De invloed van een taakverdeling op aansprakelijkheid en disculpatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De invloed van een taakverdeling op aansprakelijkheid en disculpatie"

Transcriptie

1 Afstudeerwerk Privaatrecht BESTUURLIJKE TAAKVERDELING EN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID De invloed van een taakverdeling op aansprakelijkheid en disculpatie Naam: Mirte van Veen Datum: 4 augustus 2017 Studentnummer: Faculteit: Rechtsgeleerdheid Opleiding: Privaatrecht: commerciële rechtspraktijk Vak: Masterscriptie (12 ECTS) Scriptiebegeleider: dhr. mr. H.J. Vetter

2 2

3 Voorwoord Amsterdam, 4 augustus 2017 Met weemoed kijk ik terug op de jaren die ik als bachelor student in Utrecht vertoefd heb. Daar heb ik mijn bachelor rechtsgeleerdheid met één jaar extra afgerond, omdat ik graag nog wilde reizen. Na deze reis begon ik aan de laatste loodjes van mijn bachelor met het vooruitzicht op een master in Amsterdam. Naast het studeren heb ik erg genoten van wat Utrecht mij te bieden had op het vlak van een studentenvereniging en een daarbij behorend vakdispuut. In Amsterdam heb ik ook, weliswaar in mindere mate, erg genoten van de vrijheid die een studentenleven biedt. Voor u ligt mijn scriptie die ik als kers op de taart voor mijn master privaatrecht met een specialisatie in de commerciële rechtspraktijk heb geschreven. Tijdens mijn zoektocht naar een onderwerp heb ik hulp van familie en kennissen ingeroepen en ben ik zodoende op mijn onderwerp gestuit: de bestuurlijke taakverdeling en welke invloeden dit kan hebben op aansprakelijkheden en disculpatiemogelijkheden. Graag wil ik AKD, in het bijzonder het M&A-team, bedanken. Hier heb ik mijn scriptie kunnen schrijven in een hele fijne en inspirerende omgeving. Ook kijk ik met plezier terug op de tijd die ik daar heb doorgebracht als student-stagiaire en later als werkstudent. Ik heb er veel kennis opgedaan. Aan mijn begeleider, Hans Vetter, wil ik graag een woord van dank uitspreken voor de feedback en de prettige sfeer waarin ik bij hem mijn scriptie geschreven heb. Tenslotte wil ik graag mijn moeder, Chris, en mijn vriend, Joppe, bedanken voor alle steun die ik de afgelopen jaren van ze heb gekregen. Ik wens u veel plezier met het lezen van mijn scriptie. Mirte van Veen 3

4 Inhoudsopgave Lijst van afkortingen... 6 Inleiding Aansprakelijkheid bestuurders op grond van art. 2:9 BW Inleiding Hoofdelijke aansprakelijkheid Onbehoorlijk bestuur Ernstig verwijt criterium Disculpatiemogelijkheden Samenvatting Taakverdeling binnen een (kapitaal)vennootschap Inleiding Keuze voor een taakverdeling Toezicht op de toebedeelde taak Mogelijkheid tot taakverdeling en grenzen hieraan Disculpatie op grond van een taakverdeling Verplichtingen van bestuurders bij een taakverdeling Totstandkoming taakverdeling en bijbehorende aansprakelijkheid Formele taakverdelingen Informele taakverdelingen De door de OK opgelegde taakverdeling Samenvatting De toekomst van het toezicht Inleiding Raad van Commissarissen versus Raad van Toezicht Taken en taakverdeling van de Raad van Commissarissen Wetsvoorstel bestuur en toezicht rechtspersonen De stichting met een Raad van Commissarissen Veranderingen binnen taakverdelingen door het wetsvoorstel

5 3.4. Samenvatting Taakverdeling: invloed op art. 6:162 BW-aansprakelijkheid Inleiding Bestuurdersaansprakelijkheid op grond van art. 6:162 BW Le Roux en de tweedegraadsbestuurder Bewijslastverdeling Taakverdeling als disculperend middel Samenvatting Conclusie Literatuurlijst

6 Lijst van afkortingen Art. AV BV BW CEO CFO CGC COO HR JIN jo. JOR JRV MvA MvT NJ NV OD OK r.o. Rv RvB RvC RvT Artikel Algemene vergadering van aandeelhouders Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Burgerlijk Wetboek Chief Executive Officer Chief Financial Officer Nederlandse Corporate Governance Code Chief Operating Officer Hoge Raad Jurisprudentie in Nederland Juncto Jurisprudentie Onderneming & Recht Journaal Ondernemingsrecht Memorie van Antwoord Memorie van Toelichting Nederlandse Jurisprudentie Naamloze Vennootschap Onrechtmatige Daad Ondernemingskamer Rechtsoverweging Burgerlijke Rechtsvordering Raad van Bestuur Raad van Commissarissen Raad van Toezicht 6

7 Inleiding Het monistisch bestuursmodel komt steeds meer in zwang bij Nederlandse (kapitaal)vennootschappen. Grote bedrijven als Heineken maken al geruime tijd gebruik van een one-tier model en enige tijd geleden heeft ook Shell besloten het one-tier model (onder Engels recht weliswaar) toe te passen. De reden voor deze omslag is gelegen in het oordeel over het functioneren van de RvC. Deze wordt vaak weinig actief, effectief en onafhankelijk gevonden. 1 Ook het feit dat in een one-tier model besluitvorming is vereenvoudigd door de mogelijkheid dat bepaalde bestuurders omtrent hun toegewezen takenpakket zelfstandige besluiten kunnen nemen, kan een rol spelen. 2 In het dualistische bestuursmodel ( two-tier model ) zijn bestuurders en toezichthouders ondergebracht in twee aparte organen. 3 Het bestuur houdt zich bezig met de dagelijkse gang van zaken, alsook het bepalen van strategie. 4 De RvC houdt toezicht op het beleid dat het bestuur voert en de algemene gang van zaken van de (kapitaal)vennootschap. Hierbij richt de raad zich op belang van de vennootschap. 5 Het is mogelijk dat bestuurstaken worden verdeeld over de bestuurders. 6 Een dergelijke taakverdeling draagt bij aan een betere kwaliteit van besluiten van het bestuur en zorgt ervoor dat het bestuur efficiënter wordt uitgevoerd. 7 Ook als taken zijn verdeeld worden besluiten genomen door het bestuur als collectief, vanwege het collegialiteitsbeginsel. 8 Op grond van art. 2:9 BW kan het gehele bestuur in beginsel hoofdelijk aansprakelijk gesteld worden als één van hen beticht wordt van onbehoorlijk taakvervulling en hem daarvan een ernstig verwijt kan worden gemaakt. 9 Dit is een gevolg van het hiervoor genoemde collegialiteitsbeginsel. In art. 2:9 lid 2 BW is een disculpatiegrond voor de individuele bestuurder opgenomen. Deze houdt in dat een bestuurder hoofdelijk aansprakelijk is voor het onbehoorlijke bestuur, tenzij hem mede gelet op de aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van onbehoorlijk bestuur af te wenden. 10 Hieruit blijkt dat een 1 Timmerman 2009, p Art. 2:129a/2:239a BW. 3 Huizink, in: GS Rechtspersonen, art. 2:129a BW, aant. 2.1 (online, bijgewerkt 10 januari 2014). 4 HR 13 juli 2007, r.o. 4.3, NJ 2007/434 (ABN AMRO). 5 HR 1 april 1949, NJ 1949/465 (Doetinchemse IJzergieterij). 6 Art. 2:9 BW. 7 Bartman 2016, par Verdam 2013, par Asser/Maeijer, Van Solinge & Nieuwe Weme 2-II* 2009/445; Assink/Slagter 2013 (Deel 1), par Art. 2:9 lid 2 BW. 7

8 taakverdeling een disculpatiegrond kan zijn voor de bestuurder, mits het onbehoorlijk bestuur is uitgevoerd binnen het taakgebied van een andere bestuurder en hij alles heeft gedaan om het onbehoorlijke bestuur te voorkomen of te beperken. Door een taakverdeling te hanteren kan de individuele bestuurder deze aandragen bij een beroep op disculpatie. In geval van onbehoorlijk bestuur heeft de bestuurder ernstig verwijtbaar gehandeld. Een taakverdeling kan ervoor zorgen dat hem geen ernstig verwijt treft. 11 Recent heeft de HR uitspraak gedaan omtrent de aansprakelijkheid van bestuurders van een rechtspersoon-bestuurder op grond van art. 6:162 jo. 2:11 BW. Hierin werd de reikwijdte van art. 2:11 BW vastgelegd, na tijden van onzekerheid en discussie omtrent dit onderwerp. Het is wetenswaardig om te bekijken op welke manier een taakverdeling tot stand kan komen en tot welke aansprakelijkheden en disculpatiegronden dit kan leiden. Gelet op de mogelijke invoering van het wetsvoorstel Bestuur en toezicht rechtspersonen (hierna: het wetsvoorstel), is het waardevol deze nader te bestuderen gezien de veranderingen die dit meebrengt voor de rechtspersonen uit Boek 2 BW. In het wetsvoorstel wordt onder meer een wettelijke basis gecreëerd voor het instellen van een RvC bij onder meer de stichting. 12 Ik kom tot de volgende probleemstelling: In hoeverre heeft een taakverdeling invloed op de bestuurdersaansprakelijkheid en disculpatiemogelijkheden van de (mede)bestuurders, heeft het wetsvoorstel invloed op de stichting, en op welke manier kan een taakverdeling invloed hebben op de art. 6:162 BWaansprakelijkheid? Om de hoofdvraag te beantwoorden, wordt in het volgende hoofdstuk allereerst de aansprakelijkheid van bestuurders op grond van art. 2:9 BW behandeld. Hierin wordt uiteengezet wat deze aansprakelijkheid inhoudt en wanneer sprake kan zijn van onbehoorlijk bestuur. Daarbij komen ook het ernstig verwijt criterium en de verschillende disculpatiemogelijkheden aan de orde. In het tweede hoofdstuk volgt een verdieping van de taakverdeling en op welke manier dit wordt geëffectueerd in een kapitaalvennootschap. Allereerst komen de redenen om een taakverdeling tussen bestuurders te hanteren aan bod en hoe zij zelf toezicht dienen te houden op de aan een andere bestuurder toebedeelde taak. Ook wordt aandacht besteed aan de algemene gronden voor disculpatie op grond van een taakverdeling. Daarna volgt een 11 HR 10 januari 1997, NJ 1997/360 (Staleman). 12 Kamerstukken II 2015/16, 34491, nr. 3, p

9 beschouwing van de verschillende mogelijkheden voor het tot stand komen van een dergelijke taakverdeling tussen bestuurders, waarbij voor elke manier specifieke aandachtspunten voor de aansprakelijkheidspositie en de mogelijkheid tot disculpatie voor de medebestuurders in ogenschouw zullen worden genomen. Het derde hoofdstuk gaat nader in op het nieuwe wetsvoorstel en wat de gevolgen hiervan zullen zijn voor de bestuurders en commissarissen bij de stichting. Allereerst zal uiteengezet worden wat het verschil is tussen de RvC en de RvT en hoe de taakverdeling op het moment wordt geregeld bij het toezichtsorgaan van een stichting. In de paragrafen erna volgt een nadere bestudering van het nieuwe wetsvoorstel en welke effecten dit zal gaan hebben voor de stichting. Vervolgens wordt in het vierde hoofdstuk gekeken naar de art. 6:162 BWaansprakelijkheid van tweedegraadsbestuurders. Allereerst zal een algemene blik geworpen worden op de bestuurdersaansprakelijkheid op grond van art. 6:162 BW. Daarna zal het Le Roux-arrest worden behandeld met betrekking tot de tweedegraadsbestuurder, vervolgens wordt de bewijslastverdeling tussen bestuurders en schuldeisers onder de loep genomen. Daarna zal in de vijfde paragraaf de taakverdeling worden besproken als disculpatiegrond in een art. 6:162 BW-aansprakelijkheidszaak. Elk hoofdstuk eindigt met een korte samenvatting en tot slot volgt de conclusie op de probleemstelling. De onderzoeksmethode die in deze scriptie gehanteerd wordt is het jurisprudentie- en literatuuronderzoek. Het betreft een beschrijvend onderzoek ten opzichte van de manier waarop de aansprakelijkheid van art. 2:9 en 6:162 BW gestoeld is en de manier waarop de taakverdeling geregeld kan worden binnen een kapitaalvennootschap. Ten opzichte van het nieuwe wetsvoorstel betreft het een voorspellend onderzoek omdat hier wordt onderzocht welke effecten dit zal hebben op de rechtspraktijk. 9

10 1. Aansprakelijkheid bestuurders op grond van art. 2:9 BW 1.1. Inleiding Om een goed beeld te vormen van de aansprakelijkheidspositie van bestuurders op grond van art. 2:9 BW, wordt in paragraaf twee uiteengezet wat de hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuurders precies inhoudt en hoe dit zich algemeen verhoudt tot een taakverdeling. Vervolgens worden de voorwaarden voor een succesvol beroep op bestuurdersaansprakelijkheid uitgediept: onbehoorlijk bestuur en ernstig verwijt. Bij de bespreking van het ernstig verwijt criterium zal worden ingegaan op de omstandigheden uit het Staleman-arrest. Aansluitend zal worden behandeld hoe individuele bestuurders zich van hoofdelijke aansprakelijkheid kunnen disculperen, waarbij de voorwaarden voor het vergroten van een geslaagde kans op disculpatie worden besproken. Tenslotte volgt een samenvatting Hoofdelijke aansprakelijkheid De bestuurdersaansprakelijkheid is geregeld in art. 2:9 BW. Iedere bestuurder is tegenover de rechtspersoon gehouden tot een behoorlijke taakvervulling, dit is een inspanningsverplichting. 13 Wat in elk geval tot de taak van elke bestuurder behoort blijkt uit art. 2:9 lid 2 BW: de algemene gang van zaken. Wat daaronder valt wordt niet geheel duidelijk in de wetsgeschiedenis. In de literatuur en rechtspraak worden onder andere het financiële en strategische beleid genoemd, maar dit staat niet vast en de rechter dient dit per zaak in te vullen. 14 Deze algemene zaken kunnen niet verdeeld worden vanwege het collegialiteitsbeginsel, aldus art. 2:9 lid 2 BW. 15 Besturen is een taak van de bestuurders gezamenlijk, waarvoor ze gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen. Hierdoor zijn alle bestuurders hoofdelijk aansprakelijk voor een geval van onbehoorlijk bestuur behoudens disculpatie. Een taakverdeling kan in beginsel de hoofdelijke aansprakelijkheid niet wegnemen van het collectieve bestuur. Geen bestuurder mag worden uitgesloten van besluitvorming, een besluit is immers een vrucht van onderling overleg. 16 Dit neemt niet weg dat bestuurstaken verdeeld mogen worden over specifiek aangewezen bestuursleden. Het is 13 Van Schilfgaarde 2013, p Schild & Timmerman 2014, par. 4; Rb. Midden-Nederland, 19 juni 2013, r.o , JOR 2013/237, m.nt. U.B. Verboom (Landis). 15 Buijn & Storm 2013, p Assink/Slagter 2013 (Deel 1), par. 13.1; Asser/Maeijer & Kroeze 2 I* 2015, nr. 194 en

11 wel van belang dat de toebedeelde taken ter beschikking blijven van het bestuur. 17 Niet alleen de toebedeelde taak blijft bij het bestuur als geheel liggen, het bestuur houdt toezicht op de vervulling van de taak Onbehoorlijk bestuur Uit art. 2:9 lid 1 BW volgt dat de bestuurder zijn taak behoorlijk moet vervullen, wat inhoudt dat de individuele bestuurder berekend is op zijn taak en deze nauwgezet en bekwaam vervult. 18 Wat onder een behoorlijke vervulling van de bestuurstaak moet worden verstaan, blijkt uit de MvT: gehoudenheid van het bestuur tegenover de rechtspersoon tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. 19 Hierbij is aansluiting gezocht bij art. 2:8 BW, op grond waarvan alle direct bij de organisatie van de rechtspersonen betrokkenen zich jegens elkaar en de rechtspersonen dienen te gedragen conform de redelijkheid en billijkheid. Er is sprake van onbehoorlijk bestuur als duidelijk is dat niet behoorlijk is bestuurd door de desbetreffende bestuurder(s), beoordeeld naar het moment van uitvoeren van de betreffende handelingen. 20 De rechter neemt alle omstandigheden van het geval ten tijde van de besluitvorming (ex tunc) in aanmerking. 21 Hierdoor wordt de hindsight bias ontweken en wordt een hoge aansprakelijkheidsdrempel gehanteerd. Zo wordt vermeden dat bestuurders zich (te) defensief opstellen in hun handelen: besturen van een onderneming brengt nu eenmaal risico s met zich mee. Bovendien zou niemand bestuurder van een vennootschap willen zijn als bestuurders intern te snel aansprakelijk zouden worden gesteld. 22 Aan twee voorwaarden moet zijn voldaan, wil er sprake zijn van aansprakelijkheid wegens onbehoorlijk bestuur. De eerste is dat de bestuurder had moeten of behoren te weten dat de gedraging een nadeel voor de vennootschap zou (kunnen) opleveren. De lijn tussen onbehoorlijk bestuur en bestuurshandelingen, die nadelig uitpakken voor de vennootschap (en de schuldeisers) maar die geen onbehoorlijk bestuur betreft of betreffen, is erg dun en niet altijd gemakkelijk te bepalen. Een voorbeeld van onbehoorlijk bestuur is het niet voldoen aan 17 Verdam 2013, par HR 10 januari 1997, NJ 1997/360 (Staleman); Van Schilfgaarde 2013, p. 179; Assink/Slagter 2013 (Deel 1), par Kamerstukken II, 1980/81, 16631, nr. 3, p Kamerstukken II, 2008/09, 31763, nr. 3, p HR 10 januari 1997, concl. A-G , NJ 1997/360 (Staleman). 22 Asser/Maeijer & Kroeze 2 I* 2015, nr. 200; HR 20 juni 2008, NJ 2009/21 (Willemsen/NOM); De Groot 2011, p

12 de boekhoudplicht van art. 2:10 BW. 23 De tweede voorwaarde is dat geen redelijk denkend bestuurder in dezelfde omstandigheden, na zorgvuldige afweging van alle elementen, de gedraging zou hebben doorgezet, in de wetenschap dat er risico s aan waren verbonden voor de vennootschap. 24 Hierin leest men verwijtbaarheid, wat ingevuld wordt door een schuldige verwaarlozing. Het moet hierbij gaan om objectief vastgesteld, onverantwoordelijk handelen van bestuurders die wetenschap hebben gehad of hadden moeten hebben dat ze met die handeling schuldeisers zouden (kunnen) benadelen Ernstig verwijt criterium In geval van onbehoorlijk bestuur moet de bestuurder hiervan een ernstig verwijt kunnen worden gemaakt. Zodra sprake is van een ernstig verwijt, kan aansprakelijkheid van de bestuurder in beginsel worden aangenomen. Dit ernstige verwijt criterium werd eerst in het Staleman-arrest geformuleerd en is sinds 2013 gecodificeerd in art. 2:9 lid 2 BW. 26 Voor aansprakelijkheid wegens onbehoorlijk bestuur is nodig dat minimaal één bestuurder onbehoorlijk heeft bestuurd en hem daarvan een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Zijn gedrag wordt toegerekend aan het gehele bestuur, vanwege de hoofdelijke aansprakelijkheid. 27 Het betreft een interne aansprakelijkheid van de bestuurder jegens de vennootschap. 28 Een ernstig verwijt wordt vastgesteld door alle omstandigheden van het geval in aanmerking te nemen: roekeloos, lichtzinnig, onbezonnen of onverantwoordelijk gedrag dient te worden vastgesteld en het moet gaan om meer dan een alledaagse fout. 29 De omstandigheden die in aanmerking dienen te worden genomen zijn opgesomd in het Staleman-arrest en betreffen onder meer de aard van de door de rechtspersoon uitgeoefende activiteiten, de in het algemeen daaruit voortvloeiende risico s, de taakverdeling binnen het bestuur, de eventueel voor het bestuur geldende richtlijnen, de gegevens waarover de bestuurder beschikte of behoorde te beschikken ten tijde van de aan hem verweten beslissingen of gedragingen, alsmede het inzicht en de zorgvuldigheid die mogen worden 23 Asser-Maeijer, 2-III, 2000, nr. 328, p ; De Groot 2011, p HR 10 januari 1997, r.o , NJ 1997/360 (Staleman). 25 Kamerstukken II, 1983/84, 16631, nr. 6, p Kamerstukken I, 2010/11, 31763, C, p Assink/Slagter 2013 (Deel 1), par HR 10 januari 1997, r.o , NJ 1997/360 (Staleman). 29 De Groot 2011, p. 11 en 27; HR 08 juni 2001, r.o. 3.7, NJ 2001/454 (Panmo); Assink/Slagter 2013 (Deel 1), par

13 verwacht van een bestuurder die voor zijn taak berekend is en deze nauwgezet vervult. 30 Vanwege de woorden onder meer, is dit geen limitatieve opsomming. Een ernstig verwijt wordt niet snel aangenomen vanwege de risico s die een onderneming en het besturen hiervan met zich mee brengen. Niet ieder besluit met negatieve uitwerking kan als ernstig verwijtbaar worden gezien en de rechter dient alleen in te grijpen als bestuurders een grove nalatigheid is aan te rekenen omdat de rechter anders op de stoel van de bestuurder gaat zitten. 31 Een voorbeeld van ernstig verwijtbaar handelen is niet houden aan de boekhoudplicht van art. 2:10 BW. Als een dergelijke situatie zich voordoet, moet worden nagegaan of de bestuurder hiervan een ernstig verwijt gemaakt kan worden. In 2002 heeft de HR in het Berghuizer Papierfabriek-arrest een omstandigheid aan de lijst van de in aanmerking te nemen omstandigheden bij het vaststellen van ernstig verwijtbaar handelen toegevoegd. Deze (zwaarwegende) omstandigheid betreft het handelen in strijd met een statutaire bepaling die strekt ter bescherming van de rechtspersoon. 32 In dit arrest wordt niet aangegeven wanneer sprake is van een beschermende statutaire bepaling. In casu werd het goedkeuringsrecht van de RvC geschonden. 33 Als eenmaal ernstig verwijt is vastgesteld, kan de desbetreffende bestuurder feiten en omstandigheden aanvoeren waaruit zou kunnen blijken dat de handeling geen ernstig verwijt oplevert Disculpatiemogelijkheden Als onbehoorlijk bestuur is vastgesteld en een bestuurder daarvan een ernstig verwijt treft, heeft iedere bestuurder de mogelijkheid een beroep op disculpatie te doen. Deze mogelijkheid is er om de soms verregaande gevolgen van aansprakelijkheid voor bepaalde bestuurders te mitigeren en is bedoeld als een correctiemiddel voor onbillijke uitkomsten. 35 Deze disculpatie is neergelegd in art. 2:9 lid 2 BW en luidt dat een bestuurder aansprakelijk is voor het onbehoorlijke bestuur tenzij hem mede gelet op de aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van onbehoorlijk bestuur af te wenden. 36 Voor een geslaagd 30 Asser/Maeijer & Kroeze 2 I* 2015, nr. 200; Assink/Slagter 2013 (Deel 1), par. 13.2; HR 10 januari 1997, r.o , NJ 1997/360 (Staleman). 31 De Groot 2011, p Asser/Maeijer & Kroeze 2 I* 2015, nr. 200 en Van Schilfgaarde 2013, p HR 29 november 2002, r.o , NJ 2003/455 (Berghuizer Papierfabriek). 35 Assink/Slagter 2013 (Deel 1), par Kamerstukken II, 2008/09, 31763, nr. 3, p. 8; Art. 2:9 BW. 13

14 beroep op disculpatie moet de bestuurder kunnen aantonen dat hem geen ernstig verwijt kan worden gemaakt én hij alle maatregelen heeft genomen om het onbehoorlijke bestuur af te wenden. Ontslag is het ultimum remedium voor disculpatie, maar moet wel zijn genomen voordat het desbetreffende onbehoorlijk besturen heeft plaatsgevonden en niet op het moment dat het schip zinkende was. 37 Bij aansprakelijkheid kunnen alle omstandigheden in aanmerking worden genomen, hetzelfde geldt voor disculpatie. Taakverdeling is een dergelijke omstandigheid, maar leidt niet direct tot disculpatie, aangezien ook is vereist dat de bestuurder alle nodige maatregelen heeft getroffen om het onbehoorlijke bestuur af te wenden. 38 Komt een bestuurder een disculpatiegrond toe, dan wordt dit niet van rechtswege meegenomen door de rechter. De bestuurder dient zelf een beroep te doen op disculpatie, waarbij de stelplicht en bewijslast op hem rusten. Doordat het disculpatie-systeem op deze manier is geregeld, is de bestuurder ofwel hoofdelijk aansprakelijk ofwel geheel niet aansprakelijk. Als de hoofdelijke aansprakelijkheid vaststaat, moet de omvang van de schadevergoeding nog wel worden vastgesteld. Matiging van de schadevergoedingsverplichting op grond van art. 6:109 BW is mogelijk, indien het toekennen van de gehele aansprakelijkheid zou leiden tot onaanvaardbare gevolgen. 39 Als de bestuurder geen persoonlijk verwijt kan worden gemaakt van het onbehoorlijke bestuur, moet worden gekeken of de bestuurder, zodra hij wist of redelijkerwijs zou moeten weten dat zijn medebestuurder zijn taak onbehoorlijk vervulde, adequaat heeft ingegrepen om de schade te voorkomen of te beperken. Of er wetenschap is, wordt beoordeeld door feitelijke of normatieve wetenschap in ogenschouw te nemen. Welke van de twee gehanteerd dient te worden bij vaststelling van wetenschap, hangt af van de omstandigheden van het geval. De omstandigheden die in aanmerking moeten worden genomen zijn: de positie van de bestuurder in het bestuursorgaan en op welke informatie de bestuurder is afgegaan of mocht afgaan. Is in zijn geheel geen wetenschap aanwezig (feitelijk of normatief), dan is er sprake van een disculpatiegrond. Als er wel wetenschap is, dient de bestuurder alle mogelijke maatregelen genomen te hebben om het onbehoorlijke bestuur af te wenden. Dit is een inspanningsverplichting, welke geleverd moet zijn op het moment dat een negatief gevolg nog te voorkomen of te beperken was en deze dient redelijkerwijs mogelijk te zijn De Groot 2011, p Asser/Maeijer & Kroeze 2 I* 2015, nr Assink/Slagter 2013 (Deel 1), par. 13.2; Zie o.a. A-G Spier in nr voor HR 29 november 2002, NJ 2003/455 (Berghuizer Papierfabriek). 40 Assink/Slagter 2013 (Deel 1), par

15 1.6. Samenvatting Iedere bestuurder is op grond van art. 2:9 BW gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Dit betreft een inspanningsverplichting. Tot de taak van iedere bestuurder behoort de algemene gang van zaken, dit kan niet verdeeld worden tussen bestuurders onderling vanwege het collegialiteitsbeginsel. Dit beginsel houdt in dat alle bestuurders hoofdelijk aansprakelijk zijn voor onbehoorlijk bestuur (behoudens disculpatie) en niet mogen worden uitgesloten van besluitvorming. Het beginsel verhindert de totstandkoming van een taakverdeling niet, aangezien toebedeelde taken alsnog ter beschikking van het bestuur blijven. Van onbehoorlijk bestuur is sprake als de bestuurder had moeten weten of behoren te weten dat de gedraging een nadeel voor de vennootschap zou kunnen opleveren. Tevens dient voor onbehoorlijk bestuur geen redelijk denkend bestuurder in dezelfde omstandigheden de gedraging hebben doorgezet. Voor aansprakelijkheid wordt door de HR een hoge drempel gehanteerd omdat bestuurders zich anders te defensief kunnen opstellen, en inherent aan besturen is het inschatten en nemen van risico s. Is eenmaal onbehoorlijk bestuur vastgesteld, dan kan dit tot (hoofdelijke) aansprakelijkheid leiden als een bestuurder hiervan een ernstig verwijt gemaakt kan worden. Is dat het geval, dan kan het gehele bestuur (hoofdelijk) aansprakelijk gesteld worden behoudens disculpatie. Het ernstige verwijt wordt vastgesteld door alle omstandigheden van het geval in aanmerking te nemen, zoals een eventuele taakverdeling binnen het bestuur. Het Berghuizer Papierfabriek-arrest voegt een (zwaarwegende) omstandigheid toe: het in strijd handelen met statutaire bepalingen die de rechtspersoon beogen te beschermen. Voor aansprakelijkheid wegens onbehoorlijk bestuur is nodig dat minimaal één bestuurder zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld, waarvan hem een ernstig verwijt kan worden gemaakt. De mogelijkheid van disculpatie is in het leven geroepen omdat de gevolgen van aansprakelijkheid ingrijpend kunnen zijn. Voor een beroep op disculpatie moeten alle omstandigheden van het geval meegenomen worden. Er mag hem van het onbehoorlijk bestuur geen ernstig verwijt getroffen worden en hij dient alle maatregelen getroffen te hebben om de gevolgen van het onbehoorlijke bestuur af te wenden indien hij wetenschap had. Of dit zo is, dient te worden beoordeeld door te kijken naar diens feitelijke of normatieve wetenschap. Welke van de twee wordt gehanteerd, hangt af van de positie van de desbetreffende bestuurder in het bestuursorgaan en op welke informatie hij is afgegaan en 15

16 mocht afgaan. Is er geen wetenschap, dan kan hij zich disculperen. Was hij wel op de hoogte, dan dient hij alle mogelijke maatregelen getroffen te hebben, ter voorkoming van onbehoorlijk bestuur. 16

17 2. Taakverdeling binnen een (kapitaal)vennootschap 2.1. Inleiding Om bestuurders te ontlasten en te zorgen voor een efficiënte uitvoering van bestuurstaken, wordt in de Nederlandse vennootschapsrechtelijke praktijk vaak gebruik gemaakt van een taakverdeling. In de tweede paragraaf wordt beschreven waarom vaak wordt gekozen voor een taakverdeling, waarbij ook het toezicht op de taak wordt meegenomen. Het is belangrijk om de mogelijkheden van een taakverdeling en de grenzen hieraan te bestuderen. De vormgeving van een taakverdeling wordt in paragraaf vier bekeken. Tevens wordt voor elk van de mogelijkheden de aansprakelijkheden en disculpatiegronden uiteengezet vanuit het perspectief van de bestuurder met de toebedeelde taak en die van zijn medebestuurder. Tot slot volgt in de laatste paragraaf een samenvatting van dit hoofdstuk Keuze voor een taakverdeling Om te onderzoeken waarom een taakverdeling wordt gebruikt in het bestuur van een vennootschap, dient nader te worden bestudeerd wat onder de bestuurstaak valt. Een bestuur is niet aangesteld om een bepaald belang te dienen. In het kader van de institutionele opvatting over de vennootschap dient het bestuur het gecompliceerde belang van de vennootschap in alle functies, waarbij rekening moet worden gehouden met externe belangen van stakeholders die relevant (kunnen) zijn voor de vennootschap. 41 Het bestuur is belast met het besturen van de vennootschap. 42 Naast het dagelijks beleid, maakt het bestuur ook toekomstplannen en wordt het beleid en strategie van de vennootschap en de daaraan verbonden onderneming uitgestippeld. Uit de corporate governance leer blijkt dat het bepalen van strategie is neergelegd bij het bestuur, waarop de RvC toezicht houdt. 43 Omdat het (gehele) vennootschapsbestuur verantwoordelijk is voor de continuïteit van de onderneming, zullen zij zich moeten richten op het bepalen van een strategie voor waardecreatie op de lange termijn. Bij het vormgeven van een strategie moeten zij aandacht besteden aan een aantal in de CGC gespecificeerde punten. 44 Waar het 41 Fassin 2009, p ; Van Schilfgaarde 2013, p Art. 2:129/2:239 BW. 43 HR 13 juli 2007, r.o. 4.3, NJ 2007/434, m.nt. J.M.M. Maeijer (ABN AMRO). 44 Hoofdstuk 1 CGC De CGC is van toepassing op Nederlandse dualistische beursvennootschappen. 17

18 uiteindelijk op neerkomt, is dat het bestuur verantwoordelijk is voor het beleid, dat wil zeggen de beleidsvoorbereiding, alsmede de vaststelling en uitvoering daarvan. 45 De bestuurstaak ligt in beginsel bij bestuurders gezamenlijk, maar sluit niet uit dat taken verdeeld kunnen worden. Deze taakverdeling kan de collectieve verantwoordelijkheid van het bestuur niet opzij zetten en elke bestuurder kan de desbetreffende taak terug in de collectieve portefeuille eisen. Het algemene beleid, onder andere het financiële beleid, kan niet worden onttrokken aan het gehele bestuur. 46 Als een vennootschap uit één bestuurder bestaat, neemt deze alle bestuurstaken op zich. Bestaat het bestuur uit twee personen of meer, dan wordt taakverdeling belangrijk voor efficiëntie en kwaliteit. Het komt de uitvoering van een taak namelijk niet altijd ten goede als meerdere bestuurders zich hiermee inlaten. 47 De bestuurders, evenals de commissarissen, worden geselecteerd op basis van hun expertise. Voor elke taak wordt daarom gekeken welke bestuurder hier het meest deskundig in is en er tijd voor heeft, zodat taken niet slordig worden uitgevoerd. De bestuurder heeft primaire verantwoording voor zijn en de algemene taken, maar dient wel toezicht te houden op de andere taken. Taakverdeling betreft een vereenvoudigde manier om besluiten te nemen en is praktisch omdat de belastte bestuurder gespecialiseerd is voor zijn taakopdracht. 48 De autonomie van de individuele bestuurder wordt beperkt doordat de rest van het bestuur zijn taak kan wijzigen of de taak terug kan brengen in de collectieve portefeuille. Mocht er twijfel ontstaan, dan kunnen de andere bestuurders maatregelen nemen door de taak van de desbetreffende bestuurder weg te nemen en weer aan de portefeuille van het collectief toe te voegen of strikte aanwijzingen geven ten aanzien van de uitvoering van de betreffende taak. 49 Taken die vaak verdeeld worden in een bestuur zijn: CEO, CFO en COO. Als de oprichter van de vennootschap hierin nog steeds werkzaam is, wordt deze vaak (mits hij onderdeel is van het bestuur) tot CEO benoemd. Deze staat aan het hoofd van het bestuur en geeft hier leiding aan. De CFO behandelt financiële aspecten zoals besluiten tot emissie van aandelen en de COO neemt besluiten die toezien op operationele factoren. 50 Vanwege hun expertise ligt het voor de hand om een taakverdeling te maken, zodat bestuurders zelf besluiten kunnen nemen op hun taakgebied. Hierdoor gaat besluitvorming van de vennootschap efficiënter en sneller. Ook binnen de RvC worden taken onderling vaak 45 Van Schilfgaarde 2013, p. 159; De Groot 2011, p In t Veld 2016, p. 140; Van Schilfgaarde 2013, p Kamerstukken I, 2010/11, 31763, C, p Van Schilfgaarde 2013, p Dumoulin 2005, par Bennett & Miles 2006, p. 2-3; Huybens 2009, p

19 verdeeld vanwege efficiëntie. Regelmatig worden daar commissies ingesteld. 51 Het is van belang dat de betrokken commissarissen kennis en ervaring hebben op dat specifieke vakgebied, zodat de taken zo efficiënt mogelijk worden uitgevoerd en de rest van het bestuur daar in mindere mate toezicht op hoeft te houden. De individuele bestuurders kunnen zich op hun eigen taak focussen in plaats van zich (veel) met de andere taken te moeten bezighouden. De rest van de tijd werken ze aan andere aspecten van de vennootschap en aan de gezamenlijke taken van het bestuur. Alleen als het nodig is, laten zij zich in met een taak van een andere bestuurder. Dit zorgt voor een kwaliteitsbevordering van besluiten van het bestuur doordat iedere bestuurder op grond van zijn expertise gekozen wordt voor een taakopdracht en daarbij niet te veel bezig is met andere taken. Het leidt tot efficiënter besturen, waarbij tevens tijd en geld wordt bespaard Toezicht op de toebedeelde taak Als een bestuurder een bepaalde taak toegewezen heeft gekregen, kan de rest van het bestuur zich niet volledig vrijstellen voor wat betreft de toegewezen taak. Omdat het bestuur collectief verantwoordelijk is, wordt van de andere bestuurders verwacht dat zij toezicht houden op de verdeelde taken. Er zijn twee soorten toezicht te onderscheiden waarvoor het gehele bestuur verantwoordelijk is. De eerste vorm van toezicht betreft de omvang en inhoud van de taak zelf, in samenhang met de desbetreffende individuele bestuurder. Deze bestuurder moet voldoende gekwalificeerd zijn, zodat geen sprake is van omstandigheden of feiten die wijzen op (duidelijke) ongeschiktheid of op gedrag waaruit disfunctioneren blijkt. Daarnaast moet de taak glashelder zijn. Er mag geen twijfel bestaan over de omvang en inhoud van zijn taak en welke taken bij het gehele bestuur blijven. De tweede vorm van toezicht bestaat uit het rapporteren aan de rest van het bestuur om hen de gelegenheid te geven hem te controleren op de uitoefening van de taak. De rest van het bestuur dient hier grondig kennis van te nemen en hem waar nodig te corrigeren. Uitgangspunt hierbij is dat de inhoud van de rapportages correct is. Slechts als zij gegronde redenen hebben hieraan te twijfelen, dienen zij deze informatie te controleren Mogelijkheid tot taakverdeling en grenzen hieraan 51 Kamerstukken II, 2008/09, 31763, nr. 3, p. 15; Biesheuvel, Bootsma & Vletter, 2012, par. 3; Lokin 2017, p Dumoulin 2012, par

20 Het collegialiteitsbeginsel sluit een individuele taakverdeling niet uit. 53 Een taakverdeling kan op grond van een statutaire basis, bij bestuursbesluit of reglement, een afspraak tussen bestuurders onderling, in een (aandeelhouders)overeenkomst of door de OK opgelegd worden. Een dergelijke taakverdeling heeft drie voordelen: kwaliteitsbevordering, efficiëntie van besluitvorming en mogelijkheid tot disculpatie. 54 Een taakverdeling is begrensd en leidt niet tot beëindiging van de collectieve aansprakelijkheid. Een tweede grens aan taakverdeling is dat het algemene beleid niet onttrokken kan worden aan het collectieve bestuur. 55 In de wetsgeschiedenis staat niet duidelijk omschreven wat het algemene beleid inhoudt, maar wat er in elk geval onder valt zijn het strategische en financiële beleid. Als taken verdeeld zijn omtrent de algemene gang van zaken, kunnen bestuurders zich niet meer beroepen op die taakverdeling voor disculpatie. Dit blijkt uit de Landis-zaak, waarbij twee bestuurders een beroep op taakverdeling deden. Dit werd niet gehonoreerd omdat zij taken hadden verdeeld die niet verdeeld mochten worden, namelijk taken die het algemene beleid betroffen. 56 Er is geen expliciete informatieplicht tussen de bestuurders. In art. 2:8 lid 1 BW en art. 2:9 lid 1 BW kan men impliciet de grondslag vinden voor de zogenoemde haal- en brengplicht die bij taakverdeling geldt. De brengplicht houdt in dat de desbetreffende bestuurder, zijn medebestuurders op tijd en juist dient te informeren over zijn taakvervulling. Terwijl de haalplicht inhoudt dat medebestuurders zelf informatie moeten vergaren over de wijze van taakvervulling door de betreffende bestuurder. Zij mogen vertrouwen op de juistheid van de verkregen informatie, tenzij reden is hieraan te twijfelen. 57 In art. 2:9 lid 1 BW staat dat taken verdeeld kunnen worden bij of krachtens de wet of de statuten, wat een zekere vorm van vrijheid impliceert. Het woord krachtens geeft de mogelijkheid de taakverdeling in een reglement of bestuursbesluit op te nemen. In dat geval staat in de statuten een verwijzing naar het document waar de taakverdeling nader is uitgewerkt. Hiermee wordt voorkomen dat bij het aantreden van een nieuwe bestuurder de AV bijeen moet komen om de statuten te wijzigen per notariële akte. Als een taakverdeling niet berust op (een grondslag in) de wet of statuten, is geen sprake van een formele taakverdeling in de zin van art. 2:9 BW en blijven alle bestuurstaken bij het gehele bestuur liggen. De taakverdeling hoeft niet openbaar te worden gemaakt omdat deze slechts intern 53 Assink/Slagter 2013 (Deel 1), par Art. 2:9 BW; Kamerstukken I, 2010/11, 31763, C, p. 15; Assink/Slagter 2013 (Deel 1), par Verdam 2013, par. 1 en 2; In t Veld 2016, p. 140; Van Schilfgaarde 2013, p Rb. Midden-Nederland, 19 juni 2013, JOR 2013/237, m.nt. U.B. Verboom (Landis); Schild & Timmerman 2014, par Dumoulin 2012, par. 2.2; Assink/Slagter 2013 (Deel 1), par

21 werkt Disculpatie op grond van een taakverdeling Als een bestuurder aansprakelijk wordt gesteld voor onbehoorlijk bestuur, kan hij zich disculperen door een beroep te doen op de taakverdeling. Dit bleek al uit het Staleman-arrest en blijkt ook uit de MvA bij de wijziging van het BW. De bestuurder dient aan te voeren dat hem van het onbehoorlijke bestuur persoonlijk geen ernstig verwijt kan worden gemaakt én hij alle maatregelen heeft getroffen om het onbehoorlijke bestuur af te wenden. 59 Als een bestuurder ziet dat zijn medebestuurder zijn taken niet of onjuist vervult, dient hij in actief te grijpen. Hij kan de toebedeelde taak naar zich toe trekken, of instructies geven over de taakuitvoering. Tussen bestuurders geldt geen expliciete informatieplicht, maar verstrekte informatie dient correct en tijdig te zijn. De impliciete informatieplicht blijkt volgens de wetgever uit art. 2:8 BW. 60 De medebestuurders mogen vertrouwen op de juistheid van de verkregen informatie, tenzij er reden voor twijfel is. Of een taakverdeling tot disculpatie kan leiden hangt af van de omstandigheden. Deze omstandigheden betreffen (niet limitatief) de volgende: competentie van de bestuurder, duidelijkheid van de taakomschrijving, welke informatie verstrekt is aan de medebestuurders, twijfel aan de verstrekte informatie, was er een plicht voor de medebestuurders om zich uitgebreider te laten informeren, was er (duidelijk) dreiging dat de taak onbehoorlijk zou worden uitgevoerd of dit al was. 61 Aan de hand van de invulling van (onder andere de genoemde) omstandigheden wordt beoordeeld of een medebestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt en of taakverdeling wel of niet tot disculpatie van deze bestuurder leidt. Een taakverdeling kan dus één van die gevallen zijn waarmee bij disculpatie rekening moet worden gehouden. 62 Een bestuurder kan in elk geval geen beroep op een taakverdeling doen als hij het inzicht en/of de bekwaamheid mist die nodig is om deze taak zorgvuldig te vervullen. 63 De reden hiervoor is dat de bestuurder zijn (op hem toegesneden) taak behoorlijk dient te vervullen. 58 Kamerstukken II, 2008/09, 31763, nr. 3, p. 7 8; Assink/Slagter 2013 (Deel 1), par Kamerstukken I, 2010/11, 31763, C, p Dumoulin 2012, par. 4.3; Kamerstukken II, 2008/09, 31763, nr. 6, p Dumoulin 2012, par. 2.2; Strik 2012, par In t Veld 2016, p Huizink, in: GS Rechtspersonen, art. 2:9 BW, aant. 4; Art HR 10 januari 1997, r.o , m.nt. J.M.M. Maeijer, NJ 1997/360 (Staleman). 21

22 Verplichtingen van bestuurders bij een taakverdeling De omstandigheden waaruit kan worden afgeleid of een taakverdeling tot disculpatie kan leiden, geven ook een beeld van de verplichtingen van bestuurders. De bestuurder met de toebedeelde taak dient voldoende competent te zijn, wat betekent dat hij voldoende inzicht en expertise moet hebben ten opzichte van zijn taak en hij deze zorgvuldig uit moet voeren. De bestuurder dient zijn medebestuurders voldoende informatie te verschaffen over zijn taakvervulling, wat betekent dat de bestuurder voldoende rapport moet uitbrengen (informatie-brengplicht). De informatieverschaffing dient tijdig en juist te zijn. De medebestuurders dienen de aan hen verschafte informatie te controleren en de bestuurder, waar nodig, te corrigeren. Zij dienen actief in te grijpen om onbehoorlijk bestuur af te wenden en kunnen aanwijzingen geven omtrent de (juiste) uitvoering van de taak. Als zij gegronde redenen hebben om aan de juistheid van de informatie te twijfelen, dienen zij zelf informatie bij de bestuurder in te winnen (informatie-haalplicht). 64 Ook het collectieve bestuur kent verplichtingen. Zij dienen de taak helder te omschrijven zodat geen twijfel bestaat over de omvang van de taak en duidelijk is welke taken bij het bestuur als geheel blijven. Het bestuur dient zorg te dragen voor de geschiktheid van de bestuurder. De bestuurder zelf draagt hier ook verantwoordelijkheid voor en mag de bestuurstaak niet accepteren als hij meent dat hij niet over de juiste capaciteiten beschikt om zijn taak behoorlijk te vervullen. Accepteert hij de taak zonder dat hij over de juiste capaciteiten beschikt, dan kan dit leiden tot onbehoorlijk bestuur Totstandkoming taakverdeling en bijbehorende aansprakelijkheid Het is mogelijk taken te verdelen op grond van art. 2:9 BW. Dit dient bij of krachtens de statuten of de wet te gebeuren en houdt daarom een zekere vrijheid in qua vormgeving. Vaak wordt een dergelijke taakverdeling niet helemaal uitgewerkt in de statuten omdat deze gewijzigd moeten worden wanneer een nieuwe bestuurder aantreedt. Een statutenwijziging kost tijd en geld vanwege een benodigd AV-besluit en notariële akte. 65 Bovendien zijn statuten rigide door de objectieve uitleg waardoor elke taak zeer nauwkeurig omschreven 64 Dumoulin 2012, par. 2.2; Strik 2012, par Kamerstukken II, 2008/09, 31763, nr. 3, p. 7 8; Huizink, in: GS Rechtspersonen, art. 2:239a BW, aant. 3.1 (online bijgewerkt 10 januari 2014).Art. 2:121 jo. 2:124 BW/art. 2:231 jo.2:234 BW. 22

23 moet worden. 66 Om deze redenen wordt een taakverdeling vaak vastgelegd in een reglement of bestuursbesluit, die wel een statutaire grondslag behoeft. De mogelijkheid hiertoe wordt gegeven door de woorden bij of krachtens de wet of de statuten. 67 In de praktijk komt een taakverdeling echter veelal tot stand door een onderlinge afspraak tussen bestuurders. De minister laat in de MvA weten deze laatste manier van taakverdeling niet bezwaarlijk te vinden omdat de bestuurders ook na een taakverdeling collectief verantwoordelijk zijn voor het bestuur van de vennootschap. 68 In de komende twee paragrafen worden de verschillende manieren van taakverdelingen besproken, alsook de bijbehorende aansprakelijkheden Formele taakverdelingen Als een taakverdeling berust op (een grondslag in) de wet of statuten, is sprake van een formele taakverdeling. 69 Doordat dit bij of krachtens de statuten kan, is er mogelijkheid de taakverdeling neer te leggen in de statuten, een reglement of bestuursbesluit. Formele taakverdelingen hoeven niet schriftelijk te worden vastgesteld, maar dit is wel nodig als de inhoud moet kunnen worden aangetoond voor een beroep op disculpatie. 70 De formele taakverdelingen genieten een objectieve uitleg, waardoor het belangrijk is deze nauwkeurig te construeren omdat de bedoeling die de bestuurders hadden bij de taakverdeling slechts een geringe rol speelt. 71 Als de taakverdeling niet op schrift gesteld is, zal dit de stelplicht en bewijslast verzwaren. 72 Ingeval de taakverdeling in de is statuten opgenomen, moeten de statuten telkens gewijzigd worden als een nieuwe bestuurder aantreedt. Bij kapitaalvennootschappen met een verspreid aandelenbezit zal dit lastig zijn en dit kost bovendien tijd en geld. Doordat statuten op een strikte manier worden uitgelegd, wordt aansprakelijkheid snel aangenomen als men in strijd handelt met de statuten. Dit blijkt uit het Berghuizer Papierfabriek-arrest: de omstandigheid dat gehandeld is in strijd met statutaire bepalingen die de rechtspersoon beogen te beschermen, moet in dit verband als een zwaarwegende omstandigheid worden aangemerkt, die in beginsel de aansprakelijkheid van de bestuurder vestigt. 73 Dat het niet 66 Hurenkamp 2016, p Huizink, in: GS Rechtspersonen, art. 2:239 BW, aant. 13 (online bijgewerkt 1 januari 2013); Kamerstukken II, 2008/09, 31763, nr. 3, p Kamerstukken I, 2010/11, 31763, C, p Art. 2:9 BW. 70 Asser/Maeijer & Kroeze 2 I* 2015, nr Dumoulin 2012, par. 2.2; Hurenkamp 2016, p. 164; Van Schilfgaarde 2013, p Assink e.a. 2017, p HR 29 november 2002, r.o , NJ 2003/455 (Berghuizer Papierfabriek). 23

24 slechts om een beschermende statutaire bepaling hoeft te gaan, komt mijns inziens aan het licht in de noot van Maeijer bij het Willemsen/NOM-arrest. Hierin stelt hij dat een bestuurder die in strijd handelt met statutaire bepalingen, een ernstig vergrijp pleegt. 74 Dit wordt mijns inziens gesterkt doordat wordt aangenomen dat sprake is van onbehoorlijk vervullen van de bestuurstaak als de bestuurder in strijd met de statuten handelt. Hij is dan in beginsel aansprakelijk jegens de vennootschap. 75 De aansprakelijkheid moet wel in lijn zijn met de hoge drempel die de HR hanteert voor het vaststellen hiervan. Deze drempel is te vinden in het motiveringsrecht dat de andere bestuurders toekomt: zij kunnen feiten en omstandigheden aanvoeren op grond waarvan het gewraakte handelen hen geen persoonlijk verwijt zou opleveren. De rechter heeft de plicht deze gronden mee te nemen in zijn oordeelsvorming. 76 Een taakverdeling kan vanwege het woord krachtens ook in een reglement of bestuursbesluit geregeld worden. 77 Zo hoeven de statuten niet telkens gewijzigd te worden als een nieuwe bestuurder aantreedt. Deze manier wordt daarom vaak gebruikt. De taakverdeling kan worden gewijzigd door het reglement of bestuursbesluit aan te passen, dit kan het bestuur meestal zelf. 78 Dit is een tijd- en kostenbesparende manier om een taakverdeling vorm te geven. In de statuten dient wel een verwijzing naar het betreffende reglement of bestuursbesluit te zijn opgenomen. Reglementen geven de mogelijkheid het interne functioneren van de vennootschap flexibel vast te leggen. Een reglement kan heel breed zijn (veel verenigingen hanteren een huishoudelijk reglement), maar ook beperkt. Een voorbeeld van een beperkt reglement is een reglement dat het functioneren van het bestuur betreft. Reglementen waarin de taakverdeling binnen het bestuur worden geregeld, komen vaak voor bij (grote) vennootschappen. Zoals gezegd hoeven reglementen niet schriftelijk, maar in geval van onenigheid over de inhoud ervan is dit document onontbeerlijk. Indien het niet op schrift staat, bestaat een grotere stelplicht en bewijslast voor de bestuurder die zich op disculpatie wil beroepen. 79 Taakverdeling middels een reglement speelde een rol in de Landis-zaak. De rechtbank hield het gehele bestuur aansprakelijk voor onbehoorlijk bestuur. Twee bestuurders beriepen zich op disculpatie en voerden aan dat zij vanwege de taakverdeling niet aansprakelijk waren. De taakverdeling was neergelegd in het RvB-reglement, maar ging niet op omdat zij taken 74 HR 20 juni 2008, NJ 2009/21, m.nt. J.M.M. Maeijer (Willemsen/NOM); Hof Leeuwarden 7 juli 2009, JIN 2009/671 (Aquaverium). 75 Rb. Arnhem 15 juni 2000, JOR 2000/ HR 29 november 2002, r.o , NJ 2003/455 (Berghuizer Papierfabriek); Asser/Maeijer & Kroeze 2 I* 2015, nr Kamerstukken II, 2009/09, 31763, nr. 3, p Asser/Maeijer & Kroeze 2 I* 2015, nr. 184 en 290; Assink/Slagter 2013 (Deel 1), par Asser/Maeijer & Kroeze 2 I* 2015, nr. 184; Assink e.a. 2017, p

25 hadden verdeeld die het bestuur niet kan worden onttrokken (het algemene- en financiële beleid). De informatie die de twee bestuurders hadden verkregen over de niet aan hen toebedeelde taken was afkomstig van de andere twee bestuurders. In een dergelijk geval dienen bestuurders deze informatie kritisch te bekijken en niet klakkeloos aan te nemen dat deze correct is. Doordat de bestuurders zich passief gedroegen en erop vertrouwden dat de andere twee bestuurders hun taak wel in goede banen zouden leiden, konden zij zich niet beroepen op een disculpatiegrond en trof hen wel een ernstig verwijt ondanks de in het reglement neergelegde taakverdeling. 80 Taakverdelingen kunnen ook door bestuursbesluiten geregeld worden. 81 Bestuursbesluiten zijn interne rechtshandelingen omdat zij de interne rechtsverhouding van de vennootschap regelen. Vanwege de interne kracht, is de procedure voltooid als het daartoe bevoegde orgaan (het bestuur) het besluit geldig heeft genomen. 82 Een dergelijk besluit kan een wijziging van een rechtsbetrekking tot stand brengen, zoals een besluit tot taakverdeling. Ook met een in werking gestelde formele taakverdeling dient de bestuurder met een toebedeelde taak zich nog steeds te bekommeren om de zogenoemde resttaken. Dit zijn de taken die niet specifiek aan een bestuurder zijn toebedeeld. Doordat elk van de bestuursleden zich over die resttaken dient te ontfermen, wordt vermeden dat taken tussen wal en schip vallen. 83 Dat de gewraakte bestuurstaak niet tot de portefeuille van de medebestuurders behoort, kunnen zij aantonen door de taakverdeling. Statuten, reglementen en bestuursbesluiten kunnen tot disculpatie leiden, mits deze geen kerntaken verdelen, medebestuurders actief ingrijpen als het mis dreigt te gaan en hen geen ernstig verwijt treft van het onbehoorlijke bestuur. Door de statutaire grondslag is duidelijk dat er een taakverdeling is, maar raadzaam is om deze op schrift te stellen zodat over de inhoud niet getwist hoeft te worden en kan worden bewezen dat de gewraakte handeling buiten de portefeuille van de medebestuurders valt Informele taakverdelingen Zonder een statutaire verdeling behoren alle bestuurstaken toe aan het gehele bestuur. Om die 80 Rb. Midden-Nederland 19 juni 2013, r.o , JOR 2013/237, m.nt. U.B. Verboom (Landis). 81 Kamerstukken II, 2008/09, 31763, nr. 3, p Assink/Slagter 2013 (Deel 1), p Kamerstukken II, 2008/09, 31763, nr. 3, p ; Buijn & Storm 2013, p De Groot 2011, p ; art. 2:9 lid 2 BW; Hurenkamp 2016, p. 159; Asser/Maeijer & Kroeze 2 I* 2015, nr. 202; Huizink, in: GS Rechtspersonen, art. 2:9 BW, aant (online bijgewerkt 1 september 2016); HR 10 januari 1997, NJ 1997/360 (Staleman). 25

Welkom bij de workshop Governance en aansprakelijkheid

Welkom bij de workshop Governance en aansprakelijkheid Welkom bij de workshop Governance en aansprakelijkheid Matthijs van Rozen (notaris) Christian Huiskes (advocaat) Indeling Matthijs van Rozen (notaris) governance, organen, Wetsvoorstel bestuur en toezicht

Nadere informatie

Het juridische lot van de Commissaris. Mr. David Dronkers 26 november 2009

Het juridische lot van de Commissaris. Mr. David Dronkers 26 november 2009 Het juridische lot van de Commissaris Mr. David Dronkers 26 november 2009 Amerikaanse toestanden? Rechtspersoon houder van rechten en plichten mythe van bestuurdersaansprakelijkheid Kentering: deep pocket-beginsel

Nadere informatie

Aansprakelijkheid commissarissen

Aansprakelijkheid commissarissen 1 november 2012 Aansprakelijkheid commissarissen Suzan Winkels-Koerselman Turnaround Advocaten Een klein, modern en gespecialiseerd advocatenkantoor Digitaal dossier Wij bieden de inzet van ervaren onafhankelijke

Nadere informatie

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten Onder Professoren Aansprakelijkheid van bestuurders 14 april 2015 VAAN Utrecht prof. mr. Claartje Bulten Aansprakelijkheid van bestuurders Onderwerpen Interne aansprakelijkheid Externe aansprakelijkheid

Nadere informatie

Corporate Governance. Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015

Corporate Governance. Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015 Corporate Governance Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015 Corporate governance Relevante bronnen van regelgeving (in volgorde van belangrijkheid) (Uitgangspunt

Nadere informatie

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting 1. Inleiding Dit wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid voor coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen om te kiezen voor een monistisch bestuursmodel.

Nadere informatie

Artikel 2:9 BW, enkele observaties

Artikel 2:9 BW, enkele observaties Artikel 2:9 BW, enkele observaties prof. mr. J.B. Huizink 1. Het huidige art. 2:9 BW Het huidige art. 2:9 BW lijkt mij als volgt te moeten worden uitgelegd. In geval van een éénhoofdig bestuur is een bestuurder

Nadere informatie

5 De zorgvuldige bestuurder of commissaris van een NV of BV

5 De zorgvuldige bestuurder of commissaris van een NV of BV 5 De zorgvuldige bestuurder of commissaris van een NV of BV Y.L.L.A.M. Delfos-Roy 1 INLEIDING Een bestuurder staat tot de vennootschap 1 in een vennootschappelijke betrekking. Deze verhouding is tweeledig:

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van niet-uitvoerende bestuurders in een monistisch stelsel

De aansprakelijkheid van niet-uitvoerende bestuurders in een monistisch stelsel FACULTEIT DER RECHTSGELEERDHEID Masterscriptie De aansprakelijkheid van niet-uitvoerende bestuurders in een monistisch stelsel De juridische verschillen tussen de mogelijke aansprakelijkheid op grond van

Nadere informatie

Nieuwe piketpalen bij aansprakelijkheidsvorderingen tegen indirecte bestuurders via art. 2:11 BW

Nieuwe piketpalen bij aansprakelijkheidsvorderingen tegen indirecte bestuurders via art. 2:11 BW Nieuwe piketpalen bij aansprakelijkheidsvorderingen tegen indirecte bestuurders via art. 2:11 BW M r. Y. A. W e h r m e i j e r e n m r. J. P. W. M. v a n H e i j n i n g e n * 1 Inleiding Aanleiding voor

Nadere informatie

WIJZIGINGEN IN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID ALS GEVOLG VAN DE FLEX-WET EN HET WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT

WIJZIGINGEN IN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID ALS GEVOLG VAN DE FLEX-WET EN HET WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT Notariaat M&A - oktober 2012 WIJZIGINGEN IN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID ALS GEVOLG VAN DE FLEX-WET EN HET WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT In het wetsvoorstel Vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht

Nadere informatie

ORANJE LOPER WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT. 17 november Maurice Verhoeven & Anton van den Heuvel

ORANJE LOPER WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT. 17 november Maurice Verhoeven & Anton van den Heuvel ORANJE LOPER WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT 17 november 2011 Maurice Verhoeven & Anton van den Heuvel Ploum Lodder Princen Advocaten en Notarissen Wetsvoorstel Bestuur en Toezicht Achtergrond Doel wet:

Nadere informatie

Het besturen van een vereniging en stichting

Het besturen van een vereniging en stichting Het besturen van een vereniging en stichting Roland van Mourik notaris Cursus Goed Bestuur Nijmegen 6 oktober 2009 Roland van Mourik 37 jaar 1990-1991 propaedeuse rechten te Leiden 1991-1996 notarieel

Nadere informatie

Juridisch Document ZORG

Juridisch Document ZORG Juridisch Document ZORG Wanneer ben je als bestuurder van een rechtspersoon in de zorg persoonlijk aansprakelijk? 14 maart 2014 Zorg Zaken Groep Mr. W. Wickering Mr. M.N. Minasian Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid in het vernieuwde (BV-)recht

Bestuurdersaansprakelijkheid in het vernieuwde (BV-)recht Mr. dr. M. Olaerts* Bestuurdersaansprakelijkheid in het vernieuwde (BV-)recht In deze bijdrage wordt ingegaan op de op handen zijnde wijzigingen in de bestuurdersaansprakelijkheid die het gevolg zijn van

Nadere informatie

MEMO. Bestuurdersaansprakelijkheid Datum: 12 februari Introductie

MEMO. Bestuurdersaansprakelijkheid Datum: 12 februari Introductie MEMO Onderwerp: Bestuurdersaansprakelijkheid Datum: 12 februari 2018 Referentie: White paper 1. Introductie Steeds meer mensen starten hun eigen onderneming. Dit brengt verschillende voordelen met zich

Nadere informatie

Update ' toezicht op bestuur in relatie tot de rol van participatiemaatschappijen in hun portefeuillebedrijven'

Update ' toezicht op bestuur in relatie tot de rol van participatiemaatschappijen in hun portefeuillebedrijven' Update ' toezicht op bestuur in relatie tot de rol van participatiemaatschappijen in hun portefeuillebedrijven' 1 Toezicht op bestuur Op 31 mei 2011 is het wetsvoorstel bestuur en toezicht (het "Wetsvoorstel")

Nadere informatie

Wettelijke invulling van bestuurstaken: een verhoging van het aansprakelijkheidsrisico?

Wettelijke invulling van bestuurstaken: een verhoging van het aansprakelijkheidsrisico? schap eming Wettelijke invulling van bestuurstaken: een verhoging van het aansprakelijkheidsrisico? Inleiding In de afgelopen jaren is er veel discussie geweest over corporate governance in Nederland.

Nadere informatie

Intern toezicht in het onderwijs. 10-12 juni 2014 Judith Wintgens en Peter Brouns

Intern toezicht in het onderwijs. 10-12 juni 2014 Judith Wintgens en Peter Brouns Intern toezicht in het onderwijs 10-12 juni 2014 Judith Wintgens en Peter Brouns 1 Verscherpte aandacht voor good governance in de (semi)publieke sector 2 Raad van toezicht Wettelijke instelling RvT en

Nadere informatie

Inleiding Wet Bestuur & Toezicht Rechtspersonen (WBTR) mr drs. J.J. Kramer

Inleiding Wet Bestuur & Toezicht Rechtspersonen (WBTR) mr drs. J.J. Kramer Inleiding Wet Bestuur & Toezicht Rechtspersonen (WBTR) mr drs. J.J. Kramer rechtsbeginselen rechtspraak Verdrag rechtsnormen INTERNE RECHTSORDE WET GEWOONTE 1. Burgerlijk Wetboek (BW2) 2. WFT, WTZi, WHW,

Nadere informatie

Reactie consultatiedocument Voorstel toepasbaarheid Code op one tier boards

Reactie consultatiedocument Voorstel toepasbaarheid Code op one tier boards Reactie consultatiedocument Voorstel toepasbaarheid Code op one tier boards September 2016 Aan: Monitoring Commissie Corporate Governance Code Van: Loyens & Loeff N.V. 1 Introductie 1.1 In vervolg op het

Nadere informatie

Vennootschappelijk belang en instructierecht: een (on)gelukkige combinatie?

Vennootschappelijk belang en instructierecht: een (on)gelukkige combinatie? Vennootschappelijk belang en instructierecht: een (on)gelukkige combinatie? Prof. mr. drs. I.S. Wuisman Mr. dr. R.A. Wolf Leiden Revisited, 9 september 2014 Programma Introductie; Statutair instructierecht;

Nadere informatie

De informele taakverdeling als disculpatieverweer

De informele taakverdeling als disculpatieverweer De informele taakverdeling als disculpatieverweer M. Mussche I. Inleiding Een uitgangspunt van het Nederlandse ondernemingsrecht is dat bestuur van een rechtspersoon zijn taak collegiaal vervult. Dat uitgangspunt

Nadere informatie

Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht. van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie.

Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht. van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht van de Nederlandse Orde van Advocaten en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie inzake het voorstel van wet Herziening van de regels over toegelaten instellingen

Nadere informatie

26 juni 2013 Paginal. Besturen van pensioenfondsen HOLLAND VANOJZEN. Agenda. Bestuurdersaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid medebeleidsbepalers

26 juni 2013 Paginal. Besturen van pensioenfondsen HOLLAND VANOJZEN. Agenda. Bestuurdersaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid medebeleidsbepalers Besturen van pensioenfondsen Verantwoordelijkheid & sansprakelijkheid Daar. Nicoletie Opdam, Partner Pensioenrecht- Financial Services HoLiASD VwCijze^ ADVOCATEN EN NaiAm^Bi Agenda Aansprakelijkheid medebeleidsbepalers

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet in verband met het verbeteren van de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen alsmede de uniformering van enkele bepalingen

Nadere informatie

De rechtspersoon-bestuurder en art. 2:11 BW

De rechtspersoon-bestuurder en art. 2:11 BW WETENSCHAP De rechtspersoon-bestuurder en art. 2:11 BW 1. In deze bijdrage zal ik kort de werking van art. 2:11 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bespreken, ingaan op enkele vermeende knelpunten, en zal

Nadere informatie

(On)gelijkheid van aandeelhouders. Updates

(On)gelijkheid van aandeelhouders. Updates (On)gelijkheid van aandeelhouders Updates TvOB- symposium 13 maart 2015 mr. dr. R.A. (Rogier) Wolf Steins Bisschop & Schepel Universiteit Leiden Universiteit Maastricht (ICGI) Wat gaan we doen? 1. Update

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

REGLEMENT VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN BEVER HOLDING N.V.

REGLEMENT VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN BEVER HOLDING N.V. REGLEMENT VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN BEVER HOLDING N.V. Definities de Vennootschap de RVC de voorzitter Directie : Bever Holding N.V. : De raad van commissarissen van de vennootschap : De voorzitter

Nadere informatie

STATUTAIRE INSTRUCTIEBEVOEGDHEID EN DE GEVOLGEN VOOR DE BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID EN BESTUURSAUTONOMIE

STATUTAIRE INSTRUCTIEBEVOEGDHEID EN DE GEVOLGEN VOOR DE BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID EN BESTUURSAUTONOMIE STATUTAIRE INSTRUCTIEBEVOEGDHEID EN DE GEVOLGEN VOOR DE BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID EN BESTUURSAUTONOMIE Een onderzoek naar de gevolgen van gebruikmaking van de statutaire instructiebevoegdheid conform

Nadere informatie

GRONDSLAGEN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID

GRONDSLAGEN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID GRONDSLAGEN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID EEN MAATPAK VOOR DE BOARD ROOM D.A.M.H.W. Strik Kluwer - Deventer - 2010 Inhoudsopgave Lijst van gebruikte afkortingen XIII Hoofdstuk 1 Inleiding 1 1.1 Ter introductie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 483 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met kwijting aan bestuurders en commissarissen Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

Klik om de s+jl te bewerken

Klik om de s+jl te bewerken Derde niveau Presenta+e Vierde niveau Mr D.E.A.F. Aertssen Masterclass NASH 22 mei 2013 6411 ET, Nederland 6221 BT, Nederland 1 Slide 1 Inleiding Aansprakelijkheid bestuurder wegens onjuiste toepassing

Nadere informatie

Handreiking bestuurlijke aansprakelijkheid. Vereniging van toezichthouders in onderwijs en kinderopvang

Handreiking bestuurlijke aansprakelijkheid. Vereniging van toezichthouders in onderwijs en kinderopvang Handreiking bestuurlijke aansprakelijkheid Vereniging van toezichthouders in onderwijs en kinderopvang VTOI-NVTK, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid voor bestuurders van Duitse vennootschappen

Bestuurdersaansprakelijkheid voor bestuurders van Duitse vennootschappen Bestuurdersaansprakelijkheid voor bestuurders van Duitse vennootschappen Het Duitse en Nederlandse recht bepalen de bestuurders aansprakelijkheid vaak vanuit een verschillende invalshoek. Het is moeilijk

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid

Bestuurdersaansprakelijkheid Bestuurdersaansprakelijkheid Overdreven of reëel risico? Robert Sluis CVAH Verzekeringsdienst 23 januari 2017 Onze doelstellingen voor vandaag Uitleg en handvatten Aan het einde van deze presentatie weet

Nadere informatie

Reactie op consultatie Voorstel toepasbaarheid Code op one tier boards

Reactie op consultatie Voorstel toepasbaarheid Code op one tier boards Monitoring Commissie Corporate Governance Code Secretariaat Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG E-mail: secretariaat@mccg.nl Amsterdam, 28 september 2016 Betreft: Reactie op consultatie Voorstel toepasbaarheid

Nadere informatie

Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen

Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen Geldig vanaf 1 januari 2014 Achtergrond Binnen het vennootschapsrecht zijn in Nederland de taken

Nadere informatie

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014)

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend in overeenstemming

Nadere informatie

Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen

Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen Geldig vanaf 1 januari 2016 Achtergrond Binnen het vennootschapsrecht zijn in Nederland de taken

Nadere informatie

I. Algemeen deel. 1. Doel van het wetsvoorstel

I. Algemeen deel. 1. Doel van het wetsvoorstel Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet in verband met het verbeteren van de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen alsmede de uniformering van enkele bepalingen

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid. Door drs. Heske van Eyck van Heslinga Associate partner DeNieuweCommissaris Consult VTOI congres 17 april 2015

Bestuurdersaansprakelijkheid. Door drs. Heske van Eyck van Heslinga Associate partner DeNieuweCommissaris Consult VTOI congres 17 april 2015 Bestuurdersaansprakelijkheid Door drs. Heske van Eyck van Heslinga Associate partner DeNieuweCommissaris Consult VTOI congres 17 april 2015 Mijn achtergrond Associate partner DeNieuweCommissaris Opleiden

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid

Bestuurdersaansprakelijkheid Bestuurdersaansprakelijkheid Auteur: mr. J.P.D. van de Klift 1 In: Bb 2008, 52 1. Inleiding Nadat in een eerdere aflevering de doelstellingen, karakteristieken en hoofdrolspelers van het nieuwe Voorontwerp

Nadere informatie

Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist?

Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist? Laura Gringhuis Advocaat Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist? Belastingrecht 28 september 2018 Het opgeven van oud-werkgevers als referent en het verstrekken

Nadere informatie

Webinar woensdag 25 november 2015 om 12:00 uur Kasteel Waardenburg Bestuurdersaansprakelijkheid

Webinar woensdag 25 november 2015 om 12:00 uur Kasteel Waardenburg Bestuurdersaansprakelijkheid ACADEMIE VOOR DE RECHTSPRAAK Webinar woensdag 25 november 2015 om 12:00 uur Kasteel Waardenburg Bestuurdersaansprakelijkheid Staleman-Van de Ven 97 - Ernstig verwijt - Alle omstandigheden van het geval

Nadere informatie

De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ

De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ Author : gvanpoppel Voor werknemers die statutair bestuurder zijn, gelden vaak andere regels bij onder meer ontslag, dan voor 'normale' werknemers.

Nadere informatie

Positiebepaling van de Hoge Raad bij het ontwikkelen van maatstaven voor bestuurdersaansprakelijkheid

Positiebepaling van de Hoge Raad bij het ontwikkelen van maatstaven voor bestuurdersaansprakelijkheid Positiebepaling van de Hoge Raad bij het ontwikkelen van maatstaven voor bestuurdersaansprakelijkheid Inleiding Vanaf het midden van de jaren tachtig zijn in Nederland vele honderden, mogelijk zelfs duizenden

Nadere informatie

EUMEDION CORPORATE GOVERNANCE FORUM

EUMEDION CORPORATE GOVERNANCE FORUM Aan de voorzitter en leden van de Vaste Commissie voor Justitie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HMG Betreft: wetsvoorstel tot wijziging van Boek 2 BW iv.m. de aanpassing

Nadere informatie

Aan de voorzitter en de leden. van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie. van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Aan de voorzitter en de leden. van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie. van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Aan de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Amsterdam, 14 oktober 2011 Referentie: B2011.51 Betreft:

Nadere informatie

Welkom Bestuur en toezicht

Welkom Bestuur en toezicht Welkom Bestuur en toezicht Suzan Koerselman advocaat Turnaround Advocaten Turnaround Advocaten is een klein en modern gespecialiseerd advocatenkantoor. Digitaal dossier. Wij bieden de inzet van zeer ervaren

Nadere informatie

De structuurregeling bij de one-tier vennootschap

De structuurregeling bij de one-tier vennootschap De structuurregeling bij de one-tier vennootschap M r. T. G. J. M. M e l c h e r s * Een vennootschap die voldoet aan de vereisten voor het verplicht invoeren van de structuurregeling loopt (onder meer)

Nadere informatie

Artikel 2:9 BW en de ernstig verwijt -maatstaf bij bestuurdersaansprakelijkheid

Artikel 2:9 BW en de ernstig verwijt -maatstaf bij bestuurdersaansprakelijkheid ARTIKEL Artikel 2:9 BW en de ernstig verwijt -maatstaf bij bestuurdersaansprakelijkheid Mr. W.A. Westenbroek* 1. Inleiding Ik heb eerder al betoogd dat de ernstig verwijt -maatstaf dient te worden losgelaten

Nadere informatie

Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen

Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen mr. Harold de Boer mr. Stephan de Vries 12 januari 2015 Sport Fryslân De Haan Advocaten & Notarissen PROGRAMMA 1. Inleiding 2. Bestuur en Taak - interne aansprakelijkheid

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers

Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers Dit artikel is gepubliceerd in het tijdschrift Juridisch up to Date, september 2008 Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers Mr. dr. S. Parijs, CMS Derks Star Busmann

Nadere informatie

College Vertegenwoordiging en. tegenstrijdig belang

College Vertegenwoordiging en. tegenstrijdig belang College Vertegenwoordiging en tegenstrijdig belang Mr. K. Frielink Universiteit van de Nederlandse Antillen Dinsdag 9 februari 2010 van 19.00-20.30 uur Vertegenwoordiging en tegenstrijdig belang 1. Bestuur

Nadere informatie

aandeelhouder, bestuurder of commissaris?

aandeelhouder, bestuurder of commissaris? PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolging Samenwerken in een bv: aandeelhouder, bestuurder of commissaris? Laurens Kelterman Mr. L.W. Kelterman is notaris bij VBC Notarissen te Amsterdam. Trefwoorden: Aandeelhouder,

Nadere informatie

Reactie NautaDutilh. Reactie NautaDutilh op het ambtelijk voorontwerp voorstel

Reactie NautaDutilh. Reactie NautaDutilh op het ambtelijk voorontwerp voorstel Reactie NautaDutilh consultatie Wet bestuur en toezicht rechtspersonen Reactie NautaDutilh op het ambtelijk voorontwerp voorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen NautaDutilh N.V. Marianne de Waard-Preller

Nadere informatie

Fortis, Unilever, Reed Elsevier, Ageas, Heineken Holding, Logica en D.E Masterblenders 1753 zijn hiervan bekende voorbeelden. 7

Fortis, Unilever, Reed Elsevier, Ageas, Heineken Holding, Logica en D.E Masterblenders 1753 zijn hiervan bekende voorbeelden. 7 Effectief toezicht binnen de one-tier board; een utopie? T. (Thomas) Giesbertz 1. Inleiding Sinds de invoering van de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen op 1 januari 2013 is er voor naamloze en besloten

Nadere informatie

Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen

Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen Geldig vanaf 20 februari 2019 Achtergrond Binnen het vennootschapsrecht zijn in Nederland de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 34 491 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek in verband met de uniformering en de verduidelijking van enkele bepalingen omtrent het bestuur en de

Nadere informatie

BESTUURSREGLEMENT STICHTING PRO

BESTUURSREGLEMENT STICHTING PRO BESTUURSREGLEMENT STICHTING PRO Vastgesteld door het Bestuur op 23 november 2017 I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie 1. Dit Bestuursreglement (het reglement ) is vastgesteld ingevolge artikel

Nadere informatie

De gevolgen van de WBTR voor de duale rechtsbetrekking van de stichtingsbestuurder

De gevolgen van de WBTR voor de duale rechtsbetrekking van de stichtingsbestuurder Mr. M.L.G. Otto* De gevolgen van de WBTR voor de duale rechtsbetrekking van de stichtingsbestuurder In deze bijdrage wordt ingegaan op de gevolgen die de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen zal hebben

Nadere informatie

Stichting Kunst in het Kerkje Velp/Grave

Stichting Kunst in het Kerkje Velp/Grave Bestuurs- reglement Stichting Kunst in het Kerkje Velp/Grave 1/9 BESTUURSREGLEMENT Stichting Kunst in het Kerkje Velp/Grave Het bestuur van de Stichting Kunst in het Kerkje, gevestigd te Grave, besluit

Nadere informatie

HEIJMANS N.V. REGLEMENT AUDITCOMMISSIE

HEIJMANS N.V. REGLEMENT AUDITCOMMISSIE HEIJMANS N.V. REGLEMENT AUDITCOMMISSIE Vastgesteld door de RvC op 10 maart 2010 1 10 maart 2010 INHOUDSOPGAVE Blz. 0. Inleiding... 3 1. Samenstelling... 3 2. Taken en bevoegdheden... 3 3. Taken betreffende

Nadere informatie

8 Taakverdeling en aansprakelijkheid binnen bestuur en raad van commissarissen

8 Taakverdeling en aansprakelijkheid binnen bestuur en raad van commissarissen 8 Taakverdeling en aansprakelijkheid binnen bestuur en raad van commissarissen Yvette Borrius 1. Inleiding Waar ging het mis, had ik dat kunnen zien en hoe had ik het kunnen voorkomen?! De CEO vraagt zich

Nadere informatie

Uw nummer (letter): 2016/ Uw brief van: 29 juni 2016 Ons nummer: Willemstad, 20 juli 2016

Uw nummer (letter): 2016/ Uw brief van: 29 juni 2016 Ons nummer: Willemstad, 20 juli 2016 Aan De Minister van Economische Ontwikkeling De heer E. Rhuggenaath AmiDos Building, Pletterijweg 43 Curaçao Uw nummer (letter): 2016/018577 Uw brief van: 29 juni 2016 Ons nummer: 20072016.01 Willemstad,

Nadere informatie

Welkom namens. Bestuurdersaansprakelijkheid in incassozaken. Rob Beks

Welkom namens. Bestuurdersaansprakelijkheid in incassozaken. Rob Beks Welkom namens Bestuurdersaansprakelijkheid in incassozaken Rob Beks Onderwerpen Wat is bestuurdersaansprakelijkheid Soorten bestuurdersaansprakelijkheid Uitkeringstoets (nieuwe) BV-recht Vragen Wat is

Nadere informatie

Terug naar de Collegebanken

Terug naar de Collegebanken Terug naar de Collegebanken Strafbaarheid van onderneming en bestuurder Prof. mr. Roan Lamp 4 september 2014 1 Terug naar de Collegebanken - Strafbaarheid van onderneming en bestuurder Inhoud Inleiding

Nadere informatie

Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen

Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen Eumedion uitgangspunten verantwoord bezoldigingsbeleid van het bestuur van Nederlandse beursvennootschappen Geldig vanaf 1 januari 2018 Achtergrond Binnen het vennootschapsrecht zijn in Nederland de taken

Nadere informatie

GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT. van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie

GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT. van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT van de Nederlandse Orde van Advocaten en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie Advies inzake Wetsvoorstel (Kamerstukken 31 763) tot Wijziging van boek 2

Nadere informatie

One-tier board; introductie en gebruik

One-tier board; introductie en gebruik One-tier board; introductie en gebruik 1 Presentatie 2 Relevante bepalingen van het Burgerlijk Wetboek 3 Lexence contact 1 Introductie en achtergrond Nederlands standaardmodel; monistisch model, afzonderlijke

Nadere informatie

Reactie op het consultatiedocument "Voorstel toepasbaarheid Code op one tier boards"

Reactie op het consultatiedocument Voorstel toepasbaarheid Code op one tier boards Monitoring Commissie Corporate Governance Code Secretariaat Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Per e-mail: secretariaat@mccg.nl Stibbe N.V. Advocaten en notarissen Beethovenplein 10 Postbus 75640 1070 AP Amsterdam

Nadere informatie

REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR (BESTUURSREGLEMENT) STICHTING DE KEMPEL /HA/ir 16 februari 2005

REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR (BESTUURSREGLEMENT) STICHTING DE KEMPEL /HA/ir 16 februari 2005 REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR (BESTUURSREGLEMENT) STICHTING DE KEMPEL 178437/HA/ir 16 februari 2005 Dit reglement ( reglement ) is op 17 februari 2005 door het college van bestuur van de stichting Stichting

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/175837

Nadere informatie

Webinar Jurisprudentie Ondernemingsrecht. februari 2015 Adriaan F.M. Dorresteijn

Webinar Jurisprudentie Ondernemingsrecht. februari 2015 Adriaan F.M. Dorresteijn Webinar Jurisprudentie Ondernemingsrecht februari 2015 Adriaan F.M. Dorresteijn 1 Onderwerpen 1. Turboliquidatie/faillissement 2. Feitelijke bestuurder/beleidsbepaler 3. Enquêtegerechtigden 2 1. Turboliquidatie/faillissement

Nadere informatie

Essentie. 1.1 Inleiding en achtergrond

Essentie. 1.1 Inleiding en achtergrond HOOFDSTUK 1 Essentie 1.1 Inleiding en achtergrond In dit onderzoek staat de arbitrabiliteit van vennootschappelijke besluiten centraal. Vennootschappelijke besluiten zijn de beslissingen genomen door organen

Nadere informatie

Voor bestuur met commitment

Voor bestuur met commitment Op adem en in je kracht Bestuursreglement Oases (versie 1 november 2018) Voor bestuur met commitment Bestuursreglement Oases, goedgekeurd en vastgesteld november 2018 Toevoeging werkwijze conform Governance

Nadere informatie

(Interne) aansprakelijkheid van bestuurders Mededingingsrechtelijke wetsovertredingen onbehoorlijk bestuur?

(Interne) aansprakelijkheid van bestuurders Mededingingsrechtelijke wetsovertredingen onbehoorlijk bestuur? (Interne) aansprakelijkheid van bestuurders Mededingingsrechtelijke wetsovertredingen onbehoorlijk bestuur? M. Santegoeds 24-1-2017 Ondernemingsrecht, Tilburg University ANR: 401297 Naam Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR KINDERRIJK Inclusief bijlage stroomschema besluitvorming

REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR KINDERRIJK Inclusief bijlage stroomschema besluitvorming 1 Begripsbepaling REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR KINDERRIJK Inclusief bijlage stroomschema besluitvorming 1.1 In dit reglement van de Raad van Bestuur wordt verstaan: a) KinderRijk: Stichting KinderRijk gevestigd

Nadere informatie

CURAÇAO Adviseur Corporate Governance

CURAÇAO Adviseur Corporate Governance CURAÇAO Stichting Bureau Toezicht en Normering Overheidsentiteiten Aan de Raad van Ministers t.a.v. de Minister van Gezondheid, Milieu en Natuur Mevrouw J.V. Schoop-Constancia Klein Kwartier 33 AIhier

Nadere informatie

INLEIDING WET BESTUUR EN TOEZICHT RECHTSPERSONEN (WBTR)

INLEIDING WET BESTUUR EN TOEZICHT RECHTSPERSONEN (WBTR) 1. INLEIDING WET BESTUUR EN TOEZICHT RECHTSPERSONEN (WBTR) Een overzicht van de relevante aspecten ten behoeve van bestuurders, commissarissen en toezichthouders bij o.a. stichtingen en verenigingen. JJK.

Nadere informatie

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Datum: Kenmerk: De Minister van Justitie, mr A.H. Korthals Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Excellentie, inzake: Adviesaanvraag commissie vennootschapsrecht over het wetsvoorstel

Nadere informatie

Bemiddelingskosten: twee heren dienen, een onredelijk voordeel bedingen. Hoe zit het nu precies?

Bemiddelingskosten: twee heren dienen, een onredelijk voordeel bedingen. Hoe zit het nu precies? Bemiddelingskosten: twee heren dienen, een onredelijk voordeel bedingen. Hoe zit het nu precies? 1 2 Mw. K. Looijschilder Bemiddelingskosten: twee heren dienen, een onredelijk voordeel bedingen. Hoe zit

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid. Christian Huiskes Arjen Westerdijk

Bestuurdersaansprakelijkheid. Christian Huiskes Arjen Westerdijk Bestuurdersaansprakelijkheid Christian Huiskes Arjen Westerdijk 8 april 2014 1 1. Inleiding Uitgangspunt: aansprakelijkheid slechts in uitzonderlijke gevallen Ernstige verwijtbaarheid Grenst aan opzet/bewuste

Nadere informatie

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister).

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). KlRz 041/2013 RAPPORT inzake de klacht van [Verzoeker ] tegen een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). - 2-1. Inleiding

Nadere informatie

BIJLAGE A BIJ DE TOELICHTING OP DE AGENDA VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ALLIANDER N.V., TE HOUDEN OP 27 MAART 2013

BIJLAGE A BIJ DE TOELICHTING OP DE AGENDA VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ALLIANDER N.V., TE HOUDEN OP 27 MAART 2013 BIJLAGE A BIJ DE TOELICHTING OP DE AGENDA VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ALLIANDER N.V., TE HOUDEN OP 27 MAART 2013 PROFIELSCHETS RVC 1. OMVANG EN SAMENSTELLING VAN DE RVC 1.1 Uitgangspunt

Nadere informatie

Met het amendement van Tweede Kamerlid Van Miltenburg (TK, vergaderjaar , 30131, nr. 65), luidt artikel 4 Wmo als volgt:

Met het amendement van Tweede Kamerlid Van Miltenburg (TK, vergaderjaar , 30131, nr. 65), luidt artikel 4 Wmo als volgt: Bijlage 1 Samenvatting De Wmo-compensatieplicht in de praktijk een onderzoek naar de jurisprudentie ter zake Met het amendement van Tweede Kamerlid Van Miltenburg (TK, vergaderjaar 2005-2006, 30131, nr.

Nadere informatie

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Datum: 19 oktober 2015 De Minister van Veiligheid en Justitie mr. GA. van der Steur Postbus 20301 2500 EH DEN HMG Excellentie, Graag doe ik u hierbij het advies van de Commissie

Nadere informatie

Perikelen rond de vaststelling en publicatie van de jaarrekening en aansprakelijkheid in het kader daarvan. Een reactie

Perikelen rond de vaststelling en publicatie van de jaarrekening en aansprakelijkheid in het kader daarvan. Een reactie Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 2 2016 Perikelen rond de vaststelling en publicatie van de jaarrekening en aansprakelijkheid in het kader daarvan. Een reactie Prof. mr. C.A. Schwarz en Mr.

Nadere informatie

ONDERNEMINGSRECHT EN ZORG

ONDERNEMINGSRECHT EN ZORG ONDERNEMINGSRECHT EN ZORG Nieuwe regels voor bestuurders en toezichthouders 27/11/2014 1 Problemen in semi-publieke sector, ook in de zorg Vergoedingen staan onder druk Bezuinigingen en dreigende ontslagen

Nadere informatie

Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders. Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013

Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders. Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013 Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013 Programma I. Introductie II. Aansprakelijkheid Bestuurders

Nadere informatie

PROFIELSCHETS RVC. 1.2 Tot commissaris kunnen niet worden benoemd personen die direct of indirect binding hebben met:

PROFIELSCHETS RVC. 1.2 Tot commissaris kunnen niet worden benoemd personen die direct of indirect binding hebben met: BIJLAGE 1 TOELICHTING BIJ DE AGENDA VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ALLIANDER N.V. OP 5 APRIL 2017 PROFIELSCHETS RVC 1. OMVANG EN SAMENSTELLING VAN DE RVC 1.1 Uitgangspunt te allen

Nadere informatie

One- tier Board Masterscriptie

One- tier Board Masterscriptie Pagina 0 One- tier Board Masterscriptie Augustus 2013 Nilda Pahlplatz Dit onderzoek richt zich tot de vraag wat de invoering van de nieuwe wet Bestuur en Toezicht betekent voor de aansprakelijkheid van

Nadere informatie

Hoe verder met collegiaal bestuur in Nederland?

Hoe verder met collegiaal bestuur in Nederland? Hoe verder met collegiaal bestuur in Nederland? Hoe verder met collegiaal bestuur in Nederland? Bestuurstaak, bestuursverantwoordelijkheid en bestuurdersaansprakelijkheid volgens het nieuwe artikel 2:9

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

progamma 19:30 Welkom 19:45 Bestuurdersaansprakelijkheid - intern 20:15 Pauze 20:30 Bestuurdersaansprakelijkheid extern en in geval van faillissement

progamma 19:30 Welkom 19:45 Bestuurdersaansprakelijkheid - intern 20:15 Pauze 20:30 Bestuurdersaansprakelijkheid extern en in geval van faillissement Welkom progamma 19:30 Welkom 19:45 Bestuurdersaansprakelijkheid - intern 20:15 Pauze 20:30 Bestuurdersaansprakelijkheid extern en in geval van faillissement 21:15 Vragen 21:30 Borrel en napraten 22:00

Nadere informatie

Doorlopende tekst van Verordening gedrags- en beroepsregels (VGBA) uitgaande van aanvaarding van door het bestuur ingediende amendementen 1

Doorlopende tekst van Verordening gedrags- en beroepsregels (VGBA) uitgaande van aanvaarding van door het bestuur ingediende amendementen 1 Doorlopende tekst van Verordening gedrags- en beroepsregels (VGBA) uitgaande van aanvaarding van door het bestuur ingediende amendementen 1 2 december 2013 1 De hiernavolgende tekst van VGBA geeft de tekst

Nadere informatie