GEMEENTELIJK POLITIEREGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING

Transcriptie

1 GEMEENTELIJK POLITIEREGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING Goedgekeurd door de gemeenteraad op

2 2

3 GEMEENTELIJK POLITIEREGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN... 1 HOOFDSTUK 2: DE BEGRAAFPLAATSEN... 2 HOOFDSTUK 3: PERSONEEL... 3 HOOFDSTUK 4: BESTEMMING... 4 HOOFDSTUK 5: CONCESSIES Niet-concessie Concessie Toekenning van een concessie Verlenging van een concessie Bijzetting in een concessie Oude altijddurende concessie (50 jaar) Verplaatsing van een concessie Einde van een concessie Geen verlenging van een concessie Verwaarlozing van een concessie... 8 HOOFDSTUK 6: OPGRAVINGEN EN RUIMINGEN Ontruiming en ontbening van percelen en individuele opgravingen Ontruiming en ontbening van percelen Individuele opgravingen Individuele opgraving bij ontruiming van een perceel Individuele opgraving bij toestemming door de burgemeester om ernstige redenen Individuele opgraving bij gerechtelijke beslissing Verwijderen graftekens Verwijdering individuele graftekens bij verwaarlozing Verwijdering individuele graftekens op vraag van nabestaanden...11 HOOFDSTUK 7: GRAFTEKENS EN -MONUMENTEN, AANPLANTINGEN en HUN ONDERHOUD Volwassen graven Kindergraven Grafsteen voor asurnes Afdekplaat columbarium Gedenkzuil asverstrooiing Asurnes Islamitische begravingen Aanplanting en onderhoud...14 G.R

4 HOOFDSTUK 8: EREPERKEN...16 HOOFDSTUK 9: FOETUS- EN KINDERGRAVEN Algemene bepalingen Foetusgraf Kindergraf...18 HOOFDSTUK 10: POLITIEMAATREGELEN...19 HOOFDSTUK 11: SLOTBEPALINGEN...21 G.R

5 GEMEENTELIJK POLITIEREGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN Het Burgerlijk Wetboek (art ) en de Vlaamse wetgeving regelen de bepalingen inzake de overlijdens, begraafplaatsen en lijkbezorgingen. Het gemeentebestuur kan bijkomende en aanvullende bepalingen opleggen en vastleggen in dit gemeentelijk politiereglement op de begraafplaatsen en lijkbezorging. Het gemeentebestuur beslist in elk geval over de dag en uur van de begrafenis, bijzetting in het columbarium of het verstrooien van de as. Van 1 november tot 1 februari mag geen enkele begraving, bijzetting of verstrooiing gebeuren na zonsondergang. Van 1 februari tot 31 oktober mag een begraving, bijzetting of verstrooiing uiterlijk starten om uur. Elke begraving (kist of asurne), bewaring (asurne) in een columbarium of asverstrooiing op de gemeentelijke begraafplaatsen gebeurt chronologisch en zonder tussenruimte. De dienst Burgerzaken van de stad houdt de registers van de begraafplaatsen voor alle overledenen die begraven, bewaard of verstrooid zijn op de gemeentelijke begraafplaatsen of op het grondgebied van. Dit gebeurt met een nauwkeurige aanduiding van de plaats van begraving, bewaring of verstrooiing. Vanaf de leeftijd van zestien jaar kan men tijdens zijn leven vrijwillig een schriftelijke kennisgeving van zijn laatste wilsbeschikking overmaken aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van zijn gemeente die deze keuze zal registreren in het rijksregister. Die laatste wilsbeschikking kan handelen over de wijze van lijkbezorging, de asbestemming, het ritueel van de levensbeschouwing voor de uitvaartplechtigheid, evenals over de gemeente waar men begraven wil worden of de gemeente waar de as begraven, bijgezet of uitgestrooid moet worden, evenals over de vermelding van het bestaan van een uitvaartcontract. G.R

6 HOOFDSTUK 2: DE BEGRAAFPLAATSEN telt acht begraafplaatsen: - -centrum, - Beverlo, - Korspel, - Koersel, - Stal, - -Mijn, - Paal, - Tervant. De wijzen van lijkbezorging op de gemeentelijke begraafplaatsen: - begraving van een kist: o niet-concessie: voor een persoon o met concessie: voor max. twee personen - begraving van een asurne: o niet-concessie: voor een persoon o met concessie: voor max. twee personen - bewaring van de asurne in het columbarium, o niet-concessie: voor een persoon o met concessie: voor max. twee personen - asverstrooiing - kindergraf - foetusbegraving - begraving van oudstrijders - begraving van oorlogsslachtoffers - Islamitische begraafzone Elke begraving van een kist of asurne gebeurt in volle grond, zonder grafkelder. In een bestaande grafkelder, waarvan de concessie nog niet volzet is, kan wel een kist of asurne bijgeplaatst worden. Wijze van lijkbezorging buiten de gemeentelijke begraafplaatsen: - asverstrooiing van de as op een andere plaats dan de begraafplaats, - asverstrooiing van de as in de Belgische territoriale zee, - bewaring van de asurne op een andere plaats dan de begraafplaats, - begraving van de asurne op een andere plaats dan de begraafplaats. G.R

7 HOOFDSTUK 3: PERSONEEL Uit te voeren taken: - het plaatsen van de betonnen welfsels als fundering onder de graftekens; - het vooraf gereed maken van de grafkuilen en de nissen naargelang de noodwendigheid van het ogenblik; - het vullen van de kuilen en effenen van de grond; - de teraardebestelling; - de verstrooiing van de assen als dit niet door de begrafenisondernemer gebeurt; - het openen en sluiten van de graven en columbariumnissen; - het doen van gerechtelijk bevolen ontgravingen tenzij deze door het bestuur uitbesteed worden; de begravingen van asurnen in volle grond of de bijzetting in grafkelders; - het plaatsen van kisten, in lijkwaden omhulde stoffelijke resten of urnen in de kuil of de grafkelder; - de dienstverlening bij lijkschouwingen door de parketten; - het aanduiden van de rooilijn voor het plaatsen van gedenktekens; - het toezicht op het naleven van de geldende voorschriften op de graftekens; - het onderhoud van de begraafplaats; - het onderhoud van het dodenhuisje; - het aanbrengen van grafnummers op de loden plaatjes die aan de kist of urne bevestigd worden; - het bijhouden van de grafregisters zoals wettelijk bepaald; - het vaststellen van verwaarlozing van de graven. Het is het personeel verboden: - rechtstreeks of onrechtstreeks gedenktekens, monumenten en allerhande versieringen of aanverwante te maken of te leveren; - bijkomende vergoedingen te eisen of te aanvaarden van familieleden van de overledenen of van bezoekers; - op de begraafplaatsen werken uit te voeren die niet werden opgelegd door hun bevoegd leidinggevende. G.R

8 HOOFDSTUK 4: BESTEMMING De begraving (kist of urne), bijzetting van de asurne in het columbarium en asverstrooiing op de begraafplaatsen van zijn kosteloos voor: - inwoners van (persoon ingeschreven in op het moment van het overlijden), - bijbegraving in een graf waar reeds een concessie voor bestemd is, - niet-inwoners die een lange tijd in gewoond hebben, maar om gezondheidsredenen of ouderdom naar een instelling of familielid buiten de gemeente verhuisd zijn. Bij twijfel kan de ambtenaar om een doktersattest vragen, - personen die volgens het rijksregister minder dan één jaar voor het overlijden naar een andere gemeente verhuisd zijn. De gemeenteraad bepaalt in haar retributiereglement een extra kost voor: - niet-inwoners (die niet onder bovenvermelde uitzonderingen vallen), - concessies voor graf of nis. - de door de gemeente afgeleverde afdekplaat voor een columbariumnis De bevoegde gemeentebeambte bepaalt de onderverdeling in percelen tussen geconcedeerde en nietgeconcedeerde grond en columbariummuren. De begravingen of bijzettingen gebeuren in chronologische volgorde. De uitvoerder respecteert deze rangorde volgens de noodwendigheid van het ogenblik. Bovengrondse begravingen worden niet toegestaan op de begraafplaatsen van. De begraving kan enkel plaatshebben in volle grond of door bijzetting in een bestaande grafkelder. De afmetingen van de grafkuilen zijn: a.) Volwassengraven: - Niet concessie : 220 cm lang, 80 cm breed en 150 cm diep - Concessie : 220 cm lang, 80 cm breed en 220 cm diep b.) Kindergraven (- 12 jaar): - Afmetingen : 120 cm lang, 50 cm breed en 120 cm diep Deze afmetingen kunnen aangepast worden volgens de noodwendigheid van het ogenblik. c.) Asurnen - Afmetingen : 50 cm lang, 50 cm breed en 80 cm diep Bij de teraardebestelling mag de lijkwagen de begraafplaats binnenrijden via de voorziene wegen om de plaats van begraving zo kort mogelijk te naderen. Op elke begraafplaats is een gedenkzuil voorzien ter nagedachtenis van de overledenen van het perceel of de percelen die ontruimd werden. Iedere begraafplaats beschikt over een columbarium met gesloten nissen. Indien er geen ruimte vrij is in een columbarium van een bepaalde begraafplaats, dan zal de urne tijdelijk bijgezet worden in een columbarium van een nabijgelegen begraafplaats van de gemeente en dit in afwachting van de uitbreiding van het columbarium van de betreffende begraafplaats. Zodra er een vrije nis voorzien is, wordt de asurne op de gepaste wijze overgebracht naar de betreffende begraafplaats. G.R

9 De asverstrooiing gebeurt in principe door een hiertoe aangesteld personeelslid van het gemeentebestuur of de begrafenisondernemer die de belangen van de familie of de nabestaanden behartigt. Het gemeentelijke dodenhuisje van -Mijn kan gebruikt worden om de stoffelijke overschotten te ontvangen: a.) Ter identificatie van onbekende personen; b.) Van overledenen waarvan het vervoer naar het dodenhuisje aangevraagd werd door de familie of, bij ontstentenis, door elke belanghebbende en dit slechts na schriftelijke toestemming van de burgemeester; c.) Van overledenen waarvan het vervoer naar het dodenhuisje noodzakelijk is voor de vrijwaring van de openbare gezondheid; d.) Van overledenen waarop een lijkschouwing moet worden verricht ingevolge een rechterlijke beslissing; e.) Van overledenen die niet op de plaats van overlijden kunnen bewaard worden. G.R

10 HOOFDSTUK 5 : CONCESSIES 5.1 Niet-concessie De teraardebestelling in niet-geconcedeerde (volle) grond geschiedt horizontaal in een afzonderlijke grafkuil. Een niet-geconcedeerd graf wordt minstens 15 jaar behouden. Deze termijn kan bij dringende noodzaak door een beslissing van het college van burgemeester en schepenen ingekort worden. 5.2 Concessie Toekenning van een concessie Het College van Burgemeester en Schepenen kan op de gemeentelijke begraafplaatsen graf- en nisconcessies verlenen. Deze worden toegestaan voor een periode van 30 jaar. Een concessie kan aangevraagd en verleend worden voor één of twee personen. Bij een concessie voor twee personen moet deze aangevraagd worden bij het overlijden van de eerste. Een concessie gaat in vanaf de datum van goedkeuring door het College van Burgemeester en Schepenen. Een concessie kan aangevraagd worden voor: a.) Grafconcessie (in volle grond): - concessie voor maximum twee lijkkisten; - concessie voor één lijkkist en één asurne. b.) Concessie urnegraf: - concessie voor maximum twee asurnen. c.) Concessie columbarium: - concessie voor maximum twee asurnen in een nis. De burgemeester kan een uitzondering toestaan. In éénzelfde graf - of nisconcessie mogen begraven of bijgezet worden: - de aanvrager en zijn (haar) echtgeno(o)t(e), of bloed- of aanverwanten; of - een derde en diens echtgeno(o)te), of bloed- en of aanverwanten; - samenwonenden of een koppel dat niet samen ingeschreven is. De burgemeester kan een uitzondering toestaan. Na de betaling van de gemeentelijke retributie wordt de concessieaanvraag op het College van Burgemeester en Schepenen gebracht ter goedkeuring. Pas na de goedkeuring is de concessie definitief. De gemeenteraad stelt de retributie voor het verlenen van de concessie vast. De graf -of nisvergunningen zijn niet in de handel; ze zijn dus niet vervreemdbaar en niet overdraagbaar. De verleende concessie kan door een begunstigde slechts overgedragen worden aan een derde na aanvraag op de dienst Burgerzaken en deze aanvraag moet goedgekeurd G.R

11 worden door het College van Burgemeester en Schepenen. Het College van Burgemeester en Schepenen beslist autonoom over deze aanvraag. De titel van vergunning geeft geen eigendomsrecht maar enkel een recht van genot en gebruik van de grond of nis. De aanvraag tot grond -of nisvergunning verbindt de aanvrager ertoe zich te schikken naar de bepalingen van dit reglement en naar de wijzigingen die er later aan kunnen worden aangebracht. De aanvrager verbindt zich er ook toe het graf te onderhouden Verlenging van een concessie De concessie kan op ieder tijdstip door iedere belanghebbende verlengd worden. De nieuwe vervaldatum = datum van de aanvraag van de verlenging + 30 jaar. De aanvrager betaalt hiervoor een retributie pro rata het aantal jaren dat de vervaldatum van de oorspronkelijke concessie verlengd wordt. Er is geen restrictie op het aantal verlengingen. Als geen hernieuwing wordt aangevraagd tussen de datum van laatste bijzetting in de concessie en het verstrijken van de periode waarvoor deze werd verleend, blijft het graf minstens gedurende een termijn van vijftien jaar bestaan. Deze termijn begint vanaf de datum van het overlijden, indien dit overlijden zich minder dan vijftien jaar voor het verstrijken van de concessie heeft voorgedaan. De hernieuwingen kunnen enkel geweigerd worden indien blijkt dat op moment van de aanvraag de concessie verwaarloosd is Bijzetting in een concessie De burgemeester heeft het recht, indien noodzakelijk, een grafkelder of concessie te laten openen. Dit gebeurt door het personeel van de gemeente. Na iedere teraardebestelling wordt de grafkelder of de concessie gesloten en wordt de nis onmiddellijk afgedekt Oude altijddurende concessie (50 jaar) Telkens na vijftig jaar, en zonder vergoeding, kan de altijddurende concessie die krachtens het keizerlijk decreet van 23 prairial jaar XII werd verleend voor de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en lijkbezorging, op aanvraag hernieuwd worden mits naleving van de procedure bedoeld in artikel 7 2, derde tot en met vijfde lid van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging Verplaatsing van een concessie De geconcedeerde grond mag teruggenomen worden door de gemeente indien het openbaar belang of het belang van de dienst dit vereisen. In dit geval wordt de vergunning, zonder vergoeding, naar een andere plaats met een zelfde oppervlakte overgebracht. Het opgraven en het overbrengen van de stoffelijke overschotten, evenals het verplaatsen van het grafteken of het plaatsen van een nieuw grafteken en het eventueel bouwen van een grafkelder gebeuren in dit geval op kosten van de gemeente. G.R

12 Op het nieuwe graf moet een grafteken geplaatst worden conform met het huidige reglement op de graftekens Einde van een concessie Geen verlenging van een concessie Minstens een jaar voor het verstrijken van de concessie of van de hernieuwingen ervan, maakt de burgemeester of zijn gemachtigde een akte op waarbij eraan herinnerd wordt dat een aanvraag om hernieuwing bij hem moet toekomen. Een afschrift van deze akte wordt een jaar lang zowel bij het graf als aan de ingang van de begraafplaats uitgehangen. Als er geen aanvraag voor een hernieuwing is gedaan, vervalt de concessie Verwaarlozing van een concessie Zie bepalingen: Verwijdering individuele graftekens bij verwaarlozing G.R

13 HOOFDSTUK 6: OPGRAVINGEN EN RUIMINGEN 6.1 Ontruiming en ontbening van percelen en individuele opgravingen Ontruiming en ontbening van percelen De gemeenteraad kan beslissen om over te gaan tot de ontruiming en ontbening van een begraafplaats, een gedeelte ervan of een perceel. Een afschrift van deze beslissing wordt gedurende één jaar aan de ingangen van de begraafplaats en aan de toegangen van de percelen uitgehangen. De gemeenteraad bepaalt de eindbestemming van de graven en graftekens die na het verstrijken van de periode van een jaar niet verwijderd werden of geen herbestemming kregen. Tijdens de periode van bekendmaking kan iedere belanghebbende een opgraving en herbegraving of crematie van een overledene aanvragen zoals bepaald in Individuele opgraving bij ontruiming van een perceel. Na het verstrijken van de termijn van één jaar en na de uitvoering van de individuele opgravingen, verwijdert een daartoe aangeduide gespecialiseerde firma alle resterende graftekens en ontruimt en ontbeent het perceel of de percelen. Voor deze werken wordt een risicoanalyse voorgelegd die afgetoetst wordt aan de gemeentelijke risicoanalyse die van toepassing is Individuele opgravingen Een opgraving in een graf kan enkel uitgevoerd worden: - bij de ruiming van een volledig perceel of percelen (zie punt 1) - bij toestemming door de burgemeester om ernstige redenen - bij gerechtelijke beslissing Individuele opgraving bij ontruiming van een perceel Bij de ontruiming en ontbening van een of meerdere percelen, kan iedere belanghebbende een verzoek tot opgraving (en herbegraving) richten tot de burgemeester. De opgraving en herbestemming gebeurt door een begrafenisondernemer of gespecialiseerde firma. Deze zal een risicoanalyse voor de opgraving moeten voorleggen. Deze wordt afgetoetst aan de gemeentelijke risicoanalyse die van toepassing is. Na de goedkeuring door de gemeentelijke dienst zal de schriftelijke toestemming tot opgraving en herbegraving door de burgemeester afgeleverd worden. Als men bij een opgraving voor een herbestemming of herbegraving kiest (voor een graf, urnegraf of columbariumnis) is men verplicht een concessie aan te kopen, tenzij: - er al een concessie bestaat voor het ontruimde graf (de concessie krijgt een nieuwe bestemming); - er al een concessie bestaat voor het nieuwe graf of columbarium (bijzetting in een bestaande concessie); - de opgraving gevolgd wordt door een crematie en asverstrooiing. Het grafteken op het nieuwe graf moet voldoen aan de huidige afmetingen bepaald in het gemeentelijk reglement. G.R

14 De kosten voor de opgraving, herbegraving, crematie, plaatsing van een grafteken en de concessie vallen ten laste van de aanvrager(s) Individuele opgraving bij toestemming door de burgemeester om ernstige redenen De burgemeester kan om ernstige redenen een individuele opgraving en/of herbegraving toestaan. De nabestaanden moeten een schriftelijk verzoek richten aan de burgemeester. Deze aanvraag moet door alle familieleden/nabestaanden van de eerste graad ondertekend worden. Een kopie van de identiteitskaart van de ondertekenaars moet bij deze aanvraag gevoegd worden. De burgemeester kan om ernstige redenen een machtiging tot opgraving verlenen. De opgraving en/of herbegraving wordt door een begrafenisondernemer of gespecialiseerde firma uitgevoerd. Hij zal een risicoanalyse voor deze opgraving moeten voorleggen. Deze wordt afgetoetst aan de gemeentelijke risicoanalyse die van toepassing is. Na de goedkeuring door de gemeentelijke dienst zal de schriftelijke toestemming tot opgraving en herbegraving door de burgemeester afgeleverd worden. De begrafenisondernemer of gespecialiseerde firma staat in voor het openen van het graf, de opgraving en de herbestemming. De lokale politie houdt toezicht op de opgraving en maakt hier een proces verbaal van op. Het nieuwe graf wordt gedolven door het gemeentepersoneel. Als men bij een opgraving voor een herbestemming of herbegraving kiest (voor een graf, urnegraf of columbariumnis) is men verplicht een concessie aan te kopen, tenzij: - er al een concessie bestaat voor het ontruimde graf (de concessie krijgt een nieuwe bestemming); - er al een concessie bestaat voor het nieuwe graf of columbarium (bijzetting in een bestaande concessie); - de opgraving gevolgd wordt door een crematie en asverstrooiing. Het grafteken op het nieuwe graf moet voldoen aan de huidige afmetingen bepaald in het gemeentelijk reglement. De kosten voor de opgraving, herbegraving, crematie, plaatsing van een grafteken en de concessie vallen ten laste van de nabestaanden Individuele opgraving bij gerechtelijke beslissing Een opgraving bij gerechtelijke beslissing wordt uitgevoerd door het gemeentepersoneel of kan uitbesteed worden aan een begrafenisondernemer of gespecialiseerde firma. Deze moet een risicoanalyse voorleggen die afgetoetst wordt aan de gemeentelijke risicoanalyse die van toepassing is. Na de goedkeuring door de gemeentelijke dienst kan de opgraving uitgevoerd worden. Als men na de opgraving voor een herbestemming of herbegraving kiest (voor een graf, urnegraf of columbariumnis) is men verplicht een concessie aan te kopen, tenzij: - er al een concessie bestaat voor het ontruimde graf (de concessie krijgt een nieuwe bestemming); - er al een concessie bestaat voor het nieuwe graf of columbarium (bijzetting in een bestaande concessie); - de opgraving gevolgd wordt door een crematie en asverstrooiing. G.R

15 6.2 Verwijderen graftekens Verwijdering individuele graftekens bij verwaarlozing De graven moeten onderhouden worden. Onderhoudsverzuim dat verwaarlozing uitmaakt, staat vast als het graf doorlopend onzindelijk, door plantengroei overwoekerd, vervallen, ingestort of bouwvallig is. Ook losstaande graftekens die een gevaar vormen kunnen ook als verwaarlozing geakteerd worden. De verwaarlozing wordt geconstateerd in een akte van de burgemeester of zijn gemachtigde. Die akte wordt een jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats uitgehangen. Tijdens deze periode kunnen de nabestaanden de nodige herstellingen uitvoeren. Na het verstrijken van die termijn en bij niet-herstelling kan het college van burgemeester en schepenen een einde maken aan de concessie. Het college bepaalt de eindbestemming van de graftekens Verwijdering individuele graftekens op vraag van nabestaanden Een nabestaande kan in naam van de familie een aanvraag tot verwijdering van een grafteken indienen op de dienst burgerzaken. Een bekendmaking van deze aanvraag zal gedurende een periode van één jaar uitgehangen worden aan het graf. Tijdens deze periode kan iedere belanghebbende zijn bezwaar tegen de verwijdering van het grafteken melden op de dienst burgerzaken. Bij bezwaar wordt het grafteken niet verwijderd. Zonder bezwaar zal het grafmonument door de gemeentediensten kosteloos verwijderd worden. G.R

16 HOOFDSTUK 7: GRAFTEKENS EN -MONUMENTEN, AANPLANTINGEN en HUN ONDERHOUD Men is niet verplicht een grafmonument te plaatsen of de columbarium afdekplaat te beletteren, maar wel om een grafteken of columbariumteken te plaatsen met de vermelding van de gegevens van de overledene (en ten minste naam, geboortedatum en overlijdensdatum). Op de percelen met opstaande ruggen, moet een grafteken conform de huidige bepalingen van dit reglement geplaatst worden. Het grafteken mag de hierna vermelde afmetingen niet overschrijden. Indien er wel een grafsteen geplaatst wordt, moet het hoogste punt en breedste punt exact aan de hierna vermelde afmetingen voldoen. Een grafteken mag in geen geval de afmetingen van het graf overschrijden. De graftekens worden geplaatst op de fundering die door de gemeentediensten voorzien worden. Indien er een grafsteen wordt geplaatst op een ouder perceel moet dit conform de graftekens van dat perceel. Het mag de eenvormigheid van het perceel niet schaden. Klachten i.v.m. overtredingen op de afmetingen en bepalingen van graftekens worden voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Het college bepaalt per overtreding welke maatregelen getroffen moeten worden. 7.1 VOLWASSEN GRAVEN Opstaande rug - breedte: 75 cm - hoogte: 70 cm - diepte: 10 cm Voetstuk - breedte: 80 cm - hoogte: 10 cm - diepte: 20 cm Bodemplaat - breedte: 120 cm - hoogte: 5 cm - diepte: 50 cm - De opstaande rug dient 2 cm van de achterzijde van het voetstuk te worden geplaatst. - Het voetstuk dient 10 cm van de achterzijde van de bodemplaat te worden geplaatst. - De bodemplaat dient op het holle welfsel te worden geplaatst. 7.2 KINDERGRAVEN Opstaande rug - breedte: 60 cm - hoogte: 62 cm - diepte: 8 cm G.R

17 Voetstuk - breedte: 65 cm - hoogte: 8 cm - diepte: 15 cm Bodemplaat - breedte: 100 cm - hoogte: 5 cm - diepte: 40 cm - De opstaande rug dient 2 cm van de achterzijde van het voetstuk te worden geplaatst. - Het voetstuk dient 5 cm van de achterzijde van de bodemplaat te worden geplaatst. - De bodemplaat dient op het holle welfsel te worden geplaatst. 7.3 GRAFSTEEN VOOR ASURNES Opstaande rug - breedte: 50 cm - hoogte: 50 cm - diepte: 8 cm Voetstuk - breedte: 60 cm - hoogte: 8 cm - diepte: 15 cm Bodemplaat - breedte: 80 cm - hoogte: 5 cm - diepte: 40 cm - De opstaande rug dient 2 cm van de achterzijde van het voetstuk te worden geplaatst. - Het voetstuk dient 5 cm van de achterzijde van de bodemplaat te worden geplaatst. - De bodemplaat dient op het holle welfsel te worden geplaatst. 7.4 AFDEKPLAAT COLUMBARIUM Het bestuur zorgt voor de afdekplaat. Hiervoor moet een retributie betaald worden die door de gemeenteraad opgelegd wordt. Alle attributen mogen de binnenmaat van de afdekplaat niet overschrijden. De bevestigingsschroeven moeten vrijgehouden worden. Bij een overtreding wordt de ontvangen klacht voorgelegd aan en behandeld door het college van burgemeester en schepenen. 7.5 GEDENKZUIL ASVERSTROOIING Op de gedenkzuilen bij de strooiweides mag men een plaatje voorzien met de gegevens van de overledene waarvan de as werd uitgestrooid. Ornamenten (zoals vaasjes, foto s, ) mogen de afmetingen van de plaatjes niet overschrijden. De definitieve plaatjes moeten vervaardigd zijn uit Jasberg-graniet. G.R

18 Voorlopige plaatjes zijn toegelaten. De plaatjes mogen volgende maximum afmetingen niet overschrijden: Oude zuilen Nieuwe zuilen - lengte: 30 cm 22 cm - hoogte: 10 cm 9 cm - breedte : 2 cm 2 cm 7.6 ASURNES De asurnes hebben een maximale afmeting van: - hoogte : 28 cm - breedte: 20 cm 7.7 ISLAMITISCHE BEGRAVINGEN Voor de zone(s), die voorzien zijn voor de begravingen van personen met islamitische geloofsovertuigingen, zijn dezelfde regels en bepalingen van toepassing als voor de andere percelen en graven. 7.8 AANPLANTING EN ONDERHOUD De familie en de nabestaanden dienen in te staan voor het onderhoud van de graven. Bij verzuim kan de procedure tot vaststelling van verwaarlozing gestart worden (zoals bepaald in dit reglement). Aanplantingen mogen niet hoogstammig zijn en de grens van het graf niet overschrijden. De opschriften en grafschriften mogen de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden verschuldigde eerbied niet storen. Bij overtredingen inzake onderhoud en/of aanplanting kan de procedure voor verwaarlozing toegepast worden. Op de met gras ingezaaide percelen mogen geen aanplantingen gebeuren. Het is steeds verboden om de potten in de grasvelden in te graven. Aanplantingen op de gemeentelijke begraafplaatsen mogen enkel uitgevoerd worden door en in opdracht van de gemeentelijke diensten. Bloemen en planten mogen enkel op de bodemplaat van het graf geplaatst worden. Ze moeten steeds onderhouden worden. Als ze afgestorven of verwelkt zijn moeten ze verwijderd worden door de nabestaanden. Bij nalatigheid gebeurt dit door de bevoegde gemeentelijke dienst. De begraafplaats en de graven moeten netjes gehouden worden. Na het onderhoud van een graf moet elk afval of vuilnis in de daartoe voorziene afval- of vuilnisbakken gedeponeerd worden. Er mag niets geplaatst worden op de grasvelden van de rijgraven of voor en op de columbariummuur. Uitzonderingen: - van 1 week voor Allerheiligen, tot en met 1 december; - gedurende één maand bij eerste en tweede begraving of bijzetting. Vanaf 1 december of één maand na de begraving of bijzetting worden alle bloemen- en pottenresten op de grasvelden, op de rollaag-tegel en op de gazonafboording en voor en op de columbariummuur verwijderd door de bevoegde gemeentelijke dienst. Indien door weersomstandigheden deze bloemen er G.R

19 vroegtijdig onzindelijk uitzien zal de technische dienst één week voor 1 december starten met het verwijderen van de potten en bloemen. Bij een overtreding inzake onderhoud en/of aanplanting wordt de ontvangen klacht voorgelegd aan en behandeld door het college van burgemeester en schepenen. G.R

20 HOOFDSTUK 8: EREPERKEN Ereperken zijn voorzien voor de begraving van alle oud-strijders en burgerlijke slachtoffers met een invaliditeit van minstens 40% van de oorlog van en ; De burgemeester kan beslissen of er iemand begraven mag worden. Op de ereperken waar een eenvormigheid bestaat, moeten uniforme graftekens geplaatst worden. Samenbegravingen zijn niet toegelaten. Er kan geen concessie aangevraagd worden op het ereperk. De gemeenteraad kan een tussenkomst in de begrafeniskosten voor de oud-strijders toekennen. Het onderhoud van de ereperken valt ten laste van de gemeente. Het grafteken is eigendom van de nabestaanden van de overledenen. De graven moeten onderhouden worden. Onderhoudsverzuim dat verwaarlozing uitmaakt, staat vast als het graf doorlopend onzindelijk, door plantengroei overwoekerd, vervallen, ingestort of bouwvallig is. Ook losstaande graftekens die een gevaar vormen kunnen ook als verwaarlozing geakteerd worden. De verwaarlozing wordt geconstateerd in een akte van de burgemeester of zijn gemachtigde. Die akte wordt een jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats uitgehangen. Tijdens deze periode kunnen de nabestaanden de vereiste herstellingen uitvoeren. Na het verstrijken van die termijn en bij niet-herstelling zal de bevoegde gemeentelijke dienst de herstelling in de mate van het mogelijke uitvoeren. G.R

21 HOOFDSTUK 9: FOETUS- EN KINDERGRAVEN Levenloos geboren en overleden kinderen kunnen op verzoek van de ouders begraven of gecremeerd worden. Een levenloos geboren kind dat vóór een zwangerschap van 12 weken geboren wordt, kan enkel op een perceel voor foetusbegravingen begraven worden. Een levenloos geboren kind dat na een zwangerschap van 12 weken geboren wordt, kan begraven worden op een perceel voor foetusbegravingen of op een perceel voor kindergraven. Een kind dat na de geboorte en voor de leeftijd van 7 jaar overlijdt, kan enkel begraven worden op een perceel voor kindergraven. Een kind dat overlijdt tussen de leeftijd van 7 en 12 jaar, kan begraven worden op het perceel voor kindergraven of voor volwassenen. De crematie kan gevolgd worden door: - begraving van de asurne, - bewaring van de asurne in het columbarium, - bewaring van de asurne op een andere plaats dan de begraafplaats, - asverstrooiing op de strooiweide, - asverstrooiing op een andere plaats dan de begraafplaats of op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee. 9.1 Algemene bepalingen In een foetus- of kindergraf mag slechts één kind begraven worden. De burgemeester kan hierop uitzonderingen toestaan. Voor inwoners zijn foetus- en kindergraven kosteloos. De gemeenteraad bepaalt de retributie voor nietinwoners. Op de percelen voor foetus- en kindergraven kan geen concessie genomen worden. Er kan wel een concessie genomen worden voor een graf of urnegraf op een perceel voor volwassenen of een columbarium. In dit geval moet de tweede persoon van de concessie een volwassen persoon zijn. De burgemeester kan hierop uitzonderingen toestaan. De burgemeester kan toestemming verlenen om een overleden kind of levenloos geboren kind en de moeder die bij de bevalling overlijdt, samen in één niet-geconcedeerd graf te begraven. Als er een concessie genomen wordt, gebeurt de begraving op een concessie-perceel en kan er een derde persoon in dit graf begraven worden. De foetus- en kindergraven blijven minimum 50 jaar bestaan. Bij de ontruiming van een volledige perceel kan deze periode ingekort worden door het College van Burgemeester en Schepenen. Het besluit van het College van Burgemeester en Schepenen dient als akte voor deze beslissing. Een afschrift van deze akte dient minimum 1 jaar uitgehangen te worden aan de ingang van de begraafplaats en aan het graf (of graven) zelf. Na het verstrijken van deze periode worden de graftekens eigendom van het gemeentebestuur en bepaalt zij de herbestemming ervan. G.R

22 9.2 Foetusgraf Een foetusgraf is anoniem. De bevoegde gemeentelijke dienst plaatst op iedere foetusbegraving een graftegel (van 30cm x 30cm). Het plaatsen van een grafsteen is niet toegelaten. Ornamenten zijn toegestaan. Deze mogen de afmetingen van de tegel niet overschrijden. Ook de hoogte mag maximum 30 cm zijn. 9.3 Kindergraf Op een kindergraf moet een grafteken geplaatst worden. De afmetingen moeten voldoen aan de bepalingen in dit reglement. Kinderen worden op 120 cm diepte begraven. Bij een begraving in een concessie-graf op het daartoe voorziene perceel zal men op 220 cm diepte begraven. G.R

23 HOOFDSTUK 10: POLITIEMAATREGELEN De gemeentelijke begraafplaatsen zijn voor het publiek toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang tenzij de bevoegde gemeentediensten toestemming geven voor een begrafenis, bijzetting of asverstrooiing. De toegang tot de begraafplaats is verboden voor: - personen die in kennelijke staat van dronkenschap verkeren; - personen die goederen of diensten aanbieden; - personen die drager zijn van een vuurwapen, uitgezonderd zij die instaan voor de openbare orde; - personen die zich onwelvoeglijk gedragen; - alle dieren, uitgezonderd blindengeleidehonden Het is op de begraafplaatsen verboden om zich met enig gemotoriseerd vervoermiddel (met uitzondering van rolstoelpatiënten) te verplaatsen, met uitzondering de gemeentelijke arbeiders die er een opdracht moeten uitvoeren, de begrafenisondernemer, de steenkapper of voor het plaatsen van een grafteken of het aanbrengen van toebehoren en de externe aannemers die in opdracht van de gemeente opdrachten uitvoeren. Het vervoer is in deze gevallen enkel toegestaan op de voorziene wegen en niet op de graszones. Indien er bij een afwijking hiervan schade wordt aangericht, dan zal deze vergoed worden door de veroorzaker. Het is verboden op de begraafplaatsen manifestaties op touw te zetten die de welvoeglijkheid storen; - reclame aan te plakken, met uitzondering van de naamplaatjes van de steenkappers; - te leuren, gelijk welke voorwerpen uit te stallen of te verkopen op de begraafplaatsen en in de toegangszones van de begraafplaats op gemeentelijke eigendom met uitzondering van het weekend van Allerheiligen en dan nog enkel met artikelen gebonden aan deze gelegenheid. - zijn diensten aan te bieden; - de omheiningsmuren, grafsteen, gedenktekens e.d. te beklimmen; - zich er, zonder toestemming, te bevinden buiten de openingsuren; - de begraafplaatsen te betreden met voorwerpen die niet tot de bestemmingssfeer ervan behoren; - er allerhande voorwerpen achter te laten; - de aanplantingen, wegen en lanen te beschadigen; - op graspleinen en bloemperken te gaan zitten of liggen; - het dodenhuisje te betreden zonder toestemming; - de grafsteen en andere graftekens te beschadigen of te bevuilen; - gebruik te maken van pneumatische toestellen en hogedrukreinigers, met uitzondering van de gemeentelijke diensten; - kinderen te laten spelen; - aanplantingen te doen; - publiciteit te maken onder gelijk welke vorm voor om het even welk doel, zowel binnen de begraafplaats als op de poorten en aan de muren; - de doorgang van een lijkstoet te belemmeren. - muziek te maken met uitzondering van de muzikale bijdrage die hoort bij de eredienst. Kortom alles wat niet overeenstemt met de eerbied voor de overledenen. Het is verboden op de begraafplaatsen manifestaties op touw te zetten die de welvoeglijkheid storen en niet overeenstemmen met de eerbied voor de overledenen. Het is op de gemeentelijke begraafplaatsen verboden elke plaatsing van graftekens en elke bouw-, beplanting -of aanaardingswerken uit te voeren op zondagen en wettelijke feestdagen en vanaf 25 oktober tot en met 2 november. G.R

24 Wie zich niet gedraagt met de nodige eerbied voor de doden, zich schuldig maakt aan of inbreuk pleegt op één der bepalingen van dit reglement wordt onmiddellijk op last van de verantwoordelijke buiten de begraafplaats gezet, onafgezien van eventuele rechtsvervolging. De gemeente staat niet in voor de bewaking van de op de graven geplaatste voorwerpen. Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de diefstallen of beschadigingen welke op de begraafplaatsen ten nadele van de nabestaanden zouden gepleegd worden aan de graven, erop aangebrachte gedenktekens, beplantingen,. Voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen in geen andere straffen voorzien en voor zover de artikelen 315, 340, 453 en 526 van het Strafwetboek niet van toepassing zijn, worden inbreuken op dit reglement bestraft met politiestraffen. G.R

25 HOOFDSTUK 11: SLOTBEPALINGEN Dit politiereglement op de begraafplaatsen en graven heft alle voorgaande politiereglementen op. Dit reglement treedt in werking vanaf de goedkeuring ervan door de gemeenteraad. Eventuele aanpassingen van het politiereglement worden steeds voorgelegd aan de gemeenteraad. De toegevoegde of gewijzigde artikels of paragrafen treden in werking vanaf de datum van goedkeuring door de gemeenteraad. Voor zover niet uitdrukkelijk geregeld in dit reglement of bij interpretatieproblemen gelden de bepalingen van de Vlaamse wetgeving. Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet. -ooo- G.R

26

27

28