Dat is een koopje! HOOFDSTUK 8 WOORDEN. Kies het goede woord. Ik ga even naar de... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager
|
|
- Lennert Aalderink
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 HOOFDSTUK 8 Dat is een koopje! WOORDEN Ik ga even naar de.... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager 2 Wil je wat drinken? Ja graag, een... koffie alsjeblieft. a fles b beker 3 Twee kilo aardappels en twee... champignons. Dat is 3,95. a bakjes b tasjes 1 Je kunt strippenkaarten bij de... maar ook in de bus kopen. a kiosk b groenteman 2 Ik heb honger! Ik neem twee... kaas. a broden b broodjes 3 In zijn winkel... hij nieuwe en tweedehands televisies aan de mensen uit de straat. a geeft b verkoopt Wat hoort bij elkaar? gepast de advertentie de koelkast het beeld het krat a b c d e het geluid de wasmachine kleingeld de fles het krantje
2 Kies uit: kiosk moeilijk contant terug verkopen 1 Dat is dan 3,76. Sorry, ik heb geen kleingeld. Heeft u van 50,-? 2 Nee, sorry u kunt hier niet pinnen. Oké, dan betaal ik. 3 Ik ga even bij deze een krant en een strippenkaart halen. 4 Op deze markt ze natuurlijk groente en fruit, maar ook kleren, schoenen en mobiele telefoons. 5 Ik leer Nederlands. Spreken vind ik heel, maar schrijven niet. 5 Kies uit: kleingeld tegenwoordig broodje lukken beker 1 Wil je de thee in een kopje of in een? 2 De meeste Nederlanders eten s middags niet warm. Ze eten een en drinken koffie, thee of melk. 3 Ik moet nog vijf brieven schrijven. Maar ik denk dat het wel gaat, ik heb vanmiddag genoeg tijd. 4 Heb jij wat voor me? Ik wil een kopje koffie uit deze automaat halen. 5 Veel mensen hebben een mobiele telefoon. In 1980 was een mobieltje iets heel bijzonders
3 Kies uit: Vooral groeit spaar bonnetje Gebruik 1 Het aantal auto s in Nederland ieder jaar. Dus kun je in de grote steden bijna nergens meer parkeren. 2 in de grote steden is parkeren moeilijk. In dorpen is er altijd plaats. 3 je vaak je pinpas of betaal je altijd contant? 4 Ik cd s met muziek uit mijn eigen land. Ik heb er al Zonder kunt u deze broek niet ruilen. 7 Kies uit: groenteman maar betaling ongeveer zegeltjes 1 De van de lessen doet u iedere maand contant. 2 Spaar onze en u krijgt uw tiende maaltijd gratis. 3 Ik ben volgende week vrij, ik ga niet weg, ik blijf thuis. 4 Ik koop groente en fruit niet bij de supermarkt, maar bij de. 5 Ik ga nu weg en ben om twee uur terug. Het kan ook half drie worden. 8 1 Veel mensen... de computer om brieven te schrijven. a zien b gebruiken 2 In Amsterdam wonen al jaren ongeveer mensen. De stad... bijna niet meer. a groeit b werkt 3 Ik heb honger! Zullen we een... patat nemen? a pakje b bakje
4 Wat hoort bij elkaar? 1 de advertentie a precies 2 moeilijk b de jongen 3 sparen c de aanbieding 4 ongeveer d de zegeltjes 5 het meisje e het college 10 Wat hoort bij elkaar? 1 contant a de wasmachine 2 de televisie b chippen 3 de frisdrank c goedkoop 4 het huismerk d examen 5 slagen e het sinaasappelsap 11 Kies uit: gepast terug bonnetje Tegenwoordig Vooral 1 Heeft u van 50,-? Ik heb geen kleingeld. 2 Heb je wel kleingeld? In de bus en de tram moet je betalen voor je strippenkaart. 3 oudere mensen kopen niet graag een kaartje bij de automaat. Jonge mensen vinden de automaten geen probleem. 4 Er zit een gat in dit T-shirt. Hebt u het nog? Dan kunt u het ruilen. 5 schrijven mensen bijna geen gewone brieven maar wel veel s
5 Kies uit: bouwjaar maar men betaling te koop 1 De huur van uw huis is 375,-. De gaat via de woningbouwvereniging. 2 Voor het parkeren van de auto gebruikt tegenwoordig vaak de chipknip. 3 Dit huis is. De prijs is ,-. 4 Wat is het van deze auto? 2002 of 2003? 5 Deze cursus is niet goedkoop, we krijgen wel vijf keer per week les Deze cd kost maar 3,95. Dat is een.... a koopje b advertentie 2 Mijn fiets is weg! Hij is dit jaar al drie keer.... a genomen b gestolen 3 Ik moet... weg. Mijn trein gaat over vijf minuten. a morgen b meteen 14 Kies uit: koelkast merk apart deuren staat 1 Mijn woonkamer heeft twee : één voor en één achter in de kamer. 2 Gaan we met z n tweeën naar de bioscoop of gaan we ieder? 3 Dit huis is in slechte en daarom is het niet zo duur. 4 Zet je de witte wijn even in de? Hij is koud veel lekkerder! 5 Hij heeft een hele grote auto van een duur Het... van deze auto is 1991 en hij kost maar 490,-. a bouwjaar b geboortejaar
6 Op deze cd kunnen kinderen naar luisteren. a televisies b muziekinstrumenten 3 Op het college waren... studenten. Ik denk wel meer dan 150! a weinig b zoveel 16 1 Het... wilde een nieuwe jurk en geen nieuwe broek. a tomaatje b meisje 2 In het eerste... van de cursus spreken we over Nederland. a scherm b deel 3 Waar zijn mijn sleutels? Net had ik ze in mijn hand en nu zijn ze.... a straat b weg 17 Wat hoort bij elkaar? 1 de pas a raam 2 het pak b nieuw 3 allemaal c de zak 4 deur d iedereen 5 tweedehands e chippen 18 Kies uit: wassen men college meteen garantie 1 In Nederland gaat vaak op de fiets naar het werk. 2 Ik heb op dinsdag en donderdag. Op de andere dagen studeer ik zelf. 3 Wat een mooie broek, en maar 59,-! Ik ga hem kopen. 4 Dit moet een goede auto zijn! Je krijgt twee jaar! 5 Ik ga vanmiddag mijn T-shirts. Er ligt nog maar één T-shirt in de kast!
7 Kies uit: merken gegevens opschrijven uitgeven chips 1 Aan het eind van de maand heb ik vaak geen geld meer. Ik moet minder. 2 Mijn zoontje is morgen jarig en alle kindertjes uit de straat komen langs. Ik moet maar veel frisdrank en kopen. 3 U wilt een auto huren? Kunt u op dit formulier uw invullen? 4 Ik wil een nieuwe wasmachine kopen. Weet jij een paar goede? 5 Ik zal je een sturen. Kun je hier even je adres? 20 Kies uit: staat spullen nette gestolen genoeg 1 Ik moet morgen naar een bruiloft dus doe ik mijn pak aan. 2 Waar is mijn jas? Oh nee, iemand heeft hem. 3 Deze boot is 25 jaar oud, maar hij is in zeer goede. 4 Ga je vanavond mee uit? Nee, sorry ik heb niet geld. 5 Op deze markt kun je je tweedehands verkopen
8 Kies uit: per stuk beeld procent inderdaad vraagprijs 1 Oh, je hebt een nieuwe computer. En ook een nieuw scherm, wat een prachtig. 2 Kijk deze broeken: drie halen, twee betalen. Je betaalt dus 33 minder. 3 Hoeveel kosten die T-shirts? Ze kosten 15,-. 4 Hoeveel kost die auto? De is 8500,-, maar wij betalen 8000,-. 5 Jij hebt toch in Groningen gestudeerd? Ja,, dat klopt. Van 1980 tot Kijk, vijf autorijlessen voor 60,-. Goh, dat is niet duur. Dat is echt een...! a koopje b advertentie 2 Hallo, kan ik Paul spreken? Nee, sorry die is al.... Die is naar huis. a weg b hier 3 Je ziet in Nederland... mensen fietsen, in de dorpen, maar ook in de steden. a overal b nooit 23 1 Voor truien heeft deze wasmachine een apart.... a merk b programma 2... Nederlander kent Rembrandt. a Geen b Iedere
9 In het eerste... van dit boek leren we 1500 woorden en in het tweede a weekend b deel 24 Wat hoort bij elkaar? 1 krat a nootjes 2 chips b fles 3 iedereen c wasmachine 4 apparaat d vaak 5 overal e iedere 25 Kies uit: opschrijven wassen uitgeven geluid redelijk 1 Ik hoor een. Ja, dit is mijn mobiele telefoon. 2 Ik kan erg goed geld. Daarom heb ik altijd te weinig! ,- voor een auto van vijftien jaar oud! Is dat niet te duur? Nee, het is een goede auto, dus de prijs is. 4 Kun je je telefoonnummer even? Dan bel ik je vanmiddag op. 5 Ik kan mijn broers machine gebruiken. Ik kan ook jouw kleren wel. 26 Kies uit: mazzel huismerken zelf sap geslaagd 1 Veel supermarkten hebben. Die zijn goedkoper dan andere merken. 2 Nu ga ik met mijn ouders met vakantie. Maar volgend jaar ga ik. 3 Wat een! We geven een feestje en de sapjes zijn in de aanbieding. 4 Jullie hebben het examen goed gedaan! Alle studenten zijn. 5 Wat wil je drinken? Water of?
10 Kies uit: weinig zelf per stuk gegevens genoeg 1 U wilt uw fiets verkopen? Wat zijn de van de fiets: merk, nummer, prijs? 2 We moeten naar Drachten. Dat is tien strippen. Heb jij strippen op je kaart? Ik heb er nog maar acht. 3 Zit je dochter bij jou op de fiets? Nee hoor, ze fietst al drie maanden. 4 Kost de koffie hier maar 0,25? Goh, dat is. 5 U heeft pakken van vijf flessen water, maar verkoopt u de flessen ook? 28 Kies uit: zak spullen vraagprijs olijven examen 1 Ik wil graag een pizza Diabolo bestellen met extra kaas en. 2 Dit is mijn laatste. Misschien krijg ik volgende maand mijn diploma! 3 Wil je al die meenemen? Die gaan nooit in die kleine tas! 4 De van deze auto is ,-. Hoeveel wil jij betalen, ,-? 5 Ga je naar de markt? Neem je dan een aardappels en een bakje champignons voor me mee? 29 1 Ik moet nog autorijden. Daarom neem ik geen wijn maar.... a bier b sap
11 Mag ik een... jonge kaas van een pond? a bak b stuk 3 Mijn moeder is morgen jarig. Mijn broers en zussen maken... een gerecht en dat eten we dan samen op. a nooit b allemaal 30 1 Zag ik jou gisteren nou in Amsterdam? Ja, dat klopt. Ik was... in Amsterdam. a niet b inderdaad 2 Ik werk twee dagen per week. Goh, wat.... Ik werk vijf dagen! a veel b weinig 3 Wat een...! Ik sta nog maar twee minuten bij de halte en er komt een bus. a mazzel b probleem 31 Kies uit: nette zoveel programma s redelijke olijven 1 De voordeelurenkaart kost 45,-. Oh, dat is niet zo duur. Dat vind ik een prijs. 2 Ik heb gisteren drie op mijn computer gezet. 3 We moeten voor deze cursus woorden leren! Meer dan duizend in tien weken! 4 Wat eten we vanavond? Ik heb zin in een salade met tomaten, kaas en. 5 Wat een kleren! Ja, mijn broer trouwt vandaag
12 Kies uit: bonnetje was stuk maar te koop 1 Jij zoekt een tweedehands koelkast? Kijk, hier staan wel acht koelkasten. 2 Wil jij nog een vlees? Nee dank je, ik heb genoeg gegeten. 3 Ik vind vakantie erg prettig, ik studeer ook graag. 4 Ik iedere zaterdag al mijn kleren. Dan heb ik weer genoeg voor de hele week. 5 Waar is het van die broek? Ik wil hem ruilen
OEFENSCHRIFT DEEL 2 A1-A2
OEFENSCHRIFT DEEL 2 A1-A2 Basisleergang Nederlands voor anderstaligen Universiteit van Amsterdam, Instituut voor Nederlands Taalonderwijs en Taaladvies (INTT) Nicky Heijne Marten Hidma Karolien Kamma Vrije
Nadere informatieREGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.
61 61 REGELS 1 Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 1 Ik woon met mijn gezin in een rijtjeshuis met vier slaapkamers. 2 De vijf appartementen in deze flat zijn heel klein. 3 Hij heeft een groot huis
Nadere informatieWat eten we vanavond?
35 35 HOOFDSTUK 3 Wat eten we vanavond? WOORDEN 1 Kies uit: jam school slager boodschappen vegetariër 1 Dorien eet geen vlees. Ze is. 2 Moniek houdt van zoet. Ze eet graag op brood. 3 Johan, ik ga naar
Nadere informatie3 Jij gaat toch volgende week verhuizen? Je mag het... van mijn vriendin wel gebruiken! a bus b busje
131 131 REGELS 1 Wat hoort bij elkaar? 1 de wijn a het kamertje 2 de winkel b het boodschapje 3 de zus c het winkeltje 4 de boodschap d het wijntje 5 de kamer e het zusje 2 Onderstreep de diminutief in
Nadere informatieWat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.
103 103 HOOFDSTUK 7 Wat gaan we doen? WOORDEN 1 Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 2 Op 22 november zijn we 25 jaar
Nadere informatieTe huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement
51 51 HOOFDSTUK 4 Te huur WOORDEN 1 1 Ik woon in een flat op de vierde.... a verdieping b appartement 2 Het is een rijtjeshuis met een grote woonkamer en drie.... a tuinen b slaapkamers 3 Mijn woonkamer
Nadere informatiede aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.
Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.
Nadere informatieVeertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel
Veertien leesteksten Leesvaardigheid A1 Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout 2011-2016 Verkoopprijs: 1,95 Ad Appel Te bestellen via www.adappelshop.nl
Nadere informatieEen retour Rotterdam
71 71 HOOFDSTUK 5 Een retour Rotterdam WOORDEN 1 Wat hoort bij elkaar? 1 zebrapad a pinnen 2 auto b binnengaan 3 automaat c oversteken 4 ingang d parkeren 2 Kies uit: tram vertraging door de week strippenkaart
Nadere informatieANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD
ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD Opdracht 1: de pinpas de geldautomaten het geld het bedrag Opdracht 8 1. Hij betaalt in Nederland met de euro. 2. Wij wisselen geld. 3. Je hebt briefjes en munten.
Nadere informatieU leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.
TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een
Nadere informatieWat kan ik voor u doen?
139 139 HOOFDSTUK 9 Wat kan ik voor u doen? WOORDEN 1 1 Peter is op vakantie. Hij stuurde mij een... uit Parijs. a brievenbus b kaart 2 Ik heb die kaart gisteren.... a ontvangen b herhaald 3 Bij welke...
Nadere informatieAlles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.
Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.
Nadere informatieThema In en om het huis
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Les 26. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 22, 23, 24 en 25 Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag
Nadere informatieLes 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas
Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Leraar: Dag Jef. Jef: Dag mevrouw. Hoe gaat het met u? Leraar: Goed, dank je. En met jou? Jef: Ook goed. ----------- Mark: Hallo
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatiede andijvie A is een soort groente met grote groene bladeren.
Woordenlijst bij hoofdstuk 6 de aardappel Wat eten we vanavond, rijst of a? alcoholvrij zonder alcohol Graag een a bier. Ik moet nog auto rijden. de andijvie A is een soort groente met grote groene bladeren.
Nadere informatieLees eerst de bijsluiter
157 157 HOOFDSTUK 10 Lees eerst de bijsluiter WOORDEN 1 1 Ik voel.... Het gaat regenen. a temperatuur b druppels 2 Dit medicijn... de rijvaardigheid. Met dit geneesmiddel kun je minder goed autorijden.
Nadere informatieThema In en om het huis.
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 22. Een huis zoeken Wat leert u in deze les? Praten over uw huis Informatie over het vinden van een nieuwe woning Praten over wat afgelopen is Veel succes!
Nadere informatieAuteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design
Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door
Nadere informatieLes 4. Eten en drinken, boodschappen doen
www.edusom.nl Opstartlessen Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u iets lekker vindt of ergens van houdt. Praten over eten en drinken. Praten over boodschappen
Nadere informatieWie ben jij? HOOFDSTUK 1 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik... Paula. a heet b naam. 2... kom je vandaan? a Hoe b Waar
5 5 HOOFDSTUK 1 Wie ben jij? WOORDEN 1 1 Ik... Paula. a heet b naam 2... kom je vandaan? a Hoe b Waar 3 Ik ga... mijn vriend naar het restaurant. a uit b met 2 1 Mijn... is Derek. a huisnummer b naam 2
Nadere informatieWat zie je er leuk uit!
89 89 HOOFDSTUK 6 Wat zie je er leuk uit! WOORDEN 1 Kies uit: kort paars steil krullen kapper 1 Het haar van de vrouw is niet zwart. Het is! 2 Gisteren ben ik bij de geweest. 3 Mijn zoon heeft in zijn
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 2 Boodschappen
Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Opdracht 1 bij 2.1 ** Cursist A: vertel wat je eet of drinkt. Vraag wat cursist B eet of drinkt. Cursist B: geef antwoord. Voorbeeld Cursist A: Ik eet een tomaat.
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieThema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag
Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieREGELS. Wat hoort bij elkaar?
171 171 REGELS 1 1 Ik ga iets eten want a ze geven een feestje. 2 Ik ga iets eten omdat b ik heb honger. 3 Vanavond gaan we naar de buren want c ze een feestje geven. 4 Vanavond gaan we naar de buren omdat
Nadere informatieEetgewoonten van schoolkinderen Vragenlijst voor kinderen
september 2003 Eetgewoonten van schoolkinderen Vragenlijst voor kinderen 630101 Hoe vul je de vragenlijst in? Beste leerling, Deze vragenlijst gaat over voeding. We willen graag weten hoe je daarover denkt.
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieafgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten
Woordenlijst bij hoofdstuk 7 Deel 1 aanhebben (kleren) dragen Hij h een warme trui a, want het is koud. afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten
Nadere informatieKies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat. 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag.
21 21 HOOFDSTUK 2 Te laat! WOORDEN 1 Kies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 2 Ron,! De bus komt bijna! 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag. 4 We komen
Nadere informatieU leert in deze les "om raad vragen". Als u niet weet wat u moet doen, kunt u iemand om raad vragen. U vraagt of iemand u kan helpen met advies.
OM RAAD VRAGEN les 3 spreken inleiding en doel U leert in deze les "om raad vragen". Als u niet weet wat u moet doen, kunt u iemand om raad vragen. U vraagt of iemand u kan helpen met advies. Het is belangrijk
Nadere informatieLES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1
12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.
Nadere informatieMEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1
MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden
Nadere informatieWat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.
Interview op zaterdag 16 mei, om 12.00 uur. Betreft een alleenstaande mevrouw met vier kinderen. Een zoontje van 5 jaar, een dochter van 7 jaar, een dochter van 9 jaar en een dochter van 12 jaar. Allen
Nadere informatieGeregeld spreken. Ditte Oost & Monique Schoorl ANTWOORDEN
Geregeld spreken Ditte Oost & Monique Schoorl LES 1 11 Maak de zinnen af 1 Het meisje is blij. 2 De dokter is in het ziekenhuis. 3 De kinderen zijn op school. 4 De man is bij de gemeente. 5 De docent is
Nadere informatie1c nr. 1: zinnen maken
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieHet Studenten Uitgaven Onderzoek is in mei 2014 afgenomen bij 886 respondenten met een leeftijd van 17-25 jaar. De studenten volgen een HBO- of
Het Studenten Uitgaven Onderzoek is in mei 2014 afgenomen bij 886 respondenten met een leeftijd van 17-25 jaar. De studenten volgen een HBO- of WO-opleiding in één van de twaalf grootste studentensteden
Nadere informatieHerhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie
Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,
Nadere informatieSpreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieHet thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel.
Tekst Audio Les 7 /m 11 Radio Amsterdam Les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel. Track 1 Jingle Track 2 Het thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel.
Nadere informatiea a Leg 3 getallen van 2 cijfers en tel ze op. b d Bedenk sommen waar 180 uitkomt. Meer antwoorden. b Uit welke som komt 103?
les 4 blok 5 4 Hoeveel kilogram samen? Eerst schatten. a a 64 kg b 164 kg 3 2 k g 232 kg 1 5 k g 115 kg 1 1 1 k g 511 kg c 8 kg 32 kg 125 kg 244 kg b d 16 kg 185 kg 143 kg 495 kg CD2 Maak sommen met deze
Nadere informatieWerkwoordoefeningen bij les 5
Werkwoordoefeningen bij les 5 Werkwoordoefening 1 1 Ik loop. Ik liep. 2 Ik loop naar huis. Ik liep naar huis. 3 Ik loop op straat. Ik liep op straat. 4 Ik ga naar school. Ik ging naar school. 5 Ik ga naar
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieThema In en om het huis
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Les 24. Boodschappen doen in de supermarkt Wat leert u in deze les? Welke zinnen en woorden u kunt gebruiken tijdens het boodschappen doen. Welke producten
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieThema Op zoek naar werk
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Nadere informatie- je kan me wat - module 3. docere delectare movere. je kan me wat nt2taalmenu.nl module 3. tekeningen -
- je kan me wat - module 3 docere delectare movere tekeningen - 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat ROCvA nt2taalmenu.nl - educatie - ROCvA module 3 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5
Nadere informatieREGELS. Kies het goede woord. 1 Ik vind de fiets niet mooi. Ik koop... niet. a het b hem
114 114 REGELS 1 1 Ik vind de fiets niet mooi. Ik koop... niet. a het b hem 2 Deze film is pas nieuw. Bijna niemand heeft... gezien. 3 Deze slagroom moet je niet meer eten.... is te oud. a Het b Hij 2
Nadere informatieThema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang
Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven
Nadere informatieSpreekoefeningen. Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen. (voor het inburgeringsexamen - spreken)
Spreekoefeningen (voor het inburgeringsexamen - spreken) Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen Eet u vaak brood? Wat voor groente eet u vaak? Wat vindt
Nadere informatieANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN
ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN Opdracht 1 de groente pinnen de suiker de supermarkt Opdracht 7 Hoi Ramon! Ik eet graag rijst met kip. En ik drink altijd water bij het eten. Maar ik vind
Nadere informatie- je kan me wat - module 4. docere delectare movere
- je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3
Nadere informatieAntwoorden Thema 5 Vrije tijd
Antwoorden Thema 5 Vrije tijd Luisteren Oefening 2 hobby Willem Linda hockeyen squashen tennissen voetballen bioscoop theater ballet kroegbezoek concertbezoek popmuziek jazz klassieke muziek Spreken Oefening
Nadere informatieCursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel
Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel 1 Woorden 1 de appel 2 de banaan 3 het blikje 4 de boodschappen 5 de chocolade 6 de drop 7 het plakje kaas 8 de kassa 9 het nummer 1 10 het pak 11 de
Nadere informatieKijk op YouTube spreekvaardigheid A1
Kijk op YouTube spreekvaardigheid A1 Oefenexamen Ad Appel Spreekvaardigheid A1 10 vragen serie A 1. Hoe vaak doet u boodschappen? 2. Wanneer bent u geboren? 3. Wat drinkt u het liefst? 4. Wat vindt u van
Nadere informatieThema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema Dit is een herhalingsles. U heeft vier gesprekken van Kofi gelezen. In deze gesprekken was Kofi op zijn werk. U heeft in les 12, 13, 14 en 15 veel
Nadere informatieStufe 1. Kreuzen Sie die richtige(n) Lösung(en) an. 1. Waar kom je a) van. b) vandaan. c) vandaag. 2. u Duitse? a) Bent b) Ben c) Zijn
Stufe 1 i1 Kreuzen Sie die richtige(n) Lösung(en) an. 1. Waar kom je a) van. b) vandaan. c) vandaag. 2. u Duitse? a) Bent b) Ben c) Zijn 3. heet jij? a) Wie b) Wat c) Hoe 4. Hoe gaat het met? a) jou b)
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen
Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag vrij.
Nadere informatieDe Samenleving: samen of ieder voor zich? Oefening 2. 1. b. Alle mensen zijn anders en dat moeten we respecteren. 2 Han van Eijk - Leef
Thema 2 De Samenleving: samen of ieder voor zich? Oefening 2 1. b. Alle mensen zijn anders en dat moeten we respecteren. 2 Han van Eijk - Leef Niemand hoeft alleen maar goed of slecht te zijn. Niemand
Nadere informatieThema In en om het huis
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Lesbrief 25. Een jurk ruilen. Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u een jurk gaat ruilen. Verleden tijd gebruiken. Vragen stellen. Veel succes! Deze
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 4 Wonen
Boven: Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 2 bij 4.1 * slaapkamer 2 trap Beneden: tuin garage TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 4-1 Opdracht 3 bij 4.1 ** Vertel. Wat voor huis heb jij? - Woon je in
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Nadere informatieMet het hele gezin gezond het nieuwe jaar in
Met het hele gezin gezond het nieuwe jaar in LINDA AMMERLAAN KINDERVOEDINGSCOACH Inleiding Wie ben ik? Als moeder van 2 kinderen weet ik hoe lastig het is om in deze tijd je kinderen gezond te laten opgroeien.
Nadere informatieDag! kennismaken. Ik ben Eric.
Vocabulaire Oefening 1 Woordweb Dag! Waar kom je vandaan? groeten Goedemorgen! de ontmoeting Hoe heet je? kennismaken Hoi! mensen Hallo! Ik ben Eric. nieuw Ik kom uit Engeland. Hallo, ik ben Mila. Ik ben
Nadere informatieThema 2 Boodschappen. Inhoudsopgave
Thema 2 Boodschappen Inhoudsopgave 2.1 Eten en drinken 131 2.2 Ontbijt, lunch en avondeten 133 2.3 Ik drink melk. 135 2.4 Aard-ap-pel 136 2.5 Maanden en seizoenen 138 2.6 Op de markt 140 2.7 In de supermarkt
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Nederland
Spreekopdrachten thema 1 Nederland Opdracht 1 bij 1.3 ** Speel het spel met de groep. Uitleg voor de docent: De docent begint. Hij zegt wat hij kan. Bijvoorbeeld: Ik kan koken. Laat de eerste cursist herhalen
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om
Nadere informatieHandboek NT2 in het volwassenenonderwijs
Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs Lesmateriaal hoofdstuk 4 Spreken Oefeningen uit Voorbereiding op Werk De volgende tien oefeningen zijn afkomstig van de website behorende bij: Verboog, M. & Adèr,
Nadere informatieGrammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7.
Grammatica Inhoud 1. De en het 2. Meervoud 3. Werkwoord 4. Vraagwoorden 5. Zinnen maken 1 6. Zinnen maken 2 7. Zinnen maken 3 8. Zinnen maken 4 9. Niet en geen 10. Lange woorden 11. Het verkleinwoord 12.
Nadere informatieCursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 5 Eten
Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 5 Eten 1 Woorden 1 het bord 2 het brood 3 het glas 4 de koffie 5 de lepel 6 het mes 7 de patat 8 de rijst 9 de suiker 1 10 de taart 11 de thee 12 de vis 13 het vlees
Nadere informatieMelkweg. Een volle tas. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Boodschappen
Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Een volle tas Boodschappen Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Een volle tas, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 4 Wonen
Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.
Nadere informatieThema Kinderen en school. Lesbrief 10. Voor het eerst naar school
Thema Kinderen en school. Lesbrief 10. Voor het eerst naar school brengt zijn dochter Ama voor het eerst naar school. Hij praat met de juf. Ama is al op een peuterspeelzaal geweest. Is Ama verlegen? Wat
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Nadere informatieMilieuopdrachten Sarahs Wereld
Milieuopdrachten Sarahs Wereld Om de wereld milieuvriendelijker te maken, heeft Sarah zeven milieutips. 1. De ruil je rijk! tip 2. De koop tweedehands! tip 3. De kijk uit wat je koopt! tip 4. De haal het
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten
Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes
Nadere informatieDocentenvel opdracht 15 (Jouw mondiale voetafdruk)
Docentenvel opdracht 15 (Jouw mondiale voetafdruk) Als voorbereiding op de opdracht kunt u alvast onderstaande vragen bekijken. De leerlingen gaan deze tijdens de opdracht beantwoorden om er zo achter
Nadere informatie2c nr. 1 zinnen met want en omdat
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieHoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen
Hoofdstuk 2 Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen 48 Gangbare uitdrukkingen bij contact maken en onderhandelen De meeste zinnen die in dit overzicht staan, zijn formeel. U kunt deze
Nadere informatieInterview Rob van Brakel
Interview Rob van Brakel Atributes Consequences Values Hallo Rob van Brakel, mag ik jou een aantal vragen mogen stellen? Prima. Hoe oud ben je? 21 jaar Wat is je woonsituatie op het moment? Op het moment
Nadere informatieIris marrink Klas 3A.
Iris marrink Klas 3A. 1 Inhoud. 1- Voorpagina 2- Inhoud, inleiding & mijn mening 3- Dag 1 4- Dag 2 5- Dag 3 6- Dag 4 7- Dag 5 Inleiding. Ik kreeg als opdracht om een dagverslag te maken over Polen. 15
Nadere informatieActielessen. Lesbrief 4. Samen op pad. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl
http://www.edusom.nl Actielessen Lesbrief 4. Samen op pad Wat leert u in deze les? Hoe je kunt leren op het internet Grammatica: werkwoorden met zich Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van:
Nadere informatieOefenzinnen module 1. Oefenzinnen module 2. Luister goed en schrijf de zin op.
Oefenzinnen module 1 1. Ik schrijf me in bij de gemeente. 2. Wat is uw nieuwe adres? 3. Naar welke woonplaats verhuis jij? 4. Ik heb de Nederlandse nationaliteit. 5. Ben jij getrouwd of gescheiden? 6.
Nadere informatieBladzijde 2 - In het magazijn
Bladzijde 2 - In het magazijn 1. Wat is een supermarkt? dat is een super leuke winkel dat is een grote winkel waar je veel eten kunt kopen 2. Hoe komt het eten en drinken in de supermarkt? met een vracht-wagen
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 6 Werk zoeken
Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken Opdracht 1 bij 6.1 * Beantwoord de vragen. 1. Waar zoek je vacatures? In de krant, op internet of ergens anders? 2. Ga je naar het UWV WERKbedrijf? 3. Ga je naar een
Nadere informatieRia Massy. De taart van Tamid
DE TAART VAN TAMID Ria Massy De taart van Tamid De taart van Tamid 1 Hallo broer! Hallo Aziz! roept Tamid. Zijn hart klopt blij. Aziz belt niet zo dikwijls. Hij woont nog in Syrië. Bellen is moeilijk in
Nadere informatieHeb je iets vergeten? Vraag aan je collega of hij je kan helpen.
VERGETEN! Heb je iets vergeten? Vraag aan je collega of hij je kan helpen. Wat moet je doen? 1. Deze activiteit doe je in een groepje van 4 à 5 studenten. Je speelt een kwartetspel. Lees de instructies
Nadere informatieTeksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.
Bidden Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.nl en kinderactiviteiten www.lambertuskerk-rotterdam.nl
Nadere informatie2.7 In de supermarkt **
2.7 In de supermarkt ** Je hoort. Ze gaat naar de supermarkt. In de supermarkt zoekt ze alle boodschappen. Maar ze kan de koffie niet vinden. Ze vraagt het aan iemand die in de supermarkt werkt. verkoper
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria en
Nadere informatieActielessen. Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl
http://www.edusom.nl Actielessen Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek Wat leert u in deze les? Hoe je kunt leren in de bibliotheek en op het internet Grammatica: voltooide tijd Veel succes! Deze les is
Nadere informatieOP KAMERS Opdrachtenblad Categorie:
Opdrachten Opdracht 1 Jasmina raadt Wesley aan om wat vaker bij zijn ouders te gaan eten. Welke tips kun je nog meer bedenken om geld te besparen op het moment dat je wat krapper zit? Wesley woont op kamers.
Nadere informatieWoordenlijst. Categorieën: economie en algemeen
Woordenlijst Categorieën: economie en algemeen Aanbieding, de Iets wat goedkoper is dan anders. De schoenen zijn in de aanbieding: ze zijn 20 euro goedkoper deze week. 6 Aanbod, het Wat er allemaal te
Nadere informatieSpreken Oefentoets spreken. SPREKEN NIVEAU A1
SPREKEN NIVEAU A1 www.nt2taalmenu.nl Wat leer je? Spreken Oefentoets spreken Dit is een oefentoets voor cursisten die klaar zijn met het programma voor niveau A1. Hier zijn een paar tips om de oefening
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 1 NEDERLAND
ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 1 NEDERLAND Opdracht 1 een afspraak maken het Nederlandse landschap Sinterklaas het kaartje Opdracht 13 Carola Hadassa Carola Hadassa Carola Hadassa Opdracht 18 Hallo,
Nadere informatieStil blijft Lisa bij de deur staan. Ook de man staat stil. Ze kijken elkaar aan.
Wild Op het laatste moment ziet Lisa de man pas. Ze hangt de was op in de tuin. En ineens komt hij achter de lakens vandaan. Lisa laat het mandje met was in het gras vallen. Ze gilt. De man ziet er slecht
Nadere informatie