Concept-besluitenlijst van de openbare overlegvergadering van de commissie Economie, Financiën en Bestuur woensdag 5 september 2018

Transcriptie

1 Concept-besluitenlijst van de openbare overlegvergadering van de commissie Economie, Financiën en Bestuur woensdag 5 september 2018 Voorzitter: Griffier: Leden: Van Geenen Bosch Wessels en Jaff (GL), Gouwerok en Floor (STIP), Van Overbeeke (D66), Grobben en Schut (Onafhankelijk Delft), Van Rijn en Van den Berg (VVD), Van Woudenberg (CDA), Duijff (SP), Tiekstra en Yildiz (PvdA), Gooijer en Alkema (CU), C. de Koning en Van Adrichem (Stadsbelangen Delft) Afwezig: - : Wethouders Huijsmans en Vollebregt 1. Opening/mededelingen: de voorzitter opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom. 2. Openstaande punten uit de procedurevergadering Wethouder Vollebregt beantwoordt een vraag van de heer Van Rijn (VVD) over de planning van de scenario s voor het Prinsenhof: op korte termijn komt het college met een brief met nadere informatie over het proces. De vraag voor wethouder Brandligt over Eneco zal later tijdens deze overlegvergadering worden beantwoord. 3. Vaststellen besluitenlijst commissie Algemeen 21 juni 2018: ongewijzigd vastgesteld. 4. Inventarisatie insprekers: geen insprekers. 5. Vaststellen agenda: de commissie stemt in met het voorstel van mevrouw Van den Berg (VVD) om agendapunt 9 te laten vervallen aangezien geen noodzaak meer tot een bespreking wordt gezien. De agenda wordt voor het overige ongewijzigd vastgesteld. 6. van B&W: subsidieregeling (week 30, nr ) Commissie De heer Van Rijn (VVD) betoogt dat zijn fractie voorstander is van een verdere verzakelijking van het Delfts subsidiestelsel en de voorliggende regeling is een goede stap in die richting. Opmerkingen van de VVD zijn: - De pijlers waaraan subsidies mogen bijdragen, kunnen scherper worden afgebakend en de doelstellingen meer SMART worden geformuleerd. - In hoeverre zijn subsidies complementair met de Agenda Delft 2040? - Op basis van het bestuursprogramma zal de regeling wederom worden aangepast. Waarom wordt de regeling niet in één keer aangepast? De heer Alkema (CU) zegt dat subsidies misschien niet altijd economisch rendabel zijn, maar dat ze wel heel belangrijk voor de samenleving kunnen zijn. De heer Van Rijn (VVD) vraagt of de CU het wel met de VVD eens is dat subsidies moeten bijdragen aan duidelijke doelstellingen aangezien het om gemeenschapsgeld gaat. De heer Alkema (CU) is het hiermee eens. Hij vindt de regeling een goede stap, maar hij mist in sommige aspecten nog concreetheid. De CU heeft drie vragen: - Wordt in de afweging meegenomen in hoeverre een activiteit uniek is? - Het is niet duidelijk op welke criteria meer of minder wordt beoordeeld. Concept-besluitenlijst commissie EFB overlegvergadering 5 september / 6

2 - Naast vrijwilligers zijn er ook professionele coördinatoren nodig. Is het mogelijk om bij de financiële afweging van een activiteit deze uren als zijnde eigen inbreng mee te nemen? De heer Van Woudenberg (CDA) is tevreden over de aanpassing van de regeling en hij is blij dat de regeling hoewel dit niet gebruikelijk is aan de raad wordt voorgelegd, maar hij is het met de heer Van Rijn eens dat de regeling beter besproken had kunnen worden naar aanleiding van het bestuursakkoord. Mevrouw Wessels (GL) geeft aan dat haar fractie twee suggesties heeft: - In artikel 3 van de prestatiesubsidies staat dat subsidies in principe worden verleend aan rechtspersonen zonder winstoogmerk, maar dat het college hiervan kan afwijken. Het college wordt verzocht hierop in de jaarlijkse rapportage in te gaan. - In het hoofdstuk Overige subsidies wordt gesproken over een subsidie voor oud papier en het is de vraag of deze subsidie niet achterhaald is en of er geen andere milieudoelstellingen geformuleerd kunnen worden zoals het inzamelen van plastic. De heer Van Overbeeke (D66) vindt dat subsidies een middel zijn voor het behalen van gemeentelijke beleidsdoelen. Het is daarom belangrijk doelstellingen te formuleren. Hoewel de criteria om subsidie te verlenen verder zijn uitgewerkt in deze regeling, zijn de criteria aan de hand waarvan de hoogte van de subsidie wordt bepaald nog steeds onduidelijk. De heer Floor (STIP) kan zich goed vinden in de uitgewerkte aanpassingen. Het blijft voor STIP belangrijk om de mogelijkheden die er zijn voor subsidies goed te communiceren, zodat ze goed zijn te vinden. De heer Duijff (SP) heeft de volgende vragen en opmerkingen: - De afspraak incidenteel, tenzij komt niet overal terug. Artikel 13 is hiervan een voorbeeld. - In artikel 5, lid 2 staan dezelfde criteria genoemd als in artikel 4. Hoe worden deze in artikel 5 meegewogen in de classificering? - Uit artikel 6 blijkt dat subsidieaanvragers alleen informatie kunnen vinden in gemeentelijke publicaties, maar zij zouden ook actief op de hoogte gesteld kunnen worden van de nieuwe prestatiesubsidie en wanneer een aanvraag hiervoor ingediend zou moeten worden. - Was de regel in artikel 9, lid 3 of een soortgelijke regeling de afgelopen jaren ook van toepassing en is deze subsidie verleend? - Volgens de gemeentelijke website is de prestatiesubsidie bedoeld voor professionele organisaties die werken met beroepskrachten. Is dit wijziging van beleid of gaat het hier om een ongelukkige formulering? Wethouder Huijsmans komt schriftelijk terug op een aantal vragen van de heer Duijff die technisch van aard zijn. Hoewel de verordening al in mei is vastgesteld, moet deze ook in een regeling worden vervat. Op het moment dat het bestuursprogramma beschikbaar is, kan verder worden nagedacht over de formulering van de doelstellingen. Hierbij is het belangrijk dat duidelijk is wat wordt geboden en welke criteria hiervoor gelden. Hoewel oud papier een wat achterhaald begrip lijkt gaat het vaak om grote hoeveelheden. Wellicht zou dit onderwerp met Avalex besproken kunnen worden. Ook zal worden meegenomen wat de mogelijkheden zijn voor andere materialen. Er zal verder worden bekeken hoe de criteria voor de hoogte van de subsidie duidelijker omschreven kunnen worden. Een subsidie is bedoeld voor een actuele situatie of voor een initiatief dat de komende jaren speelt. Agenda 2040 is een investeringsagenda voor de langere termijn. In het najaar zal worden bekeken hoe deze verschillen duidelijk geformuleerd kunnen worden. Met betrekking tot de vraag van over het unieke karakter van een aanvraag zegt de wethouder dat dit afhankelijk is van het maatschappelijk doel en hoe op de verschillende criteria wordt gescoord. Concept-besluitenlijst commissie EFB overlegvergadering 5 september / 6

3 Wethouder Huijsmans zegt toe, gerelateerd aan het bestuursprogramma in het najaar van 2018, een nadere duiding te geven aan een aantal gevraagde zaken (relaties tussen subsidies en de Agenda 2040, de criteria voor de hoogte van subsidies, subsidies aan rechtspersonen met een winstoogmerk). Advies/conclusie commissie De voorzitter concludeert dat de wethouder schriftelijk op de technische vragen van de SP terugkomt en bovenstaande toezegging heeft gedaan. Het agendapunt wordt voldoende besproken geacht. 7. Raadsvoorstel inzake hulp bij humanitaire rampen (week 27, nr ) De heer Jaff (GL) is blij met de gemeentelijke inzet, maar hij heeft met betrekking tot de financiële bijdrage wel een aantal kanttekeningen. - Waarom volstaat het huidige beleid niet? - Op basis waarvan is de bijdrage in het voorstel bepaald? - Op dit moment is niet helder wat de rol van de gemeente is wanneer er bij een ramp geen lokale initiatieven worden opgezet. - Voor rampen die buiten de geschetste kaders vallen, zal het college separaat een voorstel naar de raad sturen. In het kader van internationale solidariteit nodigt GL het college uit om dit zo vaak mogelijk te doen. De heer Van Woudenberg (CDA) meent dat door aan te sluiten bij de nationale acties van Giro 555 op een aantal punten wellicht minder ruimte is, zoals bij rampen die niet aan de criteria van deze organisatie voldoen. Hij kan zich voorstellen dat landen waarmee stedenbanden bestaan een bepaalde voorkeur krijgen. Alles wat niet onder het mandaat valt, komt ook naar de raad en in dit kader wordt het voorstel als procedureel gezien en hier stemt het CDA mee in. De heer Floor (STIP) sluit zich aan bij GL wat betreft de onderbouwing van de vermindering van euro naar euro en dit geldt ook voor wat er gebeurt bij het ontbreken van lokale initiatieven. Naast doneren zou Delft ook kennisinstellingen moeten steunen. De heer Van Rijn (VVD) denkt dat het STIP vrij staat om een actie te starten om alsnog een bijdrage te leveren, maar dan zonder hulp van de gemeente. De heer Floor (STIP) meent dat het goed is om Delftse initiatieven te koppelen waardoor bijvoorbeeld een bedrag verdubbeld kan worden. De heer Van Rijn (VVD) zegt dat de VVD verheugd is over het voorstel. Humanitaire rampen moeten integraal en gecoördineerd worden aangepakt en de gemeente moet bijdragen aan initiatieven die controleerbaar effectief zijn. Internationale solidariteit is belangrijk, maar bewoners van Delft zijn dit ook. De VVD is akkoord met de verlaging en de koppeling aan Giro 555. Mevrouw Grobben (Onafhankelijk Delft) sluit zich aan bij de VVD. De heer Duijff (SP) vraagt of het voorstel is bedoeld als een bezuiniging. Mevrouw Tiekstra (PvdA) sluit zich aan bij de vraag van de SP. Op het moment dat zich iets voordoet, wordt een aanspreekpunt benoemd. Kan de wethouder dit toelichten? Wethouder Vollebregt licht toe dat het college heeft gekozen voor een oplossing die solidair is en tegelijkertijd ook goed uitpakt voor de stad. Belangrijk is dat snel kan worden geschakeld in het geval van een ramp. Daarom is ervoor gekozen om aan te sluiten bij objectieve criteria zoals Giro 555. De keuze voor het verlaagde bedrag is te verklaren doordat eerdere uitkeringen binnen dit bedrag vielen. Als het college een verzoek krijgt om Concept-besluitenlijst commissie EFB overlegvergadering 5 september / 6

4 een bijdrage te doen die niet aansluit bij Giro 555, zal dit apart in een voorstel aan de raad worden voorgelegd. Het voorliggende voorstel regelt het mandaat voor het college om bij rampen die aansluiten bij Giro 555 snel te handelen. Voor landen waarmee een stedenband is, geldt geen andere insteek dan bij andere landen. Wel verwacht hij dat bij een stad waarmee een voormalige stedenband is geweest er sneller een initiatief vanuit de stad zal worden opgestart. De heer Van Rijn (VVD) vraagt of er een limiet is aan wat Delft kan doneren. Wethouder Vollebregt herhaalt dat het voorstel het college het mandaat geeft om per ramp snel tot euro toe te kennen. Als er onverhoopt zeer veel rampen zullen zijn, zal dit vanzelfsprekend effect hebben op de begroting en dan komt hij terug bij de raad. De heer Van Woudenberg (CDA) vreest vertraging als het college in het geval van voormalige stedenbanden eerst naar de raad moet. Wethouder Vollebregt ziet geen verschil met andere initiatieven en verwijst naar het budgetrecht van de raad. De heer Alkema (CU) begrijpt nog steeds de noodzaak niet van halvering van het budget als het college nog steeds kan beslissen om de limiet per actie op euro te zetten. Wethouder Vollebregt licht toe dat alle initiatieven van de afgelopen tijd binnen de euro vielen. Als het bedrag euro blijft, bestaat de kans dat het een grote impact heeft op de begroting. De technologische oplossingen waarover de heer Floor sprak, zijn niet aan de gemeente. Wel kan specifieke expertise worden doorgeleid naar partners. In uitzonderlijke gevallen verzoekt de VNG om specifieke expertise te leveren. Advies/conclusie commissie De voorzitter constateert dat er een positief advies is vanuit de commissie en concludeert dat het onderwerp derhalve kan worden doorgeleid naar de hamerstukkenagenda van de raad van 27 september van B&W - Rietveld Theater (week 23, nr ) Commissie Mevrouw Tiekstra (PvdA) is blij dat het besluit om het theater te verkopen is geschrapt. Wel roept de brief nog vragen op. - Waarom wordt er een second opinion gevraagd over de euro? - Kan de op een-na-laatste zin van de brief worden toegelicht? Mevrouw Wessels (GL) heeft begrepen dat de medewerkers van het Rietveld Theater weer met een positieve stemming aan de slag gaan. Zij benadrukt dat het gezien de lange tijd dat deze kwestie speelt, belangrijk is dat de planning op korte termijn helder is. De heer Gouwerok (STIP) vraagt hoe er in het vervolg voor wordt gezorgd dat andere culturele organisaties met vastgoedproblemen ook worden geholpen door de gemeente. Wethouder Vollebregt legt uit dat om de second opinion is gevraagd, omdat er een verschil van inzicht zou kunnen bestaan tussen wat Stichting Theaternetwerk Delft en de gemeente zien als essentiële functie. Deze second opinion wordt op dit moment gezamenlijk uitgevoerd. Om er in het vervolg voor te zorgen dat andere organisaties worden geholpen, is het belangrijk om goed per situatie te beoordelen wat de juiste manier van verkoop of verhuur is. Concept-besluitenlijst commissie EFB overlegvergadering 5 september / 6

5 De heer Van Woudenberg (CDA) denkt dat de stichting koop op dit moment niet als realistisch beschouwt, omdat de getaxeerde waarde te hoog is. Het CDA is benieuwd van wanneer deze taxatie dateert. Als uit de second opinion blijkt dat de euro realistisch is, is het college dan voornemens om de verbouwing uit te laten voeren? Mevrouw Van den Berg (VVD) is van mening dat de gemeente niet zomaar eigenaar moet blijven van dit soort gebouwen. Zij hoopt dat de gemeente wel een marktconforme huur vraagt van de stichting, die hiervoor eventueel subsidie kan aanvragen waardoor de stromen zakelijker en transparanter zijn. Mevrouw De Koning (Stadsbelangen) vraagt waarom een extern gecertificeerd bureau alle opties moet bekijken en met aanbevelingen moet komen. De heer Duijff (SP) leest dat de beoordeling van de aankoop is gedaan op basis van de huidige subsidieomvang, maar de stichting is ervan uitgegaan dat ingeval zij eigenaar van het pand zou worden, zij aanspraak kon maken op allerlei subsidies. Is dit meegewogen? Wethouder Vollebregt licht toe dat naar aanleiding van de uitkomsten van de second opinion samen met het Rietveld Theater wordt bekeken hoe de gewenste aanpassingen aan het pand gerealiseerd kunnen worden. De gemeente is gebonden aan de taxeerde waarde op het moment van taxatie. Dit heeft te maken met regels rondom Europese staatssteun, andere wetgeving en het vastgoedbeleid van Delft. Op dit moment wordt voor alle panden een kostendekkende huurprijs gehanteerd. Marktconforme huren met subsidies levert een ingrijpende transformatie op, die boekhoudkundig waarschijnlijk niet loont. Wel moet ervoor worden gewaakt dat niet via vastgoed subsidies worden geboden. De heer Van Woudenberg (CDA) is benieuwd hoe staatssteun speelt in het geval van symbolische verkoop. Wethouder Vollebregt wijst erop dat dit in het huidige vastgoedbeleid niet mogelijk is. De aanpassing van dit beleid heeft al plaatsgevonden voordat de gesprekken over het theater zijn gevoerd. Mevrouw Van den Berg (VVD) vraagt of de wethouder kan ingaan op hoe ingrijpend de transformatie naar marktconforme huren zou zijn. Wethouder Vollebregt kan deze technische vraag later beantwoorden, maar hij wijst erop dat dit zou gaan om iedere partner met wie de gemeente een huurrelatie heeft. Volgens hem zou dit niet opwegen tegen de opbrengsten. De heer Van Adrichem (Stadsbelangen Delft) concludeert dat het theater nu de taxatiewaarde al niet kan betalen. Na de ingrijpende verbouwing is het pand alleen nog meer waard. De heer Duijff (SP) wijst erop dat het vorige college op allerlei cultuurvormen in de stad heeft bezuinigd en constateert dat de VVD nu opnieuw een mogelijkheid ziet tot nog meer afbraak van de sociale cohesie in de stad. Mevrouw Van den Berg (VVD) antwoordt dat zij niet over bezuinigen heeft gesproken. Zij heeft het gehad over een zakelijke relatie tussen de gemeente en partners waarmee ze transparantie beoogt. Concept-besluitenlijst commissie EFB overlegvergadering 5 september / 6

6 Wethouder Vollebregt zegt dat er een onafhankelijk bureau wordt ingeschakeld voor de second opinion, omdat specifieke kennis is vereist voor ingrepen aan een dergelijk specifiek pand. Het is inderdaad meegewogen dat het Rietveld Theater als eigenaar andere subsidiebronnen zou kunnen aanboren. Advies/conclusie commissie De VVD kondigt aan nog technische vragen te stellen en neemt het onderwerp daarom mee terug naar de fractie. De voorzitter concludeert dat het agendapunt voor dit moment voldoende besproken wordt geacht. 9. van B&W: voorstel samenspel raad college inzake Agenda Delft 2040 (week 15, nr ) Bij de vaststelling van de agenda is dit agendapunt geschrapt. 10. Metropoolregio Rotterdam Den Haag Wethouder Vollebregt heeft geen mededelingen of aandachtspunten. Op 27 september a.s. zal de eerstvolgende vergadering van de bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat plaatsvinden. Mevrouw Wessels (lid adviescommissie Economisch Vestigingsklimaat) licht toe dat er op dit moment geen update vanuit de adviescommissie is te melden. Op 10 oktober a.s. vindt de eerstvolgende vergadering plaats. Mevrouw De Koning (Stadsbelangen) vraagt of de aangekondigde nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen van de MRDH vooraf aan gemeenteraden worden toegezonden. De griffie zal dit navragen bij de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. De voorzitter concludeert dat dit agendapunt voldoende besproken wordt geacht. De heer Van Rijn (VVD) heeft tijdens de procedurevergadering een vraag gesteld over Eneco. Naar aanleiding daarvan deelt wethouder Vollebregt namens wethouder Brandligt mee dat de raad op korte termijn schriftelijk zal worden geïnformeerd over Eneco. 11 Rondvraag (deze rondvraag is aansluitend aan agendapunt 6 behandeld). Mevrouw Tiekstra (PvdA) is er door een bewoner op gewezen dat het in Delft niet mogelijk is om een huwelijk te laten voltrekken door een eenmalige trouwambtenaar. Mevrouw Tiekstra is benieuwd welke overwegingen hieraan ten grondslag liggen en zij wil ook weten wat ervoor nodig is om dit wel mogelijk te maken. Wethouder Huijsmans licht toe dat bruidsparen in Delft wel een eigen trouwambtenaar mogen meenemen op voorwaarde dat dit een ervaren trouwambtenaar is, omdat het belangrijk is dat de juiste procedure wordt gevolgd. Indien een bruidspaar de wens heeft om de huwelijksvoltrekking door een bekende te laten doen, wordt hieraan tegemoetgekomen doordat het mogelijk is dat deze persoon in samenspraak met de trouwambtenaar de toespraak houdt. Mevrouw Tiekstra (PvdA) denkt dat de trouwambtenaren best in staat zijn om een amateur goed op te leiden en te begeleiden voor één dag. De tegemoetkoming die de wethouder schetst wordt overigens niet genoemd op de gemeentelijke website. Ze roept de wethouder op te kijken of die informatie ook via de website van de gemeente gedeeld kan worden. Wethouder Huijsmans belooft dat te bezien. 12 Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om uur. Concept-besluitenlijst commissie EFB overlegvergadering 5 september / 6