen Titel boek: Nederlands voor Arabisch taligen كتاب : الھولندي للناطقین باللغة العربیة المستوى Niveau A0 A2, A0 A2 2015, Serasta Uitgegeven in eigen beheer info@serasta.nl

Nadere informatie

Nederlands Español. Handige zinnen en woorden om u snel op weg te helpen in Spanje

Nederlands Español. Handige zinnen en woorden om u snel op weg te helpen in Spanje Nederlands Español Handige zinnen en woorden om u snel op weg te helpen in Spanje Inhoudsopgave Als je mensen ontmoet... Als je je niet goed voelt... Tijdens het winkelen... In een restaurant... Een koffie

Nadere informatie

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd In deze les leer je zwakke werkwoorden als persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op de juiste manier spellen. De sterke werkwoorden leveren vaak geen d- of t-problemen

Nadere informatie

Viajar Salir a comer. Salir a comer - En la entrada. Salir a comer - Ordenar comida

Viajar Salir a comer. Salir a comer - En la entrada. Salir a comer - Ordenar comida - En la entrada Me gustaría reservar una mesa para _[número de personas]_ a las _[hora]_. Para hacer una reservación. Una mesa para _[número de personas]_, por favor. Para pedir una mesa. Aceptan tarjetas

Nadere informatie

Serie Crímenes al sol. Pasión mortal

Serie Crímenes al sol. Pasión mortal Leesboekjes Spaans Serie Crímenes al sol Pasión mortal Pasión mortal Auteur Mónica Hagedorn Castro-Peláez Illustraties Bartolomé Seguí Redactie Olga Balboa Nederlandse bewerking Yonina Pullens (Intertaal)

Nadere informatie

1 Spelling en uitspraak

1 Spelling en uitspraak Inhoud 1 Spelling en uitspraak 1 de spellingregels 11 Klinkers en medeklinkers 12 Accenttekens 11 Apostrof ( ) en koppelteken (-) 12 Hoofdletters 13 Los of aan elkaar? 13 Afbreken 14 2 uitspraak 14 Medeklinkers

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling en uitspraak. 2 Grammatica

Inhoud. 1 Spelling en uitspraak. 2 Grammatica Inhoud 1 Spelling en uitspraak 1 spelling 11 Algemene regels 11 Klinkers en medeklinkers 11 Accenttekens 12 Hoofdletters 13 Los of aan elkaar? 13 Afbreken 14 2 uitspraak 14 De letters van het alfabet 15

Nadere informatie

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL Hotel Hallo - Thema 6 Hallo opdrachten STEENSOEP 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en leg

Nadere informatie

lombricita De jongste mag beginnen en een passend kaartje aan het openingskaartje leggen. Als je niet kan moet je een kaartje uit de pot pakken.

lombricita De jongste mag beginnen en een passend kaartje aan het openingskaartje leggen. Als je niet kan moet je een kaartje uit de pot pakken. Dominospel / memory Het dominospel van Soy Don Toro speel je per hoofdstuk. Vanaf opdracht 3.1b begin je te spelen omdat je dan het Spaans hebt leren lezen. Knip alle kaartjes van de betreffende hoofdstukken

Nadere informatie

SPAANS LES 8 Español

SPAANS LES 8 Español pagina:1 8-1 Inleiding Een eenvoudig briefje. Daar maakt u in deze les kennis mee. Aan het eind van deze cursus moet u zelf zo'n briefje kunnen schrijven! En dat gaat vast en zeker lukken! Veel succes!

Nadere informatie

De Edukese Taal Edukeser Språkerne. Door Lars

De Edukese Taal Edukeser Språkerne. Door Lars De Edukese Taal Edukeser Språkerne Door Lars Fonologie Letter IPA Letter IPA A ɐ P B b Q C ʃ / k * R D S ʂ / s ** E F G H I J K L M N O T U V W X Y Z Å Æ Þ Ð Ø *= De c wordt in het Edukees soms als ʃ en

Nadere informatie

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. Werkwoorden Hebben en zijn De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. persoon onderwerp hebben zijn 1 enk. ik heb ben 2 enk. jij/u hebt bent

Nadere informatie

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.

Nadere informatie

LES 1 NEDERLANDS EN LATIJN. Onze eigen taal Wanneer je wilt weten hoe onze taal in elkaar zit, moet je eens naar de volgende vijf zinnetjes kijken:

LES 1 NEDERLANDS EN LATIJN. Onze eigen taal Wanneer je wilt weten hoe onze taal in elkaar zit, moet je eens naar de volgende vijf zinnetjes kijken: LES 1 NEDERLANDS EN LATIJN Onze eigen taal Wanneer je wilt weten hoe onze taal in elkaar zit, moet je eens naar de volgende vijf zinnetjes kijken: Het meisje ziet de roos. De moeder geeft haar baby de

Nadere informatie

Los verbos ser, estar y hay (De werkwoorden ser, estar en hay )

Los verbos ser, estar y hay (De werkwoorden ser, estar en hay ) Lección 5: Los verbos ser, estar y hay (De werkwoorden ser, estar en hay ) Het Spaans heeft voor ons werkwoord zijn drie verschillende werkwoorden: ser, estar en hay. Deze werkwoorden betekenen wel alledrie

Nadere informatie

Dat is een koopje! HOOFDSTUK 8 WOORDEN. Kies het goede woord. Ik ga even naar de... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager

Dat is een koopje! HOOFDSTUK 8 WOORDEN. Kies het goede woord. Ik ga even naar de... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager 119 119 HOOFDSTUK 8 Dat is een koopje! WOORDEN 1 2 3 1 Ik ga even naar de.... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager 2 Wil je wat drinken? Ja graag, een... koffie alsjeblieft. a fles b beker

Nadere informatie

de appel het fruit de peer de sinaasappel de banaan

de appel het fruit de peer de sinaasappel de banaan Werkbladen bij thema eten en drinken: dag 1 Naam:................. 1. Lezen en overschrijven: de appel het fruit de peer de sinaasappel. de banaan LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 4 Pagina 1 2.

Nadere informatie

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 61 61 REGELS 1 Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 1 Ik woon met mijn gezin in een rijtjeshuis met vier slaapkamers. 2 De vijf appartementen in deze flat zijn heel klein. 3 Hij heeft een groot huis

Nadere informatie

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6 Grammatica Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6 Inhoudsopgave Zinnen knippen 4 Het onderwerp 7 De persoonsvorm 11 Het gezegde 17 Het werkwoordelijk gezegde 21 Het naamwoordelijk gezegde 24 Het lijdend

Nadere informatie

BIJBELS GRIEKS HERHALING 2

BIJBELS GRIEKS HERHALING 2 Pagina:1 Her. 2.1 Inleiding In deze les herhalen we de belangrijkste zaken uit les 6 t/m 10. Leest u voordat u verder gaat met deze les eerst de theorie van de lessen 6 t/m 10 nog eens grondig door! Her.

Nadere informatie

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 5 Eten

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 5 Eten Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 5 Eten 1 Woorden 1 het bord 2 het brood 3 het glas 4 de koffie 5 de lepel 6 het mes 7 de patat 8 de rijst 9 de suiker 1 10 de taart 11 de thee 12 de vis 13 het vlees

Nadere informatie

SPAANS LES 3 Español

SPAANS LES 3 Español pagina:1 3-1 Inleiding In deze les gaat u de eerste tekst lezen! Maar eerst gaat u zich verder verdiepen in bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden. 3-2 Zinnetjes voor een dialoog Spaans: Buenos días,

Nadere informatie

de andijvie A is een soort groente met grote groene bladeren.

de andijvie A is een soort groente met grote groene bladeren. Woordenlijst bij hoofdstuk 6 de aardappel Wat eten we vanavond, rijst of a? alcoholvrij zonder alcohol Graag een a bier. Ik moet nog auto rijden. de andijvie A is een soort groente met grote groene bladeren.

Nadere informatie

RUDOLF RASCH: DUIZEND BRIEVEN OVER MUZIEK VAN, AAN EN ROND CONSTANTIJN HUYGENS - Chièze aan Huygens 30 augustus B -

RUDOLF RASCH: DUIZEND BRIEVEN OVER MUZIEK VAN, AAN EN ROND CONSTANTIJN HUYGENS - Chièze aan Huygens 30 augustus B - SÉBASTIEN CHIÈZE (MADRID) AAN CONSTANTIJN HUYGENS [DEN HAAG] 30 AUGUSTUS 1673 6910B Antwoord op Huygens brief van 11 augustus 1673 (6910). Samenvatting: Chièze stuurt tonos (liederen) en belooft meer,

Nadere informatie

de aanbieding offerta De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen solo Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.

de aanbieding offerta De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen solo Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie. Woordenlijst bij hoofdstuk 4 Deel 1 de aanbieding offerta De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen solo Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie. als cuando A.. je

Nadere informatie

6.5-De werkwoorden ser en estar

6.5-De werkwoorden ser en estar 6.5-De werkwoorden ser en estar Het werkwoord "zijn" kent in het Spaans twee versies: ser en estar. ser estar 1e persoon enkelvoud: soy 1e persoon enkelvoud: estoy 2e persoon enkelvoud: eres 2e persoon

Nadere informatie

Magie en musica kleur en zweet. Zingen, lachen en huilen: ze vermengen meng hun dromen meng pijn en vreugde houd van het leven!

Magie en musica kleur en zweet. Zingen, lachen en huilen: ze vermengen meng hun dromen meng pijn en vreugde houd van het leven! Magie en musica kleur en zweet. Zingen, lachen en huilen: ze vermengen meng hun dromen meng pijn en vreugde houd van het leven! Vrouwen die dromen: lipstick in rood fel liefde en dans kleur en carnaval

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding... 11

Inhoud. Inleiding... 11 Inhoud Inleiding............................................................. 11 Hoofdstuk 1: Bij het begin beginnen: de uitspraak........................ 17 Je spreekt al wat Spaans!.......................................18

Nadere informatie

SPAANS LES 12 Español

SPAANS LES 12 Español pagina:1 12-1 Bijna de laatste les! In deze les maken we een begin aan het lezen van een tekst uit de Bijbel. Een uiterst leerzame tekst met veel werkwoorden in diverse tijden. Verder maakt u hier ook

Nadere informatie

De actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen

De actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen Infofiche 2 Doelstellingen De leerlingen kunnen spelenderwijs de verschillende groepen voedingsmiddelen van elkaar onderscheiden. De leerlingen kunnen iets over elk onderdeel van de actieve voedingsdriehoek

Nadere informatie

Antwoorden Nederlands Ontleding

Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig

Nadere informatie

Holandés para hispanohablantes A0 A1/A2. Auteur boek: Vera Lukassen Vertaling: Marko Bijl-Beck

Holandés para hispanohablantes A0 A1/A2. Auteur boek: Vera Lukassen Vertaling: Marko Bijl-Beck Auteur boek: Vera Lukassen Vertaling: Marko Bijl-Beck Met dank aan: Adriana Castillo Sierra Maite Garcia Mestres Titel boek: Holandés para hispanohablantes Niveau A0 A2 2011, Serasta Uitgegeven in eigen

Nadere informatie

Werkwoordoefeningen bij les 5

Werkwoordoefeningen bij les 5 Werkwoordoefeningen bij les 5 Werkwoordoefening 1 1 Ik loop. Ik liep. 2 Ik loop naar huis. Ik liep naar huis. 3 Ik loop op straat. Ik liep op straat. 4 Ik ga naar school. Ik ging naar school. 5 Ik ga naar

Nadere informatie

EXTRA STENCIL 3 SUBJUNTIVO

EXTRA STENCIL 3 SUBJUNTIVO EXTRA STENCIL 3 SUBJUNTIVO Alle werkwoordsvormen die je tot nu toe geleerd hebt (de t.t., v.t.t, v.v.t, prét, imperf. Futuro en condicional) horen bij wat in het Spaans de INDICATIVO genoemd wordt. Echter,

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

Instaptoets. Opgaven. 1. En un viaje. 4. En un hotel. Hola, cómo? Ernesto, y tú? Perdón, ustedes francés? No, sólo inglés.

Instaptoets. Opgaven. 1. En un viaje. 4. En un hotel. Hola, cómo? Ernesto, y tú? Perdón, ustedes francés? No, sólo inglés. Instaptoets Opgaven Met behulp van deze toets kan worden bepaald over hoeveel kennis van de Spaanse taal een cursist reeds beschikt. De toets kan worden gebruikt om te bepalen in welke groep of op welk

Nadere informatie

BEGINNERSCURSUS DAG 8

BEGINNERSCURSUS DAG 8 1 BEGINNERSCURSUS DAG 8 A. FORCING Tekst: Bij de dokter B. GRAMMATICA Gebruik van de infinitief: dubbele inf. om + te + inf. aan het + inf. te + inf. De stamtijden (Dag 6 pagina s 8-11) C. CONVERSATIE

Nadere informatie

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie